 |
|
 |
|
|
 |
26-03-2013 |
Kilte |
Er is
een kilte tussen het woord en mij
gekomen, gekeerd
in vreemde havens,
wijl ik neerzit waar ik gisteren was,
de dagen ervoor er was,
maar nu een kilte
waar de warmte was,
de inspiratie zich had opgehoopt
en er versteend is uitgekomen.
Vreemd het is,
mijn dromen afgevlagd.
Wat weet ik dat ik gisteren niet wist,
hoe de gezangen opgevolgd,
de witte lijn der golven,
het onverwachte
dat mijn voedingsbodem was,
van wat kon nagelaten,
opgesteld en geaccentueerd
in geest en in gevoelens,
verschroeid.
Maar een kilte nu,
het woord ontbeend, ont-mergt
ontwapend:
waar kom ik uit,
nu het woord me niet meer
ten goede komt,
nu wranger is dan wrang.
Gebeure wat gebeuren moet,
niet alle brood is koekebrood,
ik zeg dan maar
wat ik anders nooit zeggen zou,
van vele dagen, wat ik anders
verbergen zou.
In wolken en nachten ben ik
verder gereisd tot ik aan kwam
waar ik niet hoorde te zijn,
alsof ontredderd.
Uitgesproken in dalende lijn
toen de duisternis viel.
De kilte zich niet oplossen kon,
in ademnood.
26-03-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
25-03-2013 |
Een grote morgen (2). |
Een grote morgen was het gisteren en ik neem nu voor het eerst de
woorden over uit mijn notaboekje de berekening dat het Universum 100 miljoen
jaren ouder is, werd gedaan aan de hand van de Europese ruimtetelescoop
Planck, en de foto in El País was het beeld dat het Universum uitstraalde
op het ogenblik dat het 380.000 jaar oud was. En dan lees ik:
Los primeros tiempos del cosmos fueron de
altisima temperatura, una sopa densa de protones, electrones y fotones.
En dan mijn vraag, 1. vanwaar kwamen die protones, electrones y fotones en 2. hoe kwam het dat die
elektronen en protonen het vermogen bezaten, bij het afkoelen na 380.000 jaar,
atomen te vormen en de fotonen (licht) hierbij vrij bleven, opdat hieruit, na
13.100.000.000 jaar het Universum zou ontstaan zoals het nu gekend is?
Inderdaad, een grote morgen: hier te zitten op mijn rots, de uitdeining
van de Big Bang te beluisteren in de grote symfonie die van de golven is, en ik
badend in die symfonie van het Universum en woorden optekenend die me bereiken,
komende van schrijvers van vroeger en nu, komende van oneindig ver terug toen
ik al in potentie bestond, een minimale fractie na de Big Bang.
Wie moet ik dankbaar zijn?
Er blijft dus nog altijd één stap te zetten om te komen tot de verste
origine van de elektronen, protonen en fotonen, een stap die nooit gezet zal
worden, gelukkig misschien, de wetenschap zal zich tevreden stellen te weten
dat ze een beeld hebben van 380.000 jaar na de Big bang en te weten dat het Universum
niet 13 miljard jaren oud is, maar 100 miljoen jaren ouder nog en dat, wat was
vóór de Big Bang, hun zaak niet is omdat dit in het domein van de metafysica
moet gezocht worden.
Het zou dus kunnen met de nadruk op zou kunnen - dat het protones y
electrones zouden geweest zijn die, hetzij ontstonden uit de Geest en bezeten
waren door de Geest, hetzij de materiële vorm waren van die Geest.
Maar wie ben ik om een dergelijke stelling naar voor te schuiven.
25-03-2013, 06:35 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
24-03-2013 |
Een grote morgen, (1). |
Deze morgen ontwaak ik met de Pastorale van Beethoven. Is er beter
ontwaken?
Wellicht. Toch is het een verrassing die er geen is, Beethoven zit in
mijn genen, zit in mijn bloed en dan vooral zijn Pastorale, omdat het mijn
eerste Beethoven was.
Het was de dag dat ik op negentienjarige ouderdom het medisch onderzoek
onderging dat me geschikt zou verklaren voor de militaire dienst. Het gebeurde
in Brussel en in de namiddag was ik een film gaan zien, de film van toen, Fantasia
van Walt Disney. Heb nog altijd het programma ervan in de dichtbundel, Spiegel
der Zee van Karel Jonckhere. Het was de film die me binnenleidde in de
klassieke muziek die me van dan af niet meer verlaten zou.
Igor Strawinski en zijn Sacre, Johan Sebastian Bach en zijn Toccata en
Fuga, Moussorgski en zijn Beelden van een Tentoonstelling, Paul Dukas en zijn
Leerling-Tovenaar, Ponchielli, Tsjaikovski en wie nog? Een wereld die zich
opende voor mij, het was in 1947, daarna kwamen er vele anderen, Mahler,
Shostakovitch, Debussy, Ravel, noem maar op. Ik was verloren voor de klassieke
muziek, mijn enig voedsel, het was zo erg dat de Beatles aan mij zijn
voorbijgegaan, un trou dans mon éducation
musicale, met al degene die er op
volgen zouden.
Een grote morgen was het want er was ook een e-mail van een groot
schrijver, woorden die me vleugels gaven.
Onmiddellijk daarna ben ik mijn dagblad gaan halen met een eerste zin in mij
als mogelijk antwoord op zijn mail: Hoe gelukkig je me maakt met je woorden, mijn vriend
en ik dacht onmiddellijk
een zin die in mij is gebrand - aan Anabase van Saint John Perse: de mon frère le poète on a eu des
nouvelles, il a écrit encore une chose très belle et peu en eurent connaissance.
Op mijn plaats aan zee voelde ik me ongelooflijk rijk, binnen in mijn
Arcadia. En toen ik mijn dagblad, een andere vriend hier, ondanks de wind, opensloeg:
een foto van het Universum: El universo
es 100 millones de años màs viejo de lo que se creía. En verder nog, mijn
naamgenoot Gérard Mortier, del Teatro Real de Madrid: cumplira entegro su
contrato: die ondanks de enorme besparingen, zijn contract zal mogen afwerken.
Een grote morgen was het, de zang van de zee, de wind in mijn gelaat,
gezeten voor de oneindigheid die van de zee en de oceanen is, heb ik het klad
gemaakt van mijn brief die ik mailen zou achteraf naar ik dacht, met drie
elementen: Saint John Perse, een psalm uit de bijbel en een vroegere zin van
hem over zijn vrouw die ik me herinnerde en die me enorm had getroffen.
De woorden kwamen lijk de golven op de rotsen. Ik schreef zoals altijd
in diagonaal over het blad van mijn notaboekje - zonder lijnen - in een over en
weer schuiven van de hand, nog steeds meer dan ooit vertoevend in mijn Arcadia.
En ondertussen op de achtergrond van mijn geest, het artikel over het Universum
dat 100 miljoen jaren ouder zou zijn dan eerst gedacht. Maar meer hierover in mijn blog van 25 maart, anders wordt hij te lang vandaag.
24-03-2013, 03:46 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
23-03-2013 |
Arcadia |
Ik ben een oud gezicht voor zij die me kennen, en zeker voor zij die me
niet kennen en die mijn ouderdom aflezen van mijn gang, mijn houding, de witte
kleur van mijn haar.
Ik ben ook die man als ik voor de spiegel sta, maar zonder spiegel, in
mijn diepste binnenste, ben ik jong al is het maar jong van geest.
Ik schrijf en blijf schrijven en ik voel me niet-oud als ik schrijf. Schrijven
is mijn therapie. Meer hoeft er niet gezegd, alleen vol te houden tot mijn
laatste ademtocht, wat een groot geluk zou zijn.
Ik kom aan de zee waar de golven zich storten op de rotsen en ik heb de
wereld verlaten, de wereld die zich sluit achter mij, een hek opgetrokken
tussen de zee en de wereld, een doorzichtig hek weliswaar, want mijn gedachten
ben ik niet altijd meester, ze zwerven uit.
Ik vraag me af, Stefan, hoe het met je boek is gesteld, of er schot in
komt. Weet dat Ik hier las van een Baskisch schrijver hoe hij er toe kwam, vertrekkende
uit Medellin, Colombia een plaats die je kennen moet - een geromanceerde
biografie te schrijven over Robert Mussche, vriend van Johan Daisne. Heb omdat
het handelt over een vergeten Vlaamse schrijver, het boek besteld, wachtende ook
op de bestelling van het boek van jou, dat ik niet missen wil.
En hier aan zee, aan mijn stuk kust van de zee, opent zich mijn
kosmos-wereld, de enige die ik hier kennen wil en is er een goot deel
van mij dat niet van deze aarde is. Gezeten in het oog van de golven, de wind in mijn gelaat, is wat
van mijn eeuwigheid is, van mijn nog-niet bestaan en nog-niet geboren zijn en
toch te zijn van alle tijden.
Dit zijn de ogenblikken dat ik vergeet te bestaan en toch besta, een in between tussen droom en realiteit. Een
Arcadia, de plaats die je koestert en door jou in de verf wordt gezet in je 'Mobilisatie
van Arcadia'.
Ik had er zo-even nog geen naam voor, maar ik weet het nu, deze plaats
hier is het Arcadia dat jij, Stefan, me hebt leren kennen. De plaats die Dante
kende in zijn tocht door de Hel als hij wandelde samen met Vergilius in het
gezelschap van Homerus, Horatius, Ovidius en Lucanus, en hij schreef dat het
goed was hier te spreken over dingen waarvan het beter was te zwijgen op aarde.
Een pogen, het zoveelste, een stukje literatuur te plegen. Niet allen
zullen me volgen naar de plaats van het zijn en van het niet zijn, al staat het
opgetekend en kan het worden opgezocht.
23-03-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
22-03-2013 |
Geloven |
Wat ik ooit schreef over God waarover anders kan men schrijven
vandaag nu er een nieuwe paus is opgestaan, als zijn woordvoerder was maar
een kleine opening, een terugblik van wat men al dacht, eeuwen geleden. We
waren er toen al in potentie, zoals we er nu al in potentie zijn geprojecteerd
naar de toekomst toe, die even verbazend zal zijn van nieuwigheden, als van het
gelaat van de zeeën hier.
Eeuwen geleden schreef een scriba, zoals ik aan zee gezeten, in het Demotisch
- hij hoorde het van Akhnaton dat zoals er maar één zon is maar ene God is. We
weten nu dat er oneindig vele zonnen zijn en ik denk, alle zonnen gehouden in
ene hand. Hoe die hand is en of het een hand is weet ik niet, ik kan enkel maar
gissen.
Vergeef me als ik spreek zoals ik spreek, met vragen die antwoorden
zijn en antwoorden vragen. Omdat ik zoekende ben en dat noch gelovige, noch
ongelovige enige zekerheid bezit. Het is een kwestie van kiezen in welk vak van
de twee we ons wensen te bevinden.
De kracht van het minuscule zaadje in de smalste spleet of in het kleinste ankerpunt terecht gekomen is,
na zovele equinoxen, tot bloem gekomen. Het heeft ons allerminst verbaasd, er
zijn geen boeken over geschreven, geen dichtbundels er aan opgeofferd. We zagen
het zelfs niet gebeuren, laat staan dat we het als bloem het hier zouden hebben
opgemerkt.
En toch, en toch, het had ons moeten raken, het had ons moeten
aanzetten te begrijpen, hoe uit het simpele van het zaad een wonder kan
ontstaan en dit nog niet tot ons is doorgedrongen. Al wordt wel erkend, als een
universeel gegeven, dat niets sterker is dan wat van het leven is.
Van mijn schrijven weet ik dat het me werd aangeleerd, maar van het
leven hoe het er gekomen is weet ik niets, weet ik nada de nada.
Maar, zelfs niets begrijpend, weet ik dat het een wonder is en dat er
maar één hand is die wonderen kan verrichten en ook dat deze hand zeker Niet
het nada is.
Tot daar mijn punt van geloof.
22-03-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
21-03-2013 |
Poëzie of Proza |
Het is de zon die me schrijven doet, de zon, de zee, de luchten en
meest van al de golven die me telkens verrassen met hun gezang telkens als ik
hier aankom. Ik herhaal het en blijf het herhalen, ik kan niet zonder schrijven
omdat ik hier telkenmale geconfronteerd wordt met alle elementen van de kosmos
die me bereiken kunnen en mijn vreugde zijn, mijn uitgelatenheid en mijn
tevreden zijn met mijn lot, vandaag, en morgen ook nog misschien, al weet je
nooit wat je te wachten staat.
Maar zeg me nu wat ik je schrijven moet en mag, nu ik geopend ben op
het meest fascinerend beeld dat te bereiken is, als ik neerzit in een wolk van
energieën, van openspattende elektronen die wegschieten, de luchten in,
gemengd, verstrengeld met de elektronen van zee en aarde, van struik en bloem,
van mus en meeuw.
En het is niet omdat ik, klein mensje, het niet zien kan, dat er niets
zou zijn, het is precies omgekeerd. Het beeld is er, maar ik ben er niet. Waren
er mijn woorden niet, the sealeaks
van mijn hart en bloed.
Begrijpe me, ik ben niet veel meer dan een hand een pen een schrift, zijnde
de verlengingen van mijn geest naar jullie toe. Jullie die het voorrecht hebben
me te lezen op het raam van jullie PC, het is mijn handdruk voor vandaag, mijn
verwelkoming in mijn rijk van vandaag.
*
Je dag was maar wat lijnen tekst neergezet met het schuiven van de
hand, in diagonaal in je schrift, je cuaderno.
Onleesbaar voor oningewijden, soms zelfs onleesbaar voor jezelf. Maar het staat
geschreven, in duidelijk tekens op de morgenhorizont waar ze blijven zullen tot
de avond en de sterren.
Dit alles van een eenvoudige mens, in enkele paragrafen.
21-03-2013, 18:33 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
20-03-2013 |
Vergeten Vlaamse Schrijvers |
Robert Mussche, een van de vele vergeten Vlaamse schrijvers is terug,
en dan vooral In Spanje, tot leven gekomen door een Baskisch schrijver, Kirmen
Uribe. Hoe dit gebeurde vertelt hij ons in een artikel in El País semanal van 17 maart.
Alles begint in Medellín, Colombië, waar hij, in de zomer van 2011, als
genodigde op het Internationaal Festival van de Poëzie, o.m. Cees Noteboom ontmoet
en een jonge Colombiaanse poëet, Giovanny Gómez, in het huis van de schrijver
Héctor Abad Faciolince. Via deze Gómez komt hij in contact op een zeer eigenaardige
wijze met dezes vader Paolino Gómez Basterra, een niño de la guerra, een van de 19.000 Spaanse kinderen die in 1936,
uit de gevechtszone werden ondergebracht in diverse Europese landen tot zelfs
in Zuid-Amerika, Colombia, waar hij als jongen naar toe werd gestuurd en niet
meer naar Spanje zou terugkeren.
En het was deze Paolina Gómez Basterra die hem suggereert een boek te
schrijven over los niños de la guerra.
Deze idee blijft hangen bij Kirmen Uribe. Hij spreekt erover in
New-York met een journalist, Julio Flor en deze verwijst hem naar Carmen
Mussche en Gante, de dochter van de
schrijver Robert Mussche die ook een oorlogsmeisje, Carmen Cundín Gil in
bescherming had genomen.
Vier maanden later bevindt Kirmen Uribe zich ten huize van Carmen
Mussche in Loochristi en leert hij het leven kennen van haar vader, als
schrijver en als lid van de Weerstand.
Hij schrijft dat hij bij zijn eerste bezoek aan Carmen, bij het
betreden van de woning getroffen werd door het zicht van een klein zwart bordje
met een Latijnse spreuk Non vobis, sed vos of Niet wat je hebt maar wat je
bent (No lo que tienes, sino lo que eres).
Carmen toonde hem alles wat ze nog bezat van haar vader: boeken,
brieven, geschriften en persoonlijke zaken. Haar moeder, Vic, had alles in
kartonnen dozen bewaard.
Alles werd uit de dozen bovengehaald en beetje bij beetje kreeg Kirmen Uribe
inzage van duizenden stukken in vele verschillende talen.
Velen zijn hier gekomen, zegde Carmen, journalisten en schrijvers opdat
ik hen de geschiedenis van mijn vader vertellen zou, maar ik heb altijd
geweigerd, nu is het verschillend: mijn vader nam de zorg op zich van een Baskisch
meisje en nu ontfermt zich een Baskisch schrijver over mijn vader en wil hij
een boek schrijven over hem. Het is alsof de cirkel zich sluit.
En voegde ze er nog aan toe, ik wens niet dat je een biografie schrijft,
ik verkies dat je het doet in een fictievorm, een roman. Biografieën hebben
geen leven, de romans daarentegen wel.
Het was niet de geschiedenis van de kinderen die onze Bask zou
schrijven maar de geschiedenis van zij die zich over de kinderen hadden
ontfermd en Robert Mussche was het goede voorbeeld. En hij leerde alles kennen
van Robert, zijn houding tot het meisje, samen met zijn vrouw, Vic en met zijn
beste vriend, Johan Daisne. Hij wou de geschiedenis vertellen van een kleine
held, frêle en naamloos, zoals er velen zijn. De geschiedenis van iemand die
eenvoudig is en behulpzaam.
Kirmen Uribe schrijft verder hoe en waar hij zijn boek heeft geschreven
ergens op een oude Amerikaanse legerbasis die ontmanteld werd op het einde van
de koude oorlog; hoe lang hij er aan gewerkt heeft, twee maanden voor een
eerste schets om daarna niet eenmaal maar vijfmaal te herbeginnen want het
verschil tussen een goede versie en een slechte ligt in het herschrijven en dit
tot alle stukken precies op hun plaats liggen. En het werd in realiteit een
boek fictie over Robert Mussche.
Heb alleen het essentiële uit de tekst genomen. Had er nog heel wat
kunnen aan toevoegen maar dat deed niets ter zake wat de inhoud van het boek
betreft.
Zijn
boek Lo que mueve el mundo kwam uit
in 2013 bij Editoral Seix Barral.
20-03-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
19-03-2013 |
Iets uit mijn Boek (in wording). |
Wat is er van de mens en wat is er van God, of wat is er van God in de
mens? Hij herinnerde zich dat Dante, in zijn Paradiso, aan Beatrice de vraag stelt over de reden van Gods
schepping.
Haar antwoord is klaar en duidelijk:
Niet opdat hij nog meer zou zijn voor zichzelf,
want dit kan niet, maar opdat zijn schittering in zijn weerspiegeling zou
kunnen zeggen ik besta.
Het equivalent van deze zin had hij al ontmoet bij Karen Armstrong,
maar bij haar kwam hij uit een hadith van de Profeet Mohammed
Had jij, Dante, enige kennis van deze hadith die je hier of daar,
komende van de Murciaan, Ibn al Arabi, kon gelezen hebben, en als je hem in je
verzen hebt opgenomen was het dan niet omdat het een zin zwaar van betekenis was
die het doel en de reden van ons bestaan hier op aarde, duidelijk aangeeft?
Namelijk dat God zichzelf wou kunnen zien via de ogen - zijnde zijn geest - van de mens, want indien de mens er
niet zou zijn; er niemand weten zou dat Hij is zodat Hij, nood heeft aan de
mens opdat het geweten zou zijn opdat over Hem zou gesproken worden zo door hen
die in Hem geloven als door hen die niet in hem geloven, om het even.
En is het niet zo dat hoe dieper de mens doordringt tot de kern van de
materie hoe dichter hij komt tot een metafysisch beeld ervan, dat ons misschien
een grote stap dichter brengt tot wie of wat die God eigenlijk is of kan zijn.
Vragen tot in het oneindige en misschien ook vragen die jij je niet
openlijk hebt durven stellen omdat de geur van de brandstapels nog in je
neusvleugels hing.
Non per aver a sé di bene
acquisto / chesser non può, ma perché
suo splendore / potesse, risplendendo, dir subsisto.( Paradiso, canto XXIX :
13-15).
19-03-2013, 05:01 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
18-03-2013 |
Gevaarlijk precedent |
Dit is geen gedicht, dit is een vloek!
Wat zich in Cyprus afspeelt is een gevaarlijk precedent, het is totaal
buiten het gewone doen en laten, het is het mes op de keel, het is zuiver diefstal.
En het is niet omdat het Cyprus is dat het me niet treffen zou, maar 6.75%
of 9.90%, al naar gelang, afnemen van de spaargelden, zogezegd als belasting, zo
iets doet men NIET.
Het ware totaal anders geweest indien de regering, 15% of 20% van de
spaargelden, in plaats van deze ruw ga weg af te nemen, had omgezet in staatsobligaties
op lange termijn met of zonder intrest, maar liefst met zodat het over zou
kunnen komen niet als een confiscatie, maar als een belegging in
overheidsfondsen, door de burger om zijn land ter hulp te komen. Er zouden aldus geen kredieten van Europa zijn nodig geweest ze hadden
geen knieval moeten doen - zeker niet in eenzelfde mate en ten tweede de Cyprioot
had alsdan iets in de hand dat bewaard kon worden of eventueel verkocht zelfs,
tenminste zo de Cyprische regering ervoor zou gezorgd hebben dat het land
voortaan bestuurd werd op een evenwichtige en gezonde basis. Opdat ze tenminste
op de vervaldag hun schuld aan de burger zouden kunnen terug betalen. De burger
zou alsdan ook eens kunnen nadenken aan wie hij zijn stem zou kunnen toevertrouwen
in de toekomst.
En de vraag die zich stelt, als men het afneemt van de Cyprioten,
waarom heeft men het niet afgenomen destijds van de Grieken, en waarom ging men
verder met hen kredieten toe te staan, kredieten waarvan men weet dat ze nooit
zullen terugbetaald worden, als het niet is door de gezamenlijke Eurolanden.
Het zijn de burgers die fout waren in de keuze van hun parlementariërs die
extreem onbekwaam, meer dan onbekwaam waren, om een land te besturen en vooruit
te zien hoe het moest bestuurd worden, en ineens voor een voldongen feit werden
gesteld dat de truc van een devaluatie die alles oploste in het verleden,
voorbij was voor altijd.
Ik ben niet gaan zoeken in mijn blogs van vorige jaren, waarin ik een
duidelijke stelling voor het Grieks probleem heb ingenomen die erop neer kwam
dat het de Griekse burger was die inschrijven moest op de obligaties uitgegeven
door hun land en niet de Euroburger, of dan toch slechts na hen.
Maar het kwaad is geschied, het meest absurde heeft zich voorgedaan.
Wie gaat er volgen, want van dit ogenblik af zijn we niet meer veilig,
Heeft Van Rompuy, wat hij ook moge komen vertellen in de zevende dag (en
consoorten) hier enige benul van?
18-03-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
17-03-2013 |
Boeken |
Boeken zijn er om gelezen te worden, gelezen en
bewaard te worden, in een bibliotheekkast of toegankelijker op een boekenrek,
naast elkaar geplaatst, of zoals het ook gebeurt, ergens op een hoek van de
tafel of, in een hoek van de kamer opgestapeld.
Persoonlijk vind ik dat een boek het recht bezit en krijgen moet om met respect en liefde bewaard te worden, indachtig de moeite (en het talent) die het heeft gekost aan én de schrijver ervan, én de uitgever, én degene die gezorgd heeft voor de lay-out ervan.
Een boek is een vriend, en hoe meer vrienden,
hoe meer vreugde. Stefan Hertmans koopt zich arm aan boeken en ik hoorde ook van
een dochter die er haar geld aan spendeert of nog van een moeder die een oude
kast had gekocht en had omgevormd tot bibliotheekkast, alles uit liefde voor
het boek.
Ik heb het kopen van boeken sterk afgeremd - nu
en dan zondig ik nog wel eens - meestal bij gebrek aan plaats om het te bewaren
zoals ik het bewaren wil maar ook omdat ik in een fase van mijn leven gekomen
ben dat ik meer schrijf dan lees, en ik vrees dat dit niet meer veranderen zal.
Ondertussen lees ik hier van een Amerikaan, Ed
Ruscha, enamorada de los libros que
inspiró a una generación
die zo opgetogen is met de boeken die een generatie hebben geïnspireerd, dat
hij ze is gaan zien als objecten en deze inkadert om ze als schilderijen nu in New
York ten toon te stellen.
Heb er nooit aan gedacht, een boek als een
voorwerp te zien, maar toch weet ik van een boek of het goed in de hand ligt of
niet, maar het is nooit een voorwerp het is de inhoud ervan die ik zie. Vooral
als ik mijn Oxford bijbel van 1611 in de hand houd voel ik dat het een warm
iets is, maar het is veel meer, het is een rijkdom aan woorden en beelden en
verrassingen, vooral deze laatste zijn schering en inslag.
Ik heb er hier ook een een mens kan niet
zonder Bijbel die ik kocht op de oude-boekenmarkt voor het stadhuis van
Alicante, een zondag na de mis in de Kathedraal, voor 500 pesetas een
Authorized King James Version
Ik sla het even open waar een kaartje steekt: 1=166,386 pta, en ik
gewaardig me te lezen:
7. In that night did God appear unto Solomon, and said to him, Ask what
I shall give thee.
8. And Solomon said unto God, Thou hast, shewed great mercy unto David
my father, and hast made me to reign in his stead.
11. And God said to Solomon, Because this was in thine heart, and thou
has not asked riches, wealth or honour, nor life of thine enemies, neither has
asked long life; but has asked wisdom and knowledge for thy self, that thou mayest
judge my people, over whom I have made thee king.
Je kunt een boek waar dergelijke woorden in te lezen staan, of ze nu
gelezen worden als komende van God of van de mens die deze schreef geïnspireerd
als komende van God, niet gaan zien als een voorwerp, en de woorden erin voor
eeuwig dicht metselen, om het daarna in te kaderen en als schilderij of doek op
te hangen.
Je kunt het evenmin doen voor om het even welk boek om de reden hoger
opgegeven, omdat een boek woorden zijn en de woorden de geest in het boek, en als je de geest opsluit, het geen boek meer is
maar een bundel papier.
Maar wat zegt onze Ed Ruscha die in Los Angeles woont en 75 is:
Tampoco soy un gran lector,
pero me encantan los libros como objetos fisicos.
Een groot lezer ben ik niet maar de boeken betoveren me als fysische
voorwerpen.
Laat het zo, hij is er mee begonnen vóór het e-book er was. Maar het is
een veeg teken denken dat het boek, dat een deel is van velen, ooit verdwijnen
zou. In elk geval Umberto Eco is overtuigd dat het nooit zal gebeuren, hij
schreef er een boek over, maar dat zit thuis in mijn boekenkast.
17-03-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
16-03-2013 |
Lang geleden |
Het was van alle plaatsen
op deze plaats dat ik stond
toen mijn broer me riep,
me riep vanuit de zee
zijn stem van verre kwam
en van dichter bij,
zo zacht, zo opgeruimd
en ik hier stond, op deze plaats.
Geweten toch dat hij het was
en niemand anders het kon zijn
die me verrassen wou.
Heb hem niet geantwoord
omdat alles al gezegd toch was
en niets verzwegen was
omdat hij wist hoe het ging met mij
en hoe het worden zou.
Hij is hier gebleven de tijd
dat ik hier schrijven zou.
Hij naast mij gezeten,
samen naar de zee gekeken,
die ons bedekken wou, omhelzen
wou, de levenden en de doden
in osmose
Het was hier dat ik stond
nu lang geleden.
Hij nu wachtende
aan de hemelpoort,
ongerust waar ik wel blijf.
16-03-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
15-03-2013 |
De zee, de onstuimige |
Ook is de zee
van vele winden de onstuimige
die we hier groeten
elke dag opnieuw,
omdat ze onze hartslag is,
ons deemoedig hier aanwezig zijn
opgehemeld door de luchten
en wat we schrijven gaan
om er mee te leven.
Waar we gisteren nog niet,
gisteren nog niet uitgeschreven
vandaag wat woorden
eraan toegevoegd.
Noodzakelijkheid voor zij
die woorden enteren willen
op lome dagen
alsof loomheid kon aan zee.
Of zoals ik zegde reeds
God is ingeslapen zegde Ratzinger
maar hij doolde
zoals we allen dolen,
niet zien, niet horen, we denken
dat de tijd niet is,
alleen het laatste ogenblik is.
Ook is de zee
het teken van onze onvervaardheid,
fe zeggen wat we zeggen willen,
neergezet in spiralen licht en zilver
op het water.
IK dacht aan Auster toen ik dit schreef, aan
zijn vreemde poëzie die ik nadoen wilde, en aan zijn briefwisseling met Coetzee,
toen ik dit schreef; dacht aan Hertmans, het dagboek van zijn grootvader in
wereldoorlog één, dat hij herwerkte, of het gedrukt al is.
Dacht aan zovelen die me schreven en ik hier
groeten wil, ook aan zij die me niet schreven. Ik stuur hen deze woorden toe
over allen zeeën van de wereld.
Weet,
het is hier goed te zijn,
al ben ik eigenlijk maar wat water
en wat wind,
ben ik weergaloos
hic et nunc, zonder te zijn,
simpelweg, wat lucht,
klaar om op te stijgen
en er als lucht te blijven,
toekijkend.
15-03-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
14-03-2013 |
Milan Kundera en de ouderdom |
Cest seulement quand il est âgé que lhomme peut ignorer
lopinion du troupeau, lopinion du public et de lavenir. Il est seul avec sa
mort prochaine, et la mort na ni yeux ni oreilles, il na pas besoin de lui
plaire, il peut faire et dire ce quil lui plaît à lui-même de faire et de
dire.
Milan
Kundera in La Vie est ailleurs.
Waarom zou ik me dan zorgen maken over wat ik
schrijf als het maar mijn gedachten zijn die ik neerschrijf op een spraakkundig
exacte wijze en me inspan om dit te doen op de meest leesbare en literaire
wijze.
Ik heb geen rekenschap meer te geven dan aan
mezelf. En of het gepubliceerd wordt of niet, who cares? Het staat er en het is te nemen of te laten en niemand
van de huidige schrijvers heeft er iets op aan te merken, ik schrijf met de
dood ergens aanwezig in een andere kamer maar hopende dat hij niet naast mij
zit om toe te zien op wat ik over hem aan het schrijven ben.
Totaal verschillend was het, toen ik over Dante
schreef en Dante over mijn schouder toekeek, monkelend en er ook mijn broer
Daniël was die me volgde en vanuit zijn hoogte en zijn kennis me verwees naar
boeken in mijn omgeving waar ik een antwoord vinden kon op de vragen die ik me
stelde. Dit waren grote momenten van verbondenheid over de dood heen.
Ongeletterd als ik was en nog steeds ben wat
literatuur betreft heb ik immer mijn toevlucht moeten nemen tot wat ik lezen
kon bij anderen. Vandaag is Milan Kundera mijn toevlucht geweest. Ik dank hem
en weet dat zijn woorden met eeuwigheid zijn omkranst.
14-03-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
13-03-2013 |
Flora |
Toen ik jaren geleden voor het eerst kwam in Cabo de las Huertas, of de Kaap der Tuinen in Alicante/San Juan was
er hier tussen de baan en de zee, een met planten en bloemen bedekte
rotsachtige bodem die afdaalde naar de zee toe, met hier en naar nog de resten
van de stukjes steunmuren, overblijfsels van de terrasvormige tuintjes van
vroeger. Tal van kleine wegeltjes slingerden zich naar beneden doorheen een
enorm rijke variëteit van bloemen en planten. Bij elke wandeltocht ontdekte ik
er nieuwe, met de meest verrassende vormen en kleuren. Toen maakte niet alleen
de zee maar ook de flora tussen de rotsen, het onderwerp uit van mijn
geschriften. Ganse velden waren er, telkens van een bepaalde soort die andere
planten hadden verjaagd en zich gegroepeerd hielden in een veld van kleuren.
Op een morgen toen ik aankwam op onze gewone plaats met Carlos, de oom
van mijn echtgenote, waren bulldozers begonnen met het effenen van de
rotsachtige gronden en dit zonder het minste respect voor de bestaande flora. En
op een paar jaren tijd verdween de helft van de bewandelbare rotsmassa en schoten
rijen gelijnde villas uit de grond, die nu voor een kwart verkocht zijn
geraakt en hoogstens voor een tiende bewoond.
Gelukkig, alhoewel het meest dorre gedeelte, bleef er nog een park
rotsen met beplanting van vroeger over, een deel dat voor mij evenwel
moeilijker te bereiken valt en nu ook veel minder rijk is aan flora.
Het stukje kust aan de Kaap der Tuinen staat voorbeeld voor de kusten
van Costa Brava en Costa Blanca waar de flora over bijna de ganse lengte ervan verdwenen
is door de vele hotels en villas die de kustlijn grondig hebben gewijzigd.
Voor ons kinderen en kleinkinderen die er zich nog zouden aan
interesseren blijft er weinig over om op het gebied van bloemen en planten hier
en dit geldt ook voor vele plaatsen bij ons - nog ontdekkingen te doen.
In een blog van een paar dagen geleden schreef ik over een klein
plantje dat ik destijds hier op een bijzondere plaats aanwezig wist. Een
plantje een vinger hoog, dat uitlopers kent onder de vorm van uiterst fijne
rode draden die over de rotsstenen groeien en tot 20 cm lang worden.
Na de massacre van de bodem hier heb ik er jaren naar gezocht, en een
paar dagen geleden werd ik beloond en vond ik het uiterst tere plantje terug
naast de rots waar ik was gaan neerzitten.
Ik heb haar intimiteit verbroken, ben met een vergrootglas gaan kijken
naar haar intiemste delen, maar ik ontdekte enkel dat de draden ontstonden uit
de stengel zelf, en zich vertakten in nog fijner rode draden.
Heb nu een e-mail gestuurd naar Enric Marti, de man die hier een
cataloog heeft samengesteld van meer dan 500 door hem gefotografeerde bloemen
en planten. Heb hem een beschrijving gegeven van het plantje en kreeg een
tijdje erna zijn antwoord, que los
filamentos rozijas puede tratarse de una planta paràsita de genero cuscuta.(dat
de roodachtige filamenten herkomstig kunnen zijn van een parasietplant van het
geslacht Cuscuta).
Stuur me een foto ervan zegt hij dan kan ik het met zekerheid
bevestigen. Wat ik zal trachten te doen
de komende dagen.
Stel dat ik een plantje gevonden heb dat hij niet kennen zou.
13-03-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
12-03-2013 |
IJdelheid |
Vreemd dacht hij, men kiest vandaag een vertegenwoordiger van God op
aarde, of is het slechts iemand om Petrus te vertegenwoordigen?
Maar jij, dacht hij, waar ben jij nu al meer dan 700 dagen mee bezig;
wat is het dat je bezielt, als je je neerzet waar ook, om te schrijven?
IJdelheid, mijn vriend, ijdelheid. Je blijvend betrachten je woorden te
laten vloeien lijk water en te laten overkomen als kleine stukjes literatuur
want voor minder doe je het niet; te hopen dat je gelezen wordt en dat op een
zekere dag, een uitgever zal opduiken die je benaderen zal om je onsterfelijk
werk te publiceren; te dromen dat je vertaald zult worden, gevraagd zult worden
om voordrachten te geven over poëzie, over Akhnaton of over Velikovsky
misschien?
IJdelheid, je hebben en je houden ijdelheid.
Of toch, is er ondanks alles, ook niet een andere reden? Heb je niet het gevoel met je blog (aan je been) iets meer te zijn, je leven een vulling te hebben gegeven die de moeite loont om er verder mee te gaan en je dagen, die op hun einde lopen, nog wat kleur te geven ?
Vragen die je stellen blijft, maar het is beter dit dan eens te meer uit te weiden over je God.
12-03-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
11-03-2013 |
Het grote en het kleine |
Van vele dingen heb ik me afgevraagd hoe ze tot stand zijn gekomen,
maar niet van de zee, niet van de winden of de luchten. Deze zijn, hebben geen
herkomst nodig, geen geboren worden.
Maar hoe kwam het dat ik als boorling ben opgestaan en na vele
avonturen hier ben terecht gekomen en woorden blijf te grabbel gooien,
onverantwoord en zonder zeggingskracht om naar te leven.
Hoe het kwam dat ik te dikwijls God ook heb genoemd, tot tergends toe,
blijven zeggen dat Hij niet anders dan het Zijnde is en nu, ook het
klaterzilver op het water dat mijn oog verblindt Hij is.
En ik het niet zien zou, het niet weten zou, mijn Mis op zondag tot Hem
gesproken, opvallend opgetogen opgemerkt, hier neergezeten, zoals Rodin het
ooit wel zag?
En toch, en toch, als ik heb gemeend het grote hier te zien, ook het
kleine is me niet ontgaan als ik vond, wat ik jaren vroeger had ontdekt vóór
uit de rotsen villas zijn gegroeid - het nietig plantje, zonder naam voor mij,
dat uitloopt over stukken rots, in ragfijne rode slingerdraden die ik later
misschien, aarzelend knippen zal voor ik hier verga, om in te kaderen voor de
eeuwigheid.
Dit is dan geen gedicht geworden, al kon het wel, maar dan toch een
eerste zin van wat morgen komen kan.
11-03-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
10-03-2013 |
Johannes 14, 6 |
Ooit heb ik geschreven dat je een God moet zijn om, vertrekkende van
het meest minimale deeltje, een atoom te bouwen met een kern en elektronen die
er omheen draaien en keren met de snelheid van het licht. En niet alleen een
atoom te bouwen maar vooreerst het concept ervan te bedenken, of dan toch dit concept
wezenlijk in zich te dragen, of dan toch dit concept potentieel voorhanden te
hebben.
En, een God in het kwadraat moet zijn om, vertrekkende van uit deze
minimaalste deeltjes samen gekoekt in het atoom, uit te komen in een Universum
waar alles met alles verbonden is, niet alleen uiterlijk maar meer nog
innerlijk. Om aldus een Universum te doen ontstaan en wat meer is, levend te
houden en in dat Universum wezens te plaatsen die nadenken kunnen, deze
minimaalste deeltjes gebruikende, om zich vragen te stellen over wat er is, en
hoe dit gekomen is.
Dit zelf-ontstaan noemen we God omdat het een naam is die ons van in
onze jeugd werd ingegeven. Of het Al ontstaan uit God, met alsdan de nieuwe
vraag of er, én het Al is, én God, of, het Al IS God.
In een andere omgeving kan dit elke andere naam krijgen omdat we nu
eenmaal geneigd zijn alles bij naam te noemen. Er zijn er die zeggen dat het Al
ontstaan is uit het Niets, al hebben ze geen enkele zekerheid of dit beruchte
Niets, niet ontstond uit Iets dat er was en nog is.
Anderen wagen het voorop te stellen dat er altijd in potentie een
Universum is geweest en dat het maar normaal is dat deze potentialiteit eens
met een big bang zich realiseren zou.
Ik houd het bij: alles is ontstaan uit het Woord of, alles is ontstaan
uit Tao. Beide vereenzelvig ik met de Geest die in zijn materiële vorm, want
dit heeft hij, vertegenwoordigd wordt door de minimaalste deeltjes, zijnde de
Higgs of andere deeltjes.
Het grote geluk van de mens is dat hij het niet weet met zekerheid en
dat zijn enige zekerheid is dat hij kan blijven zoeken om wellicht nooit te
vinden wat hij zoekt.
Dit is, mijn goede vriend, wat ik bedoelde toen ik een paar dagen geleden
geschreven heb dat de Kardinalen in Rome, die een hoofdverantwoordelijke gaan
zoeken voor God, hier niet de minste aandacht zullen voor hebben.
En ook, in El País, het blad dat ik hier elke dag doorblader het lezen
zou me elke dag een week tijd vergen vond ik de woorden van Jezus gelegd in
de mond van Paus Benedictus XVI:
Yo soy el Camino, la Verdad y la Vida, nadie accede al Padre sino por
Mi, of in de versie van King James van 1611 die ik hier heb I am the way,
the truth and the life; no man cometh unto the Father, but by me. (Johannes 14,
6).
Ik denk niet dat hier iets zal aan gewijzigd worden.
10-03-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
09-03-2013 |
Opspattend tot mijn voeten |
Opspattend tot mijn voeten,
dit is hun welkomstgroet,
hun blijheid me te zien
en te weten
hoe ik me voel bij hen:
golven van mijn hart,
golven van mijn verheugen
en mijn herinneren
aan zij die hier zaten naast mij
met boeken die ik niet las
en niet droomde te lezen
omdat ik de zee hier las
van binnen en van buiten.
meer dan ik ooit boeken las.
Dit onbestaande ooit
omdat niet in te beelden is
hoe het zijn hier is, hoe de geluiden,
hoe het water hoe de boten
Ulysses achterna -
hoe de wereld ingekort,
herleid tot water en tot luchten
en zon in het gelaat.
Ik schamel man
die dit beleven mag,
dankbaarheid is mijn lot:
mijn hoop en mijn onsterfelijk zijn
in deze ogenblikken
met Capra aan mijn zijde.
Heb dus helemaal niets geschreven
van wat ik zeggen wou.
machteloosheid is soms ons vermogen:
wij arme schrijvers,
die woorden zoekend
in de golven
keer op keer willen herbeginnen
om eens te komen
op de plaats die niet te bereiken is.
09-03-2013, 20:25 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
08-03-2013 |
Leonard Hoendervangers |
Heb hier, naast het schrijven van mijn literaire uitspattingen, wat
dat zijn ze soms, naast de zee, de luchten en de rotsen die mijn inspiratie
zijn, naast mijn dagblad hier is er ook, grote delen van de dag en de avond Radio Nacional de España, de zender die
24 op 24 uur klassieke muziek brengt, ruim gecommentarieerd, niet zoals Klaradus.
Deze morgen was er het pianoconcert van Michael Tippett en onmiddellijk
maakte ik de band met een vroegere trouwe vriend van me, iemand met de voor hem
ongemakkelijk te dragen naam, Leonard Hoendervangers. Je loopt zo maar rond als
kind in deze harde wereld met een dergelijk klinkende naam.
Hij sprak me er nooit over, waarom zou hij, we spraken over klassieke
muziek en opera, we spraken over Amerikaanse en Russische literatuur en ik heb
heel wat geleerd van hem. Hij was de eertse die me sprak over de toen weinig
gekende Gustav Mahler en dan vooral dezes Lied
von der Erde. Hij sprak me over Shostakovich en tal van andere componisten
die ik we waren toen begin in de twintig helemaal niet kende. En op een
morgen en dit herinner ik me nog heel goed, kwam hij me vertellen over Michael
Tippett die ik beluisteren moest op het derde programma van de BBC.
Hij was ook een verwoed lezer, vooral de Amerikaanse en Russische
literatuur. En het is hij die me sprak over de boeken van Faulkner, Dos Passos,
Steinbeck, Hemingway, over Sholokov, Pasternak.
Durf ik negeren dat ik heel wat aan hem te danken heb, dat hij mee
gewerkt heeft aan mijn vorming?
Zo is zijn naam meer dan verbonden aan de naam van Tippett, aan de naam
van schrijvers zoals ook deze van Gods little Acre wiens naam ik vergeten
ben.
Omdat ik zijn nagedachtenis in eer wil houden en eraan de glans geven
die hij als klassieke-muziekkenner en een even groot literatuurkenner,
ruimschoots verdiende heb ik ,eraan gehouden deze blog aan hem te wijden.
Hij zal me hier enkele dagen vergezellen. Straks aan zee zal hij me
opzoeken en zetten we onze gesprekken van jaren terug, verder.
Zo gaat het nu eenmaal in het leven met zij die al zijn ze er niet meer
toch verder leven in onze gedachten.
08-03-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
07-03-2013 |
Fritjov Capra en de kardinalen |
Braziliaanse
kardinalen wensen kennis te kunnen nemen van de geheime inhoud van de Vatileaks, lees ik hier waar de golven
zich hoog op de rotsen storten. Dos sitios, twee plaatsen die zich nu raken voor
een korte tijd: de openheid van de golven hier en de kardinalen opgesloten in
hun kardinaal zijn.
En dit is het
beeld dat ik houd. Ik deel van een levend schilderij die aanvangt aan de
horizont met de luchten erboven en uitloopt in een bewegende vlakte licht en
water, tot en met de golven die openspatten tot op mijn handen, tot op het
dagblad op mijn schoot, telkens en telkens en ik, in onderaan in het schilderij
opgenomen.
Buiten het kader
van de schilderij ligt de wereld: de straten en de huizen, en voor de
gelegenheid wat er gebeuren gaat binnen de zalen van het Vaticaan waar ze, onomwonden,
weten wat er is van God en wat over Hem geschreven staat, voor altijd dachten
ze. En nu wachtend op Zijn interventie om te beslissen wat beslist moet worden.
Twee plaatsen
omheen de woorden van deze man die hier aan het schrijven zit, en nadenkt over
wat is van de wereld, zoals het gisteren was en eergisteren, tot zijn schrijven
ophouden zal hier, terwijl de golven blijven komen zullen, eeuwen nog.
Ik in mijn kader
en de kardinalen in de Sixtijnse kapel.
Ik las ooit Fritjov Capra, die, als
fysicus, gezeten op de rotsen aan de zee zoals ik hier elke dag zit - als fysicus wist dat zand, rotsen, water, lucht,
in feite een grote, trillende beweging is van atomen en energieën waarover hij
schrijft in de inleiding bij zijn Tao of
Physics:
Ik zag, een gigantische stroom van energieën
neerkomen uit de ruimte en, hoe de atomen omheen mij en deze van mijn lichaam
deelnamen aan deze kosmische dans van energieën, waarbij in ritmische pulsen
deeltjes vernietigd werden en er voortdurend nieuwe ontstonden.
Ik
verhaalde dit reeds in een verre blog, maar het is mijn overtuiging dat je het
beeld van Capra vasthouden moet als je je een gedacht wil vormen over God.
Wat de
kardinalen niet zullen doen in Rome.
07-03-2013, 21:47 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
|
 |
E-mail mij |
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
Gastenboek |
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
|
|
 |