In een zekere zin ben ik beschaamd elke dag over hetzelfde onderwerp, God, uit te weiden. Jullie moeten denken dat ik een sterk religieus iemand ben die met God in zijn hoofd rondloopt en er gesprekken mee voert, maar zo is het niet, ik ben met heel wat andere zaken begaan, echter als ik schrijf wijzigt zich schijnbaar mijn geestelijk metabolisme en kom ik terecht in de sfeer van het superieure, het hogere, het goddelijke.
Is het fout, is het te verwerpen of is het maar een logisch gevolg van het begaan zijn met vragen over het leven die ook vragen zijn over de dood en hier onvermijdelijk de eeuwigheid bij te pas komt?
Er is dus een reden, trouwens ik zou niet kunnen me dagelijks inlaten met de politiek bij voorbeeld, welke ook, deze van hier of deze van Biden of Poetin, of Johnson; of met de betogingen hier en de schreeuw om vrijheid, alsof we niet gehouden zijn aan de wetten van de gemeenschap die bepalend zijn voor onze vrijheden. In elk geval de schreeuwers moeten weten dat in een gemeenschap de persoonlijke vrijheden grenzen kennen, maar zo ver denken ze niet, zeker niet dat ze hun stem, hun vrijheid in de handen hebben gegeven van hun wettelijke vertegenwoordiger die zich democratisch te gedragen heeft.
Ik ga hier niet op verder op in, mijn stem draagt niet verder dan de grenzen van mijn omgeving, maar als ik zie welke materiële schade er soms wordt aangericht dan is het voor mij duidelijk, het zijn de organisatoren van dergelijke betogingen die verantwoordelijk zijn en moeten aangesproken worden voor de gebeurlijke schade.
Ik heb dit nu geschreven, en dan wat, welke diepere betekenis hier aan geven, feiten die niet opstijgen uit de oppervlakkigheid van wat is, ik heb hierover niets te vertellen, er zijn er genoeg die er de mond vol van hebben, ik, dat arme ik, wend zich tot een ander publiek, in andere omstandigheden en met andere maatstaven, deze van het leven, van het Erzijn en het beleven van het Erzijn.
Dan ook zijn de momenten dat ik voluit in de wereld sta zeer zeldzaam, ik kan er niet op ingaan. Ik loop rond in de schaduw ervan, niets is nog duidelijk afgelijnd, ik ben gegroeid naar een buitenstaander toe, iemand die genoeg heeft aan zijn eigen leefwereld en, dit vergt een grotere inspanning dan er te zijn zonder er geestelijk te zijn, het vereist een blik op zijn oorsprong en zijn ‘hier-zijn’ en dit in het licht van wat was en van wat komen gaat.
Veel meer is het niet dan het zich situeren in de dagelijkse omgang, niet als een gevangene door het dagelijkse, maar uitkijkend naar wat beweegt in onze geest in zijn binding met al wat van de Kosmos is, zijn ontstaan om te beginnen dat ook ons ontstaan inhoudt en ons uitkijken naar het waarom van dit ontstaan, alsof er een noodzaak was om te ontstaan,
Een noodzaak die we, gekomen op de plaats waar we nu staan, soms, wensen te begrijpen.
|