xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Een
vreemde dag vandaag. De zwaarmoedige beschouwingen van gisteren lijken vandaag
veraf, of hebben dan toch hun impact verloren.
Ik
heb Titus Burckhardt opgezocht, waarom weet ik niet, of weet ik wel. Ik loop in
de tuin met zijn boek lArt de LIslam
in de hand, het formaat ervan is ongewoon, het is veel meer dan een boek, het
is herinnering, het is een soort relikwie. Titus Burckhardt ligt me nauw aan
het hart, omdat hij regelmatig te gast was in de chalet waar ik verschillende
maanden augustus, met de familie verbleven heb. Een chalet in de Valais, in
Grimentz, een dorp, verloren in de bergen dat in mij gebalsemd ligt en voor
mijn kinderen hun tweede geboortedorp is.
Binnen
een paar weken keren ze er terug voor hun verlof. Ik zal hen niet vergezellen.
Maar als ik Burckhardt uit zijn rek heb genomen en het boek zonder het te
openen heb mee genomen in de tuin, eigenlijk onbewust, dan moet het iets met
verlof te maken hebben.
Ik
denk nu aan mijn kamer daar, la chambre
des preux met de open haard. Ik had er mijn veldbed staan en een volle
wand ervan was een uitgelezen bibliotheek met Bijbel en Koran, en diverse werken van
Titus Burckhardt die ik voorheen niet kende en zijn boek over de Gotische Kathedraal
in het Duits, ook een werk over lArt de
lIslam, dat ik heb gekocht achteraf.
Om
deze reden alleen was de kamer me duurbaar en als ik dan nog vernam, na hem
daar gelezen te hebben, dat hij er regelmatig verbleef dat wist ik dat er in de
kamer waar ik verbleef, bij het haardvuur dat ik elke avond branden liet, heel
wat moet gediscussieerd geweest zijn. Het is in elkk geval een feit dat vele
van die boeken daar me in een bepaalde richting hebben gestuwd, een richting die ik anders wellicht
niet zou ingeslagen zijn.
En
zo komt het, denkend aan Grimentz, dat ik bladerend in het boek, het ogenblik
zon dat er was in de tuin, gevallen ben op de passage waar ik lees dat Mohammed
bij zijn aankomst aan de Kaaba, de 360 godenbeelden die er omheen stonden, met
zijn stok van hun voetstuk heeft geslagen - soerat XVII, 33 van de Koran
citerend
- en toen hij binnenkwam in de ruimte van de Kaaba, hij al de
Abraham-afbeeldingen die eraan de wanden waren heeft laten verwijderen, om
enkel en alleen over te houden de afbeelding van la Sainte Vierge tenant lEnfant sur les genoux, de Heilige Maagd
met het kind op de schoot.
Zo,
veel woorden zijn het niet vandaag, het was slechts, een ogenblik, de roep die
ik hoorde van de bergen, de roep van dat onooglijk dorpje in de Valais, denkend
ook aan een vriend in de Vaucluse, in een even klein en afgelegen dorp, waar
hij gewerkt zal hebben aan zijn boek en een gedicht zal geschreven hebben geïnspireerd
op het spoor dat een slak had achtergelaten op de vloer.
|