xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Een roze gloed tussen de bomen in het zuid-oosten. Ugo
hoorde het fezelen van de vogels in de beukenhaag. Hij dacht nu wordt het
beter, de pijn in mijn leden zal stilaan verdwijnen en mijn gedachten zullen
zich openen. En als hij buitenkomt, de eerste regel van een gedicht die hem
overvalt, een regel die hij nimmer schrijven zal, lijk de eerste lijn van een
tekening die hij nimmer maken zal.
Is het aldus dat hij zijn boek wou beginnen?
*
Hij herinnert zich het begin van LEvangile
van labbé Bruckberger handelend over
het evangelie van Johannes:
Du premier mot lEvangile de Jean crève le plafond du temps, il transcende
les siècles et les générations qui se succèdent, il sétablit dans léternité.
Een zin, zoals die eerste zin van Johannes: In het begin was het Woord kan
natuurlijk niet meer geschreven worden. Het is een zin gestrand voor de
eeuwigheid, een echo dragend, die tijd en generaties overstijgt, maar misschien
kan er nog wel een zin gevonden zoals Dantes eerste versregel uit zijn Inferno:
Nel mezzo del cammin di nostra vita
Mi ritrovai per una selva oscura...
Maar hier ook dankzij wat volgt is het een zin die
niet na te schrijven is.
Of is een eerste zin van een boek wel belangrijk? Hij
kent een boek dat een Prijs kreeg in Vlaanderen en dat begint met: Alle begin
is moeilijk. Maar hij vindt een dergelijke zin beschamend.
Hij wil in zijn boek, de grens van de
realiteit overschrijden, omdat hij binnen wil wandelen en vertoeven in de
wereld achter de wereld van elke dag, zijnde deze van het transcendente, het
sacrale, het domein van Hij die in de wereld een naam draagt van amper drie
letters? Hoewel een dergelijk boek vandaag niet meer geschreven wordt en zelfs,
indien het nog zou geschreven worden, wordt het niet meer uitgegeven noch gelezen,
daar te ingewikkeld, te ver gezocht, te weinig verhalend, te ongeschikt om te
boeien.
Maar, als het niet is om meer mens te worden, als
het niet is om via de kennis van anderen, dichter te komen tot wat niet te
noemen is, welk is het nut van een boek; welke vreugde biedt het ons als het
geen uitdaging is, als het niet opduikt alsof er iemand is die je in de gaten
houdt en er voor zorgt dat je leest wat je lezen moet?
Hij zal in elk geval schrijven wat hij schrijven
moet, zelfs al heeft niemand er behoefte aan.
|