Geschriften
Inhoud blog
  • Afscheid
  • Opgenomen.
  • Hoe ik er sta, vandaag?
  • Waar ben ik mee bezig?
  • Gesprek op zondag.

    Zoeken in blog



    28-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Stephen Hawking in Leuven


     

    Why are we here, and where do we come from?

     

    Twee vragen waar Stephen Hawking zijn uiteenzetting in de aula van de KUL[1] mee begon en er ook mee eindigde. Tussenin vertelde hij hoe hij dacht dat het Universum begonnen was en hoe het geworden was wat het is, uitdeinend en met zwarte gaten.

     

    Maar op de twee vragen hierboven, en op de vraag wat er was vóór de Big Bang - of waarmee God bezig was vóór Hij aan zijn schepping begon - had hij geen antwoord. Misschien omdat het een onnodige vraag is,. we zijn hier en het Universum is er. Maar wat kunnen we er in meer over vertellen.

     

    Vraag één: ‘Why are we here?’

     

    We zijn hier om te getuigen. Om te getuigen van het bestaan van het Universum. Waren wij er niet dan is er niemand, om ook maar één vraag te stellen over het ontstaan van ons Universum. Het zou een Universum zijn  zoals de strook grond tussen de twee Koreas, of zoals het omheinde bos van Houellebecq in zijn ‘La Carte et le Territoire’, er is daar niemand om van binnen in te zeggen dat deze met bomen begroeide gronden bestaan.

    Ze bestaan enkel omdat wij er zijn om het te weten - de ene strook in realiteit, de andere in het boek van Houellebecq - indien wij er niet waren om, van buiten uit, te zeggen dat ze bestaan.

    En wat kan de betekenis zijn van een Universum als de mens er niet is om te getuigen van het bestaan ervan en te zoeken naar de oorsprong en de toekomst ervan en hoe het zich gedraagt?

     

    En vraag twee: ‘where do we come from?’

     

    Ik heb altijd gehoord dat we de stof van sterren zijn, of dat we uit de oceanen zouden gekomen zijn, tenware we, zoals Fred Hoyle en N.C.Wickramasinghie in hun ‘Evolution from Space’[2] het vooropstellen, dat de complexiteit van het leven op aarde niet veroorzaakt werd door toevallige processen, maar herkomstig uit de Kosmos en dat het leven in een hoge graad van informatie al bestond vóór de aarde bestond, zodat de aarde leven binnenkreeg dat al in een ver gevorderd stadium verkeerde, met de biochemische problemen al opgelost.

    Is dit een antwoord op de vraag van Hawking, in elk geval geen antwoord dat zou volstaan voor Karl Popper, maar het biedt een mogelijkheid.

    Ik onthoud ook van Hoyle en zijn collega – en ik kan er goed mee leven - dat de ’Kosmische Intelligentie’ er van in den beginne moet geweest zijn, wat heel wat vragen zou oplossen.

     

    En om nog even op de eerste vraag terug te komen, ‘Why are we here’, deze vraag hoeft geen antwoord.

    Of er nu een Universum is of niet, een Kosmische Intelligentie is of niet, beide veronderstellingen hebben niet het minste belang ware het niet, dat ook de mens er is, de mens die toekijkt en weet dat hij toekijkt op wat voor hem het Universum is.

     

    En als u het weten wilt – maar ik heb het al geschreven[3] – Dante legde het antwoord op de vraag, Why are we here, in de mond van Beatrice, het antwoord dat hij moet gehoord/gelezen hebben van een Arabische filosoof, van voor zijn tijd, die in Murcia woonde en er zijn hart verloren had


    [1] Op 25 oktober. Er waren echter (slechts) 3.000 toehoorders in het park en 1.000 in de aula en niet, samen 7.000 zoals gemeld in mijn Blog van           26 oktober

    [2] Fred Hoyle and Chandra Wickramasinghe: Evolution from Space, Ed. J.M.Dent & Sons, London, Toronto, Melbourne, 1981

    [3] Zie mijn Blog van 25 september

    28-10-2011, 05:49 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    27-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Adem van de Dagen (11)

     

    Herfst, een zondag met veel zon en veel wind. Het bos dichtbij, een symfonie van geluiden. Een wilde wereld zoals hij het bos kende van vroeger als hij er in rond dwaalde om deel te zijn van de geuren van het bos, van het leven van het bos, het bos dat zijn jeugd was, zijn blijheid, zijn kracht, zijn toevlucht als hij nood had aan lucht en openheid.

    Eens, wat hij zich nog altijd herinnert, kwam hij alleen terug van een toneelvoorstelling of film in het nabijgelegen W. Het was nacht of toch diep in de avond. Hij moet toen achttien geweest zijn. Hij had de gewone baan verlaten en had de kortere weg door het bos genomen. Er stond een wind, heviger dan nu. En wellicht was het om deze reden dat hij de weg door het bos had genomen. Hij was verbaasd geweest door het plotse geweld van takken lijk armen die hem grijpen wilden, geluiden die van alle kanten kwamen, een vreemde wereld van stemmen en geschreeuw die zich op hem stortte, en hij doorheen de slingering van takken, de vluchtende wolken zag die voor de maan schoven. Hij kon bij momenten amper vooruit, maar hij voelde dat hij leefde, dat hij de kracht had om de wind het hoofd te bieden.
    Grote ogenblikken van de jeugd in hem, van zijn roep tegen de wind in, tegen het leven in. Een simpel gebeuren dat hem, om een of andere reden is bijgebleven en hem bijblijven zal, de stemmen, de zwiepende takken, zijn luide schreeuw.

     

    En vandaag bij een  wind die zijn jonge jaren was geweest, had hij de kinderen uitgenodigd en was hij gisteren al met de voorbereiding van het maal begonnen.

    In de winkel van het dorp had hij twee kippen besteld, de bazin had hem gezegd van welke boer ze kwamen. Hij had die in stukken gesneden en bruin gebakken in de olijfolie. Had er daarna allerlei kruiden aan toegevoegd, thymus, rozemarijn, salie, laurier, jeneverbes geplet, sjalot, groene en zwarte olijven, met stukken tomaten en pepers, en had alles overgoten met een licht van ouderdom vergeelde wijn.

    En dit stond nu op een klein zacht vuur. De ganse keuken rook ernaar, het ganse huis. Hij had eerst gedacht de rijst toe te voegen aan het geheel maar dan vond hij het beter de rijst afzonderlijk te koken en op te dienen gemengd met kleine stukjes half rauwe groenten.

    Gisteren ook had hij de tafel afgeruimd die vol met boeken en papieren lag en een groot wit laken gelegd over de verlengde tafel. Met dertien, kinderen en kleinkinderen waren ze, maar allen zouden er de afwezige aan toevoegen. Hij had de mooiste borden en glazen genomen en het zilveren bestek met kaarsen in hun houders. En met de laatste flessen ‘Pinot noir-sainte Anne' die hij nog over had, wist hij dat het goed was, en zo voelde hij het aan als hij nog even neerlag op de sofa, voor de vlammen van de haard waar de wind in joeg.

    Hij lag er naast de hoge, oude Luikse bollenkast, een levende aanwezigheid, een gezel die hem zegde dat alles perfect was. Die hem zegde dat hij even de ogen sluiten mocht, dat hij nog een uur had voor ze kwamen, en er was een begin van moeheid dat zijn lichaam was.

    Het was toen dat ze binnenkwam dwars doorheen de muren van de kamer. Ze kwam binnen, hij was zelfs niet verwonderd, in een lang donker kleed met een witte doos in haar handen, de bodem ervan gevuld met bloemen en bladeren, de doos die ze neerzette op de tafel naast de in leder gebonden delen van de oude Dictionnaire Théologique en ging neerzitten aan de tafel voor hem waar hij aan het schrijven was.

    Hij zag hoe ze een voor een de bloemen nam, het steeltje afsneed tot juist onder de bloemkroon, zoals ze het altijd had gedaan en daarna de bloem plat duwde alvorens deze zo voorzichtig het maar kon, op te sluiten tussen de vergeelde bladeren van het boek in haar hand. Hij zag de zorg die ze eraan besteedde, alsof het kleine schatten waren die ze wegborg. Hij zag hoe ze van sommige bloemen meeldraden en stamper verwijderde om die afzonderlijk op een andere plaats in het boek te leggen. Kleine gemeten bewegingen. Hoe stil ze was, hoe doorzichtig bijna. Hij zag de traagheid van haar handen in het licht, terwijl onder het donkere kleed, in de diepte van haar lichaam, de ziekte knaagde aan haar, woekerde in haar.

     

    ‘Er zijn geen bijen meer’ zegde ze, ‘vorig jaar gonsde het van bijen en waren er vlinders en libellen, nu zie ik er geen meer, hoogstens één enkele hommel in de ganse tuin’.

    Haar stem kwam van heel ver, het was alsof ze neuriede. Hij zag hoe vreemd ze het greintje leven hield dat ze nog haalde, een ietsje meer dan het leven in de geknipte bloemen die ze drogen wilde. Hij zag alles van haar, van wat hij nimmer had opgemerkt, alsof het pas nu opgemerkt kon worden, al wat was van de wereld om haar en de wereld in haar.

    Hij vroeg of hij haar kon helpen.

    ‘Ja’, zegde ze, ‘ja, ik geraak er niet meer wijs uit, wat doe ik eigenlijk? Leg de bloemen en de bladeren tussen de bladen van de boeken, zoals ik het heb gedaan, ik ga me wat neer leggen boven, ik kan het niet meer, trouwens’, en haar stem brak, ‘wat nut heeft het nog’.

     

    Het heeft nut, Bea, wou hij antwoorden, het helpt je te leven, maar hij was wakker geschoten, verdwaasd om zich heen kijkend met woorden op zijn lippen, woorden die zich bleven herhalen, het heeft nut, het heeft nut. Maar de kamer was leeg van haar, alleen de grote donkere bollenkast die keek naar hem, vragend.

    Ja, zegde hij, luidop, ik heb gedroomd en dan wat? Maar, was het wel zo, was het een droom geweest, of was ze in de kamer?

    Beatrice, ben jij het, ben jij het?

    Hij wist de kamer boven met een muur vol met kadertjes die ze gemaakt had, en kadertjes ook verspreid over de woning. Gedroogde bloemen en stukjes plant, eigenzinnig geschikt maar met veel structuur in de compositie, gekleefd op een wit blad, met in minuscuul geschrift haar naam eronder, Bea, meer niet.
     

      

    *



                    

    27-10-2011, 20:32 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    26-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gefilosofeer



    De Kosmos is één en is beweging. Beweging naar buiten, Hubble’s law, en ook beweging naar binnen, kennis
    beweging binnenin het spirituele, wat neerkomt op het verwerven van een steeds maar duidelijker
    beeld van het Absolute van het Zijn.

    De beweging is er, onmiskenbaar en in de twee richtingen exogeen en endogeen, in volume en in de diepte.
    Het kan dat die beweging er is opdat de spirit in de mens, ervan de weerspiegeling, ervan het doel zou zijn.

    Dit zou dan het grote wonder zijn, dat rakelings loopt langs de zin die hij enkele tijd geleden terugvond in zijn dagboek, overgenomen, stond erbij, uit l’Express. Een losse zin van enkele woorden slechts. Maar een zin om
    erover te mediteren, omdat hij, geplaatst in het licht van het dagelijks wereldgebeuren, er Eifeltorens boven uitsteekt.
    En hij wil die zin hier herhalen:

    Jamais dans l’histoire de l’humanité, il n’y a eu autant de savants à l’écoute de l’univers. Et leurs moissons célestes nous confrontent à un cosmos vertigineux, qui aurait peut-être été programmé pour finalement produire l’homme.

    Een kosmos geprogrammeerd om de mens en de geest in de mens voort te brengen en te laten groeien in de richting van het Absolute, wat dit Absolute ook moge zijn. Het Omega van Teilhard de Chardin?

    Of, wat ware er van de kosmos, indien de mens er niet was om er over na te denken. Er zou geen Stephen Hawking geweest zijn die ons (7.000 toehoorders in Leuven) gisteren kwam vertellen, hoe die kosmos er kwam en hoe hij is.
    Ik vraag me echter af of hij in zijn rede de (geest van de) mens centraal heeft gesteld?


     

    26-10-2011, 07:32 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    25-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat de dag soms brengt

     

    Wat de dag soms brengt.

     

    Dag aan dag ben ik in mijn Blog geconfronteerd met mezelf. Ontleed ik mijn handelingen, mijn gedachten. Ontleed ik de gebeurtenissen omheen mij. Ontleed ik in hun geschriften, de gedachten en handelingen van anderen.

    Sommige dagen overheerst duidelijk het mystieke, het religieus-metafysische, om op andere dagen rationeel en soms agressief te zijn. En ook gebeurt het dat totaal verschillende elementen samenkomen in een voor mij wondere mengeling.

    Men zegt dat dit iets te maken kan hebben met mijn de stand van mijn bioritmes – intellectueel, emotioneel en fysisch - die gedurende een aantal dagen opgaande zijn of afdalend, om van tijd tot tijd eens alle samen op een hoogtepunt te komen afgewisseld met hun samenkomen op een laagtepunt.

      Er is dus in mij een wereld van positieve, neutrale en negatieve krachten aanwezig die me aanzetten dit te doen of dat te laten, dit te interpreteren als hoogstaand, en dat als minderwaardig, maar hoe die krachten bepalend zijn voor wat ik schrijf en niet schrijf, is voor mij een raadsel.           

     

    Vandaag las ik de column van Luuk Gruwez omdat hij zich gewaardigt te schrijven over, wat aartsmoeilijk is, een dichtbundel. En erover te zeggen wat er kan over gezegd worden en te zwijgen wat beter gezwegen wordt. Ik begin zijn stijl te kennen, meticuleus tot op het bot, eruit halend wat er niet in staat en met veel goede wil een idee opsnuivend, dat er eventueel zou kunnen in aanwezig zijn. Wel wetende hoe moeilijk het is een goed gedicht te schrijven, en nu ook met zijn bespreking van de bundel van Toon Tellegen.

    Hij heeft al een punt als hij het ‘Filosofie in negligé’[1] noemt en met een indeling komt als: ‘Bakkeleien met woorden’, ‘Kunnen en niet kunnen’, ‘Het grote blauwe niets’. Wat dan handelt over woorden met een willetje, over de lezer en over de schrijver en hierover te zeggen wat er kan over gezegd.

    Al hoewel, het hier en ook in de Standaard overgenomen gedicht, iets heeft, het blijft hangen. En Gruwez heeft het uitgekozen omdat het hangen en vallen blijft.

     

    ‘want telkens hij niet over liefde schrijft,

    wat een enkele keer gebeurt,

    opent zich een afgrond voor hem,

    net groot genoeg om in te vallen

    en de lezer komt binnen, ziet hem vallen,

    springt hem achterna.

     

    Vreemde poëzie is het, alsof poëzie alles kan zijn als de woorden maar beelden zijn met een boodschap, en de lezer, schrijft Gruwez, en hij zal het wel weten: ‘Hij kan de dichter zowel naar het niets als naar het leven volgen’.

     

    En wat even veel poëzie moet zijn, brengen de tekeningen, door vader Boris Tellegen, aan de gedichten toegevoegd. Dit is toch de idee van Luuk Gruwez.

     

    *

     

    Ik heb beslist mijn Blogs van het begin van het jaar tot en met 30 juni, op 1 november uit de ether te halen. Niemand leest die teksten nog. Het zal dus een zuivering zijn, want alle begin is moeilijk heb ik eens gelezen als eerste zin in een beroemd boek, dat in ons Vlaanderen een eerste prijs haalde. Dus het zal ook zo wel zijn.

     

    *

     



        [1] De Standaard der Letteren van 21 oktober 2011.

    25-10-2011, 00:14 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    24-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nog steeds de euro

     

     

    Geknipt uit de Standaard van 21 oktober:

     

    ‘In de wandelgangen klinkt het dat de contouren van het uiteindelijk compromis almaar duidelijker worden. Het idee van een noodfonds als verzekeraar, waarbij het obligaties van probleemlanden voor een stuk garandeert, lijkt het meest waarschijnlijk. Zo moet er niet meer geld in het fonds, maar wordt het effect wel fors vergroot.

    Het scenario van het noodfonds dat uitgebouwd wordt tot een bank die dan bij de Europese Centrale Bank geld kan lenen, is uitgesloten. Ondanks het pleidooi woensdag van Sarkozy.’ (adg)

     

    Deze zienswijze strookt gedeeltelijk met wat ik verwerkt heb in mijn Blog van 18 oktober. Maar ik zag het Fonds niet als geldontlener bij de Europese Centrale Bank. Neen, voor mij was het

    1. Een instelling (Fonds, Bank) met een kapitaal dat wordt ingebracht door de landen van de Euro-zone, elk naar hun vermogen. De inbreng in het Fonds is dus een inbreng in het kapitaal van de Instelling. Dit is een noodzakelijke voorwaarde.

    2. Deze Instelling garandeert de terugbetaling op de vervaldag van de openbare schuld van alle landen van de Euro-zone. Deze openbare schuld krijgt aldus de waarde van Eurobonds. Maar dit geldt enkel voor de openbare schuld bestaande tot en met een bepaalde datum.

    Schulden aangegaan na deze datum krijgen die waarborg niet.

    3. De vervaldag, van de op die datum bestaande schuld (de gewaarborgde schuld) wordt in kaart gebracht en ter beschikking gehouden van elke geïnteresseerde.

    4. Er zijn landen, Griekenland, die zullen beroep doen op de waarborg van de Instelling. In deze gevallen is het de Instelling die de dienst waarneemt en het kapitaal terugbetaalt (Quid de intresten?).

    5. Elk land van de eurozone kan beroep doen op de Instelling, en de uitvoering van de waarborg vragen voor de terugbetaling van een deel of de totaliteit van hun openbare schuld.

    6. Evenwel, elke terugbetaling gedaan door de Instelling, voor een land van de euro-zone wordt ingeschreven in een ‘Grootboek van de schuld t.o.v. de landen van de euro-zone die kapitaal hebben ingebracht’.

    Er worden dus geen schulden kwijtgescholden, hoogstens heeft er een verschuiving in de tijd plaats, wat de terugbetaling aan de Instelling betreft.

    7. De banken worden niet verzocht aan schuldafbouw te doen.
     

    Dit is de kans om de euro te redden - er zijn er geen drie - tegen een aanvaardbare kostprijs, te betalen door Europa, omdat ze niet tijdig hebben ingezien dat de Griekse Openbare schuld tot abnormale hoogtes aan het groeien was. Als bank zou ik hier mijn bedenkingen bij hebben. 

    Om dan maar niet te spreken van de Griekse minister van Financiën, hoe durft die zich tonen in Brussel.                                                                                                                                                                                                

     

    24-10-2011, 06:49 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    23-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Honderdduizend Woorden en de Euro

     

     

    Ik schreef, in de periode van 15 januari tot vandaag, honderdduizend woorden. Ik wil er even bij stilstaan al vrees ik sterk - en ik lig er wakker van - dat ik maandag in de kranten lezen zal ‘Griekenland keldert de euro’, of wat nog erger zou zijn ‘Griekenland keldert de landen van de euro’.
     

    Ondertussen wijzigt zich niets in onze dagelijkse gedragingen, de muziek op de radio is nog altijd wat ze vroeger was, de fuiven blijven doorgaan en morgen, om tien uur zal de finale van de rugbymatch tussen Nieuw Zeeland en Frankrijk worden gespeeld maar, waar de regeringsleiders zich op dat uur zullen over buigen is andere koek.

    Echter het leven gaat verder. Laat me dus iets vertellen over de 100.000 woorden die ik schreef.

    Gemiddeld betekent dit minder dan 400 woorden per dag. Veel is dit niet, een schrijver stopt niet met minder dan duizend woorden. Burgess schreef die voor zijn ontbijt en ik weet, bij ondervinding, dat dit de enige manier is om aan duizend woorden te komen.

    In feite is het niet het schrijven zelf dat een probleem is, een probleem is over wat ik ga schrijven vandaag, of vannacht, of morgen.

    Mijn Blog van gisteren lag al een paar dagen klaar, maar hij werd telkens verder geschoven omdat ik een beter onderwerp dacht te hebben. Van morgen - het is midden in de nacht à cause de l'euro – komt mijn verhaal neer op een soort bezinning en kijk ik naar het aantal bezoekers van mijn Blog dan haal ik een dagerlijks gemiddelde van dertig bezoekers – of het ook lezers zijn weet ik niet – maar reacties, nada.

    IK ben dus maar een solist die piano speelt in de maneschijn en of er luisteraars zijn of niet, ik speel om te spelen. Meer is het niet en eigenlijk hoeft het niet meer te zijn, ik ben het die er vreugde aan beleeft, de vreugde van het schrijven.

    Maar vannacht liggen er heel wat regeringsleiders wakker, terwijl ik mijn vrees om wat er beslist gaat worden verdrink in wat woorden, in meer.

     

    23-10-2011, 03:12 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    22-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Moody's et la note Aaa de la France

     

     

    Le Monde van een paar dagen terug : ‘L’agence Moody’s décide de ‘surveiller’ la note Aaa de la France’.

     

    Het agentschap Moody’s geeft zich drie maanden de tijd om de economische situatie van Frankrijk te evalueren en te beslissen of de derde A in de rating behouden blijft en Frankrijk aldus niet gedegradeerd wordt tot de AA1 van België bijvoorbeeld.

    Onder de AAA landen heeft Frankrijk de hoogste overheidsschuld, 85,4% van het BBP, tegenover 52,5 % voor het gemiddelde van de AAA landen. Het deficit over 2011 bedroeg 5,7%, tegenover 2,2% voor de AAA landen.

    Voor 2011 wordt een stijging voorzien van 1,75% van het BBP, maar deze cijfers moeten nu herzien worden en herleid tot hoogstens 1,5% (+2,4% voor AAA landen). Belangrijk is ook te weten dat 66,2% van de openbare schuld van Frankrijk in het bezit is van buitenlanders.

    De daling van de Franse rating zou een nieuw dreun betekenen voor de geloofwaardigheid van de Eurozone, Frankrijk schijnt zich hiervan bewust te zijn en zoekt maatregelen om te anticiperen op een daling van het cijfer van de groei van haar BBP.

    De toestand van België is ook op het nippertje, de Belgische schuld van de federale overheid bedroeg volgens de laatst gepubliceerde cijfer 357 miljard Euro, zijnde meer dan 100% van het BBP.
    Deze cijfers werpen een donkere schaduw op de aan gang zijnde regeringsonderhandelingen.

     

    En als u soms liquiditeiten zou hebben om te investeren in Overheidsfondsen, ziehier ‘la calificación crediticia segùn la agencia Moody’s, gepubliceerd in El País van 8 oktober.

     

    Aaa : Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittannië, Canada, USA.

    Aa1   : België,

    Aa2   : Spanje,

    Aa3   : Japan

    A2      : Italië en Polen

    Ba1    : Ierland

    Ba2    : Portugal

    Ca     : Griekenland

     

    Wat de kwaliteit van de rating betreft:

    Aaa = óptima

    Aa1, Aa2, Aa3 = alta

    A1, A2, A3 = buena

    Baa1, Baa2, Baa3 = satisfactoria

    Ba1, Ba2, Ca = cuestionable

     

    Dit wat Moody’s hierover weet te vertellen. S&P en Fitch liggen practisch op een zelfde lijn, behalve S&P die de USA maar een AA+ geeft.

     

    *

     

    Nog over mijn Blog van 18 oktober.

     

    De idee die ik lanceerde in mijn Blog van 18 oktober was een idee die al in de lucht hing. Ik lees in Le Monde (page 10) van 21 oktober, van François Bayrou, le président du MoDem:

     

    ‘La crise, avec la surveillance par Moody’s de la note Aaa de la France, menace plus que jamais. Jugez-vous bonne la politique menée par Nicolas Sarkozy ?

    Il y avait une chose à faire, le premier jour, qui n’aurait pas coûté cher et qui aurait arrêté la crise. Il suffisait que l’Union européenne affirme que la dette contractée jusqu’à ce jour par les Etats de la zone euro était garantie par les Etats de la zone euro. La France aurait dû défendre cette thèse. Cela aurait rétabli la confiance et n’aurait pas coûté le prix exorbitant que la défiance généralisée va nous obliger à assumer.’

     

    Dit was ook de draagwijdte van de idee die ik naar voor heb gebracht, omkleed met wat meer details.

    En ik geloof dat wat François Bayrou in Le Monde vooropstelt de enige goede en minst kostelijke oplossing is, op voorwaarde dat de banken niet verplicht worden de helft van de schuld kwijt te schelden aan de landen in moeilijkheden - moeilijkheden die ze zelf gezocht hebben.
    Neen, elke schuld geavaliseerd door de euro-zone en afgelost door de landen van die zone ( door het Fonds bv.), moet ingeschreven worden in de boeken van het Fonds, het merkteken - hun erfzonde - door die schuld nagelaten moet indachtig gehouden worden en, druppelsgewijze, al was het twintig jaar later, terugbetaald aan de landen van die zone.

     

    22-10-2011, 06:34 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    21-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jung en synchroniciteit

     

     

    Over Jung vond ik, bladerend in vorige geschriften, volgende verhalen over synchroniciteit.

    Zo op een morgen zocht ik naar een postkaart van het Eilean Donan castle – gelegen op de vaarweg van Oban naar het eiland Mull – een kaart die ik ergens in een boek als bladwijzer had achtergelaten en ik terechtkom bij T.S.Eliot, ‘A facsimile and transcript of the original drafts of The Waste Land’ waarin ik op de eerste pagina, naast de krabbeltekening van een kind, geschreven had, ‘Anthony a dessiné ceci le 10.10.1987’.

    En op het ogenblik dat ik dit lees, er aangebeld wordt en ik de deur open en de Anthony, die bijna twintig jaar voorheen de krabbel ‘getekend’ had, voor mij staat met zijn verloofde, zodat ik hem ontvang met het boek, met zijn ‘tekening’ in de hand, en hem toon wat hij als driejarige ‘geschreven’ had in ‘The Waste Land’.

    Een voorbeeld van synchroniciteit à la Jung. Anthony en Ruth zullen dit morgen lezen en zullen zich het voorval herinneren en lachen.

     

    *

     

    En een ander voorval, een meer naar binnen gerichte gebeurtenis, toen ik in Genève was, en veel te vroeg voor mijn vliegtuig naar Brussel, en ik gewandeld was tot aan het meer en was gaan neerzitten in het gras onder de bomen. Het was een zondag in augustus, mensen zaten in groepjes neer omheen mij en kinderen liepen rond.

    Het water, een grote spiegel kringelend licht met witte zeilboten overal tegen de blauwe achtergrond van heuvels en bergen.

    Ik was neer gaan zitten met een bundel van Odyseus Elitis[1] in de hand. En een ogenblik, verloren in gedachten, opende ik de bundel op een gedicht en las:

     

    Her soul took on a certain lightness

    From the mountains opposite

    Though the day had been cruel

    And tomorrow was unknown

     

    Het was toen dat een jonge vrouw in een lang wit kleed naar mij toekwam en ging neerzitten op enkele meters afstand. Haar blik was over het meer, haar ogen gezwollen. Ze weende of ging wenen of had geweend. Ze hield een wit zakdoekje in haar hand: Though the day had been cruel, and tomorrow was unknown.

     

    Mijn vingers tussen de bladen van het boek keek ik naar haar, even maar. Voor zich uitstarend borg ze haar zakdoekje weg in haar tas en dan, alsof ze zich had bedacht, klaarde haar gezicht: Her soul took on a certain lightness from the mountains opposite.

    Elitis had niets te maken met deze vrouw, hoogstens iets te maken met een vrouw in een zelfde toestand. Maar het was vreemd, dat ik over een bedroefde vrouw las op het ogenblik dat die vrouw naast mij kwam zitten.

    Ik dacht nog aan haar toen ik in het vliegtuig zat. Had ik het gedroomd, toen ik het las en was er helemaal geen vrouw in een lang wit kleed geweest die gehuild had, en had ik, half in slaap, de tekst van Elitis omgezet in reële beelden?

    Maar ik wist met zekerheid dat ze naast mij was komen zitten. Misschien wachtte ze op een woord van troost van mij, een onbekende man die haar helpen kon, een simpel woord was voldoende, een woord dat de greep om haar hart verlichten zou? Maar ik was zwijgend gebleven, starend naar de zeilboten op het water.

    Had ik haar moeten toespreken en was dit het ogenblik in mijn leven dat beslissend had kunnen zijn voor de rest van mijn dagen, de beslissing die ik had kunnen nemen en de zoveelste die ik niet genomen heb omdat het niet de weg was die opgetekend lag voor mij.

     

    Ik was blijven zitten in het gras met de treurende vrouw op enkele meters van mij, het boek in de hand en toen het tijd werd voor het vliegtuig was ik opgestaan en toen, even maar, een ogenblik maar, hadden onze ogen elkaar geraakt, een fractie maar, en las ik haar bede.

    Wat is er van een ontmoeting die kon maar niet was, die niet à la Mulisch was – bij Mulisch in zijn Ontdekking van de Hemel is alles vooruit gepland.

     

    Gebeurt het nog dat zij, zoals ik nu, terugdenkt aan die namiddag op het gras voor het meer, toen ze weende en een man dicht bij haar zat met een boek in de hand. Een ogenblik in het leven dat kwam en ging zoals zovele dingen die gebeuren of dingen die niet gebeuren.

     

    Zo gaat er zelfs niets verloren van wat had kunnen zijn. Misschien, maar dit is Bashevis Singer die zo iets zou schrijven, was er tezelfdertijd op een andere plaats, in een ander land, een zelfde gebeuren waar de man wel is opgestaan om naar de vrouw toe te gaan en naast haar te gaan neerzitten om haar nimmer nog te verlaten.

     

    Zou Jung dit voorval over enkele versregels in een boek en een simultaan gebeuren ook bestempelen als een voorbeeld van synchroniciteit?

     



    [1] ‘Selected Poems’, Ed.Anvil Press poetry ltd, 1981

    21-10-2011, 00:57 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    20-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vincent Van Gogh, zelfmoord of accident

     

    IK meende terug te komen op mijn Blog van eergisteren, over de knieval die de Overheid van een land dat zijn schulden niet meer kan honoreren zou moeten doen voor de vertegenwoordigers van de landen van de Euro-zone, opdat deze hun schulden zouden overnemen en honoreren op de vervaldag.

    Wel ik meen het nog meer, als ik zie met welke woede het Griekse volk optreedt tegen de vertegenwoordigers die zij zelf gekozen hebben. En ze niet willen aanvaarden dat de zeven vette jaren voorbij zijn en ze nu de zeven magere jaren door moeten.

    En Europa ook mag zich op de borst kloppen. Europa heeft niet bemerkt – of wilde het liever niet zien - wat er zich in Griekenland aan het voordoen was.

    Ik dacht hier meer over te zeggen, maar het heeft geen zin meer. Hoe het verder zal aflopen in Griekenland weet niemand. We kunnen alleen vrezen voor het ergste.

     

    Ondertussen, vrienden, lees ik in de Standaard, en het is Sarah Van Kersschaever die het overbrengt, dat Vincent Van Gogh geen zelfmoord pleegde maar dat hij getroffen werd door een kogel, bij vergissing afgevuurd door enkele spelende kinderen die hem aan het pesten waren. Dit is het besluit waartoe twee Amerikanen gekomen zijn in een lijvig werk[1], want als je zelfmoord wil plegen in de velden, neem je je schildersezel toch niet mee, vinden ze.

     

    En waarom niet, zeg ik. Waarom zou dit niet kunnen, en als ze het wapen achteraf niet gevonden hebben, zoals de twee Amerikanen beweren, waarom zouden ze er op 28 of 29 juli 1890 naar gezocht hebben?

     

    Het verhaal van de dood van Vincent Van Gogh heeft me destijds, nadat ik zijn graf had bezocht in Auvers-sur–Oise, lang beziggehouden. Het verhaal van de schilder die verging van armoede – ik bezocht zijn kamertje in l’Auberge Ravoux - en dingen schilderde die vandaag de wereld in vervoering brengen. Het was een verhaal dat ik las in dat ene laatste doek, zijn ‘Champs de blé aux corbeaux’, geschilderd met erin en erover de schaduw van wat komen zou, het drama van zijn zelfmoord. Ik vond dat in dit doek vele elementen verscholen zaten: de gedrevenheid van de kunstenaar, het schilderen dat zijn leven was. Zijn blijvend betrachten naar vernieuwing, zijn honger naar licht en kleur, zijn fatale liefde. Maar dan ook, eens leeg geschilderd, eens geconfronteerd met wat na het schilderen kwam, de ondraaglijkheid van de uren, omwille van teveel negatieve factoren: zijn slepende ziekte, het falend succes van zijn werken, het toch maar weer opnieuw beginnen, telkens en telkens een ander onderwerp, en keer op keer de moedeloosheid omdat geen enkel van zijn werken werd gekocht.

    En het was in deze gespletenheid van gevoelens dat hij het vlammend-gele korenveld schilderde, het rijke, warme leven, onder een dreigende, donkere lucht, met de (te grote) zwarte kraaien erover, om duidelijker het contrast tussen het leven en de (nakende) dood uit te beelden. En in de gele klanken van zijn korenveld, huldigde Van Gogh de grootheid van het kunstenaar-zijn.

     

    Hij schilderde dit doek in één ruk, ruwweg, met tranen in de ogen, tranen van onmacht omwille van het onbegrepen zijn, tranen van wanhoop en eenzaamheid. Hij schilderde de halmen met volle trekken van het penseel, in en over elkaar, hij schilderde de wind erover die hij voelde in zijn verhit gelaat. Hij schilderde de wegel met wat groen afgeboord tussen de velden, hij schilderde de dreiging van het nakende onweer, de dreiging van de dood, geaccentueerd door de wilde wemeling van de kraaien. Hij schilderde alsof hij wist dat dit zijn testament, zijn afscheid van het leven was.

     

    Waarom kon het niet dat de idee er een einde aan te maken, al enkele dagen aan het broeden was, dat hij al enkele dagen het pistool meenam als hij uit schilderen ging, maar de moed (nog) niet had te doen wat hij dacht te doen.

    We weten het niet en zullen het nimmer weten, maar een man als Van Gogh in Auvers-sur-Oise was rijp voor zelfmoord.

     



    [1] Steven Naifeh en Gregory White Smith: ‘Van Gogh, the Iife’in de Standaard van 18 oktober 2011

    20-10-2011, 01:39 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    19-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ruusbroeck

     

    Alle dinghe sin mi te inghe

     

    Meer dan vijf jaar geleden schreef ik, in San Juan–Alicante, van 18 maart tot 8 april, een poëtisch diario, een dagboek in dichtvorm, geïnspireerd op artikelen in El País, op een werk van de atheïst Michel Onfray en een ander van de theoloog Enrique Miret Magdalena.

    Wat ik toen schreef had ik even goed niet kunnen schrijven. Had mijn dagen toen in alle rust en peis, genietend van zon en wind en golven kunnen doorbrengen, als dan echter zouden die dagen van toen niet de minste sporen hebben nagelaten. Nu vind ik de woorden die ik in die dagen schreef terug op een memostick.

    Vandaag zijn er geen massas woorden meer die me bestormen lijk de golven de rotsen toen. Maar in gedachten is de zee nog altijd de grote levende en voel ik me nog steeds opgenomen in de oneindigheid van lucht en licht en water, met een zin die opduikt, een simpele versregel van Ruusbroeck:

     

    Alle dinghe sin

    mi te inghe –

    ic ben so wid’,[1].

     

    En keer ik terug naar die idee van Ruusbroeck die, toen hij dit schreef, ‘ic ben so wid‘, een visie moet hebben gehad van het totale van het Universum, het totale van het zichtbare als van het onzichtbare moet hebben gehad.

    En nu, wat is er nodig, opdat ik, schrijvend over zee en luchten, over golf en beweging, over licht met water gemengd dat zilver is, dat gouden is - het licht dat God is zegt Lorca - opdat ik opgenomen worde in dit licht, zoals een lustrum geleden, om te denken en te voelen, als was het maar een fractie lang, dat het Universum meer onzichtbaar is dan zichtbaar, meer geest is dan materie. En wat die geest is raden we, maar schrijven het niet.

     



    [1] Urbain Van De Voorde, ‘Ruusbroeck en de Geest van de Mystiek’, Uitgeverij De Sikkel, 1934, pag. 56

    19-10-2011, 04:10 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    18-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Schuldig Verzuim

    18 oktober

    Schuldig verzuim.

     

    De dag dat Europa te voorschijn is gekomen met de Euro, met één Centrale Bank, de ECB, en 17 Schatkisten elk met hun respectievelijke openbare schuld, hebben zij, die hiertoe besloten hebben, een zware verantwoordelijkheid op zich genomen. Zwaarder dan ze wellicht konden vermoeden. Want vele deelnemende landen waren geconfronteerd met een staatsschuld die abnormaal hoog was, zodat van in den beginne moeilijkheden in het verschiet lagen. Gehoopt werd de budgetoverschrijdingen te beperken tot 3%, een regel, die nimmer werd toegepast - en ook nimmer zal toegepast worden, want bij toepassing ervan zal de opgelegde boete het nog moeilijker maken voor een land om binnen die regel te blijven.

    Maar als de jeugd eergisteren op straat is gekomen om uit te dragen dat de Banken de schuldigen zijn, dan hebben ze het verkeerd. En ik begrijp niet dat belangrijke Banken die nu geconfronteerd worden met reusachtige schuldafschrijvingen omdat ze vertrouwen hebben gehad in de kennis, het doorzicht en de regeringskracht van Europa en dus belegd hebben in papier uitgegeven door regeringen die onder het permanent toezicht stonden van de Europese Gemeenschap, geen proces inspannen tegen die Gemeenschap wegens ’Schuldig Verzuim’. Het verzuim, hun werk te hebben gedaan zoals het hoorde en niet tijdig de vereiste maatregelen te hebben genomen opdat de toestand die zich thans voordoet in landen met een te hoge staatsschuld, als daar zijn Griekenland, Italië, Ierland, Portugal, Spanje, (en België), meer dan tijdig zou worden recht gezet.

    Optreden als het te laat is, is schuldig verzuim, Mijne Heren Barroso en consoorten. U bent de ware schuldigen. U hebt die banken misleid. En u hebt dit verzuim cash te betalen, niet de Banken.

     

    ‘Es la hora de los eurobonos, pero tambièn la del Eurotesoro’.

    ‘Es hora de avanzar hacia una gobernanza europea que armonice emisiones de deuda y politicas fiscales’

     

    Ik lees dit in El País van vorige zondag. Natuurlijk is het ineens dringend geworden een gemeenschappelijke schuld en een gemeenschappelijk budget te hebben. Maar  nu is niet meer het uur, het was het uur, fue la hora, het is te laat nu en een uitgifte van Eurobonds – het spijt me voor Barroso, het spijt me zeker voor Verhofstadt - heeft geen zin meer omdat er geen voldoende controle is op de budgetoverschrijdingen en er geen gemeenschappelijk budget is.

     

    En er zijn geen drie oplossingen om orde op zaken te stellen. Maar een zaak is zeker voor mij, het is Europa zelf die, als grote verzuimer, de maatregelen treffen moet om te redden wat nog te redden valt en de tijd dringt.

     

    1.       

    Nu er een akkoord is over het Europees Fonds (E.F.S.F.) moet Europa via dit Fonds zich garant stellen voor het betalen vervaldag na vervaldag, zo lang het nodig is, om te beginnen van de openbare Griekse schuld, die naar ik hoorde van Karel de Gucht, 385 miljard Euro bedraagt.

    Het is het Fonds dat op de vervaldag van de Griekse staatsobligaties die deel uitmaken van dit bedrag van 385 miljard Euro, de verzilvering zal doen aan de houders van de Bons – de vernieuwing ervan is een andere aangelegenheid want dit betekent een nieuwe schuld – maar het is Griekenland die de jaarlijkse coupon op deze schuld zal betalen aan het Fonds – gezien ingeschreven op hun budget, hopen we toch – het Fonds dat op zijn beurt de intresten uitbetalen aan de houders van de schuld.

    Als tegenpartij verwerft het Fonds – al is het maar symbolisch – een tegoed op Griekenland in te schrijven in de boeken van het Fonds.

     

    Dit lost het Griekse Obligatie-probleem op en is een zegen voor de Banken, Dexia zou misschien niet gestaan hebben waar het vandaag staat, ware dit vroeger toegepast. Maar Europa slaapt, heeft wel slapende ideeën, Eurobonds!

    2.

    Dit geldt ook voor de Openbare Schulden van andere ‘triestige’ landen, met regeringen die in het verleden meer hebben gedacht aan de welvaart van hun partij dan aan de welvaart van hun land en zijn burgers. Dit ook was het antwoord aan de politiekers bij de betogingen van vorige zondag. De schuld van deze landen en trouwens van alle landen uit de Euro-zone krijgt vervaldag na vervaldag de waarborg mee van het Fonds.

    De totale schuld van de 17 landen worden in één slag de waarde van Eurobonds zonder het te zijn.

     

    Deze andere landen die zich eventueel zullen aankondigen zullen dan toch de knieval moeten doen en vragen dat een of meerdere vervaldagen van hun schuld, de behandeling krijgt die de Grieken krijgen. Maar ze moeten ook weten dat hun schuld tegenover het fonds, dus tegenover de ledenlanden die het Fonds hebben gespijsd, blijft bestaan. Er is hier dus hoogstens sprake van een soort verschuiven van bepaalde delen van de schuld in de tijd.

     

    Ik heb, vanuit mijn ivoren toren, geen idee, noch over de grootte van de Openbare schuld van de Euro-landen, noch over de spreiding ervan in de tijd. Maar ik veronderstel dat het gespreid zijn in de tijd het volume van het te avaliseren papier zal verlichten, zodat niet het volume van de schuld op heden van belang is, maar de spreiding in de tijd van de vervaldagen.

    Dit houdt natuurlijk in dat het Fonds, niet alleen inzage krijgt in de Openbare schulden van de 17 lidstaten, vervaldag na vervaldag, maar ook de dienst ervan verzorgt, zoals voorgesteld voor de Griekse schulden.

    4.

    Op dat ogenblik en enkel dan, kan elke burger van die 17 lidstaten de openbare schuld kennen van elk van die landen en dit, gesteld tegenover het BBP van het land, uitgedrukt in cijfers, in percenten, in grafieken en aldus een lichtpunt zijn voor hen die met reden, maar onvoorbereid in de straat komen. Ze zullen zich nu niet meer hoeven te verplaatsen naar Brussel, en zullen wat minder de banken met de vinger wijzen.

    5.

    Het feit dat Europa, zijnde het Fonds, borg staat voor de aflossing, in kapitaal, van de openbare schuld van zijn lidstaten die hierom zouden verzoeken, heeft een grote impact op de liquiditeitsgraad van dit staatspapier en dus op het beschikbare werkkapitaal van de Banken in kwestie.

    Dit is noodzakelijk, helpt enorm en kost weinig in verhouding tot het mogelijke resultaat.

    6.

    Het komt er in de eerste plaats niet op aan, Griekenland te redden – dit is het werk van de Grieken - het avaliseren van hun papier is al een redding op zich zelf, maar wel, de banken te redden.

    De banken die in vele gevallen als goede huisvaders hebben gehandeld en in hun vertrouwen, én in de Euro, én in Europa, én in zijn leiders, de deposito’s van hun clienten hebben omgezet in waardepapier van Griekenland, Italië, Portugal, of van welk land uit de Euro-zone ook.

    7.

    Het ergste dat het Fonds kan overkomen is dat het na verloop van tijd blijf zitten met een schuldvordering van 385 miljard Euro op Griekenland en X miljard op andere landen. Wat in elk geval beter is dan de Europese economie en financiële wereld een tweede maal in een chaos achter te laten.

     

    18-10-2011, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    17-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.MACA

     

     

    Bezocht het Museo de Arte Contemporàneo de Alicante (MACA) met mijn vriend Herman v. L. We zagen er doeken aan de muren, zagen er mobiele werken hangend aan de plafonds of staande op de vloer. We zagen er ook de tekeningen van de natuur in de marmeren betegeling. De natuur haalde het. Wat niet belette dat we in de lichtende ruimtes geboeid werden door de werken van de mens als kunstenaar, die getuigden van persoonlijkheid en een grote vindingrijkheid.

     

    Het was vorige zondag dat we er waren, toen dacht ik niet een Blog te wijden aan dit bezoek, tot het me deze morgen heel vroeg, van binnen uit, werd opgedrongen. Ik had geen namen genoteerd, enkel van twee doeken kan ik de naam van Miró vermelden, andere waren werken van - waarom niet? – even grote kunstenaars met een eigen stijl en een eigen verwoording, al dachten we dat het kunst was die we zelf hadden kunnen maken indien we er maar hadden aan gedacht. Dit is dan de grootheid van de kunst van vandaag, het is in vele gevallen de kunst van elk van ons.

    Echter, het bedenken en het uitvoeren van de idee vergt veel inzet, vergt handigheid en techniek, vergt kennis van het materiaal en is het resultaat van een lange traditie en ten slotte, in vele gevallen is het de touch van de omlijster die het werk een eigen klank meegeeft.

    Als daarenboven, zoals dit in dit museum het geval was, het werk verzorgd is opgehangen of opgesteld, ruimte krijgt en de juiste belichting, dan spreekt het tot ons, zelfs een ingekaderd zwart vlak, zelfs een sterk geometrische figuur spreekt ons van de mens die het bedacht en het maakte. De mens die de maker is, el hombre el hacedor.

     

    Het museum bevindt zich op la Plaza de Santa Maria in Alicante. Het licht op de middag domineert er. Het kleeft aan de strakke witte gevels van de gebouwen, het accentueert de massa beelden op de westergevel van de Eglesia Santa Maria. Twee werelden die zich hier ontmoeten, de wereld van de mens in het Universum dat God is en deze van God in de mens, verenigd door het mysterieuse licht van midden oktober, het licht van de geest in ons allen.

    17-10-2011, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    16-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sella, de dag dat we er waren.


     

    Komende van San Juan-Alicante neem je de richting van El Campello om even buiten het dorp, de kustlijn te verlaten en het binnenland in te rijden richting Aïgues de Busot. Je rijdt door het dorp, je moet nu in de richting van Relleu, maar je wilt, op deze schitterende dag, langs deze op en neer golvende prachtige (nieuwe) wegen, met een nieuwe nummering die niet meer overeenkomt met de oude Michelinkaart in je bezit, las Cuevas del Canelobre bezichtigen en je verlaat het dorp en je neemt niet de weg die over Relleu naar Sella loopt omwille van deze fameuze grotten. Het is laat in de voormiddag, het is warm en het landschap is betoverend, je bent wel niet in het hart van Spanje, maar het is Spanje waar je doorrijdt, het zon overgoten Spanje.

    Je bezocht deze grotten, jaren geleden, met je echtgenote, toen was het nog een simpele eenzame aangelegenheid, vandaag is er een kleine bar, is er een shop met prachtige stenen, wondere stenen zo uit de grond gehaald, in alle kleuren en vormen, bewerkt en neergezet op een sokkel en je kunt het niet nalaten er enkele te kopen, denkend aan Arnoud, aan Lisa, aan Margot, de kleinsten onder je kleinkinderen, die maar al te vlug groot aan het worden zijn.

     

    En met Herman v. L., je vriend en chauffeur, bezoekt je de grotten en om te beginnen wordt er een foto gemaakt van je beiden - na het bezoek wordt het resultaat ervan, ingekaderd in de rotsen, je aangeboden en je zult die foto niet weigeren - en dan het zoveelste wonder van de natuur, een holte in de rotsen van zeventig meter hoog, de hoogste van Europa weet de gids, en we geloven hem als we afdalen, als we met groeiende verbazing kijken naar de meest grillige vormen die het water hier, miljoenen jaren lang verwezenlijkte, in een totale duisternis, drop na drop, op miljoenen plaatsen binnen deze holte tegelijk. Om dan op een bepaalde dag ontdekt te worden, belicht te worden, betoverd met kleuren als beelden die we trachten te herkennen. Vormen die ons doen denken aan Gaudi, aan orgels binnen kathedralen, Maria met het Kind, vrouw die neergeknield aan het bidden is. Beelden die we trachten te lezen alsof er een beeldhouwer, alsof er duizenden beeldhouwers aan het werk waren geweest en nog bezig zijn, in alle stilte. Om, op plaatsen waar de lamp is vastgehecht, het groene mos te zien dat de steen overgroeit, het grote leven tot hier doorgedrongen.

    En terug in het licht van de zon betaal je vijf euro met de glimlach voor de foto en de twee erop doen je glimlachen, en je neemt de lange kronkelweg naar Aigues de Busot om te gaan naar het doel van je tocht, Sella, omdat je er ooit eens waart, omdat je er ooit eens eten ging in een restaurant waar je binnen kwam langs de tonnen wijn die er lagen.

    De weg is overal de eenzaamheid zelf. De huizen, eens het dorp verlaten, schaarser en schaarser. De weg stijgt en daalt in kronkels en het lanschap, witte rotsgronden met groene bomen, sparren en eucalyptus misschien, olijfgaarden in terrasbouw, in het alles opzuigende licht van de zon.

    We rijden over Relleu met zijn witte nieuwgebouwde huizen als een glorie tegen de rotswand, een toren in de verte met gebouwen er omheen, kan het een klooster zijn, een abdij?

    Maar we hebben een doel, Sella, en we hebben dorst en honger en het is ondertussen, tot onze verbazing, half twee geworden, een uur later dan gedacht. Ook hier, in dit verlaten oord, vliegt de tijd.

    En dan, als een nieuwe verrassing, heb je plots, uit een draai van de weg, Sella voor jou, een strook gele en witte gebouwen en, vlekken begroeid met kleurrijke bloemen waarvan de naam je tientallen malen werd herhaald maar die je telkens vergat. Het geheel een aquarel die je maakt in gedachten.

    Je doel is bereikt, nu nog een plaats langs de baan voor de wagen en dan het restaurant, Fonda, opgezocht, het restaurant met de tonnen wijn waar je binnen komt. En effectief, het is er nog, even Spaans, even eenvoudig, zelfde tafels, zelfde wanden, zelfde ruimte en even druk bezocht door alle nationaliteiten, van Noren tot Zwitsers, tot Nederlanders en Belgen die er hun Manneken na lieten.

    En na een glas koud bier tot de rand gevuld, de menu uit de mond van de dame die je tafel bezoekt en je vraagt of het goed is, als je eerst pan con tomates krijgt en daarna un ensalada con jamon y queso, en dan nog iets dat je niet begrepen hebt en daarna de keuze tussen pollo, konejo, of ternera en nog iets. En je opteert, Herman voor kip, en jij voor konijn.

    En dan komt de wijn uit het vat, de donkere, geladen wijn die smaakt naar porto. Een heerlijke wijn, fris en vol aromas, waarvoor we een naam zoeken, een wijn die we met mate zullen moeten drinken.

     

    Of we er heerlijk hebben gegeten voor een ondermaatse prijs, moet je vragen aan de velen die de rijke luxieuse restaurants zijn ontvlucht om hier bediend te worden door twee dames van een zekere ouderdom al.

    Wij, we keren er ooit terug. Dit hopen we toch.

    16-10-2011, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    15-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.El 15 de octubre de 1985


     

    In 1935 overleed in Lissabon, en la flor de l’edad, Fernando Pessoa. Een van de grootste schrijvers van de XXste eeuw. Hij was 47 jaar oud. Onder vele andere zaken, is van hem geweten dat zijn laatste woorden waren: ‘dadme mis gafas’, geef me mijn bril.

    Niemand, schrijft José Saramago, heeft zich ooit de vraag gesteld – wat ik betwijfel – waarom hij, juist voor het sterven, naar zijn bril vroeg, want er hing geen spiegel in de kamer. En ook, ‘no le dio el tiempo la parca’[1], de schrikgodin liet hem de tijd niet.

    Ik denk hierover dat Pessoa in een laatste helder ogenblik, ons een afdruk van zijn schalksheid heeft willen nalaten door naar zijn bril te vragen. Wat ik echter niet denk, is dat hij naar zijn bril vroeg om die mee te nemen in zijn andere leven en er als een gebrilde man te verschijnen.

    Maar je weet maar nooit met hem. Want nu lees ik dat ‘dadme mis gaffas’, niet het laatste was dat we van Pessoa konden verwachten. Zo werden, op 15 oktober van het jaar 1985, vijftig jaar na zijn overlijden, zijn stoffelijke resten opgegraven om overgebracht te worden naar el Monasterio de los Jerónimos, en er geplaatst te worden in een zuil, op te richten in de centrale patio van het klooster.

    Het is Emiliano Monge[2] die het verhaal van de opgraving doet in El País[3], onder de titel Exhumación, en ik neem, in verband hiermee, de essentie van zijn woorden (vertaald) over.

     

    Op de bewuste dag, toen het graf werd geopend en het lichaam te voorschijn kwam, verbleekten de gezichten van de aanwezigen en puilden hun ogen uit, toen ze in plaats van een hoop beenderen tot hun wilde verbazing Fernando Pessoa te voorschijn zagen komen uit zijn graf zoals ze er hem in gelegd hadden, blozend en met de glimlach – yacía impoluto, incluso coloreado y sonriente - en dit zonder dat het lichaam, bij de ter aarde bestelling, ook maar de minste chemische behandeling had ondergaan.

    De kist die klaar stond om de resten te ontvangen diende vervangen te worden en de zuil waar de kist zou opgeborgen worden aangepast, zodat er terug enkele tijd verliep – de beslissing het lichaam op te graven was zes jaar vroeger genomen - vooraleer hij op zijn nieuwe rustplaats kon worden neergezet.

    Hij was er aldus in geslaagd zich opnieuw te laten opmerken voldoende opdat nu, naast zijn naam, Fernando Pessoa, ook de diverse namen die hij tijdens zijn leven had aangenomen: Bernardo Soares, Ricardo Reis, Alvaro de Campos en Alberto Caeiro, gebeiteld zoiuden worden in de zuil op de centrale patio van el Monasterio de los Jerónimos in Lissabon.

     

    Zeg het voort aan allen die Lissabon bezoeken dat er voortaan twee plaatsen zijn waar ze Pessoa kunnen vinden. Namelijk in de rua Garrett, gezeten aan een tafeltje, en in el Monasterio de los Jerónimos.

     

    Ik neem aan dat Emiliano Monge de waarheid vertelt. En dan verbaast het me dat ik tot 9 oktober van 2011 heb moeten wachten om dit te vernemen. Wat indien het opgegraven lichaam het lichaam ware geweest van een paus, een monnik, een non?

     



    [1] Saramago in het Spaans vertaald.

    [2] Emiliano Monge (ciudad de México, 1978) es autor de ‘Morirse de memoria’y ‘Arrastrar esa sombra’( ambos en Sexto Piso).

    [3] El 9 de octubre de 2011

    15-10-2011, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    14-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gotiek

     

     

    Ik heb hier in San Juan een kleine bibliotheek. Boeken die ik thuis dubbel had zijn hier terechtgekomen. Zo bladerde ik voor de zoveelste maal in ‘Les Mystères de la Cathédrale de Chartres’[1] van Louis Charpentier, waar deze het met kracht en overtuiging heeft over de Spiritus Mundi van de alchemisten of de wouivre ailée, le grand serpent céleste die de aarde omhult met een groot vitaal krachtenveld, dat even onmisbaar is als water en lucht, als aarde en vuur. De aarde wentelt dit krachtenveld binnen in de richting van west naar oost. De impact ervan op de mens loopt van het oosten in de richting van het westen. Dit is de reden waarom de kerken en kathedralen gericht zijn naar het oosten; waarom de priester zich destijds voor het altaar opstelde met de rug naar de gelovigen, de armen open gespreid, de handpalm gestrekt om deze krachten op te vangen en door te geven aan de gelovigen, en de gelovigen rechtstaande de mis bijwoonden, nu-pieds pour conjuguer en eux le courant qui vient du sol à celui qui vient du ciel.

    Vandaag is dit totaal overbodig geworden, is deze metafysische houding, deze ganse symboliek van een kosmische verbondenheid totaal verloren, gewild of uit pure onwetendheid. Alles wordt nu herleid tot weinig zeggende woorden die naakt over de hoofden van de mensen, via een micro, worden uitgegoten.

    En laat me toe Charpentier te bewonderen, die in enkele lijnen het essentieel verschil aangeeft tussen de romaanse bouwkunst en de gotiek:

    Le Roman statique par essence, a ses formes dirigées du haut vers le bas, la voûte pèse sur les murs. Le Gothique bâtie sur une dynamique de pression, a ses forces dirigées du bas vers le haut. La voûte romane s’écroule, la voûte gothique…ne pèse plus mais gicle vers le haut sous les poussées des contreforts latéraux.

    Het is me duidelijk, de gotische kathedraal is zuiver alchemistisch, is een kosmisch geladen ruimte die de mens optillen moet naar een nieuw, zuiverder en intenser leven, optillen naar de mens die hij zogezegd was voor de val. De kortzichtigheid van de mens van deze aarde, die de goddelijke wetten meent te kunnen bepalen en deze oplegt aan de mens in de wereld, heeft de gotiek niet begrepen, de gotiek is de maatstaf van de nieuwe mens.

    En ik schreef het al, ik ben een gotieker.



    [1] Louis Charpentier: Les Mystères de la Cathédrale de Chartres, Robert Laffont, 1966.

    14-10-2011, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    13-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het Theorema van Bell

     

     

     

    Ik las over ‘le Théorème de Bell’- in een knipsel dat ik hier terugvond - dat ‘ l’existence d’objets distincts dans l’univers physique est une illusion’. En ik wist dat velen dit bekrachtigd hebben. Het strookt ook met wat hier te lezen staat op de muren van de luchthaven van Alicante:‘wat je ziet is een visioen van het onzichtbare’[1]– na de enorme verbouwing van de luchthaven is deze zin echter moeilijk terug te vinden.

    Hoe vreemd dit ook moge zijn, het zal wel het beeld zijn dat men zou krijgen als alles herleid tot de allerkleinste bouwstenen.

    Ik neem deze idee mee als ik aan zee ben, als ik het grote spel zie van de golven die zich op de rotsen storten, als ik de zon zie ondergaan in een gouden schittering en als ik tracht de idee van Bell te projecteren over wat is. Ik ben dan lucht en water en rots, ik hang eraan vast, ben erin verweven. Ik, materie en geest, verenigd met de materie en de geest van het Universum, reikend tot in de sterren. Ik besta uit een oneindige massa atomen en elektronen waar ik niets over afweet, een massa die een eigen leven leidt en toch ook niet, gezien de verwevenheid ervan. En wat weet ik van de elektronen en quarks en van de totaal onwaarneembare deeltjes – de higgs -die wegschieten, die zich wisselen en keren, die gedachten zijn, en snelheden kennen groter dan die van het licht.

    Ik vraag me af hoe Bell zich zag, gebogen over zijn blad, met het grote wonder van de schrijvende hand; hoe Capra zich zag, zittend aan zee op de rotsen, uitkijkend naar het spel van de golven en de luchten, alles illusie zijnde?

     Heeft het wel enige zin dat ik verder schrijft, als ik inga op en me inwerk in wat ons geleerd wordt over de magische wereld van de kwantum mechanica?

    Of komt er een tijd dat iedereen, iedere mens hiervan zal doordrongen zijn en beseffen zal dat, alles samengenomen, wij allen, geest en materie, één en hetzelfde wezen zijn, en onze ‘ik-wereld’, een onooglijk deeltje van het Al.

    Wat is er dan van de eeuwigheid, wat is er dan van God als er geen onderscheiden dingen zijn, als alles in alles is, zoals gezegd wordt, en het aldus ook geschreven staat in talloze boeken. Welke betekenis gegeven aan onze daden, aan dit Blog hier dat me heel wat kost aan uren peis en rust?

     



    [1] Heb dit al enkele keren herhaald, het is een zin die me blijft volgen: lo que se ve es un vision de lo invisible’. Ik beken ook ootmoedig dat ik moeite heb om erin te komen, om te begrijpen wat precies wordt bedoeld, maar het theorema van Bell helpt me enigszins.

    13-10-2011, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    12-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ik schrijf omdat ik, hier gekomen, schrijven moet
     

    Ik schrijf omdat ik, hier gekomen, schrijven moet

    er is geen alternatief, de golven voeren woorden

    aan, de luchten die we raken kunnen,

    de tijdloosheid die van de meeuwen is.

    Een vriend, een compagnon alhier gemist

    al was het maar om iets onbelangrijks hem

    te zeggen, al was het maar om stil te zijn,

    ingekeerd te zijn, niet wetende,

    wat ons lot zal zijn na deze stonde of wat

    verklaard zal worden of misschien verzwegen.


    Water aan mijn voeten kolkend, naar

    de einder toe geschubd met lichtgeflonker

    al vertellen het maar weinigen:

    de zee een zaligheid, de wind, zijn adem,

    ons bekoren kan. Al drijft de aarde

    naar de avond toe, we blijven toch nog even,

    hoe rood het westen kleurt,

    lijk vlekken droom de blauwe banden

    tussenin die plots verdwijnen zullen,

    opgeschrikt.


    Ik schrijf omdat ik hier gekomen schrijven wil

    en nóg wil keren, voor een lange tijd,

    maar ook het kan

    dat ik hier nimmer meer zal komen,

    want ook dit schrijven weegt niet veel.


    Even hier maar zijn, en vooraleer

    het opgetekend, de wind gekoeld,

    de laatste schilfer zilver weg,

    het rood al opgelost, al is dit alles

    niet zo veel, slechts woorden

    die hier hangen bleven

    lijk late bladeren in de bomen.


    En een lichtstraal nog,een teken van uit

    de hoogten, want hoe kan het anders,

    dat woorden ons beroeren blijven

    alsof het golven waren,

    letters uit de einder losgerukt

    en tot woord gekomen, meer niet,

    maar met het fijnste potlood opgetekend

    zo simpel is het, al weet ik beter.


    Ik schrijf omdat ik hier gekomen schrijven kan

    omdat ik hier weer dichter kwam,

    dichter dan ik ooit gekomen ben,

    de mens die overrompeld wordt, hier deel

    van golf geworden.


    Eeuwigheid die me omhelst.








    12-10-2011, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    11-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Adem van de Dagen (10)
     

    De Adem van de Dagen (10)


    Maar bladerend - wat hij vroeger zelden heeft gedaan - in zijn dagboek van die maand augustus kon hij zich een beeld vormen van wat die maand betekend had. Een woord, een zin opnemend, kwamen herinneringen terug. Kwamen van heel ver gevoelens terug verwoord in een gedicht van Rilke:


    Einmal wenn ich dich verlier,

    wirst du schlafen können, ohne

    dasz ich wie eine Lindenkrone

    mich verflüstre über dir?


    Waarbij hij dacht aan zijn kortstondige ontmoeting met Anja, en Rilke een toevlucht toen voor zijn beginnend verliefd zijn dat hij onderdrukte om niet de pijn te voelen van haar weggaan en weg zijn. En nu, zijn dagboek open voor hem, hij aan haar herinnerd werd, even maar, in het gedicht van Rilke:


    Zul je wel slapen kunnen als ik je verlies,

    als ik me niet meer lijk een krans

    van lindebloesems verfluister over jou?


    Veel was hun ontmoeting niet geweest, het waren meer, althans voor hem, de omstandigheden geweest waarin hun ontmoeting had plaats gevonden, in en om een berghut op meer dan 2.800meter hoogte, de dag dat hij er was met Robert en Gustave, enkele dagen na hun bezoek aan het graf van Rilke.

    Hoewel alles toen te herleiden was tot een ontmoeting, van korte duur, bleef tot lange tijd erna, de impact ervan regelmatig opduiken in zijn gedachten met nog een warme indruk van haar woorden en haar tederheid naar hem gericht. En hij wist, als hij verder bladerde dat zijn dagboek van die maand augustus de echo droeg van hun lange afdaling over de gletsjer naar Zinal toe, in de vorm van een kort verhaal, ettelijke pagina’s lang.


    Wat destijds in de bergen en omheen de berghut du Grand Mountet gebeurde kon, omdat alles aanwezig was opdat het gebeuren zou. De kring sloot zich om hen van het ogenblik dat Anja hoorde van de gardien dat de afdaling van de Besso, alleen zijnde, te gevaarlijk was. Van dat ogenblik af vloeiden hun twee levens naar elkaar toe.

    Ze hadden een meer intiem samenzijn nog kunnen vermijden indien ze die avond na de korte kennismaking niet samen hadden doorgebracht, kijkend naar het wondere effect van de ondergaande zon op de besneeuwde bergtoppen. Geen van beiden, hij zeker niet, besefte toen dat naarmate de sterren een voor een opdoken, de geul van hun gevoelens breder en breder werd.

    Maar al dit verklaarde slechts hun ontmoeting. Echter welke andere feiten gingen niet vooraf aan haar beslissing om op die dag, die ook hun dag werd, de Besso te gaan beklimmen.

    Dan ook was er nog zijn verhaal. Vooreerst, zijn aanwezigheid daar, nadat hij geaarzeld had, omwille van de kinderen en het mogelijke gevaar verbonden aan een beklimming, Robert en Gustave te vergezellen.

    En als het een ontmoeting betreft kan tot in het oneindige worden teruggegaan, tot de dag van zijn geboorte, tot de dag dat zijn vader inging op zijn moeder en nog veel verder in de tijd, wat even betekenisvol zou zijn. Dit waren echter allemaal gegevens die maakten dat hij was wie hij was en dat hij was waar hij was. Maakten dat ze er een dag vroeger aanwezig waren en dat het regende de morgen dat ze gepland hadden de beklimming te doen zodat deze verschoven werd naar de volgende dag opdat hij, zo zag hij het nu, Anja zou ontmoeten.


    We spreken dan van toeval maar het is slechts een samenkomen van duizenden kleine en grote feiten.


    En ook de beklimming van de ‘Mammouth’, een rotswand lijk de muur van een kathedraal, die Robert had voorgesteld, toen naar de middag toe, de luchten openschoven, zogezegd om de ‘verloren’ dag in te vullen, was nodig geweest voor zijn ontmoeting met haar want het was bij hun terugkeer in de cabane, gelukkig en ontspannen dat hij plots geconfronteerd zou worden met haar.

    Ze had hem verbaasd toen hij hoorde wie ze was, een meisje, een landgenote, een streekgenoot zelfs, en dan nog niet in het minst toen hij vernam dat ze zinnens was alleen naar de top van de Besso te gaan.

    Later in de namiddag had hij zijn vrienden niet vergezeld naar een plaats die ze hun ‘jardin de génépi’ noemden en hij was in de zon gaan zitten om te lezen of te schrijven. Het was daar dat ze hem was komen opzoeken en dat alles beginnen zou, dat de realiteit zich vormde tot verbeelden en dat de woorden die ze spraken, een kleur hadden, een warmere ondergrond. Zo had hij aangevoeld toen, dat ze een open rijpe vrouw was met een diepe zin voor literatuur en kunst en vooral een vrouw, bewogen, gegrepen door de levende natuur.

    Hij herinnerde zich niet meer waarover ze toen gesproken hadden. Het was lijk een aftasten van wie ze waren en wat ze wisten. Hij herinnerde zich wel nog de stemmen van de Italiaanse cordée van vier knapen, die tegen de rotswand hing, waar zij die voormiddag waren geweest, en steeds maar hoger en hoger opschoof naar de top, hun stemmen duidelijk leesbaar in de ijle lucht.

    Later maakte ze kennis met Robert en Gustave zodat ze met hun vieren het avondmaal namen in de cabane en hij met haar, tot de nacht inviel, buiten bleef zitten in de kilte van de vrieslucht met een hemel die plots vol sterren stond.

    Nam zij al een deel in van de plaats die was vrijgekomen toen ze afscheid namen en zij haar slaapbrits opzocht en hij die van hem naast de brits van zijn vrienden in een ander slaapvertrek?

    Maar wat begonnen was kon zo maar niet gestopt worden, lang had hij nog wakker gelegen die avond, denkend aan haar, in gedachten hun gesprek voortzettend. Zij luisterend naar hem, zij opkijkend naar die rijpere man met heel wat ondervinding over het leven, met heel wat meer boeken gelezen dan zij en met een totaal andere kijk op God.

    Hij had haar voorzeker gesproken over de Bijbel en over Velikovsky, voorzeker over Fabre-d’Olivet en over vers 3, 19 van de Genesis. En op die terugtocht over die fameuze Zinal-gletsjer zou ze hem zeggen dat hij haar had bedolven onder woorden, en dat ze hem had willen omhelzen toen ze, de vorige avond afscheid namen van elkaar om te gaan slapen of trachten te slapen, want een brits in een gemeenschappelijke slaapzaal, met minstens twintig andere slapers is precies geen ideale plaats.

    De volgende ochtend toen ze klaar stonden om te vertrekken, meldde de gardien hen, tot hun verbazing dat ze al een half uur vroeger was weggegaan.


    Hij zou haar terugzien, een kleine stip op l’arrête ouest van de Besso, daar waar de eigenlijke beklimming aanvangt.

    Ze stonden toen aan de rand van een ijs- en sneeuwvlakte die ze kruisen moesten. Het was daar dat Robert bij een misstap, zijn ligamenten scheurde en ze verplicht waren, hem ondersteunend, terug te keren naar de cabane. Later was de helikopter Robert komen halen en Gustave had hem vergezeld maar voor hem was geen plaats meer zodat hij op Anja had gewacht en ze samen waren afgedaald naar Zinal, over de gletsjer.


    Maar dit alles was van die bewuste maand augustus, toen hij voor het eerst, zonder zijn vrouw, na haar overlijden alleen was met de kinderen. Het was een maand van innerlijke stilte geweest en la chambre des preux waar hij verbleef, een kamer van de geest die hem gekneld hield in een oneindig verlangen om wat zijn leven geweest was, neer te schrijven; een verlangen dat hem van dan af niet meer verlaten zou en hem brengen zou op het punt in de tijd en de ruimte waar hij zich thans bevond.

    Anja was de binding met het bevreemdende geweest en het was toen dat hij het verhaal van hun ontmoeting had neergeschreven alsof hij een lange brief aan het schrijven was om haar te zeggen welke persoon zich verborg in hem. Want als hij naging hoeveel ‘toevalligheden’ er toen niet aan te pas kwamen, als hij nadacht over zijn gevoelens van die dagen, waarbij de gedachte opkwam dat het misschien zijn overleden vrouw was geweest die zich manifesteerde in de persoon van zij, die zich Anja noemde, zo maar opgedoken uit het niets om even vlug als ze gekomen was, weg te rijden van hem in het even grote niets.


    Als hij terugdenkt aan die plaats nu, vanuit zijn plaats voor de haard. In zijn gedachten, de oude chalet, nog donkerder getint door de tijd, is er nog, de bomen zijn uitgegroeid, het licht is erover, de wind, de regen, de sneeuw, de dagen, de jonge maan, de zaden van de épilobe zwermen erover uit, de zaden van de dennen in de lente, het grote leven. Maar zijn hart is ouder geworden, stiller, er zit een beven in zijn handen en de stemmen van spelende kinderen die verstoppertje spelen, vreemder geworden. En hij overweldigd door wat was, grijpend naar een zin van T.S.Eliot:


    Go, said the bird,

    For the leaves were full of children.

    Hidden exitedly, containing laughter...



    11-10-2011, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    10-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vreemd wat ik hier las
     


    Nobel de Quimica por unos cristales ùnicos.


    Vreemder nog, omdat ik niet begrijpen kan, omdat velen niet begrijpen kunnen, het wonder van het leven in atomen, elektronen en quarks - en zovele andere deeltjes nog - die in zich de regels dragen om zich te vormen tot kristallen, in meetkundige vormen nogal, zoals van oudsher. Wie regelt dit?


    Tot Daniël Shechtman (Tel Aviv 1941), gedoken voor zijn elektronische microscoop van het Technologisch Instituut van Haifa, van de hand gods geslagen werd en unos cristales unicos1, enige unieke kristallen, zag te voorschijn komen met een symetrische vorm, maar een vorm die zich niet herhaalde. En om deze reden hij ze quasikristallen doopte.


    De Nobelprijsstichting vergelijkt deze formatie met de ‘azulejos’ in het Alhambra, waarvan de tegels mathematisch symetrische vormen hebben maar de ene verschillend van de andere.

    Ik las dat het om deze reden is dat de Nobelprijs Scheikunde werd toegekend aan die Daniël Shechtman voor een vondst gedaan in 1982. Dergelijke quasicritalles zouden ook gevonden zijn in rivieren in Rusland.

    Voor het ogenblik bestaat er nog geen praktische toepassing voor deze structuren maar deze zouden wel de eigenschap bezitten bepaalde materialen - als in diesel motoren - te verstevigen.


    Dit in een kort bericht, niet meer dan honderd woorden in El País afgedrukt. Terwijl de Nobelprijswinnaar Tomas Tranströmer, de hierop volgende dag, vier pagina’s krijgt toebedeeld.




    1 El País, 6 de octubre de 2011


    10-10-2011, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    09-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Zee bij San Juan, Alicante
     

    .


    ‘La poesía es algo parecido

    A un sueño en la vigilia’1


    Alledaagsheid is hier niet je deel

    je stijgt hier hoger dan de golven,

    je zweeft, je raakt de wolken,

    het licht waarin je zwemt,

    erin onderduikt en zoals het water

    je omkleedt van kop tot ingewand.


    Want ook in boeken, je verdween in

    ‘¿Donde està Dios?’, je waart

    er zo gelukkig mee omdat ook jij

    een zoeker bent en meent dat Hij die is

    de trilling is, het licht, het onverhoopte,

    dat als stuifmeel is, en jij bestoven

    en bevrucht. Een ingesteldheid

    die je nimmer laten zult, want

    je weet van Heidegger:

    ‘een idee eens opgedaan, je er

    geen afstand meer van doet’.


    Je stijgt hier hoger dan de golven

    om glans te geven aan dit je leven.

    Want je kon ook deze morgen,

    zoals zovelen hier, zijn opgestaan,

    verdord als schrale aarde

    die naar regen snakt, maar

    niets daarvan, je twijfelt niet,

    je bloeit in woorden open

    en als later komt, je keert vanwaar

    je kwam, dit is wat je verkondigt,

    een leven lang.


    Heidegger tiene razón.


    1 Tomas Tranströmer, Nobelprijs Literatuur, El País, 7 de octubre de 2011,

    De poëzie is iets zoals een droom tijdens de vasten.


    09-10-2011, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Archief per week
  • 22/04-28/04 2024
  • 15/04-21/04 2024
  • 08/04-14/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 25/03-31/03 2024
  • 18/03-24/03 2024
  • 11/03-17/03 2024
  • 04/03-10/03 2024
  • 26/02-03/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 12/02-18/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 29/01-04/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 15/01-21/01 2024
  • 08/01-14/01 2024
  • 01/01-07/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 16/10-22/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 02/10-08/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 18/09-24/09 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 04/09-10/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 21/08-27/08 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 07/08-13/08 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 17/07-23/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 03/07-09/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 13/03-19/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 25/12-31/12 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 21/11-27/11 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 10/10-16/10 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 01/08-07/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 04/07-10/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 13/06-19/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 16/05-22/05 2022
  • 09/05-15/05 2022
  • 02/05-08/05 2022
  • 25/04-01/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 11/04-17/04 2022
  • 04/04-10/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 07/03-13/03 2022
  • 28/02-06/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 14/02-20/02 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 17/01-23/01 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 26/12-01/01 2023
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 08/11-14/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 19/07-25/07 2021
  • 12/07-18/07 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 28/06-04/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 31/05-06/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 19/04-25/04 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 29/03-04/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 16/11-22/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 07/09-13/09 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 25/12-31/12 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 24/12-30/12 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 29/11-05/12 -0001

    Archief per maand
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 11--0001

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs