 |
|
 |
|
|
 |
06-01-2012 |
Gedicht voor vrienden. |
De Leie
hier is onze perfecte gastvrouw,
al zeggen
we het niet, we weten het,
we accentueren
het in onze woorden,
of dacht
je dat het niet kon?
Of dacht
je dat we niet zagen dat het licht,
zoals
Rimbaud het wist, met water gemengd
een
gedicht kon zijn.
Zuiver een
gedicht kon zijn als we maar zagen
wat er
was, de fonkeling, de glinstering,
de wind
een kind, spelend met het water
en de
meerkoeten, in kleine getale,
ongeschreven
gedachten die we later
optekenen
zullen, herop zoeken op een blad
Japans
papier, van een steen de tekening
erin
gebrand door de hand
van de
natuur, te geniaal om van de mens
te zijn,
al weet men maar nooit wat de mens
vermag, al
weten we heel weinig van wat is
en van wat
komen zal.
Maar van
de Leie kennen we de schilders
en de
schrijvers en hoe groen de beemden
en hoe stil
de vlakte en de bomen
met Ooidoncks
torens boven uit,
een hand,
een groet. Een ademtocht
de kerk, de enkele
huizen aan de horizont.
Je weet
maar nooit wat komen zal, later.
Het land
dat zwaar op de aarde ligt
en wat er
is van de simpelheid der dingen
is ons bijgebleven al zijn we te oud geworden
om ons te
herinneren hoe de poëet erover sprak
in zijn
gezangen, nu het bloed trager vloeien gaat.
Maar op het einde handen gedrukt zoals het hoorde,
en gegroet de Leie,
de geliefde van ons allen.
06-01-2012, 10:03 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
05-01-2012 |
Mens en Universum |
Hoe is de
notelaar in de tuin van mijn gebuur als ik er niet naar kijk of als ik er niet
ben? Of hoe is de bocht aan de Leie waar ik jarenlang elke zondag met de
vrienden even ben blijven stilstaan; of hoe is de bank in San Juan-Alicante
waar ik neerzat om te lezen of te schrijven; of hoe is la plaine de la Lé in Zinal als ik er niet wandel?
Ik heb me
dit dikwijls afgevraagd, zoals José Saramago zich een zelfde vraag stelde in
zijn Blog van 2010. Wel wetende dat die dingen zijn zoals ze zijn of ik er nu ben
of niet.
Maar er
is een andere vraag die ik me blijf stellen, welk is het belang van al die
dingen, of beter welk is het belang van het Universum als er noch hier noch op
het even welke plaats op aarde, niemand zou zijn om er zich vragen over te
stellen?
En dan
kom ik tot een totaal ander antwoord. Namelijk dat de mens er is, opdat geweten
zou zijn dat die dingen bestaan; opdat die dingen een eigenheid zouden hebben,
die ze anders niet zouden hebben. Ze zouden enkel zijn en er zijn zonder
toeschouwer.
Ik lees
dit ook bij Titus Burckhardt in
zijn vraag naar het mystische in de astrologie.
De mens, gezien door Ibn Arabi, zegt hij, was niet alleen het centrum van de Kosmos
toen de aarde nog het centrum was, maar is, toen geweten was dat de aarde
omheen de zon draaide, in die positie gebleven.
Of we er
naar kijken of niet de dingen zijn. Maar om te zeggen hoe ze er zijn is de mens
nodig. Kunnen we dan zeggen dat de dingen er zijn, enkel en alleen omdat de
mens er is.
Er zijn
oneindig vele zonnen met planeten omdat we weten dat ze er zijn. Ze waren er
ten tijde van Dante en toch waren ze er niet omdat niet geweten was dat ze er
waren. Zo denken we dat de denkende mens hier is omdat geweten zou zijn dat de
dingen bestaan. Dat hij hier is om te getuigen dat het Universum IS.
En als
dit Universum er nog is als een (ten dele) onbegrepen geheel, dan is de mens er
om dit verder uit te zoeken met een steeds groeiende behoefte om te weten.
The fact that the
terrestial position of the human being, serving as the fixed point to which
will be related all the movements of the stars, here symbolises the central
role of man in the cosmic whole, of which man is like the goal and the center
of gravity.
05-01-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
04-01-2012 |
Euro-crisisoverleg |
'Nieuw Crisisoverleg gepland'
Ik
lees wat Nout
Wellink, voormaling president van de Nederlandsche Bank zich liet ontvallen in
het Financieele Dagblad,
dat
niet alleen de financiële sector, maar ook overheden rekening moeten houden met
een Griekse wanbetaling. Het is, zegt Wellink niet realistisch om te
veronderstellen dat alle noodleningen die de afgelopen jaren Griekenland zijn
verleend, terugbetaald worden.
Griekenland
is virtueel in staat van faillissement, het kan zijn schulden niet meer betalen
zonder nieuwe schulden aan te gaan. Er wordt gesuggereerd 50%, of zelfs 75% van
de Griekse schuld bij de banken af te schrijven. Hoe de toestand van de banken
na die afschrijving er zal uitzien wordt niet vernoemd.
Is
er ooit enige waarschuwing gekomen van de Heer Barroso om de banken te wijzen
van 2005 af, op het gevaar, in te tekenen op uitgiften van Griekse
Staatsobligaties?
Ik
geloof het niet. Europa sliep. Nochtans als er iemand was die een oog in het
zeil moest houden dan was het Barroso die heel goed wist dat Griekenland niet
te vertrouwen was.
Wie
is dan hier de schuldige, de banken die maar al te graag een hoog rendement
viseerden en in de val liepen, of de Europese Overheden, die veel te laat
hebben ingezien wat er aan het gebeuren was?
Als
er iemand in de fout is, dan is het minstens elk voor fifty/fifty. Ik voeg er
aan toe voor Europa is het schuldig verzuim.
Ik
heb mijn oordeel al gegeven over een mogelijke oplossing, maar dat de laatst
voorgestelde 3% oplossing maar wat geblaat van schapen was, wordt nu
duidelijk.
Wat
mij het meest verbaasd is dat er geen enkele bank is die van zich laat horen,
na de Lehman Brothers, na Dexia, hangt hen een nieuwe ramp boven het hoofd,
gaan ze die maar zo ondergaan?
04-01-2012, 00:30 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
03-01-2012 |
Het jaar is begonnen |
Het jaar is begonnen, eens te meer wordt het een
aftellen naar einde van de week, van de maand, van het jaar. Eens te meer wordt hij meegesleurd
in het verschuiven van de minuten, de uren, de dagen. Wat achteraf van al dat zal
overblijven, zijn de ogenblikken dat hij voor zijn dagboek zat of voor zijn
klavier, en registreerde wat hij dacht of kon denken.
Van al het overige zou weinig overblijven, enkel
wat anderen er dachten te kunnen over vertellen, maar dit ook zou uitsterven.
Maar wat geschreven stond, wat in tekens was uitgedrukt zou kunnen ontcijferd
worden. Bleef dan nog de vraag of het de waarheid was.
Zo, alles bij elkaar genomen - en tot troost van
zij die niets te schrijven hebben - wat zin heeft het of er nu iets door jou en
over jou geschreven, overblijft of niet?
En toch, toch is het de reden waarom hij schrijft,
hij kan dit niet ontkennen en hij is gelukkig dat hij aldus is ingesteld. Het
kleurt zijn dagen, al is het maar in aquarel het is dan toch op Japans papier,
En ik zie wel om me heen, hoe anderen bezeten zijn om zich te manifesteren, getekend
door het woord.
Het
woord is almachtig, het is een boom in het regenwoud waarvan hij hoopt dat het overleven
zal.
03-01-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
02-01-2012 |
Dagboek en Blog |
Hij had op het einde van het jaar dan toch een
nieuw dagboek gekocht, zijn zoveelste page-a-day
diary van The Economist.
Thans vroeg hij zich af wat hij nog, naast zijn
Blog, in meer zou kunnen schrijven. Het was een vraag die hij zich vorig jaar
al had gesteld en toch waren alle paginas van 1 januari af tot 31 december
beschreven. Maar zijn hoop voor dit jaar was merkelijk kleiner. Hij vermoedde
dat zijn inspiratie geluwd was en eigenlijk dat zijn Blog ruim volstond als uitdaging
voor elke dag.
Maar een gewoonte van dertig jaar laat je zo maar
niet van vandaag op morgen zonder wroeging achter. Schrijf dan maar, echter
over wat?
Heeft hij aan allen die hem regelmatig lezen een
vruchtbaar jaar toegewenst, een jaar zonder al te veel kommer, een jaar van een
goede gezondheid en veel aangename gebeurtenissen. Nog niet, maar hij doet het
nu, gisteren was hij te zeer begaan met Psalm 139 die alles zegt en toch niets
nieuws. Alleen was hij verbaasd het te lezen in de Psalmen van de Bijbel. Het
bewijs dat anderen, ver voor hem, er hebben over nagedacht. Zoals ook Borges,
die in zijn Nueve
Ensayos dantescos
evenmin eraan dacht zijn ontmoeting met de drie kleine volumes van de Divina Commedia toeval te noemen, want schrijft hij in deze Ensayos - en ik ben het volledig eens met hem - toeval bestaat niet. Wat we zo
graag toeval noemen is onze onwetendheid over de complexiteit van de machine die alle gebeurtenissen opvangt
en verwerkt naar het komende.
En het was me overduidelijk dat mijn ontmoeting
met Borges verweven lag in de oneindig vele vertakkingen van het web van
gebeurtenissen, waarvan ik niet de minste notie en waarover ik niet de minste
controle had. En dit is altijd het geval. Ik heb dan ook - en je zult het
gisteren vernomen hebben - heel wat problemen met het aanvaarden van een vrije
wil. Natuurlijk nemen we beslissingen, maar hoe ontstonden deze, wat ging er
vooraf aan een ontmoeting die bepalend zal zijn voor ons verder leven. Een
minimaal detail soms, een oogopslag kan soms voldoende zijn om onze wil te
moduleren in een bepaalde gewenste of achteraf, niet meer gewenste richting.
Een zware Blog om een jaar mee te beginnen.
02-01-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
01-01-2012 |
Psalm 139 |
Psalm 139, 16
Het is
Pierre Alain Bergher die in zijn boek over
het mysterieuze in La Chartreuse de
Parme van Stendhal me wees op de inhoud van Psalm 139, vers 16. Wat me
toen verraste is dat hij zijn tekst haalde uit de King James versie van de
Bijbel, van 1611:
Thine eyes did see my substance, yet being unperfect;
and in thy book all my members were written, which in continuance were
fashioned, when as yet there was none of them.
Hij legde vooral de nadruk op het laatste deel van vers 16: which in continuance were fashioned, when as
yet there was none of them.
Een zin die Bergher vertaald terugvond:
Et sur ton livre étaient
inscrits tous les jours qui métaient réservés, avant quun seul de ces jours existât.
Is er een meer intense zin om er het jaar mee te
beginnen:
Alles wat mij
betreft Heer, staat opgetekend in je Boek, ik ontkom er niet meer aan, alles is
vastgelegd en omdat het vastgelegd is voor mij is het ook vastgelegd voor allen
die van ver of van dichtbij in relatie staan met mij en zo verder en verder,
tot in het oneindige.
Natuurlijk is het zo, de gebeurtenissen waarin ik
bewust of onbewust zal mee geconfronteerd worden zullen mijn dagen bepalen. Wat
ik eventueel tegendraads zou oplossen is ook al voorzien. Mijn vrije wil wordt
me opgelegd door de omstandigheden waarin ik verkeren zal, en dit is
onontkoombaar.
Is er enige twijfel mogelijk, dat iets niet zou
opgetekend staan, bijvoorbeeld een wijziging die ik in de allerlaatste seconde
zou aanbrengen? Natuurlijk staat die wijziging opgetekend.
Het is om
er duizelig bij te worden, wat een wereld er al geschreven staat. Om te
beginnen, in de Psalmen waar vele geschriften inspiratie hebben gezocht. En ik,
wat heb ik er nog aan toe te voegen, heel weinig of beter, niets in meer.
Ik kan
enkel herhalen wat geschreven staat en het eventueel verhalen op een andere
wijze, een betere of een mindere. Dit is het enige dat ik vermag.
Maar dit
hernemen is een noodzaak voor mij, hernemen en herkleuren, herschikken in
andere verbanden, in andere omstandigheden.
Dit ook
staat geschreven in het boek wat mij betreft, en nog, dat dit mijn leven is,
dat het woord mijn adem is, mijn bloed.
Pierre Alain Bergher: Les
Mystères de la Chartreuse de Parme, Editions Gallimard, 2010, pag.41.
01-01-2012, 06:06 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
|
Psalm 139 |
Het is
Pierre Alain Bergher die in zijn boek over
het mysterieuze in La Chartreuse de Parme van Stendhal wees op het bestaan
van vers 16 in Psalm 139. Wat me toen verraste is dat hij de tekst haalde uit
de King James versie van de Bijbel van 1611:
Thine eyes did see my substance, yet being unperfect;
and in thy book all my members were written, which in continuance were
fashioned, when as yet there was none of them.
Of, het laatste deel ervan waar Bergher vooral de nadruk op
legde:
Which in continuance were
fashioned, when as yet there was none of them.
En hij vertaalde:
Et sur ton livre étaient
inscrits tous les jours qui métaient réservés, avant quun seul de ces jours
existât.
Is er een prachtigere zin om er het jaar mee te beginnen:
Het is om
er duizelig bij te worden, vast te stellen wat een wereld er al geschreven
staat, om te beginnen, wat het westen betreft, in de boeken van de Bijbel, waar
alles mee begonnen is. Wat heb ik er nog aan toe te voegen, heel weinig, of
beter niets in meer.
Ik kan
enkel herhalen wat geschreven staat. Ik kan het enkel verhalen op een andere
wijze, een betere of een mindere. Dit is het enige dat ik vermag. Maar dit hernemen
is een noodzaak voor mij, hernemen en herkleuren, herschikken in andere verbanden,
in andere omstandigheden.
Dit is
mijn leven, het woord is mijn adem, is mijn bloed.
Pierre Alain Bergher: Les
Mystères de la Chartreuse de Parme, Editions Gallimard, 2010
01-01-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
|
Psalm 139 |
Psalm 139
Het is
Pierre Alain Bergher die in zijn boek over
het mysterieuze in La Chartreuse de
Parme van Stendhal me wees op de inhoud van Psalm 139, vers 16. Wat me
toen verraste is dat hij zijn tekst haalde uit de King James versie van de
Bijbel, van 1611:
Thine eyes did see my substance, yet being unperfect;
and in thy book all my members were written, which in continuance were
fashioned, when as yet there was none of them.
Hij legde vooral de nadruk op het laatste deel van vers 16: which in continuance were fashioned, when as
yet there was none of them.
Een zin die Bergher vertaald terugvond:
Et sur ton livre étaient
inscrits tous les jours qui métaient réservés, avant quun seul de ces jours
existât.
Is er een meer intense zin om er het jaar mee te
beginnen:
Alles wat mij
betreft Heer, staat opgetekend in je Boek, ik ontkom er niet meer aan, alles is
vastgelegd en omdat het vastgelegd is voor mij is het ook vastgelegd voor allen
die van ver of van dichtbij in relatie staan met mij en zo verder en verder,
tot in het oneindige.
Natuurlijk is het zo, de gebeurtenissen waarin ik
bewust of onbewust zal mee geconfronteerd worden zullen mijn dagen bepalen. Wat
ik eventueel tegendraads zou oplossen is ook al voorzien. Mijn vrije wil wordt
me opgelegd door de omstandigheden waarin ik verkeren zal, en dit is
onontkoombaar.
Is er enige twijfel mogelijk, dat iets niet zou opgetekend
staan, bijvoorbeeld een wijziging die ik in de allerlaatste seconde zou
aanbrengen? Natuurlijk staat die wijziging opgetekend.
Het is om
er duizelig bij te worden, wat een wereld er al geschreven staat. Om te
beginnen, in de Psalmen waar vele geschriften inspiratie hebben gezocht. En ik,
wat heb ik er nog aan toe te voegen, heel weinig of beter, niets in meer.
Ik kan
enkel herhalen wat geschreven staat en het eventueel verhalen op een andere
wijze, een betere of een mindere. Dit is het enige dat ik vermag.
Maar dit
hernemen is een noodzaak voor mij, hernemen en herkleuren, herschikken in
andere verbanden, in andere omstandigheden.
Dit ook
staat geschreven in het boek wat mij betreft, en nog, dat dit mijn leven is,
dat het woord mijn adem is, mijn bloed.
Pierre Alain Bergher: Les
Mystères de la Chartreuse de Parme, Editions Gallimard, 2010, pag.41
01-01-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
31-12-2011 |
Die vier letzte Lieder |
Die vier letzte Lieder.
Maar mijn alleenspraak zal verder gaan, het
product ervan zal neergeschreven worden, de oude man die ik ben zal creatief
blijven zoals hij in het voorbije bezig was, tenminste, se innanzi tempo, grazia a sé nol chiama.
Met deze zin sloot ik vorig
jaar mijn Latemse Geschriften 2010 af deze verschenen toen nog niet in
blogvorm vandaag vraag ik me af:
Wist Richard Strausz dat hij zijn Vier letzte Lieder aan het schrijven
was op het ogenblik van het componeren ervan, of wist hij het niet en werd de
titel er pas later aan toegevoegd?
Ik vermoed dat hij het niet wist. Ook ik zal er wellicht niet bewust van zijn dat het mijn laatste zinnen schrijf als ik ze schrijven zal. Ik weet alleen
dat ze geschreven zullen worden, maar dat het de laatste zijn hoop ik
liefst niet te weten.
Ik zal dus, vrij en ongedwongen, verder gaan met deze
wijze van schrijven, wel wetende dat hoe verder ik kom, des te meer ik me bloot
geven zal. Heb er al een voorsmaak van gegeven in mijn laatste Blogs.
Het weze dan zo. Op weg dus naar 1 januari, de eerste
dag van het jaar 2012, met de vraag, haalt mijn blog het einde van 2012?
indien voor die tijd, de genade (la
grazia di Dio) hem niet tot zich roept.
Alighieri
Dante, Inferno XXXI, 129.
31-12-2011, 00:28 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
30-12-2011 |
Suggestie gevraagd |
Wat vang ik aan met deze teksten, in 2011 verschenen onder de vorm van
Blogs. Is er iemand die opstaat om me te vragen deze niet te schrappen, maar te
bundelen en hem een gebundeld exemplaar te bezorgen, één iemand die me las en
me herlezen wil op rustigere momenten.
Dit iemand moet dan weten dat de totaliteit ervan meer dan 300 paginas
beslaat en meer dan 120.000 woorden. Hij moet ook weten dat ik wat tijd nodig
heb om te schrappen wat ik schrappen wil en te herzien wat ik herzien wil,
alvorens de definitieve vorm te laten kopiëren in A5 formaat.
Mijn professor van Nederlands leerde me dat we nooit iets mochten
vernietigen van wat we geschreven hadden, hoewel ik het al gedaan heb en dit
tot mijn spijt. Wellicht zal ik houden wat ik heb, al was het maar, tot nader
orde, op memostick.
Heeft er iemand een suggestie?
30-12-2011, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
29-12-2011 |
Nacht |
Hij kon de slaap niet vinden en was opgestaan in
het midden van de nacht. Het huis rilde van de stilte. Onder de lamp, bladerde hij
gedachteloos in een dun boekje dat hij ooit had gekocht in een second hand bookshop in Rye. Hij viel op een gedicht en wist wat hij schrijven zou voor zijn Blog
van 29 december:
Thou that sleepest the sleep of the lamb
And the line on thy lips is sweet
Were I not shy of my parents face
I would run and would kiss thee asleep.
Thou that sleepest the sleep of the lamb
And the line on thy shoulders is blue
Were I not shy in face of the guests,
I would run and would kiss thee asleep.
Zijn gelaat weerspiegeld in het raam. De roep van de uilen, als een roep die kwam uit het
diepste punt van zijn jeugd, uit zijn eerste ontwaken.
Moeder, dacht hij, moeder en vader en broer, dacht
hij.
Is het zo dat de lucht die hij inademt quarks en
elektronen zijn die ook deeltjes geest kunnen zijn, inspiratie, gebed, droom,
verlangen; die ook deeltjes geest kunnen zijn van zij die waren?
Jij die hoort tot de slaap
der jarigen,
En slaapt de slaap van oudsher,
Schrijf en schrijf, schrijf
de ziel uit je lijf,
En dankt voor de dagen die
je blijven,
Herinner hem als een rusteloos iemand die meent dat
schrijven zijn levensdoel is omdat hij niets anders meer kan dan schrijven. Omdat hij dronken is van woorden die zwaluwen zijn, die
stijgen en dalen en keren, die roepen om genomen te worden, van morgen tot
avond tot nacht, en betekeningsvol willen zijn.
Herinner hem als iemand met een Blog aan zijn been.
29-12-2011, 03:14 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
28-12-2011 |
Tekenen |
Il fut un temps dat ik tekende, wat het was dat ik op papier zette heeft geen belang
meer, maar ik tekende en maakte etsen van 6cm op 9cm. En het gebeurde dat ik
deze, rond de jaarwisseling stuurde aan vrienden en kennissen. Of ze zich
rekenschap gaven van de moeite dat het me kostte weet ik niet, maar het vergde
een grote inzet, eerst de tekening - waarvan de kleine dingen uit de natuur het
onderwerp waren - op een met lak bestreken koperen plaat, daarna het ineten van
de plaat in een bad van ijzerperchloride, het reinigen, het ininkten, en het
afdrukken. Avonden lang tot ik er een bepaald aantal dezelfde had. Daarnaast
waren er grote potloodtekeningen op wit Steinerpapier en eens heb ik een jaar
lang gewerkt aan een tekening de grootte van mijn tekentafel. Toen ze af was
werd ze ingekaderd en opgehangen. Vandaag is het wit papier ontkleurd, verschenen, wat storend overkomt. Ze is gemaakt met
naaldfijne, 0,3mm zwarte mines de crayon,
van hardheid 2 tot 5.
Het is een verhaal in mossen en in planten die zijn
of konden zijn, in fossielen en schelpen, in mogelijke en onmogelijke dingen,
één grote vermenging van al wat is en niet is. Mijn verbeelden was groot in die
tijd, te groot. Soms komt het geheel over als een onderzee-landschap, soms als
een veelheid van vormen en structuren die het lezen ervan heel moeilijk maakt.
De tekening hangt op in de eetkamer maar niemand
kijkt ernaar, niemand zegt er ook maar één woord over. Maar als ik er vandaag
over schrijf dan is het omdat ik vandaag weet dat ik nooit had moeten stoppen
met tekenen. Maar het schrijven heeft op een gegeven ogenblik de bovenhand
genomen, met een pover resultaat als uitslag, want weinigen ook spreken over
die Blogs van mij.
Het zij zo, ik zegde het onlangs nog, ik ben een
vreemde man.
28-12-2011, 00:16 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
27-12-2011 |
Huiselijk |
Het is goed een echtgenote te hebben die je werken
laat, die begrip toont als je voortdurend bezig bent met zaken waar zij niet zo
denderend veel interesse voor heeft, als je boeken leest, programmas volgt die
haar minder belangrijk toeschijnen. Haar begrip brengt me heel dicht tot haar,
we zijn een team in tal van aangelegenheden, wat een huiselijke sfeer schept,
al leven we geestelijk in een verschillende wereld.
Zij heeft een medische vorming en leeft in die
wereld. Ik heb mijn economisch-financiële vorming lange tijd terug afgelegd en
ben overgeheld naar literatuur, naar elke uiting van kunst ik wou dat het
kunst was dat ik bedrijf overgeheld naar het schrijven en het maken van wat
tekeningen, een hand groot.
Zo gaan onze dagen in peis en harmonie. Het stemt
me mild tegenover het leven, tegenover de wereld, al weet ik er maar van wat ik
zie op tv of lees in de dagbladen. Het raakt me soms heel erg, en dan val ik
uit. Het raakt me soms minder.
Mijn Blog is niet huiselijk, hij vergt heel wat van
mij, meer dan me lief is, maar Blogs brengen mensen samen, mensen die je dan
kent via hun Blog, mensen waaraan je denkt als je neer zit om je Blog te schrijven
en ook tussendoor.
Nog iets, soms schrijf ik Blog en soms blog. Als ik
een B gebruik en niet een b, dan is het omdat een blog iets magisch heeft, een
band met anderen die ik nu en dan bezoek en ga lezen. En dan nog, het jaareinde
maakt me heel gevoelig en dromerig. Ja, dromerig op mijn ouderdom.
27-12-2011, 00:21 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
26-12-2011 |
De Zin van ons Bestaan (2) |
De Zin van ons Bestaan (2)
Jammer, my dear John, dat de tijd voorbij is om nog
een laatste maal, in een van onze laatste zomers, de top van de Bella Tola te
beklimmen.
Maar herinner je, herinner je, we vertrokken voor
dag en dauw uit Saint-Luc om via die moeilijke en uiterst steile weg langs de cascades, op te klimmen, en dan over de
alpenweide, voorbij le chalet blanc
en verder, altijd verder langs het gebaande pad in de flank van de Bella Tola,
om uiteindelijk voor de zoveelste maal, de top te bereiken.
Hoe intens, was ons leven toen, vrienden samen, één
met elkaar, één met berg en licht en lucht en water. De reden van ons bestaan was
toen de top van de Bella Tola, het vergde een grote inspanning, maar eens op de
top, achter een rots, beschut tegen de bijtende wind, zaten we zwijgend neer in
het verblindende licht van de opkomende zon. Minuten lang, we hadden geen woorden
om te zeggen wat we voelden, maar we waren gelukkig, los van het aardse,
zwevend lijk de choucas over de valeien en de toppen van de bergen.
Ik denk dat de weg naar de top, symbool staat voor de
reden van ons bestaan. Voortdurend verder stijgen, niet aflaten, niet versagen,
niet naar beneden kijken, maar steeds hoger naar het Absolute, naar het sublieme,
naar het Grote Licht waarvoor er geen uitleg is.
En het is precies dit nader-komen-tot dat de reden is van ons bestaan. Al weten we niet
wat we nader komen, al weten we niet wat er te vinden is in de oneindigheid van
tijd en ruimte, maar er is Iets.
Het geloof in een Immateriële Aanwezigheid in alles
wat is, het geloof dat ons bestaan zijn reden heeft, zelfs al weten we het
niet, maar wij, mens, op weg om het te ontdekken. En de weg is lang. De weg is
oneindig lang, maar we komen er, de vraag stellen is al een goed begin.
Deze twee blogs, my dear John, zijn maar een aanzet
tot antwoord op je vraag, maar als er een Universum is dan moet er een reden
zijn voor dat Universum.
Misschien is ons bestaan hier, de reden voor het
bestaan van het Universum.
26-12-2011, 01:39 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
25-12-2011 |
De zin van ons bestaan (1) |
De zin van ons bestaan (1)
Een vriend, John S. mailde
me een paar dagen geleden van uit het Hotel Bella Tola in Saint-Luc, mijn
droomhotel - ook dat van hem en van een andere vriend Jean B - in verband met
mijn blog-affaire. Samengevat schreef hij dat hij bewondering had voor de
diversiteit van de onderwerpen die ik behandelde, wat lang soms, maar vroeg hij,
welke is de zin van ons bestaan hier op aarde. Ik vermoed dat je er een
antwoord op hebt, ik heb er geen.
My dear John, van morgen is het licht van een grote
helderheid over het land, het valt met een brede band door het open venster
binnen in de kamer, over mijn blad, het omhult me alsof ik in het licht, het
antwoord zou kunnen vinden op je vraag.
Ik herinner me de tochten die we maakten. Jij
verbleef elk jaar in augustus in Saint-Luc, ik was met de familie in Grimentz,
het dorp aan de overkant van de Val dAnniviers. En elk jaar spraken we af om
samen de Bella Tola te beklimmen, een tocht van drie à vier uren zonder al te
veel klimperikelen. Jacques D., een andere vriend uit Parijs vergezelde ons. Maar
herinner je, de beklimming was meer een wandeling in de diepte van het woord,
naar de essentie van het zijn, dan naar de top van de Bella Tola. Wellicht hebben
we toen over die vraag gesproken, misschien hebben we er een half antwoord op
gevonden. Maar je vraag leert me dat jij ook moet gaan voelen al ben je een
paar jaar jonger dan ik - dat je dichter en dichter het onvermijdelijke voelt
naderen.
Een paar dagen terug heb ik op BBC four geluisterd
naar een voordracht van Brian Cox, een jonge professor. Hij had het over
kwantum fysica en beweerde dat alles, maar dan ook alles, connected is, dat
we verweven zitten in een immense, bewegende massa atomen en elektronen en
andere nog minimalere deeltjes, en dat elke invloed die we hebben op het
krachtenveld van de elektronen die om de atoomkern slingeren met een
oninbeeldbare snelheid, zijn impact heeft op het krachtenveld van alle
elekronen van het Universum.
Pas met deze visie op de achtergrond, kunnen we
gaan beginnen denken welke de reden zou kunnen zijn van ons bestaan en wordt
het ons duidelijk dat het niet enkel ons bestaan is dat ter sprake komt maar
ook dat van het Universum, want waarom bestaat er een Universum, een uitdeinend, levend Universum?
De mens, met een minimale fractie van de geest
aanwezig in het Universum is er het spirituele element van. Het grote wonder
is, en we beseffen het nauwelijks of helemaal niet, dat we als onooglijk zaadje
geest, geconfronteerd worden met het oneindige van die geest in het Universum.
Ik stop hier mijn Blogs zijn telkens veel te lang
- morgen kom ik terug.
25-12-2011, 01:01 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
24-12-2011 |
Kerstavond vroeger |
Kerstavond
vroeger.
Voor Patricia, Gisèle, Ann, Catherine,
Voor Christophe, Stéphane, Anthony, Rita, Katiana, Gwendolyne,
Voor Lisa, Arnoud, Margot, Voor Kim,
Voor Alexia,
Wel ja
wat was er vroeger bij moeder en vader op kerstavond, was het iets om naar uit
te kijken, een speciaal maal, een kerstboom misschien, kaarslicht op de tafel,
een kerstkribbe uitgestald?
Heel veel
zal het wel niet geweest zijn, hoogstens een wafelenbak, maar zeker ben ik ook niet.
Wat ik wel
weet is dat we de avond doorbrachten de voeten op de zijkanten van de Leuvense
stoof. En ook dat er regelmatig groepen kinderen langs kwamen om een
kerstliedje van de herdertjes lagen bij nachte te zingen voor de deur, allen hetzelfde
liedje, die dan iets kregen van moeder. Ik vermoed dat ik er ook eens op
uitgetrokken ben om bij de geburen van deur tot deur te gaan, met zo iets als
een ster, hoog op een stok, een ster die kon draaien.
Een jaar
was mijn oom Alfons die in Frankrijk woonde, afgekomen en ik herinner mij dat
hij een muntstuk van tien centimes of was het een kwartje te warmen
legde op de buis van de stoof en het muntstuk dan op een schaaltje duwde om het
dan in de hand van de zanger te laten vallen. Ik vond dat het helemaal niet
paste, maar hij had er plezier in en niemand durfde het aan hem enig verwijt te
doen.
Dit is
het enige beeld dat me met zekerheid overblijft van die kerstavonden van toen. Meer
zal er niet geweest zijn in de tweede helft van de jaren dertig bij moeder en
vader. Alles was eenvoud, geen telefoon, geen radio, geen autos in de straat,
hoogstens de moto van oom Egile, politieagent in Brussel, de keren dat hij ons
bezocht met tante Marie.
Maar voor
de rest denk ik dat er niet veel gevierd werd in de huiskring. Het grote
gebeuren vond pas de volgende dag plaats, op kerstdag zelf, naar de mis met
moeder, de lange weg naar de kerk, door de bittere kou en na de mis, even binnen
bij grootmoeder, die naar mijn blote knieën keek en Och arme mijn ventje en zo
koud!.
En
vandaag, moeder en vader overleden, een broer te vroeg gestorven, een andere
broer, Georges, nog heel goed te been, hij is wel zeven jaar jonger, en ik, een
van de oudste maar niet de oudste - van de familie die overbijft van een
grote stam langs moeders zijde.
Welk
gevoel geeft het me, een vreemd gevoel geloof me, en toch niet denken dat ik de
eerste zal of kan zijn om te gaan, hoewel er vele tekenen op komst zijn. Wat
een lef ik heb.
En nu wat op
kerstavond na het maal? Naast het klavier van mijn laptop liggen heel wat
boeken: de Sterrengids 2011, The strange Theory of Light and Matter van
Richard P. Feynman, De Mobilisatie van Arcadia van Stefan Hertmans, Stendhal
et le Tarot van Pierre Aimé Bergher, naast een stapel krantenknipsels. Wanneer
lees ik dit allemaal als ik wil werken én aan mijn blog én aan mijn boek én
mijn Dante wil herschrijven, én graag het middagmaal wil koken voor mijn echtgenote
(die haar rechterpols in het gips heeft na een val over het tapijt) en soms een
taart bakken, of airelles met appelen
klaar maken of nog tal van andere dingen. Heb zelfs geen tijd om even uit te
rusten.
Im a very strange man with strange ideas, and in love with words, all
kind of words. Words are a drug for me, they keep me going, they are the only
strength I still have. The spirit I put in them and love, is all that is left in
me. Life is a great thing. La vie est une grande chose.
Ik denk ook
aan het beeld van deze namiddag, of was het gisteren, of eergisteren?. Aan het
groepje kinderen op het scherm van BBC four. Vele rassen van kinderen die zich allengs
zullen vermengen, in elkaar zullen overgaan na drie, vier, vijf generaties om
één ras te vormen. Het proces is al begonnen en is niet meer te stuiten. Wat me
zorgen baart is de vermenging van de namen van God.
Misschien
zou het voor ons allen beter zijn indien we geloven zouden in wat Raimundo
Panikkar noemt
the cosmotheandric principle waarbij Kosmos, God en Mens - Cosmos, Theos en Anthropos -, een nieuwe
Drievuldigheid vormen, een nieuwe zich bundelende, zich osmoserende eenheid. David
Steindle-Rast voegt eraan toe: All three belong together. That is the basis
for what we call the new paradigm in theology.
Het
fenomenale is, dat dit cosmotheandric
principle steunt op, en gedragen wordt door de mens, door de denkende,
creërende mens. Zonder zijn aanwezigheid, zonder zijn getuigenis, zijn de
begrippen God en Universum van een schrijnende eenzaamheid.
24-12-2011, 11:27 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
23-12-2011 |
Staking |
Wat er
omgaat in dit land van Vlamingen en Walen en een handvol Duitstaligen, ontgaat
me niet. Maar hoe reageer ik op de staking van 21 en 22 december?
Ofwel de
ogen sluiten en denken, morgen gaat het wel beter; ofwel begrip tonen voor zij
die in een randgeval vertoeven begrip dat ik heb des te meer dat de Raad
van State vindt dat de tekst van de nieuwe wet geen steek houdt.
Echter
aan de HH. De Leeuw en Consoorten, zou ik willen vragen: een staking, tegen de beslissingen door de Regering genomen, is dit
niet a-democratisch?
Zoals
elke burger in dit land hebt u de mogelijkheid gehad uw stem uit te brengen op
rood of blauw of geel of groen of op de a-kleur. Dit was uw recht. U hebt uw
vertegenwoordigers gekozen en goed gekozen dacht ik. Dit betekent dat u aan die
vertegenwoordigers, opdracht hebben gegeven het land te besturen en wetten uit
te vaardigen. Wel laat hen het doen, want eens uw stem uitgebracht hebt u niet
meer het recht op te komen tegen wat onze vertegenwoodigers hebben beslist, dan
een ander die nu 21% op zijn intresten aan zijn laars krijgt, in plaats van 15%.
Als u
niet akkoord gaat met hun beslissingen en u gaat meer niet akkoord dan wel - wacht
tot de volgende verkiezingen om er voor te zorgen dat vertegenwoordigers die u
mishagen, zoals Di Rupo en zijn Ministers, niet meer aan de bak komen.
Maar
recht op een tweede stem hebt u niet in
dergelijke aangelegenheden zoniet wordt het land, zoals dit maar al te dikwijls
het geval is geweest, geregeerd door de Vakbonden.
En wat verworven
rechten betekenen ondervond ik aan den lijve hoe sommige roden erover dachten
in het verleden.
23-12-2011, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
22-12-2011 |
Wintersolstitium |
Wintersolstitium
Van nu af
lengen de dagen wist mijnemoeder,
ze was een simpel mens maar toch was 22 december voor haar een belangrijke dag
die wees op een grote verandering op een plaats waar er anders niet zoveel over
te vertellen viel.
En ze
vertelde me ook dat het hare moeder was die haar leerde dat het een gebeuren
was dat los stond van alle ander gebeuren, dat het plaats vond hoog boven de aarde
en dat het was alsof de zon zich keerde. Een gebeuren dat haar moeder mijn grootmoeder
- niet vergat omdat, zo zegde ze, het zich afspeelde dicht bij God.
En ik
twijfel er niet aan, mijn grootmoeder
hoorde het op haar beurt van haar moeder en wie weet hoe ver we niet terug
moeten zodat ik het moet gehoord hebben, via via de vele moeders en grootmoeders.
Tot mijn scha en schande, verbrak ik de ketting, ik heb het niet doorgegeven
aan mijn kinderen, noch aan mijn kleinkinderen, omdat de terugkeer van het
licht niet meer de waarde heeft die het had ten tijde van de vele grootmoeders.
Voortaan volstaat een druk op de schakelaar, opdat alles zou baden in het
licht, en met die schakelaar een vingerknip volstaat soms ook - verdween al
het spirituele, al het kosmische aan het licht verbonden. Zo, welke betekenis
heeft dan nog een solstitium voor de mens van nu?
En
moeder, mijne moeder, nu je terug bent bij mij, laat het sneeuwen, laat de
wereld, laat de wegen, de huizen, de bomen bedekt met pakken sneeuw, laat de
takken witter dan de lucht, witter dan de koude die binnensluipt aan het raam
en jij, aan de tafel, aardappelen schillend, zoals gisteren en eergisteren en
de dag ervoor, in tegenlicht, het bundeltje licht als een aureool in je blonde
haren. En de mussen, de vechtende mussen in de stromijt, voor de deur, en
meesjes en vinken en geelgorzen. En jij die denkt, och arme die vogels in de
kou.
En de
sneeuw, de sneeuw die alles dekt. Georges en Daniël die een sneeuwman maken,
hebben die dan geen kou? Straks stormen ze binnen, met koude handen en rode
wangen en het haar vol sneeuw, en ze zijn buiten zonder sjaal en blootshoofds, zie nu maar eens.
En,
moeder, het deeg, afgedekt in de trog, aan het rijzen, en de oudste, Karel, brandhout
aan het klieven terwijl hij de oven opwarmt met rijsthout. Klaar om straks van moeder, de
zes broden te ontvangen, lijk grote hosties op de ovenpaal gelegd, het sacrale
gebaar van eeuwen her, en met een ruk afgeschoven op de witgeblakerde
ovensteen.
Ze weet
genoeg hoe het moet, ze weet van vele dingen hoe het moet. En ze kent - en allen
kenden we dit - het grote moment, als een tijd erna, en hoeveel tijd wist ze
ook, de deur van de oven open gaat, en de geur van versgebakken brood over de
boomgaard drijft, over de straat, over de wereld waar hij lang hangen blijft,
tot in mijn neusholten van nu.
Mijne moeder,
die nu in de hemelen zijt, niets overtreft de geur van versgebakken broden,
niets, niets, nada.
22-12-2011, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
|
Wintersolstitium |
Wintersolstitium
Het is de
dag van mijnemoeder.
Van nu af lengen de dagen wist moeder, een simpel mens was ze, maar 22 december
was voor haar een belangrijke dag die wees op een grote verandering op een
plaats waar er anders niet zoveel over te vertellen viel.
Hare
moeder leerde haar dat het een gebeuren was dat los stond van alle ander
gebeuren, dat het plaats vond hoog boven de aarde en dat het was alsof de zon
zich keerde. Een gebeuren dat haar moeder niet vergat te vermelden omdat, zo
zegde ze mijn grootmoeder het los stond van al het andere gebeuren op aarde
en zich afspeelde dicht bij God.
En ik
twijfel er niet aan, grootmoeder hoorde het van haar moeder en wie weet hoe ver
we niet terug moeten en ik hoorde het, via via de grootmoeder van haar moeder. Ik
echter, tot mijn scha en schande, verbrak de ketting, ik heb het nog steeds
niet doorgegeven aan mijn kinderen, noch aan mijn kleinkinderen, de betekenis
van de terugkeer van het licht heeft niet meer de waarde die het had ten tijde
van de vele grootmoeders. Voortaan volstaat een druk op de schakelaar, opdat
alles zou baden in het licht, en met die schakelaar een vingerknip volstaat
soms ook - verdween al het spirituele, al het kosmische aan het licht verbonden.
Zo, welke betekenis heeft dan nog een solstitium voor de mens van nu?
En
moeder, mijne moeder, laat het sneeuwen, laat de wereld, laat de wegen, dde e
huizen, bomen bedekt met pakken sneeuw, laat de takken witter dan de lucht,
witter dan de koude die binnensluipt aan het raam en jij, aan de tafel,
aardappelen schillend, zoals gisteren en eergisteren en de dag ervoor, in
tegenlicht, het bundeltje licht als een aureool in je haren. En de mussen, de
vechtende mussen in de stromijt, voor de deur, en meesjes en vinken en
geelgorzen. En jij die denkt, och arme die vogels in de kou.
En de
sneeuw, de sneeuw die alles dekt. Georges en Daniël die een sneeuwman maken,
hebben die dan geen kou? Straks stormen ze binnen, bibberend, met koude handen en
bolrode wangen en haren vol sneeuw, want nog eens buiten zonder sjaal en
blootshoofds.
Het deeg,
afgedekt in de trog, aan het rijzen, en de oudste, Karel, brandhout aan het
klieven terwijl hij de oven opwarmt met rijsthout, klaar om straks de zes
broden te ontvangen, lijk grote hosties op de ovenpaal gelegd, het sacrale
gebaar van eeuwen her, en met een ruk afgeschoven op de witgeblakerde
ovensteen.
Ze weet
genoeg hoe het moet, ze weet van vele dingen hoe het moet. En ze kent, en allen
kenden we dit, het grote moment als een tijd erna en hoeveel tijd wist ze ook
- de deur van de oven open gaat, als de geur van versgebakken brood over de
boomgaard drijft, over de straat, over de wereld waar hij lang hangen blijft
tot in mijn neusholten van nu.
Mijne moeder,
die nu in de hemelen zijt, niets overtreft de geur van versgebakken broden,
niets, niets, nada.
22-12-2011, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
21-12-2011 |
Het droomdomein |
Elke
avond voor ik inslaap zoek ik in mijn verbeelden naar elementen voor mijn Adem
van de Dagen. Het boek dat ik droom te schrijven terwijl ik aan mijn Blog
werk. En ik wil een boek en hier overschat ik me wellicht - dat even goed in
de hand zou liggen als Houellebecqs La
Carte et le Territoire, en daarenboven even leesbaar. Voor minder doe ik
het niet.
En ik val
bij het schrijven, telkens terug op een landgoed gelegen in S. Een oude hoeve met
de toren boven de inrijpoort, wat schuur en wat stallingen, het enige dat nog overbleef
van een vroeger kasteel, half verborgen in een verwaarloosd park, omgeven door
een slotgracht. Mijn droom is lange tijd geweest het landgoed te kunnen kopen
en het terug bewoonbaar te maken. Maar het dan niet te omringen met een tweemeterhoge
omheining zoals Houellebecq het deed. Neen, ik droomde het park open en bloot
met als bescherming de brede slotgracht die ik zou laten uitdiepen om het
brakke water weg te nemen en te vervangen door een heldere en klare waterspiegel
voor de bomen er rond.
Dit waren
dromen, wat wel mag als je jong bent, en laat ons, voor eenmaal, toch aanvaarden
dat dromen ook nog mag als je oud geworden bent. Al is er een verschil qua
realiseerbaarheid.
Maar het domein
met verwilderd park werd verkocht en de hoeve met toren gerestaureerd. Het
geheel werd volledig omheind en de natuur heeft zijn werk gedaan, de omheining is
begroeid met klimop en al wat nog zichtbaar is zijn de bomen.
Het
gebeurt nog dat ik er ga wandelen, soms met mijn broer Georges voor wie het landgoed
een even grote fascinatie was, al heeft hij me het nooit verteld. Binnen het
park en ver van de hoeve verwijderd was er, en is er nog steeds, een elegant prieeltje,
het enige dat er toch nog resteert van het vroegere kasteel, maar hiervan is
niets meer te zien als men op de goede plaats geen opening vindt in de
klimophaag.
Dit klein
sierlijk wit ding onder de reuzen van bomen, heeft een geschiedenis. In mijn verre
jeugd was ik ooit eens over de uitgedroogde gracht doorgedrongen tot de muren
ervan en toen ik doorheen het raampje naar binnen keek, ik in de donkere groot
open ogen keek van een vrouw met verwarde haren en een man, naakt over haar
gebogen, zodat ik een schreeuw liet en hals over kop weggelopen ben, tot in
moeders armen. Maar dat is lang geleden al. Te lang opdat ik mijn schreeuw van
toen nog horen zou als ik er langs kom.
Maar een
droom van een woning is de hoeve gebleven. Ik heb er zelfs een wand vol met
boeken en een sofa met deken, voor de open haard.
21-12-2011, 07:17 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
|
 |
E-mail mij |
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
Gastenboek |
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
|
|
 |