xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Mijn
dagboek is in feite een soliloquium, een gesprek tot en met mezelf dat ik uitteken
in letters en bewaar op een wijze en in een vorm gelijklopend met de verdorde
wortel die ik raapte op een veldweg, geschuurd door wind en regen en boerenkarren
die er over reden, en die ik ingekaderd kleefde op een blad aquarelpapier, met
een schelp erbij, een stukje glas een korrel zaad of welk ander teken nog van
mij, een haiku bijvoorbeeld.
Dagboek
en ingekaderde wortel zullen het bewijs zijn van mijn doorgang hier op aarde.
En ik lees van T.S.
Eliot:
Old men ought to be explorers
Here and there does not matter
We must be still and still moving
Into another intensity
For a further union, a deeper communion
Ooit schreef ik
een gedicht over het herderstasje, een klein tenger plantje opschietend uit de
aarde, dat groeide, bloeide en zijn zaad verspreidde tussen de
andere, meer opvallende planten en bloemen, maar dat dan toch de manifestatie was
van het grote leven, in het kleine.
Vandaag
is er naast mijn dagboek en mijn ingekaderde stukken van wortels, mijn Blog. Een
weinig waardevol iets dat toch moet gezien worden als een vorm van communicatie
met wat van het grote leven is. Hopende hiermee bij momenten dieper door te
dringen, in het verborgene. Een communicatie evenwel waarop ik niet voortdurend
ingesteld ben, soms is het slechts voor een fractie tijd van de dag of de nacht,
de tijd van een blog.
Ik
besef dat ook mijn leven zich ontrolt in het kleine, het onbenullige en dat de
dag komt dat alles stil zal vallen, op het einde van een regel of afgebroken
middenin een woord, maar de hoop is er dat ik daarna toch verder zal kunnen doorgaan
in een tijd die voor mij geen tijd meer zal zijn.
|