Geschriften
Inhoud blog
  • Afscheid
  • Opgenomen.
  • Hoe ik er sta, vandaag?
  • Waar ben ik mee bezig?
  • Gesprek op zondag.

    Zoeken in blog



    17-09-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Waar ik deze morgen nog niet aan dacht

     

    Waar ik vanmorgen niet dacht over te schrijven is over de stelling van Spinoza die zegt dat Universum en God in elkaar verweven zijn en één eenheid vormen, een eenheid die door de Duve l’Ultime Réalité’ genoemd wordt. Maar de wegen van de geest zijn ondoorgrondelijk en een mail van een vriend, die op bezoek in Andegem met mijn vriend in wording, de beeldhouwer, over die stelling heeft gesproken en die vond dat deze moeilijk te beleven is, bracht me op een idee. 

    Inderdaad, de stelling van Spinoza is niet voor de hand liggend, je neemt deze - tenminste wij, die sedert het begin van onze dagen geconfronteerd zijn geweest met de dualiteit God én Universum – zo maar niet op in jou, je moet ze verdienen, je moet ze aanleren, je moet ze elk bewust ogenblik laten binnendringen in jou, je erdoor laten overwinnen en er zeker niet tegenover staan als onbegrijpelijk, als te ver gezocht, als niet toegankelijk. 

    Ze is in elk geval niet goedkoop, ze ligt er niet zo maar te grijpen of te vatten, neen, neen, er wordt een inspanning gevraagd, een inspanning die eindeloos is, die de inzet vergt van onze algehele persoonlijkheid. Het is – eens men aanvaard dat Spinoza het bij het rechte eind heeft – een leerproces. Want stel dat we allen, en dit zegt de Duve niet, Spinoza misschien, begaan zijn met deze idee, dat de bewustwording ervan de humus vormt van ons leven, van het leven van alle mensen, wat dan de samenleving worden zou. Geen nood meer aan naastenliefde, die na tweeduizend jaar nog niet beleefd wordt, deze zou er wellicht wel komen eens we doordrongen zijn dat ons ‘mens-zijn’ geworteld is in de ‘Universum-God’ idee. En, als ik het zo stel is ook het cosmotheandric paradigma, uit een van mijn meest recente blogs, te splitsen in enerzijds de twee eerste delen (kosmos en theos) waarbij het derde deel, de mens, gezien moet worden als integraal deel ervan

    Het is evenwel duidelijk, dan toch voor mij, dat de Spinoza-idee niet voortdurend in mij aanwezig is, dat deze niet van het eerste uur van de morgen tot het ogenblik dat ik de ogen sluit, in mij  levend is. Wel aanwezig als ik aan het schrijven ben, wel als ik aan het tekenen ben, wel als ik in de velden loop, wel als ik een gesprek voer dat zich op het religieuze vlak situeert. De rest van de tijd is die gedachte niet bewust aanwezig. En het is daar ook nochtans dat ze zou moeten aanwezig zijn. We hebben dus nog een lange weg af te leggen. 

    Weet, dat ik niet wist van morgen, en zelfs dat ik er nimmer had aan gedacht, dat ik schrijven zou, dat eens we Spinoza aanvaarden, eens we in de greep zijn van deze idee die alles overkoepelt het binnen treden ervan een lang leerproces wordt van generaties. 

    Aldus is het nogmaals bewezen dat ‘du choc des idées jaillit la lumière’. Jan Hoet die mijn werk zag wist dat het ontbrak aan een botsing met andere ideeën. Een les dus voor allen die creatief bezig zijn. En als Van Saene, waar mijn vriend over sprak, wist dat hij maar enkele keren ‘na vijf seconden geluk’, een werk had gepresteerd dat boven al het andere uitstak, dan was dit de uitzondering die de regel bevestigt.

     

    17-09-2015, 01:05 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    16-09-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoe het gebeurde

     

    Een vriend – is hij het nog niet hij zal het worden - schitterend beeldhouwer schreef me dat hij soms bevreesd is om zijn atelier binnen te gaan, omdat hij daar, eens de drempel overschreden, geconfronteerd wordt met de noodzaak, de gewone mens die hij maar is, te verlaten en binnen te treden in die andere in hem, de mens die creëert wat leeft in zijn geest. Keer op keer, zegt hij, is dit een grote  stap, niet omwille van wat men achterlaat, maar wel om wat er me wacht, elke creatie zijnde een bevalling.

    Hoe goed ik hem begrijp als ik opsta uit de nacht en de dag zich aanbiedt die ik niet voorbij kan zonder minstens vijfhonderd woorden te hebben geschreven, woorden die er niet zo maar voor het grijpen liggen, die zich soms een lange tijd verborgen houden. Telkens is er een weerstand om nog wat te wachten vooraleer te beginnen, maar ik weet nu al, na al die tijd, dat uitstel geen oplossing is en ook dat me de vreugde wacht en de voldoening eens het werk volbracht is. Om me de volgende dag terug in een zelfde toestand te bevinden om te herbeginnen, te herdenken, aan te vullen of met andere accenten te kleuren wat ooit geschreven werd door mij of door iemand anders. Het is inderdaad een werk dat zonder einde is. 

    Wat, vraag ik me af, is hier aan vooraf gegaan? Hoe kan het dat ik me ooit verbonden heb om te doen wat ik doe, vooral dan te schrijven over wat ik denk, me bloot geven tot in het diepste van mijn gedachten, zeggen zoals Spinoza dat Universum en God geen dualiteit is maar een eenheid, het ene verweven tot in het merg met het andere, en omgekeerd, zoals ook Christian de Duve het voorhoudt?

    De Duve heeft er zelfs een naam voor bedacht, hij noemde het ‘l’Ultime Réalité’, het begin dat ook het einde is en het einde het begin of de realiteit die ons niet alleen omgeeft maar in ons zijn wortels heeft. Wij ook zijn die Ultieme Realiteit, even goed de materie waar de geest in woekert als de geest waaruit de materie is opgeweld.

    Wel, hoe ben ik er toe gekomen, zonder ooit Spinoza te hebben laten doordringen tot mij, laat staan dat ik hem zou begrepen hebben, maar door lezen en denken tot een uiterst standpunt te komen dat letterlijk en figuurlijk samenvalt met dat van Spinoza, vervloekt en uitgestoten door de Joodse gemeenschap waar hij deel van uitmaakte. Dit is mij niet te beurt gevallen, maar toch hebben velen me aangekeken met een vreemd oog.

    Vandaag is mijn tijd gekomen dat ik op zoek ga naar de dingen en de gedachten die er toe hebben geleid te zijn wie ik ben en dan vooral en uitsluitend gezien in het licht van deze realiteit-doordrongen-van- de-geest.

    Ik weet echter niet hoe ik dit brengen zal, onder de vorm van een opeenvolging van blogs, of als een afzonderlijk geschrift, waarvan het begin al getekend staat in mij.

     

    16-09-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    15-09-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over het toeval

     

    Deze nacht in mijn droom was er een discussie met iemand hier nieuw aangekomen die het had over het begrip    ‘vrije handelszone’. dat hij interpreteerde als een zone waarin alles mag en niet begreep dat ‘handel’ hier slaat niet op handeling maar op kopen en verkopen, op invoer en uitvoer. Ik dacht er aan eens wakker, wellicht, als ik ga vertalen bega ik identieke fouten, vooral dan als ik vertaal uit het oude Italiaans van Dante of als ik vertaal uit het Spaans, en dat wat ik er uit haal niet correct is; hoe kan ik dan weten, als ik ga bladeren in de Franse versie van de Koran, dat wat er staat wel degelijk beantwoordt aan de oorspronkelijke versie ervan, of, anderzijds dat de Hebreeuwse tekst van de bijbel correct werd vertaald naar het Nederlands, naar het Engels. 

    Ik denk dikwijls aan het ‘timshel’ woord van John Steinbeck in dezes machtige ‘East of Eden’, komende uit een vers van Genesis en de vertaling ervan zoals deze voorkomt in de King James’ vertaling van 1611, gaande over het gesprek tussen Jahweh en Cain  wiens offering niet met dezelfde gevoelens door God aanvaard werd als  de offering van Abel – de bijbel het woord van God zijnde voor de vader van de tweelingzonen en voor zijn Chinese kok – gaan ze discussiëren over de precieze vertaling van dat ene vers waarin het woord ‘timshel’ van grote betekenis is om de zin, van wat de Heer zegt over de zonde, te begrijpen zoals Hij het bedoeld heeft.

    Het interessante van het verhaal van Steinbeck – de Bijbel toen nog, we schreven 1950, voor Steinbeck, zoals voor velen het boek der boeken zijnde, het is het nu nog voor mij -- ligt hem niet zo zeer in de vertaling zelf maar in wat Steinbeck schrijft dat een groep van Chinezen in de nabije stad, na van het probleem te hebben gehoord van de kok, begonnen is met de studie van het Hebreeuws om te kunnen komen tot de juiste vertaling van dat woord.  Je moet een groot schrijver zijn om over dat ene woord te schrijven zoals Steinbeck het heeft gedaan, Voor de wereld van vandaag die God en de zonde gebannen heeft is het weliswaar een utopisch verleden. Voor mij echter die het las kort na zijn verschijning, ik was toen een goede twintiger, was het boek van Steinbeck een revelatie en betekende dit voor mij, de ontdekking, niet zo zeer van de Bijbel, die kende ik al, maar de ontdekking van de King James’ versie van de Bijbel. Ik heb die versie toen gekocht in een Oxford uitgave op misselpapier, en dat boek heeft me niet meer verlaten. Dit dankzij een schrijver die zich bezorgd maakt over de vertaling van het woord van God, iets dat nu ongehoord overkomt.

    Het gevolg was, en eigenlijk is het dit wat ik te zeggen had, dat voor mij de King James vertaling, dé Bijbel werd die ik koesterde, al kocht ik later ook – dit was in mijn Velikovsky periode van half in de jaren vijftig - de Willibrordus Bijbel, ook wel La Bible Osty, en zelfs la Biblia de Jerusalen. Ik wil jE maar zeggen dat het boek voor mij van een grote betekenis is geweest en nog is, en dat het mijn leven en mijn schrijven sterk heeft beïnvloed. 

    En ik kom nog eens terecht bij Christian de Duve – die trouwens lovende, bijna liefhebbende woorden heeft voor de Bijbel - waar hij het heeft over het toeval in zijn leven en waar hij verwijst naar Jacques Monod en dezes toeval en noodzakelijkheid, om te zeggen dat het toeval in zijn leven van groot belang is geweest.  Hij is een man van de wetenschap, hij zal nooit schrijven wat ik zou schrijven, namelijk dat toeval niet bestaat – Borges ook wist dit,  Spinoza ook moet het geweten hebben – dat het een samenloop van omstandigheden is die bepalend is voor de gang van ons leven, ons leven dat een aaneenschakeling van omstandigheden is. In elk geval wat mijn leven betreft, hoe ik terecht ben gekomen in de Nationale Bank van België in Brussel, hoe ik er Jan De Win heb ontmoet die me sprak over het vreemde boek , ‘Elias of het gevecht me de nachtegalen’, hoe ik er Leonard Hoendervangers ontmoette die me sprak over Mahler en het ‘ Lied von der Erde’, hoe ik Velikovsky ontdekte, zodat ik terecht kwam bij Akhnaton die me verwees naar Oedipus van Sophocles en zo maar t beginnen met de ontmoeting maar van vader en moeder en het ogenblik van mijn conceptie en dan verder en verder tot het ogenblik van dit schrijven om 00.54. Toevalligheid, absoluut niet, noodzakelijkheid misschien, in alle geval noodzakelijk om uit te komen waar ik me nu bevindt én wat de plaats ervan betreft én wat het bijhouden van een blog betreft. 

    Zo, ik weet nu waarom ik vorige nacht gedroomd heb over de man en zijn verkeerde vertaling van de vrije handelszone en dit was zeker geen toeval maar de bevestiging van  mijn idee van vroeger, dat het noodzakelijk is dat ik eens ga schrijven hoe ik geworden ben wie ik ben.

    15-09-2015, 01:03 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    14-09-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rustpauze die er geen is

     

    Ik ben gelukkig, dankzij Christian de Duve, gisteren geschreven te hebben wat ik voelde te moeten schrijven. Ik dacht eerst het niet te doen, maar de drang was te groot. Vandaag zou ik even willen stoppen met dit alles en de wapens, de woorden waarover ik beschik, neer leggen en, ofwel binnengaan in de herfstlucht, de velden in, de regen tegemoet, ofwel ware het misschien beter, even neer te liggen en weg te zinken in de totale rust van het zijn en niets meer, gedachteloos, zelfs niet wachtende, niet vooruitziende.

    Heb ik voor dit laatste gekomen. Alhoewel het niet in mijn aard ligt gedachteloos te zijn, wou ik er voor eenmaal aan denken, niet te denken aan wat het leven is noch wat het sterven zou kunnen zijn, noch aan wat was, noch aan wat komen kan, neen, enkel, met de ogen dicht, drijvend zoals Huckleberry Finn, lang uitgestrekt op een vlot de Mississippi af naar een eiland toe, in het zilveren licht van de maan met de hemel en zijn duizend sterren  over hem en mij. Een hemel en maan zoals ik er in lang geen meer gezien had, laatst in Toscane misschien.

    Ik dacht nog toen ik liggen ging, wat komt hier uit voort, welke woorden zijn het, ondanks mijn pogen woordeloos te zijn, die me bestormen zullen, om te zeggen wat nog niet gezegd werd, noch gedacht, noch klaar gezet om gedacht te worden. Maar hoe goed ik me voelde, vrij en onbevangen te zijn en te blijven, en in die sfeer van onbevangenheid opgenomen te worden voor een lange tijd, met een potentie aan gedachten ver achter mij, massa’s  woorden die niet staan te drummen, een effen bergmeer met de sterren erin lijk de woorden in mij, erin ondergedompeld.

    Zo is het dat de tijd van het niet denken de tijd is van het schrijven over het niet denken. Een vreemd iets, schrijvend te vertellen dat je gedachteloos bent, terwijl je woorden neerzet die gedachten zijn. Maar anders hoe kun je ooit duidelijk maken dat er in jou het verlangen is om neer te liggen en te bestaan alsof je er niet bent, alsof je er ligt, weggestopt in een doos, zoals Schrödingers kat, noch levend, noch dood, een lange tijd, afhankelijk van wat de volgende zet zal zijn.

    Kom ik dan toch terug in de wereld, denkend aan het boekje van de Duve, meer een pamflet, een oproep, denkend aan wat hij schrijft over de van alle religieuze gerichtheden ontdane boodschap van Jezus, over het elkaar beminnen, dat onze stelregel zou moeten zijn of worden. Waarbij ik het aandurf op te merken, dat we al twee duizend jaar lang pogen om Jezus hierin te volgen en dat we, vrezend dat het nog eens twee duizend jaar duren kan, ik eerder, in plaats van het beminnen zou hebben ingezet op het creatief zijn, dat een vorm is van beminnen, maar dan eerder gericht naar de geest in het Universum – en de geest in de mens - zoals Spinoza die zag en waaruit we zijn opgestaan.

    Het schijnt me toe dat het gemakkelijker is van iemand te houden via de kracht en de inhoud of visie van zijn geest die bepalend is voor zijn handelingen, dan te houden van iemand van wie je helemaal niets afweet of van wie je weet dat zijn creatief zijn versluierd zit in een sfeer die je niet anders kunt dan als tegengesteld van wat je voelt te ervaren.

    Van het blindelings beminnen van onze naaste spaar ons Heer.

     

    NAWOORD bij mijn blog van gisteren 13 september

    De genetische erfzonde, ‘le péché originel génétique’ die ik overnam uit het betoog van Christian de Duve, moet begrepen worden als: ‘les traits héréditaires que la sélection naturelle a préservés chez nos ancêtres, à qui ils étaient utiles dans les conditions où ils vivaient, mais qui sont devenus nocifs aujourd’hui’. Dit heeft dus niets te maken, zoals je zou kunnen verwachten, met de erfzonde, in het leven geroepen door Paulus in zijn brief aan de Romeinen.

     

    14-09-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    13-09-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Open brief aan het westen

     

    Ik lees Christian de Duve, zijn ‘De Jésus à Jésus en passant par Darwin[1]. Ik lees hem omdat hij een wijs man is en blijft, zelfs al is hij van ons weggegaan zijn werken zijn gebleven. Hij blijft zoals Spinoza spreken met ons. Hij blijft de groot levende te zijn in het westen, de laatste der Mohicanen.

    Hij weet het nog steeds en hij wist het in 2011 toen hij schreef, en ik behoud uit respect zijn woorden, - en niet uit gemakzucht – na gezegd te hebben dat we niet moeten verwachten dat er van uit de Kerkgemeenschappen, zich steunend op wat Jezus ons zou nagelaten hebben, geen grondig nieuwe hervorming moet verwacht worden. Neen zegt de Duve deze kan enkele komen van uit de basis. En dan noemt hij ze: 

    Clercs et laïcs, croyants et libres-penseurs de toute obédience doivent, non pas, effacer leurs différences – ce serait impossible – mais chercher, au-delà de ce qui les divise et avec le concours du plus grand nombre possible de philosophes, de moralistes, de scientifiques et d’autres penseurs unis par l’honnêteté intellectuelle, un énoncé du message de Jésus adapté aux conditions actuelles et sur lesquelles ils pourraient se mettre d’accord. Il appartient à tous les hommes et femmes de bonne volonté de définir ensemble, dans le cadre de ce message – qu’il me paraît préférable de ne pas appeler chrétien pour éviter des amalgames – les directives qu’il conviendrait de suivre pour nous délivrer de notre ‘péché originel génétique’.

    C’est en tout cas ce à quoi j’appelle. 

    Je leest deze paragraaf pagina 61 van zijn betoog. En om er op te antwoorden, daagt een gedicht op van Rabindranath Tagore: 

    Moeder, de jonge prins is in de schittering van de morgenzon in zijn wagen voorbijgereden. Ik heb me ontsluierd, heb het snoer van robijnen van mijn hals gerukt en heb het voor zijn wagen gegooid. Moeder, waarom kijk je zo verbaasd? Ik weet dat hij mijn snoer niet oprapen zal; Ik weet dat mijn snoer verpletterd werd onder de wielen van zijn wagen en een rode vlek achterliet in het stof; ik weet dat niemand heeft geweten wat mijn geschenk was en voor wie het bestemd was. Maar de jonge prins reed aan mijn raam voorbij en op zijn weg heb ik geworpen, het juweel van mijn hart. 

    Ik weet ook - en de Duve wist dit ook - que ce à quoi il appelle maar woorden zijn; ik weet ook dat weinigen deze lezen zullen; ik weet ook dat er in dit land niemand zal opstaan om de massa te bewegen te doen wat de Duve vooropstelt om van onze westerse beschaving te redden wat nog gered kan worden, opstaan al was het maar om een voorbeeld te zijn van hoe het kan en moet, voor de massa niet-westerlingen, reeds gevestigd hier als voorpost, en thans aangevuld met een nieuwe lading die ons overspoelt, en wiens van sommigen fanatieke levensopvatting erop gericht is ons geestelijk te muilbanden.

    Ik weet het, maar het is sterker dan mezelf omdat wat is van de Kelt in mij, de Gotieker, de Spinozist in mij, me zo nauw aan het hart ligt, dat ik de dood nabij ben indien dit alles verloren zou gaan.

    Als ik de politiekers in dit land bezig hoor, van welke kleur of geaardheid ook, dan weet ik dat ze enkel aan zichzelf denken, en daarna aan de partij. Wat het land en zijn bevolking zelf betreft komt maar als het hen passend is.

    Zo als ik denk aan de journalisten en de schrijvers in dit land – in Frankrijk is er wel een Houellebecq – die verder doen alsof er niets op het spel zou staan, die er niet willen aan denken dat ze de eersten zullen zijn die het hoofd zullen te buigen hebben, dan weet ik wat ik al een tijdje weet, dat de strijd gestreden is vóór hij begonnen is en dat het westen ten onder gaat aan zelfgenoegzaamheid. 



    [1] Odile Jacob, octobre 2011, Paris

    13-09-2015, 06:05 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    12-09-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Spinoza met Bijlage

     

    Ugo was aan de ontbijttafel , na de avond dat een wijs man, op een heerlijke maar eerlijke wijze geleerd gesproken had, over de God van Spinoza. Ugo  zat er, nog voor een kwart slapend,  want de nacht was kort geweest maar desondanks wist hij, en hij vond het niet zo vreemd, dat noch Spinoza, noch dezes God hem verlaten had, dat de woorden van de voordracht van gisteren en het gesprek met vrienden bij een glas wijn achteraf, nog steeds nagalmden in een kolkende massa van gedachten. Het was toen, uit de ruimte van die gedachten, dat Spinoza opdook naast hem, en het verwonderde hem helemaal niet, in zijn donkere mantel gehuld, met zijn God in hem, en hij neerzitten kwam, naast hem, precies op het ogenblik dat hij twee klontjes suiker in zijn koffie vallen liet. 

    Sprak Spinoza: ‘Ik heb gehoord, Ugo, wat er gisteren over mij werd verteld in het Liberaal Huis op de markt, maar kijk’, zegde hij en hij wees naar mijn tas koffie, ‘de koffie is één en de suiker is één, maar eens de suiker in de koffie gesmolten, is al wat in je kop koffie is, doordrenkt met het suiker, is er enkel nog de gesuikerde koffie. Dit Ugo, dit is het Universum, zoals het is en zoals het altijd zal zijn, gesuikerde koffie, waarbij de smaak van de koffie bepaald wordt door de suiker, op deze wijze ook wordt de smaak, het leven van wat het Universum is, bepaald door wat van God is, of hoe je die ook noemen wilt’. 

    ‘Ik begrijp het’, zeg ik hem – ik noem hem, mijn waarde Spinoza – ‘dit is het Universum met God er in vermengd waar we voor  staan vandaag en waar we gisteren stonden en waar we morgen zullen staan; hoe deze twee, die een éénheid zijn geworden,  tot stand zijn gekomen  is een totaal andere vraag’. 

    Antwoordde Spinoza: ‘Het is, Ugo, de geschiedenis van de kip en het ei, het ene was er niet en het andere was er niet, ze zijn er gekomen, komende uit elkaar, het ei is de kip en de kip het ei. Het Universum was er niet, zo lang God er niet was, en God was er niet zo lang het Universum er niet was. Ze zijn uit elkaar ontstaan als Universum doordrenkt van God en omgekeerd, ze zijn substantie geworden, goddelijke substantie. Iets anders is er niet en kan er onmogelijk iets anders zijn. Begrijp je Ugo,  om terug te gaan naar je koffie, de koffie is er en de suiker is er in opgelost, het geheel is een substantie, atomen suiker versmolten met atomen koffie, onafscheidelijk één. 

    Maar, mijn waarde Baruch - mag ik je Baruch noemen? - ‘Noem me zoals je wilt, Baruch, Bento, wat is er in een naam?

    Wel mijn beste, allerbeste Baruch, was er dan niet ‘iets’ waaruit én het Universum én God is ontstaan? 

    Misschien, mijn waarde Ugo, misschien was er een Big Bang in potentie, maar meer was er niet, en meer was er niet nodig dan een Big Bang in potentie dat reeds een substantie, een ‘God-Universum’ was. Maar, drink je koffie, hij wordt koud. Of liever  zet me ook een tas, het aroma van je gesuikerde koffie inspireert me’. 

    Ik heb hem een tas koffie voorgezet, hij heeft er onmiddellijk twee klontjes suiker aan toegevoegd, me zeggende dat we met een probleem zaten, dat het gevaar nakend was dat de god van de mens, die hij op zijn plaats had gezet, terug de kop zou gaan opsteken, een andere dan, met een andere naam, en dat we ons, mij indachtig heeft hij gezegd, in blok verenigen moesten om deze aankomende god terug te wijzen, op de plaats waar hij hoort te zijn. 

    Hoe heb ik hem gevraagd. Wel heeft hij gezegd van het ogenblik af dat ze een voet op Europese grond zetten, hen brainwashen met Bach en Beethoven en Mozart en Debussy opdat ze voelen zouden in welk land ze zijn terecht gekomen. Zou dit helpen heb ik hem gevraagd. Wel, bij sommigen misschien wel, bij anderen die te geïndoctrineerd zijn helemaal niet, maar zij zijn het gevaar. Doe een oproep aan alle Spinozisten heeft hij er nog aan toegevoegd, zijn koffie drinkend.

     

    BIJLAGE, genomen uit wat mijn goede vriend,  Paul V. me de morgen van 11 september toestuurde, hierbij kunnen we ons een klein beeld vormen van het leven dat Spinoza moet gekend hebben. 

    De joden in Spanje en Portugal werden onder Ferdinand van Aragon,  Isabella van Castilië  en later Keizer Karel en diens zoon Philips II vervolgd voor ketterij. Om aan de dood  te ontsnappen moesten zij, ofwel uitwijken of zich bekeren tot het katholieke geloof.  Zij die dat verkozen (of simuleerden), de “conversos” of “maranen” bleven uitgesloten voor functies aan de staat en het leger wegens hun “besmet” bloed.    Isabella had er een wet voor ingesteld  het  z.g. bloedzuiverheidsstatuut of  de “ Estatutos de limpieza de sangre”.  Van racisme gesproken. 

    Baruch de Espinosa was een hyper begaafd kind, in 1632 geboren in Amsterdam, uit een Portugees-joodse familie die naar Amsterdam gevlucht was.

    Baruch, de gezegende, aangesproken als Bento (Benito) is als Amsterdams jochie al een “enfant terrible” in de klas van de Rabbijn omdat hij de Bijbel op zijn manier interpreteert.  Zo wil hij niet geloven dat die  letterlijk het woord van God is maar een interpretatie ontsproten uit de fantasie van profeten en die moest gezien worden in het teken des tijds.   Hij betoogt dat God een onderdeel is van de natuur:

    Ik geloof dat de wereld en alles wat die bevat volgens natuurwetten functioneert en dat ik mijn intelligentie mag gebruiken op voorwaarde dat ik dat op een rationele manier doe, om zaken te ontdekken zoals de aarde van God en het werkelijke  pad naar een gezegend leven omdat er  geen rationele bewijzen zijn voor een hiernamaals.

    Door dergelijke uitspraken  treft hem , als jonge volwassene, de zwaarste straf uit de joodse gemeenschap: de levenslange verbanning.  Geen jood mag hem nog aanspreken of benaderen. Hij verlaat Amsterdam en gaat naar Rijnsburg  (ten noorden van Amsterdam) wonen.  Hij schrijft daar zijn boek Tractatus theologico-politicus, een aanzet tot vrijzinnige uitleg van de bijbel, spreekt zich uit voor de democratie en wijst op het grote belang van vrijheid van meningsuiting.

    In zijn meesterwerk, de Ethica, zet Spinoza op wiskundige wijze uiteen hoe de mensheid moet leren de verlichting van hun lijden te vinden. Hij wil de mens laten  inzien dat God niet buiten de schepping staat, maar dat alles wat bestaat – en dus ook de mens zelf – een verschijning is van God.

    Om zijn brood te verdienen sleep Spinoza lenzen voor brillen en microscopen. Glas is silicium: Lenzen slijpen maakt stof. Spinoza stierf in 1677, 45 jaar oud aan silicose,  longziekte ook gekend als mijnwerkerslongen. 

    Wanneer Albert Einstein het had over God, had hij het over Spinoza’s God,  een God die volledig samenvalt met de natuur, een God  die ‘niet dobbelt met het heelal’. Ik geloof in de God van Spinoza, die zichzelf openbaart in de  harmonie van het heelal, en niet in een God die zich bemoeit met het lot en de handelingen van mensen”,

    Einstein bezocht in Rijnsburg het Spinozahuis in 1920.  Hij schreef daar een gedicht in het Gastenboek getiteld  “Zu Spinozas Ethik” dat in zijn eerste strofe voldoende zegt wat hij denkt over Spinoza en hoe hij zich voelt bij wat hij ons leert:

    Wie lieb ich diesen edlen Mann / Mehr als ich mit Worten sagen kann./Doch fürcht’ ich, dass er bleibt allein / Mit seinem strahlenden Heiligenschein.

    Etienne Vermeersch onderging onlangs een hartoperatie. Bij zijn opname had hij de ”Ethica” van Spinoza bij zich: omdat zegde hij, deze lectuur mij rust geeft.

    12-09-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    11-09-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Codeschrift

     

    Als je Dantes Inferno leest wordt je in zijn canto IX, 61-63 onvermijdelijk getroffen door drie versregels waarvan je je afvraagt wat die wel betekenen kunnen als je leest:

    O voi ch’avete gl’inteletti sani, / mirate la dottrina che s’asconde,/ sotto il velame de li versi strane. 

    Wat wilde Dante ons verbergen, wat mocht niet voluit uitgeschreven worden, welke dottrina, (leer, kennis) wou hij bedekken met een sluier die enkel door zij met gl’ inteletti sani, zij met een gezonde geest, kon worden weggenomen. Het is alsof deze drie versregels niet voor alle lezers bestemd zijn maar wel voor een bepaald publiek. Het verbaast me trouwens dat deze verzen niet door Borges werden opgemerkt. 

    Als lezer stap je er over, als schrijver ben je geïntrigeerd en geprikkeld en wens je er meer over weten.

    Dit overkwam je toen je Dante las en dit overkwam destijds Pierre Aimé Bergher die zich verbaasde over een korte zin: ‘to the happy few’ waarmede Stendhal, op het einde van zijn ‘la Chartreuse de Parme’, de lezer verrast achterlaat. Bergher, verrast als hij was voelde zich verplicht na te gaan welke de ware betekenis was van deze vier woorden, achtergelaten als slot van een boek dat hem enorm had geboeid. Hij zocht en hij kwam tot een besluit dat hij formuleerde in een boek, ‘Les mystères de la Chartreuse de Parme’[1] waarin hij tot het besluit kwam dat ‘La Chartreuse’ ten dele in code geschreven was waaruit kon worden opgemaakt dat Stendhal een vrijmetselaar was, Deze ‘happy few’ die hij viseerde, zijn broeders in de vrijmetselarij zijnde, voor wie Stendhal in zijn woorden, tal van verwijzingen heeft ingebracht die enkel door geïnitieerden zoals hij, begrepen konden worden.

    Mark Twain, ook vrijmetselaar, in zijn ‘Adventures of Huckleberry Finn’, had, volgens Bergher eenzelfde procedé gebruikt.

    Dante, in zijn Divina Commedia,  canto IX van zijn Inferno, verraste me ook als ik de passage las gericht aan: ‘o voi ch’avete gl’intelletti sani’. Wie anders wordt hier bedoeld dan zijn broeders in de geheime genootschap waar hij deel van uitmaakte, een genootschap die een voorloper was van de vrijmetselarij die pas in de XVIIIde eeuw zal ontstaan in Engeland. Achteraf, op mijn elan verder zoekend, zou ik voldoende gegevens vinden in zijn Inferno die mijn vermoeden bevestigden maar waar een normale lezen geen oog voor heeft omdat deze heel onschuldig in de verzen zijn verwerkt.

    Ik zal er, zoals Bergher, geen boek over schrijven, een essay van een dertigtal pagina’s zou mogelijk zijn. ik zou er trouwens ook andere elementen kunnen in verwerken, namelijk de reden waarom hij plots gestopt is met het schrijven zijn ‘Vita Nova’ en waarom hij, na studie, begonnen is aan het immense werk dat zijn ‘Divina Commedia’ werd.

    Echter weinig talrijk zijn zij die hier van wakker liggen. Als ik er ooit aan beginnen zou, ware het maar het gevolg  van een uitdaging mezelf opgelegd. Het zou me ook verplichten terug te grijpen naar zijn verhaal over zijn tocht door zijn Purgatorio en Paradiso, wat me ettelijk maanden zou kosten, en deze heb ik niet meer te verliezen. Anderzijds heb ik genoeg te schrijven over andere zaken die me meer interesseren voor het ogenblik.

    Niets zegt me trouwens dat eens 25 jaar verder, de naam van Dante nog zal mogen vernoemd worden als ik weet wat hij toen, zonder de minste zorg of vrees  is gaan schrijven over Mohammed die hij in de Hel ontmoette.



    [1] Pierre Alain Bergher: ‘Les mystères de la Chartreuse de Parme’, Editions Gallimard, 2010.

    11-09-2015, 00:48 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    10-09-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Spinoza en de vijver
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

     

     

    Er zijn geen  twee substanties, God én Universum, zegt Baruch de Spinoza (1632-1677), er is slechts één enkele oneindige substantie die alles omvat, het zichtbare en het onzichtbare. Dit is zijn heel duidelijke stellingname en hij noemt deze substantie, goddelijk. Dit betekent dat voor Spinoza al het waarneembare en al het verborgene, dat het zijn en het worden, een toestand is van deze (goddelijke) substantie. Er buiten of er naast is er niets. De dingen die bestaan, ook de vijver, zijn tijdelijke, hoe minimaal en hoe verschillend ook, manifestaties van deze goddelijke substantie, niets meer en niets minder, ook de mens is er dus een manifestatie van. Tot daar Spinoza. 

    We hebben dit herhaaldelijk, onlangs nog, duidelijk gesteld verwijzend naar Raymundo Panikkar’s ‘Cosmotheandric’ principle, waarbij als een eenheid wordt beschouwd, Cosmos, Theos en Anthropos of, Kosmos, God en Mens;  Georges Lacroix, ook onlangs vernoemd, verving de Mens door het Zijn.

    Dit is, volgens mij, het enige positieve standpunt dat stand zal houden, want het Universum IS. Spinoza geeft dit de naam God of goddelijke substantie, een substantie die Universum was,  vóór het, met een Big Bang, het Universum werd dat we thans kennen en elke fractie van ogenblik verder, wordende is. 

    Hieruit vloeit ook voort dat de studie van de Kosmos/het Universum neerkomt op de studie van de substantie, die Spinoza God noemt, en om het nog specifieker te houden dat de studie van het atoom  en de innig ermede verbonden subatomaire deeltjes, die deeltjes zijn van de goddelijke substantie, neerkomt op – we bevinden ons nu in het onzichtbare – op de studie van de God van Spinoza, en ook die van ons. We filosoferen dus niet meer over het al dan niet bestaan van God, we filosoferen over wat de studie van de (goddelijke) substantie in het bijzonder, het atoom, ons bij brengt. 

    Of we nu loochenen of niet dat het Universum God is, maakt geen verschil want we kunnen niet loochenen dat het Universum IS en dat we, zoekend naar de betekenis van dit ‘zijn’, afdalen moeten, naar de kleinste bouwsteen ervan.

    Het immense ervan ontgaat ons niet en het immens gesofistikeerde van de materie, teruggedrongen tot het atoom, met een kern van protonen en neutronen en het elektron omheen de kern slingerend met de snelheid van het licht, beroert ons uitermate en stemt ons tot nadenken over het ontstaan, niet zo zeer van het Universum zelf, maar wel het ontstaan van het atoom, hoe dit zich heeft gevormd en hoe de deeltjes die er toe hebben bijgedragen zijn ontstaan. We gaan aldus terug tot het mini-minimaalste dat er tot vandaag gekend is, het Higgs deeltje. Dat evengoed een deeltje geest kan zijn en dan komen we heel dicht bij een Universum dat gelijk is aan God, dat God zelf is, zoals Spinoza het ons voorhoudt.

    Hierover zwijgen omdat het te ingewikkeld is om er ook maar iets over te zeggen, is een politiek van de struisvogel, is bekennen dat je ook maar struisvogel bent. 

    Er over nadenken en er een oordeel over vellen is eigen aan de geest in ons, die een deeltje is van de geest die van de substantie, van het Universum is. Want er is niets, noch buiten noch binnen, dat niet van het Universum is. Hoe prangend het probleem van het atoom en zijn structuur is,  weet Steven Hawking beter dan wie ook, de krachten er uit af te zonderen en te omschrijven met een formule is de wetenschap nog niet gelukt, omdat ze de grens van de precieze kennis heeft bereikt, en ze zich nu bevindt op de snede van het fysische en het metafysische, het fysische dat het zichtbare deel is van de substantie, het metafysische dat van de geest is, de geest van de (goddelijke of niet) levende substantie. Levend omwille van wordend, of wordend omwille van levend. 

    En om terug te komen op onze vijver, je staart er naar, je loopt er om heen, je schrijft er een gedicht over, je neemt hem als een entiteit, je neemt hem als een gezel, en nu je Spinoza las, je leest hem als een substantie, een deel substantie van het goddelijke. Te eenvoudig om het te nemen zoals het in realiteit is.

     

     

    10-09-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    09-09-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Groeten uit het hart

     

    Moge het je allen goed gaan deze morgen of later op de dag als je me lezen zult, en ik zal binnenkomen bij jou, in de geheimenis van je gedachten en je me zult meenemen met jou, voor een tijdje, zoals je het dagelijkse nieuws van radio of tv meeneemt tussenin die kleine dingen die van het leven zijn.

    Me meeneemt misschien naar buiten als je de tuin ingaat langs de notelaar om naar het ovenhuis te gaan, een eekhoorn die wegspringt voor je voeten, of een merel die opvliegt, een ekster; als je me meeneemt met jou om het grasperk op te gaan tot aan het beeld, in het licht van de vroege zon, tussen de bomen van je hart die je hebt zien opgroeien tot je ze niet meer meester kunt.

    Je zult aan me denken als je de straat op gaat, langs de huizen en je de mensen groet die je kent en die je niet kent, in peis en overmoed, de stad je thuishaven zijnde; je zult nog denken aan die ene zin die je meer trof dan alle andere samen, waarvan je je afvroeg waar ik deze gaan halen ben omdat hij precies paste in je wijze van denken en je vermoeden zult dat ik misschien aan jou heb gedacht toen die zin werd neergezet.

    Je neemt me mee als je het bos ingaat, de velden in, en mijn woorden zich mengen zullen met de gedachten in jou, ik een vonk maar zijnde naar een eerste zin die je overvalt van wat een gedicht kan worden, die je voorlopig opbergen zult om terug te halen later op een gezegend ogenblik. Een zin, een vleugje nieuw leven dat je een tijdje vasthoudt, als van een appel de dofrode glans, als van een noot de vreemde tekening in de schelp die je ontcijferen wou.

    Jullie, allen een mooie dag toegewenst, vandaag en alle dagen dat ik binnen kom bij jullie op mijn kousenvoeten, met mijn woorden licht van inhoud of (te) geladen met gedachten die je verrasten of verheugden om die later te vergeten of om verder te vertellen

    Zo zijn er tal van kleine gebeurtenissen in een leven en ik verheug me dat ik er een deel van ben, zelfs als ik je overvallen zou met vreemde zaken die je liever gedekt wou houden, weet dan dat ik ze geschreven heb naar jou toe uit noodzaak om me te verlichten van de last ervan.

    Ik heb deze morgen - de zaadbol van de wilde roos is diep oranje geworden – aan jou willen denken, aan je vreugden en je zorgen. Heb me willen inschakelen in het gebeuren dat van je dag zal zijn, een woordenspel dat in jou zal opduiken. Als je het niet verwacht zelfs zal het essentiële ervan doordringen en zal je weten dat ik deze schreef voor jou, en je bent met velen.

    En in deze groet van woorden, zie ik je weerspiegeld, zoals de bomen in de vijver, zoals de bergen in het bergmeer, opdat ik me, op mijn beurt, weerspiegelen zou in de gedachten van jou, en je me meenemen zou op je verre reizen en spreken zult over mij met andere vrienden die me kennen, en je woorden zullen hangen blijven op plaatsen waar ik nooit komen zal om ze te horen. 

    Wat ik wel weten zal is dat je me meedraagt in je doen en laten, zoals jij die me leest, zelfs al ken ik je amper of helemaal niet, dat je in mij geworteld zit en dat wat ik schrijf, enkel voor jou en jou werd opgetekend en dat er aldus tussen ons een band is gegroeid en dat er meer nodig is dan een  simpele daad opdat die verbroken zou worden.

    Vooral, dat ik jullie nodig heb om me uit te drukken zoals ik het doe en dat het heerlijk is om op deze wijze het te houden zoals het is, geen blad gesloten maar een lichtend punt, telkens het geschreven is én voor mij, én voor jullie allen die me lezen: een vreugde en een wijding.

     

    09-09-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    08-09-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Herfst

     

    Ik schrijf me stilaan de herfst binnen: de grijze luchten, de winden en de regen, vroeger dan verwacht gekomen, de natuur in zich zelf gekeerd, bijna tot rust verzonken. Misschien nog een opflakkering, vandaag of morgen, een bundel van licht en gulheid van warmte, nog opgenomen in de laatste vruchten. 

    Hij schreef dit toen het de morgen was van een nieuwe dag; hij schreef dit na wat hij gisteren schreef en de 250 dagen van het jaar er voor. Hij schreef dit omdat hij voelde dat hij niet meer de persoon was die hij was toen hij het jaar begon - wat zeker ook voor velen de regel is - de adem die even stokte nu, het hart dat bijwijlen sneller kloppen ging terwijl het, in het licht dat van de herfst is, tot rust zou moeten komen. 

    Waar zwerven we uit, nu de wereld in een versnelling schijnt gekomen te zijn en de aarde logger dan ooit haar baan volbrengt, even ongestoord en onverbiddelijk, maar schijnbaar compacter dan ooit voorheen. Hij dacht aan vele zaken. Hij dacht vooral dat de tijd gekomen was om te keren naar de John Brockman van 25 jaar terug en na te gaan, als hij het zich nog herinneren kon, wie hij toen was en hoe hij in die tijd tegenover het leven stond. Hoe hij toen, om niemand ook maar te choqueren, over wat hij noemde de of het Onnoembare dacht en schreef, zijn dagen er mee vulde en dit zijn geestelijk voedsel was. 

    Hij wou nu die tijd van toen, die ook nog wel bij benadering de basis is van de tijd van nu, hij wou dit alles samen gieten in een lang verhaal, een soort instap, een soort essay dat handelen zou over de mens en over wat niet te noemen is, of in andere woorden, maar met een zelfde ingesteldheid, over de mens in de greep én van het religieuze én van het kosmische – wat eigenlijk het zelfde is - een totaal andere mens is dan deze enkel gekneed door het dagelijkse gebeuren; een mens ontdaan van zijn ego, opgenomen in het krachtenveld van het Al dat hem neerzet in een patstelling tussen hamer en aambeeld. 

    Hoe begin je hieraan, hoe zoek je in de loop van de dag, tussen de kleine dingen in, naar de woorden die je binnen brengen zullen in die wereld van vroeger die je stilaan, maar nu vlugger dan voorheen aan het verlaten bent, met het ergste dat je overkomen kan, de poëzie van het woord die aan het afbrokkelen is. In dergelijke omstandigheden verkerend, hoe keer je, in deze dagen zonder vreugde binnen in jou, terug naar de tijd die van John Brockman was en  ook van jou? 

    Hij wil de poging wagen, later, niet in één ruk maar gespreid, zich voltrekkend zoals de herfst zich voltrekt naar de maand oktober toe, waarop november volgen zal en de winter.

     

    08-09-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    07-09-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De wereld binnenin

     

    Het spel van licht en schaduw is een wonder iets, vooral als het licht de schaduw wordt en omgekeerd de schaduw het licht, een metafoor die ik gebruiken wil om aldus te verwijzen naar het wondere leven dat zich blijft voltrekken binnenin de wereld van het zichtbare, zijnde de wereld van atoom en elektron, en van tal van subatomaire deeltjes en de verweving ervan met elkaar, en dit tot binnen onze hersenen, tot binnen de wereld van onze gedachten.

    Wat we met zekerheid erover weten, buiten hun onderliggende verwevenheid, zijn eerder gissingen dan voldragen feiten. Wat we sterk vermoeden is dat alles eerder wijst naar de filosofische ondergrond van het oosten, dan in de richting van wat we geleerd hebben in onze lessen van natuurkunde die zich beperkten tot de leer van de cellen, maar niets vertelde over het secrete, het spirituele  leven van de cellen in hun onderlinge samenhang, zijnde het kloppend hart van het levend Universum  waarin we zijn vast geankerd.

    Ik heb hiervoor het beeld van Fritjof Capra gezeten op de rotsen aan zee die, terugdenkend aan zijn theoretische experimenten,  bewust was van de immense cascades van energie die neerkwamen uit de ruimte en omheen hem, er in ritmische pulsaties, particules ontstonden en verdwenen, waaraan ook de elementen van zijn lichaam deelnamen. Dit beeld kan ook geprojecteerd worden op wat betreft, de instelling van onze geest op de massa gedachten die ons overvallen en op een identieke wijze worden verwerkt en aangeboden. 

    Wat ik hier tracht te vertellen zijn maar schijngedachten, pogingen om aan te duiden dat niet het zichtbare de wereld is, maar wel hetgeen zich afspeelt achter het zichtbare, het proces op gang gebracht door het subatomaire leven dat evengoed het proces uitmaakt van de wereld van de gedachten die even reëel is als de wereld die van het leven is. En als ik even terugkeer naar wat ik onder de ceder begraven heb, dan is het precies deze wereld die me vrees inboezemt, de gedachtenwereld van velen die als het deze van een massa wordt uiterst gevaarlijk wordt in welke mate deze ook moge voorkomen maar zich onvermijdelijk ooit manifesteren zal als een geheel.

    Er zijn hiervan beelden van veranderingen genoeg die zich in het verleden hebben voorgedaan: de opkomst van het christendom is er zo een, de opkomst van de Verlichting, en thans heel duidelijk de opkomst van de islam, die in het westen lang werd tegengehouden door de oude krachten van het christelijk gedachtengoed en de inspiratie van de Verlichting, maar nu, door én het afzwakken van deze westerse krachten én  de opkomende infiltratie van de islamgedachte, leiden kan tot een clash van culturen waarvan de uitkomst vermoedelijk kan uitdraaien in het voordeel van de nieuwgekomene, met al de gevolgen van dien. 

    John Brockman publiceerde in 1986 een boek dat in 1989 werd vertaald in het Nederlands[1] over de toen bestaande ontwikkelingen in de wetenschappelijke wereld. Hij vermoedde toen dat deze het gezicht van de wereld van de komende jaren zouden bepalen. We zijn ruim een kwart eeuw verder, en de wereld van Brockman is sedertdien in een exponentiële versnelling gekomen.

    Maar Brockman had het niet over de wereld van de levensopvattingen, over kunst, over religie. Indien er iemand zou opstaan die deze wereld van nu beschrijven zou dan zou hij tot de vaststelling komen, dat de Verlichting die in onze gewesten de religie heeft overspoeld, uitgedraaid is op een aanbidding van het materiële, het gemakkelijk bereikbare, het geesteloze – geest in de zin van verdieping – het absurde wat de kunst betreft en vandaag op het punt staat terecht te komen in een draaikolk van nieuwe gedachten waaruit, de gedachtenwereld die als de sterkst compacte, als de meest strijdende, alle andere overstijgen zal. 

    De vraag die ons vandaag bezig houdt is de volgende, hoe zal de wereld binnen een kwart eeuw er uit zien. In welke mate zal het virtuele ons leven zijn binnengedrongen en vooral zullen we nog, zoals het deze middag op Klara het geval was, nog kunnen luisteren naar de Negende van Beethoven? 

     Stel dat die verbrand zou worden?



    [1] John Brockman: ‘Einstein, Gertrude Stein, Wittgenstein en Frankenstein, het wetenschappelijk universum’, (reinventing the universe) , uitgeverij Compact, Amsterdam, vertaling Govert Schilling

    07-09-2015, 00:11 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    06-09-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De geest een vat van gedachten

     

    Je herkauwt zaken die je vroeger al hebt gezegd. Het kan niet dat je in de voorbije jaren niet zou gesproken hebben noch over Christian de Duve, noch over Georges Lacroix, schrijvers die je nauw aan het hart liggen, die je geest besprenkeld hebben met hun woorden en waar je die van vele anderen en van jezelf hebt aan toegevoegd, en dit alles, nu de humus vormt van wat je blijft verkondigen, je weinig nog hernieuwend maar terugkerend naar wat er reeds geschreven staat.

    Je volgt aldus het spoor van dat ros patertje van de ‘Vier Seizoenen’, Antonio Vivaldi, die liever een nieuw concerto schreef dan wat hij reeds geschreven had te gaan kopiëren. Maar dit zal wel zo zijn voor elke schrijver of componist verder te schrijven in de stijl die de zijne is dan te hernemen wat hij reeds had opgetekend. Het is wat je opmerkt bij Mahler, als er een componist is die je onmiddellijk herkent dan is het Mahler, je ruikt hem van ver aan het optreden van de instrumenten, aan de vermenging van de klanken, aan de vele kleureffecten die hem eigen zijn. Zo ook moeten zij die jou regelmatig opzoeken en je lezen geraakt worden door jouw manier van schrijven, de plaats van de hulpwerkwoorden bijvoorbeeld, de structuur van je zinsbouw, dit alles en nog andere eigenaardigheden moeten bij jou herkenbaar zijn; zoals dit ook het geval is, voor de onderwerpen die je gisteren en eergisteren hebt uitgebazuind, een soort van gezang  - onder de Menenpoort – gebracht door andere spelers, in een ander pak gekleed, met andere instrumenten maar steeds eenzelfde ‘Last Post’ herhalend, een Last Post die voor jou duidelijk draait en keert om wat je denkt God te zijn. En dat je verdedigt, dat je verantwoordt met te zeggen dat het, het enige waardevolle is waar je over schrijven wilt en kunt, waar je ook mee bezig bent, in welke richting ook je schrijft en dat, wat je ook verkondigt,  de grondtoon ervan immer het probleem God is, wie Hij is en wat Hij is en hieraan gelieerd wat er was vóór het Universum er was en hieraan gebonden, wat er is van de mens in het Universum, welke zijn rol is die hij hier te vervullen heeft en of hij er wel een heeft; of hij hier niet, zoals Monod het meent te weten hier gekomen is, toevallig, zoals een winnend lot in Monte Carlo.

    Vragen gesteld door de zoekende mens, die je bent, die zich even goed zou kunnen beperken tot commentaar op wat er gebeurt om hem heen en, er naast, zelf zaken, gebeurtenissen en personages zou kunnen beginnen uitvinden die dan op hun beurt besproken zouden worden, in vergelijking tot het fictieve fenomenale door anderen gebracht. Een soort geschrijf over menselijke handelingen die de grond van het leven niet raken, zelfs niet benaderen maar enkel de oppervlakkigheid van het bestaan behandelen.

    Neen, men begrijpe, dat in de loop der jaren, en er zijn er nu al enkele, zich een wereld heeft gevormd die hij niet meer verlaat of kan verlaten, al wou hij wel, als hij elke mogen, zoals nu, vóór het licht van de nieuwe  dag – nu steeds later en later - opkomt, hij neerzit om te gaan schrijven, zelden wetend waarover, maar eens zijn eerste zin er is, hij verder de loop van zijn gedachten maar te volgen heeft om uit te komen, zoals hij reeds herhaaldelijk schreef, op een plaats waar hij niet verwachtte uit te komen. Een lange zin die maakt dat de zin die zich aan het vormen was terwijl hij deze hier neer schreef, verloren ging, zoals er zovele zinnen verloren gaan in een leven. Zinnen die wel ooit eens terug zullen komen als de tijd er voor gekomen is. De geest van de mens een eindeloos vat van gedachten zijnde.

    06-09-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    05-09-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Le Flux Cosmique

     

    Vertrekkende van het principe dat het onmogelijk zich een begin in te denken vóór de Kosmische Flux, waaronder wij verstaan de ‘kosmische stroming’, zegt ons Lacroix dat deze Flux altijd moet bestaan hebben – avoir existé en puissance zal Prigogine zeggen - en dat het betekent dat het Universum zoals wij het nu zien, al zien we niet zoals het is in beweging is,  zich terugplooit op zich zelve. Deze Flux is aldus het binnenbeeld van de Kosmos in al zijn wetten, in al zijn geledingen en bewegingen, in al zijn, aan alles, inherente spiritualiteit. 

    Geïnspireerd door Lao Tseu en wat deze vertelt over de Tao[1], besluit Lacroix : ‘le Dieu des Chrétiens est le Verbe, le Dieu du Cosmos est Retour, c’est-à-dire la substance dynamique agissante sur elle-même.’ Hij komt aldus tot het besluit dat ‘God, Kosmos en Zijn’, één en hetzelfde zijn in deze Flux. Waarbij alles, totaal alles, een eenheid vormt en op zich zelf terugblikt. De mens is er een voorbeeld van, hij is en hij weet van zichzelf dat hij er is. Zoals deze Flux (de eenheid God, Kosmos, Zijn) weet van zich zelf dat Hij is. 

    In vorige blogs hebben we, uit het boek van Fritjov Capra en Co, ‘Belonging to the Universe’ het ‘cosmotheandric principle’, van Raymundo Panikkar aangehaald, waarin ‘Kosmos, God en Mens’ gezien wordt als een eenheid . Bij Lacroix is de mens begrepen in het Zijn, wat een beter, daarom niet duidelijker, beeld geeft over de eenheid van al wat is. En als Lacroix hieraan de naam van Flux geeft in plaats van Tao dan is dit omdat hij in zijn, voor mij niet te begrijpen wetenschappelijke uiteenzetting die aanleunt bij wat de moderne fysica hem leert, deze Tao ziet als Flux en uiteindelijk besluiten zal dat we deze Flux ook als God  kunnen zien van wie hij zegt: 

    Dieu n’est pas l’Eglise et l’Eglise n’est pas Dieu. Porter un jugement historique sur les agissements de l’Eglise n’affecte Dieu en rien. Non, Dieu n’est pas l’opium du peuple, Il est le principe de l’Être et de la Vérité.’ (page 249). 

    IK knoop hier graag aan vast de idée van Christian de Duve, Nobelprijswinnaar: 

    Je refuse de me définir comme athée. Il m’est difficile, néanmoins de souscrire à la notion d’un Dieu anthropomorphique. A mon avis, nous devons dépersonnaliser Dieu, tout comme la nouvelle physique nous dit qu’il faut dématérialiser la matière.[2] 

    Aan wat Lacroix noemt, le Flux Cosmique, geeft de Duve een andere naam, er is zegt hij in onze taal ‘pour désigner l’entité qui émergera ainsi, d’autre terme que celui d’ ‘ultime réalité’. Welke ook de naam is die we er aan geven, er is ‘Iets’ om te noemen dat er moet geweest zijn, wellicht in potentie, waaruit is ontstaan al wat is ontstaan en al wat nog zal ontstaan. 

    Ik vind achteraan het boek van Georges Lacroix, een met potlood geschreven tekst, met onderaan een tekening: 

    ‘Ai terminé la lecture de ce livre le 24 août 1981 à Grimentz. Je n’en ai pas compris grande chose. Je sens toutefois que les forces de l’invisible – l’énergie de la métaphysique – se sont installées en moi. Ce livre qui m’a obsédé pendant mes vacances de 1981 et dont j’ai continué la lecture  malgré la difficulté du texte, m’a procuré une grande joie, il est devenu comme un frère que j’aime. 

    Ik weet nu, meer dan dertig jaar later, dat ik toen een grote reis gemaakt heb, die geen enkele plaats op aarde me had kunnen bezorgen.

     


    [1] In de ‘Tao tö king’, het heilige boek van wat Kosmos betekent voor China, lezen we in hoofdstuk 25: Vóór de wereld ontstond was er iets dat niet bepaald kan worden. Zijn naam niet kennende, noem ik het Tao, noem ik het ‘grootheid’. De mens is afhankelijk van de aarde, de aarde afhankelijk van de hemel, de hemel is afhankelijk van Tao, de Tao heeft geen evenbeeld dan zich zelve.

    [2] Christian de Duve : ‘ A l’écoute du vivant’, Ed. Odile Jacob, Paris, sept.2002.

    05-09-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    04-09-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Heropstanding

     

    Niet de morgen maar de nacht heeft klaarheid gebracht. Ik ruk de pagina’s uit het boek van wat ik de laatste dagen geschreven heb, berg deze in een blikken doos die ik begraaf onder  de ceder in de tuin, de plaats getekend met een steen die ik ra     apte in de bergen, pagina’s die oordelen zullen, later, veel later, of de toekomstvisie erin vooropgesteld is uitgekomen of niet. Dit is dan het begin van het vervolg van wat ik schrijven ga de komende dagen, tenminste zolang deze dagen zich zullen openen voor mij. 

    Ooit schreef ik dat ik een Kelt, een gotieker was, en was ik het niet het toch wou zijn – ik zal dus nooit een boek schrijven zoals Christine Hemmerechts haar laatste. En zeg ik nu dat ik me als Kelt en gotieker uitdragen wil naar de bestaande en de komende geslachten, mijn geest en ingesteldheid projecterend naar de toekomst toe wat die ook moge zijn.

    Al was het maar te beginnen met Héraclitus die stelde dat alles bewegend is en dat dit een onverbiddelijke wet was, zowel op het zichtbare als op het onzichtbare spirituele vlak. Niets ontsnapt aan dit bewegen, geen volk, geen wereld, geen religie, geen beschaving, evenmin het voertuig dat je lichaam is.

    Vandaag ontwaakt je op een boek dat je helpen moet je dag te beginnen. De rug doet het wel niet, maar dit gaat over, je bekken zit in pijn maar ook dit zal je vergeten, maar er is dat vreemde boek uit vroegere tijden dat je, gelukkig maar, bewaard hebt. Het boek van iemand die zoals jij, de wereld de rug heeft toegekeerd en zich genesteld heeft in de vreemde theorie van de ‘Flux Cosmique’ die Héraclitus in gedachten had maar het anders heeft verwoord. Het boek van iemand zoals jij die zoekt wat niet te vinden is, omdat zoeken hier het werkwoord is en niet het werkwoord vinden.

    Het is het boek van Georges Lacroix[1] in de tijd der tijden, 1979, opgekomen en sedertdien weggedoken in de bibliotheken die het nog bewaard hebben. En eraan denkend komt een rust in jou die ook een geruststelling is. Je draagt het vele jaren al in jou. Lacroix die een theorie van het ‘zijn’ wil uitklaren toepasselijk niet enkel op het atoom maar tevens op het ganse Universum en meer in het bijzonder op de mens in zijn leven van elke dag, onderhevig aan deze Kosmische Flux, waarbij de affiniteit wordt ontleed die er zonder de minste twijfel bestaat tussen het mystieke van het Taoïsme en de kwantum fysica.

    Het is een boek dat je activiteiten voor een tijdje lam legt, een boek dat je ondergaat en waarop je slechts van op afstand reageren kunt. Het is een boek om in de hand te houden en te weten dat er heel precieuze zaken in staan, die je op vele plaatsen hebt onderlijnd of aangestipt. Waarin je, telkens je een ruime witte spatie ontmoette, een niets zeggende tekening hebt aangebracht, even mystiek als de tekst die je las. Er is dus een band tussen jou en het boek, die dieper reikt dan de ideeën er in verwerkt. Voorlopig ligt het naast jou als een warmte, als een vriend aanwezig in zijn afwezig zijn. 

    Hiermede heb ik in feite alles gezegd wat ik er vandaag over zeggen wilde.



    [1] Georges Lacroix : ‘Théorie de la dialectique cosmique’, Lauzeray international, Paris, 1979.

    04-09-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    03-09-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De wereld die verschrompelt

     

    De vrees voor wat aan het dagen is aan de verre horizont verlamt mijn schrijven. Ik beken ootmoedig dat mijn gedachten geen vlucht meer nemen naar hogere regionen, dat ik vast zit in de prikkeldraad van wat hier voor het ogenblik aan het gebeuren is en dat de waarden, en hier gaat het om, die ik altijd op mijn manier heb verdedigd niet meer aan bod zijn gekomen.

    De verandering is leesbaar in mijn geschriften van de laatste dagen. In mij is Ugo aan het uitdoven, hij is weggezakt tot de onderste lagen waaruit hij met moeite opstaan kan. Ik roep hem en smeek hem het hoofd koel te houden en te zijn wie hij was voorheen, maar hij antwoordt me met een dofheid of hij antwoordt zelfs niet meer. Ik sta er dus helemaal alleen voor, vind geen dubbelganger voor hem en ik voel me alsof ik hem vervoegd heb in zijn dofheid.

    Ik zie een wereld die verschrompelt, wat gisteren was is niet meer vandaag en wat vandaag nog is zal morgen niet meer zijn. Het wordt het einde van de genoegens die ik kende een tekst te hebben geschreven die ik waardevol achtte; het wordt het einde als ik de strijd tegen het ‘niets’, het ‘nada’ van Saramago waar hij zo graag over uitweidde, niet kan overwinnen; als ik, op ogenblikken zoals deze, zelf verga in het niets van het niets. Ik voel de dreiging van de wereld die dieper en dieper doordringt, die me de keel toesnoert. De morgenstond vóór het eerste licht, de momenten die het licht voorafgingen van vroeger en me optilden, zijn momenten van onevenwichtigheid geworden. Ik ben in een paar dagen tijd een gekluisterde man geworden – wat dit ook betekenen mag. 

    De laatste dagen dacht ik dat mijn lichaam aan het afzwakken was, dat de kracht van mijn ‘zijn’ aan het wegebben was, maar mijn lichaam is gebleven wat het was,  het is de vrees die me verlamt. Wie of wat helpt me uit mijn zwartgalligheid, wie komt me ter hulp, welke heilige, welke vriend, welke ingeving. 

    Ik moet en wil terug naar de dagen dat ik me verheugde op de komst van de kleuren van de herfst, verheugde op het stilvallen van de natuur, het tot rust komen opdat ik ook tot rust zou komen. 

    Heb voor mijn ogen, de jonge, blonde meid die de duizend mannen in Calais op een of andere wijze behulpzaam wou zijn. Wellicht weet ze niet dat deze, allen zonder uitzondering, geleerd hebben dat de vrouw een akker is en niet veel meer.[1] 



    [1] ‘Vos femmes sont pour vous un champ de labour: allez à votre champ comme vous le voudrez, mais faites auparavant une bonne action à votre profit. Sourate II, 223: Vertaling D.Masson (Bibliothèque de la Pléiade). Gallimard.

    Daartegenover het Joodse begrip over de vrouw, zoals in Corinthiers: 7, 4 ‘The wife hath not power of the own body, but the husband; and likewise also the husband hath no power of his own body, but the wife. (King James' version).

    03-09-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    02-09-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.E-mails

     

    Vroeg deze morgen: ik ben benieuwd hoe ik vandaag er in slagen zal de nodige inspiratie te vinden om met eer door de dag te komen, of tenminste zonder kleerscheuren. Om te beginnen wil ik de dwanggedachten van de laatste dagen van me afzetten en recht als een kaars binnen gaan in de uren die zijn en niet in deze die komen zullen; het ‘zijn’ is al moeilijk genoeg als het lichaam bij elke beweging tegen stribbelt opdat ik mijn geest in verwarring zou brengen met spookgedachten. 

    Maar kan het nog te zijn zoals ik ingesteld was toen ik met deze blogs begonnen ben; kan ik vandaag nog mijn dag doorbrengen zonder een of andere e-mail die me wijst op wat zich aan het afspelen is in de wereld. Ik heb de media niet meer nodig, trouwens ze vertellen maar wat ze wensen los te laten en verzwijgen het essentiële, maar de mails krijg ik onverbloemd binnen via internet. En, als het zo is bij mij dan moet het ook zo zijn bij anderen, moet de ganse westerse wereld overspoeld worden met ongecensureerde feiten en gebeurtenissen die circuleren van scherm naar scherm en alle, meer en meer gecentreerd zijn, niet op het beoefenen van naastenliefde, maar op het gevaar inherent aan deze beoefening. Het kan niet dat onze politiekers hiervan verstoken blijven, maar desondanks blijven ze hun groot hart tonen,

    Anderzijds welke in beeld verwerkte gedachten moeten er dan niet circuleren onder de volgelingen van Mohammed over, én wat er zich afspeelt in de dorpen en steden waar IS, hun broeders in Allah, zijn binnengedrongen (Palmyra als het zoveelste voorbeeld), én wat ze horen over de vluchtelingenstroom die Europa bereiken en het gevaar dat ze er lopen hun geloof te verliezen en door ons bekeerd te worden. 

    Het is duidelijk, de ganse wereld is in een oorlog verwikkeld, is het er geen van wapengeweld het is er een van ideeën die tegen elkaar opbotsen. 

    Hoe kunnen we, hoe kan ik, met kalmte en sereniteit de herfst ingaan, hoe kan ik terugkeren naar de sfeer van mijn blogs uit mijn beginperiode, naar wat ik toen meende belangrijk te zijn om te vertellen. Ik zie geen mogelijkheid meer. Vanmorgen stond ik op met de gedachte alle spookgedachten achterwege te laten, maar ondertussen word ik overstelpt door een vijftal mails die alle zonder uitzondering, handelen over het vluchtelingenprobleem, niet zo zeer om het probleem zelve, maar om wat de gevolgen ervan zullen zijn. 

    Daarenboven, waar niemand het over heeft, we leven reeds als land boven onze stand, tientallen jaren al geven we meer uit dan dat er binnenkomt, we zijn geen rijk land, het is dus niet dat het niet op kan. We moeten dus nog meer gaan lenen om de vluchtelingen die hier binnen komen te onderhouden. en wie gaat die leningen terug betalen, als ze ooit terugbetaald zullen worden, niet de politiekers van nu, niet wij volwassenen, belastingbetalers, wel zij die na ons komen. Zij zijn het in elk geval die de gevolgen zullen dragen van de huidige Europese politiek zoals ze is uitgestippeld.  En hoe zwaar die gevolgen zullen zijn is niet te becijferen noch in te beelden. 

     

     

    02-09-2015, 08:09 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    01-09-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Volle maan en de Kaaba

     

    Voor de maan schuiven lijk gedachten, de wolken, het zijn maar sprokkelwolken en het zijn maar sprokkelgedachten, maar het beeld ervan, hoog boven mij, is van een schoonheid die vroeger gedichten leverde en kunstenaars in vervoering bracht om er melopeeën over te schrijven en doeken, met banden licht over het water, te schilderen. Tijden die van vroeger zijn zo dat je, zoals ik, van vroeger moet zijn om de volle maan nog op te merken, laat staan nog te vermelden. 

    Nochtans is het een beeld van alle tijden is. Een beeld dat Abraham zag en zijn zoon Ismaël toen ze in het land dat het hunne was een soort tempel bouwden – dit laatste staat vermeld in de Koran, de maan is van mij – deze werd in de loop der tijden herhaaldelijk herbouwd. De tempel werd de Kaaba, nu omkleed met een zwarte doek met gouden letters bestikt, alsof het een levend wezen was. Alhoewel het geen kunstwerk is in de eigenlijke zin van het woord – het is slechts een simpele gemetste ‘kubus’ –is het ‘ le seul objet façonné faisant obligatoirement partie du culte islamique’, schrijft Burckhardt maar, zijn spirituele betekenis is naar gelang het gezichtspunt, mythisch of gereveleerd. En het zou  ook Abraham geweest zijn die de jaarlijkse bedevaart naar de Kaaba heeft ingesteld.

    Abraham, zegt de Koran (Sourate III 67), was noch christen, noch jood, maar hij was een ware gelovige, onderworpen (muslim) aan God, hij was geen polytheïst. Hij wordt echter niet gezien als de voorvader van de Arabieren, maar als een apostel van het zuivere en universele monotheïsme dat de Islam zich voornam te hernieuwen. 

    Waarom schrijven over Abraham wiens graf door de Israëlieten gesitueerd wordt in Kyriat arba, volgens hen gelegen in het vroegere Palestina?

    Genesis 23, 2, verhaalt dat Sarah de vrouw van Abraham overleed in Kyriat arba of ‘Dorpen van vier’ en dat ze begraven werd, evenals Abraham, in de grotten van Maqfellah. Kamal Salibi schrijft in zijn reeds voorheen geciteerd boek ‘La Bible est née en Arabie’ dat er ten zuiden van Mecca, ter hoogte van Qunfudhah, nog steeds het dorpje Maqfalah (mqplh) bestaat – Arabische woorden zijn niet gevocaliseerd - en dat er dichtbij ook vier dorpen zijn waarvan de naam begint met ‘Quriath’.

    Dat ik het meer vertrouwen heb in Salibi is duidelijk. Het is dus goed mogelijk dat het Abraham is geweest, zoals de Koran het vermeldt, die met zijn zoon Ismaël, de tempel, later de Kaaba, zou gebouwd hebben gezien hij in die omgeving verbleef.

    Ofwel geloven we de Israëlieten die voor de vuist weg gezegd hebben waar Kyriat arba zich bevond, ofwel geloven we Kamal Salibi die de dorpen in het land van Abraham heeft bezocht. Echter vandaag maakt Salibi niet de minste kans om gelijk te krijgen, wat voorbij is, is voorbij, niemand komt er nog op terug, zeker de Arabieren niet.

     

     

    01-09-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    31-08-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Boeken (2)

     

    Ik lig met drie boeken naast mij: de kwatrijnen van Omar Khayyân -het boek dat ik daarna op zijn rek ga plaatsen - en twee andere, meer waardevolle werken: ‘L’Art de l’Islam’ van Titus Burckhardt en ‘An introduction to Arab poetics’ van Adonis. 

    Uit het eerste werk citeer ik een kwatrijn dat veelzeggend genoeg is en duidelijk beschrijft wat de volgeling van Mohammed, dan toch de mannelijke, te wachten staat eens hij de ogen voor goed gaat sluiten, hij, tenminste kan dus vertrekken in grote verwachting: 

    On dit qu’au Paradis des filles aux yeux noirs / du vin pur et du miel seront matin et soir / il n’y a donc à boire et aimer nulle honte / puisque tel est notre destin en fin de compte.[1] 

    (Degenen die mijn blog van  22 augustus hebben opgevolgd en het betoog van Koenraad Elst over het/de fatwa uitgesproken over Urbain Vermeulen hebben opgezocht en gelezen, weten welke kwaliteiten Urbain Vermeulen toekent aan de man in de Arabische wereld, de belofte die hen door Mohammed werd gedaan wat de hemel betreft, ligt in de verlenging van de ‘hoedanigheden’ die ze hier op aarde bij uitstek beoefenen.) 

    Wat 'ons' daarentegen te wachten staat is minder expliciet, ons wordt het eeuwige leven beloofd, waarover we het gissen hebben wat dit betekenen zou en wellicht om deze reden door velen herleid wordt tot de holte van het niets. De nieuwgekomenen vrezen dus niet dat eens ze het land van de ongelovigen binnen trekken, hun voorrechten wat de hemel betreft - een rijke met  wijn en ‘halal’ gevulde tafel en bediend door mooie, jonge, beloftevolle meiden/maagden - zullen opgeheven worden en dat ze het zullen moeten stellen met de hemel die van ons is.

    Een tweede werk is dit van Arabische schrijver die zich Adonis noemt. En waarin ik val op een zin die ik, een tijd geleden al, bij een vorige lezing, met potlood heb onderlijnd: 

    ‘In the language, poetry and thought are fused into a unity of consciousness, in such a way that thought seems to emanate from the poetry like perfume from a rose. This characteristic is embodied in the metaphorical structure of the expression.[2] 

    Om diverse redenen ben ik gelukkig dit te lezen omdat ook voor mij de metafoor een wapen is dat ik maar al te graag gebruik en door heel wat schrijvers wordt omhelsd. Een vriend stuurde me onlangs een van zijn zeegedichten met als hoofding ‘Horizon’: 

    Ik kijk naar de zee / de golven, het strand / en die zachte ruimte / aan de horizonlijn. / Met gedempte ogen / zie ik dat blauw gordijn / met die witte glimp, / van wat altijd wijkend / en stil zal zijn. 

    En à propos, hoe verwerk ik dit, hoe lees ik wat er geschreven staat, wel ik gis:

    jij die me leest, weet hoe goed ik me voel hier, met die ruimte van strand en golven levend tot in mij, ik me verlengend tot aan de horizon, tot in de verre luchten, blauw, gedempt met wit, uitdeinend tot in het oneindige en toch onbeweeglijk. Ik, dit almles overschouwend. 

    En dan is er Titus Burckhardt in zijn schitterend werk over de kunst van de Islam.[3]. Ik kan uit dit immense werk dat met veel liefde en inzicht geschreven werd, tal van belangrijke passages halen die de waarde ervan en de grootheid van de Arabische als Islamitische kunst duidelijk onderlijnen, maar dit ware onbegonnen werk. Ik wens alleen maar over te nemen wat hij zegt over het Arabisch als schrift in vergelijking tot het Chinese: 

    ‘Les caractères chinois s’étalent verticalement, de haut en bas; ils imitent le mouvement d’une théogonie descendant du ciel sur la terre. L’écriture arabe elle progresse horizontalement, sur le plan du devenir, mais elle va de la droite, champ de l’action, vers la gauche, région du cœur. Elle décrit donc un mouvement allant de l’extérieur vers l’intérieur. Les lignes successives d’un texte sont comparables à la trame d’un tissu. En fait le symbolisme de l’écriture s’apparente à celui du tissage et se réfère comme lui à la croix des axes cosmiques.’ 

    Waarom nu deze blog, over drie schrijvers, waarom, na mijn vrees over de toekomst van onze westerse beschaving te hebben uitgesproken, waarom nu uit te weiden over werken die het positieve van de islam op het voorplan schuiven?

    Wel omdat het een realiteit is, dat er vertrekkende van uit de Arabische kunst van voor Mohammed en de Islamitische die er in de eerste eeuwen is uit ontstaan, op het gebied van de bouwkunst als van de literatuur,  een grote verrijking is tot stand gekomen waar we met grote ogen naar opzien en dat deze in schril contrast staat met het beeld dat de fanatieke islam voor het ogenblik aan het uitdragen is en ons de stuipen op het lijf jaagt, want de tijd dat de kunstenaar het recht had zich te baseren op wat de profeet gezegd zou hebben: ‘God is schoon en hij houdt van schoonheid’ is van eeuwen geleden. Vandaag is het meer dan duidelijk dat er uit de islam een ras is opgestaan dat er op uit is, ons en de wereld te veroveren, en we zouden, geen racist mogen zijn?



    [1] Omar Khayyâm (mort en 1072) ‘Quatrains’ Choix de poèmes traduits du persan par Vincent Monteil, Ed. Sindbad, Paris 18 (Quatrain 124)

    [2] Adonis, ‘An introduction to Arab poetics’ waarin tal van passages onderlijnd werden – ik kocht het op 13.04.1993 in Al Sadi books, London, pag 70.

    [3] Titus Burckhardt: ‘L’art de l’islam, Langage et signification’, Sindbad, Paris, 1983

    31-08-2015, 04:32 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    30-08-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De tijd die ik beleef

     

    https://www.youtube.com/watch?feature=player_embedded&v=HXYg5rFeuFk 

    Ik moet nogmaals uit mijn schelp komen – mijn koninkrijk zegt Shakespeare - als ik zie dat vluchtelingen aan de Grieks-Macedonische grens, voedselpakketten weigeren omdat er een rood kruis op de verpakking staat en het voedsel erin niet ‘halal’ is. De politie die deze dozen uitdeelt wordt op weigering onthaald en keert er mee (wellicht vloekend) terug naar hun tenten. Nu, het kan dat er onder hen vluchtelingen zijn die niet zouden aarzelen om het aangebodene te aanvaarden maar het niet durven in het bijzijn van de fanatiekelingen onder hen. Maar er zijn dus wel een aantal racisten die hier voor de poort staan en die we hier ontvangen, want hun indeling, in gelovigen en niet-gelovigen, wat ze ons onmiddellijk laten blijken, is een grotere en gevaarlijkere kwaal dan de indeling tussen blank en kleur.

    Maar wat even erg is, er zijn onder hen dus vluchtelingen van het kaliber van de fanatiekelingen die hier reeds gevestigd zijn en deze nu gaan vervoegen. De voorgevoelens waar we nu reeds mee geconfronteerd worden zullen er niet door verminderen, integendeel. Een feit is zeker, we worden overspoeld, traag maar zeker. Wij zijn het niet die hen redden van hun broeders, moordenaars en cultuurbarbaren, neen, ze komen hier om te verstarren in wat ze zijn en vooraleer ze binnen zijn, reeds hun wetten stellen, daarna volgen de imams.

    Ik begrijp dus de Peeters’, de DeCroo’s en consoorten niet die onbekommerd deze beelden ignoreren – er zijn op de side hierboven identieke beelden genoeg om je dag te vullen - en doen alsof er hier niets aan het gebeuren is, al is er dan toch iemand die het aandurft op te staan om onmiddellijk, zo gaat het hier, door groen en rood met de vinger gewezen te worden.

    Voor mij is het effect van deze webside beelden duidelijk en voel ik aan, denkend aan mijn kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen, dat ik de wereld zoals ik die nu ken, niet met een gerust gemoed zal verlaten. Het gevolg hiervan is ook dat ik me elke dag optillen moet boven deze woekerende gedachten, om te kunnen schrijven in vrede met mezelf en met mijn omgeving en me ervan te overtuigen dat deze zich aanmeldende wereld utopisch is en dat het nimmer zo ver komen zal. 

    Vandaag schrijf ik niet verder, heb er de kracht niet toe omdat ik ver kijkend in de toekomst, onze gotische kathedralen tot puin zie herleid, omdat ik Bach en Beethoven en Mahler en bibliotheken boeken en musea kunstwerken een prooi zie worden van haat en vernieling.

    Overdrijf ik?

     

     

    30-08-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    29-08-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Boeken en verwondering

     

    Heb naast mij een stapel boeken liggen die ik lezen/herlezen wil. Ze kijken me vragend aan maar elke dag ga ik er aan voorbij, neem ze hoog uit eens in de hand om ze daarna terug te leggen. Ik weet dat ik hen onrecht aan doe, een vreemd gebaar omdat er achter elk boek een schrijver schuilt die smeekt om gelezen te worden – zoals ik smeek dat mijn blogs gelezen worden – echter is er voortdurend de roep in mij van de gedachten die vragen om genomen te worden. Daarenboven zijn er ook de vele dagelijkse dingen die én tijdopslorpend zijn én een rem zijn in het uitwerken van mijn gedachten. Om het te zeggen zoals het is, het betekent dat mijn blog affaire de ganse dag en soms een deel van de nacht in beslag neemt. Het karakteristieke eraan is dat het zonder einde is, pas geschreven is er de volgende die opduikt. 

    Dit moet ik in de loop der jaren, al enkele malen gezegd hebben, het ritme dat er in ligt heeft gemaakt dat deze affaire, die geen liefdesaffaire is denkt het maar niet, de krachtlijn van mijn leven is geworden, mijn levensadem, zonder deze zou ik verwelken en opgaan in ouderdom zoals er zovelen zijn. Ik mag dus de hemel dankbaar zijn dat mijn levensadem gevoed wordt door mijn blog en vice versa, mijn blog er niet zijn zou ware er niet die zo nodige adem. 

    Onderaan de stapel boeken naast mij, ligt ook één van mijn dagboeken, vandaag is het en dit sedert enkele dagen al dit van 1999. Bij het openen val ik op volgende passage: 

    ‘ik vind deze morgen in mijn bus het overlijdensbericht van Zacharie B., een vriend, meer nog een broeder in de geest. Hij was van 1927. Het had evengoed mijn doodsbericht kunnen zijn. Ik realiseer me hoe dicht ik dat punt genaderd ben. Nochtans geef ik me er geen rekenschap van, heb ik het bericht van iemand anders nodig om te weten hoe rakelings ik gekomen ben. De ernst van het leven krijgt het gelaat van de dood. Ik weet dat ik hem gedenken moet met woorden, een éloge funèbre, woorden die opdoken toen ik zijn naam zag vooraleer ik de woorden las. Hoeveel woorden zijn er niet die nooit geschreven worden, Pessoa schreef dat de mooiste en de meest prangende woorden nimmer geschreven worden. Ik denk erbij en wellicht dacht hij het ook, omdat het geen woorden zijn maar gedachten die het verwoorden ervan ver overstijgen.’ 

    Ik overleefde, maar herlezend wat ik schreef, wellicht nog herhaaldelijk erna, is het eens te meer een verwittiging die me deze morgen – en ik voelde me nochtans heel goed – in de voeten geschoven wordt. 

    En als ik verder lees in zelfde dagboek komt Prigogine, uit welk boek weet ik niet meer: ‘Pour Héraclite, tel que l’a compris Carl Popper, la vérité est d’avoir saisi l’être essentiel de la nature, de l’avoir conçue comme implicitement infinie, comme le processus même.’ 

    Ik zag gisteren op BBC four een uitzending over ‘The secrets of quantum Physics’, een uitzending van Jim Al-Khalili, een man die ik apprecieer al was het maar om het prachtige Engels dat hij spreekt. Het programma liep over in welke mate de kwantum fysica tussenkomt in het oplossen van bepaalde biologische mysteries. Ik beken eerlijk dat ik er niet veel van begrepen heb, alleen dat de kwantum fysica een wereld is achter de realiteit, een wereld die alle verbeelding overstijgt en het in feite – en dat ontgaat ons totaal – deze wereld is die de realiteit is en niet, de wereld waarin we in rondlopen. 

    Als Popper bedoelde dat het de wereld van de kwantum fysica is die de essentie is van de natuur, oneindig in het ‘zijn’ en in zijn evolueren naar, dan kan ik enkel heel nederig bekennen dat ik er niets van begrijp maar dat, het feit dat de natuur is wat hij is, ik verga van verwondering en dat ik er een naam voor heb, een woord van drie letters en geen jota meer en dan is het gelaat van de dood ook het gelaat van deze verwondering.

     

    29-08-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Archief per week
  • 22/04-28/04 2024
  • 15/04-21/04 2024
  • 08/04-14/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 25/03-31/03 2024
  • 18/03-24/03 2024
  • 11/03-17/03 2024
  • 04/03-10/03 2024
  • 26/02-03/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 12/02-18/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 29/01-04/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 15/01-21/01 2024
  • 08/01-14/01 2024
  • 01/01-07/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 16/10-22/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 02/10-08/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 18/09-24/09 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 04/09-10/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 21/08-27/08 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 07/08-13/08 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 17/07-23/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 03/07-09/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 13/03-19/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 25/12-31/12 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 21/11-27/11 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 10/10-16/10 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 01/08-07/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 04/07-10/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 13/06-19/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 16/05-22/05 2022
  • 09/05-15/05 2022
  • 02/05-08/05 2022
  • 25/04-01/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 11/04-17/04 2022
  • 04/04-10/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 07/03-13/03 2022
  • 28/02-06/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 14/02-20/02 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 17/01-23/01 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 26/12-01/01 2023
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 08/11-14/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 19/07-25/07 2021
  • 12/07-18/07 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 28/06-04/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 31/05-06/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 19/04-25/04 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 29/03-04/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 16/11-22/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 07/09-13/09 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 25/12-31/12 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 24/12-30/12 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 29/11-05/12 -0001

    Archief per maand
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 11--0001

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs