Geschriften
Inhoud blog
  • Afscheid
  • Opgenomen.
  • Hoe ik er sta, vandaag?
  • Waar ben ik mee bezig?
  • Gesprek op zondag.

    Zoeken in blog



    08-06-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Winden


    Hoge krachtige winden waren het, spookgestalten die in de nacht het huis bleven bezoeken en hem wakker hielden alsof hun gebeuk stemmen meevoerden die als zuchten waren. Hij wakker lag en luisterde naar wat ze te vertellen hadden, en dat van veel vroeger was. Toen hij, op een late avond midden in de week, hij was naar een operette geweest in W. een stadje dichtbij - in die tijd was 4 à 5 km te voet een gewone zaak, in de hoop zij die hij lief had er te zien, wat niet gebeurde. De muziek van Lehar was uitgelopen, en het was op het randje van de nacht als hij naar huis keerde. Het stormde, een wind die hij zelden geweten had waar hij doorheen moest en het was volle maan. De wolken schoven met hoge snelheid over de huizen in de straat, nu en dan de maan bedekkend.

    Het was ineens een lange weg terug, normaal geen hinder, maar nu was het een gevecht tegen de wind in die hem omhulde en langs alle kanten op hem inbeukte. Hij besloot een kortere weg te nemen, een pad dat eerst door de velden liep maar dan ineens het bos indook. Het bos dat hij kende dacht hij, maar hij kende het niet. Eens hij onder de bomen en tussen het lage houtgewas doorliep, kwam hij terecht in een warboel van takken die door elkaar zwiepten zoals hij zich nooit had ingebeeld dat zo iets kon. Het waren levende wezens geworden, gestalten die hem bestookten, die schreeuwden, die hem in sloten in hun geluiden waarin hij als meegezogen over de weg zweefde, als opgetild en terug op de grond gezet. 

    Het was hels, hij trachtte het op een lopen te zetten maar het was alsof het bos één grote hand was die het hem belette. Hier en daar was er een klaarte in het bos, dat een van oudsher bos was, zonder al te veel wegen er doorheen, een klaarte waar hij even tot rust kwam, even herademde met de schuivende wolken boven hem en het zicht van de volle, bolle, lichtende maan die verdween nu en dan en keerde: schaduwgestalten die oprezen voor hem en terug verdwenen. 

    Gestalten die hem grijpen wilden, vasthouden, neerdrukken en bedekken met handen die holtes waren. Hij schreeuwde het uit, overvallen door angst, een grote bittere zwellende angst die hem in zijn greep hield. Hij struikelde, hij dacht er goed te liggen, veilig,vast en stevig, lang uitgestrekt. Aan zijn lippen de geuren van aarde en mossen, van rotte bladeren, van zwammen en eikels en dennennaalden. 

    Hij is er lang blijven liggen in de warme aarde. Leefde hij nog, was hij ook bos geworden?

    Lang erna, de winden uitgeraasd, is hij opgestaan, het bos een groot zwijgen over hem. De maan die glimlachte naar hem toen hij opkeek.

                                                                                                         *

    PS. Mijn tekst over de stilte werd eens te :meer niet opgenomen. Ik ben genoodzaakt geweest bovenstaande woorden deze morgen  hier, totaal onvoorbereid, te schrijven. Gelukkig was er de wind. Is het een verhaal dat gebeurd is of niet gebeurd? Wat doet het er toe, het staat geschreven.

    08-06-2019, 11:31 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Stiltes.


    05 juni


    De stiltes.

     


    Van Bernard Dewulf in het DS Weekblad van De Standaard (1-2 juni), een heerlijk stuk proza - poëzie bijna - over de Stilte. Wie het las zal er even bij stil gestaan hebben, zal gedacht hebben hoeveel stiltes er wel zijn in onze taal en hoeveel er nog kunnen aan toegevoegd worden.


    De gedachte aan de stilte leidde Dewulf naar ‘een mooi boek met prachtige gedachten over regen en stilte’. Een boek van de, in zijn late jaren blind geworden John Martin Hull (1935-2015) voor wie de stilte natuurlijk heel anders is.


    Dewulf schrijft hierover en ik citeer hem:


    ‘In zijn blinde bestaan speelt regen een cruciale rol. Regen is zijn licht. Zelfs de stilten tussen de druppels helpen hem om de dingen om hem heen te horen - en dus in zekere zin te zien. En kon het in dat licht, verzucht Hull, maar eens regenen in de kamer.’


    Sprekend over de stilte dacht Urbain Dewulf aan John Hull en hem lezende ik, ik dacht aan twee personen terzelfdertijd: vooreerst aan mijn goede vriend, Albert Schrever die er een gedicht over schreef met de prachtige titel, ‘Stilte is een zeldzaam kruid’, en, ‘ze is muziek zonder geluid’. Een mooi poëtisch aanvoelend gedicht in eenvoudige, maar veelzeggende woorden, geen fiorituren, niet hoogdravend maar begrijpend zonder omwegen hoe hij de stilte aanvoelt en wat ze betekent voor hem. Het gedicht werd tegelijk op twee plaatsen bekroond met eremetalen en in een plaats leverde het hem zelfs de titel op van dorpsdichter.


    Maar Ik dacht ook aan het op vele plaatsen totaal tegengestelde: hier, de stilte die José Saramago (1922-2010) uitbazuinde: ‘Dios es el silencio del universo y el hombre, el grito que da sentido a ese silencio.’[1] God is de stilte van het universum, de mens is de kreet die zin geeft aan het universum.


    Hij heeft het niet over de stilte van God, maar over het ‘zwijgen’ van God, een verwijt eigenlijk die hij toestuurt aan de God van de Kerk  die, zoals Saramago zelf, gewrongen zit in dogma’s.


    De stilte van de God waar hij het over heeft, is ook het euvel van Saramago die zich blind staart op wat de Kerk altijd, en nog, ons heeft geleerd over de antropomorfe God. Op zijn tachtigste zag hij hem nog altijd zoals hij hem zag in zijn jeugd; hij bleef de Kerk bestrijden. Laat ons zeggen dat hij als schrijver nog altijd niet de Verlichting had gekend. Nochtans oppert hij dat de mens, ‘el grito’ is, de kreet, de schreeuw van het Universum. 


    De Mens, is er dus, als ik zijn woord correct interpreteer, als de stem van het Universum, is er omdat het Universum wou dat hij er was. Of anders gezegd, de mens is er omdat het Universum er is en vice versa, het Universum is er opdat de mens er zou zijn. Wat een belangrijke verklaring is waar, voor Saramago, een god niet aan te pas komt. Er is enkel voor hem de mens in en van het Universum.


    Maar daar stopt het even en begint het opnieuw, want nu stelt zich de vraag: hoe is het Universum er,  is het er zuiver als materie, zo maar ontstaan uit het niets, uit het ‘nada’?


    ‘Como escribí en horas de vana  interrogación metafísica’, heeft hem het metafysisch onderzoek niets opgeleverd’; is hij er uitgekomen zoals bij er is binnen gegaan - wat me verbaast - blijft hij getekend door zijn ijver, de Kerk, haar leiding en haar leer te bestrijden met het woord. Maar veel verder gedacht heeft hij niet. Hij is gestopt waar hij had moeten beginnen.


    Saramajo leed aan een andere blindheid dan deze van John Hull. Ik denk niet dat hij de stilte, welke ook, hoorde of zelfs zocht.




    [1] José Saramago: El Cuaderno’, textos escritos para el blog, septiembre de 2008 - marzo de 2009. Traducción de Pilar del Río, Alfagura 2009.


    08-06-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    07-06-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ontgoocheling

    Via het procédé dat ik al altijd gevolgd heb lukt het me niet, zoals ik zie, méér in te loggen dan de titel.

    Ik heb deze nacht een gedicht geschreven, niet vooraf zoals ik het gewoonlijk deed om het daarna te kopiëren en de kopie over te brengen naar mijn blog, maar, zoals ik nu zal doen, rechtstreeks te schrijven op de bladzijde van de, wat ik noem, de Centrale Computer. Het gebeurde deze nacht om 01.00. Het resultaat bij het toevoegen was een bittere ontgoocheling, alles was verdwenen.

    Vanmorgen , doe ik een nieuwe poging en het lukt, mijn tekst verschijnt, ik kan hem wijzigen, ik kan er mijn 'ontgoocheling' aan toevoegen, zeggen dat het gedicht dat ik deze morgen - het was middernacht als ik eraan begon, dat ik heb ingelogd om 01.00 spoorloos is.

    Een gedicht is een bevalling het kost je heel wat moed eraan te beginnen en het te voleindigen. Je schrijft je leeg, maar als het lukt, als j voelt dat je erin geslaagd bent, ken je de vreugde van het geschrevene. Dit was het geval, dit was mijn beloning. Ik heb het toegevoegd en het is opgeslorpt door het lot van de man die , zo komt het me over, al een leven lang elke morgen een blog de wereld instuurt, een roep of een klaagzang, een gebed of een openbaring, een geronnen stilte of een sonate, daarom niet van Mozart of Cimarosa, maar van het diepste dat in hem, dat in de elektronen van zijn 'zijn' aanwezig is en dat hij uitbrengen moet. Dit is mijn lot geworden, denkt er niet anders over, denkt dat het zo is, omdat het zo IS.

    Ik ontkom er niet aan, en als ik dan geconfronteerd wordt met technische problemen, als het weigeren/opslorpen van wat ik zo moeizaam, in feite, met mijn bloed geschreven heb, is de wanhoop niet ver weg indien het 'perduren' zou.

    Ik ben nog altijd een leek wat het gebruik van mijn laptop betreft. Wat ik nu schrijf weet ik niet dat jullie het zullen te lezen krijgen. Ik schrijf dus in het blinde weg. Ik schrijf op hoop van zegen, ik schijf opdat je niet terecht zou komen op een blanco blad zoals ik gezien heb dat het gisteren/vanmorgen het geval is geweest met mijn blog over de stiltes die ik poog in te loggen, telkens zonder succes.

    Ik voeg dit toe aan mijn blog, ik weet niet of het boven water zal komen. Het is 06.06 in de morgen. Alles gaat met zessen heden ten dage.

    Gegroet ben je allen, gegroet en gezegend zijn mijn woorden.
    Karel.

    PS. Het gedicht is terug. je vindt het op de pagina hieronder



    07-06-2019, 10:13 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    06-06-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nu de nacht gekomen is



    Wat schrijf ik nu de nacht gekomen is 
    en ik, half in slaap nog denken wil 
    hoe het morgen hier zal zijn?

    Alsof  nacht en  slaap niet tellen zouden, 
    een overgang tussen twee werelden
    deze van gisteren en deze van morgen, 
    een holte van het ene naar het andere,
    die een brug maar is om terug te komen
    van waar we vertrokken zijn. 

    Wat nog opgezocht dat blijven hangen is, 
    wat rafels van de dag die ging en morgen
    er terug zal zijn, gelouterd door de nacht
    en door de koelheid van de droom die ons 
    bezocht, her-sponnen en weer opgenomen, 
    een lijn die even onderbroken was
    en je er gebruik hebt van gemaakt
    om op te tekenen wat niet nodig was,
    alles al geweten zijnde.

    Veranderen zal je niet meer, verouderen
    evenmin, je bent een zoutpilaar, te veel
    omgekeken naar wat je dacht dat er was
    maar niets dat je gevonden hebt
    dat waard is om mee te nemen als je gaat
    waar allen heen gaan zullen, 
    de ene wat vroeger dan de andere
    al naar gelang de seizoenen
    en de richting van de winden over zee,

    en de regen die zal komen in vlagen
    maar stoïsch zal je blijven
    in je vergankelijkheid van voeten 
    in de aarde, je niet hebben zal noch 
    van ranken in je haren, in voluten
    van woorden waarvan je zeggen zal
    dat je ze hebt lief gehad, 
    er op vertrouwend dat ze je voeren zouden
    tot over de heuvels van het land
    dat er schuil gaat, wachtende 
    tot je er aankomen zou
    met wijd open ogen van verbazen.

    Het zal je maar eens overkomen,
    daarna wordt het stil over jou.


    06-06-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    05-06-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.op het randje van het fatale


    Waarde vriend,

    Ik slaag er maar niet in om op de gebruikelijke wijze mijn voorgeschreven tekst in te plakken.
    Ben van deze morgen begaan om hier iets aan te verhelpen en het stoort me, nu ik zie dat je met velen bent die getracht hebben me te bereiken.
    Uiteindelijk zal het wel lukken, wanneer  weet ik nog niet, het hangt niet meer van mij af, mijn  tekst ligt klaar. Ik zaal hem desnoods rechtstreeks inbrengen en dat vergt wat tijd.

    Ugo die nu Karel is.

    05-06-2019, 11:39 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over de stiltes



    20.28


    De Blogmaster beantwoordde zelfs niet mijn vraag om hulp.

    IK denk dat hij een even slechte, zo niet nog een slechtere dag dan ik heeft doorgemaakt.

    Heeft hij het probleem met de Centrale Computer opgeschoven naar morgen , zoals de vorige keer, we veronderstellen het.

    Wat ons betreft, blog 5 juni ligt klaar, we werken aan blog 6 juni. Je hoort nog wel van ons. Zoals ik las bij Ernst Jünger, 'Mein Geduld hat Ursach', maar dat weet je al lang, het is niet de eerste maal dat ik het herhaal. Ik zegde het zelfs aan de dame die met mij op de lift stond te wachten. Of ze het begrepen heeft weet ik niet, maar ze glimlachte toch, wat me voldoende was. Ne mens is soms met weinig tevreden, is het niet?


    Ook jullie moeten tevreden zijn met wat ik nu achterlaat.


    Weet dat het 20.39 is, en dat ik nog 6 juni te schrijven heb.


    Het ga je allen heel goed,

    Karel

    DE De 

    Van Bernard Dewulf in het DS Weekblad van De Standaard (1-2 juni), een heerlijk stuk proza - poëzie bijna - over de Stilte. Wie het las zal er even bij stil gestaan hebben, zal gedacht hebben hoeveel stiltes er wel zijn in onze taal en hoeveel er nog kunnen aan toegevoegd worden.


    De gedachte aan de stilte leidde Dewulf naar ‘een mooi boek met prachtige gedachten over regen en stilte’. Een boek van de, in zijn late jaren blind geworden John Martin Hull (1935-2015) voor wie de stilte natuurlijk heel anders is.


    Dewulf schrijft hierover en ik citeer hem:


    ‘In zijn blinde bestaan speelt regen een cruciale rol. Regen is zijn licht. Zelfs de stilten tussen de druppels helpen hem om de dingen om hem heen te horen - en dus in zekere zin te zien. En kon het in dat licht, verzucht Hull, maar eens regenen in de kamer.’


    Sprekend over de stilte dacht Urbain Dewulf aan John Hull en hem lezende ik, ik dacht aan twee personen terzelfdertijd: vooreerst aan mijn goede vriend, Albert Schrever die er een gedicht over schreef met de prachtige titel, ‘Stilte is een zeldzaam kruid’, en, ‘ze is muziek zonder geluid’. Een mooi poëtisch aanvoelend gedicht in eenvoudige, maar veelzeggende woorden, geen fiorituren, niet hoogdravend maar begrijpend zonder omwegen hoe hij de stilte aanvoelt en wat ze betekent voor hem. Het gedicht werd tegelijk op twee plaatsen bekroond met eremetalen en in een plaats leverde het hem zelfs de titel op van dorpsdichter.


    Maar Ik dacht ook aan het op vele plaatsen totaal tegengestelde: hier, de stilte die José Saramago (1922-2010) uitbazuinde: ‘Dios es el silencio del universo y el hombre, el grito que da sentido a ese silencio.’[1] God is de stilte van het universum, de mens is de kreet die zin geeft aan het universum.


    Hij heeft het niet over de stilte van God, maar over het ‘zwijgen’ van God, een verwijt eigenlijk die hij toestuurt aan de God van de Kerk  die, zoals Saramago zelf, gewrongen zit in dogma’s.


    De stilte van de God waar hij het over heeft, is ook het euvel van Saramago die zich blind staart op wat de Kerk altijd, en nog, ons heeft geleerd over de antropomorfe God. Op zijn tachtigste zag hij hem nog altijd zoals hij hem zag in zijn jeugd; hij bleef de Kerk bestrijden. Laat ons zeggen dat hij als schrijver nog altijd niet de Verlichting had gekend. Nochtans oppert hij dat de mens, ‘el grito’ is, de kreet, de schreeuw van het Universum. 


    De Mens, is er dus, als ik zijn woord correct interpreteer, als de stem van het Universum, is er omdat het Universum wou dat hij er was. Of anders gezegd, de mens is er omdat het Universum er is en vice versa, het Universum is er opdat de mens er zou zijn. Wat een belangrijke verklaring is waar, voor Saramago, een god niet aan te pas komt. Er is enkel voor hem de mens in en van het Universum.


    Maar daar stopt het even en begint het opnieuw, want nu stelt zich de vraag: hoe is het Universum er,  is het er zuiver als materie, zo maar ontstaan uit het niets, uit het ‘nada’?


    ‘Como escribí en horas de vana  interrogación metafísica’, heeft hem het metafysisch onderzoek niets opgeleverd’; is hij er uitgekomen zoals bij er is binnen gegaan - wat me verbaast - blijft hij getekend door zijn ijver, de Kerk, haar leiding en haar leer te bestrijden met het woord. Maar veel verder gedacht heeft hij niet. Hij is gestopt waar hij had moeten beginnen.


    Saramajo leed aan een andere blindheid dan deze van John Hull. Ik denk niet dat hij de stilte, welke ook, hoorde of zelfs zocht.




    [1] José Saramago: El Cuaderno’, textos escritos para el blog, septiembre de 2008 - marzo de 2009. Traducción de Pilar del Río, Alfagura 2009.


    05-06-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    04-06-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoe moet het verder?


     

    Hoe het verder moet weet je niet maar je verwacht dat zoals het was, het nog voor een tijd blijven zal. Met dien verstande dat elke dag die is, het er-niet-meer-zijn dichter komt en, al denken we er in de dag maar sporadisch aan, het feit is er toch. Wat echter niet belet  dat we de vreugde van het er-nog-zijn behouden  willen en de volheid ervan, geëtst in elk bewegen, hoogmoedig en nederig tezelfdertijd, willen uitdragen. 


    Zo leven we onze dagen, bewust van iets dat we ooit kennen zullen: de laatste uren, de laatste minuten. Hoe ik me dan voelen zal, de minuten tellend, zoals mijn broer het heeft gedaan, dan toch, zo hoop ik, zo verwacht ik, een blik in de toekomst, het glorieuze rijk van de geest waaruit ik geboren ben. Wel niet, uit het ingaan van mijn vader op mijn moeder, maar uit de fractie van het ogenblik van de bevruchting door de kracht van de geest die van de Kosmos is.


    Zo is elke bevruchting een onbevlekte ontvangenis - Pasternak wist dit - is het een zuiver kosmisch gebeuren, een klein ‘big bang’- gebeuren van de geest die ingrijpt. Dit is de reële aard van de bevruchting, niet het ingaan op maar, het tot een ontploffing komen. Bijna een eeuw later, realiseer ik me hoe ik ben ontstaan in de schoot, de warme holte van mijn moeder - mijne moeder zou Gilliams schrijven.


    Geboren uit de geest die van de Kosmos is, kan het onmogelijk anders dan dat ik terugkeer naar die geest die altijd in mij is aanwezig geweest, een geest die onsterfelijk is, die is en is en is. Die er nog zijn zal nadat de zon is uitgedoofd, die het enige is dat is op alle plaatsen.


    Waarover moet ik, wat mezelf betreft, zorgen maken? En nog een vraag hoe is het mogelijk dat er zijn die dit niet zien, die zeggen atheïst te zijn, maar er nimmer hebben over nagedacht hoe het komt dat een kersenbloesem zich metamorfoseert in een kers.


    Ik weet het, ik herhaal me voortdurend. Ik herhaal hetzelfde onderwerp, in duizend andere woorden, vertrekkend van uit andere horizonten, maar telkens aankomend in dat ene onvergankelijke punt dat is van alle punten.


    Ik dacht er niet aan vanmorgen als ik ben beginnen schrijven. Ik dacht aan heel weinig - nog altijd aan Flavius Jozefus misschien - peu importe, het is, waar ik aangekomen ben dat telt. En ik ben aangekomen in een veilige haven, eens te meer.


    Wie is het die ik danken moet voor deze weinige ogenblikken van het schrijven, van het ‘kunnen’ schrijven van wat in mij aanwezig is en om kan zetten in woorden, duidelijk leesbaar en vertaalbaar. Het zijn geen klanken, het zijn geen beelden, geen ‘offerings’, het zijn woorden.


    De 'ars scribendi' is wellicht het mooiste en het edelste dat er bestaat! Dankzij die 'kunst' kan je er verder naar streven jezelf te ontplooien, een 'echte mens' te zijn: 'humanior' zouden we kunnen zeggen! Die taak is nooit af.


    Het is een vriend die me dit schreef in reactie op mijn 'twijfel-blog van 1 juni. Daarom ook heb ik het woord lief, het beheerst mijn leven, het is van mijn dagen de lucht die ik inadem; ik zal er ook mee heengaan, zoals Pessoa heen ging met zijn bril.



    Het is een vriend die me dit schreef in reactie op mijn ‘twijfel’-blog van 1 juni. Daarom ook heb ik het woord lief, het beheerst mijn leven, het is van mijn dagen, de lucht die ik inadem; Ik zal er ook mee heengaan, zoals Pessoa heen wou gaan met zijn bril. 


    04-06-2019, 06:05 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    03-06-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoe je poëet wil zijn.



     

    Te weinig slaap, te verdoofd nog het vermogen, te denken, te zijn, te weten, uit de nacht gekomen, dat je bestaat. Waar is het dat je uit zult komen op het einde van de dag als alles gezegd zal zijn wat nu nog niet is.


    Want je bestaat nog  niet als woord, je bent maar een pak ongemakken: de schouders, de knieën, de rug, en het is van hier uit dat je vertrekken moet om zoals altijd  te zijn wie je bent en hoe je bent.,


    Flavius Josephus, de naam die je bindt aan wat je schreef in de nacht - ze dacht dat de naam Flavius was en niet Josephus -  omdat dit het enige was dat hem bindt aan haar, het overige verzinsel, omdat schrijven verzinsel is, droomgestalten opgewekt uit het ongerijmde. Al houdt je wel dingen die meer dan herinneringen zijn: boeken met een handteken er in, een houten speld met een koperen plaatje: ‘don’t forget’, of een klein plaasteren boeddhabeeldje, dat onlangs gevallen was en waarvan het hoofd terug gekleefd diende te worden.


    ‘Don’t forget’ de plaatsen waar we waren, de bomen, de waters, de dreven, de kamers. Tracht niet te vergeten al dat was. Toch niet op een dag zoals deze, toch niet op andere dagen.


    Het leven in jou dat terugkeert, stilaan, druppelsgewijze. Naarmate je schrijven vordert de dingen die terugkomen, dingen van ver in de tijd en andere van heel dichtbij, van de vijver waar je waart gisteren en toen je er zat in de namiddag en je rond je keek, toen je zag hoe alles was, het water, de struiken, de jonge fruitbomen in de vrucht - het leven dat zich voltrok - en verder af de groene welving van de bomen, hoog, de kruinen in elkaar gegroeid en nog verder het lager gedeelte van het bos, met de zang van de vogels dat meer dan wat ook van het intense was, het roerloze, van het intense dat van het grote leven is.


    Hij er was, zat van wat hij zag en van wat hij niet zien kon maar wist dat het er was in een oneindigheid van zijn. Hij het niet benaderen kon, alleen maar zeggen dat het er was en hoe hij het zag met een ‘niets’ van woorden: et de mon frère le poète, on a eu des nouvelles, il a écrit encore une chose très belle, et peu en eurent connaissance.’ ; Dit wist Saint-John Perse dan.


    Ik wil die poëet zijn, ik wil me loswrikken uit de dagen en schrijven, schrijven, mijn vingers tot bloedens toe. Neer zittend, neer liggend, recht opstaande als ik het nog zou kunnen, schrijven in alle maten en gewichten, in alle talen, in alle wezenheden van het zijn.


    Dit is dan wat nog rest van de jeugd in mij, neergedaald in de sappen ervan die de sappen zijn van de bossen en de luchten, van de waters en de oceanen, van de lage landerijen en de bergen. De bergen die ik zie, die me blijven toeroepen.


    Weet je wat het is, de roep van zeeën en van bergen, van plaatsen waar je je oneindig voelde en die blijven terugkeren. Zelfs als alles vanmorgen begon als een dofheid en je geraakt bent tot een zicht op een deel dat was en je, je erin verliest, het ogenblik van het neerschrijven, om daarna, zoals nu, voelen hoe de tranen achter je ogen opwellen willen.


    Omdat het voorbij is, omdat het zo véél was, omdat het, alles samengebald, je leven was, je eindeloosheid van vergezichten was, immer nog ademend.

     


    03-06-2019, 07:17 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    02-06-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Van het zijnde en het niet-zijnde


     

    In feite heb ik nog maar weinig geschreven van wat ik schrijven wou. Ik wou gaan dromen, ik wou originele verhalen over een ongekende wereld; ik wou vernieuwend zijn in woord en klank en kleur. Ik wou grote literatuur en, ik ben terecht gekomen in het landschap van God en geest en New Physics. Afgedwaald van de weg die ik nemen wou, een weg die ik nu niet meer verlaten kan, al denk ik er elke morgen aan voor ik begin: zoek ik in mij of ik er geen man ontmoet die iets heel bijzonders te vertellen heeft. En het gebeurt dat ik er een tegenkom, hij fietsend in een lange dreef, tussen twee rijen oude eiken met op het verre einde een wit kasteel. En op hem afkomend op de fiets een dame, de haren los, een witte sjaal om de hals fladderend in de wind, die nader en nader komt en stopt voor hem., ‘jij’, zegt ze verbaasd. ‘Oh, jij?


    ‘De dame, verliefd op boeken’ zegt hij.


    ‘En jij’, zegt ze, ‘verliefd op wie of wat?’


    ‘Op jou en je boeken’ wou hij antwoorden maar hij zegde het niet.


    Hij had haar zo dikwijls ontmoet als hij in de stad was, het had hem zovele boeken gekost, de meest vreemde eerst, omdat hij niet anders kon dan haar winkel te bezoeken. Het waren niet de boeken die hem aanhaalden, het was zij die hij zien wou, die hij spreken wou, er staan voor haar om niet meer weg te gaan van haar. En als hij een boek had uitgekozen hij haar volgde in al haar handelingen, het boek in haar handen en te zien, hoe zo handig, zo licht bewegend ze het boek in zijn papier wikkelde, een papier met bloemen en vlinders in warme kleuren. Hij droomde het beeld van haar lichaam in een lichte losse bloes gehuld, haar hoofd gebogen, de haren samen gehouden in een gesloten krulling, zij, gehuld in een wolk van teer parfum naar hem toe en haar blik, haar groene, grijze ogen die hem aankeken als ze hem het boek aanreikte. Hij wist het allemaal zo goed, zo zuiver, maar het was ook al dat hij wist van haar. Hij aarzelde altijd even voor hij weg ging, het liefst wou hij er onzichtbaar achterblijven om te zien hoe ze de boeken schikte en herschikte.


    Maar hij hier nu in de dreef, zijn fiets in de hand, staande voor haar met haar fiets in de hand; de zucht van de wind in de bomen, de roep van eksters of van kraaien, hij voor het eerst kijkend, hoe zacht haar gelaat, hij in haar ogen keek met een glinstering erin.


    ‘Ik mag je alles zeggen, hier, is het niet? Ik mag je zeggen dat je bent, hoe zeg ik het, je ogen doorzichtig als glas, dat je bent een pagina  poëzie, een pagina van Saint-John Perse. Ik mag het zeggen hier, omdat het een sprookje is je hier te ontmoeten in deze dreef, onder de eiken die toezien; Hoor je hun gefluister? Bij jou in de boekenwinkel is er het gefluister van de boeken telkens ik er ben en, je weet het niet als ik naar je kijk, je weet het niet, maar ik denk dan altijd aan Kafka, wiens lippen de lucht raakten die was tussen hem en de vrouw die hem verlaten had.


    ‘Hoe droef’, zegde ze.


    Ik zeg dit maar zo. Ik zeg dit maar omdat ik je alles zeggen mag, hier in de dreef waar zovelen al hebben gewandeld, gefietst, gedroomd, visioenen hebben gehad, misschien hebben lief gehad. Om deze reden zeg ik het.’


    ‘Je bent een dromer’ had ze geantwoord. ‘En dromen zijn niet afstandelijk, ze zwijgen wel wat ze zeggen willen. Ik zie het, telkens je een boek komt halen bij mij. je wandelt in een wolk en de wolk is je droom.  En in je droom de woorden die je niet spreekt.  Ik vraag me dan af wat je denkt, hoe je binnenkomt is het, voor het boek of is het voor mij dat je komt. Maar hoe ook, voor het boek of voor mij. Ik wacht elke dag op je komst, en elke dag houd ik een pianosonate klaar van Domenico Cimarosa - vraag me niet waarom Cimarosa - voor het geval dat ik jou zou zien staan voor het uitstalraam, wetende dat je zult binnen komen om het enige, exemplaar van een boek dat, zal je zeggen, alleen in mijn winkel te vinden is. En, zeg me, hoe gaat het met Flavius?


    ‘Oh, Flavius Josephus? Goed, ik koester het boek zoals je het hebt ingepakt omdat er je handen over waren, de parfum van je handen over was, en van wat is van het leven in jou, van je verlangens ook.’ ZE kijkt naar hem, ze legt haar hand op zijn hand: ik ken zelfs je naam niet, ik weet enkel dat je een vreemde man bent, een stille man, die van Albert van Hoogenbemt, een stille man met wellicht diepe gronden, is het niet zo?


    ‘Diepe gronden hebben stille waters en mijn naam is Ugo’, zegde hij. ‘Jij, jij bent Samantha.’


    ‘Hoe weet je dit?’ vroeg ze.


    Het is de naam van een dame in een film die ik zag. De film niet de dame, maar haar stem, een dame die verliefd was op een ‘hem’ die even verliefd was op een ‘haar’, een onmogelijke liefde’, zegde hij.


    ‘Vele liefdes zijn onmogelijk, het zijn de mooiste soms, ze duren het langst, ze kennen zelfs geen einde. Je vertelt maar’, zegde ze nog: ‘je gist een naam voor mij die ik houden wil. Kom morgen eens langs, niet om een boek, maar om een tas thee, een heel bijzondere, een  groene thee, die we drinken zullen met de boeken rondom ons, het liefst op het einde van de namiddag.’


    Ciao’, zegde ze. Hij keek haar na als ze wegreed, de laan uit, haar witte sjaal, haar lange blonde haren in de wankele wind


    Had hij een werkelijkheid gedroomd of was de werkelijkheid maar een droom? Hij zal het morgen weten als hij bij het binnenkomen de piano van Cimarosa horen zal.


    02-06-2019, 00:51 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    01-06-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hallo juni.



    Hoe dikwijls nog ga ik ‘hallo juni’ mogen/kunnen schrijven. Ja, beide werkwoorden zijn geldig, er is een nuance. Er ‘mogen’ er nog zijn, en er ‘kunnen’ er nog zijn. Het eerste is een normaal verschijnsel, een hopen dat het zo is; het tweede is een mogelijkheid dat er nog zullen komen en dan nog, dat ik in staat zal blijven te doen wat ik nu noodzakelijk vind te kunnen doen, hier echter is er absoluut geen zekerheid.


    Onvermijdelijk denk ik bij dit laatste aan wat Ferdinand von Schirah hierover wist te melden - een korte tijd geleden schreef ik hierover en het blijft hangen - denk ik aan Christian de Duve, die me doet denken aan Hugo Claus, die me doet denken aan Harry Mulisch. Maar liefst niet.


    Liefst niet. Daarom: ‘hallo juni’, mijn vriendin onder de maanden, de zon op de middag heeft bijna het hoogste punt boven de hemelequator bereikt, het begin, schijft mijn ‘Sterrengids’, van de ‘weerkundige’ zomer. De tijd van het bevruchten is voorbij, het is nu de tijd van de vrucht die wast, de tijd dat alle krachten van de natuur worden ingezet om het eindpunt, het doel van alle leven, het zaad ter voortplanting, te bereiken en de cyclus te sluiten, glorierijk.


    Is het ook mijn tijd, vraag ik me af, de tijd dat de woorden die ik mijn hele leven heb gezaaid vrucht gaan dragen?


    Het is hier ook een ‘mogen/kunnen’, maar dan van een gans andere aard. Het gebeurt meer en meer dat ik ’s avonds voor ik slapen ga, een van mijn rode  dagboeken meeneem en er ga in bladeren; dat ik tracht te herlezen wat ik schreef in bijna minuscule lettertekens, dicht, te dicht op elkaar en om deze redenen bijna het lezen ervan onmogelijk geworden. Ik denk dan aan de energie die het me gekost heeft, niet zo zeer het schrijven ervan, maar de moed die het me vergde elke dag te beginnen bovenaan mijn blank blad - vandaag is het routine geworden - en pas te eindigen als het vol gezaaid stond. Het was telkens meer dan een knielen om mijn avondgebed te prevelen,


    De boeken van 1978 tot en met 2010, staan er nu naast elkaar, het resultaat van een leven, maar zoals ik het zie in mijn ongeloof, niet de vrucht ervan. Want, wat bracht het op? Niets dan een last voor mijn nageslacht dat zich de vraag zal stellen, wat doen we ermee, wie neemt de boeken mee naar huis, wie heeft er de plaats voor of, wie heeft er de moed ze te lezen, te ontcijferen, te doorbladeren?


    Mijn God, wat ben ik ooit begonnen? Wat in den beginne een uitdaging was, een spel in een zekere zin, is nu een last geworden want ik zelf heb niet de moed deze boeken bij leven te vernietigen, hiervoor heb ik een Max Brod nodig.


    Mijn ‘hallo juni’ van vanmorgen is aldus een probleem geworden dat eens te meer is opgedoken en het is maar een begin van probleem, er moeten 10 jaren blogs aan toegevoegd - gisteren zat ik aan 200 pagina’s voor het jaar 2019. Ik ga maar niet gaan rekenen maar het is een massa woorden, zaden alles samen genomen.


    Hij was, zal men zeggen, een veelschrijver tot het ziekelijke toe en niet de minste vrucht is er overgebleven van wat hij bij leven gezaaid heeft. De krachten van de maand juni zijn niet doorgedrongen tot zijn woorden, deze werden niet bevrucht door een of andere uitgeverij, de zaden die hij zaaide vielen in barre aarde, ergens op een verre toendra of in het zand  van een of andere woestijn. Alles verloren kiemkracht.


    Waarom eigenlijk, begon ik vandaag met een ‘Hallo juni’?


     


    01-06-2019, 04:54 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    31-05-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Verwondering is ons deel.



    De laatste dag van de maand is voor mij niet verschillend van de andere dagen. Hij begin telkens in bed met een afwegen wat ik ga doen: de passieve kant kiezen, luisteren naar Klara of, de actieve kant, luisteren naar wat er is van het woord in mij. Het is nog altijd het woord dat wint. Ook vandaag, hoewel de lokkende stem van Klara er was, plus deze van het lichaam dat het goed had tussen de lakens.


    Een probleem is het niet, ik ben er op ingesteld, het maakt deel uit van mijn opstaan. Ik weet niet hoe het met jullie is gesteld, maar bij mij gebeurt het zelden dat het niet het woord is dat de wet dicteert. Achteraf voel ik me er goed bij, niet op het ogenblik zelf, omdat het heel dikwijls nog een aftasten is, een wachten op het verlossende teken, het vinden van een opening. Het schijnt me evenwel toe dat het vinden ervan niet meer zo vlot verloopt, dat het een aarzeling begint te kennen, gelukkig was er deze nacht Venus en is er het grote licht deze morgen, het licht dat van de geest is.


    Van God, wist de abt van St.Denis, Suger, ook Lorca wist dit, of God is licht, is geest, wat neerkomt op het zelfde zonder het zelfde te zijn.


    We staan er nooit stil bij, maar het is duidelijk een van de grote wonderen van de dagen, een van de zovele waar we aan voorbij gaan, zoals we voorbijgaan aan het wonder van het water, van het vuur, van de lucht die we inademen.


    Elke morgen hoor ik het: ‘wees verwonderd’, wat nog iets méér is dan het ‘plus est en vous’ van Lodewijk van Gruuthuse (1422-1492); eerder het ‘be mindful’ in het wapenschild van het kasteel (van Macbeth) in Cawdor, hoog in het noorden van Schotland - we waren er.


    ‘Wees verwonderd’ over wat is, denk er over na. Weet hoe alles in elkaar verweven is, in essentie verweven tot plukjes energie, alles in alles eens je doordringt tot in het diepste van de materie, ook en zeker de materie die van ons lichaam is.


    Wees verwonderd dat die verwevenheid zich uit in wat we menen te zijn en menen te zien, terwijl het in wezen totaal maar dan ook  totaal, anders is. Ons hele leven is verwondering, al wat is, is verwondering.


    Zo wie of wat zijn we? Hoe komt het, zijnde in realiteit bundels energie opgaande in andere bundels energie, dat we toch een eenheid aan gedachten, gevoelens, herinneringen menen te zijn; dat we een eiland zijn met een eigenheid onder de talloze eilanden die er zijn; eerder eilanden van geest die we zijn en niet, eilanden van materie: zo wees uiterst verwonderd.


    Ik schrijf maar. Woorden komen en worden omgezet in tekens wat op zijn eigen reeds verwondering is dat zo iets mogelijk is, in woorden, alsof het klanken waren of splinters licht, splinters van het grote leven.


    Volg je me nog als ik een oceaan oproep van bundels energie die tevens gebundeld zijn als dier of plant of steen of aarde en, als mens  met een ego die denkt en weet dat hij is, maar nog altijd niet ‘hoe’ hij er is.


    Daarom ook, ademen we verwondering.


     


    31-05-2019, 06:33 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    30-05-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Regelmaat ontregeld.



    Er is het wonder van de morgen die opstaat uit de nacht, wat we doodnormaal vinden; zoals er het wonder is van het lichaam dat, gewikkeld in de slaap, elke morgen terug tot leven komt. We rekenen erop als de avond valt en de nacht er is; we rekenen erop als we slapen gaan. Het is een geruststelling. Het leven zou geen zekerheid meer zijn indien we niet weten zouden, dat het zo is wat de terugkeer van het licht en het opstaan uit de slaap betreft, zelfs al is er op dit laatste een uitzondering mogelijk die dan de bevestiging is van de regel.


    De regelmaat ervan, de wisseling van nacht naar dag, van slaap naar leven, houdt ons niet bezig, het is een vast gegeven, een van de meest vaste die er zijn, een waar eigenlijk niets hoeft over gezegd te worden, geen woorden aan verspild. Het is een basisgegeven van het/ons leven. Als er een verandering zou zijn wat nacht en dag betreft dan is die te wijten aan een graduatie van licht, deze echter van een terugkeer uit de slaap naar het leven kent soms een totaal andere graduatie.


    Zo gebeurde het dat we, de morgen van 27 mei, volgend op de avond/nacht van 26 mei, bij het wakker worden, het gevoel hebben gekend wakker te zijn geworden in een ander lichaam, in een ander landschap, onder andere luchten waarin, verdoken, iets onheilspellend getekend  lag.


    Ik denk dat dit een gevoel is geweest dat vooral in Vlaanderen is opgedoken, een gevoel dat zich uitte in een stemming van machteloosheid. Namelijk de reële vrees van het tot stand komen in dit land van een linkse regering. Dat dit gebeurt in Wallonië is maar normaal, het is nu eenmaal, een rode regio. Maar federaal liggen de kaarten helemaal anders, ook Vlaanderen wordt er alsdan bij betrokken. En als ik in een andere ‘mood’ ben opgestaan dan is het omwille van het gevaar verbonden aan een linkse federale regering die zich hoegenaamd niet zal bedreigd voelen door een verdere islamisering van de samenleving, integendeel, ze zal ze aanmoedigen onder het mom van het multiculturalisme. En dan wat, Ja, en dan wat?


    Ik ga niet verder nu. Zo-even belde een vriend aan, een beeldhouwer. Hij bracht me een uitnodiging voor zijn tentoonstelling van zondag 16 juni. Het slagen ervan was zijn enige bekommernis. De uitslag van de verkiezing gebeurde over zijn hoofd, had niet de minste impact op het werk waar hij mee bezig was noch, zegde hij, op het andere dat reeds stilaan klaar kwam in zijn geest. Hij werkte eraan terwijl hij daar voor mij zat en erover aan het spreken was. Terwijl ik aan het denken was hoe het verder moest met mijn blog op het getouw.


    Eens hij weg was heb ik gedacht, waarom laat je, je op jouw leeftijd,  nog afleiden door wat er gebeurt in het politieke landschap, welk belang kan het nog hebben voor jou. Ben je er dan zo zeker van dat het gevaar van de Islam, dat je je inbeeldt, niet overdreven is, irreëel is; kan het niet dat zij ook vroeger dan verwacht de Verlichting kennen zullen en dat zij zich zullen aanpassen aan ons en niet wij aan hen?


    Zo, laat je niet vangen door je verbeelden, blijf kalm, je tijd loopt ten einde, het is niet meer aan jou om de profeet te spelen. Blijf bij je leest, schik de woorden van je blog op een zo voortreffelijk mogelijke wijze gestructureerd en ingekleurd. Dit is wat nog verwacht wordt van jou, en volg je vriend de beeldhouwer wat je beschouwingen over de uitslag van de verkiezingen aangaat. Dit is wat voor jou in de toekomst geschreven staat. Het bezoek van je vriend dat hij gisteren heeft gepland is er een ander teken van, een vingerwijzing van.


    Man op jaren die je bent, aan de uitgedeelde kaarten valt niets meer te wijzigen, geen jota. Denk liever aan wat je morgen schrijven zult. Blijf uitkijken naar de tekens die je gegeven worden, je weet dat die er altijd zijn als je maar zoeken blijft.


    30-05-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    29-05-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Worden we behandeld van uit de toekomst?



    Er is niets verkeerd aan wat, sedert een lange tijd nu al, eigen is aan de laatste bladzijde van de wekelijkse SdL-katern van De Standaard, gewijd  aan beschouwingen over de dood; zoals er niets verkeerd is hier rond te lopen, na te denken en zelfs te schrijven, wetende dat de dood wacht aan de achterdeur. Het is zelfs beter het te weten dan het totaal te ignoreren, want het zal je misschien aanzetten om met meer inzicht door het leven te gaan en de dingen te zien in hun reële context van eindigheid en oneindigheid.


    Dit betekent niet dat je er voortdurend mee begaan bent, neen, het is zo iets als het stuk muur met de nagel erin, achter de opgehangen spiegel of schilderij, je ziet het niet, je denkt er niet aan als je er voor staat, maar het is er wel wezenlijk.


    Welke leeftijd we ook mogen hebben, op deze wijze brengen we onze dagen door wat niet belet dat, naarmate we vorderen in jaren, het deel wand nu en dan, en dit meer dan vroeger, in onze gedachten komt. Echter verder gaat dit niet, het jaagt ons niet op, het neemt geen vaste plaats in, het is er zonder er te zijn.


    Het is me, in dit perspectief, zelfs heel moeilijk de tijd te nemen om op papier bepaalde zaken te regelen opdat mijn vertrek zo weinig mogelijk last zou bezorgen aan de familie die achterblijft. Als ik dan toch even denk aan degene die wacht aan de achterdeur, dan zijn het dergelijke problemen die me bezig houden, niet het feit van het heengaan zelf.


    Trouwens ik was niet zinnens, deze morgen bij het opstaan, te schrijven waarover ik nu aan het uitweiden ben. Had ik die bewuste katern, waarover ik het had, niet uit het dagblad gelicht, hij zou er niet, afgezonderd van de rest, gelegen hebben als een roep naar mij toe. En ik zou zeker niet gedacht hebben over ‘Het Einde’ te schrijven want mijn morgen was bezoedeld door de plannen van Di Rupo, federaal te kunnen regeren met een Vlaamse minderheid. Ik was er door geschokt en was er op uit om er iets over te schrijven.


    Als ik er nu over nadenk, dan weet ik dat het afzonderlijk houden van de katern, een handeling was die me bereikte van uit het komende. Ik had het voorzien - of, het werd voor mij voorzien - zonder het bewust te weten, dat ik die katern nodig zou gehad hebben. Mijn geest, misschien mijn omgeving, had het dus klaar gelegd omdat het gisteren al geweten was waarover mijn blog vandaag zou handelen.


    Het werd dus in een zekere mate, buiten mijn weten, gisteren beslist dat ik vandaag een woord zou zeggen over de Duitse schrijver Ferdinand von Schirach (1964) en wat hij schrijft in die bewuste SdL-katern[1] over ‘Het Einde’ van een mensenleven. Waarbij hij begint met te zeggen - hij is advocaat - dat hij ‘zo vertrouwd is met de dood dat hij zelf de geur ervan kan beschrijven’.


    Hij citeert Epicurus: ‘Zo lang ik er ben is hij er niet. En wanneer hij komt ben ik er niet meer’. Een eenvoudige, maar sprekende formule die hij hanteert maar geen oplossing biedt, amper een verhaal. Hij is 55 maar hij zelf schrijft niet over ‘zijn’ sterven. Hij is er, zoals zovele andere schrijvers, niet mee begaan. Er is alleen het hier en het nu. Maar toch heeft hij vooruitzichten, ook hij kijkt dus soms even naar wat er is achter de spiegel. En hij weet voor zichzelf: ‘De dag dat ik niet meer kan denken en schrijven en dus niet meer de persoon kan zijn die ik wil zijn, wil ik eruit kunnen stappen. Zonder pijn ver weg van een ziekenhuis


    Hij voegt er zelfs een paar in dit verband nuttige tips aan toe die ik jullie wijselijk wil besparen. Het zou trouwens weinig passend zijn. Maar mijn vraag is en blijft, worden we behandeld van uit de toekomst, als we, zoals Teilhard beweert vertrokken zijn van uit het Alfa, naar het Omega toe?



    [1] De Standaard van 24 mei, bijdrage van Katrien Steyaert.


    29-05-2019, 06:53 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    28-05-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De schrijversziekte.



    Ik hoor nog altijd het geruis van de tsunami die het land overspoelde en ben nog steeds niet bekomen van het verrassingseffect ervan opdat ik, zoals ik het dacht, ongehinderd, terug in mijn schelp zou kunnen kruipen. Hoe geraken jullie er uit en hoe de media die nu geconfronteerd wordt met de vele kluiven die hen van uit diverse hoeken worden aangereikt?


    Zo, wie of wat helpt me opdat ik niet meegesleurd worde, mijn boeken? Ik denk dat dit de enige oplossing is, schuil te gaan onder het afdak van bv Umberto Eco en gaan lezen wat hij wist over het schrijven van een Scriptie[1]; eens ik begin of herbegin aan mijn scriptie over de Poëzie, of over ‘de mens in de kosmos’, of nog een ander onderwerp kan dit een hulp zijn.. Maar ik hoef jullie hier niet te vergasten op wat ik eventueel ga doen. Je hebt er geen boodschap aan, echter wat ik vanmorgen voel is totaal anders dan wat ik op andere morgens voelde, ik ben, letterlijk en figuurlijk, onder de indruk van wat zich zondag in dit land heeft afgespeeld, omdat ik niet zie hoe de politiek er uit zal geraken na al wat er gezegd werd en wordt.


    Maar over boeken verder gesproken, ik las van Annelies Verbeke (1976) in de Standaard van 24 mei, over de dominantie van het Engels, en vertelt ze:


    ‘Sinds 2005 had ik een lijst bijgehouden van wat ik allemaal las. Ik heb mezelf in dat jaar onderworpen aan een leessysteem van eigen makelij, waaraan ik me sindsdien elk jaar hield. In grote lijnen houdt het in dat ik mezelf een minimum van 52 boeken per jaar opleg. Ik lees daarbij  grotendeels fictie, nu en dan non-fictie… Elk jaar moet ik literatuur uit minstens drie verschillende eeuwen én uit alle continenten hebben aangedaan.’


    Wel, chapeau, dit noem ik nu eens een opdracht waar ik met bewondering naar op kijk, een opdracht die nazindert. Ze schrijft daarenboven heel wat, publiceert regelmatig - boeken van haar kwamen ook terecht bij De Slegte - dus ze moet een heel druk literair leven kennen en daarenboven gestructureerd. Ik denk dat ze tewerk gaat zoals Amélie Nothomb (1967) - elk jaar een roman - die elke morgen opstaat om vier uur om te schrijven, zo zegt Nothomb toch, het gevolg van ‘la maladie de l’écriture’ waaraan ze lijdt.


    Ik denk dat er heel wat zijn die lijden aan deze ziekte, die hun ziel uit hun lijf schrijven, maar, er niet in slagen iets gepubliceerd te krijgen en desondanks volharden tot hun laatste ademstoot. Dit is dan een zelfde ziekte, even ongeneeslijk, maar dan een die leidt naar een stille dood.


    Gemeten aan Amélie heb ik slechts de eerste symptomen van haar ziekte. Een enkele aanmoediging echter zou voldoende zijn opdat de schrijverskoorts zou gaan stijgen tot hoogten die ik tot nu toe nog niet gekend heb.


    Het zou iets zijn dat van heel ver komen moet, van achter de horizon, waar het misschien aan het wachten is om ooit eens te rijzen, samen met de zon. 



    [1] Umberto Eco: ‘Hoe schrijf ik een Scriptie’, uitgeverij Bert  Bakker, Amsterdam 1994.


    28-05-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    27-05-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Verkiezing van de uitverkorenen



    Het land is opgestaan vanmorgen, de enen uit hun roes, de andere uit hun ontgoocheling. Wat Vlaanderen betreft zijn de teerlingen geworpen: twee partijen die duidelijk Vlaams getint zijn die (bijna denk ik) 50% van de Vlaamse bevolking uit maken en vijf kwakkelpartijen. Hoe ze samen een Vlaamse regering zullen vormen is me een raadsel, vooral als de vijf, aan 20% van de bevolking geen bestaansrecht toekennen en ze op voorhand uitsluiten. Dus, want je weet maar nooit, de vijf die zich een ‘nooit’ laten ontvallen om hun standpunt kracht bij te zetten. Dit is wat ik me herinner begrepen te hebben van de verkiezingsdag van 26 mei 2019, wellicht mijn laatste verkiezing die ik zal meemaken.


    Ik kan nu terug naar mijn oase, mijn schelp en me verschuilen, weliswaar oogluikend - wat een mooi woord - toekijkend hoe de machten zich ontplooien zullen in de komende dagen, weken, maanden: een schoener en zijn bemanning, opgejaagd door hoge winden, afwisselend komende van uit de vier windstreken, winden die de zeilen strak gespannen zullen houden. Dit is alleszins wat de Vlaamse regering betreft en we spreken dan niet over de Federale.


    Wat me is opgevallen is, dat vier ervan het accent hebben gelegd op het economische en het sociale aspect van de problemen, en tot vervelens toe beloften hebben rondgestrooid, zelfs al wisten ze,  dat ze misschien niet helemaal te realiseren waren; maar dat ze wellicht, bij het deel van de bevolking die het wel goed stelde - want dat deel is er -  een aspect hebben over het hoofd gezien, een heel belangrijk, de vrees op een bepaalde dag - alle tekens voorhanden zijnde - overspoeld te worden, niet noodzakelijk zijzelf maar hun nakomelingen door een gevaar dat uit het oosten kwam, een volk van een totaal andere levensbeschouwing, dat een einde zou stellen aan het levensritme dat ze zich nu konden permitteren.


    De vier, een vijfde minder, hebben dus enkel oog gehad voor de groep kiezers die het minder goed stelden, zich niet realiserend dat, verblind als ze waren door hun jarenlange ingesteldheid inzake politiek, er wel een veel belangrijker groep was wiens problemen noch economisch, noch sociaal waren, maar van een totaal andere aard. Ik denk zelfs dat ze zich dit nu nog niet realiseren.


    Het kan ook dat ik het helemaal verkeerd zie. Het zijn maar losse gedachten die me op klokslag middernacht - ongeveer - werden toegefluisterd. Tijdens de lange debatten die er gevoerd werden op TV is er niemand geweest di er met een woord heeft over gerept. 


    * 


    En dan is er ook nog iets dat me is opgevallen, iets in verband met de uitslag van de Koningin Elisabeth Wedstrijd. Ik had, en ik niet alleen, een andere winnares gezien, namelijk de Roemeense Ioana Cristina Goisea - ze was maar vijfde of zesde. Ik dacht er over na. Hoewel ik niet bij machte ben om met zekerheid het vioolspel van iemand te beoordelen, heb ik wel een oordeel over het vioolconcerto. En is het me duidelijk dat ik me niet gebaseerd heb op het spel van de violoniste, maar op het Concerto zelf. En, dat ik meer genoten heb van dit van Shostakovich dan van alle andere Concerti. De jury daarentegen beloonde de violoniste die volgens hen het best presteerde, wat hun volste recht was.


    ‘Schoenmaker blijft bij uw leest’ is een oud gezegde, er steekt heel wat waarheid in.


    27-05-2019, 06:53 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    26-05-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Waar ik aangekomen ben



    Er is een tijd geweest dat ik dacht ruim te zitten, dat ik dacht normaal nog over een massa jaren te beschikken. Dit is nu niet meer het geval, ik weet nu dat mijn jaren beperkt zijn tot hoogstens enkele eenheden, of ik nog ooit een Koningin Elisabeth Wedstrijd voor Viool zal meemaken valt sterk te betwijfelen. Ik zal er geen cijfer, geen percentage - waar vandaag mee gegoocheld wordt - op kleven, maar de kansen zijn flinterdun geworden. Ik leef er mee, het is een achtergrondgeruis, zoals naar ik hoor het geruis van de Big Bang nog altijd te horen is, meer is het niet en ook, het stoort me niet, er is toch geen ontkomen aan.


    Deze toestand beïnvloedt niet mijn levenswijze, het zijn enkel de beperkingen opgelegd door mijn lichaam, niet mijn gedachten die me er op wijzen. Het is het onvermijdelijke dat toeslaat, het is zo en we aanvaarden het, hierover is geen enkele twijfel. Daarenboven hebben we het groot geluk nog niet uitgeleefd te zijn, nog heel wat te doen te hebben en deze gedachte voedt en houdt ons recht. Ik wou het toch eens gezegd hebben, opdat je me niet zou zien als een uitgedroogde man - wat ik wel ben maar niet geestelijk. Het is maar dat ik ooit stond waar jij nu staat en dat jij eens in de toestand komen zult waar ik nu sta en je weten zult wat ik weet, vooral dat het geen drama is, in tegendeel, het is eerder een geruststelling, een vooruitzien naar iets dat totaal anders zal zijn. Waarvan we misschien zelfs niet zullen beseffen dat het anders IS. Des te groter is het verwachten. Op deze wijze ben ik vandaag ingesteld op wat het leven is, op wat het verder verloop van mijn dagen is.


    Niemand echter, behalve zij die me kennen, houden hier rekening mee. Zo krijg ik van uit alle hoeken en kanten voorstellen alsof ik nog een jonge man zou zijn, zoals men zegt in de fleur van zijn leven. Hou er mee op aub. Zo is er De Standaard die me tracht te verleiden met allerlei voorstellen om me in te schakelen in hun abonnee-circuit. Ik zoek een weg, en deze blog is er een, om hen te zeggen, dat ik de Standaard op een voet van gelijkheid stel met Le Monde, met El País, zijnde een massa interessante teksten die ik te lezen krijg en waarvoor ik de tijd niet heb of wil hebben. Want ik vind het totaal onfair me te beperken tot het lezen van de titels van een artikel als ik weet de moeite die het aan de auteur-journalist moet gekost hebben om het te bedenken en te schrijven. Dit is in elk geval het gevoel dat ik er aan overhoud telkens ik het dagblad dichtvouw, een deel(tje) ervan gelezen.


    De Standaard zou dus het geboortejaar moeten toevoegen aan hun adressenbestand, want ik wens niet voortdurend in verleiding te komen, noch door hen, noch door om het even welk ander dagblad of firma.


    Ter verdediging van mijn  standpunt, zeg ik hen, en dan vooral aan De Standaard, dat ik een regelmatige lezer ben van hun vrijdag-uitgave, omwille van hun Standaard de Letteren - SdL - dat dit en in feite enkel dit deel, deze katern is die me nog boeit, die me ‘soms’ helpt om een van mijn dagelijkse blogs te schrijven, waarvoor ik hen dankbaar ben.


    Het is dus goed voor hen te weten dat ik hun blad zeer genegen ben, maar dat het dagelijks door nemen/lezen ervan me overstijgt me, het bijhouden van mijn dagelijkse blog vergt te veel van mijn concentratie, overspant me. En overspanning op mijn leeftijd is te mijden.


    Aan De Standaard vraag ik dus begrip te hebben als ik niet wens in te gaan op de aanbiedingen die me regelmatig gedaan worden. Op een bepaalde leeftijd gekomen is men de wereld ontgroeid en dit is mijn geval.


    Om oprecht te zijn, vandaag niet helemaal. Wat ik moet, straks in het stemhokje, is denken aan het gevaar dat mijn achterkleinkinderen lopen: het binnensijpelen in dit land van oncontroleerbare religieuze fanatiekelingen die de dood niet schuwen, welke partij, die zeggingskracht heeft, treedt hier openlijk tegen op? 



    26-05-2019, 07:57 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    25-05-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De tegenstelling.


     


    Ik zit nog altijd gevangen in de wereld van de Koningin Elisabethwedstrijd voor viool die een bijzondere accent legt op de meidagen van nu. De intensiteit ervan, zoals ik deze momenten beleef, staat in schril contrast met wat de media te vertellen hebben over de komende verkiezingen. Enerzijds, is er de verfijning, het  stille genieten en het ingekeerd zijn en anderzijds het brute, het obsederend, het afstotende, het zich immer herhalende van de taal van de kandidaat-volksvertegenwoordigers, om daarna, eens verkozen, laat ons zeggen voor 10% het land en voor 90 % de partij waartoe ze behoren, te dienen, terwijl ze nochtans betaald worden, en goed betaald, om het land à 100 % te dienen. Dit is wat de jaren me geleerd hebben. Vandaag schitteren ze op vele gebieden in de media; strooien ze beloftes rond op volle pagina’s, het kan niet op. Ze verleiden ons wat ze allemaal gaan doen. Maar wat ze niet zeggen is dat ze de tering gaan zetten naar de nering; wat ze niet zeggen is hoe ze de deficits van de vorige regeringen gaan oplossen. Zeg me, geef me een goede reden waarom ik naar hun gebazel zou gaan luisteren. Een zaak is zeker, ik moet het niet hebben van al wat links is.


    Hoe het eindigen zal is geldig zo voor de verkiezingen als voor de Wedstrijd. Na de uitslag van zaterdag is er de uitslag van zondag, beide zullen gejuich en teleurstelling brengen, euforie en ontgoocheling, een momentopname waar we getuige van willen zijn.


    De dag erop volgend, herneemt het leven zijn gewone gang, hetzij met de laurierkrans op het hoofd, hetzij  met het hoofd in de grond. Gelukkig zij die er aan ontsnappen, want welk resultaat ook, het leven waait verder uit voor de overwinnaars als voor de verliezers.


    Met mijn blog zit ik er middenin. Kijk ik naar buiten, ik kom in de verkiezing terecht; kijk ik naar binnen het is de Concours die zich aanmeldt, en het is deze laatste die me het meest boeit. Het is een vreugde er mee begaan te zijn. Er blijven nog twee avonden, voor driemaal Tsjaikovski en een Brahms, daarna komt de apotheose voor de ene, de ontgoocheling voor de andere, we zullen meeleven met beide. Eén kans op twaalf is niet veel, zes kansen op twaalf is verdedigbaar, dit is het risico dat gelopen wordt. Ze weten dit van bij de aanvang, maar deel uitmaken van de verliezers is zwaar om dragen voor een tijd dan toch, vooral voor zij die deelnamen en zich realiseren dat ze nog niet zo ver staan als ze wel dachten. Hen wens ik volharding en veel moed. Ik ben met hen begaan, zoals ik met allen begaan ben die een moeilijke periode door te maken krijgen.


    Het verschil tussen wat buiten gebeurt en binnen is duidelijk, voor de verkiezingen heb je niet veel te leren, soms wordt het je zelfs in de schoot geworpen. Voor de deelnemers aan de Wedstrijd is het een gevecht van elke dag over een uiterst lange periode, wil men enige kans maken. Het is een levensstijl, een opgaan in de kunst van de muziek. Als ze slagen, en er zijn er altijd heel wat, zijn ze vreugde en verwondering, zijn ze momenten van vervoering.


    Het zijn die momenten die we broodnodig hebben.


     


    25-05-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    24-05-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Koningin Elisabethwedstrijd voor Viool 2019



    Dit is wat ik schreef, de morgen van donderdag 23 mei na de dag van het optreden van de Roemeense violoniste Ioana Cristina Goicea.


     

    Ik vraag me af voor wie het is dat er geapplaudisseerd wordt, is het voor het orkest, eigenlijk niet, is het voor de violoniste, wellicht, maar indirect is het zeker ook - al zegt men het niet dikwijls - voor de componist van het concerto, hier Dimitri Shostakovich. Dit is wat ‘ik’ doe, ik applaudisseer in de eerste plaats voor de componist, hij bedacht het, hij zette de lijnen uit, hij is de meester; aan de viool en, de dirigent en het orkest, is het trachten het geschrevene  in al zijn facetten te laten openbloeien.


    Ik heb een grote band met het werk van Shostakovich, ik zie hem in de verlenging van Gustave Mahler, hij is een even grote vernieuwer geweest die in woelige omstandigheden onder toezicht en druk heeft moeten werken. Velen menen in zijn vioolconcerto, nummer 1, opus 77, de angstgevoelens te horen die hem bezielden tijdens het schrijven ervan, anderen zouden zelfs wensen dat deze gevoelens tot uiting zouden komen bij de uitvoering van het concerto, wat volgens mij te ver gegrepen is en dit onmogelijk te vertalen is door een solist of soliste.


    Ik kan me moeilijk inbeelden wat het betekent te schrijven/te componeren met het zwaard van Damocles - in het midden van de nacht opgepakt te worden om te verdwijnen in een donkere cel - boven het hoofd, maar het is in dergelijke omstandigheden dat een groot deel van zijn concerti en symfonieën zijn tot stand gekomen.


    Maar wat de wedstrijd zelf betreft, verwacht niet dat ik me met kennis van zaken ga uitspreken over de prestatie van Ioana Cristina Goicea, maar ik vond haar spel krachtig en uiterst subtiel afgelijnd, zuiver en boeiend en het is zo, de prijzen worden toegekend aan de durvers en de meesters in het vak. Ik denk dat zij een grootmeester(es) is.


    Weet ook dat ik een voorliefde heb voor de klankenrijkheid van Shostakovich, dat ik hem graag mag, vooral dan zijn concerti voor viool en deze voor piano. De trage bewegingen erin zijn parels van intense muziek.


    De Koningin Elisabeth wedstrijd is dus voor mij geen concours. Ik kijk niet uit naar wie nu de beste is van de twaalf. Ik een leek zijnde heb er geen behoefte aan te gaan rangschikken. Maar steenbok zijnde ben ik een gevoelig  mens en komen er soms vochtig ogen als ik getroffen ben door een mooie passage, door hun technische vaardigheid, door hun présence als jonge man of vrouw die het beste van zichzelf aan het geven zijn. Ik denk dan niet zo zeer waar ze zullen eindigen, ik denk er wel aan dat het jammer is dat er onder hen, onvermijdelijk, zes zijn die niet geklasseerd zullen worden. Dit is samen met de mogelijkheid glorierijk te eindigen, het risico dat ze allen


    Natuurlijk ga ik ook de overige concerti, deze van Brahms, van Tsjaikovski, van Beethoven beluisteren en mijn oordeel hebben over de uitvoering ervan. Een oordeel dat ik dan toetsen kan aan de beoordelingen van de specialisten ter zake. Er is hier niets verkeerd aan.


    En wat er ook van zij, het zijn de componisten die centraal staan. Het is hun werk dat hier op het voorplan is. Hoe ze er toe gekomen zijn, wat er aan vooraf is gegaan, hoe ze er in geslaagd zijn dit resultaat te bereiken, gerangschikt te worden en aanzien als de groten der aarde op muzikaal gebied is hun verdienste. Ze blijven ons begeesteren, ze blijven ons ontroeren met hun werken. De tijd heeft geen vat op hen. We weten dat er een wereld is die hen ignoreert, die zelfs hun naam niet kent, laat staan hun muziek. Maar er is een grote kern die stand houdt en overwinnen zal omdat hun werk het werk is van de geest in hen, en wie geest zegt, zegt onsterfelijkheid. Zij zijn er het voorbeeld van.


    Naschrift:


    Voeg ik er nog aan toe, deze morgen van 24 mei, dat de Beethoven en de Brahms van gisterenavond, hoge, niet te evenaren monumenten zijn van wat een beschaving zoals die van ons heeft voortgebracht. En de uitvoering ervan door twee jonge ontluikende dames een schittering was van begaafdheid, technisch vermogen en inzicht. Verbazing op twee gebieden: creatie van de geest en de begaafdheid tot het her-interpreteren ervan, bijna onevenaarbare evenementen van wat de mens vermag.

     


    24-05-2019, 06:12 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    23-05-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het boek in de hand, Sibelius in het hoofd



    Het is een snoer van momentopnames dat ik achterlaat. Voetstappen gezet in verse sneeuw, uitlopend in de toendra van het leven. En, het is een lange tocht geworden die gelukkig verder loopt, zelfs nadat de sneeuw gesmolten is, loopt het spoor door. Ik retraceer het soms. Ik herneem een stuk weg ervan, niet omdat het een verkeerd stuk was, maar omdat ik het met meer inzicht bewandelen wil. Zo is er niets definitiefs van wat er is. Kan alles herbekeken worden, zelfs herontdekt, zoals een violoniste die Sibelius speelt, die telkens en telkens een andere Sibelius is. Hoe rijk we zijn, elke morgen op te staan in een andere gedachtewereld die dezelfde is als de vorige maar toch verschillend wat de lichtinval betreft die het vertrekpunt is en de richting aangeeft.


    We merken het pas als we onderweg zijn, als we, komende uit de holte van de slaap, uit de vervoering van een droom die we vergeten zijn, de draad van het leven weer opnemen, zijnde ‘dans l’attente de Godot’, het meditatiemoment, staande op de heuvel van de dag, wachtend op het onverwachte.


    Ons leven is een lang wachten op wat komt of op wat niet komt, het wachten is ons in elk geval gegeven, we worden het niet moe, het is ons toegestaan te verwachten wat misschien nimmer komen zal, en als het komt, het ofwel te laat zal zijn of te vroeg, want het zijn niet wij die er over beschikken. We weten het en schikken ons ernaar opdat we niet verschrikken zouden als het onverwachte komt.


    Elke dag, elk uur van de dag is dit zo. Een gedachte die je overvalt, een boek dat je in de hand neemt, dat daar ergens lag tussen andere boeken, maar van het ogenblik dat je het in je handen voelt, leven gaat, trillen gaat en je het meeneemt zoals het tere van een kinderhand dat je hand omknelt alsof het een bloem was.


    Een boek dat je opneemt is zoals een bloem, is zoals een kinderhand, is zoals je verwacht dat het is zoals je weet dat het is. Zoals je ook weet dat er binnenin nog altijd iets in meer is. Of het oneindige van een waardevol boek, dat je, eens je het in de handen houdt, je eens te meer koesteren gaat. Het is wel niet aan iedereen gegeven een boek te koesteren, maar als het zo is, is het een geluk, is het iets dat lijkt op het begin van het onverwachte dat zich toont, een deeltje van de sluier erover opgelicht.


    Het is een momentum dat je vastlegt voor latere dagen, als je de tekst terug zult vinden - if ever - en je je afvragen zult wat je die ogenblikken wel bezielde om te schrijven wat er staat. Wie je waart op dat ogenblik eenvoudigweg bezield door een boek in de hand?


    We kennen ons nimmer volledig. Achter elke hoek gaat er een ander aspect schuil van je persoonlijkheid, als je er een hebt. Je gaat zelfs schuil achter de totaliteit van wie je bent. Het ‘ken je zelf’ heb je nooit bereikt, het blijft een zoeken, vooral tot in het kleine, ‘les petites choses qui donnent la paix’ wist Bernanos. Je weet het als je, zoals ook deze morgen nog, in de ban bent van Sibelius, van het begin van zijn vioolconcerto, de prachtige aanhef, zoals iemand in een breed gewaad gewikkeld, die uit het geritsel van bladeren uit het donkere woud op jou afkomt die je omhelzen wil. Hier is het de violoniste, de Koreaanse Ji Won Song die je omhelzen wil, omdat haar bede haar te aanhoren zo subtiel teer, zo innig verwachtend, ogenblikken lang zich herhalend, aangehouden wordt alvorens het volledig orkest invalt.


    Het boek in de hand , naast jou neergelegd - misschien ga je het kezen, misschien niet - en Sibelius komende uit het woud van je dagen, twee momenten.


    Twee momenten die je bewaren wil, houden wil, beleven wil een lange tijd nog, tot het moment van het tijdloze.


    PS. De tijd van het schrijven was de morgen van 22 mei. Een tekst die ik deze morgen herlezen heb en verbeterd. In feite is het, het vioolconcerto van Shostakovich die ik in mijn hoofd heb deze morgen van 23 mei. En dit is een ander verhaal, of ik het uitschrijven zal weet ik nog niet. Beide concerti zijn niet te vergelijken, Shostakovich overstijgt me, ontroert me omdat ik weet in welke omstandigheden het geschreven werd. Dit wou ik er nog deze morgen aan toevoegen.


     


    23-05-2019, 05:44 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    22-05-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De poging



    Je houdt het beeld op je netvlies. Je hield het in de nacht, telkens je ontwaakte uit telkens een loden slaap. Je zoekt de woorden om te omklemmen wat je blijft zien, blijft horen: beelden en klanken, vingers en snaren, een jong gelaat, een dirigent en een orkest en centraal de viool. Alles in het kader van de Koningin Elisabethwedstrijd voor viool en de uitvoering van een vioolconcerto.


    Een concerto neergezet, ogenblikken ver in het verleden, in magische tekens, door de magiër Antonin Dvorák. Opgetekend wat hij toen in zich voelde opwellen aan klanken en ritmes, komende uit het ongerijmde, uit het onbestaande; gegrepen wat van die ogenblikken was en vastgezet. Erna  de tijd erover en nu teruggenomen, weer tot leven gebracht zoals het geschreven staat, een her-beademing van energievelden: klanken en  krachtlijnen, kleuren vormend die warmte zijn, die ijzig zijn en er tussenin zijn.


    Dit alles en nog oneindig meer dat was van de avond van 20 mei.


    Thans, heel, heel vaag geschetst, ontoereikend maar toch toereikend om een deel van wat gebeurde uit te beelden, hij, het uitschrijvend, uit zijn confortzone gelicht.


    (Het beluisteren van een monument, dirigent en orkest, uur en datum, plaats en omstandigheden gekend zijnde hij nu beschrijven gaat: het optreden van de violoniste Sylvia Huang. Gekluisterd aan haar prestatie, haar interpretatie in dit onhandig ontleend kader, waarin zij en Dvorák centraal staan, alle ogen, deze van de ‘klassieke’ wereld, op hem, maar meer op haar gericht. )


    Ze ontglipt je niet, je kijkt gefascineerd. Je volgt de golfbeweging van het lichaam, de taal van haar gelaat, de schittering van de ogen, de zachte lijn van haar lippen, een glimlach bijna, in een weelde van klanken, haar ziel die erin verweven ligt.


    Je wil er zoveel over zeggen. Je wil er een afdruk van die zich voortdurend wijzigen zal, als in een vortex van klanken, innigheid in voluten van gevoeligheden, arabesken van vrouwelijkheid, tederheid getekend in aquarel. Maar je hebt nog niets vermeld: er zijn de vingers van de linkerhand, o, zo krachtig, zo soepel, zo hemels-vlug, het spel ervan over de snaren, de viool die ze houdt onder haar kin, het glanzende, geurende, trillende hout - de smaak ervan in haar mondhoeken, in haar neusvleugels - en de strijkstok, hoe de strijkstok, hoe ze deze glijden laat over de snaren, ver uit wandelend, of kort en krachtig, hemels vlug. Je hoort en je ziet, het aller fijnste detail ervan. Niets ontgaat je, niets van haar ingesteld-zijn op wat meer is dan dat klanken bieden kunnen.


    Je dacht vanmorgen niets er over te schrijven. Je zag op tegen de moeite dat het je vragen zou. Je wou het momentum, de massa ervan, laten voor wat het was, ook omdat je wist dat je in elke poging om te benaderen wat geweest was te kort zou komen, het ongepast zou zijn.


    Toch ben je na je eerste zin, omdat het in je aard ligt, verder gegaan, oproepend wat je gezien en gehoord had, want je wist dat wat zich afspeelde voor je ogen en wat je hoorde, ogenblikken waren van een uitzonderlijke intensiteit: zij de noten overnemend die Dvorák voor haar opnieuw aan het herschrijven was, geest op geest geënt, verwoord via de vingertoppen van de linkerhand. 


    Freeman Dyson[1] zegde ooit wat hij dacht over het schrijven. Hij had dit ook kunnen zeggen over het vioolspelen.


    Was het optreden van Sylvia Huang een topprestatie? Het is niet aan mij om er over te oordelen, maar ze heeft me begeesterd, ze heeft me diep geraakt, wat wellicht haar bedoeling was.


    Ik zal zelf met mijn woorden, de vormgeving van wat was, hier geen gevoelens opwekken. Ik wou er trouwens veel meer over zeggen, dit hier is maar een poging. Maar ik kleefde vast aan de handelingen die ik zag, terwijl het innerlijke gebeuren ongrijpbaar bleef. Ik heb me moeten beperken tot wat grijpbaar was: de essentie, het overbrengen van de geest van Dvorák naar de vingertoppen van Huang, bereikte ik niet, een benaderende foto ervan misschien, wel.


    Historiek:


    Je begon aan deze blog de morgen van 21 mei, vóór het licht opkwam. Je werkte er verder aan na het ontbijt tot de vijfhonderd woorden er stonden. Je herwerkte hem, twee, drie maal telkens met een tussenpoos. Je herschikte hem, verbeterde, vulde hem aan en nam dingen weg. Het was middag toen. Je herbegon laat in de namiddag. Je dacht dat hij passen zou, maar je herlas hem om 20.00 uur en je logde hem in om 20.33 uur. Je haalde hem terug om 23.30 om hem een laatste maal aan te vullen met deze paragraaf hier, waarna je hem inlogde voor de dag van 22 mei. Je herlas hem de morgen van 22 mei en verbeterde  wat je nodig dacht te verbeteren. Het is 07.51




    [1] Freeman Dyson: ‘Infinite in all directions’, Penguin books 1988, page 118:

    ‘To me the most astounding fact in the universe, even more astounding than the flight of the Monarch butterfly, is the power of mind which drives my fingers as I write these words.


    22-05-2019, 17:15 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Archief per week
  • 22/04-28/04 2024
  • 15/04-21/04 2024
  • 08/04-14/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 25/03-31/03 2024
  • 18/03-24/03 2024
  • 11/03-17/03 2024
  • 04/03-10/03 2024
  • 26/02-03/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 12/02-18/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 29/01-04/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 15/01-21/01 2024
  • 08/01-14/01 2024
  • 01/01-07/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 16/10-22/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 02/10-08/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 18/09-24/09 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 04/09-10/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 21/08-27/08 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 07/08-13/08 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 17/07-23/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 03/07-09/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 13/03-19/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 25/12-31/12 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 21/11-27/11 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 10/10-16/10 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 01/08-07/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 04/07-10/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 13/06-19/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 16/05-22/05 2022
  • 09/05-15/05 2022
  • 02/05-08/05 2022
  • 25/04-01/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 11/04-17/04 2022
  • 04/04-10/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 07/03-13/03 2022
  • 28/02-06/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 14/02-20/02 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 17/01-23/01 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 26/12-01/01 2023
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 08/11-14/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 19/07-25/07 2021
  • 12/07-18/07 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 28/06-04/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 31/05-06/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 19/04-25/04 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 29/03-04/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 16/11-22/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 07/09-13/09 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 25/12-31/12 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 24/12-30/12 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 29/11-05/12 -0001

    Archief per maand
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 11--0001

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs