xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Robert Mussche, een van de vele vergeten Vlaamse schrijvers is terug,
en dan vooral In Spanje, tot leven gekomen door een Baskisch schrijver, Kirmen
Uribe. Hoe dit gebeurde vertelt hij ons in een artikel in El País semanal van 17 maart.
Alles begint in Medellín, Colombië, waar hij, in de zomer van 2011, als
genodigde op het Internationaal Festival van de Poëzie, o.m. Cees Noteboom ontmoet
en een jonge Colombiaanse poëet, Giovanny Gómez, in het huis van de schrijver
Héctor Abad Faciolince. Via deze Gómez komt hij in contact op een zeer eigenaardige
wijze met dezes vader Paolino Gómez Basterra, een niño de la guerra, een van de 19.000 Spaanse kinderen die in 1936,
uit de gevechtszone werden ondergebracht in diverse Europese landen tot zelfs
in Zuid-Amerika, Colombia, waar hij als jongen naar toe werd gestuurd en niet
meer naar Spanje zou terugkeren.
En het was deze Paolina Gómez Basterra die hem suggereert een boek te
schrijven over los niños de la guerra.
Deze idee blijft hangen bij Kirmen Uribe. Hij spreekt erover in
New-York met een journalist, Julio Flor en deze verwijst hem naar Carmen
Mussche en Gante, de dochter van de
schrijver Robert Mussche die ook een oorlogsmeisje, Carmen Cundín Gil in
bescherming had genomen.
Vier maanden later bevindt Kirmen Uribe zich ten huize van Carmen
Mussche in Loochristi en leert hij het leven kennen van haar vader, als
schrijver en als lid van de Weerstand.
Hij schrijft dat hij bij zijn eerste bezoek aan Carmen, bij het
betreden van de woning getroffen werd door het zicht van een klein zwart bordje
met een Latijnse spreuk Non vobis, sed vos of Niet wat je hebt maar wat je
bent (No lo que tienes, sino lo que eres).
Carmen toonde hem alles wat ze nog bezat van haar vader: boeken,
brieven, geschriften en persoonlijke zaken. Haar moeder, Vic, had alles in
kartonnen dozen bewaard.
Alles werd uit de dozen bovengehaald en beetje bij beetje kreeg Kirmen Uribe
inzage van duizenden stukken in vele verschillende talen.
Velen zijn hier gekomen, zegde Carmen, journalisten en schrijvers opdat
ik hen de geschiedenis van mijn vader vertellen zou, maar ik heb altijd
geweigerd, nu is het verschillend: mijn vader nam de zorg op zich van een Baskisch
meisje en nu ontfermt zich een Baskisch schrijver over mijn vader en wil hij
een boek schrijven over hem. Het is alsof de cirkel zich sluit.
En voegde ze er nog aan toe, ik wens niet dat je een biografie schrijft,
ik verkies dat je het doet in een fictievorm, een roman. Biografieën hebben
geen leven, de romans daarentegen wel.
Het was niet de geschiedenis van de kinderen die onze Bask zou
schrijven maar de geschiedenis van zij die zich over de kinderen hadden
ontfermd en Robert Mussche was het goede voorbeeld. En hij leerde alles kennen
van Robert, zijn houding tot het meisje, samen met zijn vrouw, Vic en met zijn
beste vriend, Johan Daisne. Hij wou de geschiedenis vertellen van een kleine
held, frêle en naamloos, zoals er velen zijn. De geschiedenis van iemand die
eenvoudig is en behulpzaam.
Kirmen Uribe schrijft verder hoe en waar hij zijn boek heeft geschreven
ergens op een oude Amerikaanse legerbasis die ontmanteld werd op het einde van
de koude oorlog; hoe lang hij er aan gewerkt heeft, twee maanden voor een
eerste schets om daarna niet eenmaal maar vijfmaal te herbeginnen want het
verschil tussen een goede versie en een slechte ligt in het herschrijven en dit
tot alle stukken precies op hun plaats liggen. En het werd in realiteit een
boek fictie over Robert Mussche.
Heb alleen het essentiële uit de tekst genomen. Had er nog heel wat
kunnen aan toevoegen maar dat deed niets ter zake wat de inhoud van het boek
betreft.
Zijn
boek Lo que mueve el mundo kwam uit
in 2013 bij Editoral Seix Barral.
|