 |
|
 |
|
|
 |
03-07-2012 |
Tombouctou en de NBB |
Wat kan de
Nationale Bank van België gemeen hebben met Tombouctou? Niet zo heel veel, ware
het niet dat wat ze gemeen hebben enigszins in het ene geval minder maar in het
andere zeer verontrustend is.
De NBB
waagde zich aan een schitterend essay gewijd aan het nut en het negatieve in de
indexatie van de lonen. Ze vergat hierbij een zaak namelijk dat de binding van
de lonen aan de index, voor een bepaalde kaste in dit land, de sharia is en dat
aan de sharia niet geraakt wordt.
En in
Tombouctou staat de sharia voor de deur, met al de gevolgen van dien alleen al voor
het mystieke verscholen in de naam zelf.
Deze
universiteitsstad waar in de XVe eeuw, duizenden Afrikaanse studenten, in de
moskee van Sankoré, onderwezen werden in mathematica, geneeskunde, filosofie
door musulmanse oulémas, staat op het punt ingenomen te worden door de sharia.
Met het gevolg dat honderdduizenden oude manuscripten van de XIIIe eeuw af, die
op het punt stonden verzameld en vertaald te worden, voor altijd riskeren te
verdwijnen als zijnde totaal overbodig en schadelijk.
Ik las
hierover - en hoewel het ver van mijn bed is kan ik mijn onrust hierover niet
verbergen - in Le Monde.
Ik neem uit
het artikel een paragraaf over, namelijk wat journalisten in Tombouctou in juni
schreven over wat zich in Mali aan het voltrekken is:
Ils
détruisent tout ce qui peut symboliser la modernité: la télévision, les jeux
vidéos, les livres en français, mais aussi les gravures, les enseignes
lumineuses, la musique, les panneaux de sensibilisations contre le sida, les
monuments historiques et les manuscrits anciens. Ils interdisent les promenades
entre hommes et femmes, le port de bijoux et évidemment lalcool et les
cigarettes.
Ik heb hier
geen commentaar bij, ik houd het bij een verwittiging wat het glorieuze westen betreft.
03-07-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
02-07-2012 |
De Adem vd Dagen |
De AvdD
De vraag
blijft natuurlijk, wordt wat ik gisteren op touw heb gezet, een hoop woorden, een
hoop beelden en gebeurtenissen, om bij in slaap te vallen, of wordt het iets
met een ziel, iets dat verwarmt, verrast, boeit en voedsel is voor de geest?
Wordt het
een speerpunt in de tijd?
Wel, ik werk
ernaar.
Maar zoals
Mulisch met zijn Hemelgeschiedenis, waar, de opbouw van het werk van bij de
aanvang uitgetekend ligt, zo een plan heb ik niet, wil ik ook niet. Het boek
moet groeien zoals een tekening groeit,
de dingen en de gedachten aftastend, om uit te komen waar het goed is
uit te komen.
Later bericht
ik erover.
02-07-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
01-07-2012 |
Een nieuw begin. |
Mijn
Adem van de Dagen in te loggen en te mengen met mijn Blog was een totaal
verkeerde beslissing. Het is een doorlopende tekst die, voorgesteld zoals het
gebeurde, in fragmenten moet worden verdeeld zodat de lectuur ervan over te
veel dagen wordt gespreid. Mijn blog daarentegen is een tekst gebonden aan het
ogenblik van de dag.
Voortaan
houd ik beide duidelijk gescheiden. Dit
laat me toe te komen tot een betere indeling van mijn dag en te werken aan dat
fameuze boek op een meer regelmatige en constante basis.
Twee
draagvlakken liggen aan de basis van de AvdD. Een eerste is van Paul Auster dat ik
haal uit zijn boek The Invention of
Solitude, Book nine of The book of memory:
Every book is an image
of solitude. It is a tangible object that one can pick up, put down, open, and
close, and its words represent many months, if not many years, of one mans
solitude, so that with each word one reads in a book one might say to himself
that he is confronting a particle of that solitude.
Een tweede
komt uit La Vie est ailleurs van
Milan Kundera:
Cest seulement quand il
est âgé que lhomme peut ignorer lopinion du troupeau, lopinion du public et
de lavenir. Il est seul avec sa mort prochaine, et la mort na ni yeux ni
oreilles, il na pas besoin de lui plaire, il peut faire et dire ce quil lui
plaît à lui-même de faire et de dire.
Waar de eerste idee een algemeen aspect is van het leven
van een schrijver, is het tweede tekenend voor de ingesteldheid van iemand voor
wie het leven in zijn eindfase gekomen is, wat hem een totale vrijheid laat om
op een persoonlijke wijze én wat zijn onderwerp én wat zijn methode betreft,
zijn gedachten uit te schrijven.
Het jaar 2012 is qua dagen precies halfweg. Het is
vandaag dat ik, wat mijn boek betreft, opnieuw kan beginnen in alle stilte en
geborgenheid.
01-07-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
30-06-2012 |
Schrijven om te overleven |
Ik vind Stefan Hertmans een van onze
belangrijkste schrijvers van het ogenblik. Dit betekent niet dat hij
gemakkelijke lectuur is, verre van, maar ik vind bij hem, wat ik bij weinig
andere schrijvers vind, voedsel voor de geest.
Ik las herlas is beter wat hij
ons weet te vertellen over de blik van Medusa, die dodelijk was, en zijn
gevolgtrekking hieruit, in zijn Arcadia-boek.
Ik las over wat er gebeurde met de
schoonheid in de kunst die nu verschrompeld wordt Thomas Mann wist het dat
dit op komst was - door het meer dan doodgewone. Omdat het doodgewone de
maatstaf van de huidige kunstenaar geworden is, en in is. Een voorbeeld is
vandaag te zien in Oostende, enkele enorme rode vormloze blokken met de zee, de
grote levende, op de achtergrond, de Rock Strangers van Arne Quinze. Kunst omdat
de kunstenaar het zegt (De Standaard van 29 juni).
Maar vooral, ik las over de
ingesteldheid van de schrijver, deze die schrijft om den brode, maar meer nog
over deze die schrijft om te overleven. Die, zoals Hertmans het me leert, het schrijven hebben ervaren als een vorm
van het uitstellen van de dood. Hij bedoelt hiermede de dood die door het vergeten tot stand komt, door
het verwaarlozen van het noemen van de namen en het vertellen van de verhalen over
het menselijk leven.
Dit is in elk geval wat ik me steeds
heb voorgehouden en ingeprent hield als ik aan het schrijven sloeg, als ik in
mijn verbeelding de lezer zag die na mijn dood nog even mijn woorden zou
gelezen hebben en ik aldus wist dat ik nog steeds met deze woorden van deze
aarde zou zijn.
Veel
is dit niet maar voor iemand die zinnige dingen tracht te schrijven heeft het
zijn dwingende reden. Zelfs al weet hij, dat zijn woorden meer dan drager
moeten zijn van een universele boodschap opdat die zouden nazinderen in de tijd.
Mijn
groot voorbeeld is Ovidius die, dankzij zijn Metamorfosen, overtuigd was van zijn onsterfelijkheid want, wat er
ook gebeuren mocht, zij zouden voor eeuwig zijn naam meenemen in de tijd.
Nu
ik weet goed genoeg dat ik geen Ovidius ben, geen Sophocles, geen Chateaubriand
of geen Stendhal, maar dit belet me niet om toch maar verder te ploeteren of
hoe je het ook noemen wilt, het komt, wat mij betreft, de jaren helpende, daar
op neer.
Maar,
als jij die me leest soms schrijver bent, lees dan eens zijn essay If look could kill van Hertmans, in zijn
Mobilisatie van Arcadia( de Bezige Bij, 2011).
30-06-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
29-06-2012 |
Sint-Pietersvuren |
De avond van 29 juni was de avond
dat het haag-en boomsnoeisel, op een zo groot mogelijke stapel samengebracht,
bij het ondergaan van de zon, in brand werd gestoken.
De dagen ervoor waren we druk in de
weer geweest om zoveel mogelijk snoeisel te gaan ophalen bij de buren van ons
gehucht, nooit er buiten, want elk gehucht had zijn eigen vuur met het snoeisel
van het gehucht.
Het aansteken van het vuur was een
plechtig ogenblik, het ging gepaard met een luid geroep waarna we, eens de
vlammen oplaaiden, hand in hand, meisjes en jongens, in een kring, zingend
omheen het vuur dansten.
Het is op deze wijze dat die avonden
me zijn bijgebleven. Maar het kan ook
anders geweest zijn, misschien waren ook de ouders erbij, misschien alle mensen
van het gehucht? Het was in elk geval een traditie die ik heb gekend in mijn verre jeugd, tot de oorlog kwam in
het land en er geen vuur meer te maken viel.
Na de oorlog was ik te oud, of te
wijs, om er nog deel aan te nemen, of was er geen vuur meer.
Nu denk ik de geur van vuur en rook nog
te ruiken die in mijn klederen hing toen ik me uitkleedde op mijn kamer onder
de pannen.
Maar hoe kwam het dat de dag van het
feest van Sint-Pieter en Paulus, de dag van 29 juni, uitverkoren werd om vuur
te stoken.
Wellicht was het een ver overblijfsel
van de vroegere midzomernacht-viering dat niet uit te wissen was, een viering
die gechristend werd en verschoven naar de dag van de meest nabije heilige,
zoals tal van andere heiligendagen werden ingesteld ter christening van een of
ander heidens feest dat nog in de traditie van het volk was blijven hangen.
Vandaag zitten de kinderen voor hun
TV of het scherm van hun computer of zitten ze op Rock-Werchter. In elk geval hebben
ze genoeg om bezig te zijn, ze kunnen zelfs twitteren of facebooken, behalve
vuur stoken. Trouwens het snoeisel kreeg een gereglementeerde bestemming.
Maar ik wou er toch nog even aan
herinneren opdat nog eenmaal de echo, omheen Sint-Pieter en zijn vuur, overblijfsel
van een zonne-viering, zou weergalmen.
En als ik dit destijds vertelde aan
mijn kleinkinderen blonken hun ogen: Opa, mocht je toen zo maar een groot vuur
maken in de straat met het snoeisel van de haag?
29-06-2012, 00:14 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
28-06-2012 |
Dialect |
Toemaatje
bij mijn misschien te droge blog.
We
kregen gisteren onverwacht bezoek van Frank vdB, de zoon van een jeugdvriend
van mij - in gezelschap van Annic, zijn gezellin - die we hadden ontmoet bij i
Fiamminghi in Toscane.
We
dronken voor de gelegenheid een wijn uit de Valais, die enkel bij grote gelegenheden
wordt bovengehaald, een Porte de
Novembre van Gilliard.
Had
nooit een woord dialect gesproken met hem, we zijn nochtans uit hetzelfde dorp. Maar op een gegeven ogenblik vroeg hij me of ik nog het Serskamps kende.
Wel
zeker, antwoordde ik, en voegde er enkele woorden Serskamps aan toe.
Wil
je geloven, zegde Frank, dat je me hiermee ontroerd hebt. Want je hebt sedert
onze ontmoeting in mei, geen enkel woord dialect met mij gesproken.
Of
hoeveel er nodig is als je iemand raakt op een voor hem als voor mij gevoelige
plaats.
28-06-2012, 01:13 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
|
De Adem van de Dagen - Deel II, 6/1 |
Maar deze
morgen is hij ook van de aarde en van het dagelijkse klein gebeuren. Hij rijdt
weg in de dwarrelende sneeuw die neervalt over de wereld. Hij loopt in de
sneeuw door de straten van de stad. Hij voelt zich jong en vrij, hij voelt zich
alsof er een groot gebeuren op hem gaat afkomen, een onverwachte ontmoeting.
Hij is binnen waar de warmte is van boeken, hoog opgestapeld die zien hoe hij
binnenkomt, de sneeuw in zijn grijze haren.
Een boek op
de tafel wenkt hem, een zwarte kaft met gouden letters en de prachtigste titel
die hij voor vandaag verhopen kon: Belonging
to the Universe, a new Thinking about God and Nature. Een boek van Fritjof
Capra, een naam als een bel voor hem, en twee andere namen die hij hij niet
nodig heeft te kennen om het boek te betalen aan de blonde dame die hem immer
zal blijven bekoren, al was het maar omdat de muziek, als hij het haar vraagt
zijn ogen een fractie gewild in die van haar - een sonate van Cimarosa was.
Hij rijdt
later terug naar zijn dorp. Het sneeuwen heeft opgehouden en het boek waarvan
hij veel verwacht hij ook behoort tot het Universum ingepakt naast
hem. Hij neemt het mee in de keuken, hij
opent voorzichtig, zoals de verzorgde witte vingers het hebben ingepakt, het papier
eromheen. Hij kan niet nalaten er even in te bladeren terwijl hij de lunch die hij haalde opwarmt in de
microgolf. En hij
leest:
What we find in our Bibles preceding the book of
Exodus is actually a reflexion on the exodus experience, even the story of
creation is told in the light of Israels great liberation.
Hij schrikt
ervan. Is het niet vreemd dat hij dit boek met deze zin erin ontdekte, precies
op het ogenblik dat hij zocht naar de bevestiging van wat hij de
laatste maanden had vermoed, namelijk dat het Exodus-verhaal centraal
staat in het Oude Testament en dat zonder dit gebeuren er misschien geen bijbel
en ook geen bijbels volk zou geweest zijn of zich toch niet in een zelfde mate
zou geconfirmeerd hebben.
Hij had dit vermoeden
al enkele malen verdedigd bij zijn vrienden, aan wie het eigenlijk weinig kon
schelen, want ze wisten dat dit een interpretatie was die hij haalde bij
Velikovsky, in wie ze niet geloofden. Maar voor hem was het uiterst belangrijk
des te meer dat Capra zeker Velikovsky niet had gelezen en toch tot een identiek
besluit kwam.
Hij dacht
aan Hugo Claus van wie hij eens, in een bepaald café in de stad, hoorde dat hij nood had aan een glas champagne, te drinken
op de boomgaard, telkens hij het gevoel
had een goed gedicht te hebben geschreven.
Of hij het
telkenmale deed want Claus heeft heel wat goede gedichten geschreven weet
hij niet. Maar na deze bevestiging van Capra gelezen te hebben, komende uit een
totaal nieuwe hoek, wou hij hetzelfde doen maar hij zou het moeten doen met een
glas wijn bij zijn opgewarmde schotel.
Hij knoopte
alle elementen van zijn rit naar de stad aan elkaar terwijl hij zijn glas wijn
dronk met het boek open voor hem. Sneeuwde het vandaag opdat hieruit het gevoel
zou ontstaan om de wagen te nemen en weg te rijden naar de stad en aldus het
boek van Capra en Co te ontdekken. En zou hij dan weggereden zijn had het niet
gesneeuwd?
Het
omgekeerde, thuis blijven omdat het sneeuwde ware in elk geval logischer geweest.
Zo, wie
besliste hierover, was hij het wel of was het iemand buiten hem die hem
gadesloeg en greep had niet enkel op zijn woorden en gedachten, maar via deze
ook op zijn daden?
28-06-2012, 00:42 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
27-06-2012 |
Knipsel |
Ik
lees in een oud knipsel van El País dat ik ga weggooien je kunt
niet alles blijven bewaren - dat de leerlingen van het Instituto Batalla de Clavizo in Logroño, onder de leiding van
Antonio Guillen opzoeken wat er leeft in één druppel H2O, para comprobar que una sola gota de agua puede ser como una selva, om
te bewijzen dat één druppel water een bos kan zijn.
Eén
druppel water, te vergelijken met een bos van leven!
Ken
niet het resultaat van hun bevindingen. Misschien is hun stelling ook licht
overdreven, een druppel water is niet veel, maar zelfs als het leven dat er in
aanwezig is maar te vergelijken is met het leven in een mierennest, dan is het
al heel wat.
Heb
nog zoveel te lezen en te beleven. Gelukkig dat ik mijn dagen niet doorbreng op
de sofa gelegen of onder de wol, is het niet Vergilius-Dante?
Wou
eigenlijk dit niet schrijven maar de daden die ik stel te lang bewaarde
papieren verwijderen - hebben soms ongewone gevolgen.
Wat
ik wel zeggen wou is dat ik verbaasd ben geweest geen reactie te hebben
ontvangen op mijn blog van gisteren, over de komende her-evangelisatie die de Kerk
op het oog heeft en die vijftig jaar geleden had moeten beginnen. Zoals het ook
niet vandaag is dat de Euro-bedenkers voor de dag moeten komen met een
controle op het nationaal budget en op de evolutie van de overheidsschuld van
elk Euro-lid, ze hadden er moeten mee beginnen vooraleer te denken aan een
gemeenschappelijke munt.
27-06-2012, 00:29 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
26-06-2012 |
Apostasie silencieuse |
De
'aftakeling in stilte' van het geloof gaat het onderwerp uitmaken van de synode
die zal plaats hebben van 8 tot 28 oktober en tot doel zal hebben een nieuwe evangelisatie
tot stand te brengen voor het behoud en de overdracht van het geloof. Het
artikel in Le Monde - ik verwees er even naar in mijn blog van 24 juni verwijst naar het klimaat waarin de Kerk zich voor het ogenblik bevindt:
de
lisuffisance de la foi à léloignement des fidèles, et de la crédibilité des
institutions écclésiales aux spiritualités individualistes, voire au
néopaganisme.
Deze
situatie is natuurlijk niet nieuw, zegt het document van het Vaticaan, de
vorige pausen van 1973 af, hadden weet van deze toestand, gedragen door de
sociale en culturele wijzigingen in de gedachtegang van de bevolking:
qui
modifient profondément la perception que lhomme a de soi et du monde, entraînant
des conséquences sur la façon de croire en Dieu.
Ik
vind deze toestand uiterst dramatisch als ik dit lees en dan vooral omdat er
schijnbaar niet wordt gedacht dat het wel eens zou kunnen dat de mens van nu
een totaal andere visie heeft over God en dat het gebed van de mens niet meer
uitgaat naar een God die toekijkt op wat er gebeurt op aarde, maar naar een God
die verweven zit in de immense totaliteit van Zijn Universum. Is die mens dan
een neopaganist?
Het
drama is dat een evangelisatie op de oude leest geschoeid geen hulp zal zijn. De
Kerk van vandaag heeft nood aan een nieuwe Paulus, niet aan een synode.
26-06-2012, 00:13 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
25-06-2012 |
Gesprek met mezelf |
Mijn
dagboek is in feite een soliloquium, een gesprek tot en met mezelf dat ik uitteken
in letters en bewaar op een wijze en in een vorm gelijklopend met de verdorde
wortel die ik raapte op een veldweg, geschuurd door wind en regen en boerenkarren
die er over reden, en die ik ingekaderd kleefde op een blad aquarelpapier, met
een schelp erbij, een stukje glas een korrel zaad of welk ander teken nog van
mij, een haiku bijvoorbeeld.
Dagboek
en ingekaderde wortel zullen het bewijs zijn van mijn doorgang hier op aarde.
En ik lees van T.S.
Eliot:
Old men ought to be explorers
Here and there does not matter
We must be still and still moving
Into another intensity
For a further union, a deeper communion
Ooit schreef ik
een gedicht over het herderstasje, een klein tenger plantje opschietend uit de
aarde, dat groeide, bloeide en zijn zaad verspreidde tussen de
andere, meer opvallende planten en bloemen, maar dat dan toch de manifestatie was
van het grote leven, in het kleine.
Vandaag
is er naast mijn dagboek en mijn ingekaderde stukken van wortels, mijn Blog. Een
weinig waardevol iets dat toch moet gezien worden als een vorm van communicatie
met wat van het grote leven is. Hopende hiermee bij momenten dieper door te
dringen, in het verborgene. Een communicatie evenwel waarop ik niet voortdurend
ingesteld ben, soms is het slechts voor een fractie tijd van de dag of de nacht,
de tijd van een blog.
Ik
besef dat ook mijn leven zich ontrolt in het kleine, het onbenullige en dat de
dag komt dat alles stil zal vallen, op het einde van een regel of afgebroken
middenin een woord, maar de hoop is er dat ik daarna toch verder zal kunnen doorgaan
in een tijd die voor mij geen tijd meer zal zijn.
25-06-2012, 00:50 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
24-06-2012 |
De Graankorrel |
Ken
je de geschiedenis van de graankorrel die een van de helden uit LIsle mystérieuse van Jules Verne vond
in
het puntje van de zak van zijn vest na hun bewogen vlucht met een luchtballon
en hun landing op het eiland.
En
ken je de geschiedenis niet, dan kun je ze nog altijd vinden bij Jules Verne.
Maar
ik wou het hebben over een ander aspect van de graankorrel, want we zijn
geconcipieerd om telkens, ons af te vragen, welke kracht er schuilt in de
graankorrel
opdat hij plots, op een teken van wat of van wie, kiemen zou, de korenaar zich
vormen zou en rijpen zou, om geoogst en opnieuw gezaaid te worden.
Over
dit fenomeen worden geen vragen gesteld, we laten het voor wat het is. Vragen
die van een totaal andere aard zijn dan het bevreemdende van een God wier Zoon
de kruisdood sterft voor de vergeving van de zonden, als deze zonden vandaag
niet meer zijn wat ze waren in mijn jeugd, vooral dan deze van Sodoma en
Gommora. Wat kan dan het nut wel zijn van de
stervende Christus omringd door zijn moeder, de zuster van zijn moeder
en de onafscheidbare Maria Magdalena?
Ik
lees nu over de struggle for live van
de Kerk onder de hoofding:
Le Vatican analyse sans complaisance lapostasie
silencieuse des catholiques.
Een
analyse waarop ik wel eens zal terugkomen omdat de diagnostiek die gesteld werd,
terecht komt op de rug van de gelovige, die volgens mij geen schuld heeft aan
die stille apostasie geloofswankel, geloofsverzaking van de katholieken en
deze eerder te wijten is aan de inhoud van de evangelisatie.
24-06-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
23-06-2012 |
Anthony X Ruth |
Hoe
van uit hun wieg, geconditioneerd door de op elkaar inwerkende gevoelens en
gebeurtenissen uit het leven van de ouders, uit het leven van de grootouders en
ga maar verder en dan ben je er nog niet, hoe al dit heeft bijgedragen tot het
huwelijk van Anthony en Ruth is niet te beschrijven, niet te becijferen, niet
te achterhalen. Maar het gebeurde.
Achteraf
gezien is het zoals de baan die de aarde aflegt van zomerzonnewende tot
zomerzonnewende, ware het niet dat dit een vaststaand feit is dat we bij
voorbaat kennen, terwijl vele jaren ongekend het ogenblik was, waarop Anthony
en Ruth oog in oog voor elkaar zouden staan en
hun blik zich vasthaken zou tot in hun hart. Pas van dat ogenblik af, van
het ogenblik dat ze met hun gevoelens en gedachten elkaar wederzijds hebben bevrucht,
kenden we de baan, zoals we deze kennen van de aarde, die door hen zou afgelegd
worden.
Wisten
we dat uit die spirituele, liefdevolle
bevruchting een kiem zou ontstaan die groeien zou, die plant zou worden
en bloeien zou om vandaag, met stamper en stuifmeel bekroond, een prachtige, stevig
gestengelde bloem te worden.
En
als het zo gekomen is, als uit die onontwarbare massa gevoelens en
gebeurtenissen dit huwelijk is ontstaan, is het dan geen wonder, dat het kon?
En
durven we het misschien niet voorop stellen dat het een wonder is, is het dan
voor hen beiden geen wonderbaar ogenblik in hun leven: het jawoord dat ze
elkander gaven?
*
Het
was toen dat de tijd stil stond, toen dat het ademen ophield, een foto-fractie
in gedicht gestold:
Que serais-je sans toi qui vins à ma rencontre
Que serais-je sans toi quun cur au bois dormant.
Jai tout appris de toi sur les choses humaines.
Et jai vu désormais le monde à ta façon.
Jai tout appris de toi comme on boit aux fontaines
Comme on lit dans le ciel les étoiles lointaines.
Jai tout appris de toi, jusquau sens du frisson.
Louis
Aragon die dit schreef.
Of,
het geluk van vele dagen vandaag met het duurste parfum besprenkeld en
ingeschreven in het boek, op oud papier, verzegeld met rode lak om te bewaren
voor de eeuwigheid.
De
wereld er buiten, een wervelwind gebleven.
23-06-2012, 00:07 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
22-06-2012 |
De Adem van de Dagen - Deel II, 5/2 |
De herinneringen
stijgen op uit de nog smeulende haard, ze schreeuwen om genomen te worden, ze
overrompelen hem. Een naam ligt op zijn lippen maar hij wenst niet te denken
aan tederheid, niet aan ogen. Het beminnen is een onrust die zijn hart niet
meer dragen kan.
Hij ligt op de
sofa, het huis met de oude ruwe balken donker over hem.
Uit een korte slaap komt hij terug. De wind zucht in de
haard. Hij realiseert zich plots dat hij oud geworden is, dat zijn jeugd geleefd
is en de weinige sporen ervan zijn as geworden, opgegaan in rook.
Hoe, door het
impuls van een bepaald iets of iemand, een bepaalde beweging van zijn handen,
alles gestoord kan worden. En hij zich
nu de vraag gaat stellen wie het was die de beslissing nam, en waarom hij ze
nam, was hij het zelf, of waren het tal van kleine gebeurtenissen die zich
hadden opgehoopt in hem en een effect hadden gegenereerd dat onvermijdelijk
leiden moest tot de daad die hij gesteld had.
Maar wat een stom
gebeuren, verbranden wat hij met zoveel wijding had bewaard, al die kleine
geschreven stukjes tekst. Een uur ervoor, een minuut ervoor, had hij er zelfs
nog niet aan gedacht. Hij had zo maar zijn lade opengetrokken en alles eruit
gehaald en in een ogenblik van verdwazen, in een opwelling alsof hij zich
straffen wilde voor het leven dat hij gekend had, en enkele ogenblikken later
was alles verbrand alsof hij zich zelf offeren wou op de brandstapel.
Wie beslist er dan
over een daad, wie zegt dat ons leven en onze ingesteldheid tegenover het
leven, uiteindelijk niet beïnvloed werd door wat begon met de mens van Altamira
die, in een opwelling van de geest in hem, zijn hand heeft gekleurd met oker en
afgedrukt op de wand van de grot waar hij verbleef?
In feite is ons
leven, om te beginnen, volledig geconditioneerd geweest door de ouders die ons
op de wereld hebben gebracht, geconditioneerd door het ogenblik van de
conceptie hadden zijn ouders drie dagen later de liefde bedreven dan ware hij
geboren in een ander jaar, dan had hij zijn militaire dienst gedaan een jaar
later, op een andere plaats, dan had hij niet ontmoet wie hij nu heeft ontmoet,
etc., etc. - zodat we uiteindelijk moeten aanvaarden dat alles bepaald werd,
eeuwen, duizenden jaren ervoor en dat we het leven kregen dat ons wachtte en
geen ander.
22-06-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
21-06-2012 |
Zomerzonnewende |
Nu de aarde op haar
terugweg is en de dagen gaan korten, ben ik even teruggegaan naar het punt waar ik vertrokken ben met mijn
dagelijks verhaal.
Het was de dag dat ik
in Le Monde de zin las die ik enkele maanden erna terugvinden zou in de Spaanse vertaling
van José Saramagos: O Cuaderno.
Een
zin waarmee hij me niet alleen verraste maar tezelfdertijd in mij een verlangen
deed ontstaan hem na te volgen.
José
Saramago schreef deze zin op de dag van zijn 86ste verjaardag. Die
ouderdom had ik nog niet vandaag ook nog niet - en mijn kansen zo ver te
komen, liggen statistisch gezien niet zo heel hoog, alhoewel.
Die
bewuste dag in zijn en mijn leven schreef hij:
Ik
omhels de woorden die ik schreef, wens hen een lang leven toe en ik hoop verder
te kunnen schrijven zoals ik het tot nu toe heb gedaan. Er is hierop geen ander
antwoord.
Me abrazo a las palabras que he escrito. Les deseo
larga vida y recomienzo la escritura en el punto en que la había degado. No hay otra respuesta.
Het
zijn dus deze woorden die me geïnspireerd hebben om aan te vangen met deze Geschriften
die nu onder de vorm van een Blog worden verspreid en gelezen worden door een
beperkt maar zeer gewaardeerd publiek.
Deze
geschriften zijn in de eerste plaats getekend door mijn jeugd en de vele dagen
van het leven, gekleurd door de gebeurtenissen van elke dag, door boeken en
dagbladartikels. Het onvoorziene is er het onderwerp van.
Op
een dag zoals deze, waarop de aarde even schijnt te aarzelen, is het goed en
noodzakelijk terug te blikken op wat sedert dat fameuze begin werd gepresteerd.
Alles samengenomen is het een bundel van 900 paginas, wat te veel is voor een
boek gevuld met blogs. Maar mits uitzuivering moet ik toch 300 paginas kunnen overhouden.
Niet dat ik er fier op ben, het is maar een terugblik om me de vraag te
stellen: oude man - met zoals je denkt een nog levendige, creatieve geest, ga
je het nog volhouden, zoals de aarde het volhouden zal op haar weg naar het
punt dat ze pas verlaten heeft?
21-06-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
20-06-2012 |
De Adem van de Dagen - Deel II, 5/1 |
Maar zijn jeugd
strekt zich veel verder uit in de tijd. Hij is ook nog het kind dat barrevoets,
zoals hij nog net las op het blad dat hij verbrandde, aan de hand van
grootmoeder over het hete mulle zand van de veldweg loopt, daar waar de geur
hing van salie en wilde tijm, in het gegons van bijen en kevers. Een levende,
geurende veldweg zoals er thans geen meer zijn in dit land, en een grootmoeder
met tandpijn die ging bidden voor een of andere heilige in het kapelletje
midden in de velden, zoals er thans ook geen kapelletjes meer zijn.
Hij is de knaap die
de koe van zijn grootvader grazen laat op de on-omheinde weide aan de rand van
het bos, onbewust van de wereld over hem,
de knaap die braambessen plukt aan de rand van het bos, die van verbazen
misschien, en het spijt hem nog steeds, de vuursalamander doodt, terwijl hoog
in de lucht stippen van slierten bommenwerpers met hun verre geronk de stilte
van de velden vullen.
Hij is de knaap
terug die het koren bindt dat vader heeft gepikt. En laat in de zomer op de
raaklijn van de herfst, de knaap die het aardappelkruid verbrandt op het veld
en de aardappel eet die hij zwart uit het vuur heeft gehaald en waarvan de
smaak, nu hij eraan denkt, nog in zijn mond is.
De knaap van
dertien, veertien jaar, die met vader op de dorsvloer staat en met de vlegel,
in tweeslag het koren dorst in de schuur, een dorsvloer die, nu hij eraan
denkt, hem ook wijst op een passage uit het Oude Testament waar er ook sprake
is van een dorsvloer.
Wat een jeugd het
was waarin hij geborgen liep ver van het gewoel van de stad, in een onooglijk
gehucht van een dorp in Vlaanderen, een straat met wat huizen en wat buren die
op zomeravonden voor hun gevels zaten om te spreken over wat er gebeurde in de
verre wereld en de sterren zagen schuiven boven de hooioppers en de
korenmijten. Waarin is hij
veranderd, wat bezit hij nu dat hij vroeger niet bezat of wat bezat hij vroeger
dat hij nu niet meer bezit?
Hij bestaat uit een
ingewikkeld web van beelden en gedachten en als ook maar iets ervan wordt
aangeraakt trilt het ganse web.
Als hij terugdenkt aan
het vaderhuis met de boomgaard en de velden, vallen de sterren en verdwijnt het
laatste licht. Enkel het huis in de nacht heeft nog een stem en weet wat er was
van de geslachten die er leefden, weet van hun woorden en hun daden, weet van
hun vreugden en hun zorgen, van hun ouder worden en van hun verstarren in de
dood.
En komt het licht
terug. Het kruipt in de hagen waar de vogels zijn, het hangt in het suizen van
de populieren. Er is de zang van merel en van meesjes, er is een pomp die
slaat, een hond die blaft. Er is de ganse wereld die tot leven komt, onmerkbaar
en ontastbaar tot het licht openbarst over de velden en de weiden, en tot waar
de lijn der bossen is.
Hij wandelt er
doorheen over de veldweg achteraan de boomgaard, het brugje over de sloot met
helder water, met lisdodden en waterranonkel met irissen en biezen, over de
weide met margriet en boterbloem en distel, met kamille en valeriaan en
vogelwikke en reigersbek, koekoeksbloem en boerenwormkruid en nog zovele andere
waarvan hij een voor een de naam nog noemen kan. Hij wandelt langs de
korenvelden met papaver en korenbloem, en het bos aan de einder met netels en
stinkende gouwe en braambessen en kamperfoelie.
Hij die er langs
loopt, die de wildste geuren opsnuift, die het leven voelt trillen in elke
meeldraad, in elke stamper, in elke korrel stuifmeel met de bijen erover, de
vlinders. Wat bezat hij vroeger dat hij nu niet meer bezit?
20-06-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
19-06-2012 |
Wat is er van de Kunst |
De VIPs uitgenodigd op de
vooropening van de kunstbeurs van Bazel une
foire menacée de somnolence - werden bij hun aankomst geconfronteerd met
het beeld van zeven graafmachines opgesteld op een hoop omgewoelde aarde, naast
het gebouw van de beurs.
De vraag werd gesteld of dit
ook een kunstwerk was. Gelukkig - voor velen misschien een ontgoocheling werd
hen geantwoord - ik las dit in Le Monde: quil ne sagit pas dune oeuvre dart
quoique mais de la démolition dun ancien hall qui doit laisser place à un
nouveau
En als voorbeeld van die somnolence-
slaperigheid toont het dagblad ons een foto van een meer dan gigantisch, roos,
(gedachteloos), liggend beeld van Franz West, als voorbeeld van de hedendaagse
kunst.
Hoe het is binnengeraakt in
die hall is me een raadsel, ik zie het als tien man lang en drie man hoog, maar
het is kunst nu het zich bevindt binnen in de ruimte, wat niet het geval was
voor de zeven graafmachines.
Maar het kan allemaal en wie
weet of er niemand de idee oppikt en meeneemt naar een volgende beurs.
Gelezen in Le Monde van 15
juni 2012: Art Basel, une foire menacée de somnolence.
19-06-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
18-06-2012 |
Waarom ik schrijf |
Moeder, vader, wat is het
dat me er toe aanzet tot schrijven? Welke genen draag ik in mij, voortkomende
uit jullie of geconditioneerd door de positie van sterren en planeten, genen die
in zich de (zo voedende) drang kennen tot het creatief-zijn; het creatief
zijn onder om het even welke vorm, beroepshalve zoals het in het verleden was
en tevens op een totaal vrijblijvende wijze in om het even welk domein, dat
vandaag, bijna voluit, het woord is, het schrijven is?
Welke hunker leefde in mij,
toen ik als tien-, elf-, twaalfjarige aan tafel zat te schrijven en vader me
vroeg wat ik aan het schrijven was hij dacht wellicht aan straf ik hem vrij
en vrank antwoordde dat het een boek was dat ik schreef.
Vandaag weet ik dat ik gans
mijn leven geschreven heb, hetzij in gedachten, hetzij in realiteit, aan dat
ene grote boek het was ook de wens van Zhivago/Pasternak dat zou verbazen. Mijn
doel was echter niet gericht op de wereld, maar in de eerste plaats op het
verbazen van mezelf, het bewijs dat ik opvolgde wat ingeprent was in mijn
genen: maximaal creatief-zijn.
Natuurlijk, als ik het
aantal boeken zag waarmede de markt overspoeld werd, dat ik ook verleid werd om
ook mijn boek in de etalage te zien liggen. Maar met de jaren echter en het
on-succes dat ik op dit domein kende, is deze menselijke droom afgezwakt en
denk ik, diep kijkend in mezelf, dat de noodzaak van het creatieve meer en meer
de bovenhand heeft gekregen.
Daarom ook schreef ik in
mijn blog van een paar dagen terug dat ik betwijfelde of ik wel schreef voor de
Ander (als lezer) en niet eerder als de uitstraling van het creatieve in mij.
Ik weet wel dat mijn
kinderen me lezen, dat bepaalde vrienden me lezen, me herlezen misschien, en me
bijna angstvallig in het oog houden; dat ik dus zo maar niet één dag mag
overslaan wil ik hen niet ontgoochelen of verontrusten, maar dit is een totaal
andere verplichting die ik in mij draag, de verplichting, of ze nu ethisch is
of ingebakken, gericht te zijn zoals de Kosmos, bewegend en in evolutie, met al
de betekenissen die in deze woorden begrepen liggen, geformuleerd door Raymundo
Panikkar.
Een dierbare vriend schreef
me over het schrijven voor de Ander, schitterende woorden. Ik dacht aan
Saint-John Perse in zijn Anabase toen ik hem las :
Mais de mon frère le poète on a eu des
nouvelles. Il a écrit encore une chose très douce. Et quelques-uns en eurent
connaissance
18-06-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
17-06-2012 |
Vaux-le-Vicomte en Le Nôtre |
In een bijna
onopgemerkt artikel schrijft Le Monde van 15 juni dat de restauratie van de dak,
met een oppervlakte van 3.500 m², van het kasteel van Vaux-le-Vicomte, in het
Departement Seine et Marne, beëindigd werd en dat hiervoor 40.000 nieuwe leien
gebruikt werden. De dakbedekking zou nu opnieuw voor 150 jaar beveiligd zijn.
*
We waren in het
kasteel ver vóór de restauratie die begonnen is in 2007. We hoorden er dat het
kasteel gebouwd werd door Nicolas Fouquet, le
surintendant des finances de Louis XIV. De inhuldiging van het kasteel
vond plaats in het bijzijn van de koning
op 17 augustus 1661. Deze was zo geschrokken door de nog nooit geziene pracht
van kasteel en tuinen - tuinen aangelegd door André Le Nôtre - dat de koning het
niet langer kan aanzien en brandend van jaloezie, midden de feestelijkheden,
hals over kop het kasteel verlaat, terug
naar zijn veel sobere slaapstede.
Het zal misschien diezelfde
nacht geweest zijn dat Louis XIV, gedacht heeft in Versailles een nog mooier
kasteel te laten bouwen en een nog prachtigere tuin aan te leggen.
Een paar weken later,
op 5 september, wordt Fouquet aangehouden en zijn kasteel leeggehaald. De ganse
ploeg die gewerkt heeft aan het kasteel van Vaux-le-Vicomte wordt aangeworven
en André Le Nôtre wordt ontboden bij de koning die hem zegt : Le Nôtre, Je vous veux pour Versailles.
We kunnen ons moeilijk
voorstellen wat deze opdracht betekende voor Le Nôtre, misschien realiseerde
hij zich toen nog niet volledig wat deze van hem zou eisen, want uit hun
samenwerking, die 35 jaren zal duren, zal een tuin ontstaan waarvan het concept
Versailles zal plaatsen in het centrum van de wereld.
De tuin wordt,
schrijft Orsenna, la seule histoire
occidentale qui impressionnait Quianlong, lempereur de Chine, le créateur du
Jardin de la Transparence parfaite.
Vijf woorden maar,
vijf woorden die een leven vullen, die een chantier van 1.000 Ha, met
tienduizenden werkkrachten in beweging zal brengen. En Le Nôtre zal zijn koning
niet beschamen. Hij denkt en werkt en plant. Hij maakt van een moeras een grote
open tempel, met de lucht, de sterren en de zon als koepel, met vijvers en
fonteinen, met grote grasperken, met bloemen, planten en bomen en met le Grand Canal waar op 25 augustus, de
feestdag van de Heilige Lodewijk, de zon in een rode gloed ondergaat. En dit zichtbaar
van uit de kamer van de koning, gelegen in het midden van het kasteel, le centre du monde, le lieu magique où se
croisent laxe nord-sud, celui de leau, et laxe est-ouest, celui du soleil.
De creatie van André
Le Nôtre wordt een tempel van de natuur een reusachtige tuin, een tuin waarmede
hij verweven is, die hij meeneemt naar zijn slaapkamer, naar zijn woonruimte,
meeneemt op zijn bezoeken, en meeneemt in zijn gesprekken. Een tuin die binnen
in Le Nôtre is gegroeid, zijn koning, zijn god, verheerlijkend.
Le Nôtre je vous veux pour Versailles.
Le Nôtre was nog geen
30 jaar als hij aan de tuin begon, hij zal er zijn verder leven actief, tot de
dag van zijn dood, in 1700 mee begaan
zijn. Wie hij was lezen we bij Orsenna, maar typerend voor de mens Le Nôtre is
wel volgend verhaal dat we u niet onthouden willen. Het is het verhaal van Le
Nôtre in audiëntie bij de paus.
Innocentius XI was
een groot liefhebber van tuinen en nu hij gehoord heeft dat Le Nôtre in Rome
verblijft nodigt hij hem uit in het Vaticaan. En Le Nôtre vertelt alles over
Versailles, over de fonteinen, de watervallen, over het kanaal dat hij heeft
laten graven met de ondergaande zon op de feestdag van Saint-Louis. Uren duurt
hun gesprek. Le Nôtre verklaart, tekent is een vuur en vlam en roept uit:
je ne me soucie plus de mourir, jai vu les deux plus
grands hommes du monde, Votre Sainteté et le roi mon maître. Innocent XI secoue
lentement sa vieille main fatiguée: Le roi est un grand victorieux; je suis un
pauvre prêtre, serviteur des serviteurs de Dieu. A ces mots, Le Nôtre ne
controle plus son émotion
Il prend le pape dans ses bras et
lembrasse.
Le Nôtre kan niet nalaten dit gebeuren, in een brief te vertellen aan
zijn vriend Bontemps, premier valet de
chambre du roi. Deze geeft de brief door aan de omgeving van de koning en
de brief wordt bij zijn ontwaken voorgelezen aan zijne majesteit. Et la cour adorant le jeu, lon commence dengager des sommes sur la
réalité de la scène.
Ne pariez pas, dit Louis
XIV,chaque fois que je reviens de campagne, Le Nôtre membrasse aussi.
(pag.124/5).
Had onze (arme) Nicolas Fouquet surintendant
des finances de Louis XIV, die zijn verder leven in plaats van in zijn
kasteel heeft doorgebracht in een cel, geen kasteel gebouwd in Vaux-le-Vicomte
en de toen nog jonge André Le Nôtre niet gevraagd voor zijn tuinen, dan ware
Versailles misschien wel gebouwd geweest, maar naar alle waarschijnlijkheid
niet de tuinen, deze van André Le Nôtre.
En had ik niets gelezen over het dak van Vaux-le-Vicomte in Le Monde dan
had ik geen blog geschreven over Le Nôtre.
Geraadpleegd werd: Érik Orsenna : Portrait
dun Homme heureux, André Le Nôtre 1613-1700, librairie Arthène Fayard, 2000.
17-06-2012, 01:07 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
16-06-2012 |
Cosmotheandric principle |
Ik
heb een groot tekort aan literatuurkennis, als ik de essays doorwerk van Stefan
Hertmans, gebundeld in zijn Milete en zijn Arcadia en daarenboven een even
groot tekort aan woordvaardigheid en zinsopbouw.
Het
is een tekort dat ik onmogelijk nog opvullen kan. Hertmans vertrekt van uit het
domein van de wereldliteratuur die hem eigen is, ik daarentegen vanuit een paar
boeken die ik las, weliswaar behorend tot die wereldliteratuur, maar dan in mij
opgenomen als alleenstaande en niet gesitueerd als evolutie-element in de
totaliteit van die literatuurgeschiedenis.
Op
dagen zoals deze, ervaar ik dit als een gebrek en een duidelijke rem om door te
dringen met mijn geschriften tot het domein en het hart van de literatuur.
Aldus blijf ik voor altijd een zondagsschrijver die zich tevreden moet stellen
met wat natuurbeelden die hij hier en daar heeft gesprokkeld, gekleurd met wat
gedachten die hij enigszins heeft aangepast, gehaald uit boeken en die hij
terug oproept op een sterk persoonlijke wijze. Veel meer is het niet.
Of
mijn schrijven daarenboven iets te maken heeft met wat Hertmans noemt het
verlangen naar de ander en het dus in wezen een ethische kwestie zou zijn kan
ik niet volledig beamen. Ik denk dat ik schrijf van uit de nood om creatief te
zijn, en creatief zijnde, schoonheid voort te brengen, of het nu de schoonheid
van woord en gedachte betreft, de schoonheid van lijnen en kleurvlakken, of de
schoonheid van het bij elkaar brengen in een kader, van stukjes natuurlijk
materiaal, het komt er niet op aan, het is schoonheid die ik beoog waarmee ik
me buitensluit uit de gemeenschap van de hedendaagse kunst - in de eerste
plaats, om via die schoonheid een
waarheid te verkondigen, deze van mijn kosmische, zo materiële als spirituele verbondenheid
die als een vorm van religiositeit wordt beleefd.
Ik
schreef het reeds herhaaldelijk, of liet het dan toch uitschijnen, mijn
paradigma is het cosmotheandric principle
(cosmos, theos, anthropos) van Raymundo Panikkar, met God, Kosmos en Mens innig in elkaar verstrengeld, zoals
het omschreven staat in Belonging to the
Universe
Het
is aldus in het domein van de creativiteit, ook het domein van kosmos en
natuur, dat ik me als individu, met zijn hunker naar het literaire wil
opstellen.
Ik
wil er evenwel nog het volgende aan toevoegen: waar Amélie Nothomb enkele
paginas Michaux suggereerde ( mijn blog van 1 juni) aan de leeg geschreven
auteur, het voor mij ook volstaan zou enkele paginas Hertmans te lezen om te
weten waarmede ik mijn blog-avontuur kan verder zetten.
16-06-2012, 00:04 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
15-06-2012 |
IJdelheid |
Ik
mailde aan een vriend, die terugkomend uit verlof, me enkele filosofische
beschouwingen over het leven had toegestuurd, dat ik tot de bevinding gekomen
was dat het dag aan dag bijhouden van een blog ijdelheid was. En dat, nu mijn
blog al een lange tijd lopende was en ik had vastgesteld dat de uitstraling
ervan zeer beperkt was, het nog ijdeler was er mee verder te gaan.
Ook
had ik gezien dat niet iedereen met een blog, getekend wordt door deze
ijdelheid. Dat, als ik dagelijks enkele blogs opvolg - een in het bijzonder -
ik vaststel dat hun blog geen must is voor hen, dat ze een grotere soberheid kennen
wat de regelmaat van hun blogs betreft en dat ze zeker niet de ijdelheid hebben
die mijn blog ontsiert.
Dit
zwart op groen geschreven staande, welke reden of redenen kan ik inroepen om verder
te bloggen?
Of
hoe kan ik me er van overtuigen dat mijn blog niets te maken heeft met
ijdelheid, dat ik weet heb van zijn minimale waarde, uitgedrukt in het aantal
bezoekers dat in dalende lijn ligt in plaats van te stijgen naar (astronomisch)
hoge cijfers. Dat dit besef, het ijdel karakter van mijn blog minimaliseert en
dat het verder zetten ervan het bewijs is dat er andere gevoeligheden aan de
basis liggen, die niets te maken hebben met succes of geen succes, maar met
mijn noodzaak en mijn drang te kunnen schrijven en het schrijven onder vorm van
blog, precies de regelmaat die ik zoek in zich draagt.
Vergeef
dus mijn ijdelheid. Ik ben er me van bewust en vergeef me ook dat ik onder deze
vorm verder ga, even nog, tot de zomer,
tot de herfst, tot de winter
tot de dag dat ik opgeroepen wordt om op andere
plaatsen mijn woord te verspreiden.
Voorlopig
maakt het deel uit van wat me nog rest.
15-06-2012, 00:31 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
|
 |
E-mail mij |
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
Gastenboek |
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
|
|
 |