Geschriften
Inhoud blog
  • Afscheid
  • Opgenomen.
  • Hoe ik er sta, vandaag?
  • Waar ben ik mee bezig?
  • Gesprek op zondag.

    Zoeken in blog



    08-03-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Verpozing: het stukje filosoof dat ik ben.

     

    Ik heb nooit een filosofische vorming gekend, als dit uit mijn geschriften blijken zou dat ik die zou kunnen gehad hebben, weet dan, dat ik mezelf in die richting moet gevormd hebben. Dat het, het leven is geweest, de omstandigheden waarin ik opgroeide, de boeken die ik las, de gesprekken die ik had met anderen en vooral met mezelf, dat het dit alles was die de basis hebben gelegd van wie ik geworden ben, en, hieruit voortvloeiend, dat ik schrijf zoals ik schrijf, en al is dit uiterlijk niet veel, ik sta er, en mijn bezigheid is, schrijven alsof ik een filosofische achtergrond zou gehad hebben.

    En als jullie, zoals ik opmaak uit reacties, me hiervan verdenken uit de blogs die ik schrijf, dan flatteer je me ermee, je doet me blozen zelfs, wat op mijn ouderdom – ‘leeftijd’ leerde een goede vriend me – soms vreemd aan voelt; des te meer omdat je het opmaakt uit wat je leest van mij, zelfs al zijn het maar flarden tekst, vele te onzorgvuldig samengebracht die een herschrijving nodig hebben.

    Mijn leven is nochtans lange tijd gecentreerd geweest op wat ik las bij John Maynard Keynes, bij G.M. Verijn Stuart, bij R.S. Sayers en dezes Modern Banking & Central Bank Policy,

    Dit is waarmede ik in de aanvang in het leven stond, hoe ik mijn dagen vulde met de realiteit der dingen in welk kader ik optreden moest. Ik leefde hiervan maar je kon er ook van verdorren. Dus ben ik beginnen schrijven en over wat, over niets anders dan, het enige waarover geschreven kan worden, over God en eeuwigheid, over leven en sterven, over schoonheid en kunst,  het meest ruime aanbod van onderwerpen dat er is.

    En zondag 6 maart, hoorde ik op Canvas, en het was niet alleen een grote verpozing maar evenzeer een verbazing en een vreugde, een jonge wetenschapper - in elk geval ik zie hem al jaren als jong - professor Brian Cox over het ontstaan van het Universum. Hij wist, wat ik altijd heb beweerd, dat er vóór de Big Bang een veld van energie was, met rimpelingen, bewegend dus en dat hieruit het Universum is ontstaan. Brian Cox mag het noemen zoals hij het wilt, maar er was dus IETS vóór de Big Bang, hij ontkent het niet, integendeel hij baseert er zich op, IETS, zegt hij dat ineens Materie geworden is.

    Nieuw is dit niet, Prigogine was er maar al te zeker van, maar hij noemde het, le Pré-Univers, hij noemde het ‘le vide quantique’, hij noemde het een Universum in potentie, wat ik ook verkies,

    Pour moi, aldus Prigogine[1], la transition entre le pré-univers et l’univers est avant tout un problème de passage du vide qui contient déjà des particules en puissance, à des particules réelles.

    Wat neerkomt op een overgang van een ‘zijn’ naar een ‘worden’, de l’ être au devenir. Een Universum en alles erin begrepen, dat wordende is, dan ‘onaf’ is, de mens incluis.

    Onwetend over de wetten van de fysica, onwetend over de structuur van de materie, heb ik gesteld dat de wolk energie, Geest was, Kennis en Weten was. Een Geest die wist, hoe uit het gebeurde dat we kennen als de Big Bang deeltjes materie wist te doen ontstaan, deeltjes met een missie, het vormen van een Universum, EN, misschien, met het doel - maar dat zou het grootste wonder zijn - de mens voort te brengen, uiteindelijk als product van de Geest die er was vóór de Big Bang, vóór het begin van de tijd.

    Met dit, even maar voor ogen, wat is er dan van ons dat sterven zal.

    Brian Cox zegt hier niets over, hij verzwijgt het essentiële,  wat onvergeeflijk is. Want ik denk dat hij het weet maar het niet waagt openlijk te zeggen.

    Zo ik zeg het in zijn plaats. Ik kan het me permitteren als stukje filosoof.

     

    [1] Ilya Prigogine in gesprek met Edmond Blattchen op RTBF: ‘De l’être au devenir’, Liège, Alice Editions , 1997

    08-03-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    07-03-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.IJsregen.

     

    Is het nodig dat ik jullie zeg dat ik elke morgen opsta met in gedachten de ontreddering van het Oekraïense volk; dat de beelden ervan me achtervolgen als een wind van ijsregen, (du grésil), zoals ik die gekend heb op bepaalde momenten in de Zwitserse Alpen?

    Niets is onaangenamer, het verrast je maar je vergeet het vlug, het is voorbijgaand, De ontreddering daarentegen stijgt met de dag, installeert zich, maakt het leven in Oekraïne onmogelijk.

    Ik heb telkens tijd nodig om eraan te ontkomen want die gedachten liggen gespreid over de ganse dag, zelfs over de openingen in de nacht die er onvermijdelijk meer zijn dan voorheen.

    Waar is mijn blijheid heen, waar mijn vreugde die ik ondanks alles vond ik het zoeken van woorden die zinnen waren, zinnen geladen met gedachten, met vormen, met kleuren en noten muziek soms, waar moet ik dit nu gaan zoeken of, zijn deze gevoelens van stil geluk voor altijd opgelost, voor de rest van mijn dagen verdwenen?

    Het zou kunnen dat niets meer zal zijn zoals het was, ik vrees ervoor dat schoonheid overschaduwd wordt, dat poëzie een donkerte wordt, een verkramping, een vlucht  in het bevreemdende dat het leven wordt, geen lentegevoel, geen zomergevoel, maar de naakte realiteit van de dood op de loer, en er enkel ons nog resten zal op zeldzame droommomenten, ons binnenwandelen en ons verblijven in wat Stefan Hertmans terecht zag als het Arcadia[1].

    Wil ik verder schrijven kunnen, zoals ik bezig was, dan is dit de plaats die ik zal moeten opzoeken wil ik me bevrijden kunnen van de vlagen ‘grésil’ over mij:.

    De wereld die deze is van Poetin, optredend als de God die zon en maan deed stil staan boven de legers van de Amorietische koningen, zoals verhaald in de Exodus hangt over ons. Hij, Poetin doet de tijd stil staan op de planeet Aarde. Of hij het weet, of het geen waanzinnige trek is van hem te fungeren als God, weet ik niet, maar het kan, heel goed zelfs.

    Je ziet het, je hoort het, ik kom er niet van los ondanks de vele pogingen die ik deed de voorbije dagen, ik sleep hem mee in mijn gedachten.

    Ik ben dus geen troost meer, geen Zen apostel meer die je dag opsplitst in blog gelezen of niet gelezen, zoals ik zie dat het moet geworden zijn.

    Voor mij klinkt het evenzo: mijn dag is ook, blog geschreven of blog nog te schrijven, of blog halverwege achtergelaten bij gebrek aan gedachten. Voor mij echter geldt enkel de voltooiing, halverwege is geen hulp, zeker geen doel.

    Ik zie wel hoe het verder moet, het komt erop aan een opening te vinden in het strijdgewoel, in het sterven of in het in leven blijven, maar hoe zullen we hen gedenken die nu gestorven zijn?

     

    [1] Stefan Hertmans: ‘De Mobilisatie van Arcadia’, bundel essays, De Bezige Bij , 2011

    07-03-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    06-03-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Woorden van Janàcek

     

    Ik luister naar Leoš Janáček, naar zijn ‘Taras Bulba’. Ik luister naar de kleuren in de klanken, de ritmeveranderingen, het melodieuze als het strak gespannene, lang gedragen en uitgesponnen.

    Het is een terugvinden van wat in mij sedert jaren opgeslagen ligt, een grote, telkens verrassende rijkdom van het oneindige dat vastlag in de tijd en terug gekeerd is tot het dichtbije. Het is, indien het ooit zou kunnen, op deze wijze dat ik schrijven wil op ogenblikken die ook de ogenblikken waren van Janáček. Pas dan zou ik iets geschreven hebben dat blijven zou zoals zijn ‘Taras Bulba’ gebleven is: hoogstaand, tijd verwervend.

    En luister ik naar het applaus na de uitvoering, wie is het die het applaus krijgt , is het, het orkest en de dirigent, of is het, het eeuwige van Janáček? -

    OF, hoe we soms in de dag dromen gaan; hoe ons gemoed vol woorden schiet die we amper bijhouden kunnen, laat staan, tijdig neer zetten kunnen.

    Want in de dag van nu is alles in mij opgang en neergang. ik schrijf, omdat het noodzaak is voor mij. Ik moet mijn simpel logisch gesprek  met de aanwezigheid van alles wat ik ken, ooit ontmoette, zich ooit neerzette in mij, verwoorden kunnen. Opdat ik het uitdrage !

    Zo schrijf ik even goed voor hen die me lezen als voor hen die me nooit zullen lezen, die nooit weten zullen dat ik op deze wereld, gedoken in de stille massa, heb rondgelopen, ademend, zoals de wind in de bomen en omheen de muren van het huis.

    En dat er een middel bestaat om gedachten over te brengen in conventionele tekens is een van de vele wonderen die de mens voor zich zelf heeft bedacht. En de wijze waarop deze overdracht vandaag gebeurt is een even groot wonder, zelfs al verbaast het ons niet meer, zelfs al vinden we het van zelfsprekend en stellen we er ons, zelden of nooit, vragen bij.

    Mij verbaast het nog steeds, te weten dat wat ik schrijf een ogenblik erna gelezen kan worden, zelfs in Perth zoals in Oban, zoals in Wechelderzande.

    Wat er niet dikwijls staat is, de moeite die het vergde, de drang die er was, of wie hij was die het schreef en hoe hij zich voelde toen hij het schreef; hoe hij twijfelde en hoe hij triomfeerde soms als hij wist dat het goed was wat hij achter liet, en meer nog, waarom hij niet schreef wat hij verzwegen hield.

    Wat ik er ook vandaag, uitzonderlijk, aan overhoud is me ingegeven deze morgen door Janáček. Ik kan of wil er niet aan voorbij. Ik   ben van elke dag de woorden dankbaar die door mij vaste vorm krijgen. In vele gevallen, scheelde het slechts een haar of ze waren er helemaal niet. Het ware wel geen groot verlies geweest voor de lezer, wel een groot verlies voor mezelf, al overdrijf ik hiermee wellicht.

    En wat ik schrijf ligt open en bloot te wachten lijk een vers gezaaide akker, om gelezen te worden, wat jaren, eeuwen duren kan, maar het ligt er om te kiemen en ontdekt te worden, zoals het gouden muntstuik er lag, in de grond geborgen, op het erf van mijn grootvader tot de hond het boven haalde en grootvader – ik erfde zijn naam - het goudstuk wisselen kon voor een zak tarwe, diep in de oorlog.

    Vandaag ben ík de woorden die wachten diep in de aarde. Veel meer ben ik niet.

    06-03-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    05-03-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat wacht er óns achter de horizon?

     

    Wat ik aanhaalde gisteren komt van Dante, en hij kan het weten want hij zag het gebeuren in het (ondertussen afgeschafte) Voorgeborchte van de Hel, het Arcadia van Stefan Hertmans, de verblijfplaats van  de groten der aarde. Het zou voor ons onovertroffen zijn, erna, te vertoeven in een dergelijk gezelschap. Beeld je in rond te  wandelen in een levendige groene omgeving met een kasteel, zoals er zelden werden gebouwd op de achtergrond. Koutend over dingen waar er hier niet over gesproken wordt.

    Wie weet, wie weet, Dante als helderziende? De dood niet meer het bittere einde voor zij die vallen en, zoals ik hoorde, en het kan, de moeders in Rusland verwittigd worden door de Oekraïners dankzij de gsm die ze vinden, dat hun zoon gesneuveld  is en dat ze zijn lichaam mogen komen halen.

    Dante is de verbeelding, de gsm is de realiteit van de dood.

    Waarom verhaal ik dit, wat zet me ertoe aan dit hier te vertellen, en als ik het neerzet, waarop wachten de moeders van Moskou om uit hun huizen te komen en de straten te vullen.

    Onze wereld en dan zeker de mijne is ernst geworden, mijn laatste dagen - want ik weet dat het statistisch de laatste zijn - neigen meer en meer naar de winter dan naar de lente, een winter die elke verbeelding overtreffen kan tot zelfs het laatste van een beschaving.

    Het laat me niet los, alle vreugde die ik nog kende na mijn blog geschreven, is opgelost. Ik zie stuk geschoten huizen, kamers in puin. Ik vraag me af wie ik nog zou zijn als mijn wereld, mijn cel getroffen werd en alles, boeken, tekeningen, etsen en geschriften, zoals het zeker nu aan het gebeuren is in de steden van Oekraïne, één puinhoop zou worden.

    Zeg me niet dat het overdreven is wat ik schrijf, het is potentieel mogelijk, het hangt in de luchten omheen ons  en voor ons uit. Het overstelpt, zoals ik al zegde elk lentegevoel dat ik kennen zou. En wat meer is, het overtreft elk gebeuren, het overtreft elk gevoel van schoonheid dat ons overkomt bij het beluisteren van welke muziek ook, zelfs ‘Nuages’ van Django Reinhardt. Alles is vervreemd, vervormd, overschaduwd, tot zelfs de helderheid van het licht dat o zo krachtig had kunnen zijn deze morgen, zoals het soms was de vele dagen van mijn, van ons, leven.

    Dit ook moet me van het hart, dit is het enige dat ik deze morgen te vertellen heb. Ik word onder de voet gelopen, meer dan ik wensen of verlangen zou en ik kan me er niet van bevrijden, de wolken blijven hangen boven mijn hoofd.

    In het verleden hebben we - het Westen - wellicht wind gezaaid niet wetende dat we storm oogsten zouden.

    Een vriend uit Zwitserland stuurde me een mail, ik neem de tekst ervan hier over  zoals ik hem ontving:

    Le fondateur de Dubaï, le cheikh RASHID, a été interrogé sur l'avenir de son pays et a répondu : 

    ‘Mon grand-père a fait du chameau, mon père a fait du chameau, je roule en Mercedes, mon fils roule en Land Rover, et mon petit-fils va rouler en Land Rover... Mais mon arrière-petit-fils va encore devoir faire du chameau.’ Pourquoi cela, lui a-t-on demandé ?  

    Et sa réponse fut : ‘Les temps difficiles créent des hommes forts, les hommes forts créent des temps faciles. Les temps faciles créent des hommes faibles, les hommes faibles créent des temps difficiles. Beaucoup ne le comprendront pas, mais vous devez élever des guerriers, pas de parasites.

    Et ajoutez à cela la réalité historique que tous les grands empires se sont tous levés et ont péri en 240 ans ! 
    Les Perses, les Troyens, les Égyptiens, les Grecs, les Romains et, plus tard, les Britanniques... Ils n'ont pas été conquis par des ennemis extérieurs, ils ont pourri de l'intérieur.

    L’Europe a maintenant passé ce cap des 240 ans, et la pourriture commence à être visible et s'accélère. Nous avons dépassé les années Mercedes et Land Rover... Les chameaux sont à l'horizon.’

    Wat wacht er óns, achter de horizon, nu Poetin meester is van de kerncentrale Zaporizja in Oekraïne?

     

    05-03-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    04-03-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Parlando cose che il tacere è bello.

     

    Welke waarde heeft mijn woord nog in deze dagen; wie heeft het verlangen, de ruimte van gedachten nog, uit te kijken naar wat ik, vanuit mijn schelp, te zeggen heb en ik, daarenboven, zoek naar de moed neer te schrijven wat ik denk om het mede te delen?

    Misschien, beter ware het te zwijgen, machteloos als we zijn bij het opstaan en even machteloos bij het slapengaan, alle gedachten geofferd aan wat er gebeurt op dit eigenste ogenblik in het zo dichtbije land in het Oosten.

    Echter, ik blijf stemmen horen die me zeggen niet te versagen, me niet te laten verwarren door één man die als een God, zo voelt hij zich, is opgestaan en de wereld denkt te kunnen veroveren, almachtig als hij zich weet. Ik blijf stemmen horen, maar hoe beweeg ik, hoe schrijf ik, als ik voel dat het geen zin heeft, vandaag en wellicht morgen nog niet, te vertellen over wat leeft in de dieptes van mijn bestaan en  het, omwille van zovele gebeurtenissen, die de bovenhand nemen, en elk perspectief, elk vooruitzicht geblokkeerd  wordt,  het waardeloos toeschijnt verder te gaan.

    Zo deze morgen: wakker geworden en gewacht tot er het nieuws was op de radio om daarna te beginnen schrijven wat me te binnen viel. Heb zelfs het gordijn niet opengeschoven om te zien of de nu wassende maan er was boven het nok van de gebuur. En als ik het toch doe, de luchten nog gesloten, en vaag in het oosten - ik weet nu welke kant uit het gebeurt - een eerste belofte, een  blekere schijn, zoals de gevoelens in mij: een deel te veel en een ander deel te weinig.

    Het is een dag van het jaar 2022, een onschuldige dag die zich badend in het grote licht, bewegen zal naar de avond toe, naar de nacht toe. We hopen allen dat de soldaten van Poetin hun tanks zullen verlaten en verbroederen met hun broeders de Oekraïners, een droom van de voorbije nacht. Verwarring, nu mijn deel zijnde.

    Dit is wat ik deze morgen, onsamenhangend, zal geschreven hebben over onsamenhangende tijden. Mijn schrijven, het stille gebeuren in het leven van de mens die ik ben, denkend, nu ineens aan de titel van een boek waarmede ik me meer en meer vereenzelvig: ‘De stille man’, van Albert Van Hoogenbemt.

    Meer dan die stilte vermag ik voor het ogenblik niet, maar ik wacht op het verrijzen, op het me ontdoen van de wereld omheen mij en dieper dan ooit weg te kruipen in mijn schelp en er te blijven, me kerend en draaiend, me opofferend, me minimaliserend tot ik nog een punt ben, een onooglijk punt waar alles van mij geconcentreerd wordt opgeslagen en verzwegen, tot het ooit eens gebeuren zal dat al wat in dat punt geborgen is, ontploffen zal en wegschieten de hemel in tot waar het zich vermengen zal met alle geesten die er ooit waren hier op aarde, en ik wandelen zal met hen zoals Dante wandelde met Vergilius en Homerus, Ovidius en Horatius en Lucanus.

    Alle andere dichters en schrijvers die ik er ontmoeten zal  - parlando cose che il tacere è bello si com’era il parlar colà dov’era* - met hen te spreken over dingen waar het mooier is hier over te zwijgen. Allen gemetamorfoseerd in een andere stilte die van de eeuwigheid is.

    Hoe gek, hoe vreemd het soms is, schrijver te zijn en niet of maar half gehoord te worden. Er moeten er heel wat zijn in de wereld van nu.

     

    *Inferno: canto IV, 104-105

    04-03-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    03-03-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Schamele, armtierige bedenkingen.

     

    Ik kam me uit, ik ledig me. Ik droom dat de soldaten van Poetin hem zeggen zullen, dit is gekheid wat we doen, vecht zelf je oorlog uit, wij, we stoppen ermee, we verlaten onze tanks en wandelen weg, de velden in. Maar dit zal niet gebeuren, dit zijn de utopische gedachten van een oud man, die denkt dat de helft van de bevolking in Rusland tegen de oorlog is en er op rekent dat de helft van de militairen aan het front dezelfde mening erop nahouden.

    Maar bezie me, ik moet ineens verlaten wat ik altijd heb aangekleefd en me verplaatsen in het absurde van een oorlog en van een enorme massa  vrouwen en kinderen die op de vlucht slaan, de grens over, welke ook. Ik heb het ooit meegemaakt in mei 1940 dat vluchtelingen, opgejaagd wild,  geslapen hebben op de grond in de living van het ouderhuis, gewikkeld in dekens. Kan het dat er voor hen ook stro werd gespreid in de kamer, vraag ik me nu af? Veel meer weet ik er niet meer van. En nu zie ik het terug gebeuren, maar er zijn er zo een massa dat er geen plaats genoeg is voor hen in de huizen, de herbergen.

    Het is maar al te gek waarover ik tracht te schrijven. Dit is niet mijn taak. Ik raak het aan evenwel omdat het me bezig houdt hoe mensen en dan kinderen vooral, de helse weg op moeten om het geweld te ontvluchten, have en goed en speelgoed en leerboeken achterlatend.

    En bidden zal niet helpen, eer is geen God die hun lot verlichten kan, een God die hoop is, toevlucht is, redding is. Ze kunnen hem wel aanroepen maar hen horen zal Hij niet.

    Het bevreemdende is dat de eventuele slachtoffers van het geweld, met nog een greintje leven in hen, hun geliefden oproepen kunnen en hen toespreken voor een laatste maal. Ze sterven niet meer alleen, ze sterven met hun moeder naast zich, hun vader, broer of zuster naast zich. Het verlicht wellicht het sterven, echter zo iets is ongehoord, is een totaal nieuwe toestand die er gekomen is: een laatste woord dat kan gesproken worden, het is geen schreeuw meer, het is een dood gaan in woorden.

    Denkt Poetin hier aan, denkt hij aan de vluchtelingen, denkt hij aan de stervenden met de gsm in de hand. Hij mooi geschoren - hij heeft misschien niets van baard, niets meer dan wat wol en ik denk eraan - het is een gekke gedachte - wat zou het betekenen indien de ‘bebaarden’ die hier rondlopen, ineens, uit medeleven met de slachtoffers van het conflict, hun baard zouden opofferen en op een morgen allen geschoren tevoorschijn zouden komen. Ik zou er zeker niets tegen hebben, ik zou het zien als een offergave, meer dan een gebed voor de goede zaak.

    Ik heb weinig te schrijven vandaag, ik ben overhoop gedacht wakker geworden, denkend hoe het vervolg zou kunnen zijn: eerder de inslag van een missiel met atoomkop dan een nieuwe poging om vrede te bereiken.

    Me steeds maar afvragend of de legerleiding van de Russen even gesteld is op oorlog dan hun oppermeester, Poetin, me afvragend of gans Rusland gek geworden is en Poetin zal blijven volgen?

    Zijn de Russen dan zo een oorlogsvolk, hebben ze nog niet genoeg eronder geleden, of weten ze niet, absoluut niet wat er aan het gebeuren is?

    03-03-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    02-03-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.'Leitmotiv'.

     

    Ruik ik de lente al, bloeit de wilde kerselaar al aan de vijver, onweerstaanbaar wat er ook gebeuren moge in de verre wereld; is er al de roep, de schreeuw van de Natuur met, hoe groot wordt  het, de echo ervan diep in mij, hopende tot in het merg van mijn gebeente?

    Ik reken erop, ik reken van nu af, op elk teken van de Natuur, van het leven en, waarom niet, op elk teken van het Leven erna, dat ik niet stop te zoeken, om er alles over te vernemen onder een of andere vaststaande vorm, zelfs het wankelbare kleef ik aan, houd ik in beraad in de schemering, als in de nacht, als in het licht van de morgen met de hemel in het oosten in een heerlijkheid van vuur.

    Dit is de kern van wat ik schrijven wil, vandaag en alle andere dagen, dit is van alle tekens die ik opsommen wil -een grote Shostakovich nu op de radio - of ze er nu zijn of er niet zijn. En wat ik enkel gissen kan van deze die er zijn, verscholen in het potentiële dat er is van in het begin der tijden, het immense onoverzichtelijke potentiële dat er was in den beginne en zich geleidelijk aan heeft uitgeklaard, wat niet betekent dat het volledig zou zijn opgebruikt als mogelijkheid. Verre van.

    Dan toch voor mij nog niet, voor ons nog niet. We blijven uitkijken. De hoop die we kennen verstilt niet, er is geen vergissing mogelijk in wat we veronderstellen het element Geest te zijn. Het is wat het IS, het vlot zelfs niet in de luchten, het is de luchten zelf, het is het innerlijke van alles,   het is wat de sappen in de planten wakker maakt in de lente, en de planten bloeien doet, onaanraakbaar, ondefinieerbaar, onzichtbaar maar alom  aanwezig, het is de totaliteit van het ‘Zijn’.

    We schrijven het, we herhalen het, het is ons Leitmotiv, raak het niet aan, maar zwerf er omheen als in de gangen van een spiraal, zoekend, aftastend van uit alle mogelijke hoeken, belicht het zoals je wilt, maar houdt het centraal in je gedachten als het centrale punt van die spiraal.

    Hoe ontvankelijk zijn we voor de wereld van het schemer-ongekende, van wat beschreven kan worden zonder het te raken op welke kant of zijde ook, zelfs niet op de oppervlakte ervan?

    Het eeuwig onaanraakbare dat er altijd moet geweest zijn, vóór de tijd begon en waaruit alles moet ontstaan zijn, wij, mens, incluis. In zo ver dat we denken gaan dat alles er is opdat wij er zouden kunnen zijn.

    Ik schreef dit al: een oneindigheid aan sterrenstelsels is nodig omdat, de geest van het Universum, waar Spinoza naar uitkeek, zich bewijzen wil, zich openlijk tonen wil, als de geest in de mens die we zijn.

    Dit ook herhalen we, dit ook is ons ‘Leitmotiv’.

     

    02-03-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    01-03-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zich te herinneren de dagen van geluk.

     

    Er is geen enkele zekerheid meer wat de tijd betreft, wat het gebeuren in de tijd betreft, alles wankelt of staat op het punt van het wankelen, ons schrijven wankelt. We houden het misschien nog enkele dagen vol, maar het kan dat het daarna zinloos wordt nog een jota te schrijven, het kan  en het ziet er meer en meer naar uit dat het zo zal zijn.

    En daarna, daarna de verblinding van het hier-zijn: denken dat we leven terwijl we evengoed, in potentie, morsdood kunnen zijn als er ergens op een knop wordt geduwd en seconden later alles wat is wordt weggeveegd tot wat stof. Wat onmogelijk werd geacht steekt ineens de kop op. Het is in elk geval met de blik gekeerd op dit potentiële dat we leven gaan de komende dagen.

    Ik kan niet anders dan schrijven met dit apocalyptisch beeld in mijn achterhoofd. Heeft het dan nog zin verder te gaan alsof het waanzinnige ervan onmogelijk zijn kan?

    Een vriend lezer vindt enkele ogenblikken soelaas, in het beluisteren van wat wel een soelaas kan zijn voor hem en voor ons, die nog wachten kunnen op het vervolg van de dagen, maar wellicht niet voor zij die zich schuilen in de metro van Kiev en enkel voor het ogenblik, als toekomst het einde van de tunnel zien, zijnde een donkere holte van onzekerheid.

    En precies dan, schrijft mijn vriend, stuurt Klara een mij welbekend lied de ether in: Canta la cicaleta, van de vroeg-barokke Romeinse componist Stefano Landi (1587-1639) en het is Marco Beasley, (°1957) Napolitaan met Engelse roots, die het zingt met begeleiding van L’ Arpeggiata, een internationaal ensemble, gespecialiseerd in “oude muziek”, van de Oostenrijkse harpiste Christina Pluhar (Graz, °1965) - https://youtu.be/Pj8hZDTQrkw, en ik voeg eraan toe voor zolang dit nog te beluisteren valt.

    En hij gaat verder en ik neem zijn woorden dankbaar over:

    ‘En terwijl hier in Zarlardinge de zon opgaat en de nevels boven de Binchebeekvallei kleur krijgen, denk ik aan de mensen in Kiev. Zij zien geen lichtende dageraad, enkel een metrotunnel die zich oplost in duisternis want aan het einde is geen licht te bespeuren. En wie of wat kan in die omstandigheden troost bieden? De herinnering aan een mooie zomeravond op het land toen de krekels hun paradijselijk bestaan bezongen en van geen ophouden wisten? Ik weet het niet. Wel wenste ik hen toe dat ze, zoals ik, al was het maar voor even, de hemelse stem van Marco Beasley konden horen… Schoonheid kan de mensen in Oekraïne niet redden. Maar misschien – hoe kortstondig ook - een glimp van geluk bezorgen. En jij?’*

    Ik dacht, terwijl ik dit schreef, aan Francesca en Paolo die Dante ontmoette in canto V van zijn Inferno. Francesca en Paolo die in de Hel waren gesukkeld omdat de liefde die ze voelden voor elkaar een verboden liefde was, Paolo de broeder zijnde van de echtgenoot van Francesca.  En wist ze sprekend met Dante :

    … Nessun maggior dolore / che ricordarsi del tempo felice / nelle miseria ... : (canto V : 121-123)

    Geen groter smart dan je de dagen van geluk te herinneren in dagen van miserie.

    Wij zelf zijn nog niet toe aan die ‘miserie’, maar het zou kunnen dat ze al aan de achterdeur staat.

     

    * Mijn viend bezit ook de tekst van het lied ‘Canta la cicaleta’ met de vertaling, die ik jullie kan bezorgen.

     

    01-03-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    28-02-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De drie laatste gedichten.

     

    Dit is wellicht de laatste maal dat ik op de laatste dag van de maand februari iets schrijven zal, de kans, als het een kans is, is heel groot. Ik weet het en het is goed er naar te luisteren.

    Ik houd heel wat op de achtergrond als ik schrijven ga. Vooral nu als ik deze drie laatste gedichten vrij geef, denkend aan wat Wout Van Aert gisteren vertelde na zijn overwinning in de ‘Omloop’, dat het niet veel was in het licht van de waanzin die gebeurde in Oekraïne. Deze drie gedichten X, XI en XII zijn ook niet veel, ze sluiten wel een periode in mijn leven af op een zeer ongelukkig moment in de wereld.

     

    X

    Een eiland van gedachten
    is de mens,
    overschaduwd, overdonderd
    door het toeval dat geen toeval is,
    een steen de helling afgerold,
    de plons in zee
    die niemand hoort.
    Zo staat het toch geschreven
    van wie sterven gaat.
    Zo denken we, maar mogen
    het niet lezen laten
    handelingen die we stellen
    lijk lieveheersbeestjes
    op rozenstengels,
    het zijn slechts mazen
    die we weven
    in het net dat ver vóór ons,
    in den beginne al,
    werd opgezet.
    Onwetend als we waren.
    Hoe komen we er dan toe
    archipel te willen zijn?

    Hoe komen we ertoe
    een brug te willen zijn,
    lijk van tekeningen de lijnen
    in een geheime harmonie
    van tekens en symbolen
    saamgebracht.

    Een eiland van gedachten
    denkt de mens te zijn,
    maar hoe verbonden,
    hoe hij ingeschakeld is,
    hoe opgetuigd verstrengeld,
    en de weg verlaten die in het net
    voor hem getekend werd,
    dat kan hij niet,
    al denkt hij soms van wel.
    De schaduwen zijn hier lang
    in dit seizoen, naar de avond toe.
    XI

    Onooglijk bloem te zijn
    in dorre aarde, of
    het wonder dat we nimmer zagen
    omdat we de wereld blind zijn in gegaan,
    onvermogend om een ogenblik,
    slechts bloem te zijn.

    Zo de winden niet gevoeld,
    de regen niet gesmaakt
    en evenmin gehoord
    gezien alhier,
    de deeltjes elektronen:
    Fritjov Capra wel gelezen.

    Bloem te zijn en niet te dromen,
    geen woorden moeten schrijven,
    geen uur te kennen,
    maar te bloeien en bevrucht te worden
    door God weet wie of wat,
    en met de wenteling der seizoenen
    zaad geoogst om in de wind
    gezaaid te worden.

    Herderstasje is mijn naam,
    la bolsa a pastor alhier,
    het water uitgekomen,
    of uit de luchten
    in een of andere vorm,
    op aarde neergedaald,
    de tijdloosheid.

    Wie weet het nog,
    hoe plant geworden, hoe gegroeid,
    hoe mutatie na mutatie
    die evolutie wordt genoemd:
    survival of the fittest. 

    Vanwaar die groei,
    die drang tot voortbestaan,
    komt het van binnenin
    of is het, beademd door Amor
    waarvan Dante dacht dat zij het is
    die zon en ster bewegen doet?
    Perplext te staan hoe zo iets
    worden kon tot wat het is,
    wat wortel en wat stengel
    een vinger lang, uit resten rots
    gerezen om dan te bloeien
    in het teerste wit en zaad te geven,

    zoals het staat geschreven in het boek
    dat van het leven is,
    te dik, te onbegrijpelijk.
    Wie neemt er nog de tijd om na de zee,
    het kleine nog te zien?
    Zo deze woorden.
    XII

    Dit zijn de laatste golven
    die we hier zullen zien en horen,
    stukgeslagen op de witte rotsen,
    schuimend van trots
    en overhaastig om te keren.

    Dit zijn de laatste golven
    voor het avond wordt,
    de laatste bundel licht,
    wat schemerboten nog
    en dan de eerste ster gekomen,
    de lijn van horizon en wolken,
    versmolten
    als het nacht weer wordt.

    Hoe kwamen we hier aangedreven,
    hoe vergroeiden we
    met wind en water,
    met licht en lucht:
    verbondenheid voor later
    als we schrijven zullen wat we zagen:

    ‘la Mer à hauteur de notre âme…’* 

    Het leven ons dooreen gerafeld,
    het klein en groot gebeuren
    dat onze regel was in ons verwerkt
    en God gezocht of wat met Hem
    kon vergeleken.
    ‘Altijd zoekend en nimmer dichter
    komend tot wat de waarheid is.’**


    * Amers: Saint-John Perse
    ** Ecclesiasticus

    28-02-2022, 06:37 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    27-02-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gedichten VII, VIII en IX omdat het nu niet anders kan.

     

    Maar eerst Cees Nooteboom. Ik eindigde de lectuur van ‘De omweg naar Santiago’ en het was een omweg van meer dan 400 pagina’s kleine tekst. Een massa woorden en welke woorden, de ganse Van Dale gaat er schuil in, woorden gebruikt voor beschrijvingen van landschappen, kastelen, kloosters, kathedralen, kerken, steden en verlaten dorpen; een tocht door Spanje van het oosten  naar het westen van het zuiden naar het noorden aangevuld met geschiedenis, met ontmoetingen, met wat andere schrijvers erover wisten of niet wisten, een Pléiade van kennis, van gevoelens, van verwachtingen. Nooteboom op zijn best. Het is trage lectuur want er wordt veel in gezegd, en wat gezegd wordt is briljant, is hoogstaand, is kleurrijk  is ruimte en inzicht.

    Ik vrees echter dat er weinig Nobelprijs juryleden het werk lezen zullen omdat het tijdvergend is en ik weet ook niet of het ooit vertaald werd. Voor mij echter is het het werk van een Nobelprijswinnaar, vooral   als ik het vergelijk met dat van een José Saramago die in het Portugees schreef en naam verwierf door zijn hevige aanvallen op de Kerk.

    De lectuur van het boek is een must voor elke Spanje liefhebber, vooral in deze tijden van oorlog in een nabij gelegen land, een sukkelland belaagd door een op te sluiten gek.

    Hierna, waag ik het mijn gedichten VII, VIII en IX te plaatsen. Enkel, en ik meen het, nu ik begonnen ben, om ze zo vlug mogelijk kwijt te zijn. Het is geen tijd meer om gedichten te schrijven.

    Des te meer - het is zaterdag 26 februari, 07.00, als ik dit schrijf - des te meer omdat ik hoor dat ze in de straten van Kiev aan het vechten zijn, terwijl er straks langs de straten van Vlaanderen honderdduizend toeschouwers zullen staan om naar de ‘Omloop’ te kijken en er honderdduizend zullen zijn in de sneeuwvelden of spartelend in het water en de zon, ergens naar het zuiden toe.

    In het zuidoosten wacht de laatste sikkel van de maan om te verdwijnen, zoals ik nu verdwijn in mijn gedichten, lang geleden geschreven, onschuldig.

     

    VII


    Met het vallen van de avond
    de meeuwen uit de golven opgedoken,
    uit andere tijden weergekomen
    en wij, luchtbellen,
    drijvend op de wind.

    Hart dat rust nu vindt
    in roerloosheid gevangen.

    En met het vallen van de avond
    de laatste zin getekend
    op het laatste blad,
    de laatste golf die stranden zal
    op alle stranden, moe gestreden,
    moe gezocht te weten,
    waar ons beginnen lag.

    De luchten ijl, koraal gekleurd,
    wie zegt ons waarvoor we
    zijn gekomen hier, lijk de meeuwen,
    uit de golven opgedoken
    en na een stond verdwenen.
    En, toen we Lorca lazen,
    altijd maar de zee,
    een levende aanwezigheid.

    Een gedachte
    ineens opgerezen,
    en aan de laatste meeuw gevraagd:
    ‘gaviotita
    ¿dónde está mi sepultura?‘
    ‘Kleine meeuw,
    waar is mijn graf gelegen?’
    Wat nog niet geschreven hier
    hebben we uitgewist.

    VIII


    De zee is zwart lijk antraciet,
    die moeder kocht, ten tijde
    het nog sneeuwde over ‘t land.
    Alsof de tijd zich hier naar binnen
    had gekeerd en wij kijken konden
    hoe jong ze toen wel was.

    De zee is zwart lijk antraciet
    en wij teruggaan konden,
    naast elkaar gezeten,
    en de wind de kracht heeft
    van de golf.

    Ons aansporend, openspattend
    op de rots, ons roepend om
    de zee in te gaan
    met gesloten ogen
    en te verdwijnen
    nu we nog kunnen
    uit vrije wil,
    nu de golf ons nemen zal,
    het zilte water ons omspoelen zal,
    van ons het allerlaatste teken.

    Waar de beelden
    die er vroeger waren:
    de witte stam van berken
    in het bos achter het huis,
    de weide waar we lagen,
    het ruisen van de bomen,
    de blonde meid op haar fiets voorbij,
    en wij zo teergevoelig,
    verliefd om boeken te schrijven,
    gedichten te dichten,

    en in gedachten,
    hoe met metaforen omgebogen,
    ze ongeschreven zijn gebleven.

    Moeder, hier is de zee
    een donker blad waarop we
    schrijven kunnen om te vergeten
    wat nog niet vergeten was.

    IX


    Schrijven dat de zon
    de luchten breekt,
    het rimpelend water,
    Saint-John Perse gelezen.

    Nog is er de glinstering,
    nog is er het verblinden,
    nog is er van de wind het gezang,
    de golf te pletter op de rotsen
    van de wereld, en wij
    schrijvend op wat oud papier.
    De tijd is lijk de golf,
    is lijk de aarde, hij stopt hier nooit:
    moeder, vader, broer,

    de tijd, hij stopt hier nooit.

     

    27-02-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    26-02-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gedichten IV, V en VI met op de achtergrond Oekraïne.

     

    25 februari, 06.30:

    Ik luister naar ‘Musiq3’ van RTBF (ik kan de golflengte van ‘Klara’, 89.50 niet meer capteren op mijn oude gsm) en wacht op het eerste nieuws over de moordpraktijken van Poetin in Oekraïne. Niets ervan onmiddellijk, wel de mooie, elegante, eerste pianonocturne van John Field, de voorloper van Chopin, en daarna ‘Water Music’ van Georg Friedrich Händel, kort erna gevolgd door een gedicht van een jonge Iranese In België. Een gedicht dat me verrast door de soberheid ervan en de poëtische geladenheid die neerkomt als een stilte in mij, een wegglijden terug in mijn wereld van gisteren toen ik, in mijn blog, gekomen was tot een zekere loutering van mijn gevoelens.  Ik eindigde die morgen met wat ik dacht over de dood en wat er was na de dood en die sfeer van toen droeg ik nog altijd mee met mij en ik voelde me er nog altijd door gelouterd, getekend evenwel met het gebeuren in Oekraïne, een schaamteloosheid voor een land van grote schrijvers en componisten die me allen nauw aan het hart liggen.

    Pas daarna, een half uur later om 07.00, kwam het nieuws waar ik op wachtte.

    En nu keer ik terug naar mijn twaalf armzalige gedichten - armzalig na deze van de jonge Iranese - die ik aanvul met IV, V en VI.

    IV

    Waar de lucht
    de zeeën raakt,
    het witte zeil gezien
    dat Dantes droom kon zijn:
    Ulysses’ boot,
    vergeten hier,
    voorbijgeschoven,
    na zovele eeuwen,
    alsof de tijd,

    alsof de tijd niet méér
    zou zijn geweest
    dan een schakeling
    van ogenblik in ogenblik:
    het nu van het herboren
    in Dantes woorden,
    tot het nu van deze lijnen.

    Alsof er tussenin
    maar niets gebeurde
    dat betekenis had.

    Tussen beide bakens,
    door Hercules neergezet,
    wij, met Ulysses meegevaren
    de oneindigheid tegemoet.

    Op de einder van verlatenheid
    wij gevaren, alchemie
    van licht en lucht en water
    en het vuur van avondzon,

    en tot ons gekomen
    op de geest geënt,
    zoals ‘Icaros’ val’,
    in rijke kleurkoralen,
    als van Johan Sebastian Bach,
    in woorden omgezet.

    Alsof van alle zeeën die we zagen,
    ons nog beroeren kon
    wat de verbeelding eromheen
    geweven heeft.


    V


    Waar we waren dag aan dag,
    de branding van de zee
    gevoeld,
    de zoutsmaak op de lippen
    en hoop op leven nog,
    zo lang, zo ingetogen,
    hoog van golf te zijn
    met witte randen
    van begeestering.

    Hoe minimaal
    het allemaal was:
    kleine vogels tussen rotsen
    in bloemenstruiken,
    hoe dartel
    in ons handen, de wind,
    zo vers alsof hij
    springlevend was.

    Hoe minimaal het was,
    het heeft ons toch bewogen,
    telkens weer ons ‘peis’ gebracht:
    begenadiging.

    En in de echo van de luchten
    tekens op het blad gezet.

    Wat spreken we
    dat we ook zeggen wilden:
    nog enkele dagen,
    of mogen het
    nog maanden zijn,
    mogen het nog jaren zijn.

    Zo ook nog niet de witte vlag
    gehesen
    hoewel we zo dicht genaderd zijn.


    VI


    Zo ver al afgedwaald
    tot waar de wieren smeulen,
    tot waar de begane grond
    is weggezakt,
    onherkenbaar onze wegen
    die we gingen om te zeggen
    wat we zeggen wilden,

    om te lezen
    wat we lezen konden,
    amper toereikend,
    om niet te sterven
    van onwetendheid.

    De dag een snoer
    van wolken en van luchten,
    onverrichter zake
    doorgekomen,
    en toch nog hopen
    op een gelukzaligheid
    die ons zou beschoren zijn.

    Zo kennen we de avonden,
    kennen we de morgens,
    maar kenden nooit vanwaar
    gekomen en nimmer ook
    waar heen gegaan.

    Al geloofden we,
    al leefden we nog vele jaren.
    Al lazen we in de Ecclesiasticus
    dat alles veel te ingewikkeld is
    opdat we begrijpen zouden.

    Later dan misschien.

    26-02-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    25-02-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Loutering.

     

    Vooraf:

    Mijn blog van 24 februari schreef ik op 23 februari. Ik dacht toen de blogs van 25, 26 en 27 februari klaar te hebben, maar Poetin, hij, gooide roet in het eten. Weet dat mijn blog van 25 februari, hierna, geschreven werd de morgen van 24 februari 2022.

    *

    Ik laat mijn gedicht voor wat het is, het dateert van uit een andere wereld dan de wereld van deze morgen, man is a ferocious animal, het weet niet wat poëzie is, ik ook weet het niet meer omdat ik, omdat wij, voor een voldongen feit worden gesteld, het is oorlog, eens te meer. Ik schrijf niet meer met de zee op de achtergrond maar met destructie en dood op de achtergrond, dood van de onschuldigen zoals ik.

    Hoe ik mijn dag ga doorbrengen weet ik niet. Ik schrijf maar omdat ik gewoon ben op te staan en te schrijven, maar alles wat er was, is er niet meer, alle licht, alle heerlijkheid, alle poëtische betrokkenheid is weg, opgelost. Of dit nog ooit terugkom weet ik niet, of ik het vervolg van mijn gedicht, IV tot XII, nog ooit zal laten gaan weet ik niet. Mijn gevoelens zijn lam geslagen en ik zie echt geen uitweg om terug te gaan, zelfs niet naar gisteren.

    Ik dacht wel, toen ik aan het herwerken van het gedicht gekomen was, het ogenblik slecht gekozen, omdat ik een bericht gekregen had van een vriend over een vriend van hem, gesard in het diepste van hem met de ziekte die geen pardon kent, en dit, terwijl ik zwom in het woord van Nooteboom, de reiziger in het land en de geschiedenis van Spanje. Nooteboom, nog altijd hij, had het - ik neem zo maar iets - over de laatste sultan, Boabdil, die de sleutels van Granada, dus ook van de Alhambra, in november 1491, overhandigt aan de ‘Katholische Koningen Ferdinand en Isabella’.  

    En ik de doffe pijn voelde die de sultan moet gevoeld hebben, een stad en een Alhambra te moeten overlaten.

    Een pijn te vergelijken met de pijn van de vriend van mijn vriend, die zijn sleutels van het leven in de hand nog houdt. Maar, en het is hier dat ik, in die wereld van gisteren komen wou. Ik hield ook nog altijd op mijn netvlies, de foto genomen door de Hubble telescoop van een onooglijk punt in het Universum, een oneindigheid aan sterren als lichtpunten van geest.

    En ik me afvroeg waarom er zodanig veel hoefden te zijn, want ik zag maar een miniem deel ervan, en dan daar tegenover gesteld, mijn eigenste ik, mijn arm, onooglijk ik die dit aanschouwde of beter, die het geluk kende dit te aanschouwen, het geluk dat me toegereikt werd en ik verrast was door de onmetelijkheid ervan en de schoonheid ervan, en ik me heel klein voelde en tevens, tevens rijk en groot, in staat te zijn het te zien en te beleven, te beleven wat ik zag !

    Is er iets weidser, iets grootser dan het beleven, het weten dat het er is en er zich vragen over te stellen, wat het is en als het is wat het is, waarom het zo is.

    Poetin kan me gestolen worden hij ontneemt me niet het beleven van wat ik zag. Hij, zag het niet, en als hij het zag hij beleefde het niet. Hij kende niet de vragen die ik me stelde: waarom is het dat het me, dat het ons,  gegeven is dit te beleven en er niet als een blinde aan voorbij te gaan zoals we als een blinde - Nooteboom wist dat - voorbij gaan aan de kufi kalligrafie op de muren van het Alhambra.

    En toch de ochtend werd een grote morgen van het ogenblik dat ik Poetin vallen liet en dacht aan iets waar ik nog nooit aan gedacht had: het uitvergroten van alle deeltjes van ons lichaam, elk deeltje tot sterren in het firmament - want zijn we geen stof van sterren? - en dan weten dat dit uitvergroot beeld, hoe omvangrijk het ook moge zijn, over een geest beschikt - in feite is het andersom - die een deel MOET zijn van de geest in het Universum.

    Een deel dat de onsterfelijkheid bezit van de geest in het Universum of, herleid tot zijn normale maatstaven, de geest in ons die niet anders kan dan van de geest van het Universum te zijn.

    De dood niets anders zijnde dan de vreugde, de blijheid te kennen terug te keren naar de bron van al wat is. En daarna terug bron te zijn.

    Ik denk dat ik, nu ik dit geschreven heb, terug kan gaan naar mijn gedicht, in vrede met mezelf en met de wereld omheen mij.

    Gelouterd.

    25-02-2022, 07:41 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    24-02-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Twaalf gedichten met op de achtergrond de zee.

     

    Ik schreef in de loop der jaren tal van gedichten over de zee van San Juan/Alicante, ook deze twaalf hier. Waar ze zitten, zitten ze te geprangd, dreigen ze voor altijd weg te glijden in de tijd, in totaal 2800 woorden.

    Van wanneer ze dateren heeft geen belang, ik heb ze teruggenomen, nu herleid tot 1700 woorden. En schuif ze, per drie, binnen in mijn vier volgende blogs opdat ze een laatste maal worden besprenkeld met water, met licht en met leven.

    Hier volgen I, II en III.

    I

    We waren niet oud,
    al waren we van jaren,
    maar eeuwig was
    die zee van ons
    onaangeroerd, almachtig.

    Wij, bijwijlen
    erin opgenomen,
    meegesleurd in overmoed
    om intenser te gaan leven.

    We waren niet oud,
    maar ondefinieerbaar
    in die dagen,
    van einder tot einder
    zoals van de golf
    het roekeloze is.
    Zo ruim we waren
    zo onvergankelijk licht
    om op te stijgen
    en al te weten
    wat geweten moest
    om maar niet te vergaan
    van onbenulligheid.
    Hoe goed het is
    hier neer te zitten,
    te lezen en te schrijven,
    van morgenlicht tot avondrood,
    welke woorden ook,
    ze staan er gebrand,

    al waren we van jaren.


    II

    De dag is niet veel,
    als je niets te schrijven hebt,
    niets te verhalen,
    zelfs al was er niets.

    Als je niet bent opgestegen,
    al was het maar een korte tijd,
    tot in de hoogste luchten.

    Als je niet, zoals Pessoa,
    wat woorden nagelaten hebt
    geborgen in een plaats
    waar niemand komen kan,
    toch niet de eerste jaren.

    Omdat de zee je adem is,
    dooraderd
    met het licht van zon en maan,
    de zee je antwoord is.

    Omdat de zee zich
    wijzigt almaar door
    en altijd identiek,
    gekoesterd en bezeten
    en ongetemd gebleven.

    Omdat, als er één plaats
    je inspiratie is
    het wel de zee zal wezen.

    Zo is de dag niet veel als je,
    je steeds maar weer herhalend,
    niet bereiken kunt dat vleugje
    poëzie dat je verstillen zou,
    oneindig.

    III        
                                                                          
    Veel tijd
    zul je niet meer kennen
    om te herlezen
    wat er geschreven staat,
    omdat het veel is
    wat we schreven
    en te kort de tijd
    die overblijft.

    Of gaan terug
    naar plaatsen
    waar we waren
    om te weten
    hoe we hebben liefgehad.

    Alsof er lijn noch pijn
    zou zijn in wat we schreven
    jarenlang,
    en blad na blad ons
    niet gewijzigd had,
    gevormd tot waar we
    aangekomen zijn.

    Zo: Dimmi maestro,
    dimmi signore,
    zeg me, Dante,
    wat je heden
    van je God aan ons
    vertellen zou.

    Een vraag die we niet
    laten kunnen,
    het antwoord hier
    te vast geankerd,
    te ingewikkeld
    voor wie we nog maar zijn.

    Al trachten we,
    Zijn stem te lezen
    in al wat Hij geborgen houdt,
    alom is stilte en laat het zo,

    we komen.

    24-02-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    23-02-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De wind en de tijd, en nu Poetin.

     

    Toen stokten op hun hoogste punt de sterren en stokte ook wat hij nog te schrijven had, meegenomen als hij was door de galopperende tijd, die over hem heen holde.’

    Een zin die ik vond, geschreven op een vodje papier. Is die van mij, is die van iemand anders en als het zo is, waarom staat er geen naam vermeld, ik heb toch niet de gewoonte dingen over te nemen van anderen alsof ze van mij komen? En erger nog, sprekend over de galopperende tijd als er de wind is beukend tegen het huis, tegen al wat rechtstaat, waartegen geen hulpmiddel is voorzien evenmin als tegen de tijd..

    Zo deze morgen, als hij de gordijnen openschuift en hoog boven het nok van het huis van de gebuur, in het zuiden, de bijna volle maan, klaar getekend ziet in het schijnblauwe van de luchten, weet hij hoe, op korte tijd, terwijl hij aan het schrijven is, de maan verschuiven zal naar het westen toe, hij ineens denkt aan Pablo Neruda, 1904-1973, en zijn gedicht over de galopperende wind[1], terwijl het niet de wind is van de laatste dagen die hem bezig houdt, maar de galop van de tijd die hem in zijn greep houdt, die hem niet los laat en hij het desondanks waagt, zoals het gebeurt, generaties verder te kijken om zich af te vragen welke weg de tijd nemen zal, als hij er niet meer zal zijn, met onze cultuur en beschaving, vooral nu de vele waarden van vroeger en van oudsher beginnen af te takelen.

    Want de wegen van de kathedraalbouwers zijn nu verloren en vergeten; het punt in de tijd waarop de romaanse bouwstijl verlaten werd  en men plots, rond de elfde, twaalfde eeuw, wellicht én omdat men de oosterse techniek van het bouwen, toegespitst op de ingebeelde structuur van de Kosmos, geleerd/afgekeken had, én vooral omdat men er een totaal andere visie op nahield wat de zin en de betekenis betrof van  de mens hier op aarde, in het aanzicht van God. die we vandaag al lang hebben achterwege gelaten.

    Ondertussen kwam er wel de periode van de Verlichting maar ook deze weg verduisterde en ook deze weg loopt stilaan dood. Er is geen bezinning meer, in elk geval niet op zondag, zoals het ons was ingeprent.

    Terwijl de grote orde in de innerlijke structuur van de Kosmos, die wijst in de richting van het bestaan van een regerend Iets of Iemand, a-sacraal wordt uitgebaat in alle mogelijke vormen zijn we terecht gekomen  in de periode van de oppervlakkigheid. En hebben we geen steunpunten meer, geen houvasten meer, geen geestelijke waarden meer om ons aan vast te houden en ons erin te verdiepen.

    En, terwijl ik schrijf, de maan die verder schuift of, is het de maan die het vaste punt is en is het de aarde die zich wentelt naar het oosten toe? Ik heb er vandaag geen benul van en ook geen nood het te weten, het overkwam me dat de winden zo hevig waren, zo alles wegrukkend uit de grond, omvergooiend wat nog rechtstond, en ik kaal en naakt en ongeschoren achterbleef, de tijd als een vlammend zwaard boven mijn hoofd. Terwijl tot overmaat, en dit is van deze morgen er ook datgene is wat er te gebeuren staat nu Poetin meer dan de kop opsteekt.

    Dit, vriend lezer, is het gevoel dat me niet meer verlaat de laatste dagen en dat ik nochtans achter mij moet laten en doen alsof het er niet is, wil ik nog schrijven kunnen wat ik altijd gemeend heb te moeten en te kunnen schrijven: los en vrij, hoogdravend soms, maar gevuld en warm en sierlijk het liefst, en, ik weet het wel, soms te eigenwijs.

     

    [1] Escucha cómo el viento // me llama galopando // para llevarme lejos. (Pablo Neruda, 1904-1973). Luister hoe de galopperende wind me roept om me ver mee te nemen.

    23-02-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    22-02-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Traduttore traditore

     

    Borges was een springplank voor mij, uiteindelijk wordt alles springplank, grijp je je vast aan een grashalm om te slagen in je opzet en veel is een grashalm niet. Trouwens het begint altijd met weinig en het is best ook zo te beginnen, bij de aarde waar het zaad wordt uigestrooid, gul soms, overvloedig soms, geestdriftig soms, alle modaliteiten zijn aanvaardbaar, dan toch voor mij, of ze het zijn voor jullie weet ik niet, ik tast in het duister, zoals ik schrijf in het duister, nimmer - en dit is het woord - wetende waar ik uitkomen zal.

    Dit was gisteren het geval, uitkomend bij het ‘Inferno’ van Dante en nu denkend aan een heel bijzondere passage erin die geen deel uitmaakt van Borges’ negen essais over Dantes Commedia. Een zonderlijke passage waar Dante het heeft in zijn Canto XV van zijn ’Inferno’, verzen 112 tot 114, over de sodomiet Andrea dei Mozzi, bisschop van Firenze:

    112 Colui potei che dal servo di servi[1]
    113 Fu trasmutato d’Arno in Bacchiglione,
    114 Dove lasció il mal protesi nervi. 

    Hoe 114 vertalen ?

    Waar hij zijn slecht gestrekte zenuw achterliet; ‘Où il détendit ses nerfs mal tendus’ vertaalt André Pézard; ‘où il laissa ses nerfs mal tendus’  vertaalt Lucienne Portier ; ‘The body he’d unstrung and enervated’ vertaalt Dorothy L. Sayer.

    Kan. A. De Beer slaat de passage 91-114 over; en Frans Van Dooren ook waagt zich aan geen vertaling; Lodovico Magugliani laat wat er staat, en voegt er in een voetnoot aan toe: ‘ove morí’ waar hij stierf.

    Het kan dat de bisschop daar gestorven is, maar hierover zegt Dante niets. Wat hij wel zegt is, volgens mij, ‘dat hij daar zijn erecties achterliet.’

    Of ben ik het die nu overdrijf en een woord gebruik die Dante niet wenste omdat hij te rijmen had op ‘servi’, hoewel het andersom ook kon dat hij te rijmen had op ‘nervi. We zullen het natuurlijk nooit weten, het rijmen voor Dante onvermijdelijk zijnde moet het hem heel wat vragen gesteld hebben om te zeggen wat hij zeggen wilde.

    Is dit belangrijk, is dit het vermelden waard? Voor een specialist in Dante misschien, maar hoeveel zijn er nog die met Dante in hun hoofd rondlopen? Ze zijn te tellen en voor de niet-Dantes is het nog geen habbekrats.

    Ik vermeldde het dus maar om te wijzen op het kleurrijke van het Italiaans van Dante waarvan hij een van de eersten was om die taal te gebruiken.

    Ik herhaal - heb het ooit al gezegd - hier wat Samuel Beckett, 1906-1989, schreef over het gebruik van het Italiaans in plaats van het Latijn:

    We zijn geneigd te vergeten dat Dante’s literaire publiek Latijns was, dat de vorm van zijn gedicht beoordeeld zou worden door Latijnse ogen en oren, door een Latijnse esthetica die vernieuwing niet duldde en die wel ontstemd moest raken van de zoetgevooisde elegantie van ‘Ultima regna canam, fluido contermina mundo*’ vervangen door de barbaarse directheid van ‘Nel mezzo del cammin de nostra vita, net zoals Engelse oren en ogen de voorkeur geven aan ‘Smoking his favourite pipe in the sacred  presence of ladies’ boven ‘Raucking his favourite turvku in the smucking precincts of lydias**.’[2]

    Was het de bedoeling van James Joyce om de weg op te gaan die Dante gevolgd had? Helemaal niet maar Joyce is heel wat toegelaten op taalkundig gebied. Een vrijheid waar wij niet durven aan denken al ken ik wel een vriend die het aandurft.

     

    * Ik zal van volmaakte rijken zingen die grenzen aan deze vluchtige wereld.

    **zijn aromatische turfbak smoken in de opsmukkende naburigheid van dameskus.

     

    [1] Deze die de knecht der knechten - Servus servorum Dei, officiële titel van de Paus - liet overbrengen van Arno in Bacchiglione waar hij zijn slecht gestrekte zenuw achterliet.

    [2] Samuel Beckett: ‘Disjecta, beschouwelijk werk’, 1999 Historische Uitgeverij, Groningen.

    22-02-2022, 06:25 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    21-02-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Borges.

     

    Het komt telkens neer op een afronding van je gedachten; Je schrijft al denkend of omgekeerd, de gedachten lopen in een richting die je het meeste deel van de tijd niet zelf bepaalt; Je valt ergens binnen, een opening in een holte die een gang is waar je binnen treedt, een soort wereld van woorden die zich opent, woorden die zich zoeken om zich aan elkaar hechten en beelden oproepen waar doorheen je wandelen gaat en opneemt wat er te nemen valt.

    Ben jij het die de woorden schikt of zijn het de woorden zelf die zich plaatsen op de plaats waar ze moeten zijn. Ik denk dat het zo gebeurt maar het kan ook anders.

    Borges zou het weten of het in elk geval weten te verklaren op zijn manier. En welke zijn manier is weet Nooteboom die ik nog altijd lees, tot het einde van de maand dacht ik in de aanvang en het zal wel zo:

    ‘Ik had momenten van opgetogen twijfel omdat hij  nu eenmaal altijd de fictie behandelde als werkelijkheid, liefst met zoveel mogelijk valse bronnen en auteursnamen, zodat de werklelijkheid in sommige van zijn commentaren  een waas van verzonnenheid  of op z’n minst van twijfel om zich heen hangt’

    Ik zal dus, als ik Nooteboom volg, heel wat van zijn verhalen, deze van Borges, met een korrel zout moeten nemen en weten bijvoorbeeld dat zijn Tzinacàn[1], niet todopoderoso (almachtig) geworden was, nadat hij de boodschap van zijn God ontcijferd had, geschreven in de pels van de jaguar in het gevang, gescheiden door een glazen wand,  in de grond naast hem, dat dit een van de vele ‘bevliegingen’ was van Borges, waarvan hij verder zich ervan afmaakt door te zeggen dat hij, Tzinacàn, zijn macht niet wil gebruiken om zich te bevrijden.

    Ik had het wel gelzen als een sprookje van Borges maar zo staan er talrijke in zin ‘El Aleph’. Ik ben hem eigenlijk maar beginnen lezen, nadat hij me een ‘loer’ heeft gespeeld.

    Hij heeft op een bepaalde dag, op een wel bepaald ogenblik, een boekje van hem uit zijn rek genomen en het geplaatst, losweg als een aas, boven op de bovenste plank van het boekenrek, opdat ik, die er aan voorbij kwam het nemen zou, lezen zou dat hij de schrijver ervan was en dat ik niet anders zou kunnen dan het te kopen want de titel zou me een ogenblik verblinden: ‘Nueve ensayos dantescos’.

    Hij wist het dat ik erdoor verleid zou worden en dat ik het kopen zou, en opdat ik het kopen zou, hij er een gedicht in had nagelaten, dat ik lezen zou, over een gedroogd viooltje dat hij terugvond in een boek verwijzend naar een namiddag die hij nimmer vergeten zou en toch vergeten was:

    ‘Un libro y en sus paginas la ajada
    violeta, monumento de una tarde
    sin duda inolvidable y ya olvidado’

    En zo gebeurde het dat ik onvermijdelijk Dante heb opgezocht, en ik had zijn Divina Commedia en in het italiaans, en in het Frans, en in het Engels en tweemaal in het Nedelands. En dat ik jaren bezig ben geweest, obsessioneel,  met het schrijven over zijn Inferno, en er nog altijd in gedachten naar terugkeer, weliswaar veel gelatener, ouder ook maar daarom niet wijzer.

    Alles wel overwogen, en om in de sfeer van Borges te blijven kan het evengoed Dante zelf geweest zijn die de ‘Nueve ensayos Dantescos’ uit het rek heeft genomen en gelegd heeft bovenop het rek, tot of opdat, ik er voorbij zou komen en het meenemen naar huis.

    Je weet maar nooit hoe het gebeurde, maar vreemd was het gezien de gevolgen die blijven nagalmen.

     

    [1] Jorge Louis Borges: ‘La escritura del dios’,  Uit ‘El  Aleph’:   Alianza Editorial 2001

    21-02-2022, 06:14 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    20-02-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Paraat blijven.

     

    Hoe dood ben ik al of, hoe levend ben ik nog. Zeg het niet, ik weet het, ik hang tussen de twee maar veel meer dan halfweg van het ene en nog met enkele haken vast aan het andere, zo kom ik er uit op dagen zoals deze, niet zo schitterend dus, eerder armtierig.

    Het is niet mooi zulks te schrijven, maar ik ben eerlijk als het over gevoelens gaat, ik beschrijf ze niet als opgewekt, als ze niet opgewekt zijn, en ze zijn het niet, helemaal niet. Er zijn redenen wellicht waarom ik zo ben, maar ik kan ze niet formuleren, ze zijn van een onnoemelijke zwaarte over mij die ik niet verbergen kan, niet camoufleren tussen mijn woorden, zoals het al eens gebeurt, maar wat ik te schrijven heb heeft geen glans, heeft zeker geen innerlijke geladenheid, is eerder van een droefheid die ik nu en dan eens onderga, eens meemaak, eens meeneem in wat ik schrijven kan.

    Veroordeel me niet met een soort van pessimisme dat me overvalt, het is maar dat ik inzie dat mijn leven anders had kunnen uitvallen en dat deze vooropstelling weegt op mij. Vooral dan omdat ik ook weet dat het maar zijn kon zoals het gelopen is en niet anders, omdat de omstandigheden waren wat ze waren, mijn gevoelens waren wat ze waren en omdat ik deze omstandigheden en gevoelens ondergaan heb en gevolgd ben, zonder me er enige vraag over te stellen.

    Onvermijdelijk echter keert alles zich naar een belangrijk punt, het afbreken van mijn studies na dat ik een examen in de NBB had gelukt en ik dacht, kleiner Mann als ik was, dat ik de top had bereikt. Wat natuurlijk niet het geval was, maar ik heb de universiteit laten liggen en dat draag ik nog altijd mee in mijn dagen en dan vooral in wat ik schrijf elke dag.

    IK voel het telkens ik halverwege mijn blog kom, er is een hapering, ik begin te hakkelen en te struikelen over mijn woorden en heb elke maal een nieuwe adem nodig om verder te gaan en een slot, dat enigszins de waarde heeft van een slot, te bereiken.

    Niets is verworven, alles moet verdiend worden door kennis, vakmanschap, doorzetting, ijver om te slagen. Het is de eigenschap van de jeugd, maar al deze vereisten hebben de neiging af te zwakken met de jaren om, op een gegeven moment, stil te vallen tot een dood punt, tot een zee van rust. Ik zegde het al, nog amper vast met enkele haken aan het leven, opgenomen in de schaduw ervan.

    Ik denk dan altijd aan James Hilton en aan zijn Mr Chips en de wijze waarop zijn dagen verliepen as lazy cattle moving accross a landscape, wat een straf betekenen moet voor degene die aldus zijn dagen ondergaat.

    God beware me ervan, ik meen dat ik een dergelijke straf niet verdiend heb, of zeker niet aan het verdienen ben. Ik weet nog altijd dat ik vooral niet versagen mag. Vandaag niet en morgen niet, zelfs al komt het einde van mijn dagen soms heel dicht bij. Ik zoek om paraat te blijven, sterk in mijn omgang met al wat van het leven is.

    Leven geest zijnde.

    20-02-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    19-02-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Waarom ben ik de schrijver en niet de lezer?

     

    Ik eindigde een paar dagen terug, met een eerder verwarrende zin van Jorge Luis Borges. Een zin die niet volledige strookte met de woorden van Borges: dat het lukken moet dat hij het is die de woorden schrijft en niet degene die ze leest.

    Borges zegde het veel duidelijker:

    Nuestras nadas poco difieren; es trivial e fortuita la circunstancia de que seas tù el lector de estos ejercicios, y yo su redactor[1].

    Ik kan hieraan een dubbele betekenis geven:

    Als het nadas, ‘nietsen’ zijn, konden ze even goed van jullie komen, eronder begrepen: maar als het geen nadas zijn, geen simpele dingen, dan komen ze van mij, Borges.

    Ik denk echter dat hij wel degelijk, hem een beetje kennende, de eerste versie bedoelde, wat ik niet duidelijk genoeg in mijn zin van een paar dagen geleden heb verwoord, namelijk dat het goed was uitgevallen voor hem, maar dat het ook anders kon geweest zijn, dat jij, lezer, de schrijver ervan waart en hij, Borges de lezer.

    Of wat er geschreven staat door hem, maar ‘nietsen’ zijn is een andere zaak want, als er iemand is geweest die zinnige - als onzinnige - dingen heeft geschreven dan was het wel Borges. Nooteboom typeert hem op zijn manier. Hij was in Spanje in 1986 toen hij de dood van Borges vernam en hij schrijft hierover in zijn ‘Omweg naar Santiago’, pagina 186:

    Dat was vreemd, want je had het vreemde idee dat hij nooit kon sterven of dat hij allang dood was, dat kan ook. Zijn eigen speculaties over dat onderwerp maakten hem de laatste jaren tot een mythische schim die over de wereld dwaalde, vertelde dat hij verlost wilde worden ‘van dat ding dat Borges heet’. Misschien was het dan nu gelukt, of wie weet had hij nooit bestaan, had iemand hem gedroomd, of had iemand helemaal anders ons allemaal gedroomd, met hem erbij, hij leefde nu eenmaal, als hij leefde, in een wereld van gnostische opties.

    Hiermede de schrijver Borges typerend op een duidelijke wijze. Hij was, zoals Nooteboom trouwens, ook een schrijfziek man, zoals er zovelen rondlopen op deze aarde, allen, echter niet even ziek als schrijver, maar dan toch gemachtigd deze titel te dragen, ik denk aan Stefan Hertmans en er zijn er anderen, en zoals je weet ik heb er me gisteren ook bij gezet als ziek man.

    Waarom schrijf ik dan? Er is maar een geldige reden, ik schrijf omdat het nog het enige is dat ik bij machte ben te doen, wat letters aan elkaar koppelen tot woorden en, pagina na pagina samenbrengen tot een geheel, ongeacht of wat ik schreef waard is gelezen te worden.

    Zoals bij Borges,  is het maar triviaal en had om het even wie, die in mijn omstandigheden zou geleefd hebben, de zaken kunnen schrijven die ik hier achterlaat.

    En, als ik schrijf wat ik achterlaat, ben ik dan niet in fout, vraag ik me wel voldoende af of de golflengte waarop ik ben afgestemd bij het schrijven overeenstemt met de golflengte waarop mijn eventuele lezer is afgestemd?

    En als het niet zo zou zijn  moet ik dan verbaasd zijn dat de zin en de betekenis van mijn woorden soms moeilijk doordringt en ik lezers verlies die mijn gebazel, dat van een totaal andere aard is dan het geschrijf van Borges, op zij laten liggen?

    Waar het mettertijd een stille dood zal sterven.

     

    [1]Jorge Luis Borges : Obra poética, Bibliotheca Borges, Alianza Editorial, quinta réimpression, 2002.

    19-02-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    18-02-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De weg die we bewandelen.

     

    Maanziek of schrijfziek, is er een substantieel verschil? Heb ik deze eigenschap - als het een eigenschap is? - meegekregen bij mijn geboorte, zit het verweven in mijn genen?

    Ik denk het, ja, ik kan me niet herinneren dat er in mijn leven dagen zijn geweest dat ik niet dacht ooit schrijver te worden.

    Een jonge dame las het ooit, een Goede Vrijdag, in de palm van mijn hand in de Nieuwstraat in Brussel op het ogenblik dat ik binnenging in de kapel die daar staat. Maar dat is een eeuwigheid geleden en was toen slechts een fait divers, dat ik wellicht al eens vernoemd heb, want wat is er nog nieuw aan wat ik dag na dag schrijf?

    Maar laat het zo, laat het een gift zijn die ik heb meegekregen  bij mijn geboorte, ze heeft me weinig meer opgebracht dan deze schamele woorden die door enkelen gelezen worden. Een ontoereikend aantal dat afbrokkelt en van waaruit geen impuls meer uitgaat om telkens met nieuwe moed en gelukzaligheid, aan mijn geschrift te beginnen. Ik heb het gevoel aldus afgeschreven te worden en het ook al te zijn.

    Waaraan haak ik me nog vast, wat is het dat me voorlopig nog recht houdt, is het koppigheid, fierheid, of is het, de wanhoop in elkaar te stuiken, een vod van een man op leeftijd te worden, enkel nog met uitzicht op de dood, dit beeld als ik er mee ophouden zou?

    Dit uitzicht is er nu ook wel, maar het wordt elke dag opnieuw gedempt door het uitzicht op het schrijven van een blog wat heel wat betekent, welke ook de waarde, de leesbaarheid, het verrassingselement ervan zou kunnen zijn, het is en blijft de reddingsboei die ik met mij meedraag, niet alleen op het water maar  ook op het land, in mijn leven van vandaag.

    Ik wil dus niet gezien worden als een sukkel, al ben ik het in realiteit van het ogenblik dat ik opsta en bewegen moet, tot het ogenblik dat ik neerzit voor mijn scherm en er een metamorfose plaats grijpt waarbij de zwakheden van het lichaam verdwijnen en de geest overneemt, zodat ik me sterk voel, een normaal mens in een normale omgeving. Un intouchable, un homme fort et plein de ressources. Het is pas dan dat mijn leven begint, dat het een tijd lang doorloopt, op zoek gaat naar wat er mogelijks te vinden is, te vertellen is, dat ik de grondlaag van het zijn afloop tot in de ondergrond, de gezegende humus waaruit mijn woorden opborrelen zoals bij Liszt zijn noten die klanken betekenen.

    Ik noem dit ook, o zo graag, de kosmische gelaagdheid die in ons aanwezig is, de wil of de beweging naar iets exceptioneels.

    We ademen kosmos in en uit als we schrijven of componeren of schilderen, of wat ook, van het moment dat we creatief zijn, we haken ons, zelfs al zijn we maar een grassprietje, vast in krachtenveld van het leven dat zich uitstrekt tot in de verste sterrenstelsels.

    Schijnbaar is het niet veel, is er uiterlijk niets van te bemerken, maar het vernieuwt de krachten die we anders verliezen zouden, het fokt ons op.

    Het is de weg die we nu bewandelen, een andere is er niet meer voor ons.

     

    18-02-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    17-02-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De schrijfzieke man die ik ben

     

    De vraag die ik stellen wil aan Frans Liszt: begin je aan een compositie, welke ook, met de titel al neer geschreven boven op je wit blad of, componeer je eerst de muziek, beschrijft je het landschap van je geest en je gevoelens, om dan later er een titel op te kleven omdat er nu eenmaal  een titel  moet aan gegeven worden?

    Het laatste schijnt me het meest logische; In elk gevel wat mijn werk betreft is het duidelijk, ik schrijft me leeg en achteraf kleef ik er een titel op: enkele sleutelwoorden die  aanzetten tot het lezen of het niet lezen van de tekst.

    De titel van Liszt blijft me echter intrigeren, meer zijn eenzaam zijn, dan de zegen van God, want ik denk dat zijn Nocturne - ik heb deze vanmorgen nog eens beluisterd -  opgestegen is uit een gevoel van eenzaamheid, en achteraf, hij zijn God, wie Hij voor hem ook moge zijn, bedanken wou voor deze eenzaamheid, die bij hem werkt als een rijke humusgrond, weliswaar op sommige dagen meer dan op andere. Ik moet eraan toevoegen dat ik in zijn muziek God niet heb ontmoet, maar wie ben ik wat de kennis van muziek betreft, een nul.

    En nu ik het erover heb. Op de muziek die ik  beluister in de nacht kleeft geen naam, enkel een tijd verwerkt in de muziek, en het is telkens alsof ik een wijn drink uit een fles zonder etiket erop. Ik heb minstens nood aan de naam van de componist om van de muziek te genieten.

    Maar, om tot de essentie te komen, wat is het dat ons schrijven doet, indien het niet een binnendringen in onszelf ware, een kijken, een vertoeven in de dieptes van onszelf en weer te geven wat of wie we er ontmoeten om, telkens ik een blog heb afgewerkt, een gevoel te kennen, een mengeling van geluk en dank, die opstijgt uit mij, eens te meer te zijn aangekomen waar ik aangekomen ben, en te hebben volbracht wat ik me had voorgenomen zonder vooraf eigenlijk te weten wat ik in mij vinden zou, maar ik vond het.

    Dit is van alle gebeurtenissen die me overkomen de meest verheffende, ik noem het mijn gebed, ik noem het mijn samenspraak met wat, vanuit ‘wat-er-is-van-de-Kosmos-in-mij’, in woorden wordt omgezet.

    Ik kan het ook nuanceren en wellicht is het zo, dat ik een/het instrument ben van het kosmische, niets meer en niets minder . Ik kan het niet genoeg benadrukken maar ik heb niet het gevoel, nimmer het gevoel dat ik, in mijn oud lichaam, het ben die los van alles, zo maar elke morgen aan het schrijven slaat alsof zijn leven er van afhangt.

    Ik herhaal het, ik ben het niet, want elke morgen sta ik op uit de holtes van de nacht die ogenblikken lang zonder woorden zijn, vooraleer ik me kan instellen op wat van ergens tot mij komt.

    Ik schreef dit al, ik herhaalde dit al, omdat het een uiterst vreemde vaststelling is te denken dat er een massa sterk uiteenlopende gedachten in het ijle drijven omheen me - ook omheen jullie - die we capteren kunnen, op voorwaarde dat we de juiste golflengte kennen, een golflengte die bepaald wordt enkel en alleen door onze wil die vrij is erop in te gaan of, eraan voorbij te gaan.

    Zeker is, maar dat het jaren vergen kan is even zeker, dat het gegeven is aan elk van ons, als we maar weten dat oefening kunst/kunnen baart, dat je er niet komt zonder oefening en dat oefening een overwinning is van je aller diepste ik, een ik dat er is, maar zich niet toont, zelfs de indruk laat er niet te zijn.

    Ikzelf heb er lang naar gezocht om het te vinden. Ik begrijp dan ten volle wat Jorge Luis Borges ergens schrijft, dat het lukken moet dat hij het is die de woorden schrijft en niet degene die ze leest.

    Neem nu al deze woorden als komende van een schrijfzieke man.

    17-02-2022, 06:24 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Archief per week
  • 22/04-28/04 2024
  • 15/04-21/04 2024
  • 08/04-14/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 25/03-31/03 2024
  • 18/03-24/03 2024
  • 11/03-17/03 2024
  • 04/03-10/03 2024
  • 26/02-03/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 12/02-18/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 29/01-04/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 15/01-21/01 2024
  • 08/01-14/01 2024
  • 01/01-07/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 16/10-22/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 02/10-08/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 18/09-24/09 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 04/09-10/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 21/08-27/08 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 07/08-13/08 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 17/07-23/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 03/07-09/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 13/03-19/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 25/12-31/12 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 21/11-27/11 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 10/10-16/10 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 01/08-07/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 04/07-10/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 13/06-19/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 16/05-22/05 2022
  • 09/05-15/05 2022
  • 02/05-08/05 2022
  • 25/04-01/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 11/04-17/04 2022
  • 04/04-10/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 07/03-13/03 2022
  • 28/02-06/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 14/02-20/02 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 17/01-23/01 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 26/12-01/01 2023
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 08/11-14/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 19/07-25/07 2021
  • 12/07-18/07 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 28/06-04/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 31/05-06/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 19/04-25/04 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 29/03-04/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 16/11-22/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 07/09-13/09 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 25/12-31/12 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 24/12-30/12 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 29/11-05/12 -0001

    Archief per maand
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 11--0001

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs