xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Het jaar is begonnen, eens te meer wordt het een
aftellen naar einde van de week, van de maand, van het jaar. Eens te meer wordt hij meegesleurd
in het verschuiven van de minuten, de uren, de dagen. Wat achteraf van al dat zal
overblijven, zijn de ogenblikken dat hij voor zijn dagboek zat of voor zijn
klavier, en registreerde wat hij dacht of kon denken.
Van al het overige zou weinig overblijven, enkel
wat anderen er dachten te kunnen over vertellen, maar dit ook zou uitsterven.
Maar wat geschreven stond, wat in tekens was uitgedrukt zou kunnen ontcijferd
worden. Bleef dan nog de vraag of het de waarheid was.
Zo, alles bij elkaar genomen - en tot troost van
zij die niets te schrijven hebben - wat zin heeft het of er nu iets door jou en
over jou geschreven, overblijft of niet?
En toch, toch is het de reden waarom hij schrijft,
hij kan dit niet ontkennen en hij is gelukkig dat hij aldus is ingesteld. Het
kleurt zijn dagen, al is het maar in aquarel het is dan toch op Japans papier,
En ik zie wel om me heen, hoe anderen bezeten zijn om zich te manifesteren, getekend
door het woord.
Het
woord is almachtig, het is een boom in het regenwoud waarvan hij hoopt dat het overleven
zal.
|