 |
|
 |
|
|
 |
03-11-2011 |
Elle a dit oui |
Elle a dit oui
De dagen komen en gaan, en
zo komen en gaan mijn Blogs. Maar er zit meer afwisseling in mijn teksten dan
dat er afwisseling steekt in de dagen die een ritme kennen van opstaan en
slapen gaan, en tussenin, de momenten dat ik neerzit om te schrijven, wat nu
ook, sinds bijna twee jaar, deel uitmaakt van mijn levensritme.
Op de dag van Allerheiligen
maar dit verschijnt pas op mijn Blog van 3 oktober - waren er twee gebeurtenissen.
Ik maakte kennis, via
Internet, dankzij Kim en Jeroen ze bezochten zijn atelier - met het verbazende
werk van een jonge kunstenaar, Nick Erwin. Nu, er kan wel elke dag een nieuwe kunstenaar
ontdekt worden op het Internet, maar Nick Ervinck is meer dan een uitzondering,
wat hij maakt is geniaal. Zoek het maar eens op, het loont de moeite.
Maar voor mij had een
tweede gebeuren, een heel bijzonder, ontroerend karakter. Meer dan een Blog is
het waard, als een kleinzoon, die je van kleinsaf heb gevolgd, op een morgen
plots voor jou staat als een ernstige jonge man, en je een fles champagne aanreikt,
je aandacht vestigend op - en je grijpt naar je leesbril het speciaal
aangebracht etiket waarop te lezen staat: Elle
a dit oui.
Hij heeft haar de vraag
gesteld en nu roept hij het uit, opdat de wereld het weten zou: Elle a dit oui of, ze is in zijn armen
gevallen en heeft, met tranen in de ogen, in haar grote liefde voor hem, ja
gezegd.
En jij, oude man met een
jong hart, toen je begreep waarover het ging, hield je tranen geborgen, omdat
hij je eerste kleinzoon is die je met dergelijke verrassing overvalt.
Nochtans, dat zoiets zich
zou voordoen was te verwachten. Anthony was al meer dan een tijd samen met die
lieve, kokette, verstandige Ruth, maar dat het zo ineens gebeuren zou dat hij
haar ten huwelijk zou vragen, en dan nog op de wijze waarop het gebeurde, en
meer nog, op de wijze waarop hij het verkondigde, geschreven op het totaal
vernieuwde etiket op een fles champagne, was meer dan origineel.
Hij, Anthony, is me totaal ontgroeid,
ik zie hem in mijn gedachten nog steeds als jonge knaap, maar hij is ondertussen
een jonge man geworden die heel goed weet wat hij wil.
Ruth en Anthony, ze zullen
samen hun wegen gaan, innig gebonden aan elkaar als één persoon. Hun verhaal zal
geschreven worden in woorden van wijsheid dat hun geluk zal zijn, aan elkaar gesmeed tot hun
haren grijzen en verder nog.
03-11-2011, 04:59 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
|
Papandréou en zijn volksraadpleging. |
Papandréou en zijn
volksraadpleging, wat vermag Europa.
1. Europa annuleert haar verbintenissen van 27
oktober t.o.v. Griekenland en garandeert de op vandaag bestaande Griekse overheidsschuld à 50 of à 75 of nog het liefst à
100 %, op de vervaldag ervan, dit ontslaat
misschien de banken beroep te doen op de kapitaalmarkt;
2.
Ofwel gebeurt de
financiering van deze waarborg door de uitgifte van Eurobonds, ofwel door een inbreng van elk van de 171 landen van
de eurozone;
3.
Elke betaling op de
vervaldag van Griekse overheidsobligaties wordt ingeschreven in een Grootboek van de (Griekse) Schuld;
4.
Griekenland wordt definitief
uitgesloten van de landen die een bijkomende waarborg kunnen genieten van de
Eurolanden;
5.
Papandréou mag dan van nu
af aan zijn eigen pot koken. Nieuwe obligaties uitgeven, maar wie zal
inschrijven en aan welke voorwaarden. Hij kan ook de Grieken verplichten, 33%
van hun spaardepositos bij de banken, te beleggen in Griekse Staatsobligaties
om verder zijn burgers te kunnen betalen.
6.
Hebt u een andere oplossing
om de Euro te redden? Tell me.
03-11-2011, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
02-11-2011 |
Elegie |
Elegie
In een boek, een postkaart, een afbeelding van
Akhnaton en overgeschreven op de keerzijde ervan, in een vloeiend, inviterend
handschrift, enkele lijnen uit een gedicht van Carl Sandburg:
You and a ring of stars
may mention my name
and then forget me.
Love is a fool star.
Hij denkt, noch tijd, noch afstand, kan hier iets aan wijzigen; de hand
die dit geschreven heeft en het ogenblik waarop het geschreven werd, de plaats
waar, in de luchthaven misschien, en in de meest vreemde omstandigheden
misschien, dood noch leven kan hier iets aan wijzigen. De kaart is met haar postzegel
al wat er mee verband houdt, de kaart is een spiegel van wat was.
En lijk bloesems in de wind blijven herinneringen dwarrelen erover, vallen
in mijn handen en over mijn haren, over mijn bezig-zijn, lijk de sluimer van
een stil parfum in de wind. Zo, na een lange tijd die nu geen tijd
is, die niets is, die nooit tijd is geweest, die gisteren was en morgen zijn
zal, haar woorden terug, haar stem terug en een waas in zijn ogen.
Zo
spreek nog eenmaal mijn naam, en vergeet me dan, vergeet me, want liefde is een
dwaze ster.
Ze was nog aanwezig toen hij die avond uitkeek over
het grasperk, toen er het moment was dat de witte schemer van een kerselaar in
volle bloei hem even verwarde en toen ze, maar hij droomde, hem tegemoet kwam,
een wit kleed als een fluisterwolk om haar lichaam, en zij zwevend.
En uitgebalanceerd, de roep er was van Orion, dat
hun sterrenbeeld was, met Sirius, de Egyptische Sothis-ster heel laag, en naar
het zuidwesten toe Cassiopeia en Perseus, de twee geliefden.
You and a ring of stars may
mention my name.
02-11-2011, 00:42 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
01-11-2011 |
Het graf van José Saramago |
Allerheiligen.
Was
onlangs terug daar waar de zee zich onvervaard op de rotsen stort, was er omdat
ik er blijven wou, was er omdat ik er leven wou.
Ik schreef
er de woorden voor mijn Blog van Allerheiligen, me inspirerend op de
woorden die werden aangebracht op de steen, geplaatst daar waar de urne met
Saramagos as werd achtergelaten, in het hart van Lissabon, met zicht op de
Taag:
Mais não subiu para as
estrellas,
se
a terra pertenecia.
Maar hij steeg niet naar de sterren,
tot de aarde behoorde hij.
Terwijl
ik dacht dat het zeker niet deze zin is die ik wens op de steen die mijn as
bergen zal, wel:
Hij steeg op naar de sterren,
wat hier nog rust is wat as die overbleef.
Maar hier
is het, het boek van de zee dat ik lezen blijf. Zin na zin, die ik volgen blijf op
de plaats waar ik eens, eens in een tijd bij stormweer, duidelijk, zo duidelijk
de stem van mijn broer heb gehoord die me toeriep: Karel ik leef, ik leef.
En nu
kijkend, binnenin de beweging van de golven die de beweging van het Zijnde is.
En niet begrijpend wat was en wat is en wat uit dit zijnde voortkomen zal.
Niets
ervan begrijpend, nada. Luisterend
naar de fluisterstem in mij, de glinstering van water in mij, van water over
mij, de beweging van de Kosmos over mij.
Omdat ik
méér hier ben, omdat ik hier eerst en vooral als geest geboren ben, geleefd,
gehoopt en ik hier stijgen zal naar de sterren als hét Moment er is.
Mijn
beste Saramago, het is hier dat ik je zeggen wil over je woorden, hoe
oncorrect, hoe onterecht die zijn.
Toch
schrijf ik je naam in alle geluiden van de zee, omkleed ik je met mijn ziel,
met mijn inhoudelijk-zijn. Ik beroer je met de witte schuimlijn die van alle
zeeën, alle oceanen, die van je eeuwigheid is.
Ik ben
niet meer van de aarde als ik hier kom, Ik ben van de Geest die Kosmos is. Het
is naar die Geest dat ik keren zal, dit kan niemand me ontnemen.
De wind
jaagt door de bladen van je Convento
jouw geest is het, niet je nadas. Je
leeft als ik je lees en je zult blijven leven als ik je lees, als anderen je lezen, alle nadas van de nadas ten spijt. Je vergiste je, je vergiste je schromelijk. En je
weet het al.
De ware
Saramago is hierbij opgestaan, zijn resurrectie is voltrokken. Ik heb hem hier
ontmoet in de geluiden van de zee over mij en in mij, de geluiden van de wind
dwars door zijn woorden heen.
Je sterft
niet de dood, je sterft het eeuwig leven.
01-11-2011, 05:43 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
31-10-2011 |
Gregoriaans en Dante |
Gezangen
die ons raken in ons diepste zijn: Requiem
eternam dona eis, als het lichaam binnenschuift in de ruimte van de kerk. En
na het Kyrie, Absolve Domine, animas omnium
fidelium defunctorum. Gezangen die de ruimte sacraal opvullen, sacraal verbreden,
verlichten en verdonkeren; die in kringen naar de hoogste toppen stijgen om af
te dalen in voluten tot laag bij de grond, om dan terug het licht te zijn dat in
kleuren binnenvalt: het Gregoriaans waaruit de gotiek is ontstaan, de enige
gezangen die toegelaten zijn om de dood binnen te leiden in het leven.
Het
bidden is er teveel aan. We zijn aanwezig en dit is ons gebed. En Heer geef
haar de eeuwige rust en zuiver haar ziel van wat ze ooit if ever verkeerd heeft
gedaan.
En in de
gesloten kist het dode lichaam dat vergaan zal tot stof, zoals het geschreven
staat in Genesis, maar waar ik mijn twijfels over heb dat God, en wij geschapen
naar zijn gelijkenis - wat enkel een gelijkenis naar de Geest van Hem kan zijn
- dit ooit zou gezegd of geschreven hebben.
Daarna voor de kerk, we staan
samen, in het boeiende licht van laat oktober. Vrienden die overblijven voor
een tijdje nog, een tijdje dat heel kort kan zijn. En een goede vriend, van
geen kwaad bewust, die het waagt me te vragen naar Dante. Dit zeven honderd
jaar nadat hij hier op deze aarde aan zijn Commedia
werkte.
En
schrijver dezes, die uit zijn voegen springt en zeggen durft dat hij over Dante één
zin heeft geschreven die nog nooit door iemand anders werd uitgebracht.
Ook
zeggen durft dat hij er zeker van is, en als Dante plots gestopt is met het
werken aan zijn Vita Nuova, het was
omdat hij de tekst onder ogen had van een Murciaanse Arabier die vroeg in de
twaalfde eeuw, de hadiths van Mohammed had samengebracht en zijn pelgrilmstocht
naar Hel en Hemel had samengebundeld.
Nadien
heeft schrijver dezes zich op de borst geklopt, omdat hij zich eens te meer had
laten gaan in Dante en met Dante en over Dante. De Dante die niet meer uit hem
te rooien is.
31-10-2011, 00:38 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
30-10-2011 |
Biodiversiteit |
Hoe oud
was ik, toen ik met grootmoeder, in volle zomer, barrevoets door de velden wandelde,
langs een holle weg, de bermen langs beide kanten begroeid met heidestruikjes,
met thymus en salie, met ereprijs en herderstasje, met boterbloen en margriet
en andere waarvan ik de naam nog niet kende. En wat me het sterkst is bijgebleven van die wandelingen is de doordringende geur van thymus, is het gezoem
van bijen en van grote donkere vliegen is de verscheidenheid van vlinders,
overal.
Ik hield
haar hand tot een kleine kapel midden in de velden waar ze bidden ging voor een
of andere heilige die haar verlossen zou van tandpijn of van een andere zorg
die ze me niet vertelde. Ik bad met haar luidop, een onzevader en een weesgegroet, gezeten op een houten
bank voor de kapel, starend naar het vlammetje van de kaars die ze had
aangestoken.
Dit alles,
niet alleen de bloemen en de planten, de bijen en de vlinders, de leeuwerik,
maar ook de kapel, ook de gebeden, maakten deel uit van de biodiversiteit die
nu aan het wankelen is.
Dit
jaar, met Allerheiligen in het zicht, ben ik naar het kerkhof gegaan en heb ik
dat stukje weg door de velden opgezocht. Het was geen holle weg meer, er
groeide geen heide meer, geen salie, geen thymus er was alleen de wind en de
grote stilte over het verlaten land, met dolende kraaien, zwart zoals de
kraaien op het schilderij dat Van Gogh schilderde in Auvers-sur-Oise.
Ik liep
langs de boomgaard van mijn grootouders met de kweepeerboom en de mispelaar.
Geen stam of struik bleef ervan over. Geen appelaars, geen perelaars ook geen
notelaar, alles was leeggehaald, bebouwd, begroeid met wat uitheemse sparren,
maar geen meidoornhaag meer met vogelnesten, geen kerselaar, geen pruimelaar
met wolken witte en roze bloesems in de lente, met bijen en wespen en kevers en
vlinders en meesjes en vinken en merels, kleine en grote
lijsters.
En geen
afgevallen appels op de grond, geen peren, geen vuistdikke pruimen, geen
grootvader die zijn pijp rookte tegen de notelaar geleund.
En geen
kinderen meer die in korte broek en met klompen aan de voeten, twintig minuten
te gaan hadden tot de dorpsschool en twintig minuten om naar huis te gaan eten
en twintig minuten om terug naar school te gaan en terug twintig minuten om in
de valavond thuis te komen, bij moeder en bij de warme kachel, om dan te
gaan glijden met de vrienden op het ijs van de overstroomde weiden. De stemmen
klaar en helder en uitgelaten en vuurtjes aangestoken als er ooit iemand met de
voet door het ijs was gezakt. De wereld een oneindigheid ver, onwezenlijk,
onbestaande.
De
biodiversiteit van de wegen die we toen bewandelden, wat we deden en hoe de kou
geen vat had op ons.
En de
boeken die we lazen, 'De Witte', 'Wannes Raps', 'Vijf weken in
een Luchtballon', of 'Twintigduizend mijlen onder zee', of Vlaamse Filmkes, of
Ivanovkes, tientallen, honderden, een biodiversiteit van boeken.
Mijn
jeugd, mijn grote jeugd, wat rest er nog van het ruisen van de canadabomen, het
krijsen van de eksters, de oude windmolen met de gebroken ramen en de deur half
open. De verlaten hoeve omwald met brak water, half gevuld met bladeren en mossen
en afgevallen takken en de twee stenen leeuwen die de wacht hielden naast de
ingangspoort.
Biodiversiteit
van wat was en niet meer komen zal, een straat zonder autos maar met
boerenkarren getrokken door boerenpaarden, of een jonge knaap die om zes uur s
morgens, de kannen melk wegvoerde op een klein karretje, getrokken door een
hond, naar de melkerij, om daarna naar school te gaan in winter en in zomer en
in de herfst als de noten te rapen lagen op de weg, of de rapen vol waren op
het veld en fazanten opvlogen voor ons voeten, als we het waagden een raap te
nemen en te pellen om al gaande op te eten zoals het hoorde in
die tijd.
Jeugd,
waarom heb ik er geen verhaal over geschreven hoe het was en hoe het niet was,
zoals bij Ernest Claes.
En het
grote moment als ik er nu aan denk, de schoolmeester, Van Oudenhove heette hij,
die op het einde van het schooljaar, als alles geleerd was wat moest geleerd,
hij ons vergastte op het voorlezen van De Witte, of van Michael Strogoff.
En nu, de
jeugd van nu, over wat zal zij te schrijven hebben, eens vijftig jaar verder?
30-10-2011, 06:57 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
29-10-2011 |
Edward Witten en de String theory |
The string theory van Edward Witten
In het artikel over het
optreden van Hawking, schrijft Joël De Ceulaer in de Standaard van vorige
woensdag, dat Hawking vermoedelijk niet het grootste genie van deze tijd is. Hij
claimt die titel voor de Amerikaan Edward Witten, de man die de laatste decennia de meest fundamenteel nieuwe ideeën over
de kosmos ontwikkelde.
In dit verband herinner ik me die fameuze
reeks uitzendingen van de VPRO waarin Wim Kayzer een
serie interviews afnam, onder meer van Edward Witten die beweerde dat het grootste
raadsel niet het Heelal was. Hij bedoelde hiermee dat de String theory een
minstens even groot raadsel was en hij trachtte dit uit te leggen door de
vergelijking te trekken tussen de klank van een stemvork die schel en lelijk is en de rijke klank van
een viool die afkomstig is van een mengsel van boventonen.
Welnu, zegt Edward Witten, volgens de natuurkundige snaartheorie is er maar één trillende snaar
die vele verschillende boventonen heeft en nemen we die boventonen waar als
verschillende elementaire deeltjes. Neem bijvoorbeeld het elektron, de quark,
het foton, de neutrino of het graviton, Allemaal zijn het verschillende soorten
trillingen in één enkele snaar.
Hij vindt het een harmonieuze gedachte om al die
deeltjes te laten ontstaan uit de verschillende trillingsvormen van een snaar,
precies zoals een violonist zijn klankenrijkdom ontleent aan de boventonen van
de vioolsnaar.
Wat ik er nog kan aan
toevoegen is dat de snaren heel klein zijn, verhoudingsgewijs zou men ruwweg
kunnen zeggen dat ons zonnestelsel staat tot een atoom zoals een atoom staat
tot een snaar.
In zover ik de tekst van
Witten begrepen heb betekent dit voor mij dat we hier aan het speculeren zijn
in de wereld die niet meer deze is van de materie, maar de wereld van de geest.
Verder gaan ware me begeven op flinterdun ijs.
Ik ga dus niet de tekst
van Edward Witten gepubliceerd door Wim Kayzer een immens werk resumeren
hier. Bent u geïnteresseerd en wil u meer vernemen, schaf u het boek aan, het
is een meesterwerk.
Of vraag aan Canvas dat ze
deze uitzendingen over van de Schoonheid
en de Troost eens gaan ophalen bij de VPRO, we zullen er allen veel
plezier aan beleven, ze zijn enorm leerrijk en filmisch zeer hoogstaand. Wim Kayzer
is een groot man en zijn medewerker Gertjan Wallinga een groot vertaler.
29-10-2011, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
28-10-2011 |
Stephen Hawking in Leuven |
Why are we here, and where do we come from?
Twee vragen waar Stephen
Hawking zijn uiteenzetting in de aula van de KUL mee begon en er ook mee
eindigde. Tussenin vertelde hij hoe hij dacht dat het Universum begonnen was en
hoe het geworden was wat het is, uitdeinend en met zwarte gaten.
Maar op de twee vragen
hierboven, en op de vraag wat er was vóór de Big Bang - of waarmee God bezig
was vóór Hij aan zijn schepping begon - had hij geen antwoord. Misschien omdat
het een onnodige vraag is,. we zijn hier en het Universum is er. Maar wat
kunnen we er in meer over vertellen.
Vraag één: Why are we here?
We zijn hier om te
getuigen. Om te getuigen van het bestaan van het Universum. Waren wij er niet
dan is er niemand, om ook maar één vraag te stellen over het ontstaan van ons
Universum. Het zou een Universum zijn zoals
de strook grond tussen de twee Koreas, of zoals het omheinde bos van
Houellebecq in zijn La Carte et le
Territoire, er is daar niemand om van binnen in te zeggen dat deze met
bomen begroeide gronden bestaan.
Ze bestaan enkel omdat wij
er zijn om het te weten - de ene strook in realiteit, de andere in het boek van
Houellebecq - indien wij er niet waren om, van buiten uit, te zeggen dat ze
bestaan.
En wat kan de betekenis
zijn van een Universum als de mens er niet is om te getuigen van het bestaan
ervan en te zoeken naar de oorsprong en de toekomst ervan en hoe het zich
gedraagt?
En vraag twee: where do we come from?
Ik heb altijd gehoord dat
we de stof van sterren zijn, of dat we uit de oceanen zouden gekomen zijn,
tenware we, zoals Fred Hoyle en N.C.Wickramasinghie in hun Evolution from Space het vooropstellen, dat de
complexiteit van het leven op aarde niet veroorzaakt werd door toevallige
processen, maar herkomstig uit de Kosmos en dat het leven in een hoge graad van
informatie al bestond vóór de aarde bestond, zodat de aarde leven binnenkreeg
dat al in een ver gevorderd stadium verkeerde, met de biochemische problemen al
opgelost.
Is dit een antwoord op de
vraag van Hawking, in elk geval geen antwoord dat zou volstaan voor Karl
Popper, maar het biedt een mogelijkheid.
Ik onthoud ook van Hoyle
en zijn collega en ik kan er goed mee leven - dat de Kosmische Intelligentie er van in den beginne moet geweest zijn,
wat heel wat vragen zou oplossen.
En om nog even op de eerste
vraag terug te komen, Why are we here,
deze vraag hoeft geen antwoord.
Of er nu een Universum is
of niet, een Kosmische Intelligentie is of niet, beide veronderstellingen
hebben niet het minste belang ware het niet, dat ook de mens er is, de mens die
toekijkt en weet dat hij toekijkt op wat voor hem het Universum is.
En als
u het weten wilt maar ik heb het al geschreven Dante
legde het antwoord op de vraag, Why are
we here, in de mond van Beatrice, het antwoord dat hij moet gehoord/gelezen
hebben van een Arabische filosoof, van voor zijn tijd, die in Murcia woonde en
er zijn hart verloren had
28-10-2011, 05:49 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
27-10-2011 |
De Adem van de Dagen (11) |
Herfst, een zondag met veel zon en
veel wind. Het bos dichtbij, een symfonie van geluiden. Een wilde
wereld zoals hij het bos kende van vroeger als hij er in rond dwaalde om deel
te zijn van de geuren van het bos, van het leven van het bos, het bos dat zijn
jeugd was, zijn blijheid, zijn kracht, zijn toevlucht als hij nood had aan lucht en openheid.
Eens, wat hij zich nog altijd herinnert, kwam hij
alleen terug van een toneelvoorstelling of film in het nabijgelegen W. Het
was nacht of toch diep in de avond. Hij moet toen achttien geweest zijn. Hij
had de gewone baan verlaten en had de kortere weg door het bos genomen. Er
stond een wind, heviger dan nu. En wellicht was het om deze reden dat hij
de weg door het bos had genomen. Hij was verbaasd geweest door het plotse
geweld van takken lijk armen die hem grijpen wilden, geluiden die van alle
kanten kwamen, een vreemde wereld van stemmen en geschreeuw die zich op hem stortte,
en hij doorheen de slingering van takken, de vluchtende wolken zag die voor de maan
schoven. Hij kon bij momenten amper vooruit, maar hij voelde dat hij leefde,
dat hij de kracht had om de wind het hoofd te bieden. Grote ogenblikken van de jeugd in hem, van zijn roep tegen de wind in, tegen het leven in. Een simpel gebeuren dat hem, om een of andere reden is bijgebleven en hem bijblijven zal, de stemmen, de zwiepende takken,
zijn luide schreeuw.
En vandaag bij een wind die zijn jonge jaren was geweest, had hij
de kinderen uitgenodigd en was hij gisteren al met de voorbereiding van het
maal begonnen.
In de winkel van het dorp had hij twee kippen besteld,
de bazin had hem gezegd van welke boer ze kwamen. Hij had die in stukken
gesneden en bruin gebakken in de olijfolie. Had er daarna allerlei kruiden aan
toegevoegd, thymus, rozemarijn, salie, laurier, jeneverbes geplet, sjalot,
groene en zwarte olijven, met stukken tomaten en pepers, en had alles overgoten
met een licht van ouderdom vergeelde wijn.
En dit stond nu op een klein zacht vuur. De ganse
keuken rook ernaar, het ganse huis. Hij had eerst gedacht de rijst toe te
voegen aan het geheel maar dan vond hij het beter de rijst afzonderlijk te koken
en op te dienen gemengd met kleine stukjes half rauwe groenten.
Gisteren ook had hij de tafel afgeruimd die vol met
boeken en papieren lag en een groot wit laken gelegd over de verlengde tafel. Met
dertien, kinderen en kleinkinderen waren ze, maar allen zouden er de afwezige
aan toevoegen. Hij had de mooiste borden en glazen genomen en het zilveren
bestek met kaarsen in hun houders. En met de laatste flessen Pinot noir-sainte Anne' die hij nog over had, wist
hij dat het goed was, en zo voelde hij het aan als hij nog even neerlag op de
sofa, voor de vlammen van de haard waar de wind in joeg.
Hij lag er naast de hoge, oude Luikse bollenkast, een
levende aanwezigheid, een gezel die hem zegde dat alles perfect was. Die hem
zegde dat hij even de ogen sluiten mocht, dat hij nog een uur had voor ze
kwamen, en er was een begin van moeheid dat zijn lichaam was.
Het was toen dat ze binnenkwam dwars doorheen de muren
van de kamer. Ze
kwam binnen, hij was zelfs niet verwonderd, in een lang donker kleed met een
witte doos in haar handen, de bodem ervan gevuld met bloemen en bladeren, de
doos die ze neerzette op de tafel naast de in leder gebonden delen van de oude Dictionnaire Théologique en ging
neerzitten aan de tafel voor hem waar hij aan het schrijven was.
Hij
zag hoe ze een voor een de bloemen nam, het steeltje afsneed tot juist onder
de bloemkroon, zoals ze het altijd had gedaan en daarna de bloem plat duwde alvorens deze
zo voorzichtig het maar kon, op te sluiten tussen de vergeelde bladeren van het
boek in haar hand. Hij zag de zorg die ze eraan besteedde, alsof het kleine schatten
waren die ze wegborg. Hij zag hoe ze van sommige bloemen meeldraden en stamper
verwijderde om die afzonderlijk op een andere plaats in het boek te leggen. Kleine
gemeten bewegingen. Hoe stil ze was, hoe doorzichtig bijna. Hij zag de traagheid van haar handen in het licht, terwijl onder het donkere
kleed, in de diepte van haar lichaam, de ziekte knaagde aan haar, woekerde in
haar.
Er
zijn geen bijen meer zegde ze, vorig jaar gonsde het van bijen en waren er
vlinders en libellen, nu zie ik er geen meer, hoogstens één enkele hommel in de
ganse tuin.
Haar
stem kwam van heel ver, het was alsof ze neuriede. Hij zag hoe vreemd ze het
greintje leven hield dat ze nog haalde, een ietsje meer dan het leven in de geknipte
bloemen die ze drogen wilde. Hij zag alles van haar, van wat hij nimmer had
opgemerkt, alsof het pas nu opgemerkt kon worden, al wat was van de wereld om
haar en de wereld in haar.
Hij
vroeg of hij haar kon helpen.
Ja,
zegde ze, ja, ik geraak er niet meer wijs uit, wat doe ik eigenlijk? Leg de
bloemen en de bladeren tussen de bladen van de boeken, zoals ik het heb gedaan,
ik ga me wat neer leggen boven, ik kan het niet meer, trouwens, en haar stem brak,
wat nut heeft het nog.
Het
heeft nut, Bea, wou hij antwoorden, het helpt je te leven, maar hij was wakker
geschoten, verdwaasd om zich heen kijkend met woorden op zijn lippen, woorden
die zich bleven herhalen, het heeft nut, het heeft nut. Maar de kamer was leeg van
haar, alleen de grote donkere bollenkast die keek naar hem, vragend.
Ja,
zegde hij, luidop, ik heb gedroomd en dan wat? Maar, was het wel zo, was het
een droom geweest, of was ze in de kamer?
Beatrice,
ben jij het, ben jij het?
Hij
wist de kamer boven met een muur vol met kadertjes die ze gemaakt had, en
kadertjes ook verspreid over de woning. Gedroogde bloemen en stukjes plant,
eigenzinnig geschikt maar met veel structuur in de compositie, gekleefd op een
wit blad, met in minuscuul geschrift haar naam eronder, Bea, meer niet.
*
27-10-2011, 20:32 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
26-10-2011 |
Gefilosofeer |
De Kosmos is
één en is beweging. Beweging naar buiten, Hubbles
law, en ook beweging naar binnen, kennis beweging binnenin het spirituele, wat neerkomt
op het verwerven van een steeds maar duidelijker beeld van het Absolute van het Zijn.
De beweging is er, onmiskenbaar en in de twee
richtingen exogeen en endogeen, in volume en in de diepte. Het kan dat die beweging er is opdat de spirit in de mens,
ervan de weerspiegeling, ervan het doel zou zijn.
Dit zou dan het
grote wonder zijn, dat rakelings loopt langs de zin die hij enkele tijd geleden
terugvond in zijn dagboek, overgenomen, stond erbij, uit lExpress. Een losse zin van enkele woorden slechts. Maar een zin
om erover te mediteren, omdat hij, geplaatst in het licht van het dagelijks wereldgebeuren,
er Eifeltorens boven uitsteekt. En
hij wil die zin hier herhalen:
Jamais dans
lhistoire de lhumanité, il ny a eu autant de savants à lécoute de
lunivers. Et leurs moissons célestes nous confrontent à un cosmos vertigineux,
qui aurait peut-être été programmé pour finalement produire lhomme.
Een kosmos
geprogrammeerd om de mens en de geest in de mens voort te brengen en te laten groeien in de richting van het Absolute, wat dit Absolute ook moge zijn. Het Omega van Teilhard de Chardin?
Of, wat ware er van de kosmos, indien de mens er niet was om er over na te denken. Er zou geen Stephen Hawking geweest zijn die ons (7.000 toehoorders in Leuven) gisteren kwam vertellen, hoe die kosmos er kwam en hoe hij is. Ik vraag me echter af of hij in zijn rede de (geest van de) mens centraal heeft gesteld?
26-10-2011, 07:32 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
25-10-2011 |
Wat de dag soms brengt |
Wat de dag soms brengt.
Dag
aan dag ben ik in mijn Blog geconfronteerd met mezelf. Ontleed ik mijn
handelingen, mijn gedachten. Ontleed ik de gebeurtenissen omheen mij. Ontleed
ik in hun geschriften, de gedachten en handelingen van anderen.
Sommige
dagen overheerst duidelijk het mystieke, het religieus-metafysische, om op
andere dagen rationeel en soms agressief te zijn. En ook gebeurt het dat totaal
verschillende elementen samenkomen in een voor mij wondere mengeling.
Men
zegt dat dit iets te maken kan hebben met mijn de stand van mijn bioritmes
intellectueel, emotioneel en fysisch - die gedurende een aantal dagen opgaande
zijn of afdalend, om van tijd tot tijd eens alle samen op een hoogtepunt te
komen afgewisseld met hun samenkomen op een laagtepunt.
Er is dus in mij een wereld van positieve,
neutrale en negatieve krachten aanwezig die me aanzetten dit te doen of dat te
laten, dit te interpreteren als hoogstaand, en dat als minderwaardig, maar hoe
die krachten bepalend zijn voor wat ik schrijf en niet schrijf, is voor mij een
raadsel.
Vandaag las ik de column
van Luuk Gruwez omdat hij zich gewaardigt te schrijven over, wat aartsmoeilijk
is, een dichtbundel. En erover te zeggen wat er kan over gezegd worden en te
zwijgen wat beter gezwegen wordt. Ik begin zijn stijl te kennen, meticuleus tot
op het bot, eruit halend wat er niet in staat en met veel goede wil een idee
opsnuivend, dat er eventueel zou kunnen in aanwezig zijn. Wel wetende hoe
moeilijk het is een goed gedicht te schrijven, en nu ook met zijn bespreking
van de bundel van Toon Tellegen.
Hij heeft al een punt als
hij het Filosofie in negligé noemt en met een indeling
komt als: Bakkeleien met woorden, Kunnen en niet kunnen, Het grote blauwe
niets. Wat dan handelt over woorden met een willetje, over de lezer en over de
schrijver en hierover te zeggen wat er kan over gezegd.
Al hoewel, het hier en ook
in de Standaard overgenomen gedicht, iets heeft, het blijft hangen. En Gruwez
heeft het uitgekozen omdat het hangen en vallen blijft.
want telkens hij niet over liefde schrijft,
wat een enkele keer gebeurt,
opent zich een afgrond voor hem,
net groot genoeg om in te vallen
en de lezer komt binnen, ziet hem vallen,
springt hem achterna.
Vreemde poëzie is het,
alsof poëzie alles kan zijn als de woorden maar beelden zijn met een boodschap,
en de lezer, schrijft Gruwez, en hij zal het wel weten: Hij kan de dichter zowel naar het niets als naar het leven volgen.
En wat even veel poëzie
moet zijn, brengen de tekeningen, door vader Boris Tellegen, aan de gedichten toegevoegd.
Dit is toch de idee van Luuk Gruwez.
*
Ik heb beslist mijn Blogs
van het begin van het jaar tot en met 30 juni, op 1 november uit de ether te
halen. Niemand leest die teksten nog. Het zal dus een zuivering zijn, want alle
begin is moeilijk heb ik eens gelezen als eerste zin in een beroemd boek, dat
in ons Vlaanderen een eerste prijs haalde. Dus het zal ook zo wel zijn.
*
25-10-2011, 00:14 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
24-10-2011 |
Nog steeds de euro |
Geknipt uit de Standaard
van 21 oktober:
In de wandelgangen klinkt het dat de contouren
van het uiteindelijk compromis almaar duidelijker worden. Het idee van een
noodfonds als verzekeraar, waarbij het obligaties van probleemlanden voor een
stuk garandeert, lijkt het meest waarschijnlijk. Zo moet er niet meer geld in
het fonds, maar wordt het effect wel fors vergroot.
Het scenario van het noodfonds dat uitgebouwd
wordt tot een bank die dan bij de Europese Centrale Bank geld kan lenen, is
uitgesloten. Ondanks het pleidooi woensdag van Sarkozy. (adg)
Deze zienswijze strookt
gedeeltelijk met wat ik verwerkt heb in mijn Blog van 18 oktober. Maar ik zag
het Fonds niet als geldontlener bij de Europese Centrale Bank. Neen, voor mij
was het
1. Een instelling (Fonds,
Bank) met een kapitaal dat wordt ingebracht door de landen van de Euro-zone,
elk naar hun vermogen. De inbreng in het Fonds is dus een inbreng in het kapitaal van de Instelling. Dit is een noodzakelijke voorwaarde.
2. Deze Instelling garandeert
de terugbetaling op de vervaldag van de
openbare schuld van alle landen van de Euro-zone. Deze openbare schuld
krijgt aldus de waarde van Eurobonds.
Maar dit geldt enkel voor de openbare schuld bestaande tot en met een bepaalde
datum.
Schulden aangegaan na deze
datum krijgen die waarborg niet.
3. De vervaldag, van de op
die datum bestaande schuld (de gewaarborgde schuld) wordt in kaart gebracht en
ter beschikking gehouden van elke geïnteresseerde.
4. Er zijn landen, Griekenland,
die zullen beroep doen op de waarborg van de Instelling. In deze gevallen is
het de Instelling die de dienst waarneemt en het kapitaal terugbetaalt (Quid de
intresten?).
5. Elk land van de
eurozone kan beroep doen op de Instelling, en de uitvoering van de waarborg
vragen voor de terugbetaling van een deel of de totaliteit van hun openbare
schuld.
6. Evenwel, elke
terugbetaling gedaan door de Instelling, voor een land van de euro-zone wordt
ingeschreven in een Grootboek van de
schuld t.o.v. de landen van de euro-zone die kapitaal hebben ingebracht.
Er worden dus geen schulden
kwijtgescholden, hoogstens heeft er een verschuiving in de tijd plaats, wat de
terugbetaling aan de Instelling betreft.
7. De banken worden niet
verzocht aan schuldafbouw te doen.
Dit is de kans om
de euro te redden - er zijn er geen drie - tegen een aanvaardbare kostprijs, te betalen door Europa,
omdat ze niet tijdig hebben ingezien dat de Griekse Openbare schuld tot
abnormale hoogtes aan het groeien was. Als bank zou ik hier mijn bedenkingen
bij hebben.
Om dan maar niet te
spreken van de Griekse minister van Financiën, hoe durft die zich tonen in
Brussel.
24-10-2011, 06:49 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
23-10-2011 |
Honderdduizend Woorden en de Euro |
Ik schreef, in de periode
van 15 januari tot vandaag, honderdduizend woorden. Ik wil er even bij
stilstaan al vrees ik sterk - en ik lig er wakker van - dat ik maandag in de
kranten lezen zal Griekenland keldert de
euro, of wat nog erger zou zijn Griekenland
keldert de landen van de euro.
Ondertussen wijzigt zich
niets in onze dagelijkse gedragingen, de muziek op de radio is nog altijd wat
ze vroeger was, de fuiven blijven doorgaan en morgen, om tien uur zal de finale
van de rugbymatch tussen Nieuw Zeeland en Frankrijk worden gespeeld maar, waar
de regeringsleiders zich op dat uur zullen over buigen is andere koek.
Echter het leven gaat verder. Laat me dus iets
vertellen over de 100.000 woorden die ik schreef.
Gemiddeld betekent dit minder
dan 400 woorden per dag. Veel is dit niet, een schrijver stopt niet met minder
dan duizend woorden. Burgess schreef die voor zijn ontbijt en ik weet, bij
ondervinding, dat dit de enige manier is om aan duizend woorden te komen.
In feite is het niet het schrijven
zelf dat een probleem is, een probleem is over wat ik ga schrijven vandaag, of
vannacht, of morgen.
Mijn Blog van gisteren lag
al een paar dagen klaar, maar hij werd telkens verder geschoven omdat ik een
beter onderwerp dacht te hebben. Van morgen - het is midden in de nacht à cause de l'euro komt
mijn verhaal neer op een soort bezinning en kijk ik naar het aantal bezoekers
van mijn Blog dan haal ik een dagerlijks gemiddelde van dertig bezoekers of
het ook lezers zijn weet ik niet maar reacties, nada.
IK ben dus maar een solist
die piano speelt in de maneschijn en of er luisteraars zijn of niet, ik speel om
te spelen. Meer is het niet en eigenlijk hoeft het niet meer te zijn, ik ben
het die er vreugde aan beleeft, de vreugde van het schrijven.
Maar vannacht liggen er
heel wat regeringsleiders wakker, terwijl ik mijn vrees om wat er beslist gaat
worden verdrink in wat woorden, in meer.
23-10-2011, 03:12 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
22-10-2011 |
Moody's et la note Aaa de la France |
Le Monde van een paar dagen terug : Lagence Moodys décide de surveiller la note Aaa de la France.
Het agentschap Moodys geeft
zich drie maanden de tijd om de economische situatie van Frankrijk te evalueren
en te beslissen of de derde A in de rating behouden blijft en Frankrijk aldus
niet gedegradeerd wordt tot de AA1 van België bijvoorbeeld.
Onder de AAA landen heeft
Frankrijk de hoogste overheidsschuld, 85,4% van het BBP, tegenover 52,5 % voor
het gemiddelde van de AAA landen. Het deficit over 2011 bedroeg 5,7%, tegenover
2,2% voor de AAA landen.
Voor 2011 wordt een
stijging voorzien van 1,75% van het BBP, maar deze cijfers moeten nu herzien
worden en herleid tot hoogstens 1,5% (+2,4% voor AAA landen). Belangrijk is ook
te weten dat 66,2% van de openbare schuld van Frankrijk in het bezit is van buitenlanders.
De daling van de Franse
rating zou een nieuw dreun betekenen voor de geloofwaardigheid van de Eurozone,
Frankrijk schijnt zich hiervan bewust te zijn en zoekt maatregelen om te
anticiperen op een daling van het cijfer van de groei van haar BBP.
De toestand van
België is ook op het nippertje, de Belgische schuld van de federale overheid bedroeg volgens de laatst
gepubliceerde cijfer 357 miljard Euro, zijnde meer dan 100% van het BBP. Deze cijfers werpen een donkere schaduw op de aan gang zijnde regeringsonderhandelingen.
En als u soms liquiditeiten
zou hebben om te investeren in Overheidsfondsen, ziehier la calificación crediticia segùn la agencia Moodys, gepubliceerd
in El País van 8 oktober.
Aaa : Duitsland,
Frankrijk, Groot-Brittannië, Canada, USA.
Aa1 : België,
Aa2 : Spanje,
Aa3 : Japan
A2 : Italië
en Polen
Ba1 :
Ierland
Ba2 :
Portugal
Ca :
Griekenland
Wat de kwaliteit van de
rating betreft:
Aaa = óptima
Aa1, Aa2, Aa3 = alta
A1, A2, A3 = buena
Baa1, Baa2, Baa3 =
satisfactoria
Ba1, Ba2, Ca =
cuestionable
Dit wat Moodys hierover
weet te vertellen. S&P en Fitch liggen practisch op een zelfde lijn,
behalve S&P die de USA maar een AA+ geeft.
*
Nog over mijn Blog van 18
oktober.
De idee die ik lanceerde
in mijn Blog van 18 oktober was een idee die al in de lucht hing. Ik lees in Le Monde (page 10)
van 21 oktober, van François Bayrou, le président du MoDem:
La crise, avec la surveillance par Moodys de la
note Aaa de la France, menace plus que jamais. Jugez-vous bonne la politique
menée par Nicolas Sarkozy ?
Il y avait une chose à faire, le premier jour, qui
naurait pas coûté cher et qui aurait arrêté la crise. Il suffisait que lUnion
européenne affirme que la dette contractée jusquà ce jour par les Etats de la
zone euro était garantie par les Etats de la zone euro. La France aurait dû
défendre cette thèse. Cela aurait rétabli la confiance et naurait pas coûté le
prix exorbitant que la défiance généralisée va nous obliger à assumer.
Dit was ook de draagwijdte
van de idee die ik naar voor heb gebracht, omkleed met wat meer details.
En ik geloof dat wat
François Bayrou in Le Monde
vooropstelt de enige goede en minst kostelijke oplossing is, op voorwaarde dat de
banken niet verplicht worden de helft van de schuld kwijt te schelden aan de
landen in moeilijkheden - moeilijkheden die ze zelf gezocht hebben.
Neen, elke schuld geavaliseerd door de euro-zone en afgelost door de landen van
die zone ( door het Fonds bv.), moet ingeschreven worden in de boeken van het
Fonds, het merkteken - hun erfzonde - door die schuld nagelaten moet indachtig gehouden worden en, druppelsgewijze, al was
het twintig jaar later, terugbetaald aan de landen van die zone.
22-10-2011, 06:34 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
21-10-2011 |
Jung en synchroniciteit |
Over Jung vond ik,
bladerend in vorige geschriften, volgende verhalen over
synchroniciteit.
Zo op een morgen zocht ik naar
een postkaart van het Eilean Donan castle gelegen op de vaarweg van Oban naar
het eiland Mull een kaart die ik ergens in een boek als bladwijzer had
achtergelaten en ik terechtkom bij T.S.Eliot, A facsimile and transcript of the original drafts of The Waste Land
waarin ik op de eerste pagina, naast de krabbeltekening van een kind, geschreven
had, Anthony a dessiné ceci le
10.10.1987.
En op het
ogenblik dat ik dit lees, er aangebeld wordt en ik de deur open en de Anthony,
die bijna twintig jaar voorheen de krabbel getekend had, voor mij staat met
zijn verloofde, zodat ik hem ontvang met het boek, met zijn tekening in de
hand, en hem toon wat hij als driejarige geschreven had in The Waste
Land.
Een
voorbeeld van synchroniciteit à la Jung. Anthony en Ruth zullen dit morgen
lezen en zullen zich het voorval herinneren en lachen.
*
En een
ander voorval, een meer naar binnen gerichte gebeurtenis, toen ik in Genève
was, en veel te vroeg voor mijn vliegtuig naar Brussel, en ik gewandeld was tot
aan het meer en was gaan neerzitten in het gras onder de bomen. Het was een
zondag in augustus, mensen zaten in groepjes neer omheen mij en kinderen liepen
rond.
Het
water, een grote spiegel kringelend licht met witte zeilboten overal tegen de
blauwe achtergrond van heuvels en bergen.
Ik was
neer gaan zitten met een bundel van Odyseus Elitis in de
hand. En een ogenblik, verloren in gedachten, opende ik de bundel op een
gedicht en las:
Her
soul took on a certain lightness
From the mountains opposite
Though the day had been cruel
And tomorrow was unknown
Het was
toen dat een jonge vrouw in een lang wit kleed naar mij toekwam en ging neerzitten
op enkele meters afstand. Haar blik was over het meer, haar ogen gezwollen. Ze
weende of ging wenen of had geweend. Ze hield een wit zakdoekje in haar hand: Though the day had been cruel, and tomorrow was unknown.
Mijn
vingers tussen de bladen van het boek keek ik naar haar, even maar. Voor zich
uitstarend borg ze haar zakdoekje weg in haar tas en dan, alsof ze zich had
bedacht, klaarde haar gezicht: Her soul
took on a certain lightness from the mountains opposite.
Elitis had
niets te maken met deze vrouw, hoogstens iets te maken met een vrouw in een
zelfde toestand. Maar het was vreemd, dat ik over een bedroefde vrouw las op
het ogenblik dat die vrouw naast mij kwam zitten.
Ik dacht
nog aan haar toen ik in het vliegtuig zat. Had ik het gedroomd, toen ik het las
en was er helemaal geen vrouw in een lang wit kleed geweest die gehuild had, en
had ik, half in slaap, de tekst van Elitis omgezet in reële beelden?
Maar ik
wist met zekerheid dat ze naast mij was komen zitten. Misschien wachtte ze op
een woord van troost van mij, een onbekende man die haar helpen kon, een simpel
woord was voldoende, een woord dat de greep om haar hart verlichten zou? Maar
ik was zwijgend gebleven, starend naar de zeilboten op het water.
Had ik
haar moeten toespreken en was dit het ogenblik in mijn leven dat beslissend had
kunnen zijn voor de rest van mijn dagen, de beslissing die ik had kunnen nemen
en de zoveelste die ik niet genomen heb omdat het niet de weg was die
opgetekend lag voor mij.
Ik was
blijven zitten in het gras met de treurende vrouw op enkele meters van mij, het
boek in de hand en toen het tijd werd voor het vliegtuig was ik opgestaan en
toen, even maar, een ogenblik maar, hadden onze ogen elkaar geraakt, een
fractie maar, en las ik haar bede.
Wat is er
van een ontmoeting die kon maar niet was, die niet à la Mulisch was bij
Mulisch in zijn Ontdekking van de Hemel
is alles vooruit gepland.
Gebeurt
het nog dat zij, zoals ik nu, terugdenkt aan die namiddag op het gras voor het
meer, toen ze weende en een man dicht bij haar zat met een boek in de hand. Een
ogenblik in het leven dat kwam en ging zoals zovele dingen die gebeuren of
dingen die niet gebeuren.
Zo gaat
er zelfs niets verloren van wat had kunnen zijn. Misschien, maar dit is
Bashevis Singer die zo iets zou schrijven, was er tezelfdertijd op een andere
plaats, in een ander land, een zelfde gebeuren waar de man wel is opgestaan om
naar de vrouw toe te gaan en naast haar te gaan neerzitten om haar nimmer nog
te verlaten.
Zou Jung
dit voorval over enkele versregels in een boek en een simultaan gebeuren ook bestempelen
als een voorbeeld van synchroniciteit?
21-10-2011, 00:57 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
20-10-2011 |
Vincent Van Gogh, zelfmoord of accident |
IK meende
terug te komen op mijn Blog van eergisteren, over de knieval die de Overheid
van een land dat zijn schulden niet meer kan honoreren zou moeten doen voor de
vertegenwoordigers van de landen van de Euro-zone, opdat deze hun schulden
zouden overnemen en honoreren op de vervaldag.
Wel ik
meen het nog meer, als ik zie met welke woede het Griekse volk optreedt tegen
de vertegenwoordigers die zij zelf gekozen hebben. En ze niet willen aanvaarden
dat de zeven vette jaren voorbij zijn en ze nu de zeven magere jaren door
moeten.
En Europa
ook mag zich op de borst kloppen. Europa heeft niet bemerkt of wilde het liever
niet zien - wat er zich in Griekenland aan het voordoen was.
Ik dacht
hier meer over te zeggen, maar het heeft geen zin meer. Hoe het verder zal
aflopen in Griekenland weet niemand. We kunnen alleen vrezen voor het ergste.
Ondertussen,
vrienden, lees ik in de Standaard, en het is Sarah Van Kersschaever die het overbrengt,
dat Vincent Van Gogh geen zelfmoord pleegde maar dat hij getroffen werd door
een kogel, bij vergissing afgevuurd door enkele spelende kinderen die hem aan
het pesten waren. Dit is het besluit waartoe twee Amerikanen gekomen zijn in
een lijvig werk,
want als je zelfmoord wil plegen in de velden, neem je je schildersezel toch
niet mee, vinden ze.
En waarom
niet, zeg ik. Waarom zou dit niet kunnen, en als ze het wapen achteraf niet
gevonden hebben, zoals de twee Amerikanen beweren, waarom zouden ze er op 28 of
29 juli 1890 naar gezocht hebben?
Het
verhaal van de dood van Vincent Van Gogh heeft me destijds, nadat ik zijn graf had
bezocht in Auvers-surOise, lang beziggehouden. Het verhaal van de schilder die verging van armoede ik bezocht zijn kamertje in lAuberge
Ravoux - en dingen schilderde die vandaag de wereld in vervoering brengen. Het was
een verhaal dat ik las in dat ene laatste doek, zijn Champs de blé aux corbeaux, geschilderd met erin en erover de
schaduw van wat komen zou, het drama van zijn zelfmoord. Ik vond dat in dit
doek vele elementen verscholen zaten: de gedrevenheid van de kunstenaar, het
schilderen dat zijn leven was. Zijn blijvend betrachten naar vernieuwing, zijn
honger naar licht en kleur, zijn fatale liefde. Maar dan ook, eens leeg
geschilderd, eens geconfronteerd met wat na het schilderen kwam, de
ondraaglijkheid van de uren, omwille van teveel negatieve factoren: zijn
slepende ziekte, het falend succes van zijn werken, het toch maar weer opnieuw
beginnen, telkens en telkens een ander onderwerp, en keer op keer de
moedeloosheid omdat geen enkel van zijn werken werd gekocht.
En het was in deze gespletenheid van gevoelens dat
hij het vlammend-gele korenveld schilderde, het rijke, warme leven, onder een
dreigende, donkere lucht, met de (te grote) zwarte kraaien erover, om
duidelijker het contrast tussen het leven en de (nakende) dood uit te beelden.
En in de gele klanken van zijn korenveld, huldigde Van Gogh de grootheid van
het kunstenaar-zijn.
Hij schilderde dit doek in één ruk, ruwweg, met
tranen in de ogen, tranen van onmacht omwille van het onbegrepen zijn, tranen
van wanhoop en eenzaamheid. Hij schilderde de halmen met volle trekken van het
penseel, in en over elkaar, hij schilderde de wind erover die hij voelde in
zijn verhit gelaat. Hij schilderde de wegel met wat groen afgeboord tussen de
velden, hij schilderde de dreiging van het nakende onweer, de dreiging van de
dood, geaccentueerd door de wilde wemeling van de kraaien. Hij schilderde alsof
hij wist dat dit zijn testament, zijn afscheid van het leven was.
Waarom kon het niet dat de idee er een einde aan
te maken, al enkele dagen aan het broeden was, dat hij al enkele dagen het
pistool meenam als hij uit schilderen ging, maar de moed (nog) niet had te doen
wat hij dacht te doen.
We weten het niet en zullen het nimmer weten, maar
een man als Van Gogh in Auvers-sur-Oise was rijp voor zelfmoord.
20-10-2011, 01:39 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
19-10-2011 |
Ruusbroeck |
Alle dinghe sin mi te inghe
Meer dan
vijf jaar geleden schreef ik, in San JuanAlicante, van 18 maart tot 8 april,
een poëtisch diario, een dagboek in
dichtvorm, geïnspireerd op artikelen in El
País, op een werk van de atheïst Michel Onfray en een ander van de theoloog
Enrique Miret Magdalena.
Wat ik
toen schreef had ik even goed niet kunnen schrijven. Had mijn dagen toen in
alle rust en peis, genietend van zon en wind en golven kunnen doorbrengen, als
dan echter zouden die dagen van toen niet de minste sporen hebben nagelaten. Nu
vind ik de woorden die ik in die dagen schreef terug op een memostick.
Vandaag zijn
er geen massas woorden meer die me bestormen lijk de golven de rotsen toen.
Maar in gedachten is de zee nog altijd de grote levende en voel ik me nog
steeds opgenomen in de oneindigheid van lucht en licht en water, met een zin
die opduikt, een simpele versregel van Ruusbroeck:
Alle dinghe sin
mi
te inghe
ic
ben so wid,.
En keer
ik terug naar die idee van Ruusbroeck die, toen hij dit schreef, ic ben so wid, een visie moet hebben
gehad van het totale van het Universum, het totale van het zichtbare als van
het onzichtbare moet hebben gehad.
En nu,
wat is er nodig, opdat ik, schrijvend over zee en luchten, over golf en
beweging, over licht met water gemengd dat zilver is, dat gouden is - het licht
dat God is zegt Lorca - opdat ik opgenomen worde in dit licht, zoals een
lustrum geleden, om te denken en te voelen, als was het maar een fractie lang,
dat het Universum meer onzichtbaar is dan zichtbaar, meer geest is dan materie.
En wat die geest is raden we, maar schrijven het niet.
19-10-2011, 04:10 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
18-10-2011 |
Schuldig Verzuim |
18
oktober
Schuldig
verzuim.
De
dag dat Europa te voorschijn is gekomen met de Euro, met één Centrale Bank, de
ECB, en 17 Schatkisten elk met hun respectievelijke openbare schuld, hebben zij,
die hiertoe besloten hebben, een zware verantwoordelijkheid op zich genomen.
Zwaarder dan ze wellicht konden vermoeden. Want vele deelnemende landen waren
geconfronteerd met een staatsschuld die abnormaal hoog was, zodat van in den
beginne moeilijkheden in het verschiet lagen. Gehoopt werd de
budgetoverschrijdingen te beperken tot 3%, een regel, die nimmer werd toegepast
- en ook nimmer zal toegepast worden, want bij toepassing ervan zal de
opgelegde boete het nog moeilijker maken voor een land om binnen die regel te
blijven.
Maar
als de jeugd eergisteren op straat is gekomen om uit te dragen dat de Banken de
schuldigen zijn, dan hebben ze het verkeerd. En ik begrijp niet dat belangrijke
Banken die nu geconfronteerd worden met reusachtige schuldafschrijvingen omdat
ze vertrouwen hebben gehad in de kennis, het doorzicht en de regeringskracht
van Europa en dus belegd hebben in papier uitgegeven door regeringen die onder
het permanent toezicht stonden van de Europese Gemeenschap, geen proces
inspannen tegen die Gemeenschap wegens Schuldig Verzuim. Het verzuim, hun
werk te hebben gedaan zoals het hoorde en niet tijdig de vereiste maatregelen
te hebben genomen opdat de toestand die zich thans voordoet in landen met een
te hoge staatsschuld, als daar zijn Griekenland, Italië, Ierland, Portugal,
Spanje, (en België), meer dan tijdig zou worden recht gezet.
Optreden
als het te laat is, is schuldig verzuim, Mijne Heren Barroso en consoorten. U
bent de ware schuldigen. U hebt die banken misleid. En u hebt dit verzuim cash te betalen, niet de Banken.
Es la hora de
los eurobonos, pero tambièn la del Eurotesoro.
Es hora de
avanzar hacia una gobernanza europea que armonice emisiones de deuda y
politicas fiscales
Ik lees dit in El País van vorige zondag. Natuurlijk
is het ineens dringend geworden een gemeenschappelijke schuld en een
gemeenschappelijk budget te hebben. Maar nu is niet meer het uur, het was het uur, fue la hora, het is te laat nu en een
uitgifte van Eurobonds het spijt me voor Barroso, het spijt me zeker voor
Verhofstadt - heeft geen zin meer omdat er geen voldoende controle is op de
budgetoverschrijdingen en er geen gemeenschappelijk budget is.
En er zijn geen drie oplossingen om orde op zaken te
stellen. Maar een zaak is zeker voor mij, het is Europa zelf die, als grote
verzuimer, de maatregelen treffen moet om te redden wat nog te redden valt en
de tijd dringt.
1.
Nu er een akkoord is over het Europees Fonds
(E.F.S.F.) moet Europa via dit Fonds zich garant stellen voor het betalen vervaldag
na vervaldag, zo lang het nodig is, om te beginnen van de openbare Griekse
schuld, die naar ik hoorde van Karel de Gucht, 385 miljard Euro bedraagt.
Het is het Fonds dat op de vervaldag van de Griekse
staatsobligaties die deel uitmaken van dit bedrag van 385 miljard Euro, de verzilvering
zal doen aan de houders van de Bons de vernieuwing ervan is een andere
aangelegenheid want dit betekent een nieuwe schuld maar het is Griekenland
die de jaarlijkse coupon op deze schuld zal betalen aan het Fonds gezien
ingeschreven op hun budget, hopen we toch het Fonds dat op zijn beurt de
intresten uitbetalen aan de houders van de schuld.
Als tegenpartij verwerft het Fonds al is het maar
symbolisch een tegoed op Griekenland in te schrijven in de boeken van het
Fonds.
Dit lost het Griekse Obligatie-probleem op en is een
zegen voor de Banken, Dexia zou misschien niet gestaan hebben waar het vandaag
staat, ware dit vroeger toegepast. Maar Europa slaapt, heeft wel slapende
ideeën, Eurobonds!
2.
Dit geldt ook voor de Openbare Schulden van andere
triestige landen, met regeringen die in het verleden meer hebben gedacht aan
de welvaart van hun partij dan aan de welvaart van hun land en zijn burgers.
Dit ook was het antwoord aan de politiekers bij de betogingen van vorige
zondag. De schuld van deze landen en trouwens van alle landen uit de Euro-zone
krijgt vervaldag na vervaldag de waarborg mee van het Fonds.
De totale schuld van de 17 landen worden in één slag
de waarde van Eurobonds zonder het te zijn.
Deze andere landen die zich eventueel zullen aankondigen
zullen dan toch de knieval moeten doen en vragen dat een of meerdere
vervaldagen van hun schuld, de behandeling krijgt die de Grieken krijgen. Maar
ze moeten ook weten dat hun schuld tegenover het fonds, dus tegenover de ledenlanden die het Fonds
hebben gespijsd, blijft bestaan. Er is hier dus hoogstens sprake van een
soort verschuiven van bepaalde delen van de schuld in de tijd.
Ik heb, vanuit mijn ivoren toren, geen idee, noch over
de grootte van de Openbare schuld van de Euro-landen, noch over de spreiding
ervan in de tijd. Maar ik veronderstel dat het gespreid zijn in de tijd het
volume van het te avaliseren papier zal verlichten, zodat niet het volume van
de schuld op heden van belang is, maar de spreiding in de tijd van de vervaldagen.
Dit houdt natuurlijk in dat het Fonds, niet alleen
inzage krijgt in de Openbare schulden van de 17 lidstaten, vervaldag na
vervaldag, maar ook de dienst ervan verzorgt, zoals voorgesteld voor de Griekse
schulden.
4.
Op dat ogenblik en enkel dan, kan elke burger van die
17 lidstaten de openbare schuld kennen van elk van die landen en dit, gesteld
tegenover het BBP van het land, uitgedrukt in cijfers, in percenten, in
grafieken en aldus een lichtpunt zijn voor hen die met reden, maar onvoorbereid
in de straat komen. Ze zullen zich nu niet meer hoeven te verplaatsen naar
Brussel, en zullen wat minder de banken met de vinger wijzen.
5.
Het feit dat Europa, zijnde het Fonds, borg staat voor
de aflossing, in kapitaal, van de openbare schuld van zijn lidstaten die hierom
zouden verzoeken, heeft een grote impact op de liquiditeitsgraad van dit
staatspapier en dus op het beschikbare werkkapitaal van de Banken in kwestie.
Dit is noodzakelijk, helpt enorm en kost weinig in
verhouding tot het mogelijke resultaat.
6.
Het komt er in de eerste plaats niet op aan, Griekenland
te redden dit is het werk van de Grieken - het avaliseren van hun papier is al
een redding op zich zelf, maar wel, de banken te redden.
De banken die in vele gevallen als goede huisvaders
hebben gehandeld en in hun vertrouwen, én in de Euro, én in Europa, én in zijn
leiders, de depositos van hun clienten hebben omgezet in waardepapier van
Griekenland, Italië, Portugal, of van welk land uit de Euro-zone ook.
7.
Het
ergste dat het Fonds kan overkomen is dat het na verloop van tijd blijf zitten
met een schuldvordering van 385 miljard Euro op Griekenland en X miljard op
andere landen. Wat in elk geval beter is dan de Europese economie en financiële
wereld een tweede maal in een chaos achter te laten.
18-10-2011, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
17-10-2011 |
MACA |
Bezocht het
Museo de Arte Contemporàneo de Alicante (MACA)
met mijn vriend Herman v. L. We zagen er doeken aan de muren, zagen er mobiele
werken hangend aan de plafonds of staande op de vloer. We zagen er ook de tekeningen
van de natuur in de marmeren betegeling. De natuur haalde het. Wat niet belette
dat we in de lichtende ruimtes geboeid werden door de werken van de mens als
kunstenaar, die getuigden van persoonlijkheid en een grote vindingrijkheid.
Het was vorige
zondag dat we er waren, toen dacht ik niet een Blog te wijden aan dit bezoek,
tot het me deze morgen heel vroeg, van binnen uit, werd opgedrongen. Ik had geen
namen genoteerd, enkel van twee doeken kan ik de naam van Miró vermelden,
andere waren werken van - waarom niet? even grote kunstenaars met een eigen
stijl en een eigen verwoording, al dachten we dat het kunst was die we zelf
hadden kunnen maken indien we er maar hadden aan gedacht. Dit is dan de
grootheid van de kunst van vandaag, het is in vele gevallen de kunst van elk
van ons.
Echter, het
bedenken en het uitvoeren van de idee vergt veel inzet, vergt handigheid en
techniek, vergt kennis van het materiaal en is het resultaat van een lange
traditie en ten slotte, in vele gevallen is het de touch van de omlijster die het werk een eigen klank meegeeft.
Als
daarenboven, zoals dit in dit museum het geval was, het werk verzorgd is
opgehangen of opgesteld, ruimte krijgt en de juiste belichting, dan spreekt het
tot ons, zelfs een ingekaderd zwart vlak, zelfs een sterk geometrische figuur
spreekt ons van de mens die het bedacht en het maakte. De mens die de maker is,
el hombre el hacedor.
Het
museum bevindt zich op la Plaza de Santa
Maria in Alicante. Het licht op de middag domineert er. Het kleeft aan de
strakke witte gevels van de gebouwen, het accentueert de massa beelden op de
westergevel van de Eglesia Santa Maria.
Twee werelden die zich hier ontmoeten, de wereld van de mens in het Universum
dat God is en deze van God in de mens, verenigd door het mysterieuse licht van
midden oktober, het licht van de geest in ons allen.
17-10-2011, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
16-10-2011 |
Sella, de dag dat we er waren. |
Komende
van San Juan-Alicante neem je de richting van El Campello om even buiten het
dorp, de kustlijn te verlaten en het binnenland in te rijden richting Aïgues de
Busot. Je rijdt door het dorp, je moet nu in de richting van Relleu, maar je
wilt, op deze schitterende dag, langs deze op en neer golvende prachtige
(nieuwe) wegen, met een nieuwe nummering die niet meer overeenkomt met de oude
Michelinkaart in je bezit, las Cuevas del
Canelobre bezichtigen en je verlaat het dorp en je neemt niet de weg die
over Relleu naar Sella loopt omwille van deze fameuze grotten. Het is laat in
de voormiddag, het is warm en het landschap is betoverend, je bent wel niet in
het hart van Spanje, maar het is Spanje waar je doorrijdt, het zon overgoten
Spanje.
Je
bezocht deze grotten, jaren geleden, met je echtgenote, toen was het nog een
simpele eenzame aangelegenheid, vandaag is er een kleine bar, is er een shop
met prachtige stenen, wondere stenen zo uit de grond gehaald, in alle kleuren
en vormen, bewerkt en neergezet op een sokkel en je kunt het niet nalaten er
enkele te kopen, denkend aan Arnoud, aan Lisa, aan Margot, de kleinsten onder
je kleinkinderen, die maar al te vlug groot aan het worden zijn.
En met
Herman v. L., je vriend en chauffeur, bezoekt je de grotten en om te beginnen
wordt er een foto gemaakt van je beiden - na het bezoek wordt het resultaat
ervan, ingekaderd in de rotsen, je aangeboden en je zult die foto niet weigeren
- en dan het zoveelste wonder van de natuur, een holte in de rotsen van
zeventig meter hoog, de hoogste van Europa weet de gids, en we geloven hem als
we afdalen, als we met groeiende verbazing kijken naar de meest grillige vormen
die het water hier, miljoenen jaren lang verwezenlijkte, in een totale
duisternis, drop na drop, op miljoenen plaatsen binnen deze holte tegelijk. Om
dan op een bepaalde dag ontdekt te worden, belicht te worden, betoverd met
kleuren als beelden die we trachten te herkennen. Vormen die ons doen denken
aan Gaudi, aan orgels binnen kathedralen, Maria met het Kind, vrouw die
neergeknield aan het bidden is. Beelden die we trachten te lezen alsof er een
beeldhouwer, alsof er duizenden beeldhouwers aan het werk waren geweest en nog
bezig zijn, in alle stilte. Om, op plaatsen waar de lamp is vastgehecht, het
groene mos te zien dat de steen overgroeit, het grote leven tot hier
doorgedrongen.
En terug
in het licht van de zon betaal je vijf euro met de glimlach voor de foto en de
twee erop doen je glimlachen, en je neemt de lange kronkelweg naar Aigues de
Busot om te gaan naar het doel van je tocht, Sella, omdat je er ooit eens
waart, omdat je er ooit eens eten ging in een restaurant waar je binnen kwam
langs de tonnen wijn die er lagen.
De weg is
overal de eenzaamheid zelf. De huizen, eens het dorp verlaten, schaarser en
schaarser. De weg stijgt en daalt in kronkels en het lanschap, witte
rotsgronden met groene bomen, sparren en eucalyptus misschien, olijfgaarden in
terrasbouw, in het alles opzuigende licht van de zon.
We rijden
over Relleu met zijn witte nieuwgebouwde huizen als een glorie tegen de
rotswand, een toren in de verte met gebouwen er omheen, kan het een klooster
zijn, een abdij?
Maar we
hebben een doel, Sella, en we hebben dorst en honger en het is ondertussen, tot
onze verbazing, half twee geworden, een uur later dan gedacht. Ook hier, in dit
verlaten oord, vliegt de tijd.
En dan,
als een nieuwe verrassing, heb je plots, uit een draai van de weg, Sella voor
jou, een strook gele en witte gebouwen en, vlekken begroeid met kleurrijke
bloemen waarvan de naam je tientallen malen werd herhaald maar die je telkens
vergat. Het geheel een aquarel die je maakt in gedachten.
Je doel
is bereikt, nu nog een plaats langs de baan voor de wagen en dan het
restaurant, Fonda, opgezocht, het restaurant met de tonnen wijn waar je binnen
komt. En effectief, het is er nog, even Spaans, even eenvoudig, zelfde tafels,
zelfde wanden, zelfde ruimte en even druk bezocht door alle nationaliteiten,
van Noren tot Zwitsers, tot Nederlanders en Belgen die er hun Manneken na
lieten.
En na een
glas koud bier tot de rand gevuld, de menu uit de mond van de dame die je tafel
bezoekt en je vraagt of het goed is, als je eerst pan con tomates krijgt en daarna un ensalada con jamon y queso, en dan nog iets dat je niet begrepen
hebt en daarna de keuze tussen pollo,
konejo, of ternera en nog iets.
En je opteert, Herman voor kip, en jij voor konijn.
En dan
komt de wijn uit het vat, de donkere, geladen wijn die smaakt naar porto. Een
heerlijke wijn, fris en vol aromas, waarvoor we een naam zoeken, een wijn die
we met mate zullen moeten drinken.
Of we er
heerlijk hebben gegeten voor een ondermaatse prijs, moet je vragen aan de velen
die de rijke luxieuse restaurants zijn ontvlucht om hier bediend te worden door
twee dames van een zekere ouderdom al.
Wij, we
keren er ooit terug. Dit hopen we toch.
16-10-2011, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
|
 |
E-mail mij |
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
Gastenboek |
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
|
|
 |