Een vriend, bezorgd om wat ik schreef, stuurt me én een gedicht van Paul Valéry, én een passage uit een werk van Teilhard de Chardin, geciteerd door Louis Pauwels in zijn voorwoord tot zijn ‘Le Matin des Magiciens’:
‘Ce que notre siècle va vivre est plus considérable que l’apparition du bouddhisme Il ne s’agit plus désormais de l’application faite à telle ou telle divinité des divinités ,des facultés humaines. C’est la puissance religieuse de la terre qui subit en nous une crise définitive: celle de sa propre découverte. Nous commençons à comprendre, et, c’est pour toujours, que la seule religion acceptable pour l’homme est celle qui apprendra d’abord à reconnaître, aimer et servir passionnément l’univers dont il est l’élément le plus important.’
Het is wel een visie die voor het ogenblik haaks staat op het wereldgebeuren, wat wijst op een nog steeds totale onwetendheid en onverschilligheid wat onze binding met de Kosmos betreft, maar Teilhard is een ziener hij denkt vooruit en volgens mij in de enige richting die er is als hij spreekt over een religie waarin het Universum centraal staat, de mens - de geest van de mens - het belangrijkste deel zijnde.
Dit te verkondigen, dit aan te kleven opent wijde horizonten, plaatst ons als teller op een breuk, als toeziende op, en als leider van wat er gebeurt met al wat het Universum aangaat. Niemand als de mens is er meer bij betrokken.
Maar zien we het zo, zijn we ons er van bewust, dragen we een stukje Kosmos in ons of is het enkel de aarde die ons beroert. Het is in elk geval de stap die de mens te zetten heeft, Teilhard (1881-1955) heeft dit voorzien, waf deel van zijn grootheid uitmaakt.
Ook André Malraux (1901-1976) wist dit in 1946 al, en hij volgde Teilhard hierin, hij drukte zijn visie over de vooruitzichten wat de rol van de religie betrof, wel anders uit:
Le XXIe siècle sera spirituel ou ne sera pas. Le problème capital de la fin du siècle sera le problème religieux, sous une forme aussi différente de celle que nous connaissons que le christianisme le fut des religions antiques.’
Nadien heeft men ingezien dat de Kosmos een ander idee heeft over de tijd en heeft men de woorden van Malraux breder gezien, we lezen vandaag, van hem: ‘le troisième millénnaire sera spirituel ou ne sera pas’.
Kunnen we vandaag, met de Islam in opgang overal in de wereld - waar Teilhard noch Malraux aan gedacht hebben - verder gaan met hun ideeën hierover, te verspreiden, of staan we op het punt onderworpenen te worden, strompelend over de aarde?
Ik geloof in Teilhard, ik geloof in Malraux, ik geloof dat we, ondanks alle negatieve feiten, op weg zijn kosmische mensen te worden en het vel dat van het aardse is - zoals een slang het doet- af te werpen.
Ik geloof dat het alleen maar een kwestie van tijd, van eeuwen is; een eeuw, rekening houdend met de miljoenen eeuwen achter ons, dat niet veel is. Ikzelf nader het randje van de eeuw, weet dus hoe kort de lengte ervan was.
En ik geloof dat de evolutieve krachten eigen aan de Kosmos, de geest van de mens niet in steek zullen laten.
Het is hen - de krachten - niet gegeven dit te doen.
|