Geschriften
Inhoud blog
  • Afscheid
  • Opgenomen.
  • Hoe ik er sta, vandaag?
  • Waar ben ik mee bezig?
  • Gesprek op zondag.

    Zoeken in blog



    17-02-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De schrijfzieke man die ik ben

     

    De vraag die ik stellen wil aan Frans Liszt: begin je aan een compositie, welke ook, met de titel al neer geschreven boven op je wit blad of, componeer je eerst de muziek, beschrijft je het landschap van je geest en je gevoelens, om dan later er een titel op te kleven omdat er nu eenmaal  een titel  moet aan gegeven worden?

    Het laatste schijnt me het meest logische; In elk gevel wat mijn werk betreft is het duidelijk, ik schrijft me leeg en achteraf kleef ik er een titel op: enkele sleutelwoorden die  aanzetten tot het lezen of het niet lezen van de tekst.

    De titel van Liszt blijft me echter intrigeren, meer zijn eenzaam zijn, dan de zegen van God, want ik denk dat zijn Nocturne - ik heb deze vanmorgen nog eens beluisterd -  opgestegen is uit een gevoel van eenzaamheid, en achteraf, hij zijn God, wie Hij voor hem ook moge zijn, bedanken wou voor deze eenzaamheid, die bij hem werkt als een rijke humusgrond, weliswaar op sommige dagen meer dan op andere. Ik moet eraan toevoegen dat ik in zijn muziek God niet heb ontmoet, maar wie ben ik wat de kennis van muziek betreft, een nul.

    En nu ik het erover heb. Op de muziek die ik  beluister in de nacht kleeft geen naam, enkel een tijd verwerkt in de muziek, en het is telkens alsof ik een wijn drink uit een fles zonder etiket erop. Ik heb minstens nood aan de naam van de componist om van de muziek te genieten.

    Maar, om tot de essentie te komen, wat is het dat ons schrijven doet, indien het niet een binnendringen in onszelf ware, een kijken, een vertoeven in de dieptes van onszelf en weer te geven wat of wie we er ontmoeten om, telkens ik een blog heb afgewerkt, een gevoel te kennen, een mengeling van geluk en dank, die opstijgt uit mij, eens te meer te zijn aangekomen waar ik aangekomen ben, en te hebben volbracht wat ik me had voorgenomen zonder vooraf eigenlijk te weten wat ik in mij vinden zou, maar ik vond het.

    Dit is van alle gebeurtenissen die me overkomen de meest verheffende, ik noem het mijn gebed, ik noem het mijn samenspraak met wat, vanuit ‘wat-er-is-van-de-Kosmos-in-mij’, in woorden wordt omgezet.

    Ik kan het ook nuanceren en wellicht is het zo, dat ik een/het instrument ben van het kosmische, niets meer en niets minder . Ik kan het niet genoeg benadrukken maar ik heb niet het gevoel, nimmer het gevoel dat ik, in mijn oud lichaam, het ben die los van alles, zo maar elke morgen aan het schrijven slaat alsof zijn leven er van afhangt.

    Ik herhaal het, ik ben het niet, want elke morgen sta ik op uit de holtes van de nacht die ogenblikken lang zonder woorden zijn, vooraleer ik me kan instellen op wat van ergens tot mij komt.

    Ik schreef dit al, ik herhaalde dit al, omdat het een uiterst vreemde vaststelling is te denken dat er een massa sterk uiteenlopende gedachten in het ijle drijven omheen me - ook omheen jullie - die we capteren kunnen, op voorwaarde dat we de juiste golflengte kennen, een golflengte die bepaald wordt enkel en alleen door onze wil die vrij is erop in te gaan of, eraan voorbij te gaan.

    Zeker is, maar dat het jaren vergen kan is even zeker, dat het gegeven is aan elk van ons, als we maar weten dat oefening kunst/kunnen baart, dat je er niet komt zonder oefening en dat oefening een overwinning is van je aller diepste ik, een ik dat er is, maar zich niet toont, zelfs de indruk laat er niet te zijn.

    Ikzelf heb er lang naar gezocht om het te vinden. Ik begrijp dan ten volle wat Jorge Luis Borges ergens schrijft, dat het lukken moet dat hij het is die de woorden schrijft en niet degene die ze leest.

    Neem nu al deze woorden als komende van een schrijfzieke man.

    17-02-2022, 06:24 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    16-02-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Frans Liszt, de gezegende

     

    De naam van God ontmoet je niet dikwijls in de titel van een boek of, van bijvoorbeeld een nocturne, de rariteit ervan verhoogt de waarde toegekend aan zijn aanwezigheid, dan toch voor Frans Liszt in zijn nocturne: ‘La bénédiction  de DIeu dans la solitude’. De zegen die van God komt in je eenzaam zijn.

    Liszt, als hij aan het componeren van deze nocturne begonnen is, wist hij dat het een dankwoord zou zijn aan God gericht of, was het, achteraf, omdat hij de nocturne zo goed vond dat hij dacht dat ze enkel met de hulp van God kon geschreven worden?

    Ik denk dat het duidelijk was, dat hij het gevoel had zich te hebben overtroffen, en dat dit overtreffen te danken was aan de hulp die van God kwam.

    En is het een God die tussenkomt, die een grote hulp is als je iets voortbrengt dat uitzonderlijk mo oi of goed of kunst is,  en het dus niet alleen en uitsluitend de vrucht is van je geest, van je wil, van je handigheid, je ambachtskwaliteiten?

    Voortdurend ben ik begaan met die vraag, maar er zijn dagen dat het schrijven goed gaat en andere minder goed, wie of wat is het die of dat me bijstaat?

    Noem ik het God, een God die toeziet op mijn handelingen, op mijn gedachten, zoals Frans Liszt het dacht en het uitzonderlijk vond zodat hij voelde dat hij erdoor gezegend werd, hij Liszt, gezegend door God om een nocturne te schrijven die boven alle andere uitstak?

    Er moet een deel van waarheid zijn, dat men voelt hoe vlot het werk vordert, vlotter en beter dan op andere dagen, ik denk dan wel niet aan God, maar Liszt had niemand anders om te noemen, hij dacht er niet aan dat de hulp kwam van de sterren of, uit dat ene punt waar de slinger van Foucault was aan vastgehecht - Umberto Eco spreekt hierover - hij had nog altijd God, God was nog niet verzwolgen door het Universum zelf, hoewel Spinoza het toen al lang geclaimd had.

    Wat hij wel wist was dat uit hem een volwaardige nocturne was ontstaan, dat het schrijven ervan ogenblikken van vervoering waren geweest en dat deze vervoering van ergens ver buiten hem haar oorsprong hebben moest.

    Ik denk dat we allen het geluk hebben gekend dergelijke gevoelens van vervoering te ontmoeten, gevoelens die ons de mogelijkheid bieden dingen te produceren, onder welke vorm ook, die onszelf en anderen verbazen. Of ze van God kome, kan, maar dan God zijnde de totaliteit van het Universum, de Geest ervan incluis.

    Het betekent ook dat dergelijk uitzonderlijke momenten enkel opduiken als je in contact bent met wat van de Kosmos is, dat zonder de hulp hiervan er geen kunst mogelijk is en dat, gezien dit contact niet meer aanwezig schijnt te zijn in wat voor het ogenblik als kunst wordt verhandeld, er een ander begrip van wat kunst is, verschenen is aan de horizon. De kunst is geen benedictie meer, is geen dank meer verschuldigd aan iets of iemand, kunst staat vandaag autonoom, ze is wat is, maar de Geest van een God die een hulp zou zijn, een inspiratiebron is totaal overbodig. Kunst is nu van de mens, van hem alleen  en zeker niet van iets of iemand buiten de mens.

    Of het meer kunst is valt te betwijfelen.

    16-02-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    15-02-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Soms, in de tijd tussen de tijden in.

     

    Ik dacht eraan, maar heel, heel modest, dat ik Michel de Montaigne, 1533-1592, volg die zich ophield in de torenkamer van zijn kasteel om te werken aan zijn ‘Essais’, over het doen en laten van de mensheid en, over zijn inkijk in zich zelf. Proefschriften van hem die overbleven en blijven rondgaan onder ons, gekroond.

    Ook in mijn kamer, maar het is geen torenkamer, tussen mijn boeken in, wonen de woorden die ik schreef over de jaren. Durf ik zeggen om hoog te grijpen, dat ze er staan als in spijkerschrift op kleitabletten of gegrift in de muren, in de bevloering, in het plafond, zelfs in de deur en in het raamkozijn; en durf ik zeggen dat ik er van morgen tot avond in rondwandel, dat ik me wikkel in de woorden die er staan, reëel en in potentie, en dat ik, als individu, nog enkel van die woorden wil zijn zonder op te zien naar wat er onder mij in de kramakige diepte van de wereld gebeurt?

    Ik denk dat ik het mag zien zoals ik het wil zien, dat ik me mag blijven afvragen - ik hoorde vanmorgen een beeldhouwer wiens werken, hoewel waardevol, niet meer geprijsd staan - blijven afvragen van de woorden die de muren bedekken of geborgen in en tussen de boeken, vanwaar deze kwamen en hoe ze er kwamen, met erin neergezet, voor wie ze ooit ontcijferen zal, de velden en de bossen uit mijn jeugd, elke verrukking ervan, elke begoocheling ervan, elke vasthechting aan zaken en vrienden erin opgenomen en dan ook, de massa herinneringen die er aan zijn vastgehecht, in elkaar zijn opgegaan en doorgegeven. En ik, thans gekomen op een weg die doodloopt, ik me innerlijk aan het voorbereiden ben om in het eindpunt ervan aan te komen, het punt, nu nog gedoken  in de mist, de zon erin geborgen.

    Erna zal er een soort bulldozer komen die mijn ingebeelde toren omver zal duwen, met nog brokken muur waarin flarden tekst die in het puin zullen overblijven, brokken van woorden die later, veel later, lijk half vergane kleitabletten zullen opgegraven worden en bewaard in musea en op andere plaatsen om ooit ontcijferd te worden en er bij benadering zal worden uitgemaakt wie deze schreef en hoe hij leefde in tijden die elke verbeelding zullen tarten.

    Zo, en met dit beeld voor ogen, moet ik zien dat er niets verkeerd is aan wat ik schrijf, dat alles kan en mag als het maar verteld wordt aan hen die het horen mogen. Zodat er klaarheid komt in wat op te lossen is, bekend gemaakt wat bekend gemaakt mag worden of anderzijds, dingen te verzwijgen, of desnoods, neer te zetten in donkere ruimtes waar je nadien nimmer meer komen zult.

    En het is maar goed en zalig dat mijn dag, hoe en waar en wanneer hij zich ook moge openen, hij zich opent op mijn blog, en pas eindigen zal als alles is gezegd wat me gegeven werd te zeggen of het nu veel is of tergend weinig. Zodat ik, gelaarsd en gespoord gebleven, wachten kan op wat de volgende dag zal worden, wanneer eens te meer de woorden me bestormen zullen. Liefst zoals bij Nooteboom op weg naar Santiago.

    Het is de weg, slingerend tussen de woorden, die ik gekozen heb om me te wentelen in de wijsheid van het erzijn. Zal ik er dan nog ergens zijn om toe zien, op wat van mijn toren nog overbleef, ikzelf versplinterd in quarks en ionen van licht?

     

    15-02-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    14-02-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gedachten in tijden van spanning.

     

    Wat ik nog schrijf is, voor de tijd van nu afhankelijk van de God Poetin. Zet hij zijn wil door dan val ik stil, houdt hij zich, zoals een normaal mens, vandaag zich stilhouden zou, dan heradem ik en kan ik verder schieten op wat ik wil en met wat ik wil, zelfs met losse flodders op de reigers, op de aalscholvers aan de vijver, wat ik natuurlijk niet zal doen. Maar, als het ernst wordt in Oekraïne, dan weet ik niet hoe ik reageren zal en of het zal zijn zoals ik gisteren liet uitschijnen? Veel zal afhangen van het verloop ervan, maar kun je schrijven en blijven schrijven over de gewone dingen des levens als er in je achtertuin een oorlog woedt?

    Komt, alsof er niet de minste oorlogsdreiging bestond, de roep naar vrijheid van een droeve massa die niet wil weten dat vrijheid in een democratie stil gehouden wordt in wetten en overeenkomsten die te respecteren zijn. Dat ze zich gelukkig achten met de vrijheid die ze kennen te betogen voor die vrijheid. Is er grotere?

    Ik heb gezegd wat ik erover te zeggen had, én over Poetin, én over de roep om vrijheid. Ik weet dat dit een uitzonderlijk iets is van mij, even uitzonderlijk als wat ik gisteren te berde bracht. Maar ik heb altijd mijn eigen regels gevolgd om mijn woorden te verankeren.

    Ooit dacht ik dat ik schreef zoals een Alechinsky schildert, zoals een Debussy componeert, omdat ik hun werken sterk apprecieer. Elke dag tast ik af, zo dacht ik toch, wat er omgaat in mij, in de wereld van mijn innerlijkheid zoals zij, Alechinsky en Debussy, het deden, maar dan met andere middelen, echter ik even ongestoord als zij, omdat ik weten wilde hoe ik overkwam bij mijn lezers. Of zij ook denken aan Alechinsky of Debussy als ze me lezen of, als dit niet het geval is, aan wie of aan wat ze denken elke morgen als ik er sta met mijn mand vol woorden alsof het bloemen zouden zijn en geen gruis van stenen.

    Ik weet dat alle zekerheden die ik verkondig hun twijfels kennen, maar ze staan er om even te bekoren, even vastgehouden te worden en dan losgelaten, zich vermengend met de gedachten in hen, gedachten die ik niet ken, maar die ofwel  uitlopen in een zelfde richting  ofwel, er dwars tegenover staan.

    Ik heb deze geschriften gewenst - en nog altijd - als een gedempte schreeuw om  expressie te geven aan wat omgaat in mij, soms zelfs angstvallig, soms op een bevreemdende wijze, opdat geweten zou dat niet alles al gekend is en al geschreven staat; dat er nog heel wat te ontdekken valt, en ik, dat arme, oude ik van mij, dus zoeken blijft, halsstarrig, naar het allerlaatste restje dat te weten is, alsof mijn leven en mijn welzijn er van afhangen zou.

    Belangrijk is dat ik ontdekte, en elke dag wat meer en wat beter, dat we hier wel zijn, maar, niet om er te blijven; dat we er zijn om, op een bepaalde dag, te verdwijnen, opgelost in hogere sferen, alsdan het beste dat ons overkomen kan.

    Maar, als we hier waren om ooit eens te verdwijnen, als dit ons einddoel was, welke rol kregen we hier toebedeeld, welke opdracht kregen we te vervullen, want als deze er niet zou geweest zijn, waarom waren we hier zoals we er waren en zijn: bezield, bewoond door de geest in ons?

    Het nuttig mooie is dat we het gissen hebben waarom we hier zijn, het houdt ons bezig, een leven lang om het te doorgronden. En het ‘kunnen’ doorgronden is onze rijkdom. We zijn hier niet als een dier of een plant al komt het er voor velen niet op aan. We zijn hier als uitverkorenen, aan ons om het te ontdekken en er naar te leven.

    Nu, denken de vrijheid-najagers aan wat Vladimir Poetin aan het denken is?

    14-02-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    13-02-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Poetin als God.

     

    Je zegt het maar elke dag wat je te zeggen en niet te zeggen hebt, het is een soort verslaving die tezelfdertijd een kwelling is en dan nog een waaraan je niet wilt ontsnappen, een zelfpijniging, een zelfkastijding. Ik denk vanmorgen aan Poetin, aan dat niets meer dan dat stukje mens die beslist over oorlog of vrede; oorlog die het leven van miljoenen in de war gaat brengen en, hij, Poetin beslist erover.

    Hoe is zijn nacht geweest en hoe is hij opgestaan, met wat in het hoofd, durft hij het aan een land binnen te vallen, een oorlog, waarvan er zo veel al geweest, nog maar eens te beginnen?

    Het beroert me, het verontrust me. Ik zie het ijdele in van mijn dagelijks optreden als schrijver van een blog, als hij, Poetin begint, zal ik eindigen, want het heeft dan geen zin meer verder te schrijven over de kleine dingen des levens, want er zullen geen kleine dingen meer zijn, al wat is wordt door elkaar geschoven, het kleine wordt het grote en het grote het kleine en waar kunnen we heen om de hordes - de ‘hemelse legerscharen’ - te stoppen?

    Gisteren was ik vol van het concerto van Prokofief, was Poetin er niet. Hij was er wel maar ver weg, ver in de schaduw van Prokofief. Ineens staat hij daar, frêle als mens, op het eerste zicht een sukkelmensje, zoals wij allen, maar met een gans leger achter hem. Hij plaatst, zijn man, Emmanuel Macron, die hem met woorden wil  overhalen, rustig te blijven, aan een lange tafel om hem symbolisch te wijzen op de afstand die er is tussen Europa en Rusland. Wordt de tafel ingekort bij een volgende ontmoeting, zijn er woorden die toereikend zijn om dit te bekomen, of, blijven het wanhoopspogingen en wordt de tafel nog wat verder uitgerekt?

    Wat ook, wat ik gisteren nog hoorde laat op de avond, vergalde mijn nacht, vergalde mijn morgen, vergalde mijn geschriften. Ik ben terecht in een onwezenlijk wereld met aan de grenzen ervan de irrealiteit, de gekheid van de mens die boven zich zelf wil uitstijgen, die zijn macht tonen wil, die zijn eigen raadgever wil zijn.

    Van waar ik zit als ik schrijf, zie ik hoe het oosten stilaan vuurrood kleurt tussen de wolken die er zijn. Niets of niemand houdt de zon tegen, kan hier iets aan wijzigen, zelfs Poetin niet. Denkt hij eraan?

    Ik geloof het niet, de zon is er om een nieuwe dag aan te kondigen, meer betekenis wordt er niet aan gegeven, zeker niet dat het een wonder zou zijn dat ze er telkens staat na de nacht. Wat indien ze er niet had gestaan is geen vraag die ooit gesteld werd of wordt - misschien ooit eenmaal, misschien 1500 jaar voor Chr.? - maar van Poetin of hij de grens van Oekraïne oversteken zal of niet, weten we tot nu toe, absoluut niets. Maar ik vrees dat het in de lucht hangt. Ik vrees dat er een morgen komt dat het een zwarte zon zal zijn die zich tonen zal.

    En dan wat?

    Vroeger hadden we God om Hem te vragen tussen te komen, nu is Hij dood, of toch, als Hij er ooit zou geweest zijn, vandaag is Hij er niet meer, hoeft er dus niet mee gebeden worden, het heeft trouwens nog nooit iets opgeleverd.

    Machteloosheid is ons deel. Er rest ons enkel Poetin nog om Hem te smeken niets te herbeginnen dat van vroegere tijden is.

     

    PS. Ik schreef dit de morgen van 12 februari!

    13-02-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    12-02-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Prokofief: Pianoconcerto nr 2

     

    Zo, en niet anders, verlopen mijn dagen: ikzelf, mijn ‘ik’, geconfronteerd met de stramheid van mijn lichaam en, ondanks dit, mijn geest die woelt en groot levend wil zijn, zelfs in de nacht, als hij ontwaakt en half slapend luistert naar Musiq3 van RTBF - de radio was aan gebleven - en zoals het gebeurde deze morgen om half vier er een pianoconcerto was dat hij kende, dat hij wist hoe de volgende noten zouden klinken, waarbij hij bij momenten dacht aan een bos met karkassen van geblakerde boomstammen waar hij tussen liep. Hij kende de componist eerst niet, hij kende hem wel maar vond zijn naam niet, hij wist dat het een Rus was en terwijl de muziek doorliep dacht hij aan de namen van Russische componisten: Rachmaninov, Strawinski, Moessorgski en dan kwam de naam als de muziek was half uitgespeeld en ineens terugkwam in een sterk gescandeerd getimmer op de toetsen, en toen wist ik het,  het was die wondere Prokofief.

    Het pianoconcerto nr 2 van Prokofief, een marteling voor het orkest en vooral voor de pianist die op bepaalde plaatsen meegevoerd wordt op het helse ritme en op andere, slenterend de staccato’s ondergaat, klankwisselingen die gedragen worden door ritmewisselingen.

    Ik herbeluister het terwijl ik deze woorden schrijf. Nooteboom ook, denk ik, is zo een componist in woorden. Nu ik in mijn dagen door zijn geschriften aan het wandelen ben, zijn er bij hem ook sterke passages waar de schijnbare stiltes tussen de lijnen de toon aangeven. Stiltes die dan ineens loskomen en wegglijden in een nieuw en telkens verrassend onderwerp: Yeats, wisselend met Auden, en Auden met Borges en Borges met Nooteboom. Bij Prokofief zijn het de klanken die met stiltes verweven zijn, en door die stiltes een klankwaarde in meer verwerven en een grotere zeggingskracht; het concerto is zoals de zee, het leeft in zijn golfbewegingen, of hoe zeg ik het anders, als ik het anders zou kunnen verwoorden.

    Dit is dan mijn wereld in de morgen als ik aan het schrijven ga: de ziel, de klanken van Prokofief, op bepaalde passages erin een ontploffing van klanken die dan uitdeinen in een lang gesaccadeerd gehamer op de toetsen. Ik hoor het terwijl ,ik schrijf, maar kan het niet schrijven zoals ik het hoor, trouwens  het is een te ver gezocht pogen van mij om dit concerto in woorden weer te geven, alsof de muziek, van Prokofief, nood heeft om er over geschreven te worden, vooral dan zijn pianoconcerto’s, vooral dan zijn vioolconcerto. Het moeten afschrikkingen zijn voor de solist en momenten van hoge creativiteit voor de componist.

    Ik, in mijn betrachten er iets unieks, iets waardevols, iets zinnigs  over te zeggen, bewandel vreemde wegen, niet wetende of ik ergens aankomen zal, en als ik aankom in welke omgeving het zal zijn.

    Ik vertelde het al zo dikwijls, dit is elke morgen mijn geval, ik begin met een halve zin en ga verder tot ik uitgeschreven ben, en mettertijd val ik dan stil na de 500 woorden die ik  me als norm gesteld heb.

    Dit is de weg die allen die schrijven ondergaan, een ontdubbeling die plaats grijpt als je neer gaat zitten om de streling van het woord, de echo van de gevoelens in je, af te tasten als een weerspiegeling van het leed en de vreugdes in het leven opgedaan.

    Literatuur bedrijvend, het liefst vroeg in de puurte van de morgen, denkend aan de Prokofief in zijn pianoconcerto.

     

    12-02-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    11-02-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Te rade bij wie?

     

    Bij wie ga ik vandaag te rade, rekenend op mijn goed gesternte dat me vergezellen zal op mijn tocht doorheen de wereld van de gedachten? Wellicht zoals het gisteren was, zoals het eergisteren was, er nog altijd op vertrouwend dat de Muze me niet in de steek zal laten.

    Ik zoek het toeval, zegt Nooteboom, en het vindt me altijd. Ik zoek het nog niet, ik geloof trouwens niet in toeval, ook Cees niet, maar hij zegt het mooi, het toeval dat op zoek is naar hem, of het onverwachte maar ook het gepaste, dat zich aanbiedt op het even gepaste ogenblik.

    Ik ga er niet zo maar overheen over wat hij schrijft, en hij schrijft veel en wat hij zegt is voedsel voor de geest, ik dring binnen in de enorme kennis die hij heeft over Literatuur, ik dring binnen op de wijze waarop hij op zoek gaat naar een kerkje van de tiende eeuw in een vergeten dorp, hoe hij het ziet en hoe hij het vindt en er binnen treedt om dan te horen dat Borges overleed. En schrijft hij:

    ‘Er gebeurt iets vreemds met grote schrijvers als ze sterven. Op dat ogenblik worden ze in de woorden van Auden, hun bewonderaars. Auden zei het bij de dood van Yeats. Twee zinnen uit dat gedicht kan ik nooit vergeten: ‘he was silly like us; his death forgave it all’ en ‘he became his admirers.’

    Nooteboom schrijft dit, zittend in zijn ‘kasteel’ met een hoop krantenknipsels voor hem op de tafel.

    Vergeef me, maar Nooteboom achtervolgt me, zijn woorden blijven echoën in mij, ze zijn nieuw voor mij ook deze van Borges, who became his admirers, nu er niets meer uit hem te halen was, werd hij wat zijn bewonderaars dachten over hem en, zo heb ik het begrepen, niet meer wat hij dacht over zichzelf.

    Je hoort het, mijn geschriften zijn mettertijd uitgegroeid. Wat destijds in 2011, o zo onschuldig is begonnen  is nu ernst geworden, al heb ik het nimmer zo opgevat het blijft bewegen in die richting.

    Heeft het naderen van het einde van mijn termijn hier op aarde er iets mee te maken, is het een soort van verdieping verheerlijking, in het vooruitzicht van het ogenblik dat ik mijn bewonderaars worden zal ?

    In elk geval mijn lichaam is verraderlijk. Ik kijk uit hoe het opstaat uit het bed, hoe het zijn dag doorbrengt en hoe zijn slaap verloopt. De jaren hebben gemaakt - en Borges aarzelde evenmin om het te zeggen - dat het eerder een hinder is geworden dan een gemak om mee te leven, een  zwaarte eerder dan een lichtheid, meer een pijn dan een vreugde. De ene dag wat beter dan de andere en ik kan niet anders dan het te nemen zoals het zich aanbiedt.

    Maar, vrienden allemaal:, de woorden die ik schrijf zijn mijn balsem, zijn mijn enig soelaas, vallen deze weg dan ben ik maar wat schroot, hoe cru het ook moge gezegd zijn. Maar  mijn geest is actief, hij is mijn redding, hij  is mijn houvast. Dus het gaat goed met mij, ik stijg telkens op met mijn blog en zweef, de vleugels wijd open, een meeuw gelijk. Wat? Een arend gelijk.

    Ik kroon me vandaag zoals ik Nooteboom kroon, zoals ik een vriend dichter kroon, een andere dan die van gisteren, wiens bundel ik even hield, een lichtpunt, met een titel die enkel hij kan schrijven : ‘Wanneer de wind gaat liggen’.

    Ik groet hem hier. Ik zeg hem dat zijn gedichten voor mij meer zijn dan ‘zinvolle stofjes in het grote oog van de eeuwigheid’, dat het flarden geest zijn die hij de wereld in stuurt, geladen met eeuwigheid, gestold in de tijd  en in volle wind ademend. En dat ik me verheug met hem.

    11-02-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    10-02-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Uiteenlopende gedachten.

     

    Om te beginnen is er wat me in de nacht bezig hield. ik wil het kwijt vooraleer aan iets anders te beginnen: een zin die plots is opgedoken, namelijk dat er tussen, er was ‘niets’ in den beginne en, er was ‘iets’ in den beginne, geen middenweg is, geen ontsnappingsroute, geen halve ‘niets’ of halve ‘iets’, neen, ofwel beken je kleur, ofwel druip je af, zo is het nu eenmaal in dit grote leven hier op aarde.

    Is dit waardevol? Ik denk er niet over na, ik teken het op omdat het me deze nacht verraste en de zin is blijven spoken in mijn hoofd tot mijn ontwaken in de morgen.

    Ondertussen word ik druk bezocht door andere gedachten in mij, waar Cees Nooteboom, bij mijn weten ook over schrijft, niet zoals ik, of ik niet zoals hij, maar de beelden die ik zie van de onmetelijkheid van sterren in de nachtelijke hemel, zoals er regelmatig verschijnen op het scherm - bij hem zal het zijn als hij in de nacht opkijkt naar de hemel op zijn Spaans eiland - dan stokt mijn adem omdat wat ik te zien krijg iets grenzeloos ontzaglijk is, overrompelend veelzeggend is, en telkens blijf ik in de onmogelijkheid er een passende, allesomvattende naam voor te vinden.

    We kennen er wel een, maar die naam is bezoedeld door de mens. Aldus blijven ons enkel nog over, de negenennegentig eigenschappen van die naam[1].

    In feite zit ik nergens met deze oplossing, komt dit neer op een naam die zo intellectueel-spiritueel-technisch geladen is dat het fenomenale ervan noch met mensenmaten, noch met godenmaten te omschrijven valt en is, ‘De of Het Onnoembare’ de enige naam die kan gegeven worden. Of het ‘Iets’ het ‘zijnde’ zijnde heeft geen naam nodig, het ‘IS’.

    Dit is ook van deze nacht, nu van deze van deze morgen, en na dit te hebben geschreven kan ik terug de normale mens worden die ik ben, mijn engagement in die ‘hemelse’ zaken voldoende gekend zijnde kan ik terug gaan neerliggen en wegglijden in wat is van de dagen over mij, en wel van het ogenblik af dat ik ophoud met schrijven.

     Ik kreeg gisteren het bezoek van een broeder in  de geest, een man van literatuur en poëzie. Over wat we spraken is heel duidelijk, over het weinige dat de poëzie nodig heeft aan woorden, beter een woord te weinig dan een woord te veel, omdat het ‘te vele’ een rem is en het ‘te weinige’ het poëtische in de zin, het onuitgesprokene dat te gissen is, dat er staat zonder er te staan.

    Het gedicht is aldus een samenspraak van de dichter met zijn lezer, als dit niet bereikt wordt in een of andere vorm, is het gedicht voor hem ontdaan van poëzie. Een vorm van poëzie is ook deze van een kunstenaar die een dode vogel tekent alsof hij nog levend is voor hem.

    De gedichten van Nooteboom die ik de laatste dagen meende te moeten boven halen zijn van die aard, evenals deze van de vriend die me bezocht, als ik lees bij hem, en hij heeft het over de ‘Lierdekoutermolen:

    Als de herfst de wieken slaat
    zal de mosterd groeien op het veld.
    Het geel zal bloeien op het palet
    van de rijke aarde.

    Het broederschap in de literatuur en de poëzie - en ik heb dit met enkelen - vult ons tot in de diepte van het mens-zijn, je gaat er zo maar niet aan voorbij, je noteert het als een echo van leven in je dagen.

     

    [1] 99: Een getal dat, in Arabische cijfers weliswaar, gegrift staat in de linker en rechter handpalm: 81 en 18 - 8, een omgekeerde V; 1, een verticale streep – eigenschappen die, vertelde een vriend me ooit, gebeiteld staan in een steen ergens verloren, ik meen, in India. Maar ik denk dat ik dit al eens heb gezegd.

     

    10-02-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    09-02-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nog altijd Nooteboom.

     

    Cees Nooteboom, nog altijd hij tussendoor, nu bij de ter aarde bestelling van leiders van de ETA-beweging. Hoe het toegelaten werd door de Staat het te doen met de nodige ‘éclat’ en Nooteboom er de geschiedenis bij betrekt van  Oedipus die na onwetend zijn vader te hebben gedood, even onwetend zijn moeder huwde, en  de vergelijking maakt met Kreon en zijn houding tegenover Antigone die geweigerd wordt haar broer Polyneikes te begraven, het toch doet en hiervoor levend begraven wordt. Hij handelt hierbij over de houding van Kreon, de Staat, ten opzichte van de dood en de rechten van de dode om begraven te worden.

    Het staat er bij hem onder het hoofdstuk, ‘Een raadsel voor Kreon’, een tekst van 1987, die hij voor een groot deel haalde bij George Steiner uit dezes ‘Antigones’[1].

    Ik dacht hierbij aan wat ik ooit las bij W.H.Auden :

    ‘Some books are undeservedly forgotten, none are undeservedly remembered’.

    En verder, gezien het over boeken gaat, een woord van de jonge Desiderius Erasmus:

    ‘Als ik wat geld heb koop ik boeken, en als er daarna wat overblijft koop ik eten en kleding’.

    Wat hij zal gekocht hebben waren boeken van waarde, en mijn vraag hierbij, op het totaal aan boeken die verschijnen, hoeveel zijn er die Erasmus zou gekocht hebben en hoeveel die undeservedly are forgotten.

    Natuurlijk is het helemaal niet bij te houden wat jaarlijks, zelfs wekelijks gepubliceerd wordt, zelfs een idee erover houden is onmogelijk, laat staan het kopen ervan, het lezen ervan, zelfs het bijhouden van de titel ervan.

    Ikzelf voel me op vele ogenblikken voldaan met de boeken die ik bezit en die ik las en onthield dat ik ze las en behield wat erin staat, maar er zijn ook momenten dat ik er meer zou willen kopen, en Nootebooms ‘Omweg naar Santiago’ was er zo een dat me verleid heeft, omdat ik nooit de gelegenheid heb gehad of gezocht de bedevaart naar Compostella te doen al was het maar om de Romaanse kerkjes in de vele dorpen onderweg te bezoeken.

    Ik stel nu vast dat de ‘omweg’ die Nooteboom gemaakt heeft op het einde van de twintigste eeuw, heel breed over de geschiedenis van Spanje loopt en hierbij de kathedralen en kloosters in de grote steden ruim aan bod komen evenals de verborgen parels van kerkjes en kloosters verspreid over het land.

    Ik bereikte pagina 272 en Santiago is nog steeds niet in het zicht, er resten me nog meer dan 100 pagina’s te gaan. Een vlugge lectuur is hij precies niet, er valt op elke pagina heel wat te verorberen, wat soms een vreugde is, soms een moeite. Maar we volgen hem, als het voor ons een moeite is hem te lezen dan was het zeker voor hem een nog grotere om het te schrijven.

    Hij houdt ons in elk geval wakker.

     

    [1] Ik bezit enkel de Franse vertaling ervan, ‘Les Antigones’, Folio Essais, Gallimard, 1984. Nooteboom handelt hier niet over de mogelijke binding van het verhaal met de geschiedenis van Akhnaton, wat ik wel zou gedaan hebben, omdat ik geloof in die binding. Ook Steiner had er zijn twijfels over, want hij schrijft in een bepaalde passage : ‘Elle suggère clairement la possibilité que le thème commun du débat sur les funérailles renvoie à une situation et à un conflit historiques spécifiques’.(page 133).

    09-02-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    08-02-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het vermelden waard zijnde.

     

    Dagboeken die openbaar zijn, zijn er geen, wist Elias Canetti, en we volgen hem. De blogs die ik schrijf zijn geen dagboekgeschriften, het zijn brieven en weinig meer, brieven aan de wereld, de dichtbije en de ver afgelegene, mijn domein is eindeloos, zoals mijn woorden eindeloos willen zijn. Het eindeloze ervan maakt mijn woorden exponentieel, als zo iets zou bestaan.

    En deze brieven, als jullie het nog niet zouden weten ontstaan vroeg in de morgen, voor de daarop volgende dag, omdat ik het niet waag, omwille van de enkelen die me lezen, hetzij in volle nacht, hetzij vóór dag en dauw, te ontgoochelen. Het kan dus dat de ochtend van het lezen verschillend is van de ochtend van het schrijven en/of omgekeerd.

    Ook kan het, zoals vandaag dat mijn brief niet gelinkt is aan het ochtendlicht, maar aan een gedachte die plots is opgedoken, zoals vandaag, uit de nevelen van het voorbije toen ik nog Canetti las. Ik had ook kunnen beginnen met een gedicht van Cesare Pavese dat ik vanmorgen hoorde op MUSIQ3 van de RTBF - elke morgen beginnen ze met een gedicht - maar ik wou de Italiaanse versie ervan en het was de Franse versie die ik te horen kreeg.

    Als ik dit zo schrijf is het wel degelijk een brief die ik stuur om jullie duidelijk te maken hoe ik in de vroege morgen ingesteld ben op jullie, vooral om er zeker te zijn als je me opzoekt, wanneer ook, waar ook en hoe ook, Ik wil er zijn. Daarom ook, het is geen opoffering, c’est une habitude, wil ik een dagelijkse brief of blog en niet, een nu en dan, het zou oneerlijk zijn van mijnentwege jullie naar mijn blog te lokken voor niets.

    Nu, zijnde wie ik ben, ligt nog altijd Nootebooms ‘De Omweg naar Santiago’ - waarin ik heel traag vorder - naast mij en, zijn door de uitgeverij Koppernik zeer fraai uitgegeven dichtbundel ‘Vos’.

    Het is een genot voor mij beide daar te zien liggen. Het boekje ‘Vos’ zelf, is een gedicht op zichzelf. Ik hoef het niet meer te openen, hoef het niet meer te lezen om te weten wat het betekent voor mij. Een paar dagen verder zal ik het plaatsen tussen de andere boeken in het rek en wellicht vergeten waar ik het plaatste, zoals het gebeurde met die andere bundel, even fraai uitgegeven, ditmaal door De Bezige Bij, zijn boekje over het Japanse klooster Kozan-Ji . Het zijn dingen, eigenlijk parels, die ik gelezen heb, gekoesterd heb en daarna, voor een tijd, verdwijnen zullen uit mijn gezichtsveld.

    Ik denk er regelmatig aan, mijn boeken alfabetisch te gaan klasseren maar het blijft bij  een gedachte en het gebeurt niet, wel staan alle werken over Dante er gegroepeerd evenals deze van T.S.Eliot, deze van George Steiner, deze van Borges en onderaan, alle werken van Emmanuel Velikovsky samen met deze van Kamal Salibi. Het zijn de schrijvers van mijn leven, maar het is onfair van mij de andere niet te vermelden, eenzaten die even belangrijk zijn geweest en zeker nu en dan zijn opgedoken - zoals Canetti - in mijn geschriften omdat het voor mij mijlpalen zijn geweest bij mijn geestelijke vorming. Mijlpalen zoals deze langs de weg, lange tijd geleden, bij het binnenrijden in Kandersteg: ‘Bern XII Stunden’, deze ook staat er nog in mijn herinneren.

    Het zijn allemaal zaken die inspireren, die mijn leven aangenaam houden, kleine dingen die soms rare gevolgen kennen.

    Deze brief, onschuldig zoals alle vorige, gaat, over mijn diepste ‘Dasein’: de boeken in mijn leven. Hij gaat ook, tezelfdertijd zonder openlijk vermeld te staan, over de vrouw in mijn leven, nu meer dan ooit, over de vrienden in mijn leven, deze die me lezen en deze die me niet lezen, over deze die ik ken en deze die ik niet ken. Het is maar dat ik het eens vermelden wou.

     

    PS: Elias Canetti, 1905-1994, Duitse schrijver, Nobelprijs literatuur in 1981, auteur van o.m. Das Gewissen der Worte, essays.

     

    08-02-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    07-02-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat ik ditmaal dacht over de lente.

     

    Ik dacht gisteren nog in het grote licht van die, naar de maatstaven van vandaag, uitzonderlijke morgen, ik zal zien als ik aan de vijver ben, hoe het licht zich wentelen zal omheen de dingen die me omringen, de dingen waar ik deel van ben; ik zal horen hoe de botten zich openen zullen met een lichte knal, hoe  het leven eens te meer hernemen zal.

    Dit is wat ik nog eens optekenen wil. Ik heb het zo dikwijls al meegemaakt en nu, op het punt waar ik aangekomen ben, groeit de intensiteit in het beleven ervan hoewel ikzelf er niets van voel, hoewel mijn lichaam even stram, even pijnlijk er zijn zal als ik wandelen zal, het is nu al een tijd geleden, omheen het donkere watervlak.  Maar laat me, laat me de nieuwe lente binnengaan en zelf ogenblikken lang lente zijn, de weinige lentes die me nog overblijven, denkend plots aan wat je ooit las in een vertaling van een  boek van George Steiner: ‘La mort sera chose intéressante’.

    Wat hij, Steiner, hiermede precies bedoelt ontgaat me, maar hij moet zijn redenen hebben, hij is een verstandig en zeer belezen man. Voor mij echter,  zelfs uit zijn context genomen, is het een belangrijk gegeven die zelfs in de lente, een belofte inhoudt, maar dan liefst een belofte voor (veel?) later.

    Hoe het komt dat lente en dood over elkaar gelegd worden in wat ik meen te mogen/te moeten schrijven vandaag, alsof ook de dood het leven zou zijn maar dan van een totaal andere geaardheid waar we nu nog geen zicht op hebben, en dit, voor mij, mijn lente zijn zou, een soort van voorbereiding die aan gang is  en de lente in de natuur een verwittiging is voor mij.

    Er zijn nochtans geen tekenen die in die richting wijzen, ik schrijf nog, mijn geest blijft los en soepel om de woorden te nemen en te bewaren op mijn manier, maar mijn geïntegreerd zijn in de natuur volgt geheime wegen die ondoordringbaar zijn en die ik slechts gevoelsmatig gissen kan.

    Nu de lente interpreteren als voor mij een voorspel op wat komen gaat en van een totaal andere orde is, is een vooruitlopen op wat me eens te wachten staat en het is beter verwittigd te zijn dan onvoorzien gegrepen te worden, de keel toegesnoerd.

    Vooropstellen dat dit het beeld van mijn lente zou zijn is een vreemd iets, zelfs voor mij. Ik heb er nooit zo aan gedacht, maar mijn plots begaan zijn met Steiner en zijn zin, kan een vingerwijzing zijn, hoe ik ditmaal de betekenis van de lente vatten moet als een, voor dit leven van mij, een negatief punt. Heb ik het juist gezien of is het zuivere inbeelding van iemand die nood heeft om zijn woorden te schrijven alvorens verder te gaan in zijn dag, over de middag heen naar de avond toe en de nacht die er opvolgt, vergetend wat hij zo juist geschreven heeft, achter gelaten voor de eksters in het gras of hoog in de bomen.

    Als ik herlees wat ik schreef met de regen tegen het raam, met de wind omheen het huis, en het spaarzame licht dat binnenvalt in de kamer is het, het meest bizarre dat ik ooit geschreven heb. Omwille van het bizarre erin zal ik het laten zoals het er staat.

    Honni soit qui mal y pense.

     

    07-02-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    06-02-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nooteboom die ik lees.

     

    Mijn schrijven heeft zijn spiegelbeeld. Gisteren was er een soort droomtoestand, een metafysisch teruggrijpen naar de essentie van al wat is en nog komen kan of zal. Vanmorgen is er het verrassingseffect van het licht dat de dag instroomt en ik er door geroerd word; alsof het iets nieuw was: de zon zien opkomen als een gloeiende bol boven de horizon, iets dat ik me niet meer inbeelden kon na zovele dagen al. Aldus: het mirakel dat de dag kan zijn en ik niet verder denk dan het licht. Niet denk aan wat de dag me brengen zal noch hoe mijn geschrift lopen zal naar zijn einde toe vandaag, alsof het nodig was het te weten, alsof het niet gebeuren zou zoals altijd, als de woorden komen lijk vloeiend uit een geheime bron ergens over mij of naast mij, die ik openen kan of sluiten.

    Openen zoals altijd in de morgen en gesloten houden in de dag voor de dag erna. Hoe simpel het is als je er volop in staat, of hoe simpel je het voorstelt dat het gebeurt.

    IK zit gewrongen met de poëzie van  Cees Nooteboom, zoals ik gewrongen zat met deze van Paul Auster. Ze heeft een vreemde klank. Nooteboom gebruikt woorden die zinnen zijn, die hij alleen gebruiken kan, gebruiken mag. Ik staar erop en denk hoe eigen van aard alles overkomt en alles zich met alles verweeft of, eigenlijk, juist niet verweeft, gescheiden er van is en toch verbonden door het sacrale dat van de poëzie is .

    Ik lees hem zonder hem te begrijpen en het is in het niet begrijpen dat zijn poëzie schuilt. Ik denk aan mijn gedichten en waar ik sta ten opzichte van hem. Ik die alles zeggen wil wat me overkomt en hoe ik de dingen zie en uit elkaar tracht te rafelen, terwijl Nooteboom de dingen betast op zijn manier hoe bij hem de dingen leven, ik neem zo iets:

    Een langwerpige wolk
    trekt voorbij
    maar zonder bedoeling; 

    of

    Er is zo weinig tijd, de klok zonder adem
    Vernietigt zijn cijfers, het begin heeft het einde
    gegeten, vergeten, verteerd, dat zijn de vragen in die golvende regels in een tijd
    die nog steeds

    als dode bestaat. De nachtelijke lezer koestert de woorden en komt voor in geen enkel
    gedicht.

    Zo wat doe ik hiermee, hoe los ik het op, hoe begrijp ik het als het niet te begrijpen is? Het is er maar om er te zijn, niets meer dan dat, maar als het er is dan staat het er als een palmboom, als een oase in de woestijn, maar het staat er, het draagt leven.

    Ik tracht niet hem te begrijpen, ook Auster is ongrijpbaar, in deze zin is de poëzie van Nooteboom te vergelijken met deze van Auster, zo heb ik hem begrepen. Ik weet nu hoe ik hem lezen moet, als de woorden van een groot man die zich permitteren kan te schrijven wat en hoe hij schrijft. Ik volg hem hierin.

    Ik volg hem hierin als ik mijn blogs schrijf, ik volg hem, niet wetende dat ik hem volgde op de een of andere wijze. Evenwel ik situeer me meer uit de wereld dan erin. Wat me een eigenheid geeft, zoals Nooteboom zich een eigenheid toe-eigent.

    Of ik voldoende bekoord wordt om de eigenheid van Nooteboom binnen te dringen en na te volgen?

    We kunnen trachten uit te wijken in zijn richting, maar meer dan een betrachten wordt het niet.

    Hij is té enig, ik ondervind het als ik me door zijn ‘Omweg naar Santiago’ worstel, overstelpt dat ik word met de geschiedenis van Spanje.

    (Geschreven de morgen van 5 februari.)

     

    Nota: Uittreksel 1 komt uit het gedicht pag. 45 . Uittreksel 2 komt van pagina 43 van de bundel 'Vos'.                   

     

    06-02-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    05-02-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Aanwezige.

     

    Ik weet dat ik ‘hakkel’ als ik zeg dat het NIETS zeker een IETS was en dat ik, dit binnen nemend als paradigma, meer dan gelukkig ben, te gelukkig misschien als ik schrijf dat in den beginne het Woord was, dat in den beginne Tao was, en dat dit voor mij het enige begin is dat kans maakt de werkelijkheid te zijn; dat er geen ander begin kan geweest zijn dan dit van de Geest en dat als bewijs en teken ervan het Higgs deeltje zich heeft gemanifesteerd, en heeft het zich niet gemanifesteerd, was het maar een inbeelding van het aller minimaalst kleine, het Higgs deeltje, of een ander moet er zijn als deeltje van het Woord of, van Tao.

    Dit is dan ‘mijn’ Steinmann, waarvan er zovele staan in de bergen als punt waar je aan voorbij moet, om te komen waar je wenst te komen.

    Ik schrijf dit paradigma in vette letters: de eerste letter, zoals het destijds gebruikelijk was – het woord sacraal zijnde - omkranst met goud, bezaaid  met bloemen en stuifmeel, met bijen en vlinders, met kevers, met al wat de natuur ons te bieden heeft, van kernen van atomen omcirkeld met elektronen tot paradijsvogels, hoe meer hoe liever; zijnde in zijn geheel gezien al wat van  het meest verhevene is, ons geleerd, ons meegegeven neergezet  in het raderwerk van onze genen: in den beginne was het Woord. Een zin die ik koester, een zin als  het beeld van  de ‘Leshan giant Buddha’ in Sichuan, China.

    Dit is dan de wereld van de metafysica waarin ik wandel als ik aan het schrijven ben. Het is in deze wereld en enkel in deze dat ik me thuis voel, waarvan ik de wanden bekleed zoals ik de eerste letter van mijn ‘gehakkel’ bekleed om verder te gaan met het beeld dat ik oproep van de geest die de wereld in evolutie houdt, de gestroomlijnde natuurwetten die nog altijd niet te ontcijferen zijn omdat ze zijn opgesteld door een geest die ons ver overstijgt.

    We kunnen niet anders dan er naar opkijken, het zien als het werk, de blauwdruk van het Zijnde en het als een vreugdegeschal te aanvaarden

     Als het Zijnde doorgedrongen tot diep in ons. Even geheimzinnig, even ons beroerend als het hoogtepunt in de poëzie van Cees Nooteboom, geplukt uit zijn pas verschenen bundel ‘Vos’[1]:

    Hoe stil moet je zijn 
    om te beginnen, in wat voor taal
    spreek je tegen een vroeger of later
    ogenblik dat slijt waar je bij bent,
    in een huis onbewoonbaar, een planeet
    zo groot als een handschoen
    van voor altijd vergeten
    tijd. 

    En hoe stil moet ik zijn om te schrijven wat ik schrijf, losgerukt van al wat werelds is en geborgen in al wat Kosmisch is onbereikbaar en toch zo heel dichtbij, wij er onmetelijk erin verweven, zelfs al weten we het niet voortdurend, zelfs al is het maar van tijd tot tijd voor een flits, een oogprikkel.

    Het is ook de stilte van het Zijnde dat we, nu we menen het voldoende te hebben uitgelegd en beschreven, God willen noemen, een aanwezigheid die er is zonder er te zijn als dusdanig, enkel geborgen in zijn stilte, zelfs niet toekijkend, er enkel zijnde als het Zijnde.

     

    [1] Cees Nooteboom: ‘Vos’, uitgeverij Koppernik, 2022

    05-02-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    04-02-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Amper gestart.

     

    Wat er was in den beginne weten we niet met zekerheid. Was er iets of was er niets, een vraag die de wetenschap het liefst gesloten houdt. Nochtans is het de vraag waarmede alles begint, is het de hamvraag die alles ontsluiten zou.

    Velen zijn er die zich, eenvoudigweg, die vraag niet stellen want voor hen was er niets, heel hun leven is gebaseerd op het feit dat er in den beginne niets was, ze hebben er dus geen zorgen mee en stellen zich verder geen vragen, voor hen is uit dit, in feite absurde niets, alles ontstaan, de totale Kosmos. Hier  inbegrepen, zijzelf: de mens met ogen om te zien, oren om te horen, longen om te ademen, in een lichaam dat functioneert op een wijze, elk deeltje van de minimaalste bouwsteen ervan tot de meest ingewikkelde cel ervan, op een perfecte wijze in elkaar verweven en op elkaar ingesteld, zijnde - heel uitzonderlijk om te vatten - de mens ingeschakeld als wezenlijk  deel van het kosmische, even perfect, van het allerkleinste tot het allergrootste in elkaar verstrengeld, op elkaar inwerkend, bestaande universele wetten respecterend.

    Dit alles en nog meer dan alles, mijn lieve mensen, is dit alles ontstaan uit het absolute niets, waarin we, eens onze tijd verlopen, zullen opgeslorpt worden, het niets verdwijnend  in het niets?

    Wat zijn we hier dan komen doen als onze verre background het niets is, hieruit zo maar ontstaan - toevallig zegt Jacques Monod - uit een ontploffing, een Big Bang, met natuurwetten en kennis erin gecalculeerd om te weten hoe het van dan af verder moet, te beginnen met het vormen van het meest noodzakelijke, het meest ingewikkelde van al, het atoom, een kern waar omheen met een enorm hoge snelheid elektronen slingeren.

    Het is het beeld van het opstarten van de Kosmos dat ik in mij draag als de Big Bang, maar ik zou het zien als een vloek als ik schrijven zou, hic et nunc, dat alles is ontstaan uit het niets van het niets.

    Waarom begon ik mijn dag hiermee, welke bij heeft me  gestoken? Wel geen bij, maar Jean d’Ormesson, de filosoof de l’Académie française, 1925-2017, bij wie ik lees[1], hij schreef dit op hoge leeftijd:

    Qui suis-je  pour résoudre un problème qui a jeté dans les affres de l’incertitude des générations de théologiens et de savants…

    Tout ce que je peux faire c’est exprimer un sentiment: ce que j’aimerais par-dessus tout, c’est que, sous une forme ou sous  une autre, j’hésite beaucoup sur ce point, Dieu existât.

    En verder, hoe hij aarzelend, langs vele omwegen schrijft, heel voorzichtig om ook maar niemand te kwetsen:

    Il n’est pas impossible que croire en Dieu, ce soit espérer qu’ il existe. Si espérer qu’il existe, c’est déjà croire à Dieu, alors, oui, je crois à Dieu.

    Wat me stoort hier is het gebruik van de naam God, verwijzend naar de God van de Bijbel, waar ik verwachten zou dat d’Ormesson eerder geloven zou in de God van Spinoza, een Iets dat er moet geweest zijn op het ogenblik van de Big Bang en zelfs precies ervoor: een Kosmos in potentie, die er was als een god, zonder die/dit God te noemen waarvan er maar één is, die van onze jeugd, die van de Kerk, voorgesteld als een humane God, een op aarde interveniërende God, wat Hij voor mij zeker niet is.

    Maar, en heeft d’Ormesson hier nooit aan gedacht, zat hij teveel met God in zijn hoofd, dat zijn God ook een ‘Aanwezigheid’, een ‘Zijnde’ kon zijn, die/dat er was vóór de tijd er was, die/dat heeft gezorgd voor de Big Bang én, wat er is uit voortgekomen.

    Die Aanwezigheid, dit Groot-Zijnde is daarna gaan ‘rusten’, haar/zijn werk was af, het onze is, dertien en een half miljard jaar erna begonnen, en wij, we zijn nog niet aan rusten toe, verre van, we zijn amper gestart.

     

    [1] Jean d’Ormesson ‘Un hosanna sans fin‘ 2018, Editions Héloïse d’Ormesson, sa fille.. Ik kreeg ooit dit boekje toegestuurd als geschenk van een lezer van mijn blogs, Jacques v. I. wat ik niet vergeten ben.

    04-02-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    02-02-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het gistende leven.

     

    Het gebeurt, als ik de trap opga in de woning, dat ik denk aan Dante.

    Verwonderlijk? Ja, maar het gebeurt. Dante die, komende uit het donkere woud, de heuvel opgaat naar het licht ‘si che il pié fermo sempre era il più basso’[1], zo dat de rechtervoet telkens de laagste staat, of, zoals ik de trap opga - eigenlijk is het omgekeerd, ik die Dante volg -  beginnende met de linkervoet, de rechtervoet naast de linker plaatsend.

    Het is op deze wijze dat de jaren me toegetakeld hebben. Bij Dante echter was het een noodzaak, was het gewild, was  het conform aan het initiatierituaal dat hij volgen wou;  bij  mij is het simpelweg wat ik noemen zou, slijtage.

    Het ‘voetenspel’ van Dante laat het me evenwel toe mijn blog uit te werken met een belangrijke bemerking op een onschuldig uitziende versregel uit het ‘Inferno’ van Dante. Wat een grote hulp is voor mij, want de nacht nog nacht zijnde voor een tijd, en ik nog te verward om iets anders te bedenken dan de wijze waarop Dante de heuvel opgaat naar het oosten toe.

    Ik twijfel een ogenblik om te weten of ik er verder mee ga of, het ongewone in die klim van Dante laat voor wat het is, want Ik weet dat, als ik er op inga, ik afdalen moet tot de heilige Albertus Magnus, 1220-1280, filosoof en theoloog, om uit te leggen welke van de twee ‘il pié fermo ’ is en dan ook al wat hierover ooit geschreven werd. Want dit is een zekerheid, velen hebben zich gebogen over die ene versregel die er uitziet alsof het de gewoonste zaak van de wereld is, maar dit is het niet, voor Dante, hoe hij het doet beantwoordt aan de initiatie regels[2].

    Echter wie heeft hier belang bij, waarom blijf ik  Dante nog volgen, wat maakt het uit of il pié fermo de rechter of de linker is, haarklieverij voor velen, uiterst belangrijk voor anderen.

    Maar ik, waar ben ik eens te meer mee bezig. Ik dacht aan wat van Hamlet vertelde aan Horatio:

    ‘There are more things in heaven and earth, Horatio/ Than are dreamt of in your philosophy.[3]

    Een bemerking ook, weliswaar vele eeuwen geleden, ook aan mij gericht, Shakespeare heeft gelijk natuurlijk, waarom me zorgen maken over drie woordjes uit het Inferno van Dante, ‘beschamend’ zou het zijn hier nu pagina’s tekst aan te wijden, zoals het gebeurde tot essays toe, en er nog een aan toe te voegen, een leek in  Dante-aangelegenheden.

    In feite, wat me ter verdediging wordt aangeboden is de noodzaak van tijd tot tijd trachten binnen te dringen in de tijd die van het verleden is. Terug nemen wat ooit was en het te zien alsof het een gebeuren van het heden was en we begrijpen willen, hoe en in welke omstandigheden, de Divina Commedia door de uitgewezen Dante geschreven werd. En als hij eraan begon en eraan werkte of hij wist dat hij er tot het einde van zijn dagen aan werken zou.

    Ik ook weet of ten minste hoop bezig te zijn tot het einde van mijn dagen.

    Nederigheid die ten allen tijde geboden is, vergeten we al te graag. Gelukkig zijn er wijze mensen - Shakespeare is er een - die niet nalaten ons eraan te herinneren en ons met beide voeten op de grond te plaatsen. Zo is wat ik schrijf niet veel, weinigen zijn er die er op reageren, het is ook dus maar de gewoonste zaak van de wereld, zelfs al wijd ik er al mijn krachten aan.

    Terwijl de luchten streng gesloten blijven, terwijl de kamer gevuld en bemeubeld is met Vivaldi, terwijl in de wereld miljoenen schrijvers aan het werk zijn hun gedachten te ordenen waarmede ze de eeuwigheid willen  uitdagen al weten ze dat ze er niet in slagen zullen, schreef ik over Dante en over nederigheid.

    Van allen die schrijven is het, het teken van het gistende leven van de geest in hen en van hun binding met de geest boven hen, iets heel bijzonder dat eeuwig is.

     

    [1] Inferno, canto I, 30. [2] René Guénon : L’ésotérisme de Dante, Gallimard, 1957  [3] Hamlet, Act 1, Sc 5

    02-02-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    01-02-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Noodzaak?

     

    In een zekere zin ben ik beschaamd elke dag over hetzelfde onderwerp, God, uit te weiden. Jullie moeten denken dat ik een sterk religieus iemand ben die met God in zijn hoofd rondloopt en er gesprekken mee voert, maar zo is het niet, ik ben met heel wat andere zaken begaan, echter als ik schrijf wijzigt zich schijnbaar mijn geestelijk metabolisme en kom ik terecht in de sfeer van het superieure, het hogere, het goddelijke.

    Is het fout, is het te verwerpen of is het maar een logisch gevolg van het begaan zijn met vragen over het leven die ook vragen zijn over de dood en hier onvermijdelijk de eeuwigheid bij te pas komt?

    Er is dus een reden, trouwens ik zou niet kunnen me dagelijks inlaten met de politiek bij voorbeeld, welke ook, deze van hier of deze van Biden of Poetin, of Johnson; of met de betogingen hier en de schreeuw om vrijheid, alsof we niet gehouden zijn aan de wetten van de gemeenschap die bepalend zijn voor onze vrijheden. In elk geval de schreeuwers moeten weten dat in een gemeenschap de persoonlijke vrijheden grenzen kennen, maar zo ver denken ze niet, zeker niet dat ze hun stem, hun vrijheid in de handen hebben gegeven van hun wettelijke vertegenwoordiger die zich democratisch te gedragen heeft.

    Ik ga hier niet op verder op in, mijn stem draagt niet verder dan de grenzen van mijn omgeving, maar als ik zie welke materiële schade er soms wordt aangericht dan is het voor mij duidelijk, het zijn de organisatoren van dergelijke betogingen die verantwoordelijk zijn en moeten aangesproken worden voor de gebeurlijke schade.

    Ik heb dit nu geschreven, en dan wat, welke diepere betekenis hier aan geven, feiten die niet opstijgen uit de oppervlakkigheid van wat is, ik heb hierover niets te vertellen, er zijn er genoeg die  er de mond vol van hebben, ik, dat arme ik, wend zich tot een ander publiek, in andere omstandigheden en met andere maatstaven, deze van het leven, van het Erzijn en het beleven van het Erzijn.

    Dan ook zijn de  momenten dat ik voluit in de wereld sta zeer zeldzaam, ik kan er niet op ingaan. Ik loop rond in de schaduw ervan, niets is nog duidelijk afgelijnd, ik ben gegroeid naar een buitenstaander toe, iemand die genoeg heeft aan zijn eigen leefwereld en, dit vergt een grotere inspanning dan er te zijn zonder er geestelijk te zijn, het vereist een blik op zijn oorsprong en zijn ‘hier-zijn’ en dit in het licht van wat was en van wat komen gaat.

    Veel meer is het niet dan het zich situeren in de dagelijkse omgang, niet als een gevangene door het dagelijkse, maar uitkijkend naar wat beweegt in onze geest in zijn binding met al wat van de Kosmos is, zijn ontstaan om te beginnen dat ook ons ontstaan inhoudt en ons uitkijken naar het waarom van dit ontstaan, alsof er een noodzaak was om te ontstaan,

    Een noodzaak die we, gekomen op de plaats waar we nu staan, soms, wensen te begrijpen.

    01-02-2022, 10:14 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    31-01-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Stilte van God (2)

     

    Op 4 november 1993, kocht ik in London, in de ‘World’s greatest bookshop ‘W&G Foyle ltd’, 113-119 Charing Crossroad, London, WC2HOEB, de ‘Selected Poems’ van Yehuda Amichai, translated by Chana Bloch and Stephen Mitchell,  voor de prijs van 5.99£.

    Ik kocht het toen, dertig jaar jonger dan nu, in wellicht een romantische stemming omdat ik toen het kasticket in het boek heb gekleefd en het bewaard heb zoals men een bloem of een takje dwergvaren bewaard in een boek.

    Ik kocht het niet omwille van de vele gedichten erin  - trouwens ik kende Yehuda Amichai helemaal niet, en ben hem ondertussen vergeten, echter niet vergeten wat ik toen, bij het door bladeren van het boek, gelezen had en me groot verraste, en dit omwille van een zin die me toen de ogen groot opende. Ik kocht het, zoals het zo dikwijls gebeurt in een leven wat boeken betreft, omdat ik erin, bij het doorbladeren ervan, op een passage gevallen was die me enorm beviel als zin, en nu  nog altijd:

    And on Sabbath eve they sewed my handkerchief / to the corner of my pants pocket so that I wouldn’t sin by carrying it / on the Sabbath. / And on holy-days kohanim[1] blessed me / from inside the white caves of their prayer-shawls, with fingers / twisted like epileptics. I looked at them / and God didn’t thunder: and since then his thunder has grown / more and more remote and become a huge silence… 

    Ik vond dat dit versregels waren om in te kaderen, om ooit eens te gebruiken in een of ander geschrift. Ik meen dat ik deze al eens gebruikt heb, jaren geleden, het kan bijna niet anders want regelmatig, als ik met Joodse tradities word geconfronteerd komt in mijn gedachten het gedoe with the handkerschief die vastgenaaid wordt in de broekzak en, een gevolg ervan, het verdwijnen van het gedonder van God in de Bijbel, ‘God becoming a huge silence’, of het gedonder van God in de Bijbel dat verder afdrijft en een grote stilte wordt, geen woord meer dat nog over zijn lippen komt, geen hand meer naar ons die wordt uitgestoken, geen bescherming in tijden wanneer die zo nodig was ondanks onze gebeden, ondanks ons  uitkijken naar Hem. En het gaat hier toch  over een Joodse schrijver die zijn ganse jeugd - geboren in 1920 en overleden in 2000 - in zorg en kommer heeft doorgebracht. Hij weet het beter dan wij wat de stilte van God betekent.

    Ik had het voorheen nooit zo begrepen. God was er toen nog voor mij en ik keek op naar Hem. Wel was Hij uit mijn gezichtsveld verdwenen, maar achter de horizon ging Hij schuil. En ineens is er iemand, een man die de Thora hoog hield, die ontdekt had dat al wat God betekende weggeëbd was en overgegaan in een Kosmos van stilte, en zijn leven een gissen wordt wie of wat er schuil gaat in die stilte. Zijn gedichten, een poëtisch gesprek met die stilte die zeker geen leegte is, geen holte, maar een oceaan van leven, waarin hij duiken wil om die stilte in zijn geest te bevolken en af te wegen welke betekenis hij hier aan geven kan, wetende dat de God van zijn voorvaderen en van zijn omgeving een persoonsgebonden God is en niet meer de God is van hem die zich gehuld heeft in een wondere stilte die onmiskenbaar de belofte inhoudt van een ‘Erna’ als een even groot wonder als dat van het leven. Het is aan ons dit te doorgronden, het is de verrassing die ons wacht en waarin we vast geloven, want:

    Death is not sleep but gaping eyes, the whole body gaping with eyes since there is not enough space in the narrow world.

     

    [1] Descendants of the priestly families

    31-01-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    30-01-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De stilte van God (1)

     

     

     

    In deze tijden van vele ongemakken, doe ik afstand van de God, gevangen en gestold in een religieus denken dat nog altijd vastkleeft aan een Universum, herleid tot de aarde met de hemel erboven. Want het is vanuit deze ingesteldheid dat het mogelijk was, zich uit te roepen als de spreekbuis van die aldus dichtbije God, en het fundamentalisme in het leven te roepen en in leven te houden, met al de gevolgen van dien; dat het mogelijk was, zich, op deze basis, God toe te eigenen, Hem af te bakenen en Hem te laten optreden en te laten spreken.

    Dit gebeurt niet alleen heden ten dage, dit gebeurde en begon, ten tijde van Abraham, van Mozes en van Jozua, zijn opvolger. Jahweh stond zelfs aan de zijde van de Perzische koning Cyrus II, want de profeet Jesaja hoorde zelfs dat Jahweh uitriep :

    Omwille van Jacob, mijn dienstknecht, omwille van Israël, mijn uitverkorene, heb ik u bij uw naam geroepen, u een erenaam gegeven en gij kende mij niet. Ik ben Jahweh en niemand anders en buiten mij is er geen God. Ik omgord u en gij kent mij niet…[1] 

    Een volk dat Gods naam in zijn vaandel voert en ten oorlog trekt tegen een ander volk met eveneens de naam van God op de vlag gebrodeerd, of God strijdend tegen zichzelf. Voor de mens van toen kon dit allemaal. Hij kan Hem om het even wat in de voeten schuiven en blijven uitbazuinen dat zijn God een rechtvaardige, een liefhebbende is, de grootste is.

    Heden te dage draaien heel wat zaken nog om het woord ‘God’, van wie door velen nog altijd gedacht wordt dat Hij is zoals hij was in de middeleeuwen en ervoor, en nog even erna, tot er de Verlichting was, tot er Spinoza was en God een totaal ander imago kreeg, tot er Nietzsche was die liet uitschijnen dat de God van vroeger stervende was.

    Toch blijft alles nog gecentreerd op Hem, discussie na discussie. Zo, is Hij er of is Hij er niet?

    Ik zeg dat Hij er is, want een veld van sneeuwklokjes is opgerezen uit de aarde - voorbode van de lente - wie kan het gedaan hebben als Hij het niet zou zijn. Dit is van het oorspronkelijk, schema dat Hij ooit eens opgesteld heeft, maar, en dit schijnt nog altijd niet het bevreemdende te zijn, Hij is er niet voor de handelingen van de mens, ik zie het toch niet of ik hoor er niet van. In dit opzicht is God voor ons, mens, een verloren zaak, dan toch de God waar de Kerk mee bezig is. Voor de mens is die de stilte zelf, de ijzige stilte en afwezigheid.

    De predictie van Nooteboom in mijn blog van enkele dagen terug, bewaarheidt zich langzaam van generatie op generatie.

     

    [1] Jesaja: 45, 4

    30-01-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    29-01-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De splinter maan.

     

    Vanmorgen heb ik het laatste van de maan gezien, de lijn van de letter ‘C’, het weinige nog dat voor het ogenblik de maan ons te bieden had, voldoende toch om te weten dat alles wat er is beweging is, ook de beweging binnen in mij om wat ik gisteren heb geschreven tot laat in de nacht, zodat ik dacht niet klaar te komen en dan toch klaar kwam dankzij Proust die opdook en wat hij vertelde  over wat er gebeurde met Bergotte en het vlekje geel op een schilderij van Vermeer. Enkele woorden maar uit de ‘Recherche’ van Proust, niets meer dan wat er rest van de maan deze morgen en ook niets meer dan het ‘ninguno’ in het gedicht van Lorca.

    Hoe ik me red soms, hoe de woorden, de beelden me soms te binnen vallen waar ik me dan goed bij voel, dankbaar ook vannacht toen ik er mee afsluiten kon.

    Ik houd, vanuit de kamer, de maan in het oog, het wordt een dun lijntje nog, een sprankel van een lijn, maar ik weet dat de massa van de maan eraan kleeft en dit met grote zekerheid om dan ineens,  na enkele minuten, volledig te verdwijnen.

    Wat ik niet weet echter en het heeft me altijd bezig gehouden, vandaag meer dan gisteren, wat Paulus, diep in zich, dacht over de verrijzenis van Christus. Betekende het voor hem een terugkeer uit de dood of een overgang naar een ander, het geestelijk ‘after life’, dat ons allen wacht?

    Van Paulus ook is er nu maar een lijntje overgebleven, maar ik denk dat hij een van de weinigen was die de ware Jezus heeft leren kennen. Schreef hij niet, in een brief aan de Galaten, dat hij na door de ‘bliksem’ te zijn getroffen, vertrokken is naar een plaats in Arabië, waar hij drie jaren verbleven heeft alvorens naar Jeruzalem te gaan om er Petrus en Jacobus, zijn broer, te ontmoeten.

    Nog iets waar weinig - té weinig, niets om eerlijk te zijn - door de Kerk over gezegd wordt, alhoewel het een zin is die voor Paulus van grote betekenis moet geweest zijn.

    Neem dit korte berichtje, in een zin van Paulus, weg en al wat de aard van de levende Christus betreft, verdwijnt in het luchtledige.

    Noteer evenwel dat het helemaal niet mijn bedoeling was dit hier vanmorgen te vermelden, ik ben er niet met opgestaan, ik ben opgestaan met het vlekje geel en met de sprankellijn van de maan en het zijn deze elementen die me geleid hebben naar de sprankelzin van Paulus en de grote intrinsieke waarde ervan, even intrinsiek als wat zichtbaar was van de maan, vroeg deze morgen.

    En eens te meer de vraag, hoe bestaan we, hoe slagen we erin te schrijven wat we schrijven, welk mechanisme is die geest in ons, welke bindingen heeft die, en met wat of met wie, opdat er dingen zouden uit ontstaan die anders geen kans maakten om te ontstaan toch niet op dat moment en op die plaats.

    Ondoorgrondelijk zijn de wegen van de geest in ons. We denken erover te heersen, maar dit is niet, het is hij die ons leidt.

     

    29-01-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    28-01-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Le petit pan de mur jaune.

     

    Ik heb me stevig laten gaan gisteren, heb gevraagd even stil te staan, even na te denken over wat de lente betekent, als een verschijnsel van het leven in en van de Kosmos; dat het niet kan en het niet mag dat er niet over nagedacht wordt, dat dit niet doordringt tot diep in de geest van de levende mens en, dan spreek ik niet over de mens die door het leven gaat als een robot, want ze hebben ogen en ze zien niet, of wat erger is, ze zijn niet ingesteld om te zien wat er te zien en vast te stellen is.

    Het is pas als we allen gaan inzien wat dit wonder – ik heb er geen ander woord voor – inhoudt dat de wereld veranderen zal, dat we zullen weten wat er te weten is en de mens verrijzen zal uit zijn lethargische toestand waarin hij zich bevindt voor het ogenblik, vooral dan als ik hoor hoe de discussies gaan over Oekraïne.

    Heb ik het recht te vragen, een ogenblik, als mens, van de Kosmos te zijn, meer dan van de aarde, en dit ogenblik dan toch mee te dragen in je dagen. Je niet te voelen als een verzadigd iemand die alles neemt zoals het komt en er niet even over nadenkt.

    Zo, heb ik dit recht dit te vragen, of - hoewel ik het zie als een soort gebed, een ‘schietgebed’ - is het teveel gevraagd, heeft het totaal geen zin? En tot zover dan en niet verder met dit ijdel gepraat?

    Ik word nu heel week en onhandig over wat ik meen te vertellen te hebben in dit dagelijks ‘onderonsje’. Eens binnen in mijn wereld lost alles zich op en ik beken het, ga ik zweven, zoek ik in de plooien van mij pij - de plooien in de pijen van Zurbaràn - wat ik er verborgen houd en het is niet evident er iets te vinden dat ik nog niet gevonden heb en uitgedeeld, kleine dingen die ongemerkt voorbijgaan maar toch een volle betekenis hebben. Het zijn kleurschakeringen die we niet meer zien, een geel vlekje ergens in een hoek - ‘le petit pan de mur jaune’ dat Bergotte fataal werd - waar ik de aandacht op vestigen wil omdat het precies dat vlekje is dat de schilderij typeert en groot maakt. Wel, voor mij is het, even doordenken bij het gebeuren eigen aan de lente, als het vlekje geel op het schilderij van Vermeer.

    Mijn weekheid is het gevolg van de jaren die ik draag, er komen er te veel. Soms voel ik ze niet en soms voel ik ze wel; soms heerst de droom en soms de realiteit, terwijl, als ik schrijvende ben, er noch droom noch realiteit is, ik ben beide in elkaar gevloeid, ik ben dan, zoals in het gedicht van Frederico García Lorca: ‘ninguno’[1]. 

     

    [1] … / Por las ramas del laurel / vi dos palomas desnudas / la una era la otra / y las dos eran ninguna. (Door de takken van de laurier, zag ik twee blote/naakte duiven, de ene was de andere en de twee waren niemand.)

    28-01-2022, 01:05 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Archief per week
  • 22/04-28/04 2024
  • 15/04-21/04 2024
  • 08/04-14/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 25/03-31/03 2024
  • 18/03-24/03 2024
  • 11/03-17/03 2024
  • 04/03-10/03 2024
  • 26/02-03/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 12/02-18/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 29/01-04/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 15/01-21/01 2024
  • 08/01-14/01 2024
  • 01/01-07/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 16/10-22/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 02/10-08/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 18/09-24/09 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 04/09-10/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 21/08-27/08 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 07/08-13/08 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 17/07-23/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 03/07-09/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 13/03-19/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 25/12-31/12 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 21/11-27/11 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 10/10-16/10 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 01/08-07/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 04/07-10/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 13/06-19/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 16/05-22/05 2022
  • 09/05-15/05 2022
  • 02/05-08/05 2022
  • 25/04-01/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 11/04-17/04 2022
  • 04/04-10/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 07/03-13/03 2022
  • 28/02-06/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 14/02-20/02 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 17/01-23/01 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 26/12-01/01 2023
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 08/11-14/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 19/07-25/07 2021
  • 12/07-18/07 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 28/06-04/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 31/05-06/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 19/04-25/04 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 29/03-04/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 16/11-22/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 07/09-13/09 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 25/12-31/12 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 24/12-30/12 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 29/11-05/12 -0001

    Archief per maand
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 11--0001

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs