Nobel de Quimica por unos cristales ùnicos.
Vreemder nog, omdat ik niet begrijpen kan, omdat velen niet begrijpen kunnen, het wonder van het leven in atomen, elektronen en quarks - en zovele andere deeltjes nog - die in zich de regels dragen om zich te vormen tot kristallen, in meetkundige vormen nogal, zoals van oudsher. Wie regelt dit?
Tot Daniël Shechtman (Tel Aviv 1941), gedoken voor zijn elektronische microscoop van het Technologisch Instituut van Haifa, van de hand gods geslagen werd en unos cristales unicos, enige unieke kristallen, zag te voorschijn komen met een symetrische vorm, maar een vorm die zich niet herhaalde. En om deze reden hij ze quasikristallen doopte.
De Nobelprijsstichting vergelijkt deze formatie met de azulejos in het Alhambra, waarvan de tegels mathematisch symetrische vormen hebben maar de ene verschillend van de andere.
Ik las dat het om deze reden is dat de Nobelprijs Scheikunde werd toegekend aan die Daniël Shechtman voor een vondst gedaan in 1982. Dergelijke quasicritalles zouden ook gevonden zijn in rivieren in Rusland.
Voor het ogenblik bestaat er nog geen praktische toepassing voor deze structuren maar deze zouden wel de eigenschap bezitten bepaalde materialen - als in diesel motoren - te verstevigen.
Dit in een kort bericht, niet meer dan honderd woorden in El País afgedrukt. Terwijl de Nobelprijswinnaar Tomas Tranströmer, de hierop volgende dag, vier paginas krijgt toebedeeld.
|