xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Hij kon de slaap niet vinden en was opgestaan in
het midden van de nacht. Het huis rilde van de stilte. Onder de lamp, bladerde hij
gedachteloos in een dun boekje dat hij ooit had gekocht in een second hand bookshop in Rye. Hij viel op een gedicht en wist wat hij schrijven zou voor zijn Blog
van 29 december:
Thou that sleepest the sleep of the lamb
And the line on thy lips is sweet
Were I not shy of my parentsÂ’ face
I would run and would kiss thee asleep.
Thou that sleepest the sleep of the lamb
And the line on thy shoulders is blue
Were I not shy in face of the guests,
I would run and would kiss thee asleep.
Zijn gelaat weerspiegeld in het raam. De roep van de uilen, als een roep die kwam uit het
diepste punt van zijn jeugd, uit zijn eerste ontwaken.
Moeder, dacht hij, moeder en vader en broer, dacht
hij.
Is het zo dat de lucht die hij inademt quarks en
elektronen zijn die ook deeltjes geest kunnen zijn, inspiratie, gebed, droom,
verlangen; die ook deeltjes geest kunnen zijn van zij die waren?
Jij die hoort tot de slaap
der jarigen,
En slaapt de slaap van oudsher,
Schrijf en schrijf, schrijf
de ziel uit je lijf,
En dankt voor de dagen die
je blijven,
Herinner hem als een rusteloos iemand die meent dat
schrijven zijn levensdoel is omdat hij niets anders meer kan dan schrijven. Omdat hij dronken is van woorden die zwaluwen zijn, die
stijgen en dalen en keren, die roepen om genomen te worden, van morgen tot
avond tot nacht, en betekeningsvol willen zijn.
Herinner hem als iemand met een Blog aan zijn been.
|