xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
De tijd is niet, Margot,
de tijd is helemaal niet.
.
Wat nu is, is voorbij
en wat voorbij is
is genesteld in het nu,
en uit dit nu ,dat al voorbij is,
komt het komende dat het nu zal zijn
het nu dat al voorbij is.
De tijd, Margot, de tijd is niet.
Wat beweegt staat stil,
en wat stil is, is beweging,
zoals de maan beweegt
de zon die niet beweegt.
Een meisje op een trampolino
in een lang wit kleed,
bekleed met roze bloesems
die geen bloesems zijn
is in de lucht en is niet in de lucht.
Komt een duif met in haar bek met witte bessen een marentak,
zoekt in de vlucht een boom
maar vindt er geen
en zet zich op de roze bloesems neer
die een boom zijn voor de duif
maar geen boom zijn voor het meisje.
En het meisje is met de duif in de lucht en met de duif niet in de lucht, ontelbare keren in de lucht en niet in de lucht.
Tot ze hangen bleef
in de boom die er niet was,
met de duif die er niet was
met de marentak met bessen
die er niet was.
in de tijd die er niet was.
Of wat er gebeurt als je de column leest van Luuk Gruwez in de Standaard van vorige vrijdag, met als titel: 'Alle Tijd is altijd verleden Tijd'. Waarin hij heel wat dingen schrijft over wat de poëzie van Alard Schröder wel is. Ik, om hem te zeggen hier, dat ik het groot vind, zo goed en zo veel te hebben geschreven over zo weinig, althans voor mij.
|