Geschriften
Inhoud blog
  • Afscheid
  • Opgenomen.
  • Hoe ik er sta, vandaag?
  • Waar ben ik mee bezig?
  • Gesprek op zondag.

    Zoeken in blog



    18-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Schuldig Verzuim

    18 oktober

    Schuldig verzuim.

     

    De dag dat Europa te voorschijn is gekomen met de Euro, met één Centrale Bank, de ECB, en 17 Schatkisten elk met hun respectievelijke openbare schuld, hebben zij, die hiertoe besloten hebben, een zware verantwoordelijkheid op zich genomen. Zwaarder dan ze wellicht konden vermoeden. Want vele deelnemende landen waren geconfronteerd met een staatsschuld die abnormaal hoog was, zodat van in den beginne moeilijkheden in het verschiet lagen. Gehoopt werd de budgetoverschrijdingen te beperken tot 3%, een regel, die nimmer werd toegepast - en ook nimmer zal toegepast worden, want bij toepassing ervan zal de opgelegde boete het nog moeilijker maken voor een land om binnen die regel te blijven.

    Maar als de jeugd eergisteren op straat is gekomen om uit te dragen dat de Banken de schuldigen zijn, dan hebben ze het verkeerd. En ik begrijp niet dat belangrijke Banken die nu geconfronteerd worden met reusachtige schuldafschrijvingen omdat ze vertrouwen hebben gehad in de kennis, het doorzicht en de regeringskracht van Europa en dus belegd hebben in papier uitgegeven door regeringen die onder het permanent toezicht stonden van de Europese Gemeenschap, geen proces inspannen tegen die Gemeenschap wegens ’Schuldig Verzuim’. Het verzuim, hun werk te hebben gedaan zoals het hoorde en niet tijdig de vereiste maatregelen te hebben genomen opdat de toestand die zich thans voordoet in landen met een te hoge staatsschuld, als daar zijn Griekenland, Italië, Ierland, Portugal, Spanje, (en België), meer dan tijdig zou worden recht gezet.

    Optreden als het te laat is, is schuldig verzuim, Mijne Heren Barroso en consoorten. U bent de ware schuldigen. U hebt die banken misleid. En u hebt dit verzuim cash te betalen, niet de Banken.

     

    ‘Es la hora de los eurobonos, pero tambièn la del Eurotesoro’.

    ‘Es hora de avanzar hacia una gobernanza europea que armonice emisiones de deuda y politicas fiscales’

     

    Ik lees dit in El País van vorige zondag. Natuurlijk is het ineens dringend geworden een gemeenschappelijke schuld en een gemeenschappelijk budget te hebben. Maar  nu is niet meer het uur, het was het uur, fue la hora, het is te laat nu en een uitgifte van Eurobonds – het spijt me voor Barroso, het spijt me zeker voor Verhofstadt - heeft geen zin meer omdat er geen voldoende controle is op de budgetoverschrijdingen en er geen gemeenschappelijk budget is.

     

    En er zijn geen drie oplossingen om orde op zaken te stellen. Maar een zaak is zeker voor mij, het is Europa zelf die, als grote verzuimer, de maatregelen treffen moet om te redden wat nog te redden valt en de tijd dringt.

     

    1.       

    Nu er een akkoord is over het Europees Fonds (E.F.S.F.) moet Europa via dit Fonds zich garant stellen voor het betalen vervaldag na vervaldag, zo lang het nodig is, om te beginnen van de openbare Griekse schuld, die naar ik hoorde van Karel de Gucht, 385 miljard Euro bedraagt.

    Het is het Fonds dat op de vervaldag van de Griekse staatsobligaties die deel uitmaken van dit bedrag van 385 miljard Euro, de verzilvering zal doen aan de houders van de Bons – de vernieuwing ervan is een andere aangelegenheid want dit betekent een nieuwe schuld – maar het is Griekenland die de jaarlijkse coupon op deze schuld zal betalen aan het Fonds – gezien ingeschreven op hun budget, hopen we toch – het Fonds dat op zijn beurt de intresten uitbetalen aan de houders van de schuld.

    Als tegenpartij verwerft het Fonds – al is het maar symbolisch – een tegoed op Griekenland in te schrijven in de boeken van het Fonds.

     

    Dit lost het Griekse Obligatie-probleem op en is een zegen voor de Banken, Dexia zou misschien niet gestaan hebben waar het vandaag staat, ware dit vroeger toegepast. Maar Europa slaapt, heeft wel slapende ideeën, Eurobonds!

    2.

    Dit geldt ook voor de Openbare Schulden van andere ‘triestige’ landen, met regeringen die in het verleden meer hebben gedacht aan de welvaart van hun partij dan aan de welvaart van hun land en zijn burgers. Dit ook was het antwoord aan de politiekers bij de betogingen van vorige zondag. De schuld van deze landen en trouwens van alle landen uit de Euro-zone krijgt vervaldag na vervaldag de waarborg mee van het Fonds.

    De totale schuld van de 17 landen worden in één slag de waarde van Eurobonds zonder het te zijn.

     

    Deze andere landen die zich eventueel zullen aankondigen zullen dan toch de knieval moeten doen en vragen dat een of meerdere vervaldagen van hun schuld, de behandeling krijgt die de Grieken krijgen. Maar ze moeten ook weten dat hun schuld tegenover het fonds, dus tegenover de ledenlanden die het Fonds hebben gespijsd, blijft bestaan. Er is hier dus hoogstens sprake van een soort verschuiven van bepaalde delen van de schuld in de tijd.

     

    Ik heb, vanuit mijn ivoren toren, geen idee, noch over de grootte van de Openbare schuld van de Euro-landen, noch over de spreiding ervan in de tijd. Maar ik veronderstel dat het gespreid zijn in de tijd het volume van het te avaliseren papier zal verlichten, zodat niet het volume van de schuld op heden van belang is, maar de spreiding in de tijd van de vervaldagen.

    Dit houdt natuurlijk in dat het Fonds, niet alleen inzage krijgt in de Openbare schulden van de 17 lidstaten, vervaldag na vervaldag, maar ook de dienst ervan verzorgt, zoals voorgesteld voor de Griekse schulden.

    4.

    Op dat ogenblik en enkel dan, kan elke burger van die 17 lidstaten de openbare schuld kennen van elk van die landen en dit, gesteld tegenover het BBP van het land, uitgedrukt in cijfers, in percenten, in grafieken en aldus een lichtpunt zijn voor hen die met reden, maar onvoorbereid in de straat komen. Ze zullen zich nu niet meer hoeven te verplaatsen naar Brussel, en zullen wat minder de banken met de vinger wijzen.

    5.

    Het feit dat Europa, zijnde het Fonds, borg staat voor de aflossing, in kapitaal, van de openbare schuld van zijn lidstaten die hierom zouden verzoeken, heeft een grote impact op de liquiditeitsgraad van dit staatspapier en dus op het beschikbare werkkapitaal van de Banken in kwestie.

    Dit is noodzakelijk, helpt enorm en kost weinig in verhouding tot het mogelijke resultaat.

    6.

    Het komt er in de eerste plaats niet op aan, Griekenland te redden – dit is het werk van de Grieken - het avaliseren van hun papier is al een redding op zich zelf, maar wel, de banken te redden.

    De banken die in vele gevallen als goede huisvaders hebben gehandeld en in hun vertrouwen, én in de Euro, én in Europa, én in zijn leiders, de deposito’s van hun clienten hebben omgezet in waardepapier van Griekenland, Italië, Portugal, of van welk land uit de Euro-zone ook.

    7.

    Het ergste dat het Fonds kan overkomen is dat het na verloop van tijd blijf zitten met een schuldvordering van 385 miljard Euro op Griekenland en X miljard op andere landen. Wat in elk geval beter is dan de Europese economie en financiële wereld een tweede maal in een chaos achter te laten.

     

    18-10-2011, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    17-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.MACA

     

     

    Bezocht het Museo de Arte Contemporàneo de Alicante (MACA) met mijn vriend Herman v. L. We zagen er doeken aan de muren, zagen er mobiele werken hangend aan de plafonds of staande op de vloer. We zagen er ook de tekeningen van de natuur in de marmeren betegeling. De natuur haalde het. Wat niet belette dat we in de lichtende ruimtes geboeid werden door de werken van de mens als kunstenaar, die getuigden van persoonlijkheid en een grote vindingrijkheid.

     

    Het was vorige zondag dat we er waren, toen dacht ik niet een Blog te wijden aan dit bezoek, tot het me deze morgen heel vroeg, van binnen uit, werd opgedrongen. Ik had geen namen genoteerd, enkel van twee doeken kan ik de naam van Miró vermelden, andere waren werken van - waarom niet? – even grote kunstenaars met een eigen stijl en een eigen verwoording, al dachten we dat het kunst was die we zelf hadden kunnen maken indien we er maar hadden aan gedacht. Dit is dan de grootheid van de kunst van vandaag, het is in vele gevallen de kunst van elk van ons.

    Echter, het bedenken en het uitvoeren van de idee vergt veel inzet, vergt handigheid en techniek, vergt kennis van het materiaal en is het resultaat van een lange traditie en ten slotte, in vele gevallen is het de touch van de omlijster die het werk een eigen klank meegeeft.

    Als daarenboven, zoals dit in dit museum het geval was, het werk verzorgd is opgehangen of opgesteld, ruimte krijgt en de juiste belichting, dan spreekt het tot ons, zelfs een ingekaderd zwart vlak, zelfs een sterk geometrische figuur spreekt ons van de mens die het bedacht en het maakte. De mens die de maker is, el hombre el hacedor.

     

    Het museum bevindt zich op la Plaza de Santa Maria in Alicante. Het licht op de middag domineert er. Het kleeft aan de strakke witte gevels van de gebouwen, het accentueert de massa beelden op de westergevel van de Eglesia Santa Maria. Twee werelden die zich hier ontmoeten, de wereld van de mens in het Universum dat God is en deze van God in de mens, verenigd door het mysterieuse licht van midden oktober, het licht van de geest in ons allen.

    17-10-2011, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    16-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sella, de dag dat we er waren.


     

    Komende van San Juan-Alicante neem je de richting van El Campello om even buiten het dorp, de kustlijn te verlaten en het binnenland in te rijden richting Aïgues de Busot. Je rijdt door het dorp, je moet nu in de richting van Relleu, maar je wilt, op deze schitterende dag, langs deze op en neer golvende prachtige (nieuwe) wegen, met een nieuwe nummering die niet meer overeenkomt met de oude Michelinkaart in je bezit, las Cuevas del Canelobre bezichtigen en je verlaat het dorp en je neemt niet de weg die over Relleu naar Sella loopt omwille van deze fameuze grotten. Het is laat in de voormiddag, het is warm en het landschap is betoverend, je bent wel niet in het hart van Spanje, maar het is Spanje waar je doorrijdt, het zon overgoten Spanje.

    Je bezocht deze grotten, jaren geleden, met je echtgenote, toen was het nog een simpele eenzame aangelegenheid, vandaag is er een kleine bar, is er een shop met prachtige stenen, wondere stenen zo uit de grond gehaald, in alle kleuren en vormen, bewerkt en neergezet op een sokkel en je kunt het niet nalaten er enkele te kopen, denkend aan Arnoud, aan Lisa, aan Margot, de kleinsten onder je kleinkinderen, die maar al te vlug groot aan het worden zijn.

     

    En met Herman v. L., je vriend en chauffeur, bezoekt je de grotten en om te beginnen wordt er een foto gemaakt van je beiden - na het bezoek wordt het resultaat ervan, ingekaderd in de rotsen, je aangeboden en je zult die foto niet weigeren - en dan het zoveelste wonder van de natuur, een holte in de rotsen van zeventig meter hoog, de hoogste van Europa weet de gids, en we geloven hem als we afdalen, als we met groeiende verbazing kijken naar de meest grillige vormen die het water hier, miljoenen jaren lang verwezenlijkte, in een totale duisternis, drop na drop, op miljoenen plaatsen binnen deze holte tegelijk. Om dan op een bepaalde dag ontdekt te worden, belicht te worden, betoverd met kleuren als beelden die we trachten te herkennen. Vormen die ons doen denken aan Gaudi, aan orgels binnen kathedralen, Maria met het Kind, vrouw die neergeknield aan het bidden is. Beelden die we trachten te lezen alsof er een beeldhouwer, alsof er duizenden beeldhouwers aan het werk waren geweest en nog bezig zijn, in alle stilte. Om, op plaatsen waar de lamp is vastgehecht, het groene mos te zien dat de steen overgroeit, het grote leven tot hier doorgedrongen.

    En terug in het licht van de zon betaal je vijf euro met de glimlach voor de foto en de twee erop doen je glimlachen, en je neemt de lange kronkelweg naar Aigues de Busot om te gaan naar het doel van je tocht, Sella, omdat je er ooit eens waart, omdat je er ooit eens eten ging in een restaurant waar je binnen kwam langs de tonnen wijn die er lagen.

    De weg is overal de eenzaamheid zelf. De huizen, eens het dorp verlaten, schaarser en schaarser. De weg stijgt en daalt in kronkels en het lanschap, witte rotsgronden met groene bomen, sparren en eucalyptus misschien, olijfgaarden in terrasbouw, in het alles opzuigende licht van de zon.

    We rijden over Relleu met zijn witte nieuwgebouwde huizen als een glorie tegen de rotswand, een toren in de verte met gebouwen er omheen, kan het een klooster zijn, een abdij?

    Maar we hebben een doel, Sella, en we hebben dorst en honger en het is ondertussen, tot onze verbazing, half twee geworden, een uur later dan gedacht. Ook hier, in dit verlaten oord, vliegt de tijd.

    En dan, als een nieuwe verrassing, heb je plots, uit een draai van de weg, Sella voor jou, een strook gele en witte gebouwen en, vlekken begroeid met kleurrijke bloemen waarvan de naam je tientallen malen werd herhaald maar die je telkens vergat. Het geheel een aquarel die je maakt in gedachten.

    Je doel is bereikt, nu nog een plaats langs de baan voor de wagen en dan het restaurant, Fonda, opgezocht, het restaurant met de tonnen wijn waar je binnen komt. En effectief, het is er nog, even Spaans, even eenvoudig, zelfde tafels, zelfde wanden, zelfde ruimte en even druk bezocht door alle nationaliteiten, van Noren tot Zwitsers, tot Nederlanders en Belgen die er hun Manneken na lieten.

    En na een glas koud bier tot de rand gevuld, de menu uit de mond van de dame die je tafel bezoekt en je vraagt of het goed is, als je eerst pan con tomates krijgt en daarna un ensalada con jamon y queso, en dan nog iets dat je niet begrepen hebt en daarna de keuze tussen pollo, konejo, of ternera en nog iets. En je opteert, Herman voor kip, en jij voor konijn.

    En dan komt de wijn uit het vat, de donkere, geladen wijn die smaakt naar porto. Een heerlijke wijn, fris en vol aromas, waarvoor we een naam zoeken, een wijn die we met mate zullen moeten drinken.

     

    Of we er heerlijk hebben gegeten voor een ondermaatse prijs, moet je vragen aan de velen die de rijke luxieuse restaurants zijn ontvlucht om hier bediend te worden door twee dames van een zekere ouderdom al.

    Wij, we keren er ooit terug. Dit hopen we toch.

    16-10-2011, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    15-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.El 15 de octubre de 1985


     

    In 1935 overleed in Lissabon, en la flor de l’edad, Fernando Pessoa. Een van de grootste schrijvers van de XXste eeuw. Hij was 47 jaar oud. Onder vele andere zaken, is van hem geweten dat zijn laatste woorden waren: ‘dadme mis gafas’, geef me mijn bril.

    Niemand, schrijft José Saramago, heeft zich ooit de vraag gesteld – wat ik betwijfel – waarom hij, juist voor het sterven, naar zijn bril vroeg, want er hing geen spiegel in de kamer. En ook, ‘no le dio el tiempo la parca’[1], de schrikgodin liet hem de tijd niet.

    Ik denk hierover dat Pessoa in een laatste helder ogenblik, ons een afdruk van zijn schalksheid heeft willen nalaten door naar zijn bril te vragen. Wat ik echter niet denk, is dat hij naar zijn bril vroeg om die mee te nemen in zijn andere leven en er als een gebrilde man te verschijnen.

    Maar je weet maar nooit met hem. Want nu lees ik dat ‘dadme mis gaffas’, niet het laatste was dat we van Pessoa konden verwachten. Zo werden, op 15 oktober van het jaar 1985, vijftig jaar na zijn overlijden, zijn stoffelijke resten opgegraven om overgebracht te worden naar el Monasterio de los Jerónimos, en er geplaatst te worden in een zuil, op te richten in de centrale patio van het klooster.

    Het is Emiliano Monge[2] die het verhaal van de opgraving doet in El País[3], onder de titel Exhumación, en ik neem, in verband hiermee, de essentie van zijn woorden (vertaald) over.

     

    Op de bewuste dag, toen het graf werd geopend en het lichaam te voorschijn kwam, verbleekten de gezichten van de aanwezigen en puilden hun ogen uit, toen ze in plaats van een hoop beenderen tot hun wilde verbazing Fernando Pessoa te voorschijn zagen komen uit zijn graf zoals ze er hem in gelegd hadden, blozend en met de glimlach – yacía impoluto, incluso coloreado y sonriente - en dit zonder dat het lichaam, bij de ter aarde bestelling, ook maar de minste chemische behandeling had ondergaan.

    De kist die klaar stond om de resten te ontvangen diende vervangen te worden en de zuil waar de kist zou opgeborgen worden aangepast, zodat er terug enkele tijd verliep – de beslissing het lichaam op te graven was zes jaar vroeger genomen - vooraleer hij op zijn nieuwe rustplaats kon worden neergezet.

    Hij was er aldus in geslaagd zich opnieuw te laten opmerken voldoende opdat nu, naast zijn naam, Fernando Pessoa, ook de diverse namen die hij tijdens zijn leven had aangenomen: Bernardo Soares, Ricardo Reis, Alvaro de Campos en Alberto Caeiro, gebeiteld zoiuden worden in de zuil op de centrale patio van el Monasterio de los Jerónimos in Lissabon.

     

    Zeg het voort aan allen die Lissabon bezoeken dat er voortaan twee plaatsen zijn waar ze Pessoa kunnen vinden. Namelijk in de rua Garrett, gezeten aan een tafeltje, en in el Monasterio de los Jerónimos.

     

    Ik neem aan dat Emiliano Monge de waarheid vertelt. En dan verbaast het me dat ik tot 9 oktober van 2011 heb moeten wachten om dit te vernemen. Wat indien het opgegraven lichaam het lichaam ware geweest van een paus, een monnik, een non?

     



    [1] Saramago in het Spaans vertaald.

    [2] Emiliano Monge (ciudad de México, 1978) es autor de ‘Morirse de memoria’y ‘Arrastrar esa sombra’( ambos en Sexto Piso).

    [3] El 9 de octubre de 2011

    15-10-2011, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    14-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gotiek

     

     

    Ik heb hier in San Juan een kleine bibliotheek. Boeken die ik thuis dubbel had zijn hier terechtgekomen. Zo bladerde ik voor de zoveelste maal in ‘Les Mystères de la Cathédrale de Chartres’[1] van Louis Charpentier, waar deze het met kracht en overtuiging heeft over de Spiritus Mundi van de alchemisten of de wouivre ailée, le grand serpent céleste die de aarde omhult met een groot vitaal krachtenveld, dat even onmisbaar is als water en lucht, als aarde en vuur. De aarde wentelt dit krachtenveld binnen in de richting van west naar oost. De impact ervan op de mens loopt van het oosten in de richting van het westen. Dit is de reden waarom de kerken en kathedralen gericht zijn naar het oosten; waarom de priester zich destijds voor het altaar opstelde met de rug naar de gelovigen, de armen open gespreid, de handpalm gestrekt om deze krachten op te vangen en door te geven aan de gelovigen, en de gelovigen rechtstaande de mis bijwoonden, nu-pieds pour conjuguer en eux le courant qui vient du sol à celui qui vient du ciel.

    Vandaag is dit totaal overbodig geworden, is deze metafysische houding, deze ganse symboliek van een kosmische verbondenheid totaal verloren, gewild of uit pure onwetendheid. Alles wordt nu herleid tot weinig zeggende woorden die naakt over de hoofden van de mensen, via een micro, worden uitgegoten.

    En laat me toe Charpentier te bewonderen, die in enkele lijnen het essentieel verschil aangeeft tussen de romaanse bouwkunst en de gotiek:

    Le Roman statique par essence, a ses formes dirigées du haut vers le bas, la voûte pèse sur les murs. Le Gothique bâtie sur une dynamique de pression, a ses forces dirigées du bas vers le haut. La voûte romane s’écroule, la voûte gothique…ne pèse plus mais gicle vers le haut sous les poussées des contreforts latéraux.

    Het is me duidelijk, de gotische kathedraal is zuiver alchemistisch, is een kosmisch geladen ruimte die de mens optillen moet naar een nieuw, zuiverder en intenser leven, optillen naar de mens die hij zogezegd was voor de val. De kortzichtigheid van de mens van deze aarde, die de goddelijke wetten meent te kunnen bepalen en deze oplegt aan de mens in de wereld, heeft de gotiek niet begrepen, de gotiek is de maatstaf van de nieuwe mens.

    En ik schreef het al, ik ben een gotieker.



    [1] Louis Charpentier: Les Mystères de la Cathédrale de Chartres, Robert Laffont, 1966.

    14-10-2011, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    13-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het Theorema van Bell

     

     

     

    Ik las over ‘le Théorème de Bell’- in een knipsel dat ik hier terugvond - dat ‘ l’existence d’objets distincts dans l’univers physique est une illusion’. En ik wist dat velen dit bekrachtigd hebben. Het strookt ook met wat hier te lezen staat op de muren van de luchthaven van Alicante:‘wat je ziet is een visioen van het onzichtbare’[1]– na de enorme verbouwing van de luchthaven is deze zin echter moeilijk terug te vinden.

    Hoe vreemd dit ook moge zijn, het zal wel het beeld zijn dat men zou krijgen als alles herleid tot de allerkleinste bouwstenen.

    Ik neem deze idee mee als ik aan zee ben, als ik het grote spel zie van de golven die zich op de rotsen storten, als ik de zon zie ondergaan in een gouden schittering en als ik tracht de idee van Bell te projecteren over wat is. Ik ben dan lucht en water en rots, ik hang eraan vast, ben erin verweven. Ik, materie en geest, verenigd met de materie en de geest van het Universum, reikend tot in de sterren. Ik besta uit een oneindige massa atomen en elektronen waar ik niets over afweet, een massa die een eigen leven leidt en toch ook niet, gezien de verwevenheid ervan. En wat weet ik van de elektronen en quarks en van de totaal onwaarneembare deeltjes – de higgs -die wegschieten, die zich wisselen en keren, die gedachten zijn, en snelheden kennen groter dan die van het licht.

    Ik vraag me af hoe Bell zich zag, gebogen over zijn blad, met het grote wonder van de schrijvende hand; hoe Capra zich zag, zittend aan zee op de rotsen, uitkijkend naar het spel van de golven en de luchten, alles illusie zijnde?

     Heeft het wel enige zin dat ik verder schrijft, als ik inga op en me inwerk in wat ons geleerd wordt over de magische wereld van de kwantum mechanica?

    Of komt er een tijd dat iedereen, iedere mens hiervan zal doordrongen zijn en beseffen zal dat, alles samengenomen, wij allen, geest en materie, één en hetzelfde wezen zijn, en onze ‘ik-wereld’, een onooglijk deeltje van het Al.

    Wat is er dan van de eeuwigheid, wat is er dan van God als er geen onderscheiden dingen zijn, als alles in alles is, zoals gezegd wordt, en het aldus ook geschreven staat in talloze boeken. Welke betekenis gegeven aan onze daden, aan dit Blog hier dat me heel wat kost aan uren peis en rust?

     



    [1] Heb dit al enkele keren herhaald, het is een zin die me blijft volgen: lo que se ve es un vision de lo invisible’. Ik beken ook ootmoedig dat ik moeite heb om erin te komen, om te begrijpen wat precies wordt bedoeld, maar het theorema van Bell helpt me enigszins.

    13-10-2011, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    12-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ik schrijf omdat ik, hier gekomen, schrijven moet
     

    Ik schrijf omdat ik, hier gekomen, schrijven moet

    er is geen alternatief, de golven voeren woorden

    aan, de luchten die we raken kunnen,

    de tijdloosheid die van de meeuwen is.

    Een vriend, een compagnon alhier gemist

    al was het maar om iets onbelangrijks hem

    te zeggen, al was het maar om stil te zijn,

    ingekeerd te zijn, niet wetende,

    wat ons lot zal zijn na deze stonde of wat

    verklaard zal worden of misschien verzwegen.


    Water aan mijn voeten kolkend, naar

    de einder toe geschubd met lichtgeflonker

    al vertellen het maar weinigen:

    de zee een zaligheid, de wind, zijn adem,

    ons bekoren kan. Al drijft de aarde

    naar de avond toe, we blijven toch nog even,

    hoe rood het westen kleurt,

    lijk vlekken droom de blauwe banden

    tussenin die plots verdwijnen zullen,

    opgeschrikt.


    Ik schrijf omdat ik hier gekomen schrijven wil

    en nóg wil keren, voor een lange tijd,

    maar ook het kan

    dat ik hier nimmer meer zal komen,

    want ook dit schrijven weegt niet veel.


    Even hier maar zijn, en vooraleer

    het opgetekend, de wind gekoeld,

    de laatste schilfer zilver weg,

    het rood al opgelost, al is dit alles

    niet zo veel, slechts woorden

    die hier hangen bleven

    lijk late bladeren in de bomen.


    En een lichtstraal nog,een teken van uit

    de hoogten, want hoe kan het anders,

    dat woorden ons beroeren blijven

    alsof het golven waren,

    letters uit de einder losgerukt

    en tot woord gekomen, meer niet,

    maar met het fijnste potlood opgetekend

    zo simpel is het, al weet ik beter.


    Ik schrijf omdat ik hier gekomen schrijven kan

    omdat ik hier weer dichter kwam,

    dichter dan ik ooit gekomen ben,

    de mens die overrompeld wordt, hier deel

    van golf geworden.


    Eeuwigheid die me omhelst.








    12-10-2011, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    11-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Adem van de Dagen (10)
     

    De Adem van de Dagen (10)


    Maar bladerend - wat hij vroeger zelden heeft gedaan - in zijn dagboek van die maand augustus kon hij zich een beeld vormen van wat die maand betekend had. Een woord, een zin opnemend, kwamen herinneringen terug. Kwamen van heel ver gevoelens terug verwoord in een gedicht van Rilke:


    Einmal wenn ich dich verlier,

    wirst du schlafen können, ohne

    dasz ich wie eine Lindenkrone

    mich verflüstre über dir?


    Waarbij hij dacht aan zijn kortstondige ontmoeting met Anja, en Rilke een toevlucht toen voor zijn beginnend verliefd zijn dat hij onderdrukte om niet de pijn te voelen van haar weggaan en weg zijn. En nu, zijn dagboek open voor hem, hij aan haar herinnerd werd, even maar, in het gedicht van Rilke:


    Zul je wel slapen kunnen als ik je verlies,

    als ik me niet meer lijk een krans

    van lindebloesems verfluister over jou?


    Veel was hun ontmoeting niet geweest, het waren meer, althans voor hem, de omstandigheden geweest waarin hun ontmoeting had plaats gevonden, in en om een berghut op meer dan 2.800meter hoogte, de dag dat hij er was met Robert en Gustave, enkele dagen na hun bezoek aan het graf van Rilke.

    Hoewel alles toen te herleiden was tot een ontmoeting, van korte duur, bleef tot lange tijd erna, de impact ervan regelmatig opduiken in zijn gedachten met nog een warme indruk van haar woorden en haar tederheid naar hem gericht. En hij wist, als hij verder bladerde dat zijn dagboek van die maand augustus de echo droeg van hun lange afdaling over de gletsjer naar Zinal toe, in de vorm van een kort verhaal, ettelijke pagina’s lang.


    Wat destijds in de bergen en omheen de berghut du Grand Mountet gebeurde kon, omdat alles aanwezig was opdat het gebeuren zou. De kring sloot zich om hen van het ogenblik dat Anja hoorde van de gardien dat de afdaling van de Besso, alleen zijnde, te gevaarlijk was. Van dat ogenblik af vloeiden hun twee levens naar elkaar toe.

    Ze hadden een meer intiem samenzijn nog kunnen vermijden indien ze die avond na de korte kennismaking niet samen hadden doorgebracht, kijkend naar het wondere effect van de ondergaande zon op de besneeuwde bergtoppen. Geen van beiden, hij zeker niet, besefte toen dat naarmate de sterren een voor een opdoken, de geul van hun gevoelens breder en breder werd.

    Maar al dit verklaarde slechts hun ontmoeting. Echter welke andere feiten gingen niet vooraf aan haar beslissing om op die dag, die ook hun dag werd, de Besso te gaan beklimmen.

    Dan ook was er nog zijn verhaal. Vooreerst, zijn aanwezigheid daar, nadat hij geaarzeld had, omwille van de kinderen en het mogelijke gevaar verbonden aan een beklimming, Robert en Gustave te vergezellen.

    En als het een ontmoeting betreft kan tot in het oneindige worden teruggegaan, tot de dag van zijn geboorte, tot de dag dat zijn vader inging op zijn moeder en nog veel verder in de tijd, wat even betekenisvol zou zijn. Dit waren echter allemaal gegevens die maakten dat hij was wie hij was en dat hij was waar hij was. Maakten dat ze er een dag vroeger aanwezig waren en dat het regende de morgen dat ze gepland hadden de beklimming te doen zodat deze verschoven werd naar de volgende dag opdat hij, zo zag hij het nu, Anja zou ontmoeten.


    We spreken dan van toeval maar het is slechts een samenkomen van duizenden kleine en grote feiten.


    En ook de beklimming van de ‘Mammouth’, een rotswand lijk de muur van een kathedraal, die Robert had voorgesteld, toen naar de middag toe, de luchten openschoven, zogezegd om de ‘verloren’ dag in te vullen, was nodig geweest voor zijn ontmoeting met haar want het was bij hun terugkeer in de cabane, gelukkig en ontspannen dat hij plots geconfronteerd zou worden met haar.

    Ze had hem verbaasd toen hij hoorde wie ze was, een meisje, een landgenote, een streekgenoot zelfs, en dan nog niet in het minst toen hij vernam dat ze zinnens was alleen naar de top van de Besso te gaan.

    Later in de namiddag had hij zijn vrienden niet vergezeld naar een plaats die ze hun ‘jardin de génépi’ noemden en hij was in de zon gaan zitten om te lezen of te schrijven. Het was daar dat ze hem was komen opzoeken en dat alles beginnen zou, dat de realiteit zich vormde tot verbeelden en dat de woorden die ze spraken, een kleur hadden, een warmere ondergrond. Zo had hij aangevoeld toen, dat ze een open rijpe vrouw was met een diepe zin voor literatuur en kunst en vooral een vrouw, bewogen, gegrepen door de levende natuur.

    Hij herinnerde zich niet meer waarover ze toen gesproken hadden. Het was lijk een aftasten van wie ze waren en wat ze wisten. Hij herinnerde zich wel nog de stemmen van de Italiaanse cordée van vier knapen, die tegen de rotswand hing, waar zij die voormiddag waren geweest, en steeds maar hoger en hoger opschoof naar de top, hun stemmen duidelijk leesbaar in de ijle lucht.

    Later maakte ze kennis met Robert en Gustave zodat ze met hun vieren het avondmaal namen in de cabane en hij met haar, tot de nacht inviel, buiten bleef zitten in de kilte van de vrieslucht met een hemel die plots vol sterren stond.

    Nam zij al een deel in van de plaats die was vrijgekomen toen ze afscheid namen en zij haar slaapbrits opzocht en hij die van hem naast de brits van zijn vrienden in een ander slaapvertrek?

    Maar wat begonnen was kon zo maar niet gestopt worden, lang had hij nog wakker gelegen die avond, denkend aan haar, in gedachten hun gesprek voortzettend. Zij luisterend naar hem, zij opkijkend naar die rijpere man met heel wat ondervinding over het leven, met heel wat meer boeken gelezen dan zij en met een totaal andere kijk op God.

    Hij had haar voorzeker gesproken over de Bijbel en over Velikovsky, voorzeker over Fabre-d’Olivet en over vers 3, 19 van de Genesis. En op die terugtocht over die fameuze Zinal-gletsjer zou ze hem zeggen dat hij haar had bedolven onder woorden, en dat ze hem had willen omhelzen toen ze, de vorige avond afscheid namen van elkaar om te gaan slapen of trachten te slapen, want een brits in een gemeenschappelijke slaapzaal, met minstens twintig andere slapers is precies geen ideale plaats.

    De volgende ochtend toen ze klaar stonden om te vertrekken, meldde de gardien hen, tot hun verbazing dat ze al een half uur vroeger was weggegaan.


    Hij zou haar terugzien, een kleine stip op l’arrête ouest van de Besso, daar waar de eigenlijke beklimming aanvangt.

    Ze stonden toen aan de rand van een ijs- en sneeuwvlakte die ze kruisen moesten. Het was daar dat Robert bij een misstap, zijn ligamenten scheurde en ze verplicht waren, hem ondersteunend, terug te keren naar de cabane. Later was de helikopter Robert komen halen en Gustave had hem vergezeld maar voor hem was geen plaats meer zodat hij op Anja had gewacht en ze samen waren afgedaald naar Zinal, over de gletsjer.


    Maar dit alles was van die bewuste maand augustus, toen hij voor het eerst, zonder zijn vrouw, na haar overlijden alleen was met de kinderen. Het was een maand van innerlijke stilte geweest en la chambre des preux waar hij verbleef, een kamer van de geest die hem gekneld hield in een oneindig verlangen om wat zijn leven geweest was, neer te schrijven; een verlangen dat hem van dan af niet meer verlaten zou en hem brengen zou op het punt in de tijd en de ruimte waar hij zich thans bevond.

    Anja was de binding met het bevreemdende geweest en het was toen dat hij het verhaal van hun ontmoeting had neergeschreven alsof hij een lange brief aan het schrijven was om haar te zeggen welke persoon zich verborg in hem. Want als hij naging hoeveel ‘toevalligheden’ er toen niet aan te pas kwamen, als hij nadacht over zijn gevoelens van die dagen, waarbij de gedachte opkwam dat het misschien zijn overleden vrouw was geweest die zich manifesteerde in de persoon van zij, die zich Anja noemde, zo maar opgedoken uit het niets om even vlug als ze gekomen was, weg te rijden van hem in het even grote niets.


    Als hij terugdenkt aan die plaats nu, vanuit zijn plaats voor de haard. In zijn gedachten, de oude chalet, nog donkerder getint door de tijd, is er nog, de bomen zijn uitgegroeid, het licht is erover, de wind, de regen, de sneeuw, de dagen, de jonge maan, de zaden van de épilobe zwermen erover uit, de zaden van de dennen in de lente, het grote leven. Maar zijn hart is ouder geworden, stiller, er zit een beven in zijn handen en de stemmen van spelende kinderen die verstoppertje spelen, vreemder geworden. En hij overweldigd door wat was, grijpend naar een zin van T.S.Eliot:


    Go, said the bird,

    For the leaves were full of children.

    Hidden exitedly, containing laughter...



    11-10-2011, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    10-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vreemd wat ik hier las
     


    Nobel de Quimica por unos cristales ùnicos.


    Vreemder nog, omdat ik niet begrijpen kan, omdat velen niet begrijpen kunnen, het wonder van het leven in atomen, elektronen en quarks - en zovele andere deeltjes nog - die in zich de regels dragen om zich te vormen tot kristallen, in meetkundige vormen nogal, zoals van oudsher. Wie regelt dit?


    Tot Daniël Shechtman (Tel Aviv 1941), gedoken voor zijn elektronische microscoop van het Technologisch Instituut van Haifa, van de hand gods geslagen werd en unos cristales unicos1, enige unieke kristallen, zag te voorschijn komen met een symetrische vorm, maar een vorm die zich niet herhaalde. En om deze reden hij ze quasikristallen doopte.


    De Nobelprijsstichting vergelijkt deze formatie met de ‘azulejos’ in het Alhambra, waarvan de tegels mathematisch symetrische vormen hebben maar de ene verschillend van de andere.

    Ik las dat het om deze reden is dat de Nobelprijs Scheikunde werd toegekend aan die Daniël Shechtman voor een vondst gedaan in 1982. Dergelijke quasicritalles zouden ook gevonden zijn in rivieren in Rusland.

    Voor het ogenblik bestaat er nog geen praktische toepassing voor deze structuren maar deze zouden wel de eigenschap bezitten bepaalde materialen - als in diesel motoren - te verstevigen.


    Dit in een kort bericht, niet meer dan honderd woorden in El País afgedrukt. Terwijl de Nobelprijswinnaar Tomas Tranströmer, de hierop volgende dag, vier pagina’s krijgt toebedeeld.




    1 El País, 6 de octubre de 2011


    10-10-2011, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    09-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Zee bij San Juan, Alicante
     

    .


    ‘La poesía es algo parecido

    A un sueño en la vigilia’1


    Alledaagsheid is hier niet je deel

    je stijgt hier hoger dan de golven,

    je zweeft, je raakt de wolken,

    het licht waarin je zwemt,

    erin onderduikt en zoals het water

    je omkleedt van kop tot ingewand.


    Want ook in boeken, je verdween in

    ‘¿Donde està Dios?’, je waart

    er zo gelukkig mee omdat ook jij

    een zoeker bent en meent dat Hij die is

    de trilling is, het licht, het onverhoopte,

    dat als stuifmeel is, en jij bestoven

    en bevrucht. Een ingesteldheid

    die je nimmer laten zult, want

    je weet van Heidegger:

    ‘een idee eens opgedaan, je er

    geen afstand meer van doet’.


    Je stijgt hier hoger dan de golven

    om glans te geven aan dit je leven.

    Want je kon ook deze morgen,

    zoals zovelen hier, zijn opgestaan,

    verdord als schrale aarde

    die naar regen snakt, maar

    niets daarvan, je twijfelt niet,

    je bloeit in woorden open

    en als later komt, je keert vanwaar

    je kwam, dit is wat je verkondigt,

    een leven lang.


    Heidegger tiene razón.


    1 Tomas Tranströmer, Nobelprijs Literatuur, El País, 7 de octubre de 2011,

    De poëzie is iets zoals een droom tijdens de vasten.


    09-10-2011, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    08-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Adem van de Dagen (9)
     

     

    Een belangrijk gebeuren van toen was hem bijgebleven, zijn bezoek, samen met zijn twee vrienden, aan het graf van Rainer Maria Rilke, aan de voet van een Romaans kerkje. Een kerkje dat op zichzelf al gebed was, gelegen hoog boven de Rhone-vallei in het dorpje Raron1 waar hij voor het eerst Rilke’s versregels las op zijn witmarmeren grafsteen.

    Het was hij die zijn vrienden had meegevraagd. Gewoonlijk was het andersom. Met hen had hij heel wat bergtoppen beklommen en heel wat bergtochten gedaan. Beiden kenden zijn mogelijkheden en beiden wisten ze dat de Zinal Rothorn, boven zijn mogelijkheden lag, al liet hij herhaaldelijk uitschijnen dat het een droom was die hij realiseren wou.

    Met hen voelde hij zich veilig, klimmend tegen om het even welke rotswand, in om het even welke omstandigheden.

    Zo herinnerde hij zich de dag dat ze de top hadden bereikt van de Pointe de Moiry, genietend van het majestueuze uitzicht en van hun sobere lunch, toen Robert ineens aandrong om af te dalen. Hij vertrouwde de wind niet. En het gebeurde dat kort daarna tijdens de afdaling de lucht zich sloot boven hen en ze verrast werden door een wolk van fijne stukjes ijs (du grésil, zegde Robert) die tot binnen hun dicht toegehaalde windjak drongen.

    Hij was bij het dalen altijd de eerste van de cordée, en toen hij aan een passage kwam waar de bergkam bijna loodrecht naar beneden liep, over een te lange afstand om er gerust in te zijn en dan nog met slechts enkele, met ijskorrels bedekte steunpunten, had hij niet geaarzeld, had hij even opgekeken naar Robert boven hem die knikte en zegde: “vas-y, je t’assure!” en deze woorden waren voor hem voldoende om rustig af te dalen tot een klein platform waar hij wachten kon op hen om verder te gaan.

    Alleen dit kleine detail om te zeggen hoe groot de verbondenheid is tussen de gids en zijn cordée wier veiligheid hij letterlijk en figuurlijk in zijn handen houdt. Als er daarenboven tussen hen een grote vriendschap is gegroeid na tal van tochten, tal van dagen en avonden samen, na tal van degustaties van oude en jonge wijnen uit de streek, dan is er via het touw nog een band van samenhorigheid en groter veiligheid is er niet als je samen klimt of daalt.


    Het was in die geest van verbondenheid dat ze de weg waren opgegaan die stijgt vanuit het dorp, Rarogne, naar de hoger gelegen Romaanse kerk. En hij die de kerk betreedt wordt stil in de stilte, wetende dat deze ruimte nog een roep tot de God, die kosmos is in meer heeft en hoe het eeuwige ervan geschreven staat, nu ook Rilke er heeft gestaan en hij moet gezocht hebben naar de woorden van een gebed die gedicht werden.


    Lang zijn ze blijven staan voor de witmarmeren, met mos begroeide grafsteen onder de struik witte rozen en hebben ze gelezen:


    Rose, oh reiner Widerspruch. Lust,

    Niemandes schlaf zu sein unter soviel

    Lidern.


    Wie is hij, die bij deze verzen van Rilke niet stil is gebleven, die niet getracht heeft de betekenis van Rilke’s laatste boodschap te doorgronden. (Later zal hij lezen dat Anton van Wilderode er zich had vanaf gemaakt door ze als sibyllijns te betitelen).

    Het Duits was een vreemde taal voor zijn vrienden en hij twijfelde aan de vertaling van sommige woorden; zodat Rilke’s raadsel bleef komen en keren in hem. Was het misschien dit blijvend bewegen van de woorden, dit blijvend trachten te begrijpen dat Rilke beoogd had. En ook, was het plaatsen van Lidern op een derde lijn, gewild door Rilke, of was het een noodzaak voor de steenhouwer geweest omdat het niet op dezelfde lijn kon gebeiteld?


    En die avond - en hij vindt deze woorden terug in zijn dagboek - toen hij terug was in de eenzaamheid van zijn kamer met de boeken van Titus Burckhardt en La Kabbale van Serouya, uit de kleine exquise bibliotheek van de chalet, open op de schrijftafel, was het alsof zijn gevoelens voor zijn overleden vrouw terugkwamen, en kwam ook terug, lijk een gulp warmte, wat zo dikwijls was geweest, dat hij binnengleed in haar, haar houdend, haar bezittend, haar alles gevend en ze hem trillend ontving in haar schoot.


    Hoe ver dit alles achter hem ligt, alsof het een gebeuren was dat hij gelezen had en niet zelf beleefd, een gebeuren dat betrekking had op een totaal andere persoon dan wie hij nu was.

    En hij begreep het symbool van de roos van Rilke, de roos die niet zonder doornen is, de liefde die niet zonder pijn en het leven dat niet zonder de dood is. En hij meende in het grafschrift te mogen lezen dat hij, Rilke, die slapende is voor de levenden, thans levend is onder de slapenden. En zeker niet te zijn, en nimmer geweest is, slapend met degenen die door het leven gaan met gesloten oogleden. Was dit de betekenis van Rilke’s woorden? Wellicht niet helemaal, maar het voldeed hem. Hij was ervan overtuigd dat Rilke geloofde in het eeuwig leven. En hij was er nog meer van overtuigd omdat hij thans, zoals zovele anderen die het grafschrift lazen, blijvend begaan is met de zin ervan, wat al op zichzelf een bewijs is van de eeuwigheid die Rilke omgeeft.


    1 Raron of Rarogne gelegen langs de baan die Sierre verbindt met Brig.


    08-10-2011, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    07-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bloggen en wat het betekent
     


    Deze blog is een blok aan mijn been, toch kan ik hem niet meer missen, ik zou het zonde vinden een dag over te slaan. En ik heb dit allemaal te danken aan Jose Saramago en zijn Blog die me verleidde met zijn idee elke dag een belangrijk deel van wat hij schreef, wereldbekend te maken.

    Wat me hierbij het meeste intrigeerde was het feit dat hij mijn ouderdom had, en als hij het kon ik ook het moest kunnen. Mijn dagboek werd mijn Blog, een Blog dat pas vanaf 15 juli aan de vreemde golven van een Web dat zich een weg baant door de luchten werden toevertrouwd. Vandaag is het een toeverlaat geworden.

    Een toeverlaat, een verlenging van de ingewikkelde persoon die ik ben. Of hoe het leven, de omstandigheden me hebben gevormd. Komende vanwaar ik kwam, geboren uit ouders, op hun beurt elk afzonderlijk geboren uit hun ouders, grootouders en zo maar verder. Een lijn van gebeurtenissen en omstandigheden van zijn en niet zijn. Geen toevalligheden, neen, omstandigheden ontstaan uit andere omstandigheden, onvermijdelijk terugaande tot Cro Magnon of een plaats in dat genre.

    Uit al deze levens, voor mij ontstaan, om hier vandaag in andere oorden, bij het eerste morgenlicht te schrijven wat ik schrijf. Ik weet nog niet of ik het zal kunnen verzenden, echter zeker niet zoals het gebruikelijkwas, maar een zaak is zeker, als ik er niet in slaag de komende 15 bloggen te verzenden zoals het hoort, zal ik niet de persoon zijn die ik ben als ik het wel kan.

    Iemand met een Blog is een andere persoon. Hij kan zich niet permitteren een dag over te slaan.

    En daarna wat doe ik er mee. Een deel ervan wordt weldra geschrapt, verdwijnt in het niets. José Saramago wist dat hij zijn Blog schreef in opdracht, dat zijn uitgever op de loer lag om op zijn beurt in te loggen wat op het Blog van Saramago verscheen.

    Ware het verschillend voor mij indien ik in dergelijke omstandigheden werken zou?

    Niemand heeft me gevraagd om deze in hun totaliteit te zien, gebundeld in boekvorm en niemand vraagt het mij.

    Trouwens, schrap ik niet wat ik schreef, mijn erfgenamen zullen het doen, want het is onmogelijk al wat ik reeds geschreven heb bij te houden, ik zelf weet het niet meer. Maar ik zegde het al, ik zal hen niet vragen mijn geschriften te verbranden, noch hen vragen ze te bewaren.


    Uiteindelijk zijn het maar wat beelden en gedachten op een hoop, een opper hooi langs de Leie of elders, in de weiden van de tijd, die niet is.


    07-10-2011, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    06-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rusteloos
     


    ‘Au fond, je ne crois à rien sinon peut-être à cette existence poétique, je n’ai aucun message à diffuser, j’ai soif d’illumination, ma seule obsession est d’élaborer l’objet rond et compact arraché par ma littérature aux ténèbres et à la mélancolie, objet résistant qui ensuite éclôt dans la substance du temps et la conscience du lecteur, comme la fleur en papier japonaise qui se déploie merveilleusement dans l’eau.1 (Paul Nizon)


    Ik begrijp mijn broer Georges als hij me zegt, na mijn Blog van 24 september, dat ik een rusteloze persoon ben, en ik moet hem gelijk geven. Wat het meest op valt is dat het niet strookt met mijn ouderdom. Dat ik, zoals vader zegde, ‘mijn spade zou moeten af kuisen en wegzetten’. De jacht om te presteren, in wat ook, is niet meer voor mij. Je n’ai plus droit au chapitre, mijn tijd is voorbij, is op.

    Maar, het is zo verduiveld moeilijk dit te aanvaarden zodat ik nog actiever ben dan vroeger. Dit is dan mijn rusteloosheid: mijn tijd is niet op maar ik heb geen tijd meer te verliezen.

    Ik herinner me een voormiddag in Crans-Montana waar een van mijn dochters woont – ik heb er vier - het was begin lente. Ik zat op een terras en dronk een koffie of een wijn misschien en waar ik zat ben ik beginnen schrijven in mijn dagboek dat ik altijd bij mij draag. De woorden kwamen zonder ophouden, ze vloeiden uit mijn hand, uit mijn pen, uit mijn geest, uit de beweging van licht en schaduw, uit de beweging van de mensen en de auto’s op de weg voor mij. En ik schreef maar. Ik herinner me met welk gemak de woorden op mij af kwamen gestormd. Pagina’s vol.

    Heb die tekst nooit meer herlezen, zou hem nog kunnen terugvinden mits enkele opzoekingen te doen. Maar wat ik toen geschreven heb is zonder belang nu. Het is het gevoel dat ik toen kende dat van belang is.

    Ik weet enkel dat er een enorme rust was in mij. Dat ik me goed voelde, een grote dag op een grote plaats, in een wereld zonder obstakels.

    Vooral dit, een leven zonder obstakels. Ik geloof dat ik dergelijke ogenblikken niet meer gekend heb sindsdien, behalve in hetzelfde jaar, tijdens mijn verblijf in la Chambre des Preux in die archi-oude chalet in Grimentz, schrijvend aan die verweerde tafel, gemerkt met het jaartal 1699 in het blad geciseleerd.

    IK was toen echter even rusteloos wat het schrijven betrof. Begrijpelijk dat ik het gebleven ben, begrijpelijk dat ik anders niets kan dan schrijven, hoe dikwijls heb ik dit nu nog niet verkondigd.

    Mijn rusteloosheid is mijn leven. Er zijn er heel wat in mijn geval. Nu ook, het is 23.30, ik denk dat er nog heel wat dakvensters verlicht zijn op dit ogenblik.

    En ook ik,

    ‘arraché par ma littérature aux ténèbres et à la mélancolie, objet résistant qui ensuite éclôt dans la substance du temps et la conscience du lecteur, comme la fleur en papier japonaise qui se déploie merveilleusement dans l’eau’.

    Ook mijn woorden die zich ontplooien in de geest van mijn lezer zoals een bloem in Japans papier zich wonderbaarlijk ontplooit in het water.


    7

    1 André Nizon: ‘Les Carnets du Coursier’, Actes sud, 2011, page 140


    06-10-2011, 11:03 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    05-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Adem van de Dagen (8)

     

     

    Maar nu hij vergroeid zit in de dagen, en het leven in hem begint te vertragen, zijn er herinneringen die bij het minste teken opduiken. Herinneringen die niet meer te wissen zijn, die in hem zijn gebrand. En dan denkt hij, aan dat dorp in de Val d’Anniviers[1] waar hij was met haar en de kinderen, vakanties lang, elk jaar opnieuw, er verblijvend, tijdens de maand augustus, in een oude maar comfortabele chalet. En na haar sterven, had hij dit dorpje en deze chalet elk jaar herop gezocht. Het was een door de zon verbrande chalet, un chalet brûlé par le soleil, geplant en gegroeid tussen sparren en lorken met enkele berken ook en een pracht van een lijsterbes die glansde van de vruchten. Een eiland van rust waarover het grote licht van de bergen was en in de nacht de ruisende stilte van de bergstroom in de diepte. Een chalet die lijk de voorsteven van een boot de vallei scheen binnen te schuiven. En het was daar dat zijn leven een andere dimensie kreeg.

    Het was daar dat het zaad van zijn verlangen te schrijven vallen zou in goede aarde, en vruchten opleveren zou, ‘deels dertig-, deels zestig-, deels honderdvoudig’. Het is daar, dat uit de talrijke impulsen van die maand, hij zich gerealiseerd heeft dat zijn leven aan het uitdoven was en dat uit die dagen van toen, een nieuwe Ugo is opgestaan, herrezen in een wereld die gevoed door haar plotse dood, met de echo ervan klevend aan de dingen, zich opende voor hem.

    En nimmer heeft hij een kamer gehad of zal hij ooit een kamer bezitten waar hij zich zo goed voelde, totaal in harmonie met de houten wanden met de foto’s en tekeningen, met de vele boeken, met de haard die wachtte om te worden aangestoken.

    Hij voelde een ziel in die kamer die de eigenaars la chambre des preux hadden genoemd, zo iets als de kamer van de dapperen. Een ziel die tevens een binding was met wat zij had nagelaten in hem.

    De kinderen betrokken op het verdiep de vele kamers, hij wist zelfs niet wie waar sliep maar de kamer op het gelijkvloers die hij voor zich gehouden had, louterde zijn alleen-zijn, en hij voelde in zich een diffuus geluk telkens hij neerzat aan de door de tijd gepolijste schrijftafel die, ingelegd in het bovenblad, de initialen C.H.E.E. droeg en het jaartal 1699.

    En terwijl zij toekeek die niet meer was, was het aan die tafel, waarin de houtworm aan het graven was en waarover de geest nog hing van de vele geslachten die er zich over gebogen hadden, dat zijn eerste zinnen geschreven werden, een schrijven dat eens terug thuis, doorlopen zou tot het einde van het jaar om dan een volume te bereiken van meer dan honderd pagina’s en dan stil te vallen, alsof hij leeg geschreven was.

    Kon hij schrijven nu dat zijn verblijf in deze chalet, het keerpunt betekende in zijn leven; kon het dat haar afwezig zijn en de geest van de kamer, een dergelijke impact hadden gehad, zo dat hij begonnen was alle gedachten op te tekenen die opstonden in hem alsof hij er plots nood aan had de essentie van al het voorbije terug te halen en neer te schrijven opdat ook maar niets van al wat geweest was zou verloren gaan?

     

    Het is in die chambre des preux, met het veldbed tegen de noorderwand dat hij slapen bleef en waar hij kennis maakte met het werk van Titus Burckhardt, een schrijver en een werk dat voor hem een revelatie betekende en dat hem een andere kijk gaf op het geestesleven in de oudheid en in de middeleeuwen. En, wat meer was, hij begreep nu ook waarom er in de deur van de inkom, het kruis van de Tempeliers was gebeiteld en ook waarom op de gietijzeren plaat in de haard, de twee kolonnes van de Tempel van Solomon waren afgebeeld met de zon er tussenin.

    Nimmer zou hij vergeten hoe gelukkig hij toen was, als hij, in afwezigheid van de familie die naar het dorp was om boodschappen te doen, neerzat in de zon om te lezen of te schrijven aan de oneffen leien tafel op het terras. Was er ooit groter geluk geweest en groter weemoed?

     



    [1] Val d’Anniviers, begint voorbij Sierre op de weg Sion-Brig. Het omvat de dorpen Vissoie, St.Luc, Chandolin, Grimentz, Ayer, Zinal.

    05-10-2011, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    04-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gedicht, à la Frederico Garcia Lorca


     

     

    De tijd is niet, Margot,

    de tijd is helemaal niet.

    .

    Wat nu is, is voorbij

    en wat voorbij is

    is genesteld in het nu,

    en uit dit nu ,dat al voorbij is,

    komt het komende dat het nu zal zijn

    het nu dat al voorbij is.

     

    De tijd, Margot, de tijd is niet.

    Wat beweegt staat stil,

    en wat stil is, is beweging,

    zoals de maan beweegt

    de zon die niet beweegt.

     

    Een meisje op een trampolino

    in een lang wit kleed,

    bekleed met roze bloesems

    die geen bloesems zijn

    is in de lucht en is niet in de lucht.
     

    Komt een duif met in haar bek 
    met witte bessen een marentak,

    zoekt in de vlucht een boom

    maar vindt er geen

    en zet zich op de roze bloesems neer

    die een boom zijn voor de duif

    maar geen boom zijn voor het meisje.

     

    En het meisje is met de duif in de lucht
    en met de duif niet in de lucht,
    ontelbare keren
    in de lucht en niet in de lucht.

    Tot ze hangen bleef

    in de boom die er niet was,

    met de duif die er niet was

    met de marentak met bessen
    die er niet was.

    in de tijd die er niet was.


    Of wat er gebeurt als je de column leest van Luuk Gruwez in de Standaard van vorige vrijdag, met
    als titel: 'Alle Tijd is altijd verleden Tijd'. Waarin hij heel wat dingen schrijft over wat de poëzie van
    Alard Schröder wel is.
    Ik, om hem te zeggen hier, dat ik het groot vind, zo goed en zo veel te hebben geschreven over
    zo weinig, althans voor mij.

     

    04-10-2011, 00:53 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    03-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Fulminerend

    3 oktober

    Fulminerend (weekend van 1 en 2 oktober)

     

    Ik fulmineer tegen de euro, ik fulmineer tegen mezelf omdat ik weet dat, nu ik er deze morgen mee opgestaan ben, ik de ganse voormiddag, de ganse dag, zal bezig zijn met het thema Euro.
    Ik fulmineer omdat het omwille van één land is – ik hoorde 3% van het globale BBP - dat het
    ineens dringend wordt, de ganse wereld, zijnde BIRD, IMF, ECB, G20, Europa, op zijn kop te zetten om
    uit te maken wat er kan gedaan worden om de euro te redden (van de ondergang). En ik fulmineer
    omdat bij dit alles Papandréou met de glimlach en zijn beloftes van beterschap, van Berlijn naar Parijs draaft, omdat hij weet dat ze Griekenland niet kunnen laten vallen al zouden ze het willen.

    Ondertussen staat, wat de euro betreft, het onheil voor de deur.

     

    Il fut un temps, dat op de bankbiljetten van de Nationale Bank van België, boven de handtekeningen,
    er waren er twee, vermeld stond: ‘betaalbaar op zicht’. Wat minstens betekende, dat de Bank zich verbonden wist, en er ook naar streefde, in tegenpartij voor haar passief aan chartaal geld in omloop, activa’s aan te houden die haar zouden toelaten het hoofd te bieden aan die eigenheid van het betaalbaar zijn op zicht.

    Op de Euro-biljetten komt dat ‘betaalbaar op zicht’, niet voor, het is totaal overbodig, zelfs de
    handtekening is te verwaarlozen, want God weet van wie deze is. Maar wat is een dergelijk biljet
    eigenlijk wel waard als de tegenwaarde ervan voor een deel bestaat uit minderwaardig
    overheidspapier dat de ECB uit de markt heeft gekocht.

    Of het nu de Commissie is die de Europese zaken regelt of een Herman Van Rompuy - deze laatste
    had misschien tijdig ingezien hoe landen als Griekenland aan het afdwalen waren - Barroso en zijn
    equipe mogen nu roepen en tieren op hun plaats in hun parlement, ze weten nu à 100%, dat landen
    die een zelfde munt aanhouden, geen 100% vrijheid meer mogen krijgen wat hun begroting en hun economisch beleid aangaat.

    Ze weten nu ook – of zouden moeten weten - dat tien jaar geleden dergelijk gemeenschappelijk
    beleid inzake begroting,  de stelregel had moeten geweest zijn om vandaag en pas vandaag,
    de invoering van de euro in overweging te nemen.

    Maar als ik dan hoor op TV dat er in dit land zijn die zo maar niet bereid zijn de Europese richtlijnen
    terzake op te volgen – het komt er dus op neer dat, wat hen betreft, de euro hen kan gestolen
    worden - dan vrees ik dat de toekomst er weinig brillant uitziet welke maatregelen ook, six pack
    of niet, door Europa worden vooropgesteld.

    Dus, zoals altijd beginnen met het begin, Heren van Europa, en vooral, vooral wachten tot alle
    elementen voor succes voorhanden zijn, dit weten we nu als het kalf verdronken is.

    Terloops, als je een goede, maar dan wel een uitzonderlijk goede mop te vertellen hebt – anders
    zwijg je - aan tafel of, waarom niet in vergadering, wachten, wachten is de boodschap, wachten
    op het goede moment om recht te staan.

    Europa is rechtgestaan zonder de nodige wachttijd te respecteren, hun mop – was het er maar een -
    heeft een averechts effect gekend.

     

    *

     

    Er was gisteren, zondag, in de ‘Zevende Dag, de aankondiging van wat ik graag en met vreugde
    noemen wil de ‘G1000-revolutie’. Bravissimo
    [1]. Ik zeg niet dat zij de oplossing voor het probleem
    van de euro vinden zullen. Maar, ik heb toch meer vertrouwen in hun voorstellen dan in deze die uitgebazuind worden, zoals ik hoorde, door iemand waar ik altijd respect voor heb gehad, respect
    dat nu aan het tanen is.

     

    En wat meer is, twee professoren economie, in Le Monde[2], hebben de oplossing gevonden:
    terug, maar nu naar de Eurofrank.

    Wat ik niet wist is, dat de biljetten in omloop een nationale code dragen. ‘Par là, notre monnaie,
     l’euro, a gardé l’identité de son ancrage national’,
    leer ik van deze twee professoren.

    Elke centrale bank van de Eurocurrency-zone kent aldus het bedrag van haar totale omloop aan
    biljetten en muntstukken. In de veronderstelling dat ook het scripturale geld zou kunnen gelokaliseerd worden als behorende tot een bepaald land – want ik doe geen moeite om hen verder te volgen
    in hun artikel – komt men opnieuw terecht in het domein van de Centrale Bank van elk land en de mogelijkheid voor die Bank, het voeren van een eigen monetaire politiek, met wisselkoers en korte-termijnintresten als instrumenten.

    Voor de twee professoren zou de betiteling, euro blijven, gevolgd door lire, gulden, pond (Iers),
    drachme, frank… Misschien, maar ik betwijfel het sterk, zouden de landen dan, met wat meer
    verbetenheid hun nationale rekeningen in het oog houden. In elk geval zou de besmetting
    van hun munt, door de laksheid van andere landen, uitblijven.

    Natuurlijk is dit de oplossing niet, al kan het wel, het uiteindelijk resultaat worden, want is er wel
    een andere?

     

    In mijn eerste Blog over de Euro - maar er is geen enkele politieke mandataris die zich gewaardigt
    me te lezen, noch Verhofstadt, noch Rutten, noch Van Eetveldt. Bart Stouten, ja, mijn kinderen en kleinkinderen, ja, mijn broer, ja (voor hem ben ik een rusteloos persoon en hij heeft gelijk) - sprak ik
    over het stichten van een nieuw Instituut, een ‘European Debt Institute’ met de status van bank.
    Een Instituut dat om te beginnen beschikken zou over een kapitaal - of de belofte van inbreng -
    van 440 miljard euro, en dat 1. Interveniëren zou op die fameuze obligatiemarkt, een soort van
    Rentenfonds dus, om te redden wat er kan gered; 2. In zou staan voor de dienst van de openbare
    schuld, van elke lidstaat afzonderlijk; 3. Nieuwe uitgiften moeten gebeuren via dit Instituut; 4. Het bekendmaken, op regelmatige tijdstippen, van het volume van de uitstaande openbare schuld
    per land.

    Zeker niet denken, om geen antecedent in het leven te roepen, aan om het even welke vorm van schuldkwijtschelding, want beginnen bij Griekenland kan betekenen verder gaan met Spanje, Italië,
    België zelfs? Maar de schuld die hangend blijft, desnoods te vervangen door renteloze,
    geindexeerde staatsobligaties, eens terug te betalen, in de toekomst.

     

    Barroso ook liet zich een ‘eens’ ontvallen, en hij meende het: dat ‘eens’ Europa zal uitgerust zijn
    met de instrumenten om de integratie en de nodige discipline te verzekeren, de uitgifte van Euro
    Bonds zal gezien worden als de meest natuurlijke zaak van de wereld. Waarmee hij vooruitschoof
    dat de uitgifte van Eurobonds de oplossing is. Wat ze volgens mij niet is.

     

    Wanneer dat ‘eens’ gaat komen echter weet vandaag niemand, en zeker morgen nog niet.

    Het in de boeken centraliseren van de globale openbare schuld ware een goed begin; het
    toevertrouwen van de dienst ervan  (rentebetaling, terugbetaling, vernieuwing, nieuwe uitgiften)
    ware een tweede goed begin; en de bekendmaking, gedetailleerd per land van de gegevens
    van de begroting, een derde goed begin. Voorlopig, wat al moeilijk genoeg zal zijn opdat
    morgen een begin zou kunnen gemaakt worden van het aflijnen van die ‘eens’ van Barroso.

     

    Mijn schamele column in mijn schamele Blog is een vervolg op mijn Blogs van 19 en 30 augustus
    en 14 september. Wat gaat de tijd toch vlug in dit land.

     

    Het ga je allen heel goed. Ik, Karel Mortier heb gezegd wat ik te zeggen had, het E.F.S.F wordt het,
    te stichten E.D.I, te stichten the sooner the better, the later the worser.

     



    [2] Le Monde van 30 september 2011

    03-10-2011, 00:17 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    02-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Isaac Bashevis Singer.

     

    Isaac Bashevis Singer

     

    Na mijn Blog van 28 september heb ik, na al die jaren Isaac Bashevis Singer uit zijn rek gehaald en ben ik
    zijn Short Stories[1] terug gaan lezen. En deze morgen van oktober voelde ik de grote rust van de aarde
    die binnensloop in mij als ik het slot las van zijn ‘The yearning Heifer’:

    The night rained meteors… The sky like the earth could not rest. I yearned with a cosmic yearning for
    something which would t
    ake myriads of light-years to achieve. Sylvia took my hand…

    Ik dacht aan wat ik altijd bewust heb vermoed, dat een schrijver, een binding hebben moest met
    het kosmische en dat deze binding een religieus gebeuren was; dat in dit domein elke creativiteit
    limietloos was, dat alles kon gezegd worden, kon geschreven worden, zelfs wat niet onmiddellijk te
    begrijpen valt. Omdat het een spiegelbeeld is van de gevoelens die bij het schrijven plots opduiken en
    die niet precies in woorden om te zetten zijn, ook omdat ze in vele gevallen niet om te zetten zijn in woorden.

    Zo, Singer nog:

    I yearned with a cosmic yearning for something which would take myriads of light years to achieve.

    Of het gevoel dat hem overweldigt, as a cosmic yearning! Dit gevoel, deze hunker naar wat niet
    te noemen is heeft me, o zo dikwijls al overvallen. Het begon bij Gilliams misschien, in zijn Elias, bij
    de passage waar Aloïsius, de oudere broer van Elias, op en neer rijdt in de dreef, op een fiets die
    geleund stond tegen de gevel van een woning, en dit om de tijd te lengen, voor zijn vertrek naar het
    pensionaat. Het ging verder toen ik Knut Hamsun las en Gullbransen, Hemingway en Faulkner en
    Steinbeck, toen ik Proust en Stendhal las, en Chateaubriand, toen ik T.S. Eliot ontdekte en zovele, zovele
    anderen. Hen te lezen was een grote weelde en liet me telkens met een nasmaak om ook te schrijven
    maar dan, zoals Pasternak, een boek waar ik mijn ganse leven zou aan werken, om het dan af te
    leveren de dag van mijn afscheid.

    Zo liggen er vele zaden opgeslagen, die ik nu maar te zaaien heb in de vochtige, vruchtbare aarde
    opdat ze kiemen zouden en er bomen uit oprijzen zouden, hoog en statig.

    Al kon het ook, en dit vreesde ik met Marie-Madeleine Davy - maar deze vrees deerde me hoegenaamd
    niet - dat het bomen zouden kunnen worden die niet meer thuishoren in het literair landschap van nu.

     Maar Singer terug:

     I truly felt the earth cruising around the sun, running a sure course through the milky way for some
    divine purpose. Don’t be in despair, I said to myself. God cannot be so mute, so deaf and amoral
    as the materialists profess.

    Hoe moeilijk het wel is om toch nog iets nieuws te kunnen schrijven, iets dat nog niet werd gezegd of
    geschreven, al was het slechts een oud begrip in nieuwe woorden. Want ik geloof in een ‘divine purpose’
    dat diepte, bestemming en bezinning geeft aan ons bestaan hier op aarde.

     

    *

     

    Singer lezend zit ik eens te meer op mijn droomtrein die me naar Vladivostok voert en oneindig
    verder nog, tot binnenin het onnoembare, dat my yearning is.

     



    [1] Isaac Bashevis Singer: Short Stories. Ed. Penguin Books.

    Had het exemplaar dat ik geschonken had aan de Schotse Dame teruggevonden bij De Slegte)

    02-10-2011, 00:50 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    01-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Adem van de Dagen (7)

     

     

    Zo is de ontdekking van het boek van Maurice Gilliams, ‘Elias of het Gevecht met de Nachtegalen’ een belangrijke gebeurtenis geweest in zijn leven, dan toch wat boeken betreft.

    Hij las en hij herlas het. Eigenlijk een boek waarin heel weinig gebeurde, en wat erin gebeurde waren zaken die hij gekend had in zijn jonge jaren, zaken die hijzelf had kunnen doen en andere die hij had willen doen. Het was een boek op zijn leest geschoeid.

    Zo was er die passage waar Aloysius, op een fiets die hij ‘ontleend’ had, daar waar hij geplaatst stond tegen de gevel van een woning, traag op en neer rijdt in de dreef, terwijl de passieve Elias - die hij zich inbeeldde te zijn - met de schrik in zijn leden, luistert naar de geluiden van stemmen en van lepels in borden, komende uit het open venster van de eigenaar van de fiets.

    Zo was er de geschiedenis met de papieren bootjes die door Elias en Aloysius werden uitgezet, in de beek achteraan het park. Een daad waarin hij zijn jeugd terugvond, want ook hij had met zijn broers papieren bootjes, uitgezet op het helder stromend water van de sloot achteraan de boomgaard, bootjes die hij zag als een boodschap aan de wereld met hun naam erop.

    En dan was er nog het verhaal van de plots opstekende storm en van de eeuwenoude beuk die ontworteld wordt en neerstort voor de steigerende paarden van de koets met Elias en tante Henriette erin, en de woorden van tante Henriette: ‘Elias nu hebben we tijd genoeg’. Een verhaal dat hij las als een verwijzing naar een gebeuren uit zijn jeugd.

     

    Het was toen hij met moeder de dreef naar het landgoed van zijn dromen waren ingewandeld, en ze ineens verrast werden door een verschrikkelijk onweer waarbij, in een helser dan hels lawaai, de bliksem insloeg in een enorme eik op korte afstand van hen zodat ze beiden tegen de grond werden gegooid, tussen de opdwarrelende aarde en afgerukte takken.

    Toen ze zagen dat de boom middendoor was gespleten nam moeder hem heel dicht bij haar en fluisterde ze:
    ‘Het is helemaal niet erg, Ugo, ons Heer is altijd met ons’.

    En ‘ons Heer’ was met hem geweest want achteraf vertelde moeder aan wie het horen wilde dat hij, juist voor het inslaan van de bliksem, ver voor haar de dreef was ingelopen en dat ze, gevolg gevend aan een vreemd voorgevoel, hem juist op tijd teruggeroepen had.

    Teruggeroepen, opdat nu zou gebeuren wat toen al opgetekend stond.

     

    Het is duidelijk, het is vooral Gilliams geweest – die in een beginfase zijn wijze van schrijven sterk zou beïnvloeden. Zonder Gilliams had hij misschien nooit die dringende behoefte gekend. Maar het kan echter slechts een korte inleiding zijn geweest, het schrijven zat hem in de genen.

     

    Dit zijn verre gebeurtenissen die hij thans oproept: de bootjes op het water, de dreef naar het landgoed en zijn kleine hand in de hand van moeder. Alle gebeurtenissen uit het zorgeloze landschap van zijn jeugd, waarvan hij
    nu het voor-altijd-voorbij-zijn ondergaat in deze oude kamer waar hij zit voor de open haard waar het hout nog ligt te vunzen, even nog, zoals de herinneringen die hem bezoeken.

    Er zijn er echter ook, waarop hij niet wenst in te gaan en te herbeleven. Duiken deze op, en weinig is er nodig, ze worden in de kiem gesmoord, alsof ze nimmer waren geweest of dan toch niet zoals ze zich hadden voorgedaan. Want heel wat was er dat zijn ouders, dat zijn broers en vrienden niet goedkeurden en dat hij zich verwijten kon.
    Het was een heel pak dat daar ergens lag opgestapeld, zoals James Joyce in zijn Ulysses het wist als hij schrijft:

     

    There are sins or (let us call them as the world calls them) evil memories which are hidden away by man in the darkest places of the heart but they abide there and wait.

     

    Negatieve herinneringen dus, opgeslagen in de verste plaatsen van ons hart, die op de loer liggen, wachtende, klaar om op te duiken.

     

    Maar als rijper man waren er mooie, troostende zaken die hij wel kon terugnemen. Er was zijn verliefdheid en zijn huwelijk, er waren de kinderen, er was de zelfstudie die hem toeliet een ambt te bekleden waar hij enorme voldoening in kende, al was er ook de ziekte, met de dood op de drempel die gelukkig wachtte om toe te slaan. En dan, wat hij als normaal beschouwen kon, het tanen van de verliefdheid en het wegdromen in een andere, onbereikbare wereld, zoals in de droomwereld van zijn landgoed, een droom die hij nu half verwezenlijkt zag in die oude woning van hem gelegen aan de rand van een bijna ontoegankelijk bos met wegen, toegesnoerd met bramen en varens, zoals het omheinde bos van vele hectaren waar Houellebecq het over heeft in de laatste hoofdstukken van zijn boek dat hij met veel voldoening gelezen had.

     

    Vele herinneringen blijven aldus kleven aan de dingen en duiken plots op in kleine, onooglijke gebeurtenissen, als een glas wijn gehouden naar het licht, waar hij soms zijn overleden broer in terugziet; een lege stoel op een terras, een liefdeslied van Grieg, maar dit alles krijgt, nu hij erover schrijft, een zwaarte die hem stil maakt, krijgt nu een andere inhoud, woorden die zich verslingeren in woorden en andere zaken oproepen die ooit beelden waren of dromen waaruit we allen bestaan, de grote zwijgende massa van de dingen die voorbij zijn.

     

    *

     

    01-10-2011, 00:23 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    26-09-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Adem van de Dagen (6)

     

     

     

    Ugo heeft zijn dagboek bijgehouden, schrijvend in zijn page-a-day diary van de Economist - waarvan het papier zacht is op de rectozijde en korrelig op de versozijde, en dit met zijn pen,  met inkt,  lie de thé van ‘J.Herbin depuis 1670’, die er licht krassend maar o zo vloeiend over glijdt, en hierbij denkt hij aan de grote Umberto Eco die in zijn ‘In de Naam van de Roos’ ons meldt dat hij de geschiedenis van Adson van Melk neerschreef in een paar grote schriften van de Papeterie Joseph Gilbert waarin het zo prettig is te schrijven als de pen zacht is.

    En het schrijven in zijn dagboek is een even grote vreugde geweest voor hem en die vreugde is gebleven, zoals het een vreugde moet geweest zijn voor Umberto Eco. Eigenlijk is het meer dan een vreugde het is een noodzakelijkheid, het schrijven is voor hem een ziekte, een drug geworden.

     

    *

     

    Als hij dan terugdenkt aan zijn droomlandgoed uit zijn jeugd - het is ook dit van zijn jongste broer geweest - gelegen aan de rand van een bos dat eens park was en waar het licht opkomt, is hij deze morgen de knaap van tien, twaalf, veertien jaar. Hij heeft geen globaal beeld meer van die knaap van toen, maar hij weet wel dat het uitzicht van park en landgoed totaal verwilderd was. De gracht er omheen dichtgegroeid met els en struikgewas, met varens en mossen, met waterplanten en salomonszegel terwijl verdorde takken en omgewaaide bomen het nog verder in de tijd duwden.

    Er hing een sfeer van geheimzinnigheid over erf en park. Mede doordat de bewoners ervan leefden als kluizenaars scheen het, alsof het geheel gestold lag in de greep van de tijd. Was het alsof de geest van de geslachten die er geleefd hadden nog tussen de bomen hing en het landgoed als een eiland boven de aarde dreef.

    Als knaap werd hij er als het ware naar toe gezogen en op een namiddag was de roep ervan zo groot dat hij het gewaagd had, over de uitgedroogde gracht die rook naar modder en rottende bladeren, die rook naar de kamperfoelie aan zijn mond, het park binnen te dringen tot de witgekalkte muren van een prieeltje, in wat eens de achtertuin van het vroegere kasteel, zal geweest zijn.

    Hij had binnengekeken door het raam om een fractie lang te staren in de wijd open ogen van een halfnaakte vrouw met donkere haren in slierten over haar bezweet gelaat, en over haar gebogen de rug van een man.

    Hij was toen hals over kop weggerend, de handen voor zich uit, zijn adem schreeuwend in zijn borst en hij was blijven lopen tot de eerste huizen van het dorp, om dan in een brede zwaai, langs een veldweg terug te keren over de boomgaard naar het ouderhuis.

    Moeder dacht dat hij gevochten had toen ze de klonter bloed zag op zijn wang, maar hij vertelde dat hij in de bramen was vast geraakt. Van het koppel repte hij met geen woord en zeker niet wie hij gemeend had te herkennen.

     

    Nu vraagt hij zich af of dit voorval geen inbeelding is geweest, of tal van feiten die hij zich herinnert wel werkelijk hebben plaatsgevonden; of het wel zo is geweest dat er, toen ze op een avond aan het spelen waren op de weide, een man voorbijkwam op de fiets die hen toeriep dat drie mannen verdronken waren in een waterput; of het wel echt was dat hij op een dag aan de rand van het bos een vuursalamander had gedood - er werd verteld dat een beet ervan giftig was - en dat hij daarna de moed had gehad zijn vinger te plaatsen op het roerloze, koude, geel-zwarte vel.

     

    Maar werkelijkheid of niet, deze beelden of waren het dromen, en vele andere blijven hem bezoeken, krijgen een nieuwe omkleding, een lossere inhoud en vervagen, en van de vrouw en de man die de liefde bedreven in het prieel gaat nu geen verwarring meer uit zoals dit vroeger, lang het geval was geweest.

    Ook, omdat hij heeft lief gehad op vele plaatsen: in het rijpend koren - waar hij Knut Hamsun las - in het wilde gras, tussen de bloeiende brem die woekerde rond dolmen en menhirs; in het ochtend bed van een voor hem opengelaten woning en op zovele andere plaatsen, getuigen van het leven dat opspringt, onhoudbaar, oncontroleerbaar, en dit herdacht en herschreven.
    Of de totaliteit ervan die verstrengeld ligt in de knaap en de man die hij geweest is, samengebald in die ene, zich steeds hernieuwende herinneringen.

    En als hij een beeld aanraakt daagt een ander beeld op, wordt het een snoer van herinneringen die elk hun beurt willen krijgen. Echter hoe komt het dat er gebeurtenissen zijn die verder zijn doorgedrongen en zich dieper in hem hebben vastgehecht en andere die zich oplosten en bijna
    totaal vervaagden.
    ...

     



                          

    26-09-2011, 03:33 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    22-09-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Adem van de Dagen (5)

     

     

     En dan, wat zijn boek betreft, is er wat Rupert Sheldrake schoorvoetend waagt voorop te stellen
     - hoewel Sheldrake bekent deze idee niet te propageren - als zou het heden vanuit de toekomst 
    worden beïnvloed.

     

    Hij kan ermee akkoord gaan, want hij heeft meer en meer het gevoel dat, zoals een verloren graankorrel tussen de stenen plots is gaan ontkiemen, het boek hem zijn wil oplegt. Dat het in potentie al bestaat, zoals hemel en aarde in potentie bestonden op het einde van de ‘zesde dag’, maar nog niet geschreven of nog niet voltooid.

     

    Hij kan zonder schroom verhalen dat het boek hem een ritme wil opleggen dat even hoog ligt dan de duizend woorden die Anthony Burgess, zoals hij eens las, elke morgen schreef voor hij neerzat aan de ontbijttafel. Maar dit geeft een probleem want het is een ritme dat te hoog ligt voor zijn jaren.

    Zelfs al heeft hij het gevoel vele gegevens en impressies in hem opgestapeld te weten, en wel zo dat hij deze niet meer intomen kan, dat ze uitpuilen en dat hij het uitzwerven ervan, over het grasveld, over de bomen, over de huizen van het dorp, over de maagdelijke bladen papier, niet meer tegenhouden kan.

    En toch zal hij geen notaboekje aanleggen met de structuur erin van wat hij zeggen wil, zeker niet zoals de grote Mulisch het heeft gedaan voor het schrijven van zijn ‘Ontdekking van de Hemel’; hij zal evenmin een doos gaan openen met brieven erin en een andere met foto’s, beide uit een ver verleden, zoals Serge Doubrovsky[1]. Neen, hij zal zich laten overvallen door het woord en het nemen zoals het komt, met flash backs naar dingen die waren of hadden kunnen zijn en met zaken zoals deze morgen, heet van de naald.

     

    De gang van zaken in zijn leven is niet uitsluitend afhankelijk van hem zelf - hoe groot is onze vrijheid van handelen wel? Het is hij niet alleen die beslissen zal over elke wending die zijn verhaal neemt of zou kunnen nemen. Het zal, zoals Sheldrake het vermoedde, meestal vertrekken vanuit de toekomst, waar alles al geformuleerd staat, maar waar hij nog niets vanaf weet.

    Vandaag zal dit zo zijn en morgen en overmorgen. Het verhaal, als er een verhaal is, zal hij volgen zoals het komt en dit is het enige dat hij nog te volbrengen heeft.

     

    Hij ziet dus de inbreng van het omringende in de gebeurtenissen als heel belangrijk. Soms ligt het in de lijn van de verwachtingen, soms is dit totaal onverwacht. En dit laatste gebeurt maar al te vaak opdat hij hierin niet een mysterieuze interventie zou zien.

    Nu, (vermeende) toevalligheden te zien als mysterieus betekent helemaal niet dat hij zich aanmelden wil als een uitverkorene. Gedachten die onverwacht opduiken overkomt elk van ons, maar niet iedereen is er telkens ontvankelijk voor, ook hij niet, om in te spelen op de stootkracht, we noemen het ook inspiratie, die er van uitgaat.

    Neen, er lopen geen uitverkorenen rond op aarde. Als er dan toch uitverkorenen zouden zijn dan is het hoofdzakelijk omdat ze meer dan de anderen open staan om die onzichtbare tekens die ons aanzetten tot een creatieve prestatie als een soort verplichting te interpreteren, zij die deze tekens als dusdanig aanvoelen, noemt Houellebecq[2] des artistes.

     

    Er kan ook nimmer een uitverkoren volk zijn geweest. Als er ooit een volk is geweest dat gemeend heeft zich aldus aan te kondigen, dan berust dit op feiten die in ons derde millennium, een andere verklaring meekrijgen.

    Neen, hij is zeker geen uitverkorene, als autodidact kent hij teveel de twijfelgevoelens als hij ‘s morgens gaat herlezen wat hij de avond ervoor zo goed dacht te hebben geschreven. Maar het gevoel van het geïnspireerd zijn is soms aanwezig in zijn handen onder de lamp, soms aanwezig in de muziek die de woonkamer bemeubelt en nu en dan, als zijn pen stilvalt, doordringt tot hem - lijk de flarden walsmuziek in La Valse van Ravel binnenstromen in het park telkens de deur van de balzaal opengaat – en, meent hij te weten, dat deze inspiratie herkomstig moet zijn uit zijn verwevenheid met de toekijkende kosmos, en ook uit de boeken die hij las en hem omringen in hun rekken en, dat dit alles verstrengeld ligt met zijn eigen verworvenheden en bevrucht wordt met het stuifmeel van de weemoed om het onherstelbaar voorbij zijn van zijn jeugd.
     

    Als hij erin slaagt dit te verwoorden dan zal hij zich voelen als uitverkorene, zonder een uitverkorene te willen zijn of genoemd te worden.



    [1] Serge Doubrovsky: ‘Un Homme de passage’, Grasset & Fasquelle, 2011

    [2] Michel Houellebecq : La carte et le territoire, Flammarion, 2010

    22-09-2011, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Archief per week
  • 22/04-28/04 2024
  • 15/04-21/04 2024
  • 08/04-14/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 25/03-31/03 2024
  • 18/03-24/03 2024
  • 11/03-17/03 2024
  • 04/03-10/03 2024
  • 26/02-03/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 12/02-18/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 29/01-04/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 15/01-21/01 2024
  • 08/01-14/01 2024
  • 01/01-07/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 16/10-22/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 02/10-08/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 18/09-24/09 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 04/09-10/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 21/08-27/08 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 07/08-13/08 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 17/07-23/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 03/07-09/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 13/03-19/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 25/12-31/12 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 21/11-27/11 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 10/10-16/10 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 01/08-07/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 04/07-10/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 13/06-19/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 16/05-22/05 2022
  • 09/05-15/05 2022
  • 02/05-08/05 2022
  • 25/04-01/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 11/04-17/04 2022
  • 04/04-10/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 07/03-13/03 2022
  • 28/02-06/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 14/02-20/02 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 17/01-23/01 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 26/12-01/01 2023
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 08/11-14/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 19/07-25/07 2021
  • 12/07-18/07 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 28/06-04/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 31/05-06/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 19/04-25/04 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 29/03-04/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 16/11-22/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 07/09-13/09 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 25/12-31/12 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 24/12-30/12 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 29/11-05/12 -0001

    Archief per maand
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 11--0001

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs