xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Ik vind Stefan Hertmans een van onze
belangrijkste schrijvers van het ogenblik. Dit betekent niet dat hij
gemakkelijke lectuur is, verre van, maar ik vind bij hem, wat ik bij weinig
andere schrijvers vind, voedsel voor de geest.
Ik las herlas is beter wat hij
ons weet te vertellen over de blik van Medusa, die dodelijk was, en zijn
gevolgtrekking hieruit, in zijn Arcadia-boek.
Ik las over wat er gebeurde met de
schoonheid in de kunst die nu verschrompeld wordt Thomas Mann wist het dat
dit op komst was - door het meer dan doodgewone. Omdat het doodgewone de
maatstaf van de huidige kunstenaar geworden is, en in is. Een voorbeeld is
vandaag te zien in Oostende, enkele enorme rode vormloze blokken met de zee, de
grote levende, op de achtergrond, de Rock Strangers van Arne Quinze. Kunst omdat
de kunstenaar het zegt (De Standaard van 29 juni).
Maar vooral, ik las over de
ingesteldheid van de schrijver, deze die schrijft om den brode, maar meer nog
over deze die schrijft om te overleven. Die, zoals Hertmans het me leert, het schrijven hebben ervaren als een vorm
van het uitstellen van de dood. Hij bedoelt hiermede de dood die door het vergeten tot stand komt, door
het verwaarlozen van het noemen van de namen en het vertellen van de verhalen over
het menselijk leven.
Dit is in elk geval wat ik me steeds
heb voorgehouden en ingeprent hield als ik aan het schrijven sloeg, als ik in
mijn verbeelding de lezer zag die na mijn dood nog even mijn woorden zou
gelezen hebben en ik aldus wist dat ik nog steeds met deze woorden van deze
aarde zou zijn.
Veel
is dit niet maar voor iemand die zinnige dingen tracht te schrijven heeft het
zijn dwingende reden. Zelfs al weet hij, dat zijn woorden meer dan drager
moeten zijn van een universele boodschap opdat die zouden nazinderen in de tijd.
Mijn
groot voorbeeld is Ovidius die, dankzij zijn Metamorfosen, overtuigd was van zijn onsterfelijkheid want, wat er
ook gebeuren mocht, zij zouden voor eeuwig zijn naam meenemen in de tijd.
Nu
ik weet goed genoeg dat ik geen Ovidius ben, geen Sophocles, geen Chateaubriand
of geen Stendhal, maar dit belet me niet om toch maar verder te ploeteren of
hoe je het ook noemen wilt, het komt, wat mij betreft, de jaren helpende, daar
op neer.
Maar,
als jij die me leest soms schrijver bent, lees dan eens zijn essay If look could kill van Hertmans, in zijn
Mobilisatie van Arcadia( de Bezige Bij, 2011).
|