Cees Nooteboom, nog altijd hij tussendoor, nu bij de ter aarde bestelling van leiders van de ETA-beweging. Hoe het toegelaten werd door de Staat het te doen met de nodige ‘éclat’ en Nooteboom er de geschiedenis bij betrekt van Oedipus die na onwetend zijn vader te hebben gedood, even onwetend zijn moeder huwde, en de vergelijking maakt met Kreon en zijn houding tegenover Antigone die geweigerd wordt haar broer Polyneikes te begraven, het toch doet en hiervoor levend begraven wordt. Hij handelt hierbij over de houding van Kreon, de Staat, ten opzichte van de dood en de rechten van de dode om begraven te worden.
Het staat er bij hem onder het hoofdstuk, ‘Een raadsel voor Kreon’, een tekst van 1987, die hij voor een groot deel haalde bij George Steiner uit dezes ‘Antigones’[1].
Ik dacht hierbij aan wat ik ooit las bij W.H.Auden :
‘Some books are undeservedly forgotten, none are undeservedly remembered’.
En verder, gezien het over boeken gaat, een woord van de jonge Desiderius Erasmus:
‘Als ik wat geld heb koop ik boeken, en als er daarna wat overblijft koop ik eten en kleding’.
Wat hij zal gekocht hebben waren boeken van waarde, en mijn vraag hierbij, op het totaal aan boeken die verschijnen, hoeveel zijn er die Erasmus zou gekocht hebben en hoeveel die undeservedly are forgotten.
Natuurlijk is het helemaal niet bij te houden wat jaarlijks, zelfs wekelijks gepubliceerd wordt, zelfs een idee erover houden is onmogelijk, laat staan het kopen ervan, het lezen ervan, zelfs het bijhouden van de titel ervan.
Ikzelf voel me op vele ogenblikken voldaan met de boeken die ik bezit en die ik las en onthield dat ik ze las en behield wat erin staat, maar er zijn ook momenten dat ik er meer zou willen kopen, en Nootebooms ‘Omweg naar Santiago’ was er zo een dat me verleid heeft, omdat ik nooit de gelegenheid heb gehad of gezocht de bedevaart naar Compostella te doen al was het maar om de Romaanse kerkjes in de vele dorpen onderweg te bezoeken.
Ik stel nu vast dat de ‘omweg’ die Nooteboom gemaakt heeft op het einde van de twintigste eeuw, heel breed over de geschiedenis van Spanje loopt en hierbij de kathedralen en kloosters in de grote steden ruim aan bod komen evenals de verborgen parels van kerkjes en kloosters verspreid over het land.
Ik bereikte pagina 272 en Santiago is nog steeds niet in het zicht, er resten me nog meer dan 100 pagina’s te gaan. Een vlugge lectuur is hij precies niet, er valt op elke pagina heel wat te verorberen, wat soms een vreugde is, soms een moeite. Maar we volgen hem, als het voor ons een moeite is hem te lezen dan was het zeker voor hem een nog grotere om het te schrijven.
Hij houdt ons in elk geval wakker.
[1] Ik bezit enkel de Franse vertaling ervan, ‘Les Antigones’, Folio Essais, Gallimard, 1984. Nooteboom handelt hier niet over de mogelijke binding van het verhaal met de geschiedenis van Akhnaton, wat ik wel zou gedaan hebben, omdat ik geloof in die binding. Ook Steiner had er zijn twijfels over, want hij schrijft in een bepaalde passage : ‘Elle suggère clairement la possibilité que le thème commun du débat sur les funérailles renvoie à une situation et à un conflit historiques spécifiques’.(page 133).
|