Geschriften
Inhoud blog
  • Afscheid
  • Opgenomen.
  • Hoe ik er sta, vandaag?
  • Waar ben ik mee bezig?
  • Gesprek op zondag.

    Zoeken in blog



    11-02-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Te rade bij wie?

     

    Bij wie ga ik vandaag te rade, rekenend op mijn goed gesternte dat me vergezellen zal op mijn tocht doorheen de wereld van de gedachten? Wellicht zoals het gisteren was, zoals het eergisteren was, er nog altijd op vertrouwend dat de Muze me niet in de steek zal laten.

    Ik zoek het toeval, zegt Nooteboom, en het vindt me altijd. Ik zoek het nog niet, ik geloof trouwens niet in toeval, ook Cees niet, maar hij zegt het mooi, het toeval dat op zoek is naar hem, of het onverwachte maar ook het gepaste, dat zich aanbiedt op het even gepaste ogenblik.

    Ik ga er niet zo maar overheen over wat hij schrijft, en hij schrijft veel en wat hij zegt is voedsel voor de geest, ik dring binnen in de enorme kennis die hij heeft over Literatuur, ik dring binnen op de wijze waarop hij op zoek gaat naar een kerkje van de tiende eeuw in een vergeten dorp, hoe hij het ziet en hoe hij het vindt en er binnen treedt om dan te horen dat Borges overleed. En schrijft hij:

    ‘Er gebeurt iets vreemds met grote schrijvers als ze sterven. Op dat ogenblik worden ze in de woorden van Auden, hun bewonderaars. Auden zei het bij de dood van Yeats. Twee zinnen uit dat gedicht kan ik nooit vergeten: ‘he was silly like us; his death forgave it all’ en ‘he became his admirers.’

    Nooteboom schrijft dit, zittend in zijn ‘kasteel’ met een hoop krantenknipsels voor hem op de tafel.

    Vergeef me, maar Nooteboom achtervolgt me, zijn woorden blijven echoën in mij, ze zijn nieuw voor mij ook deze van Borges, who became his admirers, nu er niets meer uit hem te halen was, werd hij wat zijn bewonderaars dachten over hem en, zo heb ik het begrepen, niet meer wat hij dacht over zichzelf.

    Je hoort het, mijn geschriften zijn mettertijd uitgegroeid. Wat destijds in 2011, o zo onschuldig is begonnen  is nu ernst geworden, al heb ik het nimmer zo opgevat het blijft bewegen in die richting.

    Heeft het naderen van het einde van mijn termijn hier op aarde er iets mee te maken, is het een soort van verdieping verheerlijking, in het vooruitzicht van het ogenblik dat ik mijn bewonderaars worden zal ?

    In elk geval mijn lichaam is verraderlijk. Ik kijk uit hoe het opstaat uit het bed, hoe het zijn dag doorbrengt en hoe zijn slaap verloopt. De jaren hebben gemaakt - en Borges aarzelde evenmin om het te zeggen - dat het eerder een hinder is geworden dan een gemak om mee te leven, een  zwaarte eerder dan een lichtheid, meer een pijn dan een vreugde. De ene dag wat beter dan de andere en ik kan niet anders dan het te nemen zoals het zich aanbiedt.

    Maar, vrienden allemaal:, de woorden die ik schrijf zijn mijn balsem, zijn mijn enig soelaas, vallen deze weg dan ben ik maar wat schroot, hoe cru het ook moge gezegd zijn. Maar  mijn geest is actief, hij is mijn redding, hij  is mijn houvast. Dus het gaat goed met mij, ik stijg telkens op met mijn blog en zweef, de vleugels wijd open, een meeuw gelijk. Wat? Een arend gelijk.

    Ik kroon me vandaag zoals ik Nooteboom kroon, zoals ik een vriend dichter kroon, een andere dan die van gisteren, wiens bundel ik even hield, een lichtpunt, met een titel die enkel hij kan schrijven : ‘Wanneer de wind gaat liggen’.

    Ik groet hem hier. Ik zeg hem dat zijn gedichten voor mij meer zijn dan ‘zinvolle stofjes in het grote oog van de eeuwigheid’, dat het flarden geest zijn die hij de wereld in stuurt, geladen met eeuwigheid, gestold in de tijd  en in volle wind ademend. En dat ik me verheug met hem.

    11-02-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    10-02-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Uiteenlopende gedachten.

     

    Om te beginnen is er wat me in de nacht bezig hield. ik wil het kwijt vooraleer aan iets anders te beginnen: een zin die plots is opgedoken, namelijk dat er tussen, er was ‘niets’ in den beginne en, er was ‘iets’ in den beginne, geen middenweg is, geen ontsnappingsroute, geen halve ‘niets’ of halve ‘iets’, neen, ofwel beken je kleur, ofwel druip je af, zo is het nu eenmaal in dit grote leven hier op aarde.

    Is dit waardevol? Ik denk er niet over na, ik teken het op omdat het me deze nacht verraste en de zin is blijven spoken in mijn hoofd tot mijn ontwaken in de morgen.

    Ondertussen word ik druk bezocht door andere gedachten in mij, waar Cees Nooteboom, bij mijn weten ook over schrijft, niet zoals ik, of ik niet zoals hij, maar de beelden die ik zie van de onmetelijkheid van sterren in de nachtelijke hemel, zoals er regelmatig verschijnen op het scherm - bij hem zal het zijn als hij in de nacht opkijkt naar de hemel op zijn Spaans eiland - dan stokt mijn adem omdat wat ik te zien krijg iets grenzeloos ontzaglijk is, overrompelend veelzeggend is, en telkens blijf ik in de onmogelijkheid er een passende, allesomvattende naam voor te vinden.

    We kennen er wel een, maar die naam is bezoedeld door de mens. Aldus blijven ons enkel nog over, de negenennegentig eigenschappen van die naam[1].

    In feite zit ik nergens met deze oplossing, komt dit neer op een naam die zo intellectueel-spiritueel-technisch geladen is dat het fenomenale ervan noch met mensenmaten, noch met godenmaten te omschrijven valt en is, ‘De of Het Onnoembare’ de enige naam die kan gegeven worden. Of het ‘Iets’ het ‘zijnde’ zijnde heeft geen naam nodig, het ‘IS’.

    Dit is ook van deze nacht, nu van deze van deze morgen, en na dit te hebben geschreven kan ik terug de normale mens worden die ik ben, mijn engagement in die ‘hemelse’ zaken voldoende gekend zijnde kan ik terug gaan neerliggen en wegglijden in wat is van de dagen over mij, en wel van het ogenblik af dat ik ophoud met schrijven.

     Ik kreeg gisteren het bezoek van een broeder in  de geest, een man van literatuur en poëzie. Over wat we spraken is heel duidelijk, over het weinige dat de poëzie nodig heeft aan woorden, beter een woord te weinig dan een woord te veel, omdat het ‘te vele’ een rem is en het ‘te weinige’ het poëtische in de zin, het onuitgesprokene dat te gissen is, dat er staat zonder er te staan.

    Het gedicht is aldus een samenspraak van de dichter met zijn lezer, als dit niet bereikt wordt in een of andere vorm, is het gedicht voor hem ontdaan van poëzie. Een vorm van poëzie is ook deze van een kunstenaar die een dode vogel tekent alsof hij nog levend is voor hem.

    De gedichten van Nooteboom die ik de laatste dagen meende te moeten boven halen zijn van die aard, evenals deze van de vriend die me bezocht, als ik lees bij hem, en hij heeft het over de ‘Lierdekoutermolen:

    Als de herfst de wieken slaat
    zal de mosterd groeien op het veld.
    Het geel zal bloeien op het palet
    van de rijke aarde.

    Het broederschap in de literatuur en de poëzie - en ik heb dit met enkelen - vult ons tot in de diepte van het mens-zijn, je gaat er zo maar niet aan voorbij, je noteert het als een echo van leven in je dagen.

     

    [1] 99: Een getal dat, in Arabische cijfers weliswaar, gegrift staat in de linker en rechter handpalm: 81 en 18 - 8, een omgekeerde V; 1, een verticale streep – eigenschappen die, vertelde een vriend me ooit, gebeiteld staan in een steen ergens verloren, ik meen, in India. Maar ik denk dat ik dit al eens heb gezegd.

     

    10-02-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    09-02-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nog altijd Nooteboom.

     

    Cees Nooteboom, nog altijd hij tussendoor, nu bij de ter aarde bestelling van leiders van de ETA-beweging. Hoe het toegelaten werd door de Staat het te doen met de nodige ‘éclat’ en Nooteboom er de geschiedenis bij betrekt van  Oedipus die na onwetend zijn vader te hebben gedood, even onwetend zijn moeder huwde, en  de vergelijking maakt met Kreon en zijn houding tegenover Antigone die geweigerd wordt haar broer Polyneikes te begraven, het toch doet en hiervoor levend begraven wordt. Hij handelt hierbij over de houding van Kreon, de Staat, ten opzichte van de dood en de rechten van de dode om begraven te worden.

    Het staat er bij hem onder het hoofdstuk, ‘Een raadsel voor Kreon’, een tekst van 1987, die hij voor een groot deel haalde bij George Steiner uit dezes ‘Antigones’[1].

    Ik dacht hierbij aan wat ik ooit las bij W.H.Auden :

    ‘Some books are undeservedly forgotten, none are undeservedly remembered’.

    En verder, gezien het over boeken gaat, een woord van de jonge Desiderius Erasmus:

    ‘Als ik wat geld heb koop ik boeken, en als er daarna wat overblijft koop ik eten en kleding’.

    Wat hij zal gekocht hebben waren boeken van waarde, en mijn vraag hierbij, op het totaal aan boeken die verschijnen, hoeveel zijn er die Erasmus zou gekocht hebben en hoeveel die undeservedly are forgotten.

    Natuurlijk is het helemaal niet bij te houden wat jaarlijks, zelfs wekelijks gepubliceerd wordt, zelfs een idee erover houden is onmogelijk, laat staan het kopen ervan, het lezen ervan, zelfs het bijhouden van de titel ervan.

    Ikzelf voel me op vele ogenblikken voldaan met de boeken die ik bezit en die ik las en onthield dat ik ze las en behield wat erin staat, maar er zijn ook momenten dat ik er meer zou willen kopen, en Nootebooms ‘Omweg naar Santiago’ was er zo een dat me verleid heeft, omdat ik nooit de gelegenheid heb gehad of gezocht de bedevaart naar Compostella te doen al was het maar om de Romaanse kerkjes in de vele dorpen onderweg te bezoeken.

    Ik stel nu vast dat de ‘omweg’ die Nooteboom gemaakt heeft op het einde van de twintigste eeuw, heel breed over de geschiedenis van Spanje loopt en hierbij de kathedralen en kloosters in de grote steden ruim aan bod komen evenals de verborgen parels van kerkjes en kloosters verspreid over het land.

    Ik bereikte pagina 272 en Santiago is nog steeds niet in het zicht, er resten me nog meer dan 100 pagina’s te gaan. Een vlugge lectuur is hij precies niet, er valt op elke pagina heel wat te verorberen, wat soms een vreugde is, soms een moeite. Maar we volgen hem, als het voor ons een moeite is hem te lezen dan was het zeker voor hem een nog grotere om het te schrijven.

    Hij houdt ons in elk geval wakker.

     

    [1] Ik bezit enkel de Franse vertaling ervan, ‘Les Antigones’, Folio Essais, Gallimard, 1984. Nooteboom handelt hier niet over de mogelijke binding van het verhaal met de geschiedenis van Akhnaton, wat ik wel zou gedaan hebben, omdat ik geloof in die binding. Ook Steiner had er zijn twijfels over, want hij schrijft in een bepaalde passage : ‘Elle suggère clairement la possibilité que le thème commun du débat sur les funérailles renvoie à une situation et à un conflit historiques spécifiques’.(page 133).

    09-02-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    08-02-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het vermelden waard zijnde.

     

    Dagboeken die openbaar zijn, zijn er geen, wist Elias Canetti, en we volgen hem. De blogs die ik schrijf zijn geen dagboekgeschriften, het zijn brieven en weinig meer, brieven aan de wereld, de dichtbije en de ver afgelegene, mijn domein is eindeloos, zoals mijn woorden eindeloos willen zijn. Het eindeloze ervan maakt mijn woorden exponentieel, als zo iets zou bestaan.

    En deze brieven, als jullie het nog niet zouden weten ontstaan vroeg in de morgen, voor de daarop volgende dag, omdat ik het niet waag, omwille van de enkelen die me lezen, hetzij in volle nacht, hetzij vóór dag en dauw, te ontgoochelen. Het kan dus dat de ochtend van het lezen verschillend is van de ochtend van het schrijven en/of omgekeerd.

    Ook kan het, zoals vandaag dat mijn brief niet gelinkt is aan het ochtendlicht, maar aan een gedachte die plots is opgedoken, zoals vandaag, uit de nevelen van het voorbije toen ik nog Canetti las. Ik had ook kunnen beginnen met een gedicht van Cesare Pavese dat ik vanmorgen hoorde op MUSIQ3 van de RTBF - elke morgen beginnen ze met een gedicht - maar ik wou de Italiaanse versie ervan en het was de Franse versie die ik te horen kreeg.

    Als ik dit zo schrijf is het wel degelijk een brief die ik stuur om jullie duidelijk te maken hoe ik in de vroege morgen ingesteld ben op jullie, vooral om er zeker te zijn als je me opzoekt, wanneer ook, waar ook en hoe ook, Ik wil er zijn. Daarom ook, het is geen opoffering, c’est une habitude, wil ik een dagelijkse brief of blog en niet, een nu en dan, het zou oneerlijk zijn van mijnentwege jullie naar mijn blog te lokken voor niets.

    Nu, zijnde wie ik ben, ligt nog altijd Nootebooms ‘De Omweg naar Santiago’ - waarin ik heel traag vorder - naast mij en, zijn door de uitgeverij Koppernik zeer fraai uitgegeven dichtbundel ‘Vos’.

    Het is een genot voor mij beide daar te zien liggen. Het boekje ‘Vos’ zelf, is een gedicht op zichzelf. Ik hoef het niet meer te openen, hoef het niet meer te lezen om te weten wat het betekent voor mij. Een paar dagen verder zal ik het plaatsen tussen de andere boeken in het rek en wellicht vergeten waar ik het plaatste, zoals het gebeurde met die andere bundel, even fraai uitgegeven, ditmaal door De Bezige Bij, zijn boekje over het Japanse klooster Kozan-Ji . Het zijn dingen, eigenlijk parels, die ik gelezen heb, gekoesterd heb en daarna, voor een tijd, verdwijnen zullen uit mijn gezichtsveld.

    Ik denk er regelmatig aan, mijn boeken alfabetisch te gaan klasseren maar het blijft bij  een gedachte en het gebeurt niet, wel staan alle werken over Dante er gegroepeerd evenals deze van T.S.Eliot, deze van George Steiner, deze van Borges en onderaan, alle werken van Emmanuel Velikovsky samen met deze van Kamal Salibi. Het zijn de schrijvers van mijn leven, maar het is onfair van mij de andere niet te vermelden, eenzaten die even belangrijk zijn geweest en zeker nu en dan zijn opgedoken - zoals Canetti - in mijn geschriften omdat het voor mij mijlpalen zijn geweest bij mijn geestelijke vorming. Mijlpalen zoals deze langs de weg, lange tijd geleden, bij het binnenrijden in Kandersteg: ‘Bern XII Stunden’, deze ook staat er nog in mijn herinneren.

    Het zijn allemaal zaken die inspireren, die mijn leven aangenaam houden, kleine dingen die soms rare gevolgen kennen.

    Deze brief, onschuldig zoals alle vorige, gaat, over mijn diepste ‘Dasein’: de boeken in mijn leven. Hij gaat ook, tezelfdertijd zonder openlijk vermeld te staan, over de vrouw in mijn leven, nu meer dan ooit, over de vrienden in mijn leven, deze die me lezen en deze die me niet lezen, over deze die ik ken en deze die ik niet ken. Het is maar dat ik het eens vermelden wou.

     

    PS: Elias Canetti, 1905-1994, Duitse schrijver, Nobelprijs literatuur in 1981, auteur van o.m. Das Gewissen der Worte, essays.

     

    08-02-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    07-02-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat ik ditmaal dacht over de lente.

     

    Ik dacht gisteren nog in het grote licht van die, naar de maatstaven van vandaag, uitzonderlijke morgen, ik zal zien als ik aan de vijver ben, hoe het licht zich wentelen zal omheen de dingen die me omringen, de dingen waar ik deel van ben; ik zal horen hoe de botten zich openen zullen met een lichte knal, hoe  het leven eens te meer hernemen zal.

    Dit is wat ik nog eens optekenen wil. Ik heb het zo dikwijls al meegemaakt en nu, op het punt waar ik aangekomen ben, groeit de intensiteit in het beleven ervan hoewel ikzelf er niets van voel, hoewel mijn lichaam even stram, even pijnlijk er zijn zal als ik wandelen zal, het is nu al een tijd geleden, omheen het donkere watervlak.  Maar laat me, laat me de nieuwe lente binnengaan en zelf ogenblikken lang lente zijn, de weinige lentes die me nog overblijven, denkend plots aan wat je ooit las in een vertaling van een  boek van George Steiner: ‘La mort sera chose intéressante’.

    Wat hij, Steiner, hiermede precies bedoelt ontgaat me, maar hij moet zijn redenen hebben, hij is een verstandig en zeer belezen man. Voor mij echter,  zelfs uit zijn context genomen, is het een belangrijk gegeven die zelfs in de lente, een belofte inhoudt, maar dan liefst een belofte voor (veel?) later.

    Hoe het komt dat lente en dood over elkaar gelegd worden in wat ik meen te mogen/te moeten schrijven vandaag, alsof ook de dood het leven zou zijn maar dan van een totaal andere geaardheid waar we nu nog geen zicht op hebben, en dit, voor mij, mijn lente zijn zou, een soort van voorbereiding die aan gang is  en de lente in de natuur een verwittiging is voor mij.

    Er zijn nochtans geen tekenen die in die richting wijzen, ik schrijf nog, mijn geest blijft los en soepel om de woorden te nemen en te bewaren op mijn manier, maar mijn geïntegreerd zijn in de natuur volgt geheime wegen die ondoordringbaar zijn en die ik slechts gevoelsmatig gissen kan.

    Nu de lente interpreteren als voor mij een voorspel op wat komen gaat en van een totaal andere orde is, is een vooruitlopen op wat me eens te wachten staat en het is beter verwittigd te zijn dan onvoorzien gegrepen te worden, de keel toegesnoerd.

    Vooropstellen dat dit het beeld van mijn lente zou zijn is een vreemd iets, zelfs voor mij. Ik heb er nooit zo aan gedacht, maar mijn plots begaan zijn met Steiner en zijn zin, kan een vingerwijzing zijn, hoe ik ditmaal de betekenis van de lente vatten moet als een, voor dit leven van mij, een negatief punt. Heb ik het juist gezien of is het zuivere inbeelding van iemand die nood heeft om zijn woorden te schrijven alvorens verder te gaan in zijn dag, over de middag heen naar de avond toe en de nacht die er opvolgt, vergetend wat hij zo juist geschreven heeft, achter gelaten voor de eksters in het gras of hoog in de bomen.

    Als ik herlees wat ik schreef met de regen tegen het raam, met de wind omheen het huis, en het spaarzame licht dat binnenvalt in de kamer is het, het meest bizarre dat ik ooit geschreven heb. Omwille van het bizarre erin zal ik het laten zoals het er staat.

    Honni soit qui mal y pense.

     

    07-02-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    06-02-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nooteboom die ik lees.

     

    Mijn schrijven heeft zijn spiegelbeeld. Gisteren was er een soort droomtoestand, een metafysisch teruggrijpen naar de essentie van al wat is en nog komen kan of zal. Vanmorgen is er het verrassingseffect van het licht dat de dag instroomt en ik er door geroerd word; alsof het iets nieuw was: de zon zien opkomen als een gloeiende bol boven de horizon, iets dat ik me niet meer inbeelden kon na zovele dagen al. Aldus: het mirakel dat de dag kan zijn en ik niet verder denk dan het licht. Niet denk aan wat de dag me brengen zal noch hoe mijn geschrift lopen zal naar zijn einde toe vandaag, alsof het nodig was het te weten, alsof het niet gebeuren zou zoals altijd, als de woorden komen lijk vloeiend uit een geheime bron ergens over mij of naast mij, die ik openen kan of sluiten.

    Openen zoals altijd in de morgen en gesloten houden in de dag voor de dag erna. Hoe simpel het is als je er volop in staat, of hoe simpel je het voorstelt dat het gebeurt.

    IK zit gewrongen met de poëzie van  Cees Nooteboom, zoals ik gewrongen zat met deze van Paul Auster. Ze heeft een vreemde klank. Nooteboom gebruikt woorden die zinnen zijn, die hij alleen gebruiken kan, gebruiken mag. Ik staar erop en denk hoe eigen van aard alles overkomt en alles zich met alles verweeft of, eigenlijk, juist niet verweeft, gescheiden er van is en toch verbonden door het sacrale dat van de poëzie is .

    Ik lees hem zonder hem te begrijpen en het is in het niet begrijpen dat zijn poëzie schuilt. Ik denk aan mijn gedichten en waar ik sta ten opzichte van hem. Ik die alles zeggen wil wat me overkomt en hoe ik de dingen zie en uit elkaar tracht te rafelen, terwijl Nooteboom de dingen betast op zijn manier hoe bij hem de dingen leven, ik neem zo iets:

    Een langwerpige wolk
    trekt voorbij
    maar zonder bedoeling; 

    of

    Er is zo weinig tijd, de klok zonder adem
    Vernietigt zijn cijfers, het begin heeft het einde
    gegeten, vergeten, verteerd, dat zijn de vragen in die golvende regels in een tijd
    die nog steeds

    als dode bestaat. De nachtelijke lezer koestert de woorden en komt voor in geen enkel
    gedicht.

    Zo wat doe ik hiermee, hoe los ik het op, hoe begrijp ik het als het niet te begrijpen is? Het is er maar om er te zijn, niets meer dan dat, maar als het er is dan staat het er als een palmboom, als een oase in de woestijn, maar het staat er, het draagt leven.

    Ik tracht niet hem te begrijpen, ook Auster is ongrijpbaar, in deze zin is de poëzie van Nooteboom te vergelijken met deze van Auster, zo heb ik hem begrepen. Ik weet nu hoe ik hem lezen moet, als de woorden van een groot man die zich permitteren kan te schrijven wat en hoe hij schrijft. Ik volg hem hierin.

    Ik volg hem hierin als ik mijn blogs schrijf, ik volg hem, niet wetende dat ik hem volgde op de een of andere wijze. Evenwel ik situeer me meer uit de wereld dan erin. Wat me een eigenheid geeft, zoals Nooteboom zich een eigenheid toe-eigent.

    Of ik voldoende bekoord wordt om de eigenheid van Nooteboom binnen te dringen en na te volgen?

    We kunnen trachten uit te wijken in zijn richting, maar meer dan een betrachten wordt het niet.

    Hij is té enig, ik ondervind het als ik me door zijn ‘Omweg naar Santiago’ worstel, overstelpt dat ik word met de geschiedenis van Spanje.

    (Geschreven de morgen van 5 februari.)

     

    Nota: Uittreksel 1 komt uit het gedicht pag. 45 . Uittreksel 2 komt van pagina 43 van de bundel 'Vos'.                   

     

    06-02-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    05-02-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Aanwezige.

     

    Ik weet dat ik ‘hakkel’ als ik zeg dat het NIETS zeker een IETS was en dat ik, dit binnen nemend als paradigma, meer dan gelukkig ben, te gelukkig misschien als ik schrijf dat in den beginne het Woord was, dat in den beginne Tao was, en dat dit voor mij het enige begin is dat kans maakt de werkelijkheid te zijn; dat er geen ander begin kan geweest zijn dan dit van de Geest en dat als bewijs en teken ervan het Higgs deeltje zich heeft gemanifesteerd, en heeft het zich niet gemanifesteerd, was het maar een inbeelding van het aller minimaalst kleine, het Higgs deeltje, of een ander moet er zijn als deeltje van het Woord of, van Tao.

    Dit is dan ‘mijn’ Steinmann, waarvan er zovele staan in de bergen als punt waar je aan voorbij moet, om te komen waar je wenst te komen.

    Ik schrijf dit paradigma in vette letters: de eerste letter, zoals het destijds gebruikelijk was – het woord sacraal zijnde - omkranst met goud, bezaaid  met bloemen en stuifmeel, met bijen en vlinders, met kevers, met al wat de natuur ons te bieden heeft, van kernen van atomen omcirkeld met elektronen tot paradijsvogels, hoe meer hoe liever; zijnde in zijn geheel gezien al wat van  het meest verhevene is, ons geleerd, ons meegegeven neergezet  in het raderwerk van onze genen: in den beginne was het Woord. Een zin die ik koester, een zin als  het beeld van  de ‘Leshan giant Buddha’ in Sichuan, China.

    Dit is dan de wereld van de metafysica waarin ik wandel als ik aan het schrijven ben. Het is in deze wereld en enkel in deze dat ik me thuis voel, waarvan ik de wanden bekleed zoals ik de eerste letter van mijn ‘gehakkel’ bekleed om verder te gaan met het beeld dat ik oproep van de geest die de wereld in evolutie houdt, de gestroomlijnde natuurwetten die nog altijd niet te ontcijferen zijn omdat ze zijn opgesteld door een geest die ons ver overstijgt.

    We kunnen niet anders dan er naar opkijken, het zien als het werk, de blauwdruk van het Zijnde en het als een vreugdegeschal te aanvaarden

     Als het Zijnde doorgedrongen tot diep in ons. Even geheimzinnig, even ons beroerend als het hoogtepunt in de poëzie van Cees Nooteboom, geplukt uit zijn pas verschenen bundel ‘Vos’[1]:

    Hoe stil moet je zijn 
    om te beginnen, in wat voor taal
    spreek je tegen een vroeger of later
    ogenblik dat slijt waar je bij bent,
    in een huis onbewoonbaar, een planeet
    zo groot als een handschoen
    van voor altijd vergeten
    tijd. 

    En hoe stil moet ik zijn om te schrijven wat ik schrijf, losgerukt van al wat werelds is en geborgen in al wat Kosmisch is onbereikbaar en toch zo heel dichtbij, wij er onmetelijk erin verweven, zelfs al weten we het niet voortdurend, zelfs al is het maar van tijd tot tijd voor een flits, een oogprikkel.

    Het is ook de stilte van het Zijnde dat we, nu we menen het voldoende te hebben uitgelegd en beschreven, God willen noemen, een aanwezigheid die er is zonder er te zijn als dusdanig, enkel geborgen in zijn stilte, zelfs niet toekijkend, er enkel zijnde als het Zijnde.

     

    [1] Cees Nooteboom: ‘Vos’, uitgeverij Koppernik, 2022

    05-02-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    04-02-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Amper gestart.

     

    Wat er was in den beginne weten we niet met zekerheid. Was er iets of was er niets, een vraag die de wetenschap het liefst gesloten houdt. Nochtans is het de vraag waarmede alles begint, is het de hamvraag die alles ontsluiten zou.

    Velen zijn er die zich, eenvoudigweg, die vraag niet stellen want voor hen was er niets, heel hun leven is gebaseerd op het feit dat er in den beginne niets was, ze hebben er dus geen zorgen mee en stellen zich verder geen vragen, voor hen is uit dit, in feite absurde niets, alles ontstaan, de totale Kosmos. Hier  inbegrepen, zijzelf: de mens met ogen om te zien, oren om te horen, longen om te ademen, in een lichaam dat functioneert op een wijze, elk deeltje van de minimaalste bouwsteen ervan tot de meest ingewikkelde cel ervan, op een perfecte wijze in elkaar verweven en op elkaar ingesteld, zijnde - heel uitzonderlijk om te vatten - de mens ingeschakeld als wezenlijk  deel van het kosmische, even perfect, van het allerkleinste tot het allergrootste in elkaar verstrengeld, op elkaar inwerkend, bestaande universele wetten respecterend.

    Dit alles en nog meer dan alles, mijn lieve mensen, is dit alles ontstaan uit het absolute niets, waarin we, eens onze tijd verlopen, zullen opgeslorpt worden, het niets verdwijnend  in het niets?

    Wat zijn we hier dan komen doen als onze verre background het niets is, hieruit zo maar ontstaan - toevallig zegt Jacques Monod - uit een ontploffing, een Big Bang, met natuurwetten en kennis erin gecalculeerd om te weten hoe het van dan af verder moet, te beginnen met het vormen van het meest noodzakelijke, het meest ingewikkelde van al, het atoom, een kern waar omheen met een enorm hoge snelheid elektronen slingeren.

    Het is het beeld van het opstarten van de Kosmos dat ik in mij draag als de Big Bang, maar ik zou het zien als een vloek als ik schrijven zou, hic et nunc, dat alles is ontstaan uit het niets van het niets.

    Waarom begon ik mijn dag hiermee, welke bij heeft me  gestoken? Wel geen bij, maar Jean d’Ormesson, de filosoof de l’Académie française, 1925-2017, bij wie ik lees[1], hij schreef dit op hoge leeftijd:

    Qui suis-je  pour résoudre un problème qui a jeté dans les affres de l’incertitude des générations de théologiens et de savants…

    Tout ce que je peux faire c’est exprimer un sentiment: ce que j’aimerais par-dessus tout, c’est que, sous une forme ou sous  une autre, j’hésite beaucoup sur ce point, Dieu existât.

    En verder, hoe hij aarzelend, langs vele omwegen schrijft, heel voorzichtig om ook maar niemand te kwetsen:

    Il n’est pas impossible que croire en Dieu, ce soit espérer qu’ il existe. Si espérer qu’il existe, c’est déjà croire à Dieu, alors, oui, je crois à Dieu.

    Wat me stoort hier is het gebruik van de naam God, verwijzend naar de God van de Bijbel, waar ik verwachten zou dat d’Ormesson eerder geloven zou in de God van Spinoza, een Iets dat er moet geweest zijn op het ogenblik van de Big Bang en zelfs precies ervoor: een Kosmos in potentie, die er was als een god, zonder die/dit God te noemen waarvan er maar één is, die van onze jeugd, die van de Kerk, voorgesteld als een humane God, een op aarde interveniërende God, wat Hij voor mij zeker niet is.

    Maar, en heeft d’Ormesson hier nooit aan gedacht, zat hij teveel met God in zijn hoofd, dat zijn God ook een ‘Aanwezigheid’, een ‘Zijnde’ kon zijn, die/dat er was vóór de tijd er was, die/dat heeft gezorgd voor de Big Bang én, wat er is uit voortgekomen.

    Die Aanwezigheid, dit Groot-Zijnde is daarna gaan ‘rusten’, haar/zijn werk was af, het onze is, dertien en een half miljard jaar erna begonnen, en wij, we zijn nog niet aan rusten toe, verre van, we zijn amper gestart.

     

    [1] Jean d’Ormesson ‘Un hosanna sans fin‘ 2018, Editions Héloïse d’Ormesson, sa fille.. Ik kreeg ooit dit boekje toegestuurd als geschenk van een lezer van mijn blogs, Jacques v. I. wat ik niet vergeten ben.

    04-02-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    02-02-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het gistende leven.

     

    Het gebeurt, als ik de trap opga in de woning, dat ik denk aan Dante.

    Verwonderlijk? Ja, maar het gebeurt. Dante die, komende uit het donkere woud, de heuvel opgaat naar het licht ‘si che il pié fermo sempre era il più basso’[1], zo dat de rechtervoet telkens de laagste staat, of, zoals ik de trap opga - eigenlijk is het omgekeerd, ik die Dante volg -  beginnende met de linkervoet, de rechtervoet naast de linker plaatsend.

    Het is op deze wijze dat de jaren me toegetakeld hebben. Bij Dante echter was het een noodzaak, was het gewild, was  het conform aan het initiatierituaal dat hij volgen wou;  bij  mij is het simpelweg wat ik noemen zou, slijtage.

    Het ‘voetenspel’ van Dante laat het me evenwel toe mijn blog uit te werken met een belangrijke bemerking op een onschuldig uitziende versregel uit het ‘Inferno’ van Dante. Wat een grote hulp is voor mij, want de nacht nog nacht zijnde voor een tijd, en ik nog te verward om iets anders te bedenken dan de wijze waarop Dante de heuvel opgaat naar het oosten toe.

    Ik twijfel een ogenblik om te weten of ik er verder mee ga of, het ongewone in die klim van Dante laat voor wat het is, want Ik weet dat, als ik er op inga, ik afdalen moet tot de heilige Albertus Magnus, 1220-1280, filosoof en theoloog, om uit te leggen welke van de twee ‘il pié fermo ’ is en dan ook al wat hierover ooit geschreven werd. Want dit is een zekerheid, velen hebben zich gebogen over die ene versregel die er uitziet alsof het de gewoonste zaak van de wereld is, maar dit is het niet, voor Dante, hoe hij het doet beantwoordt aan de initiatie regels[2].

    Echter wie heeft hier belang bij, waarom blijf ik  Dante nog volgen, wat maakt het uit of il pié fermo de rechter of de linker is, haarklieverij voor velen, uiterst belangrijk voor anderen.

    Maar ik, waar ben ik eens te meer mee bezig. Ik dacht aan wat van Hamlet vertelde aan Horatio:

    ‘There are more things in heaven and earth, Horatio/ Than are dreamt of in your philosophy.[3]

    Een bemerking ook, weliswaar vele eeuwen geleden, ook aan mij gericht, Shakespeare heeft gelijk natuurlijk, waarom me zorgen maken over drie woordjes uit het Inferno van Dante, ‘beschamend’ zou het zijn hier nu pagina’s tekst aan te wijden, zoals het gebeurde tot essays toe, en er nog een aan toe te voegen, een leek in  Dante-aangelegenheden.

    In feite, wat me ter verdediging wordt aangeboden is de noodzaak van tijd tot tijd trachten binnen te dringen in de tijd die van het verleden is. Terug nemen wat ooit was en het te zien alsof het een gebeuren van het heden was en we begrijpen willen, hoe en in welke omstandigheden, de Divina Commedia door de uitgewezen Dante geschreven werd. En als hij eraan begon en eraan werkte of hij wist dat hij er tot het einde van zijn dagen aan werken zou.

    Ik ook weet of ten minste hoop bezig te zijn tot het einde van mijn dagen.

    Nederigheid die ten allen tijde geboden is, vergeten we al te graag. Gelukkig zijn er wijze mensen - Shakespeare is er een - die niet nalaten ons eraan te herinneren en ons met beide voeten op de grond te plaatsen. Zo is wat ik schrijf niet veel, weinigen zijn er die er op reageren, het is ook dus maar de gewoonste zaak van de wereld, zelfs al wijd ik er al mijn krachten aan.

    Terwijl de luchten streng gesloten blijven, terwijl de kamer gevuld en bemeubeld is met Vivaldi, terwijl in de wereld miljoenen schrijvers aan het werk zijn hun gedachten te ordenen waarmede ze de eeuwigheid willen  uitdagen al weten ze dat ze er niet in slagen zullen, schreef ik over Dante en over nederigheid.

    Van allen die schrijven is het, het teken van het gistende leven van de geest in hen en van hun binding met de geest boven hen, iets heel bijzonder dat eeuwig is.

     

    [1] Inferno, canto I, 30. [2] René Guénon : L’ésotérisme de Dante, Gallimard, 1957  [3] Hamlet, Act 1, Sc 5

    02-02-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    01-02-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Noodzaak?

     

    In een zekere zin ben ik beschaamd elke dag over hetzelfde onderwerp, God, uit te weiden. Jullie moeten denken dat ik een sterk religieus iemand ben die met God in zijn hoofd rondloopt en er gesprekken mee voert, maar zo is het niet, ik ben met heel wat andere zaken begaan, echter als ik schrijf wijzigt zich schijnbaar mijn geestelijk metabolisme en kom ik terecht in de sfeer van het superieure, het hogere, het goddelijke.

    Is het fout, is het te verwerpen of is het maar een logisch gevolg van het begaan zijn met vragen over het leven die ook vragen zijn over de dood en hier onvermijdelijk de eeuwigheid bij te pas komt?

    Er is dus een reden, trouwens ik zou niet kunnen me dagelijks inlaten met de politiek bij voorbeeld, welke ook, deze van hier of deze van Biden of Poetin, of Johnson; of met de betogingen hier en de schreeuw om vrijheid, alsof we niet gehouden zijn aan de wetten van de gemeenschap die bepalend zijn voor onze vrijheden. In elk geval de schreeuwers moeten weten dat in een gemeenschap de persoonlijke vrijheden grenzen kennen, maar zo ver denken ze niet, zeker niet dat ze hun stem, hun vrijheid in de handen hebben gegeven van hun wettelijke vertegenwoordiger die zich democratisch te gedragen heeft.

    Ik ga hier niet op verder op in, mijn stem draagt niet verder dan de grenzen van mijn omgeving, maar als ik zie welke materiële schade er soms wordt aangericht dan is het voor mij duidelijk, het zijn de organisatoren van dergelijke betogingen die verantwoordelijk zijn en moeten aangesproken worden voor de gebeurlijke schade.

    Ik heb dit nu geschreven, en dan wat, welke diepere betekenis hier aan geven, feiten die niet opstijgen uit de oppervlakkigheid van wat is, ik heb hierover niets te vertellen, er zijn er genoeg die  er de mond vol van hebben, ik, dat arme ik, wend zich tot een ander publiek, in andere omstandigheden en met andere maatstaven, deze van het leven, van het Erzijn en het beleven van het Erzijn.

    Dan ook zijn de  momenten dat ik voluit in de wereld sta zeer zeldzaam, ik kan er niet op ingaan. Ik loop rond in de schaduw ervan, niets is nog duidelijk afgelijnd, ik ben gegroeid naar een buitenstaander toe, iemand die genoeg heeft aan zijn eigen leefwereld en, dit vergt een grotere inspanning dan er te zijn zonder er geestelijk te zijn, het vereist een blik op zijn oorsprong en zijn ‘hier-zijn’ en dit in het licht van wat was en van wat komen gaat.

    Veel meer is het niet dan het zich situeren in de dagelijkse omgang, niet als een gevangene door het dagelijkse, maar uitkijkend naar wat beweegt in onze geest in zijn binding met al wat van de Kosmos is, zijn ontstaan om te beginnen dat ook ons ontstaan inhoudt en ons uitkijken naar het waarom van dit ontstaan, alsof er een noodzaak was om te ontstaan,

    Een noodzaak die we, gekomen op de plaats waar we nu staan, soms, wensen te begrijpen.

    01-02-2022, 10:14 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    31-01-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Stilte van God (2)

     

    Op 4 november 1993, kocht ik in London, in de ‘World’s greatest bookshop ‘W&G Foyle ltd’, 113-119 Charing Crossroad, London, WC2HOEB, de ‘Selected Poems’ van Yehuda Amichai, translated by Chana Bloch and Stephen Mitchell,  voor de prijs van 5.99£.

    Ik kocht het toen, dertig jaar jonger dan nu, in wellicht een romantische stemming omdat ik toen het kasticket in het boek heb gekleefd en het bewaard heb zoals men een bloem of een takje dwergvaren bewaard in een boek.

    Ik kocht het niet omwille van de vele gedichten erin  - trouwens ik kende Yehuda Amichai helemaal niet, en ben hem ondertussen vergeten, echter niet vergeten wat ik toen, bij het door bladeren van het boek, gelezen had en me groot verraste, en dit omwille van een zin die me toen de ogen groot opende. Ik kocht het, zoals het zo dikwijls gebeurt in een leven wat boeken betreft, omdat ik erin, bij het doorbladeren ervan, op een passage gevallen was die me enorm beviel als zin, en nu  nog altijd:

    And on Sabbath eve they sewed my handkerchief / to the corner of my pants pocket so that I wouldn’t sin by carrying it / on the Sabbath. / And on holy-days kohanim[1] blessed me / from inside the white caves of their prayer-shawls, with fingers / twisted like epileptics. I looked at them / and God didn’t thunder: and since then his thunder has grown / more and more remote and become a huge silence… 

    Ik vond dat dit versregels waren om in te kaderen, om ooit eens te gebruiken in een of ander geschrift. Ik meen dat ik deze al eens gebruikt heb, jaren geleden, het kan bijna niet anders want regelmatig, als ik met Joodse tradities word geconfronteerd komt in mijn gedachten het gedoe with the handkerschief die vastgenaaid wordt in de broekzak en, een gevolg ervan, het verdwijnen van het gedonder van God in de Bijbel, ‘God becoming a huge silence’, of het gedonder van God in de Bijbel dat verder afdrijft en een grote stilte wordt, geen woord meer dat nog over zijn lippen komt, geen hand meer naar ons die wordt uitgestoken, geen bescherming in tijden wanneer die zo nodig was ondanks onze gebeden, ondanks ons  uitkijken naar Hem. En het gaat hier toch  over een Joodse schrijver die zijn ganse jeugd - geboren in 1920 en overleden in 2000 - in zorg en kommer heeft doorgebracht. Hij weet het beter dan wij wat de stilte van God betekent.

    Ik had het voorheen nooit zo begrepen. God was er toen nog voor mij en ik keek op naar Hem. Wel was Hij uit mijn gezichtsveld verdwenen, maar achter de horizon ging Hij schuil. En ineens is er iemand, een man die de Thora hoog hield, die ontdekt had dat al wat God betekende weggeëbd was en overgegaan in een Kosmos van stilte, en zijn leven een gissen wordt wie of wat er schuil gaat in die stilte. Zijn gedichten, een poëtisch gesprek met die stilte die zeker geen leegte is, geen holte, maar een oceaan van leven, waarin hij duiken wil om die stilte in zijn geest te bevolken en af te wegen welke betekenis hij hier aan geven kan, wetende dat de God van zijn voorvaderen en van zijn omgeving een persoonsgebonden God is en niet meer de God is van hem die zich gehuld heeft in een wondere stilte die onmiskenbaar de belofte inhoudt van een ‘Erna’ als een even groot wonder als dat van het leven. Het is aan ons dit te doorgronden, het is de verrassing die ons wacht en waarin we vast geloven, want:

    Death is not sleep but gaping eyes, the whole body gaping with eyes since there is not enough space in the narrow world.

     

    [1] Descendants of the priestly families

    31-01-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    30-01-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De stilte van God (1)

     

     

     

    In deze tijden van vele ongemakken, doe ik afstand van de God, gevangen en gestold in een religieus denken dat nog altijd vastkleeft aan een Universum, herleid tot de aarde met de hemel erboven. Want het is vanuit deze ingesteldheid dat het mogelijk was, zich uit te roepen als de spreekbuis van die aldus dichtbije God, en het fundamentalisme in het leven te roepen en in leven te houden, met al de gevolgen van dien; dat het mogelijk was, zich, op deze basis, God toe te eigenen, Hem af te bakenen en Hem te laten optreden en te laten spreken.

    Dit gebeurt niet alleen heden ten dage, dit gebeurde en begon, ten tijde van Abraham, van Mozes en van Jozua, zijn opvolger. Jahweh stond zelfs aan de zijde van de Perzische koning Cyrus II, want de profeet Jesaja hoorde zelfs dat Jahweh uitriep :

    Omwille van Jacob, mijn dienstknecht, omwille van Israël, mijn uitverkorene, heb ik u bij uw naam geroepen, u een erenaam gegeven en gij kende mij niet. Ik ben Jahweh en niemand anders en buiten mij is er geen God. Ik omgord u en gij kent mij niet…[1] 

    Een volk dat Gods naam in zijn vaandel voert en ten oorlog trekt tegen een ander volk met eveneens de naam van God op de vlag gebrodeerd, of God strijdend tegen zichzelf. Voor de mens van toen kon dit allemaal. Hij kan Hem om het even wat in de voeten schuiven en blijven uitbazuinen dat zijn God een rechtvaardige, een liefhebbende is, de grootste is.

    Heden te dage draaien heel wat zaken nog om het woord ‘God’, van wie door velen nog altijd gedacht wordt dat Hij is zoals hij was in de middeleeuwen en ervoor, en nog even erna, tot er de Verlichting was, tot er Spinoza was en God een totaal ander imago kreeg, tot er Nietzsche was die liet uitschijnen dat de God van vroeger stervende was.

    Toch blijft alles nog gecentreerd op Hem, discussie na discussie. Zo, is Hij er of is Hij er niet?

    Ik zeg dat Hij er is, want een veld van sneeuwklokjes is opgerezen uit de aarde - voorbode van de lente - wie kan het gedaan hebben als Hij het niet zou zijn. Dit is van het oorspronkelijk, schema dat Hij ooit eens opgesteld heeft, maar, en dit schijnt nog altijd niet het bevreemdende te zijn, Hij is er niet voor de handelingen van de mens, ik zie het toch niet of ik hoor er niet van. In dit opzicht is God voor ons, mens, een verloren zaak, dan toch de God waar de Kerk mee bezig is. Voor de mens is die de stilte zelf, de ijzige stilte en afwezigheid.

    De predictie van Nooteboom in mijn blog van enkele dagen terug, bewaarheidt zich langzaam van generatie op generatie.

     

    [1] Jesaja: 45, 4

    30-01-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    29-01-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De splinter maan.

     

    Vanmorgen heb ik het laatste van de maan gezien, de lijn van de letter ‘C’, het weinige nog dat voor het ogenblik de maan ons te bieden had, voldoende toch om te weten dat alles wat er is beweging is, ook de beweging binnen in mij om wat ik gisteren heb geschreven tot laat in de nacht, zodat ik dacht niet klaar te komen en dan toch klaar kwam dankzij Proust die opdook en wat hij vertelde  over wat er gebeurde met Bergotte en het vlekje geel op een schilderij van Vermeer. Enkele woorden maar uit de ‘Recherche’ van Proust, niets meer dan wat er rest van de maan deze morgen en ook niets meer dan het ‘ninguno’ in het gedicht van Lorca.

    Hoe ik me red soms, hoe de woorden, de beelden me soms te binnen vallen waar ik me dan goed bij voel, dankbaar ook vannacht toen ik er mee afsluiten kon.

    Ik houd, vanuit de kamer, de maan in het oog, het wordt een dun lijntje nog, een sprankel van een lijn, maar ik weet dat de massa van de maan eraan kleeft en dit met grote zekerheid om dan ineens,  na enkele minuten, volledig te verdwijnen.

    Wat ik niet weet echter en het heeft me altijd bezig gehouden, vandaag meer dan gisteren, wat Paulus, diep in zich, dacht over de verrijzenis van Christus. Betekende het voor hem een terugkeer uit de dood of een overgang naar een ander, het geestelijk ‘after life’, dat ons allen wacht?

    Van Paulus ook is er nu maar een lijntje overgebleven, maar ik denk dat hij een van de weinigen was die de ware Jezus heeft leren kennen. Schreef hij niet, in een brief aan de Galaten, dat hij na door de ‘bliksem’ te zijn getroffen, vertrokken is naar een plaats in Arabië, waar hij drie jaren verbleven heeft alvorens naar Jeruzalem te gaan om er Petrus en Jacobus, zijn broer, te ontmoeten.

    Nog iets waar weinig - té weinig, niets om eerlijk te zijn - door de Kerk over gezegd wordt, alhoewel het een zin is die voor Paulus van grote betekenis moet geweest zijn.

    Neem dit korte berichtje, in een zin van Paulus, weg en al wat de aard van de levende Christus betreft, verdwijnt in het luchtledige.

    Noteer evenwel dat het helemaal niet mijn bedoeling was dit hier vanmorgen te vermelden, ik ben er niet met opgestaan, ik ben opgestaan met het vlekje geel en met de sprankellijn van de maan en het zijn deze elementen die me geleid hebben naar de sprankelzin van Paulus en de grote intrinsieke waarde ervan, even intrinsiek als wat zichtbaar was van de maan, vroeg deze morgen.

    En eens te meer de vraag, hoe bestaan we, hoe slagen we erin te schrijven wat we schrijven, welk mechanisme is die geest in ons, welke bindingen heeft die, en met wat of met wie, opdat er dingen zouden uit ontstaan die anders geen kans maakten om te ontstaan toch niet op dat moment en op die plaats.

    Ondoorgrondelijk zijn de wegen van de geest in ons. We denken erover te heersen, maar dit is niet, het is hij die ons leidt.

     

    29-01-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    28-01-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Le petit pan de mur jaune.

     

    Ik heb me stevig laten gaan gisteren, heb gevraagd even stil te staan, even na te denken over wat de lente betekent, als een verschijnsel van het leven in en van de Kosmos; dat het niet kan en het niet mag dat er niet over nagedacht wordt, dat dit niet doordringt tot diep in de geest van de levende mens en, dan spreek ik niet over de mens die door het leven gaat als een robot, want ze hebben ogen en ze zien niet, of wat erger is, ze zijn niet ingesteld om te zien wat er te zien en vast te stellen is.

    Het is pas als we allen gaan inzien wat dit wonder – ik heb er geen ander woord voor – inhoudt dat de wereld veranderen zal, dat we zullen weten wat er te weten is en de mens verrijzen zal uit zijn lethargische toestand waarin hij zich bevindt voor het ogenblik, vooral dan als ik hoor hoe de discussies gaan over Oekraïne.

    Heb ik het recht te vragen, een ogenblik, als mens, van de Kosmos te zijn, meer dan van de aarde, en dit ogenblik dan toch mee te dragen in je dagen. Je niet te voelen als een verzadigd iemand die alles neemt zoals het komt en er niet even over nadenkt.

    Zo, heb ik dit recht dit te vragen, of - hoewel ik het zie als een soort gebed, een ‘schietgebed’ - is het teveel gevraagd, heeft het totaal geen zin? En tot zover dan en niet verder met dit ijdel gepraat?

    Ik word nu heel week en onhandig over wat ik meen te vertellen te hebben in dit dagelijks ‘onderonsje’. Eens binnen in mijn wereld lost alles zich op en ik beken het, ga ik zweven, zoek ik in de plooien van mij pij - de plooien in de pijen van Zurbaràn - wat ik er verborgen houd en het is niet evident er iets te vinden dat ik nog niet gevonden heb en uitgedeeld, kleine dingen die ongemerkt voorbijgaan maar toch een volle betekenis hebben. Het zijn kleurschakeringen die we niet meer zien, een geel vlekje ergens in een hoek - ‘le petit pan de mur jaune’ dat Bergotte fataal werd - waar ik de aandacht op vestigen wil omdat het precies dat vlekje is dat de schilderij typeert en groot maakt. Wel, voor mij is het, even doordenken bij het gebeuren eigen aan de lente, als het vlekje geel op het schilderij van Vermeer.

    Mijn weekheid is het gevolg van de jaren die ik draag, er komen er te veel. Soms voel ik ze niet en soms voel ik ze wel; soms heerst de droom en soms de realiteit, terwijl, als ik schrijvende ben, er noch droom noch realiteit is, ik ben beide in elkaar gevloeid, ik ben dan, zoals in het gedicht van Frederico García Lorca: ‘ninguno’[1]. 

     

    [1] … / Por las ramas del laurel / vi dos palomas desnudas / la una era la otra / y las dos eran ninguna. (Door de takken van de laurier, zag ik twee blote/naakte duiven, de ene was de andere en de twee waren niemand.)

    28-01-2022, 01:05 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    27-01-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zwaar oneerlijk.

     

    Er is, wat ikzelf durf zien als een onmogelijk door wie ook na te maken wonder, het atoom en minimaler nog en tezelfdertijd groter nog als wonder, het Higgs deeltje en - hoewel twijfelachtig nog - het Z’-deeltje. En eromheen, wat we elk moment kunnen vaststellen, het wonder van het innerlijk bewegen van het leven in de natuur.

    Kunnen we uit deze wonderen niet besluiten, er zelfs een zekerheid in zien, dat er IETS is - iets of iemand - dat hier méér dan verweven met is, ermee vergroeid, erin aanwezig is: een IETS dat al wat is overstijgt, dat er Is zonder er wezenlijk te zijn, én als het uiterlijk zijnde, én als het innerlijk zijnde. Er in feite niets anders is dat niet dat IETS zou zijn.

    Het is een stellingname die uniek is, die alles overtreffend is: er is IETS dat een IEMAND is, of een IEMAND dat een IETS is.

    Je kunt als individu niets in meer te weten komen over dat IETS, of het ZIJNDE, want je weet dat er geen stem zal komen, geen geschrift, geen getuigenis om een duidelijker bewijs te hebben van het bestaan ervan. Je bent enkel en alleen aangewezen op de geest in jou om de vraag te beantwoorden eens en voor altijd.

    Het is, wonderlijk genoeg, om deze reden dat je beschikt over die geest die een deel is van dit ZIJNDE.

    Je kunt het draaien en keren maar dit is de essentie: we hebben die geest in ons binnen gehaald/gekregen opdat we ooit eens zouden weten wie of zelfs wat, we eigenlijk zijn en van waar we eigenlijk komen en, het is het ZIJNDE zelf - en niet wij - die er voor gezorgd heeft dat we van aap geëvolueerd zijn tot aap-mens, tot Neanderthaler of welke Thaler ook, en tot Homo Sapiens, het peil dat velen, niet allen, tot op heden toe hebben bereikt, op de weg naar, en dit is mijns inziens een belangrijk aspect ervan, Homo Sapiens-Sapiens.

    Ik heb dit voorzeker al geschreven, ik zwem in deze gedachten, eens ik er aan denk, of min of meer geprovoceerd word of dan toch geïnspireerd,  door een lezer die Maarten Van Buuren - ‘de Essentie van Spinoza’ - aan het ‘in-zich-opnemen’ is.

    Ik zwem erin maar gebruik niet de zelfde woorden, ik ga er niet op een identieke wijze naartoe, mijn aanpak is altijd verschillend omdat ik me beweeg in een ander landschap, evenwel telkens, van de geest.

    Ik denk ook vandaag aan wat op komst is, mits nog enkele dagen, enkele weken geduld. Zo voel ik het toch, de krachten die gaan opwellen uit de aarde, uit de luchten, in gang gezet door wat is van het ZIJNDE.

    En is het ‘zwaar oneerlijk’ als we er geen ogenblik zouden aan denken en deze krachten niet zouden zien als komende uit het ZIJNDE dat de Kosmos is, en ze maar nemen alsof het de gewoonste zaak van de wereld is dat het leven herneemt op een bepaald punt in de tijd, even gewoon als de aarde die met enorme preciesheid omheen de zon tolt, al ziet ons oog het anders.

    Een beetje respect voor het wondere omheen ons is niet veel gevraagd.

     

    27-01-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    26-01-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.An universal consciousness.

     

    Het gebeurt dat ik, na wat ik gisteren schreef er plots toe kom, een boek uit zijn rek te nemen. Zo was er, in plaats van Nooteboom, vóór het slapen gaan, ‘Fragments of a Journal’ van Eugene Ionesco[1], waarin ik zo maar las, en dit ter aanvulling van wat ik in de morgen geschreven had, in een door hem overgenomen passage uit ‘Exit the King’, echter niet uit de originele versie:

    ‘Is there a universal consciousness? Is consciousness all pervading? Is there a dormant consciousness in stone, as I believe Leibniz thought? Neither Planck, nor Heisenberg, nor Einstein, nor de Broglie wholly rejects the idea of a universal, cosmic consciousness. There may be some plan, some intention. If there is an intention, there is consciousness. These thinkers do not exclude the idea of a God who would be that consciousness’.

    Een ‘kosmisch bewustzijn’ aanwezig in de steen van Leibniz, of wat ik ooit dacht over het ‘Ik Ben’ uit  Exodus, het ‘Ik Ben’ aanwezig in al wat is. De zin komt me bekend voor, ik vond hem stevig onderlijnd in het boek, misschien heb ik hem al geciteerd voorheen, maar het treft me hem terug te vinden op het ogenblik dat ik hem nodig heb om te onderlijnen wat ikeen tijdje ervoor geschreven had.

    Ik lees ook bij hem dat hij niets anders meer kan dan schrijven. Zo lees ik op het einde van wat hij noemt, zijn test-tekst in zijn Journal over ‘Exit the King’:

    Perhaps I shall keep on to the end writing books and plays, because I can’t do anything but that. I’m incapable of any other profession. Since I’ve known myself, I have never done anything else. 

    Schrijven is een ziekte, is een drug, ik voel het, ik beleef het. Maar mijn schrijven heeft niet de geladenheid die een schrijver als Ionesco heeft. Het is maar wat sukkelgeschrijf, wat kopieerwerk van wat ik las of zou kunnen gelezen hebben.

    Ik moet Ionesco verder lezen, naast al wat klaar ligt om herlezen te worden. Ionesco weet wat schrijven is en hoe het moet. Maar er is meer, ik zal nu ook Wildiers gaan herlezen in wat hij schrijft over zijn ontmoeting met Ionesco in verband met de verbeelding, ook Nooteboom weet er heel wat over.

    Noteer ook dat diezelfde Nooteboom me overhoop haalt met wat hij schrijft, zoals ook Ionesco, maar Nooteboom is een reus in het schrijven. Ik ondervind het, van het ogenblik dat ik hem ter hand neem struikel ik over de veelheid en de accuraatheid van zijn inzichten. Zo moet me van het hart, wat ik ook voel en reeds uitgedragen heb en ik neem het schaamteloos over van hem:

    ‘Er is een andere notie, waar ik het veel moeilijker mee heb,  en die ik niet meer en niet mee kan mededelen, namelijk, dat alles wat ik aan de kerken als mooi, of zeg maar als kunst beschouw, in die dagen absoluut niet zo ervaren werd. De man die deze voorstellingen, die nu nog de verste uithoeken van mijn twintigeeuwse-ziel beroeren, in steen uithakte was voor, ,de middeleeuwer niet meer dan een metser of timmerman.

    Hij voelt dus, zoals ik, dat er iets onrechtvaardigs mee gemoeid is, het feit dat zijn naam er niet onder staat. Vandaag is het precies de naam die maakt of het gepresteerde volwaardige ‘kunst’ is of niet.

    Het kan verkeren, wist Gerbrand Adriaenszoon Bredero.

     

    [1] Eugene Ionesco: ‘Fragments of a Journal’, translated from the French by Jean Stewart, Ed. Paragon House, New York, 1990.

    26-01-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    25-01-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hopende op het Licht

     

    Het is me duidelijk dat alle twijfelgedachten, met hun echo in het dogmatische - Hugo Claus zou nooit geschreven hebben wat hij schreef of zegde over de kathedraal van Reims, ware hij niet verteerd geweest door dit dogmatische - onze Westerse wereld hebben gebracht tot waar we ons thans bevinden: losgeslagen en ontheemd, zoekend naar nieuwe begrippen en nieuwe formules, vertaald naar onze tijd toe, gekenmerkt door een zoeken naar een totaal nieuwe horizon die aanvaard kan worden zowel door gelovigen als niet-gelovigen.

    Maar het is niet aan mij gegeven om voor een nieuwe vorm van geloof te ijveren om het sacrale in de wereld te houden, het sacrale nochtans broodnodig als een vorm van, als een inzicht op het leven, vooral nu, als ik hoorde, dat nog slechts 5% van de bevolking regelmatig op de dag des Heren of de dag ervoor, het misoffer bijwoont. De hang naar het sacrale, naar het verhevene in het leven, is dus nooit zo laag geweest, het is stervende.

    Wat ik hier schrijf is een wanhoopskreet, ook omdat ik niet van stof wil zijn om tot stof terug te keren en, om te beginnen, ook omdat ik niets wil te maken hebben met een God die tussen zou komen op dit stipje dat de aarde is, want die is er niet, die kàn er niet zijn.

    In dit opzicht weet ik dat we alleen staan, dat er totaal niemand is die zich bekommert om wat of wie we zijn en hoe we er zijn. Elk gebed om te bekomen wat we wensen te bekomen is dus onnodig, er is niemand om dit gebed te aanhoren, het blijft dus een zoeken  om dit ‘alleen-zijn’ in een wereld, kleur, en inzicht te geven, draaglijk te houden - ik hoorde van morgen op ‘Musiq3’ een gedicht van Cesare Pavese geschreven voor hij zich van het leven benam - wetende, en het is dit dat ik hier beklemtonen wil, ingeschakeld te zijn, buiten ons gezichtsveld, in het kosmisch evolutieproces dat alles overheerst. Evenwel een magere troost in verhouding tot een God die onze smeekbedes zou willen aanhoren en behandelen.

    Zo, laat Jahweh, wiens naam niet mag worden uitgesproken, bij diegenen die hem danken en loven, maar dat men me toelate ‘God’ te bekijken van uit een andere, kosmisch gerichte gezichtshoek, namelijk: de Kosmos zijn levend lichaam zijnde en, mijn arme ik, als deel van de Kosmos, deel van Hem en niets meer dan dit deel waarmede ik me moet tevreden stellen met ernaar te leven.

    Hoef ik te zwijgen als - aan het schrijven zijnde, nadenkend - alles in mij roept naar een mens van een andere dimensie die me, over al het bestaande heen, verbindt met het Alfa, het begin van alles, en me tevens situeert op mijn weg naar het Omega, het einde van alles, en het meer dan zin heeft te hopen zonder vrees op het licht en niet, zoals Steven Weinberg[1] zoals Leo Apostel[2],  hopen op het licht maar vrezen dat het de duisternis zal zijn!

     

    [1] Steven Weinberg: ‘Dreams of a final Theory’, Vintage, 1988

    [2] Leo Apostel: ‘Gebroken Orde’ Uitgeverij Kritak, 1992

    25-01-2022, 06:14 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    24-01-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nood aan boeken, aan geschiedenis.

     

    Ik heb nood aan boeken, nood aan hun veelzeggende stilte die is van het leven die is van het woord. Vandaag, enkel en alleen omdat hij het is, lees ik Cees Nooteboom.

    Ik weet van hem nu heel wat over de verbeelding waar Wildiers het over had: dat Kundera dacht dat Cervantes de grootste man ooit van de verbeelding was. Ik weet nu ook wat Cees veertig jaar geleden, in 1982, dacht over het gebeuren van een paar dagen terug, de jeugd van nu die niet meer weet dat Caïn en Abel de zonen waren van Adam en Eva.

    Hij, Nooteboom schrijft hierover het volgende en ik moet het volledig beamen:

    ‘De tijdreis van de Sciencefictionfilms, die zou ik ook wel een keer willen maken, niet om een futuristische beschaving te zien waarin ik me toch nooit thuis zou voelen, maar om vanuit de ondenkbare wereld-van-later hetzelfde te zien wat ik nu zie. Alle christelijke symbolen die nu nog iets betekenen zullen dan uitgelegd moeten worden en het zal zo vreemd klinken als de scheppingsgeschiedenis van de Australische Aboriginals. Een God die in zeven dagen de wereld schiep, de oerzonde, de vlucht uit het paradijs, de Maagd die de Zoon van God baarde, de Zoon die aan het kruis stierf en de verbeelding van al die fabels in verf en steen, in hout en goud.[1]

    We zijn nu veertig jaar verder en het wordt bewaarheid; We moeten aan de jeugd van heden uitleggen wie Adam en Eva waren en wie hun zonen Caïn en Abel. Zelfs als die twee van ‘Blokken’ uitzonderingen waren, dan is het toch duidelijk waarneembaar dat de toon gezet is, dat de verwerving van de Christelijke symbolen gestopt is en dat we afgaan op een toestand beschreven door Nooteboom.

    De kerken en kathedralen zullen dus mettertijd de Stonehenge’s worden van onze tijd, ook, zoals de tempels van Mars en Venus en Baal en zovele andere goden die de geschiedenis bevolken het al zijn voor ons.

    En de geschiedenis, zegt Nooteboom is zoals de tijd en de ruimte, je ontsnapt er niet aan, je draagt die mee en het is best, voor je wel zijn, van die te kennen, meer dan wat anders.

    Ik laat het vandaag hierbij, het is zeker geen sciencefiction, het is heel wat meer dan dat. De versie van Nooteboom, een wijs man, heeft me getroffen, heeft me de ogen geopend. Met het beeld dat we vandaag hebben over het Universum en hoe het er gekomen is, is de godheid van de Kerk, van de Islam, niets meer dan deze van de Baal’s uit de Oudheid. Als we dit nog niet geleerd hebben, het uitgemaakt hebben voor ons zelf, dan zijn we, geestelijk althans, op de sukkel.

    En toch nog dit, en uitsluitend voor jullie. Geschiedenis is ook voor mij - nu ik het hoorde op KLARA deze morgen - is ook voor mij de dag dat ik het voor de eerste maal hoorde, nu al meer dan zeventig jaar geleden: het 'Toccata en Fuga' van Johan Sebastian Bach. En voeg er nog aan toe  ‘ Le Sacre du Printemps' van Strawinski.

    Of, over geschiedenis gesproken.

     

     

    [1] Hoofdstuk ‘Koningen en dwergen’ uit zijn ‘De omweg naar Santiago’ De Bezige Bij, dertigste druk, 2018, pagina 157.

    24-01-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    23-01-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoge winden zijn het.

     

    *

    Hoge winden zijn het
    uit ongekende oorden
    over ons,
    ruikend naar hysop
    ruikend naar engelenwortel
    en in de onderlaag
    ruikend naar poeder en gruis
    van sterren.

    Alsof het nog gisteren was,
    de nieuwe dag
    niet aangekomen,
    de zon verdwaald gebleven
    en wij, het woord verstild,
    haperend
    aan struiken
    die nog botten moeten,

    tederheid voor later.
    Je zag het
    vóór het gras gezaaid
    hopende een bloemenweide
    hopende met bijen
    en met kevers,
    met vlinders over je hoofd
    en leden.

    Op wolken wachtend
    die je doorkruisen zouden,
    je bevruchtend:
    met woorden uitgekozen
    om er op in te gaan
    en je dag
    ermee te beginnen.
    Je dacht er aan,
    je wou van vele dingen
    gedichten
    blijven schrijven.

    En soms waart je er.

    *

    Hij weet dat hij niet voortdurend bewust is van het of de ‘Andere’ waar hij het zo dikwijls over heeft; dat hij dus niet voortdurend ingesteld is om erin binnen te dringen. Dat dit ingesteld zijn, een proces is dat moet worden ingeleid, dat hij er zich slechts al schrijvend in bewegen kan, er zich meer en meer in verliezen kan om meer en meer van het ‘Andere’ te zijn.

    Om te beginnen, en dit leerde hij bij Ouspensky, dat hij blijvend moet trachten bewust te zijn dat hij het is die spreekt en schrijft en niet de machine in hem die maakt dat hij handelingen stelt, niet alleen zonder er bij na te denken, wat maar al te dikwijls gebeurt, maar ook zonder het besef te hebben dat hij het is die ze stelt, hij en niet iemand anders. En daarenboven, dat hij voelen moet dat die ‘hij’ die hij is, niet meer is dan een stukje kosmos, geïntegreerd in al wat hem omringt tot in het verste sterrenbeeld.

    En als hij schrijft over wat hij schrijft dan is het omdat het vooral de momenten van verbondenheid zijn die hem doen schrijven. Andere momenten die heel wat talrijker voorkomen, laat hij voor wat ze zijn.

    Als hij schrijft.

     

    23-01-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    22-01-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Van het schrijven dat iets hemels heeft.

     

    Ik weet al een tijd, en ik zegde het al dat ik me in al mijn geschriften helemaal  bloot geef, dat Ik de dingen zeg zoals ze zijn, zonder omzien, zonder  iets te verbergen of te verbloemen maar ook, in the mean time, wat mijn persoon betreft om mijn kwaliteiten als die er zouden zijn te tonen en tevens, waarom niet, uit te komen voor mijn gebreken en deze zelfs wat aan te dikken.

    ik zou het durven toeschrijven aan mijn leeftijd waarbij elke schroom wordt afgelegd en ik het gepast vind open voor mijn publiek te verschijnen, omdat ik niets meer te verbergen heb, me tonen wil zoals ik ben, een soort van eigen wijsheid die  ik met de jaren heb opgedaan.

    In den beginne meen ik, voorzichtigheidshalve een voile te hebben gelegd over het beeld dat ik schetste van mezelf, maar ik heb dit mettertijd achterwege gelaten, nu ga ik tot op het bot of ,  heb ik dan toch de indruk tot op het bot te gaan, zelfs al weet ik dat het geschreven woord een gevaarlijk iets is, het blijft, niet alleen ongewijzigd als een rots in de branding, maar het verplaatst zich ook op plaatsen waar het beter niet zou gaan, waar het niet welgekomen is, waar het reacties opwekt die door mij niet gewild waren maar desondanks niet begrepen werden als zijnde niet gewild.

    Gisteren dook in mijn geschrift, de rijzige gestalte van Harry Mulisch op zoals hij ooit voor mij verscheen op de televisie, met  een klein schriftje, boekje eigenlijk, in de hand, waarin hij het plan van zijn ‘Ontdekking van de Hemel’ had opgetekend. Hij scheen er fier op te zijn en terecht, wellicht omdat hij alles mathematisch in elkaar had gestoken, dit is dan toch de indruk die ik had als ik zijn ‘hemelboek’ gelezen heb.

    Ikzelf, je mag het weten, eindigde gisteren voor de zoveelste maal mijn manuscript dat helemaal is ontstaan zonder vooraf enig plan: de ene ontmoeting of gebeurtenis is gevloeid uit de vorige, zoals het verloopt in het leven waarbij je niet weet wat de dag je brengen zal en zelfs als je zou weten dan toch niet hoe het voorziene verlopen zal. Dit geldt voor mijn blog van elke dag en gold ook voor mijn manuscript, ik had geen plan als ik eraan begonnen ben en wist hoegenaamd niet hoe het eindigen zou, maar ik wou het als een ‘amalgaam’, zegge een mengsel, van wat ik uit het leven van elke dag had gehaald en geleerd als belangrijk, voorgesteld in een zo poëtisch mogelijk proza. Het feit is, ik stuurde het gisteren aan een Uitgever die beslissen zal over het resultaat waar ik ‘toda mi vida’, niets minder dan dat, heb aan gewerkt en gesleuteld. Ik weet nu, zoals de regels zijn, dat, als ik geen antwoord krijg van de uitgever binnen de zes weken, mijn manuscript bij hem verzeilen zal naar de papiermand en bij mij onderaan de onderste lade van mijn kast.

    Dit is een duidelijk gegeven, ik heb dus zes weken te hopen op succes tot zeggen we, gemakshalve, de dag van de lente-equinox van 20 maart. Ik houd jullie zeker op de hoogte van de afloop.

    In afwachting heb ik nog heel wat te doen; hoop ik dat elke dag mijn lichaam ruim blijft functioneren als ontvangsttoestel om op te vangen wat gedetecteerd wordt en, om deze ‘vangsten’, want dit zijn ze, onverholen neer te kunnen schrijven als blog, tot mijn heil en glorie. Want zo gaat het in mijn wereld, zo houd ik mijn blog-geschiedenis gaande met de hulp van wat ik wel niet de voorzienigheid noem, maar wat er dan toch dicht bij aanleunt.

    Er kleeft in elk geval iets hemels aan.

     

    22-01-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Archief per week
  • 22/04-28/04 2024
  • 15/04-21/04 2024
  • 08/04-14/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 25/03-31/03 2024
  • 18/03-24/03 2024
  • 11/03-17/03 2024
  • 04/03-10/03 2024
  • 26/02-03/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 12/02-18/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 29/01-04/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 15/01-21/01 2024
  • 08/01-14/01 2024
  • 01/01-07/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 16/10-22/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 02/10-08/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 18/09-24/09 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 04/09-10/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 21/08-27/08 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 07/08-13/08 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 17/07-23/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 03/07-09/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 13/03-19/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 25/12-31/12 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 21/11-27/11 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 10/10-16/10 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 01/08-07/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 04/07-10/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 13/06-19/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 16/05-22/05 2022
  • 09/05-15/05 2022
  • 02/05-08/05 2022
  • 25/04-01/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 11/04-17/04 2022
  • 04/04-10/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 07/03-13/03 2022
  • 28/02-06/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 14/02-20/02 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 17/01-23/01 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 26/12-01/01 2023
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 08/11-14/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 19/07-25/07 2021
  • 12/07-18/07 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 28/06-04/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 31/05-06/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 19/04-25/04 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 29/03-04/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 16/11-22/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 07/09-13/09 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 25/12-31/12 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 24/12-30/12 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 29/11-05/12 -0001

    Archief per maand
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 11--0001

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs