xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Ooit heb ik geschreven dat je een God moet zijn om, vertrekkende van
het meest minimale deeltje, een atoom te bouwen met een kern en elektronen die
er omheen draaien en keren met de snelheid van het licht. En niet alleen een
atoom te bouwen maar vooreerst het concept ervan te bedenken, of dan toch dit concept
wezenlijk in zich te dragen, of dan toch dit concept potentieel voorhanden te
hebben.
En, een God in het kwadraat moet zijn om, vertrekkende van uit deze
minimaalste deeltjes samen gekoekt in het atoom, uit te komen in een Universum
waar alles met alles verbonden is, niet alleen uiterlijk maar meer nog
innerlijk. Om aldus een Universum te doen ontstaan en wat meer is, levend te
houden en in dat Universum wezens te plaatsen die nadenken kunnen, deze
minimaalste deeltjes gebruikende, om zich vragen te stellen over wat er is, en
hoe dit gekomen is.
Dit zelf-ontstaan noemen we God omdat het een naam is die ons van in
onze jeugd werd ingegeven. Of het Al ontstaan uit God, met alsdan de nieuwe
vraag of er, én het Al is, én God, of, het Al IS God.
In een andere omgeving kan dit elke andere naam krijgen omdat we nu
eenmaal geneigd zijn alles bij naam te noemen. Er zijn er die zeggen dat het Al
ontstaan is uit het Niets, al hebben ze geen enkele zekerheid of dit beruchte
Niets, niet ontstond uit Iets dat er was en nog is.
Anderen wagen het voorop te stellen dat er altijd in potentie een
Universum is geweest en dat het maar normaal is dat deze potentialiteit eens
met een big bang zich realiseren zou.
Ik houd het bij: alles is ontstaan uit het Woord of, alles is ontstaan
uit Tao. Beide vereenzelvig ik met de Geest die in zijn materiële vorm, want
dit heeft hij, vertegenwoordigd wordt door de minimaalste deeltjes, zijnde de
Higgs of andere deeltjes.
Het grote geluk van de mens is dat hij het niet weet met zekerheid en
dat zijn enige zekerheid is dat hij kan blijven zoeken om wellicht nooit te
vinden wat hij zoekt.
Dit is, mijn goede vriend, wat ik bedoelde toen ik een paar dagen geleden
geschreven heb dat de Kardinalen in Rome, die een hoofdverantwoordelijke gaan
zoeken voor God, hier niet de minste aandacht zullen voor hebben.
En ook, in El País, het blad dat ik hier elke dag doorblader het lezen
zou me elke dag een week tijd vergen vond ik de woorden van Jezus gelegd in
de mond van Paus Benedictus XVI:
Yo soy el Camino, la Verdad y la Vida, nadie accede al Padre sino por
Mi, of in de versie van King James van 1611 die ik hier heb I am the way,
the truth and the life; no man cometh unto the Father, but by me. (Johannes 14,
6).
Ik denk niet dat hier iets zal aan gewijzigd worden.
|