xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Ik lees nog steeds Stéphane
Hessel, hij kreeg geen al te goede kritiek in de Standaard (heb ik reeds gezegd),
zijn boek: Geloven in het
Onwaarschijnlijke kwam over als onverzorgd. Maar Hessel is een man van 94,
die wat hij te zeggen had, gedicteerd heeft omdat zijn tijd beperkt was en zijn
boodschap dringend. Dus ik vergeef hem dit tekort, de Standaard had het ook
mogen doen.
Ik lees wat hij schrijft over het
Lot. Hij noemt het ook het westerse fatum
of het Turkse kismet, dit wat
geschreven staat. Voor de islamieten het
symbolisch equivalent van voorbeschikking.
De bijbel was er ook niet
vreemd aan, in Psalm 139 lezen we en ik verkies, sentimenteel als ik ben en
dankzij John Steinbeck, nog steeds de King James versie van 1611:
Thine eyes
did see my substance, yet being unperfect; and in thy book all my members were
written, which in continuance were fashioned, when as yet there was none of
them.
Of,
wat ik begrijp: alles wat mij betreft, Heer, staat al opgetekend in je
boek, alhoewel alles er nog niet is,
alhoewel het nog komen moet, het staat al geschreven in je boek. Welk ander
boek kan hier bedoeld worden dan het boek van het doen en laten van elk van ons.
Ik
ga zeker niet zo ver, al weet je maar nooit, ik geloof niet dat al wat komt al
geschreven staat, al vastgelegd werd van voor onze geboorte, maar ik geloof wel
dat het, keer op keer, vastgelegd wordt door de inwerking op elkaar van de
gebeurtenissen waarin we van ver of dichtbij betrokken worden.
Een
ontmoeting van twee personen, met het impact hiervan op de komende
gebeurtenissen, is een samenloop van omstandigheden, die als we nagaan hoe die
tot stand kwamen tot verwondering leidt.
Verwondering
die gemakkelijk kan omslaan tot wat volgens Hessel Sloterdijk zou gezegd
hebben: een macht die er ons toebrengt
afstand te doen van vermogen tot handelen ik weet niet of dit een
correcte vertaling is uit het Duits naar het Frans maar die macht van
Sloterdijk is geen geheim gedoe. Het zijn de omstandigheden waarin ons leven
verloopt die de loop ervan zullen bepalen.
En
als onze wil de ene of andere beslissing neemt dan is het omdat we aldus
geconcipieerd werden en aldus geëvolueerd zijn onder de omstandigheden.
Welke
vrije wil heb ik dan die niet zou geconditioneerd zijn, én door mijn afstamming,
én de stand van planeten en sterren de dag van mijn geboorte, of conceptie, én
de omstandigheden waarin mijn leven verloopt?
Dankzij
deze conditionering is het dat ik schrijf
|