xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Hoe is de
notelaar in de tuin van mijn gebuur als ik er niet naar kijk of als ik er niet
ben? Of hoe is de bocht aan de Leie waar ik jarenlang elke zondag met de
vrienden even ben blijven stilstaan; of hoe is de bank in San Juan-Alicante
waar ik neerzat om te lezen of te schrijven; of hoe is la plaine de la Lé in Zinal als ik er niet wandel?
Ik heb me
dit dikwijls afgevraagd, zoals José Saramago zich een zelfde vraag stelde in
zijn Blog van 2010. Wel wetende dat die dingen zijn zoals ze zijn of ik er nu ben
of niet.
Maar er
is een andere vraag die ik me blijf stellen, welk is het belang van al die
dingen, of beter welk is het belang van het Universum als er noch hier noch op
het even welke plaats op aarde, niemand zou zijn om er zich vragen over te
stellen?
En dan
kom ik tot een totaal ander antwoord. Namelijk dat de mens er is, opdat geweten
zou zijn dat die dingen bestaan; opdat die dingen een eigenheid zouden hebben,
die ze anders niet zouden hebben. Ze zouden enkel zijn en er zijn zonder
toeschouwer.
Ik lees
dit ook bij Titus Burckhardt in
zijn vraag naar het mystische in de astrologie.
De mens, gezien door Ibn Arabi, zegt hij, was niet alleen het centrum van de Kosmos
toen de aarde nog het centrum was, maar is, toen geweten was dat de aarde
omheen de zon draaide, in die positie gebleven.
Of we er
naar kijken of niet de dingen zijn. Maar om te zeggen hoe ze er zijn is de mens
nodig. Kunnen we dan zeggen dat de dingen er zijn, enkel en alleen omdat de
mens er is.
Er zijn
oneindig vele zonnen met planeten omdat we weten dat ze er zijn. Ze waren er
ten tijde van Dante en toch waren ze er niet omdat niet geweten was dat ze er
waren. Zo denken we dat de denkende mens hier is omdat geweten zou zijn dat de
dingen bestaan. Dat hij hier is om te getuigen dat het Universum IS.
En als
dit Universum er nog is als een (ten dele) onbegrepen geheel, dan is de mens er
om dit verder uit te zoeken met een steeds groeiende behoefte om te weten.
The fact that the
terrestial position of the human being, serving as the fixed point to which
will be related all the movements of the stars, here symbolises the central
role of man in the cosmic whole, of which man is like the goal and the center
of gravity.
|