xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Isaac Bashevis Singer
Na mijn Blog van 28 september heb ik, na al die
jaren Isaac Bashevis Singer uit zijn rek gehaald en ben ik zijn Short Stories terug
gaan lezen. En deze morgen van oktober voelde ik de grote rust van de aarde die
binnensloop in mij als ik het slot las van zijn The yearning Heifer:
The night rained meteors
The sky like the earth could
not rest. I yearned with a cosmic yearning for something which would take myriads of light-years
to achieve. Sylvia took my hand
Ik dacht aan wat ik altijd bewust heb vermoed, dat
een schrijver, een binding hebben moest met het kosmische en dat deze binding
een religieus gebeuren was; dat in dit domein elke creativiteit limietloos was,
dat alles kon gezegd worden, kon geschreven worden, zelfs wat niet onmiddellijk
te begrijpen valt. Omdat het een spiegelbeeld is van de gevoelens die bij het
schrijven plots opduiken en die niet precies in woorden om te zetten zijn, ook
omdat ze in vele gevallen niet om te zetten zijn in woorden.
Zo, Singer nog:
I yearned with a cosmic yearning for something which would take myriads
of light years to achieve.
Of het gevoel dat hem overweldigt, as a cosmic yearning! Dit gevoel, deze
hunker naar wat niet te noemen is heeft me, o zo dikwijls al overvallen. Het
begon bij Gilliams misschien, in zijn Elias,
bij de passage waar Aloïsius, de oudere broer van Elias, op en neer rijdt in de
dreef, op een fiets die geleund stond tegen de gevel van een woning, en dit om
de tijd te lengen, voor zijn vertrek naar het pensionaat. Het ging verder toen
ik Knut Hamsun las en Gullbransen, Hemingway en Faulkner en Steinbeck, toen ik
Proust en Stendhal las, en Chateaubriand, toen ik T.S. Eliot ontdekte en
zovele, zovele anderen. Hen te lezen was een grote weelde en liet me telkens
met een nasmaak om ook te schrijven maar dan, zoals Pasternak, een boek waar ik
mijn ganse leven zou aan werken, om het dan af te leveren de dag van mijn afscheid.
Zo liggen er vele zaden opgeslagen, die ik nu maar
te zaaien heb in de vochtige, vruchtbare aarde opdat ze kiemen zouden en er
bomen uit oprijzen zouden, hoog en statig.
Al kon het ook, en dit vreesde ik met
Marie-Madeleine Davy - maar deze vrees deerde me hoegenaamd niet - dat het
bomen zouden kunnen worden die niet meer thuishoren in het literair landschap
van nu.
Maar Singer terug:
I truly
felt the earth cruising around the sun, running a sure course through the milky
way for some divine purpose. Dont be in despair, I said to myself. God cannot
be so mute, so deaf and amoral as the materialists profess.
Hoe moeilijk het wel is om toch nog iets nieuws te
kunnen schrijven, iets dat nog niet werd gezegd of geschreven, al was het
slechts een oud begrip in nieuwe woorden. Want ik geloof in een divine purpose dat diepte, bestemming
en bezinning geeft aan ons bestaan hier op aarde.
*
Singer lezend zit ik eens te meer op mijn
droomtrein die me naar Vladivostok voert en oneindig verder nog, tot binnenin
het onnoembare, dat my yearning is.
|