xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Over Jung vond ik,
bladerend in vorige geschriften, volgende verhalen over
synchroniciteit.
Zo op een morgen zocht ik naar
een postkaart van het Eilean Donan castle gelegen op de vaarweg van Oban naar
het eiland Mull een kaart die ik ergens in een boek als bladwijzer had
achtergelaten en ik terechtkom bij T.S.Eliot, A facsimile and transcript of the original drafts of The Waste Land
waarin ik op de eerste pagina, naast de krabbeltekening van een kind, geschreven
had, Anthony a dessiné ceci le
10.10.1987.
En op het
ogenblik dat ik dit lees, er aangebeld wordt en ik de deur open en de Anthony,
die bijna twintig jaar voorheen de krabbel getekend had, voor mij staat met
zijn verloofde, zodat ik hem ontvang met het boek, met zijn tekening in de
hand, en hem toon wat hij als driejarige geschreven had in The Waste
Land.
Een
voorbeeld van synchroniciteit à la Jung. Anthony en Ruth zullen dit morgen
lezen en zullen zich het voorval herinneren en lachen.
*
En een
ander voorval, een meer naar binnen gerichte gebeurtenis, toen ik in Genève
was, en veel te vroeg voor mijn vliegtuig naar Brussel, en ik gewandeld was tot
aan het meer en was gaan neerzitten in het gras onder de bomen. Het was een
zondag in augustus, mensen zaten in groepjes neer omheen mij en kinderen liepen
rond.
Het
water, een grote spiegel kringelend licht met witte zeilboten overal tegen de
blauwe achtergrond van heuvels en bergen.
Ik was
neer gaan zitten met een bundel van Odyseus Elitis in de
hand. En een ogenblik, verloren in gedachten, opende ik de bundel op een
gedicht en las:
Her
soul took on a certain lightness
From the mountains opposite
Though the day had been cruel
And tomorrow was unknown
Het was
toen dat een jonge vrouw in een lang wit kleed naar mij toekwam en ging neerzitten
op enkele meters afstand. Haar blik was over het meer, haar ogen gezwollen. Ze
weende of ging wenen of had geweend. Ze hield een wit zakdoekje in haar hand: Though the day had been cruel, and tomorrow was unknown.
Mijn
vingers tussen de bladen van het boek keek ik naar haar, even maar. Voor zich
uitstarend borg ze haar zakdoekje weg in haar tas en dan, alsof ze zich had
bedacht, klaarde haar gezicht: Her soul
took on a certain lightness from the mountains opposite.
Elitis had
niets te maken met deze vrouw, hoogstens iets te maken met een vrouw in een
zelfde toestand. Maar het was vreemd, dat ik over een bedroefde vrouw las op
het ogenblik dat die vrouw naast mij kwam zitten.
Ik dacht
nog aan haar toen ik in het vliegtuig zat. Had ik het gedroomd, toen ik het las
en was er helemaal geen vrouw in een lang wit kleed geweest die gehuild had, en
had ik, half in slaap, de tekst van Elitis omgezet in reële beelden?
Maar ik
wist met zekerheid dat ze naast mij was komen zitten. Misschien wachtte ze op
een woord van troost van mij, een onbekende man die haar helpen kon, een simpel
woord was voldoende, een woord dat de greep om haar hart verlichten zou? Maar
ik was zwijgend gebleven, starend naar de zeilboten op het water.
Had ik
haar moeten toespreken en was dit het ogenblik in mijn leven dat beslissend had
kunnen zijn voor de rest van mijn dagen, de beslissing die ik had kunnen nemen
en de zoveelste die ik niet genomen heb omdat het niet de weg was die
opgetekend lag voor mij.
Ik was
blijven zitten in het gras met de treurende vrouw op enkele meters van mij, het
boek in de hand en toen het tijd werd voor het vliegtuig was ik opgestaan en
toen, even maar, een ogenblik maar, hadden onze ogen elkaar geraakt, een
fractie maar, en las ik haar bede.
Wat is er
van een ontmoeting die kon maar niet was, die niet à la Mulisch was bij
Mulisch in zijn Ontdekking van de Hemel
is alles vooruit gepland.
Gebeurt
het nog dat zij, zoals ik nu, terugdenkt aan die namiddag op het gras voor het
meer, toen ze weende en een man dicht bij haar zat met een boek in de hand. Een
ogenblik in het leven dat kwam en ging zoals zovele dingen die gebeuren of
dingen die niet gebeuren.
Zo gaat
er zelfs niets verloren van wat had kunnen zijn. Misschien, maar dit is
Bashevis Singer die zo iets zou schrijven, was er tezelfdertijd op een andere
plaats, in een ander land, een zelfde gebeuren waar de man wel is opgestaan om
naar de vrouw toe te gaan en naast haar te gaan neerzitten om haar nimmer nog
te verlaten.
Zou Jung
dit voorval over enkele versregels in een boek en een simultaan gebeuren ook bestempelen
als een voorbeeld van synchroniciteit?
|