Geschriften
Inhoud blog
  • Afscheid
  • Opgenomen.
  • Hoe ik er sta, vandaag?
  • Waar ben ik mee bezig?
  • Gesprek op zondag.

    Zoeken in blog



    06-05-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Herinnering ohne Ende

     

    Ik denk dan aan Robert Burns, XVIIIe eeuw, aan wat hij in een opwelling uitriep: ‘My heart’s in the Highlands, my heart is not here.

    Hoe kan ik nog, op mijn leeftijd, even zeer verlangen naar een plaats die omwille van haar ligging voor mij ontoegankelijk geworden is, en dan, in het bijzonder, op een namiddag zoals deze, en ik, totaal verward, wegdroom, de ogen gesloten, de wind in mijn haren, half ingeslapen? Een onwezenlijke droom op een bergtop te zijn, laat augustus, zoals er zovele plaatsen zijn waar ik was op een dag laat augustus. Ik denk, nu ik er verder over schrijf, dat het een ziekelijk verlangen is, het niet te stelpen is, dat het een wonde is, diep geslagen.

    Hoe heb ik geleefd al die dagen, doorgebracht in de Valais, jaar na jaar; wat bezielde me toen terug te keren naar die zelfde plaatsen die ik zo goed kende, ondanks de regen soms, de mist, de inspanning die het me telkens kostte, uren wandelend, de hoogtes op te zoeken om dan, met pijn in de knieën, af te dalen naar het dorp terug?

    Het kon vooral denk ik omdat er de vrienden waren die ik er kende en dat het evenzeer naar hen was dat ik keerde dan naar het dorp en de bergen, naar de bossen en de meren, naar de meest eenzame plaatsen ter wereld, om ergens terecht te komen, op een rots gezeten, met de hemel als een koepel over mij.

    Het was inderdaad een roep waar ik niet kon aan weerstaan; een periode in mijn leven die van groot belang is geweest, en nog is. Het is pas nu dat ik me er rekenschap van geef, dat ik weet wat de Valais en de bergen betekend hebben.

    Ik denk dat er in elk leven dergelijke momenten zijn geweest, waar we zouden willen terugkeren. En dan is er Ernst Jünger die in zijn  ‘Auf den Marmorklippen’ de juiste woorden vindt en, op uren zoals deze kan ik er onmogelijk aan voorbij: ‘Und immer wieder tasten wir in unseren durstigen Träumen dem Vergangenen in jeder Einzelzeit, in jeder Falte nach …[1]’.

    Het is me duidelijk, als ik me laat gaan, dat ik terug de eerste stappen zet, over de rotsen met hier en daar bosjes génépi[2], om, zoals het die dag gebeurde, te gaan, alleen, waar ik nog niet geweest was, en aan niemand had gezegd dat ik er heen zou gaan, en indien er iets gebeuren zou, niemand me zou gevonden hebben en ik er gelegen zou hebben als voedsel voor de chouca’s, de raven.

    De herinnering is me dus, eens te meer, te veel geweest: ik, weerspiegeld in mijn herinneringen zoals het water een spiegel is waarin de bomen staan, waarin de witte wolken drijven, de vissen opspringen nu en dan, alle beelden verstorend tot kabbelgolven, die uitzwermen en weer effen worden. Ik er zittend: hoe leef ik hier, wat zou er van dit alles zijn indien het niet opgetekend werd, om daarna te vergaan, of later op een vreemd ogenblik in de tijd, hernomen te worden en nagedacht erover om het terug te beleven, met het onvermijdelijke heimwee van het voorbij zijn.

    Te weten ook, hoe sentimenteel ik was op mijn negentigste jaar, hoe verliefd nog op alles om me heen, omdat het lente was, omdat, zo voelde ik het, het leven bruiste in mij en ik, zo meende ik, een fractie van een ogenblik, nog in staat was grote dingen te doen, de top te bereiken eens te meer om er te blijven voor een lange tijd, uitkijkend én over de wereld én over het leven dat voorbij was geschoven; een dik boek volgeschreven, nu, zonder pen of inkt. Herinneringen lijk schuivende wolken die zich oplossen in de luchten van weleer.

    We droomden dat we pas de dertig overschreden hadden, de wereld open als een vangnet voor ons uit.

     

    [1] Ernst Jünger: Auf den Marmorklippen, Ullstein-Buch nr 2947, 1990. [2] Génépi, een plantje op grote hoogte in de bergen, ver voorbij de bomengrens, heerlijk sterk ruikend, een godsgeschenk, en vrienden weten waarom.

    06-05-2018, 10:04 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    05-05-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat we dromen durven

     

     

    Hij dacht: ik houd dit niet vol tot het einde van mijn dagen, er komt een dag dat ik zal stil vallen, dat de kraan wordt dicht gedraaid, en dan wat?

     

    Als ik overzie wat er dit jaar geschreven werd – hij zoekt al dagen naar de woorden die hij wil laten lezen op zijn uitvaart – dan vind ik er heel wat zinnen in die wijzen op mijn geloof in de eeuwigheid, eigenlijk niet mijn geloof in mijn voortbestaan als Carolus Ludovicus - mijn naam als gedoopte - maar als een, bol garen die alles bevatten zou wat en wie ik geweest ben; al is het niet veel, al deed ik geen opmerkelijke dingen, maar een bol met wat ik dacht, en vooral dan, mijn ingesteldheid op het leven na de dood.

     

    Ik tracht me er een idee over te vormen, maar ik geraak niet ver. Alleen is er de onwankelbare zekerheid dat er iets is, dat wat ik gedacht heb - en wat ik dacht heb ik geschreven dag aan dag -  de essentie ervan als een bol, een wolk elektronen, bewaard zal blijven als zijnde een eigenheid zonder naam. Vergis ik me dan toch, wat kan, dan wil ik daar niet aan denken, ik wil sluiten met de gedachte: dit is niet het einde, dit is een nieuw beginnen.

     

    En het is geen zelfbegoocheling, het is een geloof, even sterk als mijn geloof dat wat ik zie, niet de realiteit is, dat – en het feit dat ik schrijf is er het bewijs van - het wel mijn lichaam is, mijn handen die schrijven, maar er achter zit een geest die dicteert wat moet geschreven en het is naar die geest dat mijn eeuwigheid verwijst.

     

    Zo, denkt hij, dit alles hoeft niet herhaald te worden, dit hoeft niet gezegd, dit is iets dat IS, of ik het zeg of schrijf, het wijzigt niets aan een toestand van Zijn, dus wat moet ik dan schrijven als het laatste dat over mij moet geweten, als ik me elke dag heb bloot gegeven.

    Maar hij weet dat dit van hem verwacht wordt en, hij is er dus nog niet klaar mee. Hij mag er ook niet te lang meer mee wachten, het is noodzakelijk dat het vlug gebeurt, zelfs al zijn er nog geen tekenen dat het vlug gebeuren moet, het mag om deze reden geen uitstel zijn, het kan zich voordoen in het midden van de nacht. Beter is dus er komaf mee maken en niet in te gaan op het lichaam, de schrijver, onwillig om de geest te volgen.

     

    Het zijn inderdaad, hij is er zich van bewust, vreemde zaken die hij schrijft. Hij dacht aan wat hij gisteren aan de vijver schreef, in de zon gezeten en ook gedompeld in het geruis van de wind in de hoge populieren: de wind die van het leven was, de zon die van het licht, die van de geest was, het licht dat hem schrijven deed.

     

    Hij zat er maar. Hij zat er maar, maar hij was in de bergen. Hij had de Col de Torrent verlaten en hij was op weg naar de top van de Sasseneire. Hij volgde het pad dat eeuwen terug gebaand was door de velen die hem hier zijn voorafgegaan op hun weg naar het verroeste kruis op de top. Zo maar, zonder reden, alleen omdat het een top was die bereikt moest worden, om zichzelf te overtuigen het aan te kunnen.

     

    Hij was er, o zo duidelijk, op het pad van eeuwen oud – het dichtstbije dorp, Grimentz, was er al in de elfde eeuw - de kam van de berg  volgend. Hij was er alleen met zich zelf, met zijn lichaam dat zuchtte en kreunde, dat hijgde naar adem, dat zich neerzetten wou, al was het maar heel even, maar zijn wil, de kracht van de geest in hem zette door, zoals het uiteindelijk altijd is geweest, ook nu. Hij kwam er, hij legde zijn hand op het met mos begroeide ijzer van het kruis. Hij dacht nog, na mij, zal de berg even eenzaam zijn, alleen met het gekrijs van de chouca’s en de zucht van de wind erover, met het licht van de dag en de sterren van de nacht erover.

     

    Hij ver weg nu, zittend op een terras aan de glinstervijver, met de pen in de hand, dromend dat hij in de bergen was, op meer dan 3000 m hoogte, aan de voet van een voortdurend, door weer en wind bezochte kruis.

     

    Misschien ware het dit dat hij optekenen wou om het te laten lezen als zijn lichaam er geborgen liggen zal.

     

    PS. Om het gebied te situeren: Vertrekkende van uit Grimentz, (Valais-Val d’Anniviers),  bereikt men, liefst met de wagen/de Post, de Barrage de Moiry. Van hier uit over de alpage een gestage klim naar de Col de Torrent 2900 m. Van daar uit, naar rechts de bergkam volgen naar de Sasseneire, 3.258 m, met een passage waar meer voorzichtigheid is geboden. Liefst verwittigen als je zinnens bent deze tocht te ondernemen. Ik kan me vergissen wat het kruis op de top betreft, maar ik meen dat het een ijzeren kruis was.

     

    05-05-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    04-05-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Verzen van de poëet

     

    Ik volg de dagen op de voet. Ik zie hoe ze schuiven van 1 tot 30/31, hoeveel tijd er wel is tussen elk getal en hoe strak het verloop ervan wordt geregeld. Ik doe best van dit stramien niet af te wijken, wil ik voor geen verrassingen staan; ik doe best te zorgen dat mijn voormiddag voorbehouden blijft voor mijn blogs en voor weinig anders.

    Na al die tijd is het een vorm van leven geworden, wat echter niet belet, en wellicht weet je dit al, dat wat ik schrijf als blog, een doorlopend aftasten is van woorden en gedachten. Het is geen vooruitzien meer naar welk gebeuren ook, het is naar mijn blog toe dat alles gericht is. Het is zelfs een gerichtheid geworden, strenger dan deze die ik, beroepshalve, voorheen heb gekend.

    Ik stuurde aan een vriend die me op 1 mei een bosje meiklokjes had gemaild, een gedicht van een arme Chinese poëet, vertaald in het Engels[1]:

    Reading in the heat of noon / I grow sleepy, put my head / on my arms and fall asleep. / I forget to close the window / and the warm air blows in / and covers my body with petals.

    Hoe dikwijls niet voel ik me als deze poëet, terug getrokken in de kamer met het venster open, wachtende op de woorden die me bedekken zouden lijk de bloesems van de kerselaar.

    Is het niet zo telkens ik neer zit, wacht ik niet op de woorden die me voor eens en altijd onsterfelijk zouden maken, zoals de woorden van deze Yuan Mei uit de XVIIIe eeuw; zoals de klanken van die Poolse componist, Frédérick Chopin?

    Ik leef nog om te schrijven, ik leef nog om gezelschap te zijn voor iemand die me dierbaar is. Ik ga nog niet weg, maar ik wens ook niet te blijven tot een einde dat te ondraaglijk worden zou – ik denk aan Hugo Claus, ik denk aan vele anderen, een Guy, een Jean-Pierre, vrienden die ik heb weten gaan –  ik hen volgen zou.

    Er is, na enkele donkere dagen, het licht terug van de lente. De kerselaars dragen hun vruchten al, de appelaar houdt nog zijn bloemen, ook de kweepeer staat nog in volle bloei; wat of wie kan me deren als ik dit alles overschouw en ik dit schrijven kan alsof ik in plaats van te vergrijzen, als dit nog zou kunnen, en te verrimpelen, wat nog altijd kan, dit geen impact heeft op de kracht die mijn geest is?

    Eens te meer heb ik volbracht wat van mij wordt verwacht. Een Chinese poëet, een broeder in de geest, heeft me hierbij geholpen. Hij zal het wel geweten hebben dat zijn woorden de tijd zouden overschaduwen; hij zal het wel geweten hebben dat wat hij schreef een echo dragen zou die over de daken en de landerijen, over de valleien en de bergen, over de zeeën en de oceanen nazinderen zouden. En wist hij het niet, hij hoopte het in alle stilte, in de stilte van het zijn, het hoofd op de armen, ingeslapen op zijn boek, de wind, de warme wind, zijn haren strelend.

    Hij droomde bedekt te worden door de bloesems van de kerselaars in bloei, hij droomde aldus in te slapen en niet meer wakker te worden, terwijl een lichte hand, een wolkenhand zijn verzen schreef.

    Hij gelukkig was.

     

    [1] Kenneth Rexroth: Love and the turning Year – one hundred and more poems from the Chinese – New Directions publishing Corporation, New York, 1970, p. 114.

    04-05-2018, 06:27 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    03-05-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vreemde zaken zijn het.

     

    Vreemde zaken zijn het die ik schrijf als ik ze herlees, maar ik houd ze, ze zijn tekenend voor het werk dat ik me heb opgelegd, ikzelf of iemand in mij, en deze moet er maar content mee zijn.

    Zo vanmorgen luisterde ik naar een sonate laag gehouden pianoklanken, een gans bos ervan en zocht ik naar woorden voor de donkere gevoelens van de componist, van wie ik de naam wel raadde maar er niet zeker van was en het ook niet heb opgezocht achteraf, het niet nodig was te weten wie hij was nu ik wist hoe hij er was.

    Ik luisterde lang, ik zocht naar even donkere woorden als de donkerte van de klanken die de componist had gehoord. Ik luisterde ook – zo vroeg in de morgen was het – naar de gezangen van de merel en de meesjes in de tuin, van de mussen misschien, van de wind in de ceder misschien, van de stilte in mij misschien.

    Ik alles hoorde, ik alles noteren wou, omdat, vond ik, dankzij de doffe aangehouden klanken vastgezet in de sonate, ik me goed voelde: een mixture van wat de componist in zijn eenzaamheid moet gevoeld hebben en bij mij een aanzet om er niet op in te  gaan, om hem niet te volgen op zijn wandeling langs donkere waters met de lichtende bol van de maan op het laken van wat voor hem, het begin was van een nieuwe nacht, voor mij het begin van een nieuwe dag.

    Ik hem niet volgen wou, ik mijn eigen weg wou gaan om meer vogel te zijn dan pianoklank, meer lichtheid dan donkerte.

    Ik ademde, ik leefde. De woorden braken uit hun bolster en de dag begon, losweg: het bloed dat stromen ging, het oude hart, dacht ik, dat zich wentelde op het ritme van altijd. Ik houd nog altijd iets dat verrassing is, dacht ik, iets waar ik me aan vastklampen kan, al is het maar het ogenblik van het schrijven, iets dat een begin, een ver begin van vreugde is, maar het volstaat, meer is er niet nodig: een schijn ervan volstaat. Ik ben niet de componist van de zwaarte vandaag - toch deze morgen niet - en nu ik dit geschreven heb ook niet deze van de avond noch deze van de nacht.

    Ik sta, wat dat betreft, stevig in mijn schoenen: mijn woorden een ruiker bloemen in een blauwe vaas van Delft, op een oude eiken tafel in een woning met een breed open haard, waarin het vuur nog smeulend is en de geur er hangt van eikenhout en van de dood, zoals Salvatore Quasimodo het schreef als hij het had over zijn ‘Antico inverno’, een gedicht dat ik eens overschreef op een late tekening van mij, die ergens is terecht gekomen, ik weet niet meer waar.

    Woorden als een ruiker in een woonkamer die wacht om bewoond te worden, getint met stemmen van kinderen die  spelen op een schapenvacht op de grond voor de haard.

    Of, alles samen nu, hoe ik mijn woorden ingekaderd wou zien.

    Omdat het een vreemde dag is, bezield door de donkere effen klanken van een componist die ik nu ken maar wiens naam geen nood meer heeft vernoemd te worden, hij is de klank van de piano en ik draag hem in mijn hart.

    Wat ik weet van hem, zo las ik eens, dat zijn piano door Russische soldaten uit het venster op de straat werd gegooid. De stukken liggen er wellicht nog, want zo iets haal je niet weg.

    03-05-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    02-05-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gedachtenerfgoed.

     

    Ik noem dit geen toeval, het zou een ontheiliging zijn, want als ik deze morgen - vele zaken gebeuren in de morgen - het boek, ‘Zo vrij is de mens: Max Wildiers, kerngedachten uit zijn werk’[1], meeneem naar beneden, dan heet dit voor mij, als ik het opensla op een met potlood onderlijnde tekst die ik lees, een vingerwijziging, komende van een vriend uit hogere sferen - hij was een fervente Bodifée liefhebber - opdat ik deze zinnen zou herlezen:

    ‘Misschien staan de middeleeuwse mysticus en de moderne natuuronderzoeker dichter bij elkaar dan we vandaag kunnen vermoeden.’

    En wat verder op een andere plaats:

    ‘Toen de cultuurvormen van de klassieke oudheid ten tijde van de Renaissance in het Westen tot nieuw leven werden gebracht, voelde men de behoefte om een synthese te verwezenlijken tussen het christendom en de idealen van het humanisme. Uit dit streven ontstond  het literaire werk van Erasmus, de kunst van Rubens en de theologie van Sint-Franciscus van Sales. Alleen door de resultaten der natuurwetenschappen in een soortgelijke synthese op te nemen, zal ons moderne wereldbeeld de wijding ontvangen die het nodig heeft.’ 

    De Verlichting die gegroeid is uit de middeleeuwen, is geen einddoel, we moeten  nu een grote stap, traag maar zeker verder, en de Verlichting gebruiken om verder te kijken, de Kosmos in, die deze wijding, waar Wildiers het over heeft, inhoudt.

    Het is precies, maar anders geformuleerd deze idee waarmede ik, overmoedig als ik altijd ben - ik beken het - mijn blog gisteren heb afgesloten: namelijk dat het nodig is, willen we niet totaal verblind worden door het technische aspect, ook oog moeten hebben voor het ondergrondse, het kosmische karakter waarop de techniek, en dan vooral de elektronica, zich stoelt.

    Deze instelling, die een verdieping betekent, is even geldig en even noodzakelijk, voor het creatieve werk dat kunst wordt genoemd.

    Ik verkondig dit als een waarheid – je aanvaardt het of je verwerpt het – namelijk dat we voortdurend, beïnvloed worden door wat als gedachtenerfgoed, of het nu geschreven staat of niet, voorhanden is in de golfbewegingen van de geest die aanwezig zijn omheen ons. Ze zijn er, ze bestoken ons, maar we zijn niet altijd beschikbaar, niet altijd ontvankelijk, vooral niet als we met aardse zaken in een knoop liggen en er niet de minste opening is.

    Daarom is ons schrijven ons denken, omdat we ons afzonderen uit de wereld in een zo sober mogelijke cel van een cisterciënzersabdij, deze van Bernardus. En ons denken - anders zou het geen denken zijn – houdt verband met de wijze waarop we hier zijn en waarom we hier zijn, telkens met een blik op het komende. Het is het draagvlak van ons leven als homo sapiens.

    Zo kom ik altijd terecht waar ik komen moet. Het is ook, en je weet het, omdat ik anders niets te vertellen heb, omdat ik het nieuws van elke dag over mij laat gaan. Ik er geen boodschap meer aan heb. Ik leef, zo intens mogelijk, het leven dat me, op mijn leeftijd, nog rest.

    Ik beleef het dubbel als ik erover schrijf.

     

    [1] Gerard Bodifée: ‘Zo vrij is de mens, Max Wildiers, Kerngedachten uit zijn werk’, Uitgeverij Pelckmans, 1996. Pag. 40 en 47/48.

    02-05-2018, 06:54 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    01-05-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Drone en appelbloesem

     

     

    Zo ver ben ik gekomen: mei binnen.

     

    De klokken gehoord alsof het Pasen was, alsof ik jong en weer verliefd, de uren afliep, de kralen van een paternoster in de hand om mijn zaligheid te verdienen. Ik die nodig heb, de kralen en de zaligheid, niet wetende hoe ik er voor sta, gekroond of ongekroond?

     

    Ik niet weet of het zonde was wat ik schreef of helemaal niet. In feite heel weinig weet na de vele jaren dat ik hier verbleef onder de mensen van mijn soort. Maar het uitzoeken doe ik niet, het is te laat ervoor en kom ik met blote handen aan, hetzij dan zo, het is maar dat het zo zijn zou en niet anders.

     

    Mijn wijsheid is er op afgestemd, ik hoor er niet verder over uit te weiden, ik kwam en ik zag en wat ik zag was niets meer dan wat ik gekregen had te zien en, eventueel te horen. En hoe ik het begreep was hoe ik het begrijpen moest. Niets nieuws is er onder de zon.

     

    En dan deze eerste dag van mei, de appelbloesems, ondanks wind en regen, nog gaaf gehouden. Ik een klein doek eruit dat ik knip, een kader er omheen gemaakt, dat ik meedragen wil in deze die mijn uren zijn. Ik kijk er naar, het een werk is van de meesteres de Natuur. Ik streel de bloesems met de ogen, ogen van stille verwondering die verbazing is – dit zal al geen zonde zijn – het onbegrepene dat van het ontzaglijke is, zo onontvankelijk dat we er aan voorbij gaan; wat dan wel een zonde is: het niet zien ervan.

     

    Je krijgt er niet genoeg van, je zult er nimmer genoeg van krijgen hoe in de glanzende schors van takken, uitgroeiingen ontstaan die botten worden, en er dieper in geborgen, plots, want zo gaat het, er een bloem te voorschijn komt, de perfectie van het simpelweg bloem zijn, met stampers en meeldraden; nog ingewikkelder, want van het leven zijnde en van de dood, dan de drone, een vogel in de hand, die deze middag opgelaten werd en over de vijver wandelde de luchten in tot ver voorbij  de bomen.

     

    Het gekroonde werk van de mens, naast het gekroonde werk van de Natuur: beide de vrucht van de Kosmos. Het ene, de drone, via het menselijke brein tot ons gekomen, omdat hij, de mens, aan het kosmische gesleuteld heeft; het andere, de appelbloesem, rechtstreeks uit het genie dat van de Kosmos is, tot ons gekomen, omdat het lente is.

     

    We hebben er weinig andere woorden voor, maar er even toch bij stil gestaan, en in beide gevallen, verbazing die ons overweldigt, ons deel zijnde.

    Waar stopt de mens, tot hoever zal het hem lukken door te dringen tot de essentie die van de Natuur is, de essentie die van het Zijnde is, die van het Woord is.

     

    We kunnen enkel gissen. Maar dat we op weg zijn is een feit en wie op weg is komt ergens aan. Dat ergens kennen we nog niet, en zo lang we het nog niet kennen, blijven we verder gaan want we weten dat er een ergens  is.

    Even maar hierover uitgeweid, opdat ons wereldbeeld, ont-aards zou worden en ons voeren zou naar het beeld dat kosmisch is, het beeld dat van het Woord is, dat van Tao is.

     

    Het beeld dat broodnodig is voor de mens van het derde millennium.

    01-05-2018, 16:39 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Appelbloesem vs. drone

     

     

    Zo ver ben ik gekomen: ik, vandaag, mei binnen.

     

    De klokken gehoord alsof het Pasen was, alsof ik jong en weer verliefd, de uren afliep, de kralen van een paternoster in de hand om mijn zaligheid te verdienen. Ik die nodig heb, de kralen en de zaligheid, niet wetende hoe ik er voor sta, gekroond of ongekroond?

     

    Ik niet weet of het zonde was wat ik schreef of helemaal niet. In feite heel weinig weet na de vele jaren dat ik hier verbleef onder de mensen van mijn soort. Maar het uitzoeken doe ik niet, het is te laat ervoor en kom ik met blote handen aan, hetzij dan zo, het is maar dat het zo zijn zou en niet anders.

     

    Mijn wijsheid is er op afgestemd, ik hoor er niet verder over uit te weiden, ik kwam en ik zag en wat ik zag was niets meer dan wat ik gekregen had te zien en, eventueel te horen. En hoe ik het begreep was hoe ik het begrijpen moest. Niets nieuws is er onder de zon.

     

    En dan deze eerste dag van mei, de appelbloesems, ondanks wind en regen, nog gaaf gehouden. Ik een klein doek met een kader er omheen, heb gemaakt, dat ik meedragen wil in deze die mijn uren zijn. Ik kijk er naar, het een werk is van de meesteres de Natuur. Ik streel de bloesems met de ogen, ogen van stille verwondering die verbazing is – dit zal al geen zonde zijn – het onbegrepene dat van het ontzaglijke is, zo onontvankelijk dat we er aan voorbij gaan; wat dan wel een zonde is: het niet zien ervan.

     

    Je krijgt er niet genoeg van, je zult er nimmer genoeg van krijgen hoe in de glanzende schors van takken, uitgroeiingen ontstaan die botten worden, en er dieper in geborgen, plots, want zo gaat het, er een bloem te voorschijn komt; de perfectie van het simpelweg bloem zijn, met stampers en meeldraden. Ingewikkelder nog, want van het leven zijnde en van de dood, dan de drone, een vogel in de hand, die deze middag uitgelaten werd en over de vijver wandelde de luchten in tot ver voorbij  de bomen.

     

    Het gekroonde werk van de mens, naast het gekroonde werk van de Natuur: beide de vrucht van de Kosmos. Het ene, de drone, via het menselijke brein tot ons gekomen, omdat hij, de mens, aan het kosmische gesleuteld heeft; het andere, de appelbloesem, rechtstreeks uit het genie dat van de Kosmos is, tot ons gekomen, omdat het lente is.

     

    We hebben er weinig andere woorden voor, maar er even toch bij stil gestaan, en in beide gevallen, verbazing die ons overweldigt, ons deel zijnde.

     

    Waar stopt de mens, tot hoever zal het hem lukken door te dringen tot de essentie die van de Natuur is; de essentie die van het Zijnde is, die van het Woord is.

    We kunnen enkel gissen. Maar dat we op weg zijn is een feit en wie op weg is komt ergens aan. Dat ergens kennen we nog niet, en zo lang we het nog niet kennen, blijven we verder gaan want we weten dat er een ergens  is.

     

    Even maar hierover uitgeweid, opdat ons wereldbeeld, ont-aards zou worden en ons voeren zou naar het beeld dat kosmisch is, het beeld dat van het Woord is, dat van Tao is.

     

    Het beeld dat broodnodig is voor de mens van het derde millennium.

     

    01-05-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    30-04-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De tijd die mijn vriend is.

     

     

    Een nieuw maandeinde, zo lang het geen jaareinde is, is het nog draaglijk, maar toch, ‘Mei’ die komt heeft een klank die naar de zomer neigt, en, de zomer naar de herfst. Het is duidelijk hoe de dagen schuiven, hoe we bewegen; en hoe bewust we er ook van zijn, we ontsnappen er niet aan, de tijd is meester over ons en zal het blijven. We kunnen hem enkel meten en meedragen waar we gaan.

     

    Is hij een vriend, brengt hij me waar ik verwacht dat hij me brengen zal, of moet ik hem blijvend uitdagen opdat ik niet vergeten zou dat hij mijn meester is?

     

    Om maar te zeggen dat ik hem houd als vriend en compagnon, als iemand die me brengen zal op de plaats en in de omstandigheden waar ik hoor te zijn om te schrijven wat ik schrijf. En, ik dank hem hiervoor, omdat ik dagelijks ondervind hoe hij me helpen wil keer op keer, vooral dan als ik niets heb om mede te delen. Hij helpt me zelfs om te zeggen wat ik een fractie van een ogenblik er voor, zelfs nog niet wist dat het kon gezegd worden of, dat het in hem, als tijd, ergens aanwezig was om ooit geplukt te worden: een appel op een boom in laat oktober.

     

    Ik pluk dus mijn woorden, ogenblik na ogenblik  uit de tijd. Ik pluk ze zoals ik een appel pluk. De tijd die mijn vriend is, hij was het en hij zal het blijven, mijn lijfspreuk, veel beter dan de tijd die vliegt en wel gebruikt moet worden.

     

    Neen, als vriend weet ik dat hij er is en, als vriend wil hij me geen kwaad, hij wil me rust en peis, en brengt me zaken aan die  nuttig zijn en eventueel als mooi gezegd overkomen. Ik zeg het maar, ik schreeuw het niet uit, het zal geen wereldnieuws zijn, enkel geweten door een paar lezers die het geduld zullen hebben te lezen wat ik schrijf. Speels en uitgelaten wat niet zo dikwijls gebeurt met mij.

     

    Maar vandaag, op deze laatste dag van april, weer een maand die ik meester bleef, gebeurt het - al dacht ik er helemaal niet aan voor ik begon – dat ik verder ben blijven schrijven na mijn laatste zin van gisteren: ‘Voor ik hier weg zal gaan’.

     

    Mijn laatste zin die een dubbele betekenis had: weg gaan van de vijver waar ik zat en, weg gaan, het nieuwe leven in, zoals het wellicht, de lezer me kennende, zal worden geïnterpreteerd.

     

    Waarmede ik toen bedoelde, heel eenvoudig, weg gaan van de vijver. Maar, om eerlijk te zijn, en dat ben ik altijd, ik toen niet dacht aan weg te gaan uit het leven, zelfs al sta ik wel altijd, zoals Cervantes het schreef, met een voet in de stijgbeugel.

     

    Zo  ben ik nu, in een ruk, en zo vlug schreef ik nog nooit mijn blog, in de verlenging van de vorige verder gegaan, omdat de tijd – die mijn vriend is - zo welwillend was me te inspireren. Ik hem dankbaar ben, hij mijn zekerheid is aan te komen.

    30-04-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    29-04-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Als ik weg zal gaan.

     

    Na een lange tocht in de contreien van de geest, terug op aarde. Of ik me nog herken na al wat ik schreef en al wat ik nog in mij draag om te schrijven? Om eerlijk te zijn, ik heb er moeite mee. Ik zit aan de vijver en het is lente, ook in mij. De wind jaagt in de bomen en bloesems van de wilde kerselaar dwarrelen over mij, weg over de wereld. Ik weet zijn vruchten zwellen al, ik weet hoe, in zijn verste worteling de sappen bruisen en zijn gaan stijgen, en hoe het grote, zinderende leven zich toont aan ons, aan mij, die hier verlaten zit, vergroeid met al wat is en hier wortel schieten wou om nimmer nog hier weg te gaan: er te zijn zoals de bomen er zijn, het riet, de grassen, de netels en de bramen, de eeuwigheid. En ik toeziende hoe het leven woekert, en ik weet het, tot diep in mij.

    Er is weinig nog dat moet. Wat ik ook nog toevoeg aan wat er al staat, het zal niet nieuw zijn, het zal een herhaling zijn van wat er al is, ik heb het beste van mezelf in woorden al opgestapeld. Ik kan er wel een laag uit terugnemen, traag, maar gestaag herlezen en herdenken en er nog aan toevoegen wat er misschien nog niet stond, maar ik kan ook, niet verder gaan en me stollen in wat er geschreven staat; ik kan zoals de lente - mijn lente – kijken wat er voort zal komen uit deze stolling van gedachten naar de zomer toe, en verder naar de herfst toe.

    Hoewel er geen zekerheid is – enkel deze van de lente is er – of, wat is verder zal gaan, gekruid zal worden met engelenwortel en wilde selder, met marjolein en bovenal met thymus in de zon in bloei.

    Waar zit ik hier dan, waarom niet aan de hand van grootmoeder in die holle weg naar het kapelletje in de velden, de bermen vol met vreemde geuren die er nu niet meer zijn, deze van de wilde thymus met bijen en vlinders, massa’s, en vliegen en kevers. Waar ben je beelden uit mijn jeugd en ik die hier maar zit te kijken hoe het is om me heen, met in mijn ooghoeken de glinster van het sprankellicht op het bed dat van het water is.

    Ik zoveel kan denken, waar ik beweegloos zit. Ik me verplaatsen kan, een boogscheut verder, in de woning waar ik zat rechtover de vriend die ging, in de veranda, toen het laatst, winter was en het licht verschralen ging in de namiddag. Denk ik dat hij wacht op mij, ergens, ergens waar niets anders dan een ergens is; gedoken hij, trouw als vriend, wachtende, zoals de vader aan de hemelpoort die wachtte op zijn zoons om binnen te gaan.

    Dit is van deze middag dat ik hier ben, hoog en boven alles uit; waar ik me teken, waar ik me schilder, me beeldhouw. Hoe het er aan toe gaat binnen in mij, en te verzwijgen, al hangt het wel in mijn hoofd, wat ik nog te doen heb, een allerlaatste stap die ik nog te zetten heb, de voet reeds opgeheven - in de stijgbeugel, zegde Cervantes - en ik nog wacht, even nog, om hem neer te zetten. Of, wat is er van het afscheid nemen en daarna, de plaats hier, waar ik zit, leeg van mij.

    Misschien, je weet maar nooit, blijven de gedachten nog die ik hier vandaag, als fluisterwolken achterlaten wil, voor ik weg zal gaan. 

     

    29-04-2018, 07:09 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    28-04-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het Woord dat Tao is

     

    Kon ik maar, dacht ik deze morgen – het licht als staal opgeblonken - kon ik maar mijn geschriften opbouwen zoals Johan Sebastian zijn suites? Het zouden hoogdagen zijn. Ik hoop  dit voor elke dag als ik er aan begin, maar het hoeft ook niet, want wat indien het zo was, hoe zou ik me ooit nog overtreffen kunnen en het is precies op het zich overtreffen dat het aankomt.

    Vanmorgen ook dacht ik aan Lao Tseu. Ik zag hem  als de poëet die onder de bloeiende kerselaars, op zijn boek in slaap was gevallen en toen hij wakker werd, bedekt met bloesems, hij herlas wat hij geschreven had:

    ‘There was something undifferentiated and yet complete, which existed before Heaven and Earth. / Soundless and formless, it depends upon nothing external, operating in circular motion ceaselessly. / It may be considered the root (Mother) of all beings under heaven. / I don’t know its name, / And call it Tao.’[1]

    En ik toen dacht dat Tao het begin van alles was, zoals het geschreven staat bij Johannes: ‘In den beginne was het Woord[2]’, een zin die alles overtreft wat er ooit geschreven werd en al wat nog geschreven zal worden.

    En de Evangelist gaat verder in 2: ‘The same was in the beginning with God’, wat me over komt alsof er naast God, het Woord was (als tweede persoon van de Heilige Drievuldigheid).

    Maar, ik houd me bij wat hij verder zegt in 3: ‘And the Word was God’, dat overeenstemt met wat Lao Tseu ons leert over Tao, al zegt deze zeker niet dat het God was. Maar Tao of het Woord of God het doet er niet toe, allen waren ze het Begin en er kan maar één Begin geweest zijn.

    En wat de Drievuldigheid betreft, zie ik enkel het Universum, bestaande uit het zichtbare, het lichaam ervan, en uit het onzichtbare, de Geest ervan. En wij, de mens, als zoon/dochter van het zichtbare als van het onzichtbare.

    Er was in den beginne ook geen Chaos. De ‘tohu wa bohu, van Genesis, leert ons Fabre d’Olivet in zijn ‘La Langue Hébraïque restituée’, was een ‘potentieel zijn’ en het woord, het eerste woord van de Bijbel ‘Bereshit’, vertaalt hij niet door ‘in den beginne (schiep God), maar door een ‘aanwezig zijn in potentie’.

    Het begin van alles is aldus niet - nog altijd hoe de Hebreeuwse tekst gelezen moet volgens Fabre d’Olivet - het zichtbare dat geleidelijk ontstaat, maar, het onzichtbare van het nadenken of het plannen en dit gedurende zes dagen. Om pas de zevende dag uit te voeren wat gepland was. Een metafysische subtiliteit die ik graag vermeld, ook omdat het van Fabre komt.

    Ik was, zo zie ik het nu na wat ik de laatste dagen schreef, verkeerd, in GENESIS I, het Woord te vervangen door het Zijnde. Heel wijs was dit niet. Ik zal er dan ook, later, wanneer weet ik nog niet, op terug komen.

     

    [1] ‘The Book of Lao Tzi’, Foreign Language Press, Beijing, 1993, Chapter 25

    [2] Johannes schreef: 1. In the beginning was the Word, and the Word was with God, and the Word was God. 2. The same was in the beginning with God. 3. All things were made by him; and without him was not any thing made that was made. 

    28-04-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    27-04-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GENESIS V

     

    Gelezen dan van Lao Tseu.

    Van hem gehoord,

    er iets Onbepaalds bestond

    in den beginne dat, van al

    wat komen zou de moeder was.

     

    Tao wist hij het te noemen.

     

    En wij denken gingen, ongestoord en onvervaard

    dat het Onbepaalde even goed

    het Woord kon zijn.

    En in alle rust we zeggen konden

    dat in den beginne  Tao was,

    orde  die geen chaos was, geen tohu wa bohu

    maar in potentie Universum was.

     

    Maar een schepping was er niet

    en ook niet nodig.

     

    Zoals het water borrelt uit de bron

    en beken vormt en beken stromen worden,

    zo borrelt uit het Woord

    wat in potentie reeds er is.

     

    En dit is precies, zegt Fabre d’Olivet

    wat ‘Bereshit’ betekent,

    het eerste woord dat in de Bijbel staat:

    het aanwezig in potentie zijn.

     

    De kracht van die potentie,

    zo bezeten en zo hevig was

    dat, miljarden jaren later het nog te horen is,

    zo wordt momenteel het toch gezegd.

     

    En wij het verder horen zullen

    tot in onze genen, waar het zich stapelen zal.

    27-04-2018, 06:41 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    26-04-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bezinning, Bezinking

     

    Ik ontwaakte met Jean-Philippe Rameau: het beste dat ik hoorde van hem[1][. Hij doet me een ogenblik denken aan Bach.  Een ogenblik zelfs droomde ik weg; droomde ik de muziek voor mijn uitvaart, maar er is zo veel dat hiervoor kan gebruikt worden, dacht ik.

    Maar dan – hoe gedachten schuiven kunnen - kwam ‘de onbehouwen steen’, kwam de Almendres . Ik weet nu dat het verhaal ervan wel degelijk driemaal voorkomt in de Bijbel, niet alleen in Exodus 20, 25 maar ook in Deuteronomium 27, 5, en in Joshua 8, 31. Ik vond dit terug in mijn Portugal-reisverslag van 1997, toen ik me vragen stelde bij ‘o Olmeneque dos Almendres’: het veld van 92 (het cijfer stond  vermeld op een bord), dolmen, opgesteld in twee bijna-cirkels. Mijn geheugen had me dus niet in de steek gelaten.

    Het veld  is gelegen dicht bij Evora in de Alentejo regio, op de hellingen van de ‘Monte dos Almendres en gekend als ‘cromelegue dos Almendres’. Het is een van de belangrijkste Megalithische plaatsen van het Iberisch schiereiland, de ouderdom ervan wordt geraamd  op 3000, sommige delen zelfs van 6000 jaar voor Chr.

    Wat de Bijbel betreft en dan Deuteronomium 27, 5, luidt de tekst: ‘And there shalt thou build an altar to the Lord thy God of whole stones: thou shalt not lift any iron tool upon them.

    Deze van Joshua 8, 31 is een verwijzing naar: ‘as it is written in the book of the law of Mozes, an altar of whole stones over which no man hath lift up any iron.

    En dan iets totaal anders. Ik heb me, naarmate mijn tekst vorderde, heel de tijd ongemakkelijk gevoeld omwille van het Evangelie van Johannes, waarin ik die prachtige eerste zin: ‘in den beginne was het Woord’ heb verwaarloosd, en 'Woord' om een of andere eigenzinnige reden heb vervangen door het Zijnde. Het Woord nochtans poëtischer zijnde en in deze zin  ruimer van inhoud en visie.

    Ik heb getracht hieraan tegemoet te komen door in Genesis IV de zin van Johannes aan te halen, echter onvoldoende krachtig omdat ik geen afbreuk meer kon doen aan wat ik in het begin had gezegd. Ik heb getracht het op te lossen zoals ik het gedaan heb, maar ik denk nu dat ik ongelijk heb gehad te beginnen met het 'Zijnde' en niet met het 'Woord'.

    En wel omdat het Woord ook de Tao was die er ook was om er te zijn van in den beginne en de moeder was van waar uit alles is ontstaan.

    Het is me dus duidelijk dat Johannes, of de schrijven van het evangelie naar Johannes genoemd, ook geïnspireerd

    GENESIS was door de idee van Lao Tseu, een idee die strookt met wat ik heb willen besluiten over wat er moet geweest zijn in de beginne, namelijk een soort van wil om te doen ontstaan wat is ontstaan en zoals het is ontstaan en een vervolg heeft gekend zoals het vervolg is geweest. Een ander kon niet.

    Ook, ik vergiste me, naarmate ik vorder verdwijnt de drang om verder te gaan. Ik voelde me heel goed toen ik van de ene blog naar de andere ging, maar dit gevoel heeft zich opgelost, ik ben in een labyrint terecht gekomen waar ik blijf ronddolen. Ik heb nog één GENESIS die ik er wil aan toevoegen, daarna komen de overige of komen ze nimmer, maar als ze komen dan, gebundeld van I tot IX, want ik heb het gevoel dat het geen poëzie is die ik aan het schrijven ben, maar dat ik op weg ben om een metafysisch betoog te houden en me dus aan het herhalen ben, zelfs, et j’exagère pour me faire comprendre, dat ik aan het ijlen ben. 

    [1]Jean-Philippe Rameau: ‘Les Boréades: Entrée de Polymnie.

    26-04-2018, 10:42 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    25-04-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GENESIS IV

     

    En eeuw na eeuw, en veel vlugger nu

    het  Zijnde hier, de duisternis verdrong.        

     

    Maar, geen overhaasting was vereist

    en zeker niet, zoals zo dikwijls is gebeurd,

    het zwaard gezwaaid

    en sprokkelhout met stapels,

    om Giordano Bruno  te verbranden

    en zovelen ook

    die zochten wat hen dichter bracht

    tot wat er woonde van het Zijnde diep in hen.

    ik, een moeheid soms, een onvermogen,

    uit te maken hoe ik het lezen moet.

     

    Verwenst de mens die het geduld niet kent                 

    als het Woord dat van Johannes was,

    het Zijnde, zijnde,

    oneindig lang gedreven bleef

    om van af het allerkleinste,

    tot atoom  tot cel,

    tot mens te bouwen, om aldus

    terecht te komen waar Het wonen wou.

     

    Een openbaring was het wel,

    al werd het Woord, het Zijnde, God genoemd

    en geen Heer noch Adonaï,

    omdat de ‘Zeventig’ het zo, graag vertalen

    wilden om de Grieken te behagen.

     

    Een eerste naam aldus, een aanzet

    voor de naam die ongeschreven blijven moest.

     

    Zo is thans van alle namen

    die we noemen, gekend de naam

    die ons verdeelt in plaats van te verenen.

    Zo beter hem niet uit te spreken en geen

    triomf te roepen van het zeker weten.               

     

    Hoe zijn we ertoe gekomen,

    Hij spreekt toch niet

    met woorden en ziet toch niet met ogen.

    Zijn taal is stilte tussen stiltes ingeschoven,

    zijn blik zijn verre sterrenstelsels

    die de NASA, dagelijks ons wil tonen.

     

    Hij al wat is, ook kan bewonen.

     

    Kom denken we de wereld is ons vreemd,

    de toegankelijkheid van spiegelwaters

    is zo broos, de biezen staan er rank,

    de torren en de wieren, het eendenkroos,

    verzameling van clusters elektronen.

     

    Hoe goed het is te weten niet te weten

    wat Hij ons verborgen houdt.

    Maar geef geen naam

    aan goden uit de mens geboren.

    25-04-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    24-04-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GENESIS III.

     

    Het was ook de mens, 

    geïnspireerd door wat hij zag en hoorde

    de stem toen die het hem vertelde,

    in het verbazende Hebreeuws,

    hij, de Boeken van de Bijbel, schrijven ging.

     

    En wij er meer dan even toch,

    bij stil gestaan want, bij Pessoa gelezen

    dat je de grootte hebt

    die van je kennis is en niet van je gestalte.

     

    En ruimer dus gekeken,

    en ook ons afgevraagd,

    denkend nu aan Avebury,                         

    waarom de Bijbel-mens

    dan schrijven ging dat God van toen

    hem opdracht gaf :

    ‘Als jij me een altaar bouwt                                  

    in onbehouwen steen het moet’.

     

    Waarom dit opgetekend,

    kwam misschien het onbehouwen-zijn                           

    van wat men dacht in Avebury,

    van wat men dacht in Stonehenge ook?

     

    Maar, achteraf,

    hoe onverstandig te verklaren                                       

    in plaats van doodgezwegen,

    dat de eerste mens die Adam was

    de allereerste zonde

    binnen heeft gebracht;           

    het mag nog Paulus wezen

    die het beweerde in wat hij

    aan de Romeinen schreef.

     

    Waarom dan later nog, veel later,

    waarom dan deze zonde te behouden

    en als ‘mysterieus’ te tekenen

    in de ‘Veritatis Splendor’-encycliek?

     

    Waarom dit doorgegeven nu we weten

    dat het bij dood en leven

    Adam niet kon wezen.

    24-04-2018, 09:28 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    23-04-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. Bezinning, vervolg

     

    Van je vrienden/kennissen/lezers zal je het gedaan krijgen: een groot Bijbelkenner – ik noemde hem reeds in vorige blogs - helpt me uit de nood.  Ik was begonnen met het overlezen van ‘Genesis’, zoekend naar de zin van Jahweh, over het onbehouwen stenen altaar, maar hij citeert me klaar en duidelijk,  Exodus 20, 25, en de tekst ervan:

    ‘Maar indien je me een stenen altaar zult maken, zo zult gij dit niet maken van gehouwen steen, zo gij uw houwijzer erover verheft, zo zult gij het ontheiligen.  

    Wat ik opzoek in mijn King James’ versie, waar ik lees:

    ‘And if thou wilt make me an altar of stone, thou shalt not build it of hewn stone: for if you lift up your tool upon it, thou hast polluted it.

    Echter, ik zag het totaal verkeerd als ik schreef dat deze versregels vermeld staan in drie verschillende boeken van de Bijbel, of laat ik je zeggen dat ik misleid werd door de nota’s in de marge van de King James’ tekst.

    Ik denk evenwel dat dit een van de oudste teksten uit de Bijbel moet zijn, die wijzen op iets dat destijds – is het prehistorisch-esoterisch geladen? - gangbaar was: het sacraal karakter toegekend aan onbehouwen stenen, dolmen of menhirs. Want in 1 Koningen en 1 Kronijken wordt er over het ‘onbehouwen zijn van stenen’, niet meer gesproken, integendeel:

    In 1 Koningen 5, 17: 

    ‘And the king commanded and they brought great stones, costly stones, and hewed stones, to lay the foundation of the house’.

    Bij de bouw ervan, de tempel in Jerusalem, kwam alles klaar gemaakt op het bouwterrein want:

    6, 7: ‘So that there was neither hammer nor axe, nor any tool of iron heard in the house, while it was in building.

    En in 1 Kronijken 22.2

    And David commanded to gather together the strangers that were in the land of Israel; and he set masons to hew wrought stones to build the house of God.’

    Wie dit leest voelt onmiddellijk de enorme poëtische kracht van de Bijbel. Het is, voor mij, het Boek der boeken, onovertroffen, onevenaarbaar en dan denk ik zowel aan het Oude als aan het Nieuwe Testament.

    Ik wil dit beklemtonen, ik wil duidelijk stellen, de waarde die ik hecht aan dit boek dat ik zie als een gezel, het boek dat ik zeker meenemen zou op mijn onbewoond eiland. Ik denk zelfs dat ik er geen ander zou aan toevoegen om zeker geen spijt te hebben over de keuze van een tweede boek.

    Het is tezelfdertijd een bekentenis die ik doe omdat ik, met mijn Genesis-gedicht dat wordende is, onvermijdelijk afwijken zal van de Jahweh die erin optreedt.

    Deze blog wijst ook op de struggle die ik ken om verder te gaan zoals ik zou willen dat mijn bundel verder verloopt. Het is in feite geen gebrek aan inspiratie, eerder een gebrek aan concentratie, aan het nemen van een beslissing die definitief moet zijn.

    Dit geldt evenwel voor elke blog die ik schrijf, de inspiratie is er, maar het schrijven ervan verloopt soms heel stug.

    Soms ook word ik er voor beloond.

    23-04-2018, 06:41 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    22-04-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bezinning

     

    I can’t write a religious philosofical poem a day. Deep reflexion is necessary for both, writer and reader. So, in order to arrive where we ought to arrive, both of us, we need more time. 

    Ik was aangekomen bij de woorden van Jahweh: ‘als je me een altaar bouwt in onbehouwen steen het moet’. Ik weet dat dit opgetekend staat, in drie boeken van de Bijbel. Heb mijn King James’ Bijbel mee genomen naar de vijver, en gezeten in de schaduw, heb ik getracht de zin van Jahweh te lokaliseren. Ik ben er niet in geslaagd, nog niet. Maar ik moet verder zoeken omdat, vond ik, het een belangrijk gegeven was, dat het onbehouwen laten, herkomstig was uit een gemeenschappelijke bron en ik hier een binding zag met de talloze dolmen en menhirs over West-Europa verspreid - ook deze van Stonehenge - die onbehouwen zijn gebleven, onbehouwen wat betekende ongepollueerd door een beitel, of door mensenhanden. omdat aan de stenen - en dit is een visie van mij en van heel wat anderen - in hun natuurlijke staat, een innerlijke kracht werd toegekend.

    Ik herinner me, het was in Avebury, dat een jonge man – ik was toen ook nog jong – de stenen die er in een cirkel liggen betastte met een wichelroede en dat de roede heel duidelijk begon heen en weer te slaan.

    Ik vroeg hem of het zo was dat de stenen magnetisch geladen waren, en hij antwoordde: Didn’t you see my dowsing rod, how strongly it was moving? Kon het dat dit een algemeen verspreid beginsel was die destijds doorgedrongen was tot onze eerste kathedraalbouwers die ook, zoals Louis Charpentier[1] laat opmerken de stenen lieten trillen zoals de snaren van een piano.

    Zo, er gaan heel wat opzoekingen aan vooraf, wil je niet op de vingers getikt worden voor plagiaat,

    En dan is er nog, het weergeven van de grondgedachte in een zo beknopt mogelijke vorm, waarbij elk woord zijn betekenis heelt, telkens trachtend én het ritme te behouden, én kleur te geven aan de klank van het woord. Om deze redenen ook riskeert de bestaande tekst, bij elke lezing ervan te worden gewijzigd. Dit overkomt me regelmatig, zodat ik verplicht ben, op een gegeven moment, de tekst los te laten zoals hij er staat en hem niet meer te gaan herlezen. Wat ik uiteindelijk toch doe, zoekend naar de perfectie die, ik beken het, veelvuldig kan zijn.

    Het herlezen houdt dus telkens een gevaar in, ik weet het maar al te goed, vooral omdat het draagvlak van mijn Genesis, gedachten zijn die iets verkondigen willen en in deze toestand minder poëtisch worden opgebouwd – de poëzie zit hem in de gedachten zelf – en minder in de woordkeuze.

    Ik dacht dat dit nodig was vermeld te worden. Is het niet voor jou, als lezer, het is in elk geval geldig voor mij als schrijver. En het is dubbel nodig want ik wil me er van ontdoen, ik wil me er van bevrijden door het neerschrijven ervan.

    Creatief zijn op alle vlakken is het bewijs van ons mens zijn, vooral dan het bewijs van de geest in ons. Het bewijs dat deze niet ingeslapen is maar functioneert zoals het Universum functioneert, altijd bewegend.

    In dit opzicht ben en blijf ik een slaaf van het woord.

     

    [1] Louis Charpentier: ‘Les Mystères de la Cathédrale de Chartres’ Robert Laffont, 1966

    22-04-2018, 07:26 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    21-04-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GENESIS II

       

    In de tijd van toen,

    zo zachtjes aan, maar o zo afgemeten,

    is uit de stof van melkwegstelsels

    hij geboren die silexen tot messen sliep

    en zijn hand, gekleurd met oker,                                    

    op de grots-wand hier heeft afgezet.

     

    Hij, zoals hij zag en hoe het hoorde

    de hunker zijnde van het Zijnde

    dat zich zelf in hem wou zien

    om te weten dat het er wel was.

     

    De mens,

    een noodzaak voor het Zijnde was                                

    dat anders, in zijn eenzaamheid van zijn,                                 

    wegkwijnen zou, in overbodigheid.

     

    En hij,

    hoe onderlegd hij Stonehenge bouwde,

    niet alleen bewogen

    door van zon en sterren het bewegen,

    maar het meest nog door de geheime

    krachten die onzichtbaar,

    te ontdekken waren als verhalen.                

     

    Hoe hij, in zijn eigenzinnigheid,

    in de Almendres

    waar olijven rijpen en de kurkeik groeit,

    menhirs heeft opgericht.

    En wij er waren, de nagalm nog gehoord

    van psalmen en gebeden, zo stil het was.

     

    Hoe zullen we hen begrijpen ooit,

    en weten wat zij ons vertellen wilden.

    Zo wij gedacht:

    in hen ontstaan,

    dat dit een allereerste revelatie

    hier op aarde was.               

    21-04-2018, 07:03 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    20-04-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GENESIS I

     

    To find more what holds the nuclei (of atoms) together, many experiments were made in which protons with higher and higher energies were smashed into nuclei. It was expected that only neutrons and protons would come out. First there were pions, then lambdas, and sigmas and rhos, and they ran out of the alphabet. Then came particles with numbers (their masses), such as sigma 1190 and sigma 1386. It soon became clear that the numbers of particles was open-ended, and depended on the amount of energy used to break apart the nucleus. There are over four hundred such particles at present. We can’t accept four hundred particles; that’s too complicated.

    Richard Feynman: 'QED, the strange theory of light and matter'; Penguin Books, 1990.

     

    In den beginne was het Zijnde,

    was er de kracht van het Zijn.

    Het Zijnde kende geen begin,

    het ook geen einde kennen zal.

     

    Het er was als een substantie,

    noch in min, noch in meer,

    als het weefsel van een Universum

    in potentie, het Zijnde er was,

     

    Niet te tellen,

    uit het Zijnde zijn tot stand

    gekomen, met een donderslag

    te horen, dromen van vormen

    in een limietloze verwevenheid.

     

    En alle vormen die ontstonden

    zijn vormen van het Zijnde,

    en alle vormen in hun totale totaliteit,                              

    zijn dragers van het komende.

                                         

    Dit was in den beginne dat begin

    gebleven is, want niets is af

    en niets is dat niet bewegend is

    naar binnen als naar buiten,

    in een mateloze complexiteit.

     

    Zo verwierf het Zijnde

    dat onzichtbare was, een andere vorm

    een vorm die zichtbaar was,

    maar niemand was er

    om te getuigen van wat zichtbaar was               

    noch iemand om te noemen

    wat onzichtbaar was.

     

    Zo, wat was het nut ervan? 

    20-04-2018, 08:02 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    19-04-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Genesis

     

     

    Ik schreef, verblind door het cijfer, in het jaar 2000 een aantal gedichten, gebundeld ‘Genesis 2000’, met als eerste versregel ‘In den beginne was het Woord’.

     

    Wat het Woord was wist ik niet, weet ik nog niet, zal ik wellicht nimmer weten, maar er was ‘Iets’ dat er nu nog is en dat er niet, niet kon geweest zijn ware het er niet geweest – eventueel in potentie - in den beginne.

     

    Het Iets is er nog, het zit zelfs in de kleinste zandkorrel die er is, onomstootbaar, onweerlegbaar is er het Iets-dat-er-was-in-den-beginne, al zien we het niet met onze blote ogen, in aanwezig. Het is er, het schittert er, en het is niet te begrijpen; wel hoe het er is: een bundeling atomen, want het is beweging.

     

    En het is er omdat het beweging is en omdat er niets is dat niet in beweging is, zelfs het lichaam na de dood, want wat stof is vergaat tot stof, maar wat van het Iets is, kan niet tot stof vergaan want het Iets is geen stof, het is het ‘zijnde’ en het ‘wordende’, en meer het wordende dan het zijnde.

     

    De beweging is in het atoom, de elektron zich slingerend omheen de nucleus. Ware er deze slingering niet, er zou geen beweging zijn, geen wordende, en waren wij er niet er zou niemand zijn om dit vast te stellen. Het Iets zou er zijn, zoals het er nu is, in de strook van 4 km tussen Noord- en Zuid-Korea, een strook niemandsland. En zou het ganse Universum, de totaliteit van alle atomen en nuclei, een niemandsland zijn. En of het er nu was of niet, het had niet de minste betekenis om Universum te zijn, en evenmin om het Iets te zijn.

     

    Wie dit niet aanvaard, wie dit niet begrijpen kan is een doofstom en blind iemand die, precies in dat Universum, op zijn plaats zou zijn, zoals een oceaan er op zijn plaats is, een berg, een boom en een bloesem, een bij en een vlinder er op zijn plaats zou zijn. Maar tot welk nut, tot welke bezieling, tot welke vooruitzichten?

     

    We hebben dit al ettelijke malen geschreven; we kunnen er ons niet van los maken, omdat het o zo duidelijk de rol van de mens in het Universum belicht, aantoont en noodzakelijk maakt. De mens die er is omdat het Universum er zou zijn.

     

    Niemand kan dit ontkennen, zonder de mens, de denkende, redenerende mens is het Universum zero, zoals er misschien ontelbare universums zijn die met hetzelfde fenomeen opgeschept zitten, namelijk nood hebben aan een homo sapiens, aan een denkend iemand of iets.

     

    Ik heb dit destijds uitgeschreven in een twaalftal gedichten. Ik kan het  niet over mijn hart krijgen deze twaalf gedichten te laten  vergaan tot stof. Ik meen me te herinneren ooit een poging te hebben gedaan deze binnen te schuiven als blog, maar ik heb het niet opgezocht in de bijna 3000 blogs die ik al geschreven heb. Trouwens  wat ik je de komende dagen ga voorleggen à rato van twee of drie gedichten daags, is mijn nieuwe en allerlaatste versie.

     

    Ik begin eraan vandaag.  Eens die geschreven wens ik er niet meer op terug te komen want de tijd dringt.

     

    Weze, het zijnde en het wordende me genadig.

    19-04-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    18-04-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Op een avond.

     

     

    Op een avond neer gaan zitten – waar

    heeft schier geen betekenis - en in dromen

     

    of gedachten, de bolster laten barsten

    die omheen ons lichaam ligt en achter

    ons te laten, lijk de slang haar vel afschuift 

    het loze leven dat ons gebonden hield:

      

    Wij toen, de oneindigheid zijn in gegaan.

     

    We hebben het zelden zo geweten

    maar op een morgen ook, we zagen het,

    de meidoorn als met late sneeuw bedekt,

    zoals we ook het lazen van T.S. Eliot.

     

    En even blank nu, alle ogenblikken

    die nog komen zullen, uitgebalanceerd.

     

    Wie of wie  we hebben bemind,

    in de grenzeloosheid van schoot in schoot

    ineen gevlochten en  ineen verschroeid

    tot pulver van smaragd en amethist.

     

    En niet nodig te begrijpen omdat

    het zo doordringend is:

    de elektron zich slingerend

    omheen de nucleus, de siddering

     

    van al wat is gekend en niet gekend,

    ijl beademd en beneveld,

    het zijnde en het wordende. 

     

    De nachten hier zijn koel in dit oord. 

    18-04-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    Archief per week
  • 22/04-28/04 2024
  • 15/04-21/04 2024
  • 08/04-14/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 25/03-31/03 2024
  • 18/03-24/03 2024
  • 11/03-17/03 2024
  • 04/03-10/03 2024
  • 26/02-03/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 12/02-18/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 29/01-04/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 15/01-21/01 2024
  • 08/01-14/01 2024
  • 01/01-07/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 16/10-22/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 02/10-08/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 18/09-24/09 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 04/09-10/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 21/08-27/08 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 07/08-13/08 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 17/07-23/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 03/07-09/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 13/03-19/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 25/12-31/12 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 21/11-27/11 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 10/10-16/10 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 01/08-07/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 04/07-10/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 13/06-19/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 16/05-22/05 2022
  • 09/05-15/05 2022
  • 02/05-08/05 2022
  • 25/04-01/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 11/04-17/04 2022
  • 04/04-10/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 07/03-13/03 2022
  • 28/02-06/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 14/02-20/02 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 17/01-23/01 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 26/12-01/01 2023
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 08/11-14/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 19/07-25/07 2021
  • 12/07-18/07 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 28/06-04/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 31/05-06/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 19/04-25/04 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 29/03-04/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 16/11-22/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 07/09-13/09 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 25/12-31/12 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 24/12-30/12 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 29/11-05/12 -0001

    Archief per maand
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 11--0001

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs