Geschriften
Inhoud blog
  • Afscheid
  • Opgenomen.
  • Hoe ik er sta, vandaag?
  • Waar ben ik mee bezig?
  • Gesprek op zondag.

    Zoeken in blog



    02-09-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bede

     

    Daar gaan we weer, een nieuwe maand binnen, en dan nog wel september. Hoe voel ik me erbij? Wel, weet dat ik in de klank ervan de herfst ontmoet, de regen en de wind, de vallende bladeren en dan denk ik aan deze van de rij Italiaanse populieren en de bladeren dwarrelend op het water, alsof dit de laatste waren die ik vallen zag.

    Waarom schrijf ik dit, wat is er bijzonders aan? Niets het is gewoon een herfstverschijnsel, maar ook, en dit duikt op, als een schemering op achtergrond, een teken, een verwittiging en zeker aan mij, zelfs al heb ik geen nood meer aan verwittigingen. Trouwens, het is ook, en hier gaat het in feite om, over het wondere leven van de natuur, het zich voltrekken van de groei van het zaad, het rijpen van de vrucht, met een beeld dat ik kreeg toegestuurd van een lezer, de okerbruin gekleurde schelpen van de hazelnoot die uit hun hulsels springen. En ik, zwalpend in deze sfeer, hier onvermijdelijk denken moet aan mijn overleden broer Daniël en zijn Rilke-bede gericht aan de Heer:

    Befehl den letzten Früchte voll zun sein;
    gib ihnen noch zwei südlichere Tage,
    dränge sie zur Vollendung hin und jage
    die letzte Süsze in den schweren Wein.
    [1]

    September en de herfst die zich in mij brandt. Ik zeg het maar, ik teken het op, ik schrijf het naar mezelf, in een brief om het niet te vergeten, morgen niet, overmorgen niet, van nu af tot het einde van het jaar niet en verder nog de tijd in: de bede van Rilke aan de Heer gericht, de Heer van de dagen in de herfst en ik, me richtend naar de Heer van de schrijvers: Heer, geef me nog de dagen, zuiderse of niet, om hier af te maken wat ik nog af te maken heb, tenware het ‘af te makene’ waardeloos ware en ik geen dagen meer nodig heb.

    Het kan, ik deed nog een poging om mijn geschriften te kronen met een vorm van eeuwigheid, eigenlijk een zeer schuchtere poging, een geruststelling voor mezelf om te weten dat ik alles gedaan heb wat in mijn macht lag om aan mijn woorden een zekere bestendigheid mee te geven. Om te weten dat wat ik schreef niet nutteloos was, en het niet een heel kort leven beschoren was.

    Een te kort en aldus te gek om verder te gaan. En toch doe ik het, ik zegde het al zo dikwijls het is mijn leven, de ene activiteit die me overblijft.

    Tenware ik, zoals Kristien Hemmerechts , de zondares zoals ze zich voelt, die terug naar de zondagsmis gaat. Ze voelt er zich goed bij, rustiger, ze voelt er zich in de hand van God. Mooi Kristien.

    Ik begrijp haar, het is goed een geestelijke schoot te hebben om je erin neer te vleien; ze zal wel haar idee hebben over wie die God is en hoeft niet te specifiëren wat ze erover denkt. Maar ze komt er openlijk mee vooruit; ze zal wel weten en voelen dat Hij, haar God, een bergmeer is, een toevlucht naar iets dat alles overstijgt. Max Horkheimer wist het maar al te goed, hij noemde het ‘ das ganz Andere’. Ik ook heb er behoefte aan maar ik kom niet verder dan het te schrijven, heb niet de moed en de kracht het openlijk en publiekelijk te veruitwendigen.

    Dit, wellicht tot mijn scha en schande.

     

    [1] Reiner Maria Rilke: ‘Herbsttag’, ‘Der ausgewählten Gedichte, erster Teil, Insel-Bûcherei Nr 400

    02-09-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    01-09-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.... nor let inaction dwell on you.

     

    De nachten worden merkelijk langer, maar ik bemerkte het pas deze morgen, een morgen zonder enthousiasme om op te staan en te beginnen met wat ik altijd begin, zien hoeveel lezers er de vorige dag me bezocht hebben.

    Het is niet om veel over te zeggen, wel om over na te denken, het reflectieve krijgt geen aarde aan de dijk, krijgt geen aandacht, ik ga merkelijk te ver in wat ik schrijf. Ik weet het maar ik doe er niets aan, dan maar minder en minder lezers want het is niet met de Baghavad Gita dat je succes moogt verwachten, evenmin met zinnen uit de Bijbel.

    Ik denk ook dat mijn blog op zijn laatste benen loopt, als ik zie dat andere blogs verdwijnen of vol komen te staan met publiciteit, zal dit ook wel eens gebeuren met die van mij. Ik ben er op voorbereid en toch ook niet want, zoals ik nu bezig ben, is het een groot gemak. Ik beëindig mijn tekst en log hem in, elke andere werkwijze is minder aangenaam omdat ik me dan opdring.

    Zo staan de zaken vandaag, in mij wordt het stil, komt er een zekere droefheid die ik niet meer verbergen kan. Om welke reden het precies is kan ik niet zeggen maar ik denk dat het een cumul van redenen is die begint bij het oud worden, wat erger is dan ouder worden. Mijn toekomst brokkelt af, er is geen licht meer op het einde van de tunnel. Ik voel meer en meer dat het de laatste stuiptrekkingen worden.

    Het boek van gisteren ligt nog altijd naast mij, het verliet me niet de ganse dag. Ik lees:

    ‘Let your rewards be in the actions themselves, never in their fruits. So be not moved by the fruit of actions; nor let inaction dwell in you.

    Het is de ‘inaction’ waar ik bevreesd voor ben. De leegheid die zou opduiken als ik de nood niet meer ken om dagelijks mijn vijfhonderd woorden te schrijven; bezig te zijn met de geest in mij. Deze te provoceren, deze in leven te houden, te dwingen tot één prestatie per dag, daarna laat ik hem in peis. Wat wel niet het geval is, maar die ene prestatie is het bewijs dat hij nog sterk aanwezig is, een bewijs dat alleen geldt voor mezelf, niet voor jullie of misschien toch wel voor enkele percenten ook voor jullie.

    Deze monoloog, want dit is het, heeft wellicht iets te maken ook met de zin waarmede ik begon, de nachten die langer worden, het tegengestelde van het licht dat er vroeger is, dit het enige dat hoop aanduidt. Het overige zijn maar wat woorden van vroeger. Het is een andere manier om je te zeggen hoe ik me voel, dan toch op deze laatste dag van de zomermaand augustus, én als je er bent, die je morgen, als alles verloopt naar wens, te lezen krijgt.

    Een stuk Hindu scriptures die zullen blijven hangen, de rest zoals ik al zegde, zijn maar wat woorden van iemand die ouder wordt maar hoopt - en dit tracht te bewijzen - het nog niet honderd procent te zijn.

     

    01-09-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    31-08-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kortstondigheid

     

    Wees vooral niet verbaasd over alles wat ik schrijf. Ik zegde het al het ligt in mijn aard vreemd te zijn. Het was er nog niet in mijn verre jeugd, maar toch meen ik dat ik verschilde van de jongens om me heen, in welke mate weet ik niet meer, maar ik was stiller denk ik, duidelijk bezeten door een geest die ik bij mijn geboorte/(conceptie?) overgenomen had van een overledene. Ik schrijf dit maar, zonder me erop te beroemen maar omdat ik zo iets ooit las - en waarom zou het niet kunnen? - in de Bhagavad Gita[1]:

    ‘As the tenant soul goes through childhood and manhood and old age in this body, so does it pass to othet bodies.’

     Of de ziel, de geest, die we in leen kregen die overgaat van het ene leven naar het andere. Een mooi geruststellend beeld voor mij wat mijn geest betreft en het hieruit voortvloeiende, even diepzinnige en even mooi om te geloven:

    ‘Never have I not been, never have you not been, and never shall the time come when all of us shall not still be.’

    En de toon is eens te meer gezet, is het nog niet passend voor jullie des te meer is het passend voor mij, hoe ga ik er verder mee? De feiten zijn dat me dit nooit werd aangeleerd, dat ik het zelf heb moeten ontdekken en nochtans, dat er een groot deel van de mensheid met deze gedachten is opgegroeid. De tegenstelling met de geest waarin ik ben opgevoed en opgegroeid is bijna deze tussen licht en donker.

    En toch, kijkend om me heen naar het leven van de kleine als van de grote dingen, hoe mijn leven zich heeft ontplooid, ben ik er toe gekomen te geloven dat mijn geest onsterfelijk is; dat ik hem in leen heb me overgelaten van iemand anders en dat hij zal overgaan ‘in’ iemand anders én, hoor goed, dat ik er altijd geweest ben er en altijd zijn zal.

    Een boodschap die ik jullie aanbied ter overweging, hopende dat je er, zoals ik, de moed in vinden zult, om zoals ik nu - ik weet ondertussen dat ik Parijs 2024 niet halen zal - me erop voorbereid.

    Het is een beeld van de realiteit achter de realiteit, deze die we zien en waarnemen; het is in een zekere zin de weg van het eeuwige die we betreden, de weg van iets dat er altijd geweest is en er altijd zijn zal; zodat we er zijn van in den beginne en er zijn zullen op het einde, als er ooit een einde komen zou.

    Kan ik hier stoppen vandaag, Is wat ik schreef niet voldoende om je dag mee te vullen hoewel het vreemde zaken zijn, ongewone zaken zijn voor ons die uit een totaal andere beschaving komen, een waar de meesten van ons nooit over gehoord of gelezen hebben, en ineens krijgt je deze voorgeschoteld, wordt je ermee geconfronteerd. Hoe voelt dit aan ?

    Ikzelf trek me terug in mijn schelp, in mijn cel, van waaruit ik opkijk naar het leven, gewikkeld in gedachten die komen en gedachten die gaan, landschappen van de geest, waar we dag aan dag, uur na uur doorheen wandelen. Stil houdend bij een of ander aspect ervan.

    Zo leven we, alles, o zo kortstondig zijnde.

     

    [1] ‘The Bhagavad Gita’: a book of Hindu Scriptures in the form of a dialogue between Prince Arjuna and the God Krishna. The Peter Pauper press, Mount Vernon - New York, 1959.

    31-08-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    30-08-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De elektronen van de geest.

     

    Ik heb hier helemaal niets te verzwijgen, ik heb er te zijn en er levend te zijn, een oneindig pak beelden en gedachten in woorden uitgedrukt, boeken en de zinnen erin, de personages erin, schilderijen en de kleuren erin, muziekstukken en de melodieën erin, het tedere en het schokkende erin.

    Het is, alles bij elkaar genomen een ongelooflijke massa ‘documenten’ waarover ik beschik, waarover wij allen, elk afzonderlijk, beschikken.

    Er moeten ogenblikken zijn - en dit is er één - waarop we ons de vraag stellen, waar steekt dit alles? Waar in ons lichaam, in onze hersenen of verspreid over het ganse lichaam, wat weten we over dit miraculeus geheugen van ons? Want het is miraculeus al wat we onthielden en we zo maar oproepen kunnen, soms tot in de minste details.

    Op dit gebied zijn we ‘des surhommes’, maar we beseffen het niet, we weten niet hoe we, als pak herinneringen, er rondlopen, en toch, als er iets is waarover  we verbaasd moeten zijn dan is het wel dit pak aan herinneringen d         at we meedragen waar we ook gaan. Het staat op onze harde schijf en we halen het eraf met heel weinig moeite, al is het soms blurred, wazig.

    Mens wees verwonderd over dit wonder, gaat er zo maar niet aan voorbij als een verworven iets, als een doodgewoon normaal iets. Stel je liever eens de vraag hoe het kan, hoe we in elkaar steken en trek je conclusies.

    Ik beken het, het is de allereerste maal dat ik dit opmerk, dat ik erover schrijf als een groot wonder; dat het me ingegeven werd erover na te denken en het te zien als een wonder. Ik voel ineens het volume ervan dat daar ergens aanwezig is maar van waar ik niet weet waar het is, in  mij op een wel bepaalde plaats of zoals  Jean Emile Charon (1920-1998) het ooit schreef, aanwezig in zijn totaliteit in elke elektron (hij noemt het eon) van ons lichaam. En ik die al geschreven heeft dat het zich buiten ons lichaam bevindt in de golven - die van ons en misschien die van anderen - die ons lichaam omringen.

    Het is, in elk geval, iets dat niet zichtbaar is, iets dat een chirurg die binnendringt waar ook in het lichaam, al ontmoet zou hebben, omdat het totaal onzichtbaar is: ons groot pak herinneringen, totaal onzichtbaar.

    Als toneelspeler, een stuk van Shakespeare, als dirigent, een symfonie van Beethoven, meedragen waar je gaat. Ik heb geen klinkend klaar antwoord en ik weet niet of er iemand is die met zekerheid zeggen kan waar zich dit pak herinneringen bevindt, een zaak is zeker, het is er.

    De vraag is eigenlijk meer, hoe het komt dat het er IS. Hoe het komt dat er, op het ogenblik van de Big Bang, als de materie is ontstaan - we denken dat de geest die er was, materie is geworden, geen schepping dus maar een transformatie - de mens en het opslaan van zijn herinneringen reeds voorzien was.

    Gisteren schreef ik dat het Universum er was omdat de mens (de geest in de mens) er zijn moest; vandaag val ik terug op de idee van Béatrice-Dante, dat de mens er is opdat hij zich rekenschap zou kunnen geven ‘hoe’ het Universum er is: het ingewikkelde ervan, het machtige ervan. En aldus het Universum zich weerspiegeld zou zien  in de geest van de mens. Het opslaan van de herinneringen moet toen al geprogrammeerd zijn geweest in de eerst elektronen.

    Ik las, rond de jaren tachtig, het boek van Jean-Emile Charon  ‘l’Esprit cet inconnu’, ik leende het uit en het kwam nooit meer terug, wat ik me er nog van herinner was de essentie: ons geheugen bevindt zich in onze elektronen.

    Ik wil dit heel graag geloven en verkondigen. Veel anders heb ik niet voor vandaag, nu, getekend in het licht, de herfst voor de deur staat.

     

    30-08-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    29-08-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De zin van het leven.

     

    Ik schreef het al tienmaal, twintigmaal, heel mijn betoog of betogen zijn ervan doordrongen: zonder de mens is het Universum er, zonder er te zijn, zonder dat er iemand is om erover te getuigen. Als het er is, dan is het er omdat de mens er is.

    Een zware uitspraak die, als ze correct is, en ik zie niet in waarom niet, het ganse Universum door galmt, want het betekent dat het Universum er is in zijn totaliteit en in al zijn geledingen, opdat de mens er zou kunnen zijn; het betekent dat niet het Universum maar de mens - de Geest van de mens - centraal staat in al wat is. Als er een religie op te bouwen is dan is dit de slagzin.

    En ik ga verder: de mens zijnde in het Universum, zijnde een geïntegreerd part ervan, is ook zijn geest part ervan, part van de Geest in het Universum.

    Ik herhaal dus maar hier wat ik een paar dagen terug getracht heb te schrijven, waarmee ik een revolutie ontketen, een revolutie van de geest.

    Wie volgt er me? Wie durft het aan als revolutionair door het leven te gaan, of, zoals - en dit ook komt van de vriend van Bertold Brecht - de Dalai Lama het weet van de mens: ’hij leeft alsof hij nooit zal sterven en sterft terwijl hij nooit geleefd heeft.

    Eens te meer, mijn vriend, glijd ik af, eens te meer kom ik terecht waar ik deze morgen zeker niet aan dacht, wel aan mijn eerste zin: ‘zonder de mens is het Universum er zonder er te zijn’.

    Weet dat ik nog altijd begaan ben met het antwoord aan een andere vriend, John Storms van wie ik niet weet of hij nog in leven is, hij was mijn  gezel in de bergen. Hij kreeg wel een antwoord destijds, maar niet het antwoord dat ik wenste.

    Vanmorgen kom ik nader, alleen heb ik het nu nog te formuleren in een gedichtvorm.

     

    ‘Zing zwaluw zing mijn hart tot rust’
    of aan Poesjkin gedacht na je brief gelezen,
    als de avond een reflectie is en we je schrijven
    willen welke zin we geven aan het leven.

    Maar je brief, o vriend, een zwaluw zacht
    je woorden neergestreken, onuitgesproken
    een dimensie opgedoken waar de dood
    ons niet bedreigen kan zelfs al zou hij komen.

    Veel is het gefezel niet maar toegevoegd
    aan 't samenzijn een zegen van de hemel
    om te ontwarren wat te ontwaren is van
    d’eeuwigheid die ons is beschoren.

    Zo zijn het niet de boeken noch de dogma’s
    die het ons leren zullen, maar wel de kleine dingen:
    het zaad dat kiemt, de vrucht die rijpt en valt,
    het geheime dat er achter schuilt en te ontdekken is

    tot in je adem, tot in je bloed. Wat ons ontgaat
    nog momenteel: de geest erin die we ontmoeten
    moeten als we maar zoeken blijven, wat van ons
    hier wordt verwacht, dit ten allen tijde,
    is van het zijn, is hier van het levend zijn.

    29-08-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    28-08-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De dag is niet veel

     

    De  Dag is niet veel.

    De dag is niet veel als je niets
    te schrijven hebt, niets te verhalen
    over wat het uur je bracht.

    Als je niet bent opgestegen,
    al was het maar een fractie tijd,
    tot in de hoogste luchten,
    tot in het verste huis.

    Als je niet, zoals Pessoa,
    wat woorden nagelaten hebt
    op wat blaadjes ‘Rizla’ papier
    en opgeborgen in een plaats
    waar niemand komen kan
    toch niet de eerste jaren.

    Omdat het woord je adem is,
    doorstroomd, dooraderd
    met het licht van zon en maan,
    het woord je hopen is.

    Omdat het woord je zegen is,
    je ontfermen is
    zich wijzigend steeds en immer identiek,
    gekoesterd en bezeten
    en toch ongetemd gebleven.

    Omdat als er iets je inspiratie is
    het wel het woord zal wezen.

    Zo is de dag niet veel
    als de Muze er niet is
    om dingen te verkonden
    die zee en luchten waardig zijn.

    Als je, je steeds maar weer
    herhalend, je niet bereiken kunt
    dat vleugje poëzie
    dat je omhullen zou,
    je verblijden.

    Want de dag is niet veel
    als je niets te schrijven weet.

    28-08-2021, 05:19 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    27-08-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zoeker zijnde: de vooruitgang van het stil staan.

     

    Je weet het al een tijd, ik schreef het, ik herhaalde het, ik ben een zoeker tot in de poriën van het zijn.

    Elke dag wil ik, om wakker van geest te blijven en zeker niet te vergaan in ledigheid, ogenblikken lang binnendringen in mezelf en in de wereld om me heen zoals ik me en hem zien wil of, zoals T.S. Eliot het formuleert, doen wat ‘Old men ought to do’: op ontdekking gaan.

    Wat ik reeds mijn ganse leven doe, maar niets vloeit eruit voort, tenminste geen stevig materieel en zichtbaar teken, terwijl nochtans diep in mij, de zaden van ‘une vie-roman’ aan het wachten zijn om te gaan zwellen, te kiemen en boom te worden.

    Dit ‘ondergronds’ gebeuren is wat leeft in mij, terwijl er elke dag flarden ervan in mijn vingers kruipen. En dit laatste schrijvend, denk ik maar al te graag - een slagzin van hem -  aan Freeman Dyson en aan wat hij over die vingers schreef:

    To me the most astounding fact in the Universe, even more astounding than the flight of the Monarch butterfly, is the power of the mind which drives my fingers as I write these words[1].

    Gisteren, of eergisteren of is het jaren al, en het zal wel, was het een pogen om onder de vorm van een gedicht te antwoorden op de vraag van een vriend over de zin van het leven. Ik kon en kan nog steeds niet, me hierbij ontdoen van een zin, de enige die ik nog ken in het Russisch, een zin van Aleksandr Poesjkin: ‘Zing zwaluw, zing, zing mijn hart tot rust’

    Had ik het bij het rechte eind in mijn gedicht, waar ik nog altijd aan werk, is het zo dat de essentie van ons bestaan hier op aarde, een zoeken is naar wat ons overstijgt, gesymboliseerd door het wonder van het fenomenale, het onvatbare van het atoom, de opbouw ervan, de wereld ervan, het krachtenveld ervan?

    Om, aldus te komen tot de vraag naar de herkomst ervan en hoe die ooit is kunnen tot stand komen, wetende dat deze oorsprong en herkomst ook deze is van wat wij zijn en honderden eeuwen wordende waren, om uit te komen -  voorlopig (!) nog maar - als homo sapiens.

    En over dit alles, lijk het aroma in de roos, onze binding met de geest in het miraculeuze dat de Kosmos is. De materiële binding ermee is er onweerlegbaar, het kan dus onmogelijk  dat er niet, en inniger dan ooit, de binding is met de geest in de Kosmos, dat we het kind ervan zijn.

    Dit is wat Teilhard de Chardin begrepen heeft, we zijn in de eerste plaats deel van de Kosmos, onze eigenheid is in de eerste plaats een kosmische eigenheid. Maar ik denk dat we nog ‘steeds’ niet intellectueel bij machte zijn dit ten volle te begrijpen en vooral te verwerken.

    De Geest - je moogt het ook De God noemen -  is wachtende op de dag dat ons verstand dit ‘ingemetseld zijn in de Kosmos’ begrijpen zal en we ernaar leven zullen.

    Dit wachten op het ten volle begrijpen hoe geïntegreerd we zijn, is de nieuwe vorm van wat Religie zal worden. Ik weet dat dit een boude uitspraak is, ze is niet van mij. Ze vloeit voort uit wat Teilhard voelde.

    Elk woord dat hier staat vloeit voort uit het woord ervoor, vloeit voort uit de idee dat alles te herleiden is tot geest, tot het aller, aller kleinste deeltje, dat geen materie meer is maar zuiver weten ‘hoe te zijn en wat te doen’. We zullen dat ultieme deeltje nooit zien, maar we zullen het ‘weten er te zijn’ als het deeltje - sommigen noemen het Geest, sommigen noemen het God - dat alles samenhoudt.

    Nu ga ik neerliggen op mijn sofa met ‘Teilhard’ naast mij.

    Ooit waren we op weg naar het dorp waar hij geboren is  - Paul weet het - we zijn er niet geraakt, wel hebben we de kerk bezocht in Orcines[2]. Ooit kon ik hem er raken met de voelhorens van mijn geest.

    Maar het is vandaag meer dan genoeg geweest, eens te meer leeg geschreven, om het ultieme te bereiken, op de weg die ik genomen heb. Misschien is het wel niet ‘de Weg’, maar de weg die ik nam moet er naar toe leiden. Ik zou er kunnen aan toevoegen vandaag wat een vriend me stuurt, een gedachte van Bertold Brecht: ‘Ik sta even stil en dit is een hele vooruitgang.’

     

    [1] Freeman Dyson: ’Infinite in all directions’, Penguin Books 1990, page 118

    [2] Il a ouvert les yeux, le 1er mai 1881, schrijft George Magloire, dans le village de Marcenat autour de l’église d’Orcines près de Clermont-Ferrand capitale de l’Auvergne.

    27-08-2021, 05:38 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    26-08-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Volle maan.

     

    Volle maan.

    In het diepste van de nacht,
    op een mantel van wol
    een bol van licht
    waar takken
    lijk slierten zinnen
    op een Steinbach blad
    door volle maan getekend.

    Wat ons verwonderen kan
    in deze dagen
    als er heel wat te beleven valt,
    en te aanhoren,
    het woord
    de stilt’ is van de wind
    over de velden,
    aroma's van humus
    uit de ingewanden van de aarde,
    zwammen opgeschoten
    o zo roekeloos.


    Wij, ademend nog,
    hoewel gecrasht, alsof handen
    ons gegrepen bij het strot
    we niet meer opstaan konden
    ons niet meer vermenigvuldigen,
    onvermogend als dichter
    dichter nog te komen
    tot wat ons omkransen zou
    met laurier gekroond,
    zoals Dante.

    Nacht en maan
    die van de doden zijn
    en van de levenden.
    Beiden oppermachtig
    om wezenlijk te zijn
    te groeien en te verwelken,
    herop te staan en neer te liggen,
    lichtoase van de geest
    bedekt
    met mos en lichen.

    Zelfs,
    doorheen de takken
    ons aanschouwend
    om te betoveren,
    de volle  maan
    in volle nacht,
    getekend lijk een parel.

    Hoe we er naar keken,
    toen.

    26-08-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    25-08-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Visionair zijn.

     

    Een vriend, bezorgd om wat ik schreef, stuurt me én een gedicht van Paul Valéry, én een passage uit een werk van Teilhard de Chardin, geciteerd door Louis Pauwels in zijn voorwoord tot zijn  ‘Le Matin des Magiciens’:

    Ce que notre siècle va vivre est plus considérable que l’apparition du bouddhisme Il ne s’agit plus désormais de l’application faite à telle ou telle divinité des divinités ,des facultés humaines. C’est la puissance religieuse de la terre qui subit en nous une crise définitive: celle de sa propre découverte. Nous commençons à comprendre, et, c’est pour toujours, que la seule religion acceptable pour l’homme est celle qui apprendra d’abord à reconnaître, aimer et servir passionnément l’univers dont il est l’élément le plus important.’

    Het is wel een visie die voor het ogenblik haaks staat op het wereldgebeuren, wat wijst op een nog steeds totale onwetendheid en onverschilligheid wat onze binding met de Kosmos betreft, maar Teilhard is een ziener hij denkt vooruit en volgens mij in de enige richting die er is als hij spreekt over een religie waarin het Universum centraal staat, de mens - de geest van de mens - het belangrijkste deel zijnde.

    Dit te verkondigen, dit aan te kleven opent wijde horizonten, plaatst ons als teller op een breuk, als toeziende op, en als leider van wat er gebeurt met al wat het Universum aangaat.  Niemand als de mens is er meer bij betrokken.

    Maar zien we het zo, zijn we ons er van bewust, dragen we een stukje Kosmos in ons of is het enkel de aarde die ons beroert. Het is in elk geval de stap die de mens te zetten heeft, Teilhard (1881-1955) heeft dit voorzien, waf deel van zijn grootheid uitmaakt.

    Ook André Malraux (1901-1976) wist dit in 1946 al, en hij volgde Teilhard hierin, hij drukte zijn visie over de vooruitzichten wat de rol van de religie betrof, wel anders uit:

    Le XXIe siècle sera spirituel ou ne sera pas. Le problème capital de la fin du siècle sera le problème religieux, sous une forme aussi différente de celle que nous connaissons que le christianisme le fut des religions antiques.’

    Nadien heeft men ingezien dat de Kosmos een ander idee heeft over de tijd en heeft men de woorden van Malraux breder gezien, we lezen vandaag, van hem: ‘le troisième millénnaire sera spirituel ou ne sera pas’.

    Kunnen we vandaag, met de Islam in opgang overal in de wereld - waar Teilhard noch Malraux aan gedacht hebben - verder gaan met hun ideeën hierover, te verspreiden, of staan we op het punt onderworpenen te worden, strompelend over de aarde?

    Ik geloof in Teilhard, ik geloof in Malraux, ik geloof dat we, ondanks alle negatieve feiten, op weg zijn kosmische mensen te worden en het vel dat van het aardse is - zoals een slang het doet- af te werpen.

    Ik geloof dat het alleen maar een kwestie van tijd, van eeuwen is; een eeuw, rekening houdend met de miljoenen eeuwen achter ons, dat niet veel is. Ikzelf nader het randje van de eeuw, weet dus hoe kort de lengte ervan was.

    En ik geloof dat de evolutieve krachten eigen aan de Kosmos, de geest van de mens niet in steek zullen laten.

    Het is hen - de krachten - niet gegeven dit te doen.

    25-08-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    24-08-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Prélude à l'après-midi d'un faune.

     

    Ik ‘wil’ me niet meer herinneren wat ik gisteren, in een bui van neerslachtigheid, geschreven heb. Als die bui er was dan moest dit gezegd worden. Ze was die van mij, ze was geen fictie en, ze ging voorbij. Echter, niet volledig weggevaagd, il en reste des séquelles. Het is zo en ik kan er voorlopig niets aan verhelpen., de echo ervan, de zwaarte,  blijft.

    Gelukkig was er vandaag op een ogenblik in de dag, Claude Debussy; gelukkig dacht ik er toen aan dat ik nooit een stuk proza noch een gedicht zou schrijven dat ik de titel, ‘Prélude à l’après-midi d’un faune’ meegeven zou. Debussy heeft het wel gedaan, hij heeft, wordt er beweerd, inspiratie gezocht bij Mallarmé om een symfonische gedicht te schrijven Ik moet er dus ook Stéphane Mallarmé bij betrekken, maar enkel voor wat de titel van zijn lang gedicht ‘L’Après-Midi d’un Faune’ aangaat:

    ‘Le faune[1],
    ces nymphes, je les veux perpétuer.
    Si clair
    Leur incarnat[2] léger
    Qu’il voltige dans l’air
    Assoupis de sommeils touffus…’

    Schrijft Mallarmé in de aanvang van zijn gedicht en Debussy schijnt hem hierin te volgen in zijn aanvang. Maar verder is er geen spoor meer in de muziek te ontwaren dat wijzen zou op een interpretatie van de tekst. Debussy neemt een vrije loop en leeft zich uit op een voor zijn tijd totaal nieuwe wijze. Als ik het zo bekijk, meen ik dat hij genoeg heeft gehad aan het beeld van ‘un faune’ - zoals deze van Mallarmé - op een zomerse namiddag, om zijn Prélude te schrijven. En hoe schrijft hij die?

    Is de titel ervan bij hem opgedoken in de loop van het componeren ofwel opgedoken als alles uitgeschreven was, en als finishing touch  aan zijn symfonisch gedicht toegevoegd dat, zoals ik het beluister, een symfonisch spektakel is geworden door de invoeging van soorten instrumenten die de muzikale  wereld van zijn tijd in beroering brengen zouden, en dan  niet alleen omwille van de compositie maar ook aangewakkerd omwille van de aanwezigheid van het woord ‘faune’, bosgod, in de titel ervan. (Ik denk dat Igor Strawinski zich op Debussy heeft geïnspireerd om zijn Sacre du Printemps te schrijven.)

    Wat ik hiermee vooropstellen wil is het feit dat Debussy geen symfonisch gedicht heeft geschreven om het woord van Mallarmé te illustreren, maar dat hij gevoeld heeft dat die titel, de enige waardevolle was die paste en in een zekere zin belichten zou, wat hij met zijn muziek, het ‘voorspel tot een namiddag van een bosgod’, heeft willen bereiken.

    Debussy geeft aldus aan zijn ‘gedicht’ een mythologisch tint mee, het is niet de muziek uit de Pastorale van Beethoven, Debussy situeert het in de wereld van het mystieke, wat hij wellicht - dit is mijn oordeel - in de aanvang niet gezocht heeft, maar het werk is in die richting gegroeid en eens de wortels ervan neergezet in de melodie is hij hierop verder gegaan, heeft hij er niet meer kunnen of willen van afwijken en heeft hij die herhaald en herhaald in alle mogelijke vormen, toonaarden en instrumenten.

    Zijn Prélude is een schilderij geworden van kleuren en klanken, een schilderij dat ons, wie we ook zijn en waar we ook zijn, aangrijpt en een glimlach binnen schuift in ons, een gevoel van warmte en soepelheid,  een geflirt met het licht en de geuren van een zomernamiddag in de lavendelvelden en de dorpen van de Provence, met de lijn, licht beneveld van de bergen aan de horizon. Geïnspireerd als hij was, doordrongen van het grote begeesterend leven in hem. Bezongen in een  steeds maar in golven en kleurschakeringen weerkerende melodie zoals er alleen door hem een kon worden geschreven, de oneindigheid binnen, waar het goed is te vertoeven, een namiddag in de zomer, met aan de einder iets mysterieus, iets dat van het leven was en van het sterven, van het bekende en van het onbekende, van het mysterieuze en het feeërieke, niet anders te benoemen dan met de naam van ‘faune’, half dier, half mens, half leven en half sterven. Een bosgod die toekijkt en het gedicht verheft tot een mythologische hoogte.

    Ik weet en ken de armoe van mijn woorden, des te rijker echter zijn de klanken van de Prélude als ik die beluister terwijl ik schrijf.

    Ik voeg het er maar aan toe, dit  ter compensatie van mijn armoede.

     

    [1] Le faune, divinité champêtre mythologique à l’image de Pan. Les faunes sont représentés avec le corps velu, de longues oreilles pointues, des cornes et des pieds de chèvre. Les faunes, les satyres, les nymphes. (Le Robert)

    [2] Couleur de la chair

    24-08-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    23-08-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De omstandigheden zijnde wat ze zijn.

     

    Ik verwacht, zoals het thans verloopt dat ik op een morgen op zal staan en niets meer zal te schrijven hebben, of, wat nog erger is, dat ik zien zal dat het aantal lezers herleid werd tot een armtierig handvol en ik de moed niet meer hebben zal verder te gaan. Dit laatste vooral is een gedachte die latent aanwezig is en zich nu en dan duidelijk manifesteert.

    Het is, in een zekere zin, ook de zaak van jullie, maar zo wil ik het niet zien, het is uitsluitend die van mij, vast te stellen dat ik in het ijle schrijf, dat mijn woorden wegwaaien in de luchten zonder ergens houvast te krijgen.

    Ik denk dan, in godsnaam wie beeld ik me in te zijn, te kunnen, te weten om dingen te verkondigen als hoge waarheden die als rotsen van basalt uitsteken tot boven de velden en weiden, tot boven de kerktorens in de omgeving.

    En dit gevoel overstijgt me nu, deze morgen, overstijgt me schromelijk. Komt daarbij de voortdurende pijnen in de rug die niet te helen zijn; komt daarbij de stramheid in de knieën die niet te verhelpen is met een band omheen die stramheid; komt daarbij het conflict met de gebuur, voor wie een haag van 2 meter op de scheidingslijn in de voortuin - gevaar voor mijn echtgenote bij het buiten rijden uit de garage - van levensbelang schijnt te zijn; komt daarbij de drama’s die zich aan het voltrekken zijn aan de luchthaven van Kaboel, en jullie zullen me begrijpen: een grote moedeloosheid overvalt me, maakt me klein en uiterst vulnerabel op mijn leeftijd, voor het ogenblik geestelijk gefnuikt. En ik vertel niet alles.

    Vergeef me dan dat ik hier ophoud, dat het niet de minste zin heeft vandaag verder te gaan om dan zaken te vermelden die ik in overdrive gevonden heb.

    Vergeef me als ik wacht op betere tijden die maar momenten hoeven te zijn. Momenten van ingekeerdheid alle omstandigheden verloochenend als niet bestaande.

     

    23-08-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    22-08-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat ik niet wil laten verloren gaan.

     

    Ooit geschreven in de tijd der tijden en nu teruggehaald, herzien, heropgevoerd:

    Hoe mooi ben je mijn lief,
    hoe bevallig en bekoorlijk,
    je gestalte is zo slank als een palm
    en ik dacht bij mezelf,
    ik klim in die palm en pluk zijn dadels,
    laat je borsten zijn voor mij
    als de druiven van de wijnstok,
    de geur van je adem als de geur van ambrozijn
    en de kussen van je mond
    bedwelmend zijn als zoete wijn.

    Het begon vandaag bij  het Hooglied van Solomon of, in woorden opgeroepen het spiegelbeeld van ons beminnen, schuilend in de oerelementen van ons mens-zijn, soms openbarstend in duizend maal duizend cellen die zovele splinters zijn  van het grote krachtige leven in ons en drager zijn van de essentie van de vele geslachten waaruit we zijn opgestaan: de eigenheid van de ouders geënt op de eigenheid van onze voorouders, en dit teruggaande tot het begin der tijden.

    Een eigenheid die natrilt in het bloed bij het ontwaken, als het eerste licht binnenvalt in de kamer en de vroege geluiden van de straat of van de wind in de bomen, of van de vogels in de hagen of van de regen tegen het raam ons verrassen met de vraag: ‘wat is er van de geest in de mens?’

    En op andere dagen: het is zomer, je bent in de tuin en je schrijft, de tafel bezaaid met zaadjes, vrij gekomen uit de ceder boven je, die cirkelend naar beneden dwarrelen op je hoofd, op je blad. En o zo natuurlijk, dit vers van Saint-John Perse:

    Les graines flottantes s’ensevelissent au lieu même de leur atterrissage, il en naîtront des arbres pour l’ébénisterie. 

    Een versregel die ons vertelt over het wonder dat de natuur is: de kiemkracht aanwezig in het zaad waaruit een plantje ontstaat, een duim hoog dat de energiegolven om zich heen aftast om te weten hoe verder te groeien - zo zegt Rupert Sheldrake toch - een boom zal worden, bloeien zal en zijn zaad, zijn eeuwigheid, zal uitstrooien over de wereld. Om later, maar wat is later, als boom zal uitverkoren worden en door een vaardige hand en een creatieve geest meubel zal worden, beeldhouwwerk zal worden, de tijd binnen schuivend. Zo gelezen in die ene versregel van Saint-John Perse die ontstond, zoals hij schrijft:

    à l’angle peut-être d’un Jardin Public, ou bien aux grilles effilées d’or de quelque chancellerie.  

    Én vandaag zoals op ander dagen, geprangd door Elihoe van vers 32, 19 uit het Boek van Job, Elihoe die maar al te lang had moeten wachten om het woord te krijgen: opgetekend in enkele schamele versregels:

    In de humus van de winterwouden
    wachten om te kiemen
    waar ze neder vielen,
    vele zaden,
    op de juiste sterrenstand. 

    Ook,
    nu we zoveel verder staan
    dan halverwege,
    wachten vele zinnen
    lijk te jonge wijn in nieuwe zakken
    die ze dreigen te doen scheuren
    in het landschap van de geest.

    Wij,
    uit het donkere woud getreden,
    alvorens de heuvel op te gaan,
    woorden, her en der
    als klonters kosmos,
    uit de lucht gehaald.

    En is de tijd
    nog niet gekomen, later dan
    hij komen zal.

    Saint_John Perse: Amers 'Oeuvre poétique' I', Librairie Gallimard 1960 

    22-08-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    20-08-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Psalm 139, vers 16

     

    Ik ben ooit lang blijven stil staan bij een passage in het boek van Pierre-Alain Bergher[1] over ‘La Chartreuse de Parme’ van Stendhal. In die passage maakte hij me attent op de inhoud van Psalm 139, vers 16. Hij verraste me hiermee omdat hij voor dit vers, verwees naar de King James’ versie van de Bijbel van 1611[2], en het misstaat helemaal niet, integendeel, dit vers hieruit, hier te hernemen:

    Thine eyes did see my substance, yet being unperfect; and in thy book all my members were written, which in continuance were fashioned, when as yet there was none of them.’

    Bergher legde vooral de nadruk op het laatste deel van vers 16: een zin die hij vertaalde als:

    ‘Et sur ton livre étaient inscrits tous les jours qui m’étaient réservés, avant qu’un seul de ces jours existât’.

    Is het zo dat alles wat mij/ons  betreft reeds opgetekend staat, wellicht niet in een boek, maar ergens, ergens, telkens afgerekend op mijn/onze levensomstandigheden die zich wijzigen van ogenblik tot ogenblik en bepalend zijn voor wat er (in dat fictieve boek) opgetekend zal staan?

    Ik zou het deel van vers 16, me richtend op wat voorafgaat, dan ook als volgt willen lezen:

    Mijn leven, Heer van mijn toekomst, verweven  in de mazen van het immense web waarvan de eerste draden geweven werden op het moment van de Big Bang, een web dat zich thans uitstrekt tot in het niet in te beelden einde van het Universum, elk punt ervan met elkaar innig verbonden, dat is geworden wie ik op dit ogenblik ben. Het is van hieruit dat voort zal vloeien al wat nog komen zal, en reeds, vermeld staat in het web dat is van ‘Hét Boek’, zo geheten door een verlichte geest, een schrijver van Psalmen van destijds, toen er nog verlichte geesten rondliepen.

    Schrijver dezes weet dat hij het punt is in het web waar vele draden, gekende, vermoede en totaal ongekende draden samenkomen en inwerken op elkaar  en weet dat hij volledig afhankelijk is van de impact van alle draden op elkaar op het kruispunt dat ik ben.

    Zelfs deze waarover ik denk zelf te beslissen, want ook dit beslissen zit verweven, aanwezig in potentie, in de draden van dit eigenste nu-ogenblik. Een ogenblik dat nu al voorbij is, alle bestaande draden reeds gewijzigd.

    De mazen van dit web, zijn de gebeurtenissen waarmee ik bewust of onbewust zal geconfronteerd worden, deze zullen  onvermijdelijk het verloop van mijn dagen bepalen. Mijn vrije wil is de wil die me wordt ingegeven door de impact van alle omstandigheden waarin ik gewikkeld was en gewikkeld ben, ogenblik na ogenblik, na ogenblik.

    Potentieel is het een feit, dat de tentakels van wat voor mij in de toekomst nog komen zal, reeds verweven liggen in de draden van het web van nu.

    Uit mijn heden, komende uit mijn verleden, ontstaat mijn toekomst en T.S. Eliot:

    Time present and time past,
    Are both perhaps present in time future,
    And time future contained in time past.[3]

    maar voor mij is er geen ‘perhaps' - ritmische noodzaak - voor mij is het volle ernst, in ons heden zit in potentie onze toekomst.

    Met dit voor ogen, is het denkbaar dat alles, in detail, opgetekend staat tot de allerlaatste seconde van mijn bestaan. En de verwevenheid in het web dat het leven is wordt duidelijk als we ons plaatsen als een verzameling van atomen en elektronen badend in een kosmische oceaan van atomen, energieën, splinters van atomen, Higgs deeltjes van atomen, een innigere verbondenheid die de realiteit is, kan niet.

    Wie of wat is dan die ‘ik’, die schrijft wat hier geschreven staat. Het is om er duizelig bij te worden. Dit staat allemaal, wat mij betreft, geschreven in het Boek, en ook, dat dit mijn leven is en het woord mijn adem. 

     

    [1] Pierre Alain Bergher: ‘Les Mystères de la Chartreuse de Parme’, Editions Gallimard, 2010, pag.41

    [2] Ik ken deze Bijbel, het is een gevoelskwestie  voor mij, omdat het de Bijbel is waar John Steinbeck naar verwijst in zijn ‘East of Eden’ om de betekenis van  het Hebreeuwse woord ‘Timshel’, een betekenis die centraal staat in het boek, te verklaren.

    [3] Four Quartets: ‘Burnt Norton’ Faber & Faber.

    20-08-2021, 22:19 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Abdij Le Thoronet in de Var

     

    Behoudens de laatste zin, was het niet zo veel wat ik gisteren schreef. Ik wil dit compenseren met wat ik vandaag, met wat ik al een hele tijd dacht te schrijven. Zinnen, gelicht uit het boek ‘Les Pierres sauvages’ van Fernand Pouillon’[1].

    Zinnen zoals er vandaag geen meer geschreven worden. Er wordt zelfs niet meer gedacht in deze richting omdat we te geblaseerd zijn, te zeer ingenomen met onszelf, de ‘graffiti’ op het lichaam aangebracht, de slordig gewilde baardgroei, - waar ik een hekel aan heb, vooral als dergelijke baarden verschijnen op TV - zijn er het bewijs van.

    Les Pierres sauvages’ gaat over de bouw van een Cisterciënzersabdij in Le Thoronet, een dorpje middenin de bossen van de Var - wie weet misschien ingesloten door de vuurhaard die de Var teistert vandaag.

    Ik zou er nooit hebben rond gelopen had ik, in mijn ijver Sint-Bernardus te volgen, niet gelezen, wat Fernand Pouillon, architect in hart en nieren over de bouw van de abdij geschreven had, alsof hijzelf de bouwer ervan was geweest. Het boek, zoals ik het nu houd, ligt los en licht in de hand, echter welke kracht schuilt er niet in de woorden:

    ‘L’architecture d’un monastère… se compose comme une sculpture dans un bloc plein, massif…

    En,

    ‘Pas d’architecture sans l’évocation de la quatrième dimension, la trajectoire: perception de l’édifice dynamique! L’œuvre se transforme sans cesse par le déplacement du regard…

    En in de namiddag, naar de avond toe, het boek teruggenomen in het vale licht van de ondergaande zon, Pouillon over de stenen van de abdij van Le Thoronet:

    ‘Tu aimes donc cette pierre?’

    ‘Oui et je crois qu’elle me le rend. Dès le premier moment j’ai eu pour elle un respect que je n’ai même pas songé à discuter. Maintenant elle fait partie de moi-même, de notre œuvre, elle est l’abbaye.

    Toen we er waren, toen ik zag hoe de stenen waren, glad als glas, met de tekeningen van de natuur erin, de grijze en lichtgrijze kleurschakeringen die  ik betastte, wist ik de hand van de steenhouwer erin en niet alleen de hand erin en erover, maar ook de inzet van de houwer, de innerlijke kracht waarmede het gebeurde: ‘tu aimes donc cette pierre? En of hij die steen beminde.

    We zijn er lang geweest, hebben ettelijke malen door de open ruimtes gewandeld en inderdaad elke aanblik is perfectie, in vorm en verhouding, in het spel van de horizontale en verticale lijnen, van de openingen gelaten in de muren ervan en de grote soepelheid in de bogen. Het geheel, als uit een blok gehouwen. Een gebouw om lief te hebben, om te kronen, een gebouw dat spreekt; Het licht je op. Je wandelt erin rond en er omheen en je hoort de stemmen van zij die er gewerkt hebben, gediscussieerd hoe de afmetingen, hoe de openingen, hoe de daken en vooral hoe de kerktoren er komen moest. De toren die het handteken was van de bouwers ervan.

    Het geheel heeft een ziel en die is wat Pouillon noemde heeft une quatrième dimension.

    Ik dacht als ik ooit een boek zou schrijven moet het zich ook situeren buiten de knellende realiteit van vorm en inhoud. Het moet zich verplaatsen kunnen naar een punt gelegen buiten het boek. De delen ervan gedragen door een vierde dimensie die er een geheel van maakt dat meer is dan alle delen samen.

    Pouillon zelf gaat heel ver in zijn boek. Hij haalt een passage aan uit een brief van Bernardus - een passage die ik reeds ontmoet had bij Georges Duby - gericht aan de bouwers van Le Thoronet:

    ‘A l’œuvre donc, sache que le moment est venu pour toi de tailler dans le vif, étant admis que celui de la méditation l’ait précédé. Si jusqu’alors tu n’as remué que ton esprit, il faut maintenant que tu remues ta langue, il faut maintenant que tu remues ta main.

    Ceins-toi de ton glaive, de ce glaive de l’esprit qui est le verbe de Dieu.’

    Nu dit geschreven staat, nu ik de woorden van Bernardus -  tekenend voor het geloof van de mens van de XIIde eeuw - herlezen en herontdekt heb, weet ik dat ik deze vroeger al moet overgenomen hebben in een van mijn blogs; dat het niet kan dat ik in het verleden nog niet zou gesproken hebben over de abdij Le Thoronet, die ik in mijn hart draag.

    Maar ditmaal heb ik  het gedaan, wetende dat ik er niet meer ga op terugkomen en zeker dat ik er niet meer zal binnenwandelen.

     

    [1] Fernand Pouillon: ‘ Les Pierres sauvages.’  Ed. Du Seuil, 1964

    20-08-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    19-08-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wellicht.

     

    Wellicht komt er een dag dat ik niet meer weten zal wat te schrijven, dat ik zal moeten teruggrijpen naar wat ik vroeger, zeven à tien jaar geleden, schreef, zoals ik ook terugga naar zinnen uit boeken die ik jaren geleden gelezen heb, of naar andere herinneringen die me zijn bijgebleven, herinneringen die gaan waar ik ga.

    Echter al wat was heeft zich gewijzigd, is niet meer zoals het vroeger was, er zijn elementen aan toegevoegd of andere weggelaten. Zinnen, beelden dagen op en verdwijnen, namen komen en slippen weg, passages uit mijn leven, passages uit boeken, uit gedichten, duiken op en verdwijnen, niets blijft, niets is onveranderlijk.

    Zo zie ik elke morgen, hoe de zon, getekend door de baan die de aarde aflegt, komende van het noordoosten, dichter en dichter komt tot haar punt, juist in het volle oosten, het punt dat ze, ongeveer nu een maand later, gaat bereiken, om dan verder door te schuiven, tot haar verste punt in het zuidoosten. Wat een kolossaal iets is, deze schijnbare beweging van de zon die we meemaken dag aan dag, avond aan avond, het licht dat opkomt en het licht dat onder gaat, onderlijnd door het komen en het gaan van de seizoenen.

    ik acht me gelukkig met het schilderij van de opkomende zon elke morgen, in een enorm palet van kleuren, elke dag verschillend, maar een blijvende inspiratiebron om opnieuw, komende uit de slaap, mijn dag te beginnen. Als er iets is in het leven dat geen verveling is dan is het, het morgenuur als de hemel kleurt.

    Ik wil dan ook, de afwisseling die de morgen biedt - trouwens ook de avond biedt dit - overnemen als variatie in mijn dagelijkse geschriften, overnemen ook de regelmaat van de aarde in haar baan omheen de zon. Ik dacht er nog niet aan dat ik dit deed en dat ik het kon. En de variëteit is ook wat KLARA me toont, in haar ‘continuo’-programma, waarin er telkens een grote afwisseling van muziekstukken op ons afkomt. Zo vroeg deze morgen: een sonate van Debussy  volgend op een symfonie van Dvorák en ik, die nu een stap verder zet en ga schrijven over mijn wereld van herinneringen na het optreden, gisteren, van het ‘leger van Allah’. Meer uiteenlopend kan niet. En toch gebeurt het omdat ik me gisteren totaal leeg geschreven heb over deze Legermacht.

    In feite hebben we niet zoveel nodig, in feite had ik er kunnen over zwijgen, had ik het kunnen dood zwijgen waar het thuis hoort en vooral, bij mijn leest blijven als brave, onschuldige burger in dit vreemde land van ons. Me tevreden stellend met het zicht als ik naar buiten kijk van het nader komen van de herfst, wetende ook dat het vandaag de verjaardag is van mijn broer Georges en ik die niet vergeten mag.

    Beter ware het onmiddellijk te doen, vóór de zon opkomt.

     

    19-08-2021, 03:11 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    18-08-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het Leger van Allah.

     

    Gelukzalige die ik ben, die we allen hier nog zijn, voorlopig toch nog,  maar ondertussen rukt het leger van Allah op, heeft het zijn oude stellingen in Kaboel terug ingenomen, en krijgen we beelden te zien hoe de verslagenen zich voelen alsof Attila de Hun hen had overhoop gelopen, erger nog, alsof de vrees die ze kennen, de heilige wetten van de sharia, rechterhand van Mohammed de profeet, op hen toegepast te zien door de mannen met baarden van jaren en even afschrikwekkend met de meest moderne wapens ‘getooid’, erger zou zijn dan de dood.

    Daar waar we als ‘soldaten van Allah’, verwacht zouden hebben dat het mannen als engelen zouden geweest zijn  gladgeschoren en  in het wit gekleed, een witte duif op de schouder, het goede, het geestelijk meest rijke aanklevend.

    Onvermijdelijk sidderen we met de Afghanen, hun vrees is ook die van ons. Verwachten we  hun voorposten die, als ze hier nog niet zouden zijn, hier zeker vlug zullen staan, verwelkomd door een deel, hoe klein ook, van de bevolking. Is het niet hier, dan zeker in andere delen van Europa en Groot-Brittannië waar de sharia al de kop opsteekt.

    Zijn we er ten volle bewust van, zijn we erop voorbereid, er tegen gewapend, of zijn we maar een leger van zwakkelingen die, o zo gerust en totaal onvoorbereid staan te springen en te zwaaien, van geen gevaar bewust, op de festivalweiden?

    Overdrijf ik als ik, of is het totaal ongepast, me herinner hoe Stefan Hertmans in zijn ‘Bekeerlinge’ de inval beschrijft van het ‘leger van God’ - het kostte hem een nacht schrijven - in Monieux, een dorpje in de Provence.

    Onmiskenbaar, ondergaan we vandaag, de vrees van een groot deel van de Afghanen, voorlopig nog in gedachten, maar hoe zal het gesteld zijn met ons, een of meer generaties verder, als de pletwals van het leger van Allah niet te stoppen zou zijn?

    Want, de baardmannen zien er niet te vertrouwen uit, ze verbergen onheil achter hun baard, hopelijk zijn ze geen voorbeeld voor de vele jonge en oudere baardgroeiers hier die jaren geleden ineens in het Westen zijn opgedoken in navolging van wie of wat, of omdat ze menen iets te bewijzen te hebben iets zoals de volgelingen van Mohammed.

    Welke ogen gaan er nu geopend worden in dit land als we zien met welke vrees het leger van Allah ontvangen wordt in Kaboel en wellicht in alle andere steden. Ik heb er niet het minste vertrouwen in, de politiek hier is dermate versplinterd zodat ze niet de minste slagkracht heeft. We zagen het na de waterramp in de vele dorpen en steden van Wallonië, we zien het in de traagheid waarmee gehandeld wordt om de Belgen en de te beschermen  personen in Afghanistan terug te halen.

    En dan, wat zijn we nog met de Verlichting die we gekend hebben, in heuglijke tijden, en nu hier al met de voeten getreden wordt, geen reflexieve literatuur meer aub.

    We verdommen in de wijsheid die we denken te bezitten, die we denken aan te kleven en tot overmaat van ramp pogen te verspreiden. Gaat die domheid zo ver reiken, zo ver doorgaan, dat we niet zien hoe het leger van Allah, onder welke vorm ook, aan het oprukken is, het Westen binnen.

    We zijn geestelijk ziek en we zien het niet, de slachting is nabij, het is nog juist een kwestie van tijd, van generaties.

    Dit moest me van me van het hart, of wat er nog over is van mijn hart. Vergeef me, het staat er zoals het gekomen is, open en bloot, ik heb het niet (durven) herlezen.

     

    Ik kan misschien mijn standpunt milderen met de hoop dat er voorlopig, tekenen zijn die er op wijzen dat al wat ik hier schreef, te overdreven is, dat mijn voorspelling ijdel geschrijf is, en dat het Leger van Allah, niet meer het Leger is dat we voorheen gekend hebben. Ik kan deze zin er nog aan toevoegen.

    18-08-2021, 05:14 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    17-08-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.E noi fatti d'aria al mattino.

     

    Het is vandaag niet meer zoals een periode in mijn leven, toen ik kleine werkjes inlijstte - ik dacht dat het een begin van kunst was - met mijn etsen uit de jaren 70, 80, waar ik aan toevoegde, stukjes plant, wortel, steen, schelp, wier, het meest eenvoudige eerst. Omdat ik vond dat wat ik gemaakt had als ets, niet veel was, weinig aandacht vroeg en dat, wat ik er aan toevoegde deeltjes zuivere natuur waren, meer de aandacht waardig dan de inbreng van mij die maar fungeerde als een soort handteken, meer niet, van de mens die ik was. Gekheid is, wat het nu, na verloop van tijd, geworden is, elke dag me uitlevend al schrijvend.

    Mijn hoofd is bijwijlen een tol, mijn gedachten slaan op hol. Het is een verlossing geworden, me even in de hand te houden aan de vijver van Johan of, thuis te gaan neerliggen op de sofa, te luisteren naar wat Mahler, wat Pergolesi,  Beethoven of Satie. Ik zeg zo maar iets, en dan te weten dat de zon wegschuift en hoe het licht wankelen gaat. Daarna toch nog wat te schrijven en te wachten op de komst van de nacht en de slaap die me meenemen zal naar irreële oorden of nooit vermoede gebeurtenissen.

    Waar ik, uiteindelijk uitkomen zal, weet ik niet, evenmin hoe dit allemaal eindigen zal: of het gebeuren zal in de nacht of vroeg in de morgen in het eerste licht, of in de avond met de horizon in vuur, zoals ik het de laatste dagen heb meegemaakt.

    Ik weet alleen dat ik er naar toe schrijf, dat ik er naar toe leef en dat de draad dunner en dunner wordt. Ik kan, zoals ik nu bezig ben, tot dan, blijven brieven schrijven gericht aan mezelf, van Ugo naar Karel en van Karel naar Ugo, alsof er nog een derde was die alles registreert. Die alles, keer op keer hertekent, die geen nood heeft aan mooischrijverij maar de zaken weergeeft voor wat ze zijn en niet zijn. Poolshoogte nemend om te weten wat niet te weten is, hoe het verder moet als het dan toch verder moet.

    Ik heb dan wel Cervantes die ficciones schreef para distraerse, ik heb ook enkele zinnen nog uit een gedicht van Salvatore Quasimodo die me regelmatig te binnen vallen:

    Desiderio delle tue mani chiare
    nella penombra della fiamma
    sapevano di rovere e di rose,
    di morte...[1] 

    Vlammen, ruikend naar eikenhout, naar rozen, naar wat is van de dood, het schokeffect voor mij, en het gedicht eindigend met de versregel: é noi fatti d’aria al mattino, wij van lucht gemaakt in de morgen.

    En nochtans om er aan te ontkomen, hoe ik me elke morgen, hoe ik me dag aan dag inspan om meer te zijn dan wat lucht. Of de poëzie die zich toe-eigent wat niet toe te eigenen is en uitkomt bij wat evengoed de eeuwigheid kan zijn.

    Ik schrijf het maar, het voelt plots goed aan deze morgen.

     

    [1] Verlangen van je klare handen in de schaduw van de vlammen, ruikend naar eikenhout, naar rozen, naar de dood…

    17-08-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    16-08-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een namiddag half augustus.

     

    September en de herfst komen naderbij. In het college hadden we een ‘opstel’ te maken over het mooiste jaargetijde, ik had gedacht aan de lente, maar een studiemakker koos categoriek voor de herfst. Hij hield van het verkleuren van de bladeren en het stilvallen van het leven in de natuur. Hij voelde dan beter de krachten in hem, zegde hij. Later hoorde ik dat hij als jonge man en enige zoon, een einde aan zijn leven had gesteld. Een daad die ik lang heb meegedragen, omdat ik altijd met bewondering had opgekeken naar hem, een briljante geest. Ik zie hem nog nu, ik hoor nog zijn stem, hoe hij sprak, altijd met een lichte ironie over de dingen die hij vertelde zodat je nooit wist wat hij echt dacht of hoe hij zich echt voelde.

    Een beeld en een gebeuren, niet goed om een dag mee te beginnen. Maar zijn verhaal en zijn beeld staan er, ik kan er zo maar niet aan voorbij, ik kan me er niet omheen schrijven. Is het een teken, een hint naar wat op komst is, de herfst, de winter en de sneeuw, of naar een woord  dat ik niet spellen wil. Zeker nu niet, nu ik gisteren, in de late namiddag op het einde van de vijver gezeten, aan mijn vriend Johan gezegd had, wat ik misschien niet had moeten zeggen, dat ik het gevoel had - en het was het effen spiegelwater van de vijver dat er schuld aan had - dat ik de zekerheid had dat ik er nog in 2024 zou geweest zijn om de Olympische spelen van Parijs mee te maken.

    Waarop mijn vriend gesproken had van een dame die 106 geworden was, maar zegde hij, ze deed niets anders meer dan roepen en schreeuwen, alsof hij me verwittigen wilde over de kwaliteit van leven op hoge ouderdom.

    Wat ik hem niet zegde is dat ik me in 2024 nog altijd zag als mijn blog schrijvend zoals nu en ook dat ik nog heel wat te doen had alvorens voor goed te vertrekken. Maar dat zal hij wel geraden hebben.

    Ik weet dat hij me, als ik ooit de spelen haal, dat hij me herhalen zal wat ik hem vertelde als een voorspelling die uitgekomen was. Ik denk nu, zoals we er zaten naast elkaar: de zon hoog achter ons, het water effen en helder, een spiegel, met de hoog opgeschoten Italiaanse populieren op het einde van de vijver, met hun toppen weerspiegeld over de ganse lengte van de vijver tot aan ons voeten, dat er soms ogenblikken waren dat we een tijdje niet spraken, dat we keken naar het water, naar het muurtje van riet op het einde van het water, juist onder de bomen, dat ik hem zegde dat het mooi opgeschoten was, met een witte band juist boven, het water. Dat hij me aanvulde met te zeggen dat de uitgebreide vlek  waterlelies kwamen uit de vijver van zijn moeder, dat hij aan haar dacht als hij er naar keek, en dat deze vlek aan het uitzwerven was over de vijver. Hij zegde me ook, na vele andere zaken, dat hij zich voelde als een rijk man, zeer succesvol in zijn bedrijf, maar hij bedoelde rijk en even succesvol aan gevoelens.

    Ik dacht eraan hoe simpel, hoe eenvoudig de mens kan zijn als hij gelukkig is, plannen makend die op het punt staan zich te realiseren. Maar ik wist dat het overheersende in zijn gevoelens waarover hij me vertelde, de vijver was waar we zaten, een oase van groen en licht met open einders die er het uitzicht aan gaven van een eiland, van onnoemelijke stilte en rust middenin de velden.

    We zaten daar lang, pratend, over kleine en grote dingen, lettend op de zwerm zwaluwen die plots als schichten van verwondering over het water scheerden. Een tijd lang we hen volgden tot ze verdwenen zoals ze gekomen waren. We waren gelukkig het te zien, al waren het maar zwaluwen, maar ze voegden iets toe aan ons woorden, een klein iets, een vlekje geel maar zoals op het schilderij van Proust, je weet het wel van die man die het zag - spijtig dat ik zijn naam vergat, het was een mooie naam of dan toch een om niet te vergeten - maar we waren gelukkig het te zien, het mee te nemen, ik gelukkig het op te tekenen.

    Toen de zwaluwen verdwenen waren dempte de warmte van de zon op onze rug en zijn we opgestaan. Maar de ogenblikken die we er samen waren liepen verder door tot het ogenblik van mijn schrijven hier, en zeker veel verder nog.

    Dergelijke momenten vergeet je zo maar niet, het was er te stil om te vergeten, te effen het water, te mooi gegroeid het riet in de oevers, te wijd de vlek waterlelies, te uitzonderlijk  ons samenzijn daar die namiddag, half augustus.

    Het zal ons nimmer nog ontgaan, het beeld en de gevoelens zullen als geëtst overblijven op het blad van onze gedachten. Immer.

    Johan weet het zoals ik het weet.

     

    16-08-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    15-08-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat houd ik er aan over.

     

    Wat houd ik over van wat ik schreef van 2010 tot en met 2020, welk lot is het beschoren als het uiteindelijk niet de vergetelheid zou zijn, ook de 144.420 woorden van 2021. Want het gaat maar verder, het is alsof ik nimmer stilvallen zal. Maar wat doe ik er mee, niemand wilt ze in tijden zoals deze, ze zijn te ‘reflexief’, terwijl ik - hoe is een mens? - gedroomd had van een bibliofiele uitgave ervan.

    Nu, wat ik schreef hield me in leven, gaf me een opdracht mee, waar ik ook was of wat ik ook deed, er was altijd, minstens  op de achtergrond, de blog die ik te schrijven had, een soort spiegelbeeld van mijn gedachten, en ik vond dit zeer passend voor de man die ik was.

    Trouwens hoe leven we, hoe brengen we onze dagen door, hoe worden we oud en kramakkig, een toestand die ons plots als realiteit overvalt en waar je rekening moet mee houden, al wenst je het niet, hij wordt je opgedrongen.

    Hoe het gebeurt hangt af van de omstandigheden, maar eens dit stadium bereikt wordt het antwoord zonder zin, je zit veel  te ver voorbij halfweg, er resten je nog enkel wat sprankels van dagen. En het beste dat je te doen staat is deze wel te gebruiken.

    Het is de reden waarom ik verder ga, waarom ik, hoewel het me kost,  er tezelfdertijd genoegen in vind te doen wat ik doe, ongeacht het resultaat, ongeacht de afloop ervan. It pleases me as it has pleased me before. De vreugde van mijn late dagen. Ik ben dus maar zoals mijn vriend - elke schrijver is mijn vriend - Cervantes die, met de voeten in de stijgbeugel - con el pié en el estribo -  zijn ‘Novelas ejemplares’ schreef en dit om zich te verstrooien, maar je weet dit al. En ik, in een identieke toestand, doe ik het om zelfde reden?

    Ik denk het niet, ik zie het eerder als een uitdaging, een grote uitdaging tegen het ouder worden. Terwijl ik schrijf heb ik de volle indruk, de tijd voor te zijn, de tijd te stoppen voor een tijd en hij aldus geen vat heeft op mij eens ik woorden ben, en niets meer dan woorden en hoewel ik, in de tijden waarin ik leef, ik weet het nu, verkeerd bezig ben, blijf ik, wat mijn schrijven betreft, in mijn zelfde flow, in mijn zelfde levenssfeer.

    Blijven jullie me volgen of keren jullie zich af van mij. Mijn vreugde geschreven te hebben vandaag, erbij betrekkend eens te meer, de grote Cervantes, is geestelijke balsem.

    Daarvoor doe ik het altijd.

    15-08-2021, 05:13 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    14-08-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat nog dramatischer zou zijn.

     

    Ik treuzel bij het vinden van namen, ik vond de naam van de maker van de vier jaargetijden, Vivaldi niet meer, ik treuzel bij de geldigheid van woorden die me ineens vreemd en on-Nederlands overkomen. Waar ga ik heen, vraag ik me af, hoe evolueert dit verder?

    Twijfel wat de zoekmachine in mij betreft, heeft dit zijn weerslag op wat ik schrijf, op de inhoud ervan, en is het aftakelingsproces van het lichaam overgeslagen op dat van de geest?

    Dit is een heilige vrees die ik heb, die we allen hebben. Er best niet aan denken, maar ik dacht er wel aan toen ik de naam van VIvaldi niet terugvond in wat men het geheugen noemt, of hoe we begaan zijn met het minste teken van verval.

    In feite, mijn woorden komen nog, soms nog even vlug en even waardevol, waarover maak ik me zorgen, o.a. dat ik er niet meer zou zijn voor de Olympische Spelen van 2024?

    Ben ik er nog des te beter, maar hoe zal ik er nog zijn, zal ik er nog zijn zoals ik nu ben, zoals ik hoop, of zal ik er zijn in wat ik niet wens, in een meer erbarmelijke toestand?

    Zorgen om mijn toekomst, geestelijk meer dan lichamelijk, is een momentum in mijn gedachten. Een korte bezinning in mijn dag die begint, misschien weinig passenden vooral weinig aanmoedigend.

    Maar dan toch geformuleerd, als een passage in mijn dagen waar ik vlug overheen ben, eigenlijk het vermelden niet waard, misschien wel in een roman, maar het is geen roman die ik aan het schrijven ben, of dan toch, wel. Maar dan een roman niet van wat ik doe, maar een roman van wat ik denk elke dag, wat mijn leven thans geworden is, zijnde van de duur van een kort stuk tijd, een ‘nu’ dat gestopt wordt enkele ogenblikken en uitgerekt tot ik mijn juist aantal woorden heb geschreven, en daarna terug aangezet naar een opeenvolging van nu-momenten waar niets wordt over gezegd, terwijl een roman juist over die nu-momenten loopt, de enige die vandaag in de wereld van de uitgever waardevol worden geacht om gedrukt te worden.

    Gedachten-momenten worden niet gegeerd, ze zijn te moeilijk te benaderen, te omslachtig, te tijdrovend en komen dus hoegenaamd niet aan bod. Zelfs kleine stukjes ervan, een blogtijd lang, worden soms geschuwd en op zij gezet/gehouden voor betere tijden die ik niet meer verwacht.

    Zo stel ik vast, maar dit is niet nieuw, dat ik mijn ganse leven verkeerd ben bezig geweest. Het is zeker niet het moment om het pas nu vast te stellen, want dit is, in een zekere zin dramatisch, meer nog, tergend dramatisch.

    In dergelijke omstandigheden is het beter dat ik er over zwijg en  verder ga op de ingeslagen weg als ik mezelf niet verliezen wil.

    Want dit ware nog dramatischer.

    14-08-2021, 13:11 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Archief per week
  • 22/04-28/04 2024
  • 15/04-21/04 2024
  • 08/04-14/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 25/03-31/03 2024
  • 18/03-24/03 2024
  • 11/03-17/03 2024
  • 04/03-10/03 2024
  • 26/02-03/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 12/02-18/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 29/01-04/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 15/01-21/01 2024
  • 08/01-14/01 2024
  • 01/01-07/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 16/10-22/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 02/10-08/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 18/09-24/09 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 04/09-10/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 21/08-27/08 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 07/08-13/08 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 17/07-23/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 03/07-09/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 13/03-19/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 25/12-31/12 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 21/11-27/11 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 10/10-16/10 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 01/08-07/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 04/07-10/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 13/06-19/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 16/05-22/05 2022
  • 09/05-15/05 2022
  • 02/05-08/05 2022
  • 25/04-01/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 11/04-17/04 2022
  • 04/04-10/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 07/03-13/03 2022
  • 28/02-06/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 14/02-20/02 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 17/01-23/01 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 26/12-01/01 2023
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 08/11-14/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 19/07-25/07 2021
  • 12/07-18/07 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 28/06-04/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 31/05-06/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 19/04-25/04 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 29/03-04/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 16/11-22/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 07/09-13/09 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 25/12-31/12 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 24/12-30/12 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 29/11-05/12 -0001

    Archief per maand
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 11--0001

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs