|
Ik heb nood aan boeken, nood aan hun veelzeggende stilte die is van het leven die is van het woord. Vandaag, enkel en alleen omdat hij het is, lees ik Cees Nooteboom.
Ik weet van hem nu heel wat over de verbeelding waar Wildiers het over had: dat Kundera dacht dat Cervantes de grootste man ooit van de verbeelding was. Ik weet nu ook wat Cees veertig jaar geleden, in 1982, dacht over het gebeuren van een paar dagen terug, de jeugd van nu die niet meer weet dat Caïn en Abel de zonen waren van Adam en Eva.
Hij, Nooteboom schrijft hierover het volgende en ik moet het volledig beamen:
‘De tijdreis van de Sciencefictionfilms, die zou ik ook wel een keer willen maken, niet om een futuristische beschaving te zien waarin ik me toch nooit thuis zou voelen, maar om vanuit de ondenkbare wereld-van-later hetzelfde te zien wat ik nu zie. Alle christelijke symbolen die nu nog iets betekenen zullen dan uitgelegd moeten worden en het zal zo vreemd klinken als de scheppingsgeschiedenis van de Australische Aboriginals. Een God die in zeven dagen de wereld schiep, de oerzonde, de vlucht uit het paradijs, de Maagd die de Zoon van God baarde, de Zoon die aan het kruis stierf en de verbeelding van al die fabels in verf en steen, in hout en goud.[1]’
We zijn nu veertig jaar verder en het wordt bewaarheid; We moeten aan de jeugd van heden uitleggen wie Adam en Eva waren en wie hun zonen Caïn en Abel. Zelfs als die twee van ‘Blokken’ uitzonderingen waren, dan is het toch duidelijk waarneembaar dat de toon gezet is, dat de verwerving van de Christelijke symbolen gestopt is en dat we afgaan op een toestand beschreven door Nooteboom.
De kerken en kathedralen zullen dus mettertijd de Stonehenge’s worden van onze tijd, ook, zoals de tempels van Mars en Venus en Baal en zovele andere goden die de geschiedenis bevolken het al zijn voor ons.
En de geschiedenis, zegt Nooteboom is zoals de tijd en de ruimte, je ontsnapt er niet aan, je draagt die mee en het is best, voor je wel zijn, van die te kennen, meer dan wat anders.
Ik laat het vandaag hierbij, het is zeker geen sciencefiction, het is heel wat meer dan dat. De versie van Nooteboom, een wijs man, heeft me getroffen, heeft me de ogen geopend. Met het beeld dat we vandaag hebben over het Universum en hoe het er gekomen is, is de godheid van de Kerk, van de Islam, niets meer dan deze van de Baal’s uit de Oudheid. Als we dit nog niet geleerd hebben, het uitgemaakt hebben voor ons zelf, dan zijn we, geestelijk althans, op de sukkel.
En toch nog dit, en uitsluitend voor jullie. Geschiedenis is ook voor mij - nu ik het hoorde op KLARA deze morgen - is ook voor mij de dag dat ik het voor de eerste maal hoorde, nu al meer dan zeventig jaar geleden: het 'Toccata en Fuga' van Johan Sebastian Bach. En voeg er nog aan toe ‘ Le Sacre du Printemps' van Strawinski.
Of, over geschiedenis gesproken.
[1] Hoofdstuk ‘Koningen en dwergen’ uit zijn ‘De omweg naar Santiago’ De Bezige Bij, dertigste druk, 2018, pagina 157.
|