 |
|
 |
31-07-2012 |
Momentopname |
Dit had een gedicht kunnen zijn.
Heb heel wat te
schrijven. Het belangrijkste omvat, samengebracht op wat bladen papier, de
wereld van de geest, uitgespreid in en over de oneindigheid van luchten tot
voorbij de horizon.
Dit is wat ik hier
verkondigen wil:
Ik dacht van de
aarde te zijn maar ik ben van de oneindigheid van zeeën en luchten. Ik dacht
van het sterven te zijn maar ik ben van het grote leven. Deze korte
ogenblikken, in het midden van de dag, opgetild door het licht, meegenomen door
de wind in de bomen, schrijf ik eeuwigheid, omdat ik even maar, een fractie van
een tel, de eeuwigheid heb aangeraakt met de vingertoppen van de geest.
De tijd had geen
vat op mij, ik voelde me vrij, ongebonden, open en ontvankelijk.
Ademend, het
Universum doordwarrelde me.
31-07-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
30-07-2012 |
Binnenin |
Atomen en sub-partikels,
zijn de uiterlijke vorm van het onzichtbare. Ook de atheïst, Saramago wist
dit heel goed.
Ons de vraag
stellen welke kennis onder het zichtbare, binnenin het onzichtbare aanwezig is,
geeft de mens een totaal andere dimensie, de dimensie van de mens in wording.
En het is precies
naar lo que es escondido waar het
om gaat. Zonder ernaar te zoeken, is het me voldoende te weten dat er Iets moet zijn;
dat alles gebeurt binnenin het atoom, binnenin de quark, binnenin de
minimaalste deeltjes; dat de kennis erin, het leven erin, de energie erin, dat
dit het Zijnde is.
De factor die we
God zouden kunnen noemen, maar dan een God zonder nood aan enige ceremonie of enige
bewieroking.
Hij heeft er geen
behoefte aan, Hij vraagt er niet naar. Hij is het Zijnde!
30-07-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
29-07-2012 |
Beethoven |
De avond van 28
juli: op de BBC 2, de uitvoering van de Negende Symfonie van Ludwig van
Beethoven onder de leiding van Daniël Barenbaum. Niet alleen groot als
dirigent, niet alleen groot als Beethovenkenner hij dirigeerde de negen
symfonieën van Beethoven zonder partituur voor zich maar groter dan groot als
mens en musicus. Het was het laatste concert, gegeven in het kader van de Proms, als deel van de
cyclus van de Negen Symfonieën van Beethoven, de grootste onder de groten, of
minstens een ervan.
Daarna - niet
te missen - gevolgd door een documentaire, met meesterlijke commentaar, onder meer
van Barenbaum, en muzikale illustratie, over elke Symfonie afzonderlijk, en
eindigend met een ontroerende uitvoering van de Negende, door een orkest samengesteld uit de jeugd uit Egypte, Israël en Palestina, in open lucht, in
Zuid-Korea aan de grens tussen de twee Koreas, een strook grond van 4 km breed
en 250 km lang, waar sedert meer dan een halve eeuw, geen mens nog een voet
heeft gezet.
Zeggen dat er
rondlopen in dit, ons land, en in gans West-Europa, die deze muziek voor eeuwig
en altijd zouden willen, niet alleen bannen, maar uitroeien als onkruid.
Zijn we er ons
voldoende van bewust?
29-07-2012, 01:20 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
28-07-2012 |
Het levend Universum. |
Ik kan niet meer
terug, het overrompelende beeld heeft zich vastgehecht in mij, het Universum is
ontstaan uit het Woord - en of alle begin moeilijk is waarmede een bekroond
boek van bij ons begon, geloof ik niet en is de materiële vorm van het Woord.
Een Universum waarvan het Woord het Ego is, het Zijnde is, het
Levende is. En de geest in ons, geborgen en gehouden in onze elektronen, quarks
en andere deeltjes tot het Higgs-deeltje toe, is er deel van -
ook Hessel, de irreligieuze, weet dit - is onomstootbaar deel van het Ego van
het Universum.
Raymondo Panikkar
noemde dit paradigma ik herhaal me, maar het is zomer nu - the cosmostheandric principle,
Kosmos, God en Mens als drie-eenheid.
Je zegt het maar,
je schrijft het maar, niet op één plaats, niet onder ene vorm, maar het zijn
gedachten die je bestormen, die je omver stoten, die je opzuigen en je schrijft
het maar opnieuw, in de tuin gezeten met de geurende hortensias, blauwer dan
blauw, naast je.
Wie zal je volgen
als je beweert dat het Universum het Zijnde is en het Zijnde het Universum waar
de totaliteit van je persoon in versmolten zit, in opgenomen is: van
de minimaalste splinter van jou tot de totaliteit van al wat er was voor jij er
waart, van al wat je bent en hierin reeds aanwezig al wat je zijn zult.
Je dacht eraan gisteren,
met Daniël Barenbaum en de Vijfde van Beethoven, ontzaglijk, op BBC Four.
28-07-2012, 02:13 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
27-07-2012 |
Boeken en bibliotheken |
Wat
een wereld aan boeken er reeds bestaat, het is om er duizelig bij te worden. En
te denken dat ik er nog een wil aan toevoegen, terwijl ik, arme ziel,
enkel vermag, te hernemen en te
herkleuren, te herschikken en herop te voeren, wat reeds geschreven staat, en
dit tot vervelens toe.
Maar
het is mijn leven, het woord is mijn adem, het woord is mijn bloed.
Jaren
geleden was ik in el Convento de Mafra, duurbaar aan José Saramago want hij
heeft, aan de bouw ervan, een boek gewijd.
Ik
was er in de Bibliotheek, verbijsterd door het grote aantal, naar ik dacht,
heel wijze boeken.
Terug
in de bus heb ik een gedicht geschreven, dat ik hier herneem, licht gewijzigd door
de jaren:
A Bibliotheca do Convento.
Je weet nimmer wat je allemaal weet,
zoals je nimmer wat je niet weet,
weet.
Want wat je weet is maar een
peulschil
van het oneindige dat je weten wil.
Zelfs de
veertigduizend boeken
in de bibliotheca do
convento,
zelfs in Mafra, dragen al
het weten niet,
en evenmin de duizendmalen
veertigduizend
boeken in alle bibliotheken van de wereld niet.
Want wist Popper te
verklaren, kennis
toegevoegd stelt
telkens nieuwe vragen.
Zo is ons duidelijk
meegegeven,
als in onze cellen
ingeprent, dat we blijven
zoeken zullen om ooit te achterhalen
wat niet met
woorden is te vertalen.
Misschien, maar
zeker is het niet,
kan kennis een
begin van wijsheid wezen
en wijsheid dan de
nederigheid.
Dit weten we
echter pas veel later
als het weten
al te laat zal zijn. Zodat we
riskeren nu
in de boeken te verdwalen
die
mettertijd, dit weten we, verschralen.
27-07-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
26-07-2012 |
Derde Strofe |
Rilke,
vervolg.
Ik
wil je dan toch elke opzoeking besparen en het gedicht van Rilke, dat ik
gisteren heb binnengebracht, hier aanvullen.
Wer jetzt kein Haus
hat, baut sich keines mehr.
Wer jetzt allein
ist wird es lange bleiben,
wird wachen, lesen,
lange Briefe schreiben
und wird in die
Alleen hin und her
unruhig wandern,
wenn die Blätter treiben.
Dit
is wat me nog rest: het schrijven van lange brieven, aan vrienden, kennissen en
aan hen die (bij vergissing) op mijn blog terecht komen.
26-07-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
25-07-2012 |
Kloostercel |
Ik
weet dat ik schrijf vanuit een kloostercel wat mijn gedachten betreft. Dat ik
begin bij de lauden en eindig soms ver na de completen. Dat ik me beweeg in een
wereld die moeilijk toegankelijk is voor velen, maar het is mijn wereld en het
is vanuit deze dat ik schrijf omdat het,
voor mij althans, de enige wereld is die waard is, om de moeite te doen erover
te schrijven.
Word
ik gevolgd of niet gevolgd, gelezen tot in de diepste plooien of in diagonaal
overlopen, voor mij is er het pogen, the
rest is not my business.
Heb
ik, in deze vakantieperiode, de moed ermee te stoppen of blijf ik doorgaan tot
er een doorbraak komt in mijn gedachten. Ik ben wie ik ben en wens niet een
andere te zijn, geen Proust, geen Eliot, geen Rilke.
Al
zijn vele van Rilkes gedichten moeilijker toegankelijk dan de teksten van mij, zelfs
al schreef hij een gedicht dat een klein wonder is - mijn broer Daniël vond
het, in zijn leven, een van de grootste gedichten ooit - en als ik het lees, het
de weergalm is van de herfst over de wijngaarden van de Valais waar Rilke
verbleef:
Herr: es ist Zeit.
Der Sommer war sehr grosz.
Leg deinen Schatten
auf die Sonnenuhren,
und auf den Fluren
lasz die Winde los.
En
dan, lezer, en dan:
Befiehl den letzten
Früchten voll zu sein;
gib ihnen noch zwei
südlichere Tage,
dränge sie zur
Vollendung hin und jage
die letzte Süsze in
den schweren Wein.
En
ik verzwijg de laatste strofe van deze Herbsttag,
omdat deze oneindig is en omdat ik hoop dat je deze strofe zult gaan opzoeken
in een of andere bibliotheek, indien je ze al niet zou gelezen hebben, of bezitten,
geborgen tussen je rijen boeken.
Paul
Claes van bij ons, vergat dit gedicht, in zijn Raadsels van Rilke, (De Bezige Bij, 1995) wellicht omdat dit
gedicht geen raadsel was.
Weet
dat ik eens te meer ben uitgekomen waar ik niet dacht uit te komen toen ik met
deze blog begonnen ben.
25-07-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
24-07-2012 |
Stéphane Hessel |
Stéphane
Hessel wiens boek
ik vandaag eindigde, verwijst in het laatste deel ervan naar een vers van
Reiner Maria Rilke:
We verzamelen hartstochtelijk
de honing van het zichtbare om het op te slaan in de grote gouden korf van het
Onzichtbare
Anders
gezegd, schrijft Hessel en hiermede volgt
hij Rilke in het domein van het metafysische:
Sterven is een
andere manier van zijn dan leven, maar het is nog steeds een vorm van leven. En,
We zullen sterven
maar dat wil niet zeggen dat we niet bestaan. En
Het bestaande dat
we zijn geweest is een bestaande dat deel uitmaakt van alle bestaanden en dat
zijn plaats zal terugvinden in de onmetelijke ruimte van de bestaanden.
Ik
isoleer deze drie zinnen had graag de Franse tekst ervan - omdat het zinnen
zijn met een grote betekenis. Ze benaderen of illustreren de tekst uit de
Bhagavad Gita die ik aanhaalde in mijn
blog van 17 juli. En die ik hier herhaal:
Never have I not
been, never have you not been, and never have these princes of men not been;
and never shall the time come when all of us shall not still be. As the tenant
soul goes through childhood and manhood and old age in this body, so does it
pass to other bodies.
Dit
zijn de ideeën waar velen mee geconfronteerd zijn en Hessel is een wijs man.
Dat
ik, wat dit betreft hij zegt ook dat atomen onsterfelijk zijn in zijn
voetsporen loop is een grote geruststelling, is een zegen.
24-07-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
23-07-2012 |
Fatum |
Ik lees nog steeds Stéphane
Hessel, hij kreeg geen al te goede kritiek in de Standaard (heb ik reeds gezegd),
zijn boek: Geloven in het
Onwaarschijnlijke kwam over als onverzorgd. Maar Hessel is een man van 94,
die wat hij te zeggen had, gedicteerd heeft omdat zijn tijd beperkt was en zijn
boodschap dringend. Dus ik vergeef hem dit tekort, de Standaard had het ook
mogen doen.
Ik lees wat hij schrijft over het
Lot. Hij noemt het ook het westerse fatum
of het Turkse kismet, dit wat
geschreven staat. Voor de islamieten het
symbolisch equivalent van voorbeschikking.
De bijbel was er ook niet
vreemd aan, in Psalm 139 lezen we en ik verkies, sentimenteel als ik ben en
dankzij John Steinbeck, nog steeds de King James versie van 1611:
Thine eyes
did see my substance, yet being unperfect; and in thy book all my members were
written, which in continuance were fashioned, when as yet there was none of
them.
Of,
wat ik begrijp: alles wat mij betreft, Heer, staat al opgetekend in je
boek, alhoewel alles er nog niet is,
alhoewel het nog komen moet, het staat al geschreven in je boek. Welk ander
boek kan hier bedoeld worden dan het boek van het doen en laten van elk van ons.
Ik
ga zeker niet zo ver, al weet je maar nooit, ik geloof niet dat al wat komt al
geschreven staat, al vastgelegd werd van voor onze geboorte, maar ik geloof wel
dat het, keer op keer, vastgelegd wordt door de inwerking op elkaar van de
gebeurtenissen waarin we van ver of dichtbij betrokken worden.
Een
ontmoeting van twee personen, met het impact hiervan op de komende
gebeurtenissen, is een samenloop van omstandigheden, die als we nagaan hoe die
tot stand kwamen tot verwondering leidt.
Verwondering
die gemakkelijk kan omslaan tot wat volgens Hessel Sloterdijk zou gezegd
hebben: een macht die er ons toebrengt
afstand te doen van vermogen tot handelen ik weet niet of dit een
correcte vertaling is uit het Duits naar het Frans maar die macht van
Sloterdijk is geen geheim gedoe. Het zijn de omstandigheden waarin ons leven
verloopt die de loop ervan zullen bepalen.
En
als onze wil de ene of andere beslissing neemt dan is het omdat we aldus
geconcipieerd werden en aldus geëvolueerd zijn onder de omstandigheden.
Welke
vrije wil heb ik dan die niet zou geconditioneerd zijn, én door mijn afstamming,
én de stand van planeten en sterren de dag van mijn geboorte, of conceptie, én
de omstandigheden waarin mijn leven verloopt?
Dankzij
deze conditionering is het dat ik schrijf
23-07-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
22-07-2012 |
Lie de Thé |
Op een dag vond ik bij
Schleiper-Gent een collectie inkten, gestapeld in kleine doosjes in de vorm van
kubussen. Inkten Herbin, depuis 1670, La
Perle des Encres pour stylos plumes, met namen als: Bouquet dAntan, Cacao
du Brésil, Lie de Thé en tientallen andere namen om van te dromen. Ik verloor
me aan de Lie de Thé en het is met
deze inkt ( kleur van te lang getrokken thé)dat ik sinds jaren schrijf.
Is inkt belangrijk bij het
schrijven met een vulpen? Of course,
zoals ook de pen belangrijk is en ook het papier zijn rol speelt. Het zijn maar
kleine dingen, maar het zijn dingen die een vertolking kennen in de handen.
En over de poëzie van kleine
dingen. Op een blog, die ik regelmatig bezoek, ontmoette ik een schilderij, niet
veel zaaks zou men zeggen, twee halve vorken, de tanden ervan op en in elkaar,
in een levendige grijze kleur met een sensuele lichtinval op een licht grijsblauwe
achtergrond. Twee halve vorken slechts, maar hier, zuivere poëzie, sensueel, verlangend,
in elkaar geschilderd, symbool van de band van de vrouw met haar kapitein
op verre zeeën.
Les
petites choses nont lair de rien, mais elles donnent la paix, las ik bij
George Bernanos. Maar ze zijn meer, ze hebben een betekenis, ze zijn drager van
vreemde krachten. Mijn lie de thé,
mijn pen, mijn papier, vervullen hun rol in het schrijven, ze zijn in mijn hand
gegroeid en verlengen zich naar de geest van mij. Ze zitten in mijn woorden, ze
zijn mijn woorden, mijn gedachten die worden neergezet in mijn dagboek alvorens
soms, maar niet altijd, onder een andere vorm te verschijnen op mijn blog.
Wie zal me zeggen waarom het zo
is, zelfs als het pure inbeelding zou zijn en vooral dan het helpt me, die
dingen helpen me.
Ze hielpen ook Umberto Eco bij
het schrijven van zijn Il Nome della Rosa. Zijn vertaling van de geschiedenis
van Adson van Melk, die hij neerschreef in
een paar grote schriften van de Papeterie Joseph Gibert, waarin het zo prettig
is te schrijven als de pen zacht is.
Ik denk dat alle schrijvers dit
wel weten, en zelfs als ze overgeschakeld zijn naar hun laptop, dan hebben ze
vroeg, eerder dan laat, dit gevoel gekend.
Bij mij echter leeft het nog
steeds. Ik weet dat het aangenamer is, in mijn dagboek te schrijven op de verso
zijde van mijn blad dan op de recto zijde. Ik heb zelfs een (heel) lichte
afkeer tegen de recto zijde, de gedachten komen stugger voor de dag en mijn pen,
mijn dertig jaar oude Schaeffer-pen aarzelt een ogenblik om neer te komen op
het blad.
Gekheid, zal je zeggen, maar we
zijn allemaal een beetje gek als het op schrijven aan komt. Een lijn trekken en
een tekening neerzetten op een blad, ja dat zit in ons genen, maar woorden
vormen en met deze woorden zinnen vormen om een verhaal, een blog en loccurrence,
te schrijven, is heel wat anders. We klampen ons dan vast aan de kleinste
strohalm.
22-07-2012, 00:22 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
21-07-2012 |
Nationale Feestdag |
National
Holiday, Independence Day (Belgium),
zegt me mijn Economist diary. Ik had het kunnen
vergeten, ware het niet dat ik erop attent gemaakt wordt al was het maar door
de rede van de Koning.
Maar, leef ik er naar, hang ik
de vlag(gen) uit, de driekleur eerst, daarna de Vlaamse Leeuw, dan deze van
Oost-Vlaanderen, en wat met die van Europa.
Ben ik Europeaan, dat zal wel,
doordrenkt in hart en nieren Westerling. Maar, fier van Belg te zijn? Helemaal
niet meer sedert de dag dat men mijn grondwettelijke rechten heeft gefnuikt en
het zalig gevoel van Belg te zijn een harde por heeft gekregen, en ook
helemaal niet meer, omdat het krachtenveld van de regering te zeer zijn voedsel
vindt in de ideën die primeren achter de taalgrens. Trouwens, à propos, hoe
voelen de Oost-Kantons zich hierbij, hoe nationaal is die Feestdag voor hen?
Belg ben ik als het Sport betreft:
en noem maar op, wielrennen (Bonen, Van den Broecke vandaag); tennis (destijds
Henin, Clijsters, nu Wickmayer en zelfs een Vandeweghe, USA, een nichtje van
een vriend van mij, met Vlaamse roots, die opdook onlangs); voetbal (niet zoals
dit in Nederland gevoeld wordt, maar toch uitkijkend naar de prestaties van de Rode
Duivels'); atletiek, golf, voor om het even welke sportprestaties ben ik 100% Belg.
Maar voor het overige ben ik
Vlaming. Ik ben er bijvoorbeeld fier over dat een Vlaming, Jan Leyers, uitverkoren
werd om op zondag het meest besproken programma van de Lage Landen, te
presenteren op NED2.
Als Vlaming ben ik Oost-Vlaming,
geen Limburger, geen Antwerpenaar, geen man van Brabant. Mijn stad is Gent, al komt
al wat ik dromend schrijf, al wat ik ga halen in mijn jeugd, een verre binding
heeft én met het gehucht de Klinckaert van mijn geboortedorp Oordegem, én met
het dorp Serskamp, waarheen mijn ouders verhuisd zijn om dichter bij een
treinhalte te wonen.
In Serskamp stond mijn
droomhuis, een oude hoeve in een omwald
park, een hoeve die deel uitmaakte van een vroeger kasteel waarvan nu, enkel
nog een prachtig prieeltje, verscholen tussen de bomen, overblijft.
Na de dood van vader is het ouderlijk
huis in Serskamp verkocht en zijn we stilaan uit elkaar gegroeid, Georges,
Daniël en ik.
Maar als Allerheiligen naderde kwamen
we alle drie samen in Serskamp, bij het graf van vader en moeder. En dan
wandelden we altijd, naar dat omwald park met die oude hoeve die een enorme
aantrekkingskracht had op ons.
Het domein werd in de volksmond,
het Tiegoed genoemd en kwam voor op oude kaarten van de XVIde
eeuw als het Eedgoed. Later verdween de sfeer er omheen toen de hoeve
verbouwd werd, de wallen uitgediept en het domein verdween achter een hoge afsluiting,
zoals Michel Houellebecq er een zag omheen de eigendom van zijn hoofdpersoon
uit La Carte et le Territoire.
Voor mij is het een droombeeld
gebleven. Ik dacht er het kasteel bij van Elias en Aloïsius en tante Henriette,
uit Elias of het Gevecht met de
Nachtegalen van Maurice Gilliams, een Vlaamse auteur die een grote invloed
heeft gehad op mij.
Maar het is de oude hoeve die
gebleven is, in mij gegroeid en niet uit te roeien, welke omheining ook eromheen
wordt opgetrokken, zelfs een met klimop begroeid.
Dit, beste lezer(s), voor wat
de Nationale Feestdag betreft, zijn dit bekentenissen die heel diep reiken, ze
hebben onvermijdelijk hun echo in het boek dat ik hoop te voltooien, vóór mijn
tijd gekomen is.
21-07-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
20-07-2012 |
De eerste dag |
Ik heb, schrijft Stéphane Hessel
in zijn Geloven in het Onwaarschijnlijke,
(zie mijn vorige blogs), het geluk gehad betrokken te zijn geweest bij het
opstellen van de tekst om het corpus van de universele waarden op te stellen zodat iedereen hem zou kunnen omarmen, en
dat geluk steunt mij in mijn onwankelbare overtuiging dat de menselijke
samenlevingen een mooie toekomst voor zich hebben (pag 114).
Wel, als ik hoor welke
gedachten er binnendringen in het westen, komende uit het oosten, dan deel ik
deze zeer optimistische visie niet, integendeel, ik stel me vragen hoe het is
gekomen dat er nu meer gesproken wordt over de eerste dag van de Ramadan dan we
dit jaar nog hoorden spreken over de eerste dag van de Vasten?
En hoe zal het verder, of hoe lang
nog, zullen we onaangeroerd, onopgeslorpt nog overblijven, als ik hoor vandaag
- een e-mail dat me bereikte dat de sharia hier, bij ons, gelukkig nog niet
officieel dan toch virtueel werd ingesteld?
Allah die dichter komt, die
binnensluipt, die koel wachtende is in de straten als in de struiken, als in de
bloeiende hortensias in de regen.
We hebben gezien hoe de hagen zich
overgroeiden en geknipt toen werden, rechtlijnig geschoren. Maar, tot hoe ver
ik gaan mag met mijn verhaal en waar ik knippen moet weet ik niet. De vrees zit
er in, de Deense vrees, de Salman Rushdie vrees.
Of de haag geschoren mag of verder
groeien tot de tuin erin verdwijnt, de hortensias en de rozen, en wij ook haag
zullen zijn.
Het licht des morgens dat niet
meer het licht zal zijn van ouders en van voorouders, zelfs het gezang van de
vogels als er nog gekweel zal mogen is bezoedeld al.
Ik zie en hoor het, de klank,
het licht komt anders over, de waarden die we kenden opgeheven, en wij ontluisterd
van al wat we waren; dit al weten we later als het te laat zal zijn, want wie
of wat zal ons beveiligen?
En als we nog bidden kunnen,
tot wie bidden we als de hemel gesloten blijft, een glazen wand bedampt langs
de hemelkant.
Dit zijn de dagen van 20 juli
2012 af, hoe deze zullen zijn van 20 juli 2022 af, is een vraag die ik niet meer beantwoorden zal,
al weet je maar nooit. Maar het gelukzalig gevoel van Stéphane Hessel ken ik
niet. Ik vrees wat ik niet meer schrijven, niet meer zeggen mag.
20-07-2012, 00:01 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
19-07-2012 |
De avond en de rozen |
Een
goede dichter biedt een lezer iets dat anders is dan anders, maar toch
vertrouwd aanvoelt. Op die manier leg je een essentie bloot die al ergens
vermoed werd.
Rutger Kopland
(1934-2012)
Wat de avond van de rozen weet,
het licht weet van de nacht
is kennelijk overbodig, is te
ver gezocht.
Maar toch een vraag, eens
neergeschreven,
hoe in elkaar verweven,
het ene niet zonder het andere
kan,
als in gebed verzonken.
Van de dingen die waren en de
dingen die zijn,
die totaal verschillend, elkaar
bezitten, kent
de toonaard, de klank van de
musicus,
de hand, het blad waarop geschreven
wordt,
of het marmeren blok de houwer,
en in het blok
het beeld alvorens het gebeeldhouwd is.
Creativiteit, dat onze bestemming
is.
Wij, lopend in de regen langs
de rozenvelden,
doordrenkt, we zelf de regen
zijn. Geur
die van de rozen is en van de
regen in de aarde is.
Terwijl zo teder, zo
onopgemerkt, de luchten gesloten, de sterren niet opgekomen.
Terwijl dit niet de zomer is van
onze ouders,
niet de bedwelming van de rozen
in de avond
die we ondergingen: we geven,
fezelden de rozen, nu een doffere
geur, omdat het anders is.
Dit, toen we liepen langs de
velden in de regen,
in Schellebelle toen, en over
ons,
met floers omfloerst, van
ogenblik tot ogenblik,
de tijd, een boek gesponnen,
tot zo lang nog als de dagen.
19-07-2012, 04:49 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
18-07-2012 |
Bhagavad Gita 2 |
Bhagavad Gíta en T.S.Eliot
Er is een versregel uit de Four Quartets van T.S.Eliot die ik wel
eens durf gebruiken als ik me zorgen maak over de kwaliteit van wat ik
geschreven heb.
Eliot heeft het over zijn
pogen, woorden te gebruiken om zijn gedachten uit te drukken, maar elke poging,
weet hij, is een gans nieuwe start en een andere soort van faling. Maar zegt hij verder:
For
us, there is only the trying. The rest is not our business.
Het is zo iets als, doe wel en
zie niet om. Echter, voor iemand die schrijft is het niet zo eenvoudig, al wat
je neerzet op je blad, met deze stelregel te bedekken.
Eliot heeft zeker de
Hindoeschriften gelezen, in tal van zijn verzen spreekt hij over de god Krishna,
een belichaming van het Absolute Zijn. Ik ben dan ook niet verbaasd, de
oorsprong van zijn versregel te lezen in de Bhagavad Gíta:
Let
your reward be in the actions themselves; never in their fruits. So be not
moved by the fruits of actions. Nor let inaction dwell in you.
Het komt er dus, en ook voor
mij, vooral op aan actief te zijn, en actief te blijven. Te trachten woorden te
gebruiken om gedachten, beelden, herinneringen, gebeurtenissen, op de meest
literaire wijze weer te geven. Eens dit gedaan is mijn werk af. En mag ik
denken aan de blog van de volgende dag.
18-07-2012, 00:08 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
17-07-2012 |
Bhagavad Gita |
17
juli
Bhagavad
Gíta.
Ik
waagde het, in mijn blog van 11 juli, te verwijzen naar de orthodoxe Hindoe Schriften
en in het bijzonder naar een bijzonder deel ervan, de Bhagavad Gíta.
Weinigen
hebben hier zorgen mee, ook Stéphane Hessel niet, die zijn pagina kreeg in de
Standaard der Letteren van 13 juli met zijn autobiografie, Geloven in het onwaarschijnlijke (Vangennep,
2012), een boek dat dan toch niet werd wat ik na de eerste paginas verhoopt
had dat het worden zou.
Maar
het is over de Bhagavad Gíta dat ik iets zeggen wil. Ik schreef hierover:
Wat
weten we er van, arme zondaars die we zijn? Wat weten we van wat er
overblijft van ons. Niet van ons omhulsel - dat denkt Saramago te weten - maar
van onze elektronen, van onze, om het even welke quarks of partikels, of Higgs-bossons,
die we ontleenden.
Het
is het begrip ontlenen dat ik haalde uit de Hindoe schriftuur, waar
te lezen staat:
Never have I not
been, never have you not been, and never have these princes of men not been;
and never shall the time come when all of us shall not still be. As the tenant
soul goes through childhood and manhood and old age in this body, so does it
pass to other bodies.
Of, zoals de ziel die we in
pacht kregen, overgaat in ons lichaam van onze kindsheid, naar onze
volwassenheid en naar onze late jaren, zo gaat ze over op andere lichamen.
En ik begrijp dat het deeltje geest dat we als mens in pacht hebben gekregen, onsterfelijk
is en overgedragen wordt van leven op leven en, altijd ben ik geweest en altijd zal ik zijn.
Het oerbeeld van het levende nu,
komende van den beginne en uitgerekt tot in het eeuwige, doorgegeven van mens
tot mens, zoals het geschreven staat in de Bhagavad Gita.
A Book of
Hindu Scriptures in the form of a dialogue between Prince Arguna and the God
Krishna; The Peter Pauper Press, Mount Vernon - New York
1959, pag. 13.
17-07-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
16-07-2012 |
Titus Burckhardt |
Een
vreemde dag vandaag. De zwaarmoedige beschouwingen van gisteren lijken vandaag
veraf, of hebben dan toch hun impact verloren.
Ik
heb Titus Burckhardt opgezocht, waarom weet ik niet, of weet ik wel. Ik loop in
de tuin met zijn boek lArt de LIslam
in de hand, het formaat ervan is ongewoon, het is veel meer dan een boek, het
is herinnering, het is een soort relikwie. Titus Burckhardt ligt me nauw aan
het hart, omdat hij regelmatig te gast was in de chalet waar ik verschillende
maanden augustus, met de familie verbleven heb. Een chalet in de Valais, in
Grimentz, een dorp, verloren in de bergen dat in mij gebalsemd ligt en voor
mijn kinderen hun tweede geboortedorp is.
Binnen
een paar weken keren ze er terug voor hun verlof. Ik zal hen niet vergezellen.
Maar als ik Burckhardt uit zijn rek heb genomen en het boek zonder het te
openen heb mee genomen in de tuin, eigenlijk onbewust, dan moet het iets met
verlof te maken hebben.
Ik
denk nu aan mijn kamer daar, la chambre
des preux met de open haard. Ik had er mijn veldbed staan en een volle
wand ervan was een uitgelezen bibliotheek met Bijbel en Koran, en diverse werken van
Titus Burckhardt die ik voorheen niet kende en zijn boek over de Gotische Kathedraal
in het Duits, ook een werk over lArt de
lIslam, dat ik heb gekocht achteraf.
Om
deze reden alleen was de kamer me duurbaar en als ik dan nog vernam, na hem
daar gelezen te hebben, dat hij er regelmatig verbleef dat wist ik dat er in de
kamer waar ik verbleef, bij het haardvuur dat ik elke avond branden liet, heel
wat moet gediscussieerd geweest zijn. Het is in elkk geval een feit dat vele
van die boeken daar me in een bepaalde richting hebben gestuwd, een richting die ik anders wellicht
niet zou ingeslagen zijn.
En
zo komt het, denkend aan Grimentz, dat ik bladerend in het boek, het ogenblik
zon dat er was in de tuin, gevallen ben op de passage waar ik lees dat Mohammed
bij zijn aankomst aan de Kaaba, de 360 godenbeelden die er omheen stonden, met
zijn stok van hun voetstuk heeft geslagen - soerat XVII, 33 van de Koran
citerend
- en toen hij binnenkwam in de ruimte van de Kaaba, hij al de
Abraham-afbeeldingen die eraan de wanden waren heeft laten verwijderen, om
enkel en alleen over te houden de afbeelding van la Sainte Vierge tenant lEnfant sur les genoux, de Heilige Maagd
met het kind op de schoot.
Zo,
veel woorden zijn het niet vandaag, het was slechts, een ogenblik, de roep die
ik hoorde van de bergen, de roep van dat onooglijk dorpje in de Valais, denkend
ook aan een vriend in de Vaucluse, in een even klein en afgelegen dorp, waar
hij gewerkt zal hebben aan zijn boek en een gedicht zal geschreven hebben geïnspireerd
op het spoor dat een slak had achtergelaten op de vloer.
16-07-2012, 00:56 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
15-07-2012 |
Vreemd gaan |
Zo,
oude man, je waagt het nog, na al die jaren, je stem te laten horen en ideeën
te lanceren over Eurobonds en over, wat volgens jou, zou kunnen en mogen.
Je
gaat vreemd, in plaats van literatuur zo denk je toch - te bedrijven, of met
je blog binnen de grenzen van je gewone doen te blijven, zet je een stap in de
wereld van de financiën dan nog.
Je
kunt dus niet gewoonweg, als een eenvoudige burger, het lezen van je dagblad of
het beluisteren van het nieuws op radio of TV beperken tot het atletiek-gebeuren
of de Ronde, en eens je dag gevuld met wat woorden, vredig slapen gaan.
Je
kunt het niet en je wilt het niet. Je volgt, in tegenstelling tot vroeger, meer
dan ooit wat er is te zien en te
horen op de vele kanalen, je leest het dagblad en je onderlijnt in de wildgroei
van woorden, de passages die je belangrijk vindt, je knipt columns of artikels
uit, om ze later te herlezen of ze later totaal te vergeten. Je blijft actief,
te actief want het kost je je peis en je slaap.
Je
las deze morgen de uitgeknipte column van Bart Sturtewagen ( de Standaard van
vrijdag 13 juli) en je las dat het rendabeler is om je geld onder de matras te
schuiven dan het naar de bank te brengen. Je las dat de toestand hoogst
bedrieglijk is, dat Schatkisten van een groep sterkere Eurolanden, ook België,
hun tekorten nu goedkoper dan ooit
kunnen financieren. Wat een weelde! Er
lijkt geen vuiltje aan de lucht, schrijft Sturtewagen.
Maar,
zegt hij nog, als de motor (van de economieën) bij deze rentestanden - in Duitsland en ook in Frankrijk zijn die
onder nul gezakt nog niet wil aanslaan,
dan is de kredietschaarste niet het probleem en goedkoop geld dus niet de
oplossing. Dan is het systeem stuk. Dan is het vertrouwen zoek. En dan weet
niemand het te herstellen.
Dan
is het systeem stuk!
Keynes
is al lang begraven en om hem te doen herrijzen is het te laat. Wellicht ook te
laat voor de Eurobonds, want het zijn niet Eurobonds uitgiften mijn blog van
gisteren - die aan deze toestand iets veranderen zullen, evenmin, de zware
besparingen die in Griekenland en Spanje aan de orde zijn.
Zo,
oude man, blijf bij je leest, laat de wereld en bedelf je onder woorden. Schrijf
over wat je schrijven kunt, de dagen komen, de dagen gaan, de zon zal schijnen
of verborgen blijven.
Weet,
dat de zomer wegschuift, dat het niet meer de zomers van je jeugd zijn, blijf
geborgen in je woorden of die nu gelezen worden of niet gelezen, de tijd heeft
je in zijn greep, er is geen weg terug, al wou je wel.
Je
leeft, je leven is herleid tot schrijven, lijnen aan te vullen om op het einde
van je blad even terug te gaan, even maar, en denken dat het goed zo was, zoals
God in zijn Bijbel.
15-07-2012, 05:28 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
14-07-2012 |
Eurobonds |
Guy
Verhofstadt en de Eurobonds
Ik
ga er van uit dat het interview met Verhofstadt in de Humo van 10 juli werd
overgenomen zoals Verhofstadt het bedoeld heeft en niet zoals de schrijver
ervan het heeft geïnterpreteerd. Ben ook niet zinnens het ganse interview te
bespreken maar, als ik de zin lees bovenaan de tekst:
Wat Europa
vandaag doet is waanzinnig
dan
kan ik er wel enigszins in komen als ik hoor dat er op korte tijd, negentien
topbijeenkomsten zijn geweest en meer nog, als ik verneem dat intussen, de
Europese overheden wel 4.600 miljard Euro hebben opgehoest is dit geen 0 te
veel om de crisis te bestrijden, dan is er wel iets waanzinnigs aan verbonden.
Want
Verhofstadt, een man met een visie en dit heeft of had Barroso niet - heeft
meer dan gelijk als hij zegt dat we niet moeten denken al iets verwezenlijkt te
hebben met die gemeenschappelijke munt, want zolang die gemeenschappelijke munt niet wordt gekoppeld aan één
centrale bankenunie, één schatkist,
één obligatiemarkt, zijn we eraan voor de moeite.
Ik
voel onmiddellijk waar hij naar toe wil en ik lees het wat verder:
Intussen is
iedereen het erover eens dat er maar één oplossing, voer zo snel mogelijk die
gezamenlijke Euro-obligaties in, om de staatsschuld(en) te financieren, het
IMF, zegt het de USA, de FRB, de financiële markten, de studiedienst van elke
bank zou er zeker van zijn.
Wel
ik ben er niet zo zeker van Frau Merkel evenmin maar om andere redenen -
zolang er niet voldaan wordt aan de hoger gestelde voorwaarden: één ministerie
van financiën, wat impliceert, één globaal Europese-staten-budget, of tenminste,
een strenge opvolging van al de overheidsbudgetten van de Euromunt-landen.
Trouwens,
en ik schreef het al eens, dat had er moeten geweest zijn vooraleer gedacht kon
worden aan één gemeenschappelijke munt.
En
als hierop niet gewacht is dan was het aan de Europese machthebbers om
tenminste elk jaar deze staatsbudgetten van de Euro-landen nauwgezet in het oog
te houden - in het bijzonder deze van de valsspeler Griekenland en niet te
wachten tot 2009, alvorens wakker te schieten.
Als
Humo dan vraagt, of Paul De Grauwe gelijk heeft als hij de Europese Unie
lafheid en schuldig verzuim verwijt hij had er nog onkunde kunnen aan
toevoegen dan antwoordt G.V. Ik zal
niet dezelfde woorden gebruiken, maar je hoort mij niet zeggen dat hij ongelijk
heeft.
Het
is voor mij duidelijk. het Europa van Barroso heeft schuld aan de toestand
waarin de Euro zich thans bevindt en mag er gesproken worden van schuldig verzuim, want door geen
verwittiging tijdig de wereld in te sturen zijn de banken in de val gelopen,
met alle gevolgen van dien.
Ondertussen
weet iedereen dit, behalve Barroso zelf
een Europese visie was teveel gevraagd voor die man.
Maar,
ik
ben tegen de uitgifte van Eurobonds omdat ik geen geloof heb in de kunde van de
Europese politiek om een Fonds van Eurobonds op een degelijk gestructureerde basis
te beheren. Indien het zou toevertrouwd worden aan een instelling zoals de NBB dan
maakt het een kans op slagen.
Echter
ik zie er het nut niet van in. De opbrengst van de Eurobonds zal gebruikt
worden voor de financiering van de
Staatsschuld van de Eurolanden. Wat neer komt op een financiering van die
schuld via de kapitaalmarkt zijnde de private inschrijvers als de kapitaalkrachtige
naties.
Wat
een inschrijving van de te betalen intresten in het Europees budget noodzaken
zou en het voeren van een openbare schuldpolitiek (een soort Rentenfonds).
Maar
welk verschil zou dit maken indien om tot een oplossing van het probleem te
komen, de nieuwe obligatieleningen, uitgegeven door de Eurolanden, gewaarborgd werden, in kapitaal en intresten,
door de Europese Unie of de Europese Centrale Bank. En dit voor eenzelfde
bedrag als Europa bereid zou zijn de financiering van die staatsschulden te verrichten
met de opbrengst van de Eurobonds.
Want
het probleem ligt niet bij de Eurobonds, het probleem ligt bij de landen die
voortdurend uitblinken met een deficitair budget. Als hier niet aan verholpen
wordt zal het altijd de Europese gemeenschap zijn die de achtergebleven
schulden van de leden, of die nu gefinancierd werden met de opbrengst van
Eurofondsen of met de opbrengst van gewaarborgde obligaties, zal moeten
betalen.
Wie
staat er op om me te zeggen dat ik gelijk of ongelijk heb?
14-07-2012, 00:14 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
13-07-2012 |
Dagboek en Blog |
De
dagen hollen weg. Ware er niet mijn blog, zag ik niet dat de linkerkant van
mijn dagboek, eens geopend om te schrijven, volumineuzer werd dan de
rechterkant, dan kon ik denken dat het pak dagen dat voorbij is, maar één lange
dag is geweest.
Of,
het is ontstellend, hoe de dagen zich openen en zich sluiten. Hoe gedachten
komen, weerhouden worden, uitgewerkt en neergeschreven om de volgende dagen
achtergelaten te worden alsof ze er nooit waren en vervangen door andere.
Wat
in mijn dagboek komt, wordt niet noodzakelijk mijn blog. Het is alsof twee
personen naast elkaar aan het schrijven zijn en soms eens gaan kijken op
elkaars blad om er iets uit over te nemen.
Zo
herlas hij vandaag in zijn dagboek wat er s morgens was in neergezet:
Ik vrees dat ik op
een dag zal moeten beslissen niet meer op te staan om de pijn in mijn rug niet
meer te moeten trotseren en dit lichaam te laten voor wat het nog is, niet meer
te eten, niet meer te schrijven, niet meer te zijn, inert in alles te blijven
en zo weg te glijden.
De
daaropvolgende zin werd met tipex overdekt.
Als
ik dit geschreven heb was het een momentopname, maar het gevoel was er toch,
het gevoel dat ik genoeg geleefd had, dat mijn tijd gekomen was de strijd om
actief te blijven op te geven.
Maar
in het begin van de nacht schreef ik over het gedicht van Hadewijch/Ruusbroeck
en was ik terug de persoon die gedachten opzocht om een blog te vullen.
Hopelijk blijf ik mijn leven lang naar blog-teksten zoeken.
Eigenlijk
wil ik bekennen dat mijn blog Eeuwig
leven. geen idee is van mij, maar van de schrijver van het boek, Mort, voici ta défaite(Albin Michel
1979) van Jean Emile Charron, dat hij
lang geleden las, en een ander boek van hem, LEsprit cet inconnu (Albin Michel 1977)dat ik had uitgeleend aan
een vriend dokter, die zich verongelukte op de autostrade naar de kust.
Het
was de tijd dat ik op de wit gebleven plaatsen in de boeken tekeningen achterliet,
niets zeggende lijnen en figuren, maar toch een tekening. Het was ook de tijd
dat hij meer las dan schreef. Nu schijnt hij genoeg gelezen te hebben en
schrijft hij maar.
Zijn
moeder vertelde over haar broer, zijn nonkel Stefaan, dat hij, toen hij nog
knaap was, alles las wat onder zijn handen kwam, zelfs de stukjes tekst die hij
hier of daar opraapte. Hij vraagt zich nu af wat hij zou gelezen hebben
gedurende de vier jaren dat hij aan de IJzer zat hij denkt eraan omdat hij
hoorde van een groot schrijver van bij ons dat hij aan een boek aan het werken
was over zijn grootvader aan de IJzer. Maar nonkel Stefaan, zegde mijn moeder,
wou er niets over vertellen, niets. Hij was fruithandelaar. Hij kocht in de
lente, als de fruitbomen in bloesem stonden, het fruit op bij de boeren. En het
gebeurde dat hij tijdens zijn verlof, meeging met hem en zijn drie neven om de
pluk te doen.
De
persoon die het bovenstaande schreef, is de man met een jeugd. Of het een grote
jeugd was, betwijfelt hij. Maar - en zijn broer weet dit ook - er zijn, in zijn
jeugd, heel wat onaangename gebeurtenissen geweest die hij verzwijgen wil, meer
dan de aangename die hij vermelden kan.
De
tweede persoon in hem, de Ugo, zal wel schrijven dat het een grote jeugd was,
maar dit is omdat hij het zo wenst te zien, omdat hij afstand deed van al het
onaangename en enkel het wondere en het klein subtiele van de gebeurtenissen
wou weerhouden.
Zo
is de geschiedenis van zijn Blog een dwarrel-geschiedenis. Eigenlijk het
verhaal van de verschillende personen die hij is, die we allen zijn. Ouspensky
weet heel wat hierover te vertellen in zijn In
search of the Miraculous.
Maar
vandaag schrijft hij niets over Ouspensky en evenmin over de Bhagavad Gita waar
een lezer me een vraag over stelde.
Het
antwoord komt, maar uit de pijnen in mijn rug en de regen en het licht van deze
morgen, kwamen enkel de woorden die hier te lezen staan.
Ik
wijzig ze niet meer omdat ze in alle oprechtheid geschreven werden.
13-07-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
12-07-2012 |
Hadewych |
Het
stond geschreven in het grote Boek van Psalm 139, dat ik vandaag, na mijn blogs van de vorige
dagen, deel IV van Gilliams Vita Brevis,
nemen zou uit zijn rek waar het al vele jaren wachtende was. Dat ik het openen
zou om er dit korte gedicht terug te vinden van zuster Hadewych,
opdat ik, zoals me werd ingefluisterd - en dit kan enkel door de geest van mijn
overleden broeder Daniël zijn, of door de geest van Gilliams zelf, of door
zuster Hadewych, of door wat absoluut geen toeval mag genoemd - terug zou
vallen op wat me schijnbaar blijft achtervolgen:
Alle dinghen
syn mi te inghe
ick ben so wyd.
De
roep van de mens in de grote stilte van God, de smeekbede naar een woord van
Hem, een teken, een opening. Gilliams
zegt niets over dit gedicht, hij citeert het maar, hij ziet hierin niet het
minste verband met God of met wie of met wat, maar voor Hadewych is het
duidelijk een schreeuw tot God.
Het
is meer dan een gebed, het is een roep naar de ruimte die God is, de ruimte van
het oneindige tot ver buiten de muren van haar kloostercel, over de bomen heen,
de wijde trillende luchten in, naar de open armen van haar God, om weg te zijn van
de engheid van de dagelijkse dingen, het wassen, het koken, het boenen van
vloer, van meubels.
Haar
verlangen naar het gans andere is zo wijd, zo groot, zo adembenemend dat ze het uitroepen moet in enkele woorden die blijven weergalmen in de ruimte en tot bij ons.
12-07-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
|
 |
E-mail mij |
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
Gastenboek |
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
|
|
 |