xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Wat ik ooit schreef over God waarover anders kan men schrijven
vandaag nu er een nieuwe paus is opgestaan, als zijn woordvoerder was maar
een kleine opening, een terugblik van wat men al dacht, eeuwen geleden. We
waren er toen al in potentie, zoals we er nu al in potentie zijn geprojecteerd
naar de toekomst toe, die even verbazend zal zijn van nieuwigheden, als van het
gelaat van de zeeën hier.
Eeuwen geleden schreef een scriba, zoals ik aan zee gezeten, in het Demotisch
- hij hoorde het van Akhnaton dat zoals er maar één zon is maar ene God is. We
weten nu dat er oneindig vele zonnen zijn en ik denk, alle zonnen gehouden in
ene hand. Hoe die hand is en of het een hand is weet ik niet, ik kan enkel maar
gissen.
Vergeef me als ik spreek zoals ik spreek, met vragen die antwoorden
zijn en antwoorden vragen. Omdat ik zoekende ben en dat noch gelovige, noch
ongelovige enige zekerheid bezit. Het is een kwestie van kiezen in welk vak van
de twee we ons wensen te bevinden.
De kracht van het minuscule zaadje in de smalste spleet of in het kleinste ankerpunt terecht gekomen is,
na zovele equinoxen, tot bloem gekomen. Het heeft ons allerminst verbaasd, er
zijn geen boeken over geschreven, geen dichtbundels er aan opgeofferd. We zagen
het zelfs niet gebeuren, laat staan dat we het als bloem het hier zouden hebben
opgemerkt.
En toch, en toch, het had ons moeten raken, het had ons moeten
aanzetten te begrijpen, hoe uit het simpele van het zaad een wonder kan
ontstaan en dit nog niet tot ons is doorgedrongen. Al wordt wel erkend, als een
universeel gegeven, dat niets sterker is dan wat van het leven is.
Van mijn schrijven weet ik dat het me werd aangeleerd, maar van het
leven hoe het er gekomen is weet ik niets, weet ik nada de nada.
Maar, zelfs niets begrijpend, weet ik dat het een wonder is en dat er
maar één hand is die wonderen kan verrichten en ook dat deze hand zeker Niet
het nada is.
Tot daar mijn punt van geloof.
|