 |
|
 |
|
|
 |
28-11-2011 |
Het boek dat hij schrijven wou |
Een roze gloed tussen de bomen in het zuid-oosten. Ugo
hoorde het fezelen van de vogels in de beukenhaag. Hij dacht nu wordt het
beter, de pijn in mijn leden zal stilaan verdwijnen en mijn gedachten zullen
zich openen. En als hij buitenkomt, de eerste regel van een gedicht die hem
overvalt, een regel die hij nimmer schrijven zal, lijk de eerste lijn van een
tekening die hij nimmer maken zal.
Is het aldus dat hij zijn boek wou beginnen?
*
Hij herinnert zich het begin van LEvangile
van labbé Bruckberger handelend over
het evangelie van Johannes:
Du premier mot lEvangile de Jean crève le plafond du temps, il transcende
les siècles et les générations qui se succèdent, il sétablit dans léternité.
Een zin, zoals die eerste zin van Johannes: In het begin was het Woord kan
natuurlijk niet meer geschreven worden. Het is een zin gestrand voor de
eeuwigheid, een echo dragend, die tijd en generaties overstijgt, maar misschien
kan er nog wel een zin gevonden zoals Dantes eerste versregel uit zijn Inferno:
Nel mezzo del cammin di nostra vita
Mi ritrovai per una selva oscura...
Maar hier ook dankzij wat volgt is het een zin die
niet na te schrijven is.
Of is een eerste zin van een boek wel belangrijk? Hij
kent een boek dat een Prijs kreeg in Vlaanderen en dat begint met: Alle begin
is moeilijk. Maar hij vindt een dergelijke zin beschamend.
Hij wil in zijn boek, de grens van de
realiteit overschrijden, omdat hij binnen wil wandelen en vertoeven in de
wereld achter de wereld van elke dag, zijnde deze van het transcendente, het
sacrale, het domein van Hij die in de wereld een naam draagt van amper drie
letters? Hoewel een dergelijk boek vandaag niet meer geschreven wordt en zelfs,
indien het nog zou geschreven worden, wordt het niet meer uitgegeven noch gelezen,
daar te ingewikkeld, te ver gezocht, te weinig verhalend, te ongeschikt om te
boeien.
Maar, als het niet is om meer mens te worden, als
het niet is om via de kennis van anderen, dichter te komen tot wat niet te
noemen is, welk is het nut van een boek; welke vreugde biedt het ons als het
geen uitdaging is, als het niet opduikt alsof er iemand is die je in de gaten
houdt en er voor zorgt dat je leest wat je lezen moet?
Hij zal in elk geval schrijven wat hij schrijven
moet, zelfs al heeft niemand er behoefte aan.
28-11-2011, 00:24 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
27-11-2011 |
De Euro uit het slop |
Blog van 27 november: De Euro uit het slop
Wat er minstens moet om de euro uit het slop te halen.
1.
Het Fonds waarvan zoveel sprake is wordt omgevormd
tot een Bank van de Schuld.
2.
Deze Bank geeft Eurobonds
uit ter verwerving van het nodige kapitaal.
3.
Deze Bank komt tussen op de markt van de
overheidsobligaties en niet de ECB.
4.
Deze Bank waarborgt
de terugbetaling op de vervaldag van alle, voor het ogenblik in omloop zijnde
overheidsfondsen van de landen van de eurozone.
5.
De Bank treedt op, op aanvraag van het debet land
dat zijn vervaldag niet kan honoreren, maar enkel op voorwaarde dat vooreerst
en hier gaat het om de spaardepositos en andere, van de ingezetenen van dat
land, boven een bepaald bedrag, à rato van 20, 25 of 30 % dwingend worden omgezet
in Overheidsfondsen van dat land, terug betaalbaar over 10 jaar of meer, tegen
een intrestvoet van 2 of 3 of 4 %. Pas na een dergelijke verrichting zal de
Bank tussenkomen. Het is trouwens totaal onlogisch dat Europa zou tussenkomen
wanneer de burger zelf geen enkele poging heeft gedaan (voorbeeld Leterme) om
het beroep op het buitenland af te zwakken.
6.
Elke tussenkomst van de Bank, ten voordele van een
lid van de eurozone wordt ingeschreven in het Grootboek van de Schuld. Deze schuld blijft openstaan en moet vroeg
of laat teruggestort worden aan de Bank. (Het zal zijn door hun
kinderen/kleinkinderen!).
7.
Als dergelijke maatregelen genomen worden vermoed
ik dat de spanning op de geldmarkt zich kalmeren zal. Is dit niet het geval, dan
forget it, de euro is een verloren zaak.
8.
Het ergste dat gebeuren kan is dat de eurozone na
verloop van tijd zou opgeschept zitten met een openbare schuld van ettelijke
miljarden, maar de Euro zal steviger zijn dan ooit indien deze Europese schuld
op een degelijke wijze wordt beheerd en afgebouwd.
27-11-2011, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
|
Curiosity |
Marsrobot Curiosity
Op vrijdag 26 november heeft
de NASA de mobiele marsrobot Curiosity
gelanceerd die op Mars de bodem zal onderzoeken om uit te maken of er ooit
bacterieel leven mogelijk was. De landing op Mars zou plaatsvinden in augustus
2012.
Tussen mijn boeken bevindt
zich het boek van David L. Chandler met de vreemde titel Life on Mars. Het boek dateert van 1979 en ik
vond het destijds een uiterst bevreemdend boek, gebaseerd op de honderden fotos
genomen door Mariner 9 waaruit kon worden afgeleid dat Mars moet bedekt geweest
zijn door een intensief net van kronkelende kanalen die gezien werden als de
uitgedroogde beddingen van rivieren die in het verleden alle delen van de
Marsoppervlakte bevloeiden. Chandler schrijft hierover:
Evidence from the Viking
mission has led most scientists to believe that in the distant past, Mars had a
climate and an atmosphere very much like our own, with warm temperatures and an
abundance of water flowing through innumerable rivers down to the shores of a
vast ocean.
Maar Chandler verbaasde nog meer. Zo schrijft hij:
Rising high above the
plateau, near the coastline in the Trivium Charontis region of Elysium, stand
the most amazing, inexplicable, and mind-boggling structures, yet seen on the
surface of Mars : a group of immense three-sided pyramids that dwarf any
man-made structure on earth, and whose origins have not yet been plausible
explained. The largest of these tetrahedral pyramids are more than half a mile
high
How did these colossal structures get there
Could they have been created
by the natural play of geological forces?
Chandler roept Jacques Monod ter hulp, die in zijn Le Hasard et la Nécessité, waar hij het
heeft over het onderscheid tussen le
naturel et lartificiel schrijft dat de aanwezigheid van meerdere
voorwerpen van een welbepaalde zelfde vorm betekenisvol zijn wat betreft een
artificiële oorsprong. Zodat Chandler besluit:
Using
these criteria one would have to classify the Martian pyramids as artifacts,
objects constructed by intelligent beings.
Een fantastische maar ook
een zeer gevaarlijke theorie over de aanwezigheid ooit van
intelligente wezens op Mars. En Chandler meende zijn
boek te mogen besluiten met een verwittiging: when the human exploration of Mars begins, the surprises will be
dramatic and they will be many.
Ik bezocht de huidige webside
van David L.Chandler. Dat er water op Mars heeft gevloeid wordt vandaag wel als
een zekerheid aanvaard, maar of er, ondanks de foto van a group of three-sided
pyramids, intelligente wezens in gezwommen zouden hebben, het beeld van de
mogelijke dramatische verrassing waar hij het over had, heeft zich opgelost
in zijn gedachten.
In 1979 was er nog een
schijn van mogelijkheid. In 2011 is de idee afgeschreven. Al weet men maar
nooit
27-11-2011, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
26-11-2011 |
Beethoven en Mahler en Koestler |
Ik kan het niet laten in de huidige omstandigheden de
gebeurtenissen van de dag op te volgen, en mijn commentaar over te brengen in
mijn Blog. Maar heeft het ooit iemand geroerd, heeft het enig nut? Mijn woorden
zijn dus maar, zoals ik onlangs schreef, la
part des anges, ze stijgen op naar de engelen en verdwijnen. Gisteren was
dit het geval, al had ik een totaal andere tekst op het oog die ondertussen ook
al voorbijgestreefd is.
In de valavond, in de wagen, de achtste van
Beethoven. Hij is een van mijn favorits, Beethoven, zijn muziek is op mijn maat
geschreven. Ik ken al zijn symfoniën en toch verrast hij me telkens omdat ik er
altijd iets nieuws in ontdek, een gevoel dat ik niet heb bij Mozart.
Des avonds was er op BBC four de negende symfonie
van Gustave Mahler, een andere van mijn favoriete composers. Zijn negende, een
droomsymfonie, met een schitterende eerste beweging, en het geheel een lang episch
gedicht van klanken, prachtig gedirigeerd en uitgevoerd.
Dit is dan mijn lot, in de dag verplaats ik me nog
wel, maar eens zes pm. blijf ik binnen, de avond is bestemd voor wat tv en wat
opzoekingen voor mijn Blog.
En nu Ugo die schrijft.
Als hij slapen gaat leeft er in hem een witte
wereld van gevoelens en gedachten die zich uitspreiden in hem zoals een vrouw
zich uitspreiden zou. Het is langs deze witte wereld dat hij ademt en dat hij
in een droomloze slaap valt. Nu bestaat hij nog enkel in de gedachten van
anderen, die spreken over hem, die een oordeel vellen over hem, die storys vertellen
over hem.
In het midden van de nacht wordt hij wakker, hij
heeft moeite om terug in te slapen en hij neemt Arthur Koestler die al een paar dagen naast hem op
de nachttafel ligt. Het boek ligt te zwaar in de hand en hij gaat zitten aan
zijn leestafel. Koestler die een zin
aanhaalt van Whitehead: In the year 1500
Europe knew less than Archimedes who died in the year 212 B.C.
Diverse redenen worden door Koestler aangehaald om
deze bewering te staven, doch beter dan welke verklaring is de tekst van
Erasmus, die Koestler citeert:
They will smother me
beneath six hundred dogmas; they will call me heretic and they are
nevertheless follys servants. They are surrounded with bodyguards of
definitions, conclusions, corollaries, propositions explicit and propositions
implicit
Hij kan nu zijn Blog beëindigen
en inloggen op dit ongewone uur.
26-11-2011, 04:47 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
25-11-2011 |
De Lening van Leterme |
Als men moet besparen in dit land, dat men bespare,
dat men niet rond de pot draaie maar dat men bespare waar er bespaard kan
worden. Ik gebruik hier, met opzet, de aanvoegende wijs - een eigenheid van de
taal - die niet meer in trek is, zoals naar ik hoor besparen evenmin in trek
is, want het schijnt dat er ook wel wat nieuwe belastingen bij mogen, vinden
sommigen. Belastingen zijn heilzaam voor ons land, besparingen zijn uit den
boze, want die tasten de sociale verworvenheden aan.
Niemand echter stelt zich hierbij de vraag of deze
sociale verworvenheden wel 100% gerechtvaardigd waren in het verleden, en of
het niet als gevolg van die vele verworvenheden is dat de schuld van de Staat de
100% van het BBP benadert. Of zijn er andere, meer doorslaggevende, redenen geweest?
Ik hoor nu dat Eerste Minister Leterme de spaarders
gaat lokken met een lening op 3, 5, 8 jaar, met, zo zegt hij toch, aanlokkelijke
rentevoeten - destijds gaf Marc Eyskens - Vande Putte een staatslening uit van
12% rente, zonder R.V. - Leterme kon natuurlijk niet beslissen de R.V. te laten
vallen, maar misschien ware dit een reden voor succes geweest. Nu vrees ik voor
het slagen van zijn poging, trouwens op de beurs heeft men een beter rendement.
Wat ik wel weet is dat hij al een stap dichter
gekomen is bij wat ik vooropstelde te doen, om te beginnen in Griekenland, want
waarom schrijft men daar geen nieuwe bijzondere lening uit, waarom is het de
Eurozone of het FMI dat 8.000.000.000 voorschieten moet voor begin december.
Idem wat Italië en de leningen betreft, en ook de andere landen van de Eurozone,
in moeilijkheden als gevolg van hun openbare schuld.
In mijn Blog van 22 november suggereerde ik, voor
wat Griekenland betreft, een omzetting van een bepaald percentage van de
spaardepositos van de Griekse ingezetenen. Waarom moeten de nog gezonde
landen van de Eurozone gaan bijspringen als de Grieken hetzelf kunnen doen.
Want omzetting van spaardepositos in staatsobligaties op 10 jaar (rente 3 of
4%) betekent geen verarming voor de meer welstellende Grieken die aldus ook
bijdragen tot het herstel, waaraan ze misschien anders zouden ontsnapt zijn. (Een
verarming die er onvermijdelijk wel komen zou indien ze uit de Eurozone zouden
stappen, wat wellicht vroeg of laat gebeuren zal, met al de gevolgen voor de
andere schulden-landen).
Hopelijk redt ons land, België het. Maar de
onderhandelingen met Di Rupo voorspellen weinig goeds.
Er moet me nog iets van het hart. Ik weet met welke
inzet de Nationale Bank van België, om ze nog eens bij naam te noemen, altijd
de munt van België heeft verdedigd en ondersteund met alle mogelijke middelen
die ze ter beschikking had. En wat meer is maar weinig talrijk zijn de
politici die er naar gesproken of gehandeld hebben - dat ze regelmatig het land
gewezen heeft op het gevaar van een te volumineuze openbare schuld. Ik voel nu
de grote eenzaamheid van de Gouverneur en zijn Directiecomité, om niet te
spreken van hun grote machteloosheid, in de whirlpool van ideeën, handelingen
en uitblijven van beslissingen die nu het economisch-financieel landschap
teisteren.
25-11-2011, 00:53 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
24-11-2011 |
Bezig zijn. |
In dit Blogboek worden ideeën ingebracht, hernomen,
aangevuld en gewijzigd, het is een blijvende verwerking, want alles is
verandering, alles is aanpassing aan nieuwe vormen en nieuwe gegevens. Het is
een deel van mijn persoonlijkheid die telkens weer aan de oppervlakte komt en
zich mengen gaat met het steeds wisselende landschap van de geest. Altijd
overheerst de hoop iets nieuws te brengen, zoals in de weinige tekeningen die
ik nog maak, iets nieuws te doen openbloeien uit enkele lijnen en vormen, zoals
het bloeien van de zaadkorrel.
Dit is het, bezig zijn, gestadig bezig zijn, denken
en schrijven en denken, en voedsel opdoen in de boeken, in het leven van de
natuur. Het geluid van de wereld is dan lijk het ruisen van de wind in de
bomen, lijk de branding in de golven, het beperkt zich tot een geluid op de
achtergrond. Maar ook niet altijd, soms spring ik op in een of andere Blog als
ik hoor wat er gebeurt in dit land en binnen de Eurozone. Al weet ik dat mijn
reactie totaal, maar dan ook totaal nutteloos is, ik dring niet doorheen de
muren.
Het is binnen een dergelijk bezig zijn dat mijn
dagen zich afspelen. Dat ik aftast wat er leeft in mijn herinneren en vooral dat
ik me waag in de richting van het Absolute dat ik telkens weer ontmoet achter
de dingen. Dit Absolute is het domein van allen die zoeken, van zij die er binnendrongen
voor mij en van allen die na mij zullen komen. Op dit domein ben ik nergens en
overal, niet tijd gebonden, niet persoonsgebonden
Ik viel vandaag op een zin van Heinrich Böll: Im 55 and since I was 15 Ive had nothing
that you could call rest. Sometimes Id just like to sleep away my intellectual
unrest
Dit ook is de ziekte waaraan ik lijd. Mijn intellectuele onrust is een
karaktertrek, dit altijd begaan zijn om te zoeken wat niet te vinden is,
dichter te komen tot het Onnoembare, bezeten om kennis te verwerven, niet omwille
van de kennis, maar om verder door te dringen tot de kern van dit Onnoembare.
Om af te tasten wat anderen erover denken, erover
schrijven of niet schrijven. Zo moet het boek worden dat ik, van in mijn jeugd,
in gedachten aan het schrijven ben, maar waarvan ik amper een jota op papier
heb gezet. Totaal vreemd aan de wereld van gisteren en meer nog aan deze van vandaag. Maar zal ik daarom stoppen?
24-11-2011, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
23-11-2011 |
Toda mi vida |
Deze morgen is hij opgestaan in wat hij noemen wil
het saturatiepunt van de nacht, het ogenblik waarop de rand van de zon de
kimlijn heeft bereikt, maar ook nog niet. Om te gaan neerzitten onder de lamp
aan de tafel om zijn blog van elke dag te schrijven. Vandaag, zoals altijd,
geïnspireerd op wat hij ooit las van Miguel de Cervantes de Saavedra, die, na
zijn Don Quichotte, zijn Novelas
ejemplares, zoals hij zegt, geschreven
zou hebben para distraer con ficciones
las primeras melancolίas de su vejez.
Het is ook zijn bedoeling om, zoals bij Cervantes,
met het schrijven van korte teksten de melancholie en het stilvallen van elke
actieve vorm van creatief zijn, eigen aan het ouderworden op te vangen, en ten
allen prijze te voorkomen, dat de jaren een te grote greep op hem zouden
krijgen en hij kantelen zou in een morose omgeving, vastgeankerd aan en
meegesleept door wat zich afspeelt op het televisiescherm.
En als hij schrijft, en blijft schrijven wat hij
schrijft, dan denkt hij aan Jorge Luis Borges hij tractte Borges te lezen in
het Spaans - die in zijn essay over la
Poesia gauchesca, uit zijn bundel Discusión,
de vraag herhaalt aan Whistler gesteld, hoeveel tijd het hem gevergd heeft om
één van zijn Nocturnos te
schilderen, en het antwoord van Whistler : toda mi vida.
Het moet u, die sporadisch of regelmatig zijn Blog
leest, dan ook duidelijk zijn dat wat geschreven wordt, in de verlenging ligt
van de dagen de toda su vida en dat zijn
woorden gevuld en gekleurd zijn door wat T.S.Eliot schrijft in zijn Four
Quartets:
A life time burning in every moment,
And not the life time of one man only
But of old stones that cannot be deciphered.
23-11-2011, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
22-11-2011 |
België in de Eurozone |
Ramsey Nasr, de dichter, en België in de Eurozone
Ik leef met mijn Blog (rubriek
Dagboek-bedenkingen) boven mijn stand, om maar niet te schrijven boven mijn
kunnen. Ik wil elke dag iets merkwaardigs brengen en het kost me meer en meer
moeite. Ik tast mijn uren af om een eerste zin te vinden die een onderwerp zou
kunnen inleiden. Ik vermager, mijn Blog eet me op. Toch denk ik niet aan
capituleren.
Ik las nogal oppervlakkig in de Standaard der
Letteren het weinige dat ik nog
lees maar het zal veranderen een interview met Ramsey Nasr, ex-stadsdichter
van Antwerpen, en wat hij denkt over Nederland als een vaderland. Hij heeft er
moeite mee. Een zaak is zeker hij voelt er zich niet goed in zijn vel en zijn
poëzie liegt er niet om. Ik aanvaard het trouwens. Hij is de helft jonger dan
ik en hij wordt door de levensomstandigheden dubbel zo zwaar belast als ik.
Hoewel ik mijn land als een even vreemd vaderland
begin aan te voelen. De halsstarrigheid van links en rechts speelt me parten,
ze komen er niet uit. En het gaat heel ver in een land als de vakbonden de wet
dicteren. In feite heeft het dan geen zin meer te gaan stemmen
Ik voel me evenmin Europeaan. Als ik de
laksheid van de Europarlementariërs onder ogen neem die enkel woorden zaaien
voor de tv-cameras, dan vrees ik dat wat Europa betreft, de
catastrofe-microben over de kim komen kijken.
Wachten, mijn beste verkozenen, op wat
onvermijdelijk komen gaat is een heel slechte oplossing voor regeerders, van
welke slag ze ook mogen zijn. U moet natuurlijk de guts hebben om te handelen
wanneer het nog kan. De besparingen in België gaan de komende jaren (zeker het
eerstkomende jaar) 1.000 euro de man kosten, maar wat Europa betreft zal de
kostprijs voor bedrijven, voor het land en voor zijn burgers niet lager liggen.
We duiken in a black hole, dat alles
naar zich zal toehalen zoals in 2008.
Een oplossing wat Griekenland en Italië, Spanje
en Portugal, België betreft: afromen. De depositos en spaartegoeden boven een
bepaald bedrag, afromen voor 20, 30 %, en beleggen in staatsobligaties op 10
jaar. Dit betekent geen
devaluatie voor het land - wat telkens een logisch gevolg is van een slecht
beheer van de Staat en het verlicht de
toestand van de Overheid en ook, het vermijdt dat Europa gedwongen wordt de
schulden van Griekenland of van een ander land, Italië of
op zich te nemen of,
wat ooit werd voorgesteld, kwijt te schelden.
Europa kan als dan gemakkelijker haar waarborg
verlenen aan de bestaande omloop overheidsobligaties (België vandaag zal eeuwig
dankbaar zijn), de ECB zal niet moeten tussenkomen om Bad Bonds aan te kopen, tenminste zo Europa het Fonds - zich
gewaardigt Eurobonds uit te geven om zelf op te treden in de markt indien
nodig.
Beeldt men zich het heilzame effect in op de
geld- en kapitaalmarkt van dergelijke beslissingen?
Slaap wel burgers in dit land en in Europa. En
bij het opstaan, u, Barroso en consoorten, beslist, om het even wat, maar wacht
niet op wat Griekenland, wat Italië in petto zouden kunnen hebben aan
maatregelen.
*
Trouwens in het geval van afroming heeft
Griekenland misschien de 8.000.000.000 euro het staat mooier in cijfers
uitgedrukt - niet nodig, of alle politieke partijen zich engageren of niet.
Want u weet nu al dat ze niet zullen tekenen.
Zoals wij nu ook weten dat de vakbonden, de
bazen in dit land, nooit de indexatie van de lonen zullen laten vallen, hoewel
op elke verhoging een verhoging van het bedrag aan belastingen volgt, en dus,
een indexatie in dit land slechts telt voor de helft aan inkomsten voor de
werkenden. Maar wat kost het aan de bedrijven?
22-11-2011, 00:09 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
21-11-2011 |
Dante, vader van de Italiaanse taal. |
In zijn Vulgari Eloquentia(1305),
geschreven in het Latijn
legt Dante (1265-1321) uit waarom hij het Italiaans en niet het Latijn gekozen
heeft voor het schrijven van zijn Divina Commedia. Hij was een van de eerste om
deze taal te gebruiken. Jacqueline Risset, die de Divina Commedia vertaald
heeft naar het Frans, schreef hierover in haar boek over Dante
Cest à partir de ce texte
que cest édifiée une autre image simplifiante: Dante père de la langue
italienne formule consacrée, obligatoire. La tradition transmet ceci :
Dante, par la décision radicale demployer la langue vulgaire une langue
vulgaire centrée autour du dialecte toscan dans un ouvrage destiné à devenir
très rapidement le point de référence culturel le plus central pour la littérature italienne dans son
ensemble, aurait, dun coup, forgé linstrument linguistique de la nation
italienne encore en formation.
Even belangrijk is in dit opzicht wat Samuel Beckett - de grote Beckett
met zijn prachtig Neither-gedicht, is het niet Stefan Hertmans? - hierover
schrijft in zijn Disjecta:
Dante schreef in een volkstaal die door een
denkbeeldige Italiaan, die alles wat goed was aan dialecten van zijn land in
zich had opgenomen, gesproken had kunnen worden, maar die feitelijk zeer zeker
niet gesproken werd of ooit gesproken was.
En verder waar hij de vergelijking trekt tussen de taal van Dante en
deze van James Joyce:
Dante schreef wat in zijn eigen stad op straat
werd gesproken terwijl geen sterveling op aarde of in de hemel ooit de taal van
Work in Progress (Finnigans Wake) sprak. We zullen moeten erkennen dat een
internationale verschijning in staat zou kunnen zijn haar te spreken, net zoals
in 1300 een interregionale verschijning en niemand anders - de taal van de
Divina Commedia had kunnen spreken. We zijn geneigd te vergeten dat Dantes
literaire publiek Latijns was, dat de vorm van zijn gedicht beoordeeld door
Latijnse ogen en oren, door een Latijnse esthetica die vernieuwing niet duldde
en die wel ontstemd moest raken toen de zoetgevooisde elegantie van Ultima
regna canam, fluido contermina mundo,
(ik zal van volmaakte rijken zingen die grenzen aan deze vluchtige wereld) werd vervangen door de barbaarse directheid
van Nel mezzo del cammin di nostra vita. Net zoals Engelse ogen en oren de
voorkeur geven aan Smoking his favourite pipe in the sacred presence of
ladies, boven Raucking his favourite turkvu in the smukking precincts of
lydias.
Je moet natuurlijk Beckett heten en zijn, om sprekend over de kracht
van de taal, het Italiaans van Dante te gaan vergelijken met het Engels(!) van
Joyce. Echter, als ik het aantal taal-voetnoten zie bij mijn Italiaanse tekst
van de Divina Commedia dan is het me duidelijk dat het Italiaans van Dante
problemen stellen moet aan de doorsnee Italiaan van vandaag. Alhoewel anderzijds er de
bemerking is van Jacqueline Risset die erop wijst dat un Italien contemporain peut encore, sans difficulté excessive, lire la
langue médiévale de la Comédie.
Wij ook zijn nog in staat ons middeleeuws Nederlands
te lezen maar of we het begrijpen zoals het hoort begrepen te worden is een
andere zaak.
Jacqueline
Risset: Dante ecrivain ou lintelletto damore,
Ed.Le Seuil ,1982.
Samuel Beckett: Disjecta,
Beschouwelijk Werk, 1999, Historische Uitgeverij, Groningen. Nederlndse
vertaling uit het Engels: Vertalerscollectief & Ronald Kuil
21-11-2011, 00:10 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
20-11-2011 |
De Adem van de Dagen (13) |
Hij stond stil voor haar,
ze hield haar zonnebril in de handen en duwde een haarlok weg van haar
voorhoofd, haar ogen lichtend grijs, haar lippen, haar mond, haar hemd open op
haar hals. Hij zag alles van haar, hij zag dwars door haar, en zij voelde het. Ze
stond daar, een vrouw om te kussen, om in de armen te nemen. Ze stond daar voor
de man, die haar verteld had dat hij de Bijbel las, dat hij Fabre dOlivet
gelezen had en dat deze vertelde dat we niet van stof zijn maar van geest, en
dat hij geloofde in het eeuwig leven. Onderwerpen waar hij niet kon over
zwijgen en die hij haar zeker moet verteld hebben onder de sterren.
Jij, vreemde man zegde ze
nog eens, en het was alsof ze zong. En hij zag dat haar ogen donkerder werden.
Dat er iets onmetelijks was aan het ontstaan tussen hen, een gevoel van
oneindigheid en tevens een lichtheid om het hart. Dwaas, had hij gedacht, zeg
niet wat op je lippen ligt, roep het niet uit wat je voelt, houd het, houd het.
Ze waren gekomen op het
einde van de gletsjer waar de kloven heel breed zijn en verraderlijk diep en
waar het pad is gemerkt met hoopjes stenen, Steinmänner noemen de alpinisten ze.
Hier bereikten ze vaste grond, de plaats die genoemd wordt le Plan des Lettres.
De dag dat ze vertrokken
waren, had Gustave er een fles Johannisberg
weggeborgen. Hij wou haar verrassen en hij had haar gevraagd eens te gaan
kijken achter de rots, onder een steen in het water. Ze had een schreeuw
gelaten toen ze de fles vond. Hij had de fles geopend en twee bekers vol
geschonken. Een schitterende wijn was het, cest
un délice, had ze gezegd. Hij vertelde haar niet hoe die fles er gekomen
was en zij stelde geen vragen alsof ze het normaal vond dat er in een stroompje
water een fles wijn lag te wachten. Ze had enkel nog gevraagd of hij nog van
dergelijke plaatsen kende.
Daarna waren ze verder
gegaan, over de lage bedding van een stroom die steil naar beneden liep, en later
een hoge aluminium ladder op, die vast zat aan de rotswand om dan na een lange
wandeling over het moreen tot de lager gelegen berghut du petit Mountet. Het afscheid
was toen al heel dichtbij.
In de brede vallei, die
over kilometers afstand door liep tot de eerste huizen van Zinal, stopten ze
bij haar wagen die op enkele plaatsen van zijn wagen was geparkeerd. Het geluid
van de sterk stromende rivier, de Navizence, vulde de ganse ruimte. Ze stonden
er in het volle zonlicht. Er waren parels zweet op haar voorhoofd, in haar hals,
haar gezicht open, zo dicht bij hem, een groot levend iemand, waarvan hij, een
dag geleden, nog niet vermoedde dat ze bestond. En hij, hij wist het nog heel
goed, hij staande voor haar, een lang ogenblik staande voor haar, oog in oog
met haar, hij twintig jaar ouder dan zij, wachtend. En hij haar niet kuste. Hij
haar niet kuste, niet even aanraakte. Hij reikte haar de hand en haalde haar
even naar hem toe. Maar hij kuste haar niet, hij raakte niet haar mond.
Wat hij zich al vele malen heeft
verweten en blijft verwijten, tot hier in deze schemerkamer, hij had haar moeten
houden die dag, die namiddag, die uren samen op de wereld. Twee levende wezens,
naar elkaar toegezogen door de bergen, door al wat er is tussen man en vrouw,
klaar om open te barsten, klaar om elkaar te benaderen in het diepste van het
zijn. Het kon, het was, het gebeurde.
Maar er gebeurde helemaal
niets. Ze had haar rugzak in de koffer van de wagen gelegd en was weggereden,
haar blote arm door het raam. Hij keek haar na. Een paar meter reed ze, dan
stopte ze en kwam naar hem terug. Ze bleef staan op een meter van hem alsof ze
schrik had hem aan te raken.
Onze ontmoeting was geen
toeval, Ugo, geen toeval, het was een bestemming. Ik zie je terug, morgen,
overmorgen, toekomend jaar, maar dit is geen afscheid tussen ons, geen
afscheid, ik weet het. De bergen schreeuwen het uit, hoor je het, hoor je het?
Tranen sprongen in zijn
ogen. Ze had zich omgekeerd en was weggereden, slalommend over de weg tussen de
stroom en de grasvlakte, de weg met bulten en putten. Hij zag haar nog even
over de brug rijden, daarna verdween ze tussen de andere wagens op de weg naar
het dorp.
Zeker was dat hij verliefd
was op haar, dat hij van het ogenblik dat de gardien van de cabane
haar had voorgesteld aan Robert en ze zinnens was samen met ons drieën te gaan
klimmen, hij het wist dat er weinig nodig was opdat gebeuren zou wat gebeurd
was. Hij wist ook dat de minste toegeving dat hij zou doen, de minste poging
dat hij zou doen, hij het gevaar liep, radeloos verliefd te worden op haar. Nachten
erna dat hij wakker lag, en zich voortdurend verweet niets te hebben
ondernomen, helemaal niet wat zij van hem verwachtte en als er niets gebeurd
was, zij wellicht denken zou dat hij haar niet goed genoeg vond, wat een vloek
was zo iets te denken.
Maar aan de kinderen heeft
hij dit nimmer verteld, zelfs aan Robert en Gustave niet, hoewel zij het hadden
kunnen vermoeden.
Zo waarom had Robert zijn
voet verstuikt toen ze op weg waren om de Besso te beklimmen, hij een
geroutineerde bergbeklimmer die van rots naar rots sprong, zoals een gems.
Waarom?
Het was omdat het zo
geschreven stond dat hij, dankzij het ongeval van Robert, hij die namiddag
alleen zou geweest zijn op de gletsjer met Beatrice. En wat was het nut ervan
geweest, het grote spijt dat hij kende nu, haar niet te hebben gezegd wat hij
voelde, wat ook haar antwoord zou geweest zijn.
Kundera zou dit verhaal
helemaal anders geschreven hebben, hij zou verteld hebben wat er had kunnen
gebeuren indien hij gesproken had. Maar
hij is Kundera niet en heeft ook geen nood het te zijn.
De dagen, weken erna was ze
niet meer uit zijn gedachten. Hij wist dat ze in Saint-Luc was, het dorp boven
Vissoie, aan de overkant van de vallei, het dorp dat hij zien kon als hij even
naar de weg toe ging. Hij zat neer op de bank met een boek, tot laat in de
avond, als in Grimentz het
licht al aan het tanen was en haar dorp nog leefde in de zon, lang bleef hij er
zitten, soms tot de nacht inviel zich nog steeds afvragend welke planeet hij
zag tussen de duizenden sterren.
Hij had schromelijk gefaald.
Staande voor haar was het ogenblik van het beslissen geweest en hij had niet
beslist. Hij kende weinig meer dan haar naam, wist echter zelfs niet hoe haar
naam correct klonk, want ze had hem niet verbeterd toen hij haar naam uitsprak.
Schostakovitch op de radio,
of is het Dvorak, of Yanacek, wat belang heeft het nog?
*
Hij heeft de nacht doorgebracht op de sofa en hij
wordt wakker, het ogenblik tussen nacht en dag, het punt dat door de Romeinen le silencium genoemd werd, cette heure trouble qui est celle des morts
et des naissances.
Dit is waar hij zich thans bevindt, precies tussen
duisternis en licht, het silencium, het ogenblik dat noch nacht noch dag is. Hij
heeft niet de kracht op te staan maar hij heeft een boek te schrijven over zijn
zoektocht naar de zin van het leven, alsof het nodig was dat hierover geschreven
werd.
Japprends aussi longtemps que je vis, schreef de Gentenaar in Parijs, Louis Pauwels,
met wie hij dweepte tientallen jaren terug, maar hij, Ugo gaat verder, hij mag
optekenen: ik lees, ik leer, ik schrijf zo lang ik leef.
des te meer omdat het boek een werk van lange adem was.
*
20-11-2011, 01:25 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
19-11-2011 |
De Adem van de Dagen (12) |
De
Adem van de Dagen (12)
Zondagavond, na het vertrek van de kinderen, de
echo van hun stemmen die nog hangen blijft in de schemerruimte van zijn
gedachten, woorden die hij gehoord had en begrepen of niet begrepen. Maar één
zin die heel duidelijk was toen hij onverwacht in de keuken kwam waar de
dochters aan de afwas bezig waren.
Liggend op de sofa, in een deken gewikkeld, draagt
hij de moeheid van hun bezoek in zijn lichaam, tot in zijn geest. Hij heeft de
bevestiging nu dat het steeds moeilijker wordt hen allen samen uit te nodigen, bij
dergelijke gelegenheden ontbreekt hem voldoende houvast en ook hij weet het,
hij moet de wijn laten, hoogstens een glas, en water drinken, maar die flessen
Pinot Sainte Anne had hij al zo lang in de kelder en de wijn was prachtig in
het glas, lichtjes bruin naar de boorden toe. Begrijpelijk dat hij er een glas
te veel van gedronken had.
Hij had ook niet gereageerd toen de kleinkinderen naar
boven in de kamer waren geweest en evenmin toen ze met kadertjes van haar naar
beneden waren gekomen en gevraagd hadden of ze er enkele mochten behouden. Neem
maar, had hij gezegd, kies maar uit. Nu weet hij niet hoeveel er weg zijn, maar
dacht hij, zoals er lege plekken zijn in mijn herinneren, zullen er nu ook lege
plekken zijn op de muren.
Waar hij lag, in zijn deken op de sofa voor de
haard, voelde hij zich goed en voldaan omdat alles voorbij was. Hij dacht aan Tony,
zijn kleinzoon, die trouwen ging in juni, hij dacht aan Carla, zijn meisje. Er
was groot jolijt geweest toen Tony was binnengekomen met een fles champagne in
de hand, die hij hem aanreikte. Hij begreep er eerst niets van, maar Tony zegde
hem dat hij lezen moest wat op het etiket stond. Hij las de naam van de champagne
en er onder de woorden, Elle a dit oui.
En hij had begrepen. Zijn ogen waren ze hadden zo weinig nodig - vochtig
geworden, en heel de kamer was beginnen roepen en juichen. Elle a dit oui, elle a dit oui.
Zijn trouwen was een groot
onderwerp geweest: toekomend jaar in juni. Toekomend jaar is nog ver af, dacht
hij, zou hij er nog zijn? Hij had
hen iets gezegd over de ernst van het huwelijk, en dat het ook betekende samen
oud worden. En iets gezegd over wat er gebeurde in de wereld en dat niemand er
vat op had, maar hier lag de wereld achter de muren, ver voorbij het bos, hier
was de innigheid van het samenzijn in deze kamer in het licht van de haard en
van de vele brandende kaarsen. Vergeet deze dag niet, had hij gezegd toen ze
vertrokken.
Hij lag roerloos,
ontspannen nu, uitgestrekt op de sofa, de tijd stond stil in de kamer. De tijd
in de schemering is niets, dacht hij, het is het uur entre chien et loup. Alleen de smeulende haard is, alleen de zware
Luikse kast is, de tafel en de stoelen, de rekken met de boeken zijn, en het
vele gebeuren waarover gesproken was, het gebeuren uit de wereld dat zich afspeelde
buiten en het nieuwe erin dat niet meer te volgen was.
Maar hij lag er heel goed.
Hij dacht aan wat er gezegd was toen hij onverwacht in de keuken was gekomen: waarom
papa niet hertrouwd was.
Hij had gedaan alsof hij
niets had gehoord. Ofwel wisten ze dat er na de dood van hun moeder iemand
geweest was, ofwel waren ze in de waan dat er na hun moeder, niemand meer was
geweest bij hem. Maar hier lag hij heel goed, de muziek in sourdine, Haydn
dacht hij, of Händel. Toen kwamen de beelden voor de zoveelste maal en hij
herinnerde zich.
Komende van de berghut en haar
hand houdende, daalden ze de steile helling af naar de gletsjer toe. Losse aarde
en stenen de la caillasse - die
wegschoven onder hun voeten en dit over een lange afstand tot ze op het ijs
kwamen en hij haar hand, haar fijne warme hand, losliet.
Hij kende haar amper, wist
alleen dat ze gescheiden was, dat ze binnenhuisarchitecte was, zeker twintig
jaar jonger dan hij, maar uit zijn streek. Zo kende hij haar meer dan voldoende,
alsof het al jaren was, omdat ze de vorige avond lang samen waren geweest,
kijkend naar de sterren die verschoven, kijkend naar een planeet in het zuiden,
hij dacht dat het Jupiter was, maar het kon ook Saturnus of Mars geweest zijn, of
Venus had ze gezegd, maar dit kon niet. Hij had haar gesproken over dingen die
diep in hem lagen. Hij had haar ook gezegd dat haar naam de mooiste was die hij
kende omdat het de geliefde van Dante was. Noem eens mijn naam had ze gevraagd.
Hij had haar aangekeken en haar naam klaar en duidelijk uitgesproken, Beatrice,
op zijn Italiaans, terwijl hij dacht aan het gedicht op de postkaart met de
afbeelding van Akhnaton.
Hij zegde haar dat het
ngewoon was iemands naam zo maar uit te spreken. Had haar ook gezegd dat er
een vreemd gedicht was van een zekere Carl Sandburg:
You and a ring of stars
may mention my name
and then forget me.
Love is a fool star.
Het is inderdaad een
vreemd gedicht, had ze gezegd, denk jij er ook zo over?
Integendeel, had hij
geantwoord, love is a wonderful star.
Ze zaten toen naast elkaar op de
bank voor de berghut, voor hen uit, boven de besneeuwde toppen van de La Pointe de Zinal met le Col Durand, een hemel vol sterren en achter hen, binnen in de berghut de
stemmen van zingende Duitsers, Zwitsers, Italianen.
Maar voor jou, vroeg hij
dan, is liefde a fool star voor
jou? En vroeg hij nog, en zijn stem had een voor hem omfloerste klank, do I have to forget you?
Helemaal niet, had ze
geantwoord, helemaal niet.
Dit was hun avond geweest
en heel wat meer nog dat gezegd was geweest en nu bekende hij haar dat dit de
liefste plaats was die hij hier kende, deze lange afdaling over de gletsjer
naar le Plan des Lettres.
Deze tocht over de gletsjer
moet hij gezegd hebben, heeft me een altijd een heerlijk gevoel gegeven en
vandaag, nu met jou, zijn het momenten om nooit te vergeten. Hij wist dat hij
dit open en vrij kon zeggen, omdat hij de vorige nacht na hun afscheid, wist
dat er iets was gegroeid tussen hen en dat hij het nu wou laten blijken, want er
was respons bij haar en zeker hier is er een andere realiteit, hier is er het lichte
kraken van het ijs als je er over loopt, is er het geluid van het vloeien van
water in die kleine kloven, is er, alles overheersend, alles penetrerend, het
wonder van het licht. Hij moet haar zo iets ook gezegd hebben en iets over de
bergen om hen heen.
Ze was blijven staan, Ugo,
jij houdt van dit land. Ja, had hij gezegd, dit hier is de plaats die ik verkies
van al mijn tochten, deze afdaling over de gletsjer.
Het was toen dat de helikopter
met zijn twee vrienden, Robert, de enkel in het ijs, en Gustave, plots met
groot lawaai over hen vloog en in een zwaai verdween langsheen de flank van de Besso.
Ik ook zegde ze, ik ook
vind het heerlijk hier te zijn en het lichte kraken van de korrels ijs te horen
onder mijn voeten omdat het met jou is, omdat je mijn eenzaamheid van de
laatste jaren, plots doorbroken hebt, jij, Ugo, jij vreemde man die ik al jaren
ken, al is het pas van gisteren.
Hij lag zo oneindig goed en
totaal ontspannen op de sofa. Het was alsof ze in de kamer aanwezig was, of was
het zijn overleden vrouw en was het tot haar dat hij sprak.
En hij moet haar toen
nogmaals herhaald hebben dat er niets aangenamer is, dan het ijs van de
gletsjer, in het midden van de namiddag, na de inspanning van de klim, en dit
in het grote licht van augustus.
19-11-2011, 07:03 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
18-11-2011 |
Sobinco50y |
Sobinco 50 jaar
Wat geschreven over
het feest SOBINCO, bedrijf gesticht in 1961 door Remi en Paule Van Parijs, dat
op een periode van 50 jaar uitgegroeid is tot een zuiver familiebedrijf. Een
bedrijf om meer dan fier over te zijn, fier niet alleen voor de familie maar
ook fierheid voor het personeel met wie we spraken, hetzij zij die ons
ontvingen, hetzij zij die ons rond hebben geleid, hetzij de arbeider/arbeidster
aan hun werktafel of aan de machine.
We hadden het
voorrecht, dat ook een eer was, het bedrijf aan den lijve mee te maken en met
bewondering doorheen de werkruimtes te wandelen met ogen groot open op het
enorme, hoogtechnologische machinepark, even hoog geautomatiseerd waar
mogelijk.
Verbazing van de niet
technisch geschoolde, zoals ik, meer dan verbazing, omdat het bezoek een
hoogstandje was van hoe een bezoek in een ruime ruimte waar het meest moderne het
meest verfijnde hang- en sluitwerk voor metalen deuren en ramen vervaardigd
wordt op de meest effectieve wijze georganiseerd wordt.
En wat het feest zelf
betreft, zelden om niet te zeggen, never
heb ik een feest meegemaakt dat een dergelijke perfectie bereikte, van de
ontvangst af, verrassend, even verrassend als het prachtige beeld van Follon,
als de enkele kunstwerken in de ontvangsthal, en dan de rondgang, perfect,
verwondering overal tot de walking dinner, schitterend, qua inhoud en
organisatie. Bravissimo, Remi en Paule.
De nacht is gevorderd
als ik dit schrijf maar het enthousiasme is nog steeds meester over mij,
meester over de woorden die ik gebruik en maar een schamele getuigenis zijn van
de voorbije dag.
Ik heb gezegd, Remi
en Paule en allen die er aanwezig waren. Ik heb gezegd.
18-11-2011, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
|
Het gehucht Quathem |
Quathem, gehucht van Sint-Maria-Leerne
Wat ik vorig jaar op
19 november schreef in mijn Latemse Geschriften I, en vandaag nog altijd
actueel is, herhaal ik hier, op verzoek, het volgende verhaal.
In Sint-Maria-Leerne,
in het gehucht Quathem, een inventief en technisch onderlegde bewoner, stelde op
een uitgekozen plaats, een camera op die, van het ogenblik af dat iets er
duidelijk bewegen ging, beelden opnam.
Achteraf, het
opgenomen beeldmateriaal bekijkend, was hij getuige van het onheil dat de vos
betekende voor de meerkoeten, en bij extrapolatie, voor de patrijzen, fazanten,
vogels in de streek. De camera filmde een vos die een voor een de eieren halen
ging uit het nest van een koppel meerkoeten.
Zo komt het dat
fazant en patrijs, meerkoet, gans en eend en leeuwerik de zang van de
opstijgende leeuwerik is niet meer te horen in dit land - worden uitgedund en
stilaan aan het verdwijnen zijn. Wat voor onze kinderen van al deze prachtige
vogels, nog zal overblijven zijn de documentaires op tv.
Gelukkig (!) hebben we nu
in compensatie, de vos die binnendringt tot in onze woningen.
18-11-2011, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
17-11-2011 |
Salvatore Quasimodo |
En dan het gedicht Antico Inverno
van Quasimodo dat hij ooit eens opviste uit Le
Monde:
Desiderio delle tue mani chiare
nella penombra della
fiamma
sapevano di rovere e di
rose
di morte. Antico inverno.
Cercavano il miglio gli
uccelli
ed erano subito di neve,
cosi le parole
un podi sole, una
raggiera dangelo
e poi la nebbia, e gli
alberi
e noi fatti daria al
mattino.
Hij denkt, hoe vertaal ik dit gedicht van
Quasimodo. En is het wel te vertalen, is neve
niet meer sneeuw en heeft rovere
niet meer de geur van eik dan eikenhout? En als men het gedicht enkele malen heeft gelezen, zoekend naar
de preciese betekenis van elk woord, is het niet meer nodig te vertalen en is
het woord evenveel klank geworden dan inhoud.
Zo wat met una
raggiera dangelo, is het een engelenlicht dat een ogenblik de mist
doorbreekt?
Maar helder is het begin: verlangen van je blanke
handen in de schaduw van de vlammen, die geurden naar eikenhout, naar rozen, die
geurden naar de dood. Winters van oudsher.
Of, denkt hij, herinner je mijn lief, we zaten voor
het haardvuur in die oude chalet die als een boot de vallei inschoof. Je blanke
handen lijk een verlangen in de schaduw van de vlammen, de geur van eikenhout
toen, de geur van rozen, van de dood, in die winters van vroeger.
En vogels die de granen zochten in de sneeuw, die plots waren als
sneeuw, zo de woorden een weinig zon, het licht van engelen en dan de mist
erover en over de bomen, en wij, als van
lucht in de morgen.
Maar het gedicht vertalen kan men niet, wel
aanvoelen hoe het is gegroeid uit zijn eerste zin, verlangen van je handen, of
verlangen naar je handen. Een eerste veelzeggende zin met al wat verband houdt
met wat vrouwenhanden betekenen kunnen, een zin die een gedicht in potentie is,
zoals in een eerste lijn een tekening schuilt, en in enkele noten een sonate.
Hij wist het nog heel goed, ze waren verrast door
de regen en naar huis gerend. Hij had de haard aangestoken, de grote brede
haard van de oude chalet, zwart geblakerd, met de boeken omheen hen, vreemde
boeken met vreemde titels en even vreemde namen van schrijvers. Ze lagen
uitgestrekt elk op een schapenvel voor de vlammen, enkel hun vingertoppen
raakten elkaar terwijl het regenen bleef.
Quasimodo en zijn Antico Inverno, hoe dicht alles bij elkaar ligt. En nu vandaag hoe
het kan dat hij hier in deze woning gezeten, teruggrijpt naar wat Quasimodo, wie
weet waar en wie weet wanneer en onder welke omstandigheden, geschreven heeft. En
thans, eens te meer zijn woorden lijk una
raggiera dangelo.
Totaal onverwacht springt de herinnering op, een
woord, een geur, een ritseling en de beelden vertellen je. En wat al heel ver in
de tijd lag, plots te dichtbij.
17-11-2011, 00:54 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
16-11-2011 |
La Part des Anges |
La Part des Anges
Le Blog que je mefforce de produire jour après jour la
plupart du temps, nuit après nuit me vient de ces particules Higgs, incontrolablement présentes; des particules
desprit, qui ont été mises à ma disposition au moment de ma naissance, qui ont
été mises à la disposition de lhomme, blanc ou noir, rouge ou jaune, sans quil
ait dû dépenser un sou pour en disposer.
Par un simple mouvement du doigt, ce Blog, larôme de mon
être, sévapore dans les cieux. Peut-être arrive-t-il dune façon ou dune
autre, jusque chez Borges et Bernanos, chez Proust et Pasternak, et chez tous les
autres qui savent que je les ai lus, que je les ai aimés et que je continue à
parler deux avec respect et amour.
Toutefois, de ceux-là, personne ne me la jamais fait
savoir. Et de ceux ici sur terre, très peu eurent connaissance de son existence.
Ainsi, mon Blog, parcourant les ondes, est aussi volatile
que ne lest la part des anges pour la distillerie. Cest le destin de beaucoup
de choses ici sur terre, il ny a que les écrits des grands qui y échappent.
*
Also sprach Ugo dOorde, vivant dans deux mondes qui sentrelacent, le
monde des évènements et le monde de lesprit, qui est larôme de la vie. Et ce
matin, feuilletant dans son journal, il était heureux de retrouver ces mots de
Valéry, écrits en lettres dor sur les murs du Musée de lHomme à la
Place du Trocadéro à Paris:
Dans ces murs voués aux merveilles, jaccueille et garde
les ouvrages de la main prodigieuse de lartiste, égale et rivale de la pensée.
Lune nest rien sans lautre.
Le genièvre de chez nous ne vaut pas grande chose, sil ny a pas la part des anges.
16-11-2011, 01:16 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
15-11-2011 |
Les jours se suivent |
Les jours se suivent mais ne se ressemblent pas.
De
boswegel bestrooid met eikels en bladeren; eikels en bladeren die in zich het
mirakel dragen van de jonge eik, en de oude met nieuwe bladeren. De eeuwige
stofwisseling in de levende materie, de materie die geest moet zijn om te weten
hoe het verder moet eens herfst en winter voorbij.
Bij
Ithzak Bentov, een esoterieker en wetenschapper, in zijn meer dan eigenaardig
boek, zijn Stalking the wild Pendulum lees
ik over het atoom dat:
Even the most
solid matter, the one that imparts most of the mass to it - the nucleus of the
atom, which at first appeared as a solid grain of matter upon a better look
dissolved into a vortex of pulsating fields. Thus we found a void to be the
common denominator of all matter.
Rijst
dan de vraag, de eikel zijnde in essentie a
vortex of pulsating fields, waar bevindt zich dan de kiemkracht, de boom in
potentie, is deze dan al aanwezig in deze werveling van pulserende velden? En, was
het Universum, met inbegrip van al zijn evolutie-eigenschappen van zijn begin
af tot de mens van vandaag, was het Universum vóór de Big Bang, dan ook a vortex of pulsating fields?
En
een andere vraag wie of wat is het die de kiemkracht van de eikel in beweging
brengt, wie of wat komt er tussen in deze vortex
opdat uit de eikel een nieuwe eik zou ontstaan en groeien?
Het wordt me meer en meer duidelijk dat,
willen we God gaan zoeken, willen we God begrijpen als Hij ooit zou te
begrijpen zijn - we de structuur en de wetten van het Universum moeten
begrijpen. En het is niet de Bijbel die ons dit leren zal, wel de wetenschap en
dan kom ik onvermijdelijk terecht op het besluit van mijn Blog van 13 november:
de wetenschap op zoek naar the Higgs
particle, het deeltje van God.
Hoe
zullen de komende geslachten denken over ons, arme zondaars, zal het niet zijn
zoals wij nu denken over de mens van het jaar 1000: God als een anthropomorfe
God, een God die nood had aan woorden, die dacht en strafte, liefhad en
beloonde. Wagen we nu voorop te stellen dat Hij ook a vortex of pulsating fields is, voorop te stellen dat Hij deze
vortex IS.
Vertrekkende
van de eikel op de grond en de woorden van Bentov, waar kan mijn redenering
fout lopen?
Jij
die me (ooit) lezen zult, tell me!
15-11-2011, 16:01 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
14-11-2011 |
Over Politiek gesproken. |
Hoe kun je, ga je me zeggen, in een land zoals dit
hier, in een wereld zoals de Europese Unie hier, schrijven over je gehechtheid
aan stenen en verdorde wortels. Kun je daarenboven nog luisteren op BBC four,
naar een heruitzending van een schitterende negende van Beethoven, opgenomen in
2004; of gaan kijken naar een tentoonstelling over wie Maeterlinck was en zijn
binding met Minne; dit als er geen oplossing wordt gevonden, noch voor de
problemen van de Eurozone, noch voor dat vaderland van ons en als de financiële
wereld om je heen aan het instorten is.
Ja, hoe kun je met dergelijke zaken bezig zijn, als er
zich op de achtergrond van je gedachten een toestand aan het ontwikkelen is die
je levensgewoonten gaat vergruizelen. Hoe kun je dan in dergelijke
omstandigheden, in je Blog, een tekst produceren waarin je wat schoonheid van
taal wil mengen met het verhaal van een klein gebeuren.
Wat je zeker niet wilt is de toestand te nemen zoals
die zich voordoet en zich verder ontwikkelt, en hierover te gaan schrijven om het
negatieve ervan te gaan uitbuiten, en uitvergroten. Voorbeelden hiervan zijn er
genoeg hedenten- dage. Het verbazende is dat deze schijnaar gesmaakt worden. La vie nest donc pas encore assez roman pour quon en
ajoute dautres.
En wat dit land betreft, is het duidelijk dat het in
de eerste plaats om besparingen moet gaan. Heel veel hoor ik er echter niet
over, duidelijk, omdat de partijen die het voor het zeggen hebben allergisch
zijn aan besparingen. Want, waarover het hier gaat mag geen storend element
zijn voor de partij, het land er weer bovenop helpen is secondair.
Er wordt niet geraakt aan de indexatie van de lonen, alhoewel
dit een totaal onlogische principe is en dit om twee redenen. Een
loonsverhoging is een beloning voor meer en beter werk en twee, elke verhoging
betekent in dit (apen-)land, een afroming van het effect van de indexatie, ad
50% via belastingen.
Welke waarde heeft dan een verhoging gebonden aan een
evolutie van de index, en wat ingeval het tegengestelde met de index zou
gebeuren.
De Vakbonden ondertussen staan klaar om in te grijpen,
ze staan klaar om in ons democratisch land, hun
tweede stem te gebruiken en met de vuist op de tafel te slaan. Zeg me dan
eens waarom deze personen nood hebben aan een volksvertegenwoordiger als ze
toch dezes beslissingen niet willen aanvaarden.
En dan nog iets, hoe komt het dat in een land waar
waarden als sociale vooruitgang, uiteindelijk neerkomen op een algemene
verarming, zoals dit thans in diverse landen duidelijk zichtbaar is?
Is het niet
omdat sociale vooruitgang niet mogelijk is als er tevens geen vooruitgang is
wat betreft de productieve krachten in het land.
En nog iets, ik dacht hier niets over te zeggen toen
ik me neerzette om te schrijven, maar uiteindelijk zijn we getuige van de totale
onbekwaamheid van de politiek in dit land om een land te besturen. 500 dagen
nodig hebben om een land op zijn poten te zetten maar we zijn er nog niet -
gekheid, pure gekheid.
De onbekwaamheid geldt ook voor wie de sterren van
Europa in hun vaandel voeren. Zij hebben te laat ingezien hoe de zwakke
broertjes van de eurolanden aan het wegzakken waren omdat ze niet de guts hebben gehad tijdig en nu ook nog
niet - beslissingen te nemen die beslissingen zijn. Schijnbaar wachten ze
liever om te zien hoe de financiële catastrofe zich zal voordoen. Pas dan
zullen ze reageren, want wie gelooft er in de wijzigingen die opgelegd worden
aan Griekenland en Italië? En wat erger is wie gelooft er in Di Ruppo, zou
hijzelf één idee hebben gegenereerd.
Ik had geschreven dat ik over dergelijke zaken niet meer
zou schrijven, maar ik kan het niet laten, het betreft hier de toekomst van
mijn kinderen en kleinkinderen, niet de toekomst van om het even welke
politieke partij.
14-11-2011, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
13-11-2011 |
Over Stenen en Wortels |
Hij had zijn gedicht te
vroeg op zijn Blog ingelogd, het was duidelijk onvoltooid, zoals zovele zaken
van hem onvoltooid waren gebleven, al was het maar zijn studie van het Spaans
om van de andere talen die hij begonnen was niet te spreken.
Maar zijn gedicht was onaf,
hij had hij zijn stenen vergeten, stenen
gebeeldhouwd door de regen was de zin die hij er had willen aan toevoegen,
en in stenen begrepen, de stukken wortels, de versteende stukken wieren, het
verdord takje heide van Iona, the holy isle,
Al die dingen die hij
meegebracht had van zijn reizen, zo een steen die hij opgeraapt had toen ze, in
Noord-Yemen, over een hoogvlakte gewandeld waren naar Kawkaban toe. Iemand in
het hotel had er met zijn stift, in het Arabisch, de naam van de stad op
geschreven. Een andere, een heel zware die hij had meegebracht in zijn rugzak,
komende van de Col de Torrent in de
Valais die na een zware stortregen losgekomen was uit zijkant van de weg. En een
andere, een klein beeldhouwwerk, een steen met een tekening erin en een vorm
die niet na te maken was, een kunstwerk van moeder aarde, van moeder natuur,
een steen die ooit moet los gekomen zijn, een stukje bazalt gelijk, gevormd door
weer en wind en water, en door de tijd, ce
grand sculpteur, zoals Yourcenaer de tijd noemt, om te worden wat die steen
geworden is en die hier nu voor hem staat, kijkend naar hem, die weet, zo beeldt
hij zich in, dat hij over hem aan het schrijven is. Nog geen tien centimeter is
hij groot maar hij heeft een vlakke bodem en staat lijk een beeldhouwwerk zou
staan.
Als zijn dochters of
kleinkinderen dit lezen, zullen ze weten, dat hij gehecht was aan de stenen die
hij raapte in vele landen.
En dan spreekt hij nog niet
over de stukken wortels die hij bewaarde, waaronder het stuk wortel dat hij
kreeg van die oude eenzame dame, in het Noorden van Schotland - aan wie hij in
ruil een pocket book van Isaac Bashevish Singer gaf het was toen hij met
Pierre H. stopte aan de meest eenzame woning in de wereld, denkend wellicht aan
een gedicht van Rilke dat hij uit het hoofd citeert
In diesem Dorfe steht das letzte Haus,
so einsam wie das letzte Haus der Welt.
Und die das Dorf verlassen wandern lang
und viele sterben vielleicht unterwegs.
Vergeef me, denkt hij, als de tekst niet volledig zou
zijn, maar het is aldus dat ik hem onthouden heb.
Het wondere van dit stuk wortel is dat het voor hem
ook die dame is, dat eenzame huis is, en Rilke is en Pierre, dat het ook de
luchten van Schotland is.
En zo heeft elke wortel en elke steen zijn eigenheid,
zijn verhaal. Als hij er niet meer zal zijn en stenen en wortels eventueel
zouden bewaard blijven, zal het geweten zijn dat hij die verzameld heeft, maar
het verhaal eromheen neemt hij mee naar andere oorden. Welke verhalen is niet
geweten, maar heel wat is niet geweten en dit houdt ook verband met de uitzending
op BBC four van een paar dagen terug: The
end of God, een zoektocht, met heel wat omwegen naar God, om dan toch in de
Higgs particule, door de wetenschappers omgedoopt tot de Gods particle, een sprankel van Hem te vinden. Of om dan toch
tot het besluit te komen dat met de komst van de quantum fysica, wetenschap en religie in elkaar verweven zijn en
niet meer te scheiden.
Maar zijn onvoltooid gedicht is dus wel degelijk
onvoltooid en zo zal het blijven.
13-11-2011, 00:19 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
12-11-2011 |
Onvoltooid Gedicht |
Onvoltooid Gedicht.
Heb maar een klein leven
gehad,
heb geen opvallende dingen
gedaan,
geen boeken gepubliceerd,
geen symfonieën
gecomponeerd,
geen theorieën uitgeklaard
over wat het leven is en
wat het sterven.
Voel dat het einde nader
komt,
zeer dicht er komt. Mijn
Blog
een laatste stuiptrekking
om toch
te blijven uit te kijken
naar wat heel wazig in de
verste verte
als een toevlucht lijkt,
een opgenomen worden
in een rijk om geest te
zijn.
Enkel geest te zijn, het
grote wonder.
Heb wel Joyce gelezen en
Odysseus,
Wel Eliot en de
Ecclesiasticus,
wel Faulkner, wel Pasternak
en Bernanos,
wel Borges, maar niet
Sartre.
Heb wel gezorgd dat ik nog
niet gestorven
was voor de dood er was,
zoals zovelen.
Heb maar een klein leven
gehad.
Wel woorden geschreven en
opgestapeld,
woorden die mijn dagen
waren,
opgedoken en opgetekend,
jaren lang, bronnen gekend, wat inspiratie,
maar te hoog
geïnterpreteerd
waar niets te vinden is,
beschimmeld nu, bevorderd
tot vergetelheid
Heb wel lief gehad, in pijn
en vreugde,
wat kon en wat niet kon,
lief gehad,
samen gebald en uitvergroot
tot ruikers tederheid die
hun kleur,
hun eigenheid behielden tot
lang erna.
Herinneringen die kinderen
werden,
en kinderen van kinderen
om je op te peuzelen, je
meermalen
tot tranen toe, zo onlangs
nog.
Heb wel lief gehad en nog.
Heb wel vele kleine dingen
lief gehad
die vrede gaven, rust en
geborgenheid.
Heb zaden opgespaard,
geplant
in kleine plaatsen en zien
groeien.
Wie zegde me dat het salie
was,
dat het druivenranken
waren,
dat het stinkende gouwe
was,
Wie de duizend bloemen me
geleerd,
het helmkruid, nu
verdwenen,
wie de hagewinde,
de wikke, de weegbree.
Wie leerde me de namen
kennen,
de wielewaal en waar hij
woonde.
Wie de paddestoelen, de
agaric,
de cantarel, de boleet.
Hoe wijs nog toen, het
weten was.
Deze woorden hier
een onvoltooid gedicht
gebleven.
Zul je me ooit lezen?
12-11-2011, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
11-11-2011 |
Inspiratie |
Ik overloop de Blogs die ik
in het begin van dit jaar geschreven heb en die ik heb
verwijderd. Ik dacht er enkele te kunnen hernemen maar bijna allemaal zijn ze
tijd gebonden en vandaag niet meer gepast te gebruiken. Ik ben dus elke dag
aangewezen op het vinden van een nieuw onderwerp.
Het is een gewaagd iets, te
denken dat er een plots een idee zal opduiken, een nieuwe aanloop die me
brengen zal in plaatsen die ik niet verwacht had.
Soms zijn kleine dingen
voldoende, zoals een paar dagen terug toen ik een eerste zin binnenkreeg
waaruit een gedicht ontstond dat ik enkele tijd vasthouden wil omdat het nog
niet rijp is als gedicht.
Ik vraag me dan af hoe
Stefan Hertmans te werk gaat. Ik las dat hij een nieuw boek uit heeft. Ik zal
het kopen en het lezen. Hertmans is een schrijver die vol beloften steekt.
Natuurlijk is het niet iemand die een oplage van 100.000 zal bereiken al weet
je maar nooit - de markt hier is gericht op snoep- of soeplectuur en Hertmans
is een man van de geest, is elitair en dat lusten weinig.
Maar één zaak is zeker, je
zult er niet bij in slaap vallen. Hij is een man van de ruimte.
Ik schreef dit een week
geleden in afwachting van de publicatie ervan. Ondertussen is Hertmans boek
uit. Het wordt besproken in de Standaard der Letteren van 4 november. Hun
oordeel spreekt boekdelen: Je zou er
haast een hele kast boeken voor weggeven.
Ik ben benieuwd en houd jullie
op de hoogte van mijn verblijf bij Stefan Hertmans.
11-11-2011, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
|
 |
E-mail mij |
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
Gastenboek |
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
|
|
 |