Geschriften
Inhoud blog
  • Afscheid
  • Opgenomen.
  • Hoe ik er sta, vandaag?
  • Waar ben ik mee bezig?
  • Gesprek op zondag.

    Zoeken in blog



    20-03-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Statement

     

    Het feit is dat ik niet ‘wens’ overtuigd te worden dat de planeet Venus de nieuwgekomene is, dat ik dit volledig aan Velikovsky overlaat om erover te schrijven maar, als ik voor de zoveelste maal zijn boek ‘Worlds in Collision’ ter hand neem, hij me telkens weet te overtuigen dat hij het bij het rechte eind heeft. Een planeet die nog rood gloeiend is, die ondanks de grote regelmaat van de zon, door een volk gebruikt werd - en wellicht nog door enkelen - om er een jaartelling aan vast te knopen; een planeet, de enige waarvan gezegd wordt dat ze ontstaan is uit (Zeus) Jupiter, MOET een bijzonder geval zijn, ondanks de beweringen van een Carl Sagan. Wegener ook werd zo afgescheept.

    Ik geloof niet, dat er ooit een boek geschreven werd, dat een uitgave-geschiedenis heeft gekend zoals het er een gekend heeft; dat op een dergelijk zorgvuldige wijze berust op gegevens uit de meest diverse bronnen uit de wereldliteratuur, de Bijbel inbegrepen waarvan de impact zo ingrijpend is dan ‘Worlds in Collision’.

    Het is een statement dat ik maak en ik denk, alles in oogschouw genomen, alles overwogen te hebben dat ik deze stellingname niet meer zal wijzigen. Is Velikovsky verkeerd dan ben ik ook verkeerd, en ga ik heen als een verdwaalde.

    Sterker kan ik het niet uitdrukken, en beter dan in deze blog van 20 maart 2020 kan ik het niet verkondigen.

    Nochtans in mijn manuscript - ik zet het ooit, als ik weet hoe het te doen, op het Web - heb ik het nieuwgeboren zijn van Venus overgelaten aan de vinder ervan, ik heb enkel gezegd dat het niet God is geweest die tussengekomen is als de zon, én de maan, hebben stilgestaan, niet alleen boven Gabaon maar ook in Mexico en dit ongeveer 3500 jaar geleden.

    Hiermede sluit ik dit hoofdstuk, heeft het geen zin meer er verder over uit te weiden als het zou zijn met iemand die WiC niet zorgvuldig zou gelezen hebben.

    Het gevoel dat ik er bij overhoud is, dat ik me innig verbonden weet met allen die Velikovsky gelezen hebben zoals ik hem gelezen heb: Robert de Telder is zo iemand, hij heeft er zijn leven aan gewijd en een werk geproduceerd dat dit van Velikovsky misschien zelfs overtreft.

    Ik ben dus verder gegaan op mijn elan van gisteren, de schuldige is Octavio Paz, de schuldige zijn, zijn 584 regels van zijn gedicht ‘Piedra de sol’. Of hoe iemand, zoals ik, zijn woorden verzamelt en dit, zoals dit nu het geval is, in tijden die ik noem, tijden van pest en cholera.

    Ze zijn voor mij een verademing. Ik breng erin samen in een nutshell, al wat Venus in mij heeft losgewrikt. Een ademstoot, een uitroep, zoals deze waar ik ooit stond op de hoogvlakte van Kawkaban (Yemen), een onvergetelijk moment van de echo die zevenvoudig werd teruggekaatst. Venus is een naam die ik zou willen uitroepen, er staande, met de afgronden voor mij uit.

    Een vol moment uit mijn leven dat van een grote waarde is in acht genomen mijn leeftijd en mijn zeggingskracht die opduikt nu en dan. Ik weet, weinigen zijn er die weten dat Venus een tijd Morgenster is en een tijd Avondster en een tijd niet zichtbaar, maar ze is de helderste onder de plateten en helderder nog dan Sirius de winterster in onze gewesten en, tussen haakjes, de Sothisster waar de chronologie van Egypte aan opgehangen werd.

    Dit alles is, in het licht waar we ons thans bevinden, van weinig waarde, maar ik had grote nood om, coronavirus of niet, het hier te berde te brengen. Denkend én aan Wegener, én aan Velikovsky, vooral aan deze laatste wiens levenswerk door heel wat, met een zekere dédain bekeken wordt.

    Hier ook geldt het adagio: ‘honni soit qui mal y pense’.

     

    20-03-2020, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    19-03-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Waarom was er 'Octavio Paz'?

     

    Wie loopt er hier nog rond met een dichtbundel van Octavio Paz in de hand, een bundel verschenen in 1957 en nog altijd gelezen, gelezen door een verdwaalde, want men moet verdwaald zijn om in deze dagen meer aandacht te schenken aan een dichtbundel dan aan wat er zich afspeelt in de wereld.

    Nochtans is het de wereld die centraal staat vandaag, te centraal opdat ik ook er zou over spreken en als overbodig over te komen. Trouwens ik heb nog altijd het gevoel dat ik terug moet naar waar ik gisteren gebleven ben, eerder verzadigd dan leeg. Dit was van mijn wereld gisteren en daar ben ik nog altijd gebleven.

    Ik stel me nu de vraag - wellicht een vraag die jullie zich stellen - hoe is Octavio Paz in mijn leven gekomen, en hoe T.S. Eliot, Boris Pasternak, Fabre d’Olivet, Maurice Gilliams en zovele andere schrijvers? Wel, van elk onder hen kan ik zeggen in welke omstandigheden dit gebeurde, kan ik ook zeggen dat het niet het toeval was die me hen heeft leren kennen, maar het gevoel dat ik er naar toe werd geleid, dat een vriend me erover sprak, dat ik het zag liggen in een etalage, dat ik erover las, of dat het zo maar ineens in mijn handen lag, op welke wijze dit ook gebeurde. Borges was zo een geval die me naar Dante leidde en de hand van een dame die me T.S. Eliot aanwees.

    Paz heb ik gekocht 1996, ik vermeldde de datum in het bundel. Wist ik toen dat hij de Nobelprijs gewonnen had in 1990 of ben ik gelokt geweest door het uitzicht ervan, het formaat ervan of de kleuren van het kaft, of had ik gehoord dat het bundel 584 regels telde, een voor elke dag van een Venus-jaar?

    Zo ver reiken mijn herinneringen niet meer, maar het is goed mogelijk dat het cijfer 584[1] in verband met de planeet Venus de aanleiding is geweest, want weet dat elk verhaal waar de planeet Venus in betrokken is, werkt als een zweepslag voor mij, omdat ik - ik beken het openlijk - bezeten ben door Venus als planeet, zoals Immanuel Velikovsky er door bezeten was. Een bezetenheid die ik overgenomen heb van hem en met de jaren, nimmer heeft afgenomen omdat ik vond dat hij het bij het rechte eind had. Trouwens hij was de eerste die uit zijn theorie afleidde dat de temperatuur op Venus heel hoog moest zijn toen de wetenschap bij ons nog dacht aan amper 17 graden en ook, dat de planeet moest omgeven zijn door een dikke wolkenlaag - ik spaar jullie alle details - tot het bewezen werd dat de temperatuur rond de 700 graden Celsius lag en dat de planeet effectief door een kilometer dikke wolkenlaag omgeven was.

    Wat voor wetenschappers als Carl Sagan problemen opriep en hij het antwoord vond door te beweren dat de hoge temperatuur het gevolg was van het ‘greenhouse’ effect veroorzaakt door de wolkengordel omheen Venus. Wat maar al te graag aanvaard werd. Alsof het niet precies omgekeerd kon zijn dat de wolkenmassa er was omdat de temperatuur op Venus zo hoog was.

    Ik heb dit al geschreven, niet eenmaal maar tienmaal, honderdmaal, omdat er iets heel mysterieus gaande is met de planeet Venus, (Pallas Athena voor de Grieken, Quetzal Cohuatl voor de oud-Mexicanen). Ik zag ooit een beeldje van de godin Venus in een museum, ik dacht in Amman, haar hoofd bedekt met twee horens. Hoe kwamen die horens er als er nooit geen horens te zien zouden geweest zijn; waarom een stierenkalf dat volgens Aäron, de broeder van Mozes, de Israëlieten bevrijd had van de Egyptenaren, en waarom spreekt men van de geboorte van Venus, (Pallas-Athena geboren uit Zeus-Jupiter - de Rode Vlek op Jupiter?).

    Het is dus duidelijk dat ik, door Venus bezeten, getroffen ben geweest door de 584 regels van de bundel ‘Piedra de Sol’ van Octavio Paz. Wat er op wijst dat de oude Mexicaanse volkeren de jaartelling begonnen zijn met de eerste verschijning van Venus ongeveer 1500 jaar voor onze tijdrekening en dat deze, zoals trouwens tot en met Julius Cesar in Egypte, gebaseerd was op de planeet Venus en niet op de zon.

    Heeft men zich ooit afgevraagd waarom een jaar van 584 dagen? Heeft men zich ooit afgevraagd waarom Akhnaton de zon is gaan aanbidden, was het niet Venus?

    Zo heeft alles een reden, heeft elk boek in mijn rekken er een. ‘Zonnesteen’ van Paz had een heel bijzondere reden, het had connecties met de planeet der planeten, Venus, door de oude Mexicaanse volkeren aanbeden als een God.

    Ik sla op hol. Ik weet het, ik laat me gaan omdat ik het gevoel heb que cela crève les yeux, dat we het niet zien willen omdat we schrik hebben dat het zou uitkomen dat Venus een nieuwgekomene is onder de planeten van ons zonnestelsel, een nieuwgekomene die nog altijd niet is afgekoeld, de enige planeet die niet is gekoeld.

    Ik sla op hol, ik herhaal het. Ik herlas van Velikovsky, deze namiddag, wat hij schrijft over de planeet Venus. Ik zeg en ik bezweer het. Je kunt er niet over oordelen - je hebt niet het minste recht het te doen - als je, je niet zelf de moeite heb getroost zijn ‘Worlds in Collision’ te lezen van A tot Z, zijnde 380 pagina’s.

     

    [1] Een jaar van 584 dagen is de tijd nodig voor Venus om terug te komen op dezelfde plaats van op aarde gezien, which is the synodical year. Venus zelf heeft 224.7 dagen nodig om rond de zon te gaan, which is the sidereal year.

     

    19-03-2020, 07:39 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    18-03-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De dichtbundel.

     

    Welke weg kan ik op vandaag en welke morgen, welke overmorgen? En eens ik weet waarheen, is het dan mijn volledige ‘ik’ die de weg zal volgen of blijft er een groot deelt achter in een hoek van het huis, bij een dichtbundel op de tafel, een hand groot, die ik regelmatig bij mij gehouden heb als ik hier of daar heen moest waar ik wist dat ik er kans maakte te moeten wachten.

    En het is de dichtbundel die het haalt vandaag. De gedichten zijn van Octavio Paz (1914-1998), Mexicaan, Nobelprijswinnaar, de titel ervan, ‘Piedra de Sol’, ‘Zonnesteen’[1].

    Het zijn gedichten die intrigeren, die rijk zijn aan woorden, passende en logischerwijze niet passende, maar de woorden staan er naast elkaar, inwerkend op elkaar, je leest ze en blijft je afvragen waarom ze er staan want er geen verhaal voor te vinden is. Verslavend bijna omwille van de noodzaak terug te kijken naar wat er een paar regels vroeger stond om enigszins te vatten wat er gezegd en vooral wat er verzwegen wordt.

    Het gedicht telt 584 regels, zijnde de 584 dagen van één Venus-jaar - de jaartelling van de oude Mexicanen was gericht op Venus, niet op de zon.

    De eerste zes regels van het gedicht lezen als volgt[2]:

    een wilg van glas, een populier van water,
    een hoge springfontein, door de wind gewelfd                                               ,
    een wel geplante boom maar een die danst,
    een loop van een rivier die slingert,
    voortschrijdt, terugwijkt, overstag gaat
    en immer aankomt: 

    De eerste zes regels zijn ook de zes laatste regels die aldus, opnieuw het ganse gedicht inleiden; Het is dus een gedicht zonder einde, zoals de tijd, Venus-jaar na Venus-jaar zonder einde noch begin, beide in elkaar verweven

    Ik heb tijdens al die jaren dat het in mijn bezit is, het gedicht doorlopen, passages die eventueel een doorbraak zouden kunnen zijn, onderlijnd, maar zonder al te veel succes. Het staat bekend als het mooiste liefdesgedicht dat ooit in Latijns-Amerika is geschreven. Maar kijk ik uit naar wat lijkt op een passage uit een liefdesgedicht, raar zijn de momenten dat ik liefde ervaar. Ook geen mysticisme, geen binding wat tot in het kosmische reikt. Het geheel is een verzameling van beelden die herkenbaar zijn als totaal niet herkenbaar samen genomen. Ik denk dat het is zoals een tastende vertaling van een Mayatekst, waar het werkwoord onzeker is:

    zo gaat het glanzende ogenblik dicht
    en wordt rijp tot binnen toe, schiet wortel,
    groeit diep in mij, neemt me volledig in beslag,
    mij verjaagt zijn waanzinnig gebladerte.
    mijn gedachten zijn slechts de vogels erop

    Wat vang ik hier mee aan, elk woord afzonderlijk gezien heeft een waarde, maar samen genomen blijft het een raadsel en is het in het raadsel dat het poëtische schuil gaat.

    En toch de bundel intrigeert me sedert jaren en blijft het me intrigeren, vooral omdat ik de oorspronkelijke Spaanse tekst erbij heb, om het poëtische beter af te lezen in de klank van de woorden, zo, wat hierboven in onze taal in de taal van Octavio Paz:

    el instante translùcido se cierra
    y madura hacia dentro, echa raíces,
    crece dentro de mí, me ocupa todo
    me expulsa su follaje delirante,
    mis pensamientos sólo son sus pàjaros…

    Of nog, en zo loop ik regel na regel af. Ik ben nu aan de vijver, de stilte van het woekerende leven om mij die me bevangt, die binnenglijdt in mijn aderen, in mijn bloed.

    Oh vida por vivir y ya vivida,
    tiempo que vuelve en una marejada
    y se retira sin volver el rostro,
    lo que paso no fue pero està siendo
    y silenciosamente desemboca
    en otro instante que se desvanece. 

    Wat vertaald staat voor:

    o leven om te leven en nu reeds geleefd, / tijd die weerkeert in een deining / en zich omwendt zonder het hoofd te keren, / wat gebeurde was niet maar is aanwezig / en mondt in volstrekte stilte uit / in een ander ogenblik dat verdwijnt.

    Hoe kom ik hier uit, als ik verder lezen ga, verzadigd of geledigd?

     

    [1] Octavio Paz : ‘Zonnesteen’ (tweetalig),uit het Spaans vertaald door Laurens Vancrevel, Meulenhoff, 1974; Derde druk 1996.

    [2] Un sauce de cristal, un chopo de agua, / un alto surditor que el viento arquea, / un àrbol ben plantado mas dansante, / un caminar de río que se curva, / avanza, retrocede, da un rodeo / y llega siempre ...

     

    18-03-2020, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    17-03-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nevelluchten

     

    Wandelen door mijn boeken, door mijn geschriften is wat me rustig houdt in deze dagen. Flitsen ervan, lichtpunten en schaduwlijnen die zich veropenbaren terwijl ik doende ben, nog niet klaar om aan mijn wandeling te beginnen. Het zijn de ogenblikken van voorbereiding om wat is van de dag, je behouden zult, afgezet op je blad: het beeld van de tijd van jou dat overblijven zal.

    Aldus komen over de weinige momenten over je klavier gebogen, veel geheimen zijn er niet aan verbonden, het is maar doodgewoon geworden: van de dag die ging wat gedachten die overblijven, vastgelegd in een som van woorden. Vereeuwigd, denk je, maar zo een vaart zal het niet lopen, maar toch, waarom schrijf je dan, waarom laat je je bekoren keer op keer?

    Van de kweepeer in de tuin zijn na de bladeren, de bloemen open gekomen, die bevrucht zullen worden, hopelijk door de wind want ik zie weinig bijen, vlinders, insecten nog, of kan het dat ik de natuur ga helpen met een penseel? Wat ook, de kweepeer zal doen wat haar te doen staat, vruchten voortbrengen. Ik, op mijn weg door het leven, heb hier geen andere rol te vervullen dan dag aan dag te volbrengen waarvoor ik hier nog ben, het enige dat ik nog van mij verwacht. En deze verwachting kan of wil ik niet beschamen, hoe moeilijk en hoe vreemd het ook moge zijn.

    Echter, het mag ook geen woordkramerij worden, het moet zinnig blijven. Des te meer dat ik weinig zeg over wat ik doe in mijn dag en aldus geen verhaal van mijn handelingen breng. Al gebeurt het wel heel sporadisch, ik blijf aangewezen op de wereld van mijn gedachten die alle richtingen uit willen gaan. Zo, eens te meer deze morgen, een morgen van nevelluchten en pakken geronde stiltes, ook wat het komende betreft.

    IJdelheid is het te denken dat ik nu grote dingen heb geschreven terwijl ik nog niets heb gezegd, enkel gepoogd te verklaren hoe vlot het soms gaat en op andere dagen, zoals deze, hoe moeilijk het is om volledig uit de actualiteit los te komen. Dit, terwijl ik hoor van een vriend  dat paus Franciscus  een ‘pelgrimstocht gemaakt heeft, door de lege straten van Rome, naar de kerk van ‘Santa Maria Maggiore’ om er te bidden voor het mirakeldoek van de ‘Vergine Salus popoli Romani’, volgens de traditie geschilderd door de Apostel Lucas. Hij wil aldus het coronavirus bezweren. Het is wel een groot risico dat hij neemt: helpen zijn gebeden en hij redt de Kerk, helpen zijn gebeden niet en hij zal een verklaring moeten vinden voor het doof blijven van de heilige Maagd.

    Het zou me verbaasd hebben echter, indien hij niets had ondernomen, als ik hoor hoe Italië er aan toe is.

     

    17-03-2020, 07:20 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    16-03-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gelezen worden, waar het om gaat.

     

    Meende ik het gisteren met wat ik schreef over tatoeages en baarden? Wel om eerlijk te zijn ik meende het à 50 % voor het eerste en 10% voor het tweede. Het was een idee die me onder het schrijven zo maar was te binnen gevallen; Waarom zou ik dit verzwegen hebben? ik zag er mogelijkheden in, veranderingen in de stijl van leven, die iets - wat dan ook - in beweging konden brengen en tezelfdertijd, er wordt zoveel geschreven over wat is en niet is;

    Wat de tatoeages betreft, ik zag een paar dagen terug, de vingers en de pols met een stuk arm, van Brécel, de Belgische snookerspeler. Hoe kan je met zo een beschildering op je hand en arm, de kunst van het snookeren, want een soort kunst is het, bedrijven. Hoe mooi ook getatoeëerd, ik vind het afschuwelijk op een deel van het lichaam. Dat Wim Delvoye het gedaan heeft op varkens in China is zijn zaak maar het zijn dergelijke ongewoonheden die verrassen en opschrikken. Het zijn, alles bij elkaar genomen, excentrieke feiten die een beschaving niet nodig heeft om te bloeien, integendeel. Heeft dit iets te maken met het coronavirus? Ik weet het niet maar excentrieke feiten verdwazen en krijgen navolgers, misschien ook, in de wereld van de virussen.

    Ik weet het, ik ben duidelijk, meer dan duidelijk, van een andere, een al vergeten generatie. Mijn bindingen met wat was en voorbij is, liggen te diep geworteld opdat ik zo maar, nieuwe vormen - vooral dan in de kunstuitingen - zou aanvaarden, misschien kom ik er nog toe mits een inspanning. Want ik aanvaard al deze die ik ontmoet in de poëzie van vandaag, dan toch deze waar ik thans aan denk, deze van Hertmans, deze van Auster.

    Waarom het zo is, heb ik wellicht al geschreven, maar hun woorden, hun verhakkelde zinnen roepen achterliggende beelden/gedachten op die ik als poëzie ervaar.

    Ik kan er ook Neruda aan toe voegen, of Lorca als deze in een speels gedichtje: de vraag stelt aan het ‘arendje’: ‘aguilita ¿ donde està mi sepultura’? Alsof Lorca het wist dat zijn graftombe nooit zou gevonden worden.

    Ik heb het gevoel als ik schrijf dat samen met mij de ganse wereld aan het schrijven is en blijft schrijven; dat het schrijven nooit gaat stil vallen, zoals het schilderen, zoals het componeren niet. Dat het uitingen zijn van de geest die we niet het zwijgen kunnen opleggen. Het zit in ons om ons te veruitwendigen, ons bloot te geven, te zeggen wie we zijn en wat we denken in de eenzaamheid van ons zijn.

    We willen kleur geven aan de stilte omheen ons als we ons concentreren op het woord dat leeft in onze gedachten. Dat opwelt in ons, om vorm te geven aan wie we zijn, opdat er van ons een beeld, een afdruk zou aanwezig zijn op andere plaatsen waar we waren, tot op plaatsen waar we anders nooit zouden komen. We wensen ons te vermenigvuldigen, we wensen te zijn op zovele plaatsen in zovele huizen die we niet kennen, in zovele treinen, zovele vliegtuigen, zovele boten op de oceanen.

    Ik las ‘Dokter Zhivago’ op de trein die me lang geleden, elke morgen van Antwerpen naar Brussel bracht. Ik las hem in de morgentrein en las hem in de avondtrein. Pasternak zal het nooit geweten hebben, maar het zal een wens van hem geweest zijn.

    Ik ook wens gelezen te worden in de trein, in de morgen, in de avond, in de nacht.

    16-03-2020, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    15-03-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Se non è vero

     

    Het is geen afdruk van een foto wat we schrijven, zo vlug gaat het niet dat we een pak woorden klaar zouden hebben en deze met een druk van de hand zouden neerzetten op ons blad. Achteraf lijkt het wel zo, maar zo is het niet. We ondervinden dit dag na dag, het is een struggle met het woord. Voor anderen is het een struggle met klanken en intonaties, voor nog anderen een struggle met kleuren en subtiliteiten. Elke creatie is van de mens die leeft, zoals elke plant, een vorm, een uitdrukking is van de Kosmos die levend is tot in zijn verste sterrenstelsels.

    De creaties van de mens vloeien voort uit het creatieve karakter van de Kosmos, kennen eenzelfde oorsprong, eenzelfde geladenheid, situeren zich op het zelfde vlak, maar dan op de schaal van de mens, zoals hij er staat in de Kosmos, heel miniem, heel broos, heel vergankelijk.

    Dankzij ‘Eos Wetenschap’ via Google, krijgen we kennis van het resultaat van de Hubbletelescoop gericht op een, om het even welk punt in het Universum, om, naarmate de telescoop verder inzoomt, te zien hoe uit dit punt ontelbare sterrenstelsels te voorschijn komen en wellicht is hiermede nog niet het einde van het Universum bereikt. Het is van uit deze optiek van oneindigheid dat we opereren hier op deze aarde, onwezenlijk klein amper bestaande.

    Het is maar dat we duidelijk zien kunnen welke onze betekenis kan zijn hier, als mens aanwezig in dit voor ons onoverzichtelijk Universum. Stoffelijk gezien zijn we heel weinig, maar dankzij de geest in ons zijn we heel veel, zijn we het maximum dat we kunnen zijn.

    Het beeld dat ik ontvouw, mens versus Universum heeft vandaag meer dan ooit, een miniatuur spiegelbeeld: het leven van de mens op aarde en het leven van de virussen op aarde. Verhoudingsgewijs is de afstand tussen beide dezelfde.

    Ik bedoel dat de aarde van de mens staat tegenover het Universum, zoals de virussen op aarde staan tegenover de wereld van de mens. Eén feit hebben virus en Universum zeker gemeen, ze overstijgen ons op elk gebied.

    In een dergelijke wereld waar op een gegeven ogenblik van overal plots ‘be-etste’ lichamen, opduiken is het niet zo verwonderlijk dat er ook, plots, ‘behekste’ virussen opduiken die even moeilijk te verwijderen zijn als de graffiti op de lichamen. We kunnen er ook de plots opduikende baarden, verzorgde en vooral onverzorgde, aan toevoegen. Misschien zijn het deze lichamen - de beschilderde en de bebaarde - die in quarantaine zouden moeten gaan omwille van de plaatsen op hun lichaam waar de virus zich gemakkelijk nestelen kan.

    Of lap ik er zo maar iets uit?

    In elk geval het zou het bewijs kunnen zijn dat de wereld - of noemen we het, het universum - van de virussen even verrassend heeft gewerkt met het ontstaan van een totaal nieuwe virus als het massaal opduiken van de beschilderingen van het menselijk lichaam, en wellicht ook de aanwas van de baarden. Ook de virussen hebben zich op hun beurt in andere vormen, als men van vorm spreken mag, willen tonen.

    We worden dus in het oog gehouden, onze (buitensporige) handelingen kennen dus nu hun (buitensporige) gevolgen in de wereld van de virussen.

    Se non è vero, è ben trovato : het is zondagmorgen half april.

     

    15-03-2020, 07:51 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    14-03-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Moeilijke tijden

     

    Het worden moeilijke tijden, het worden dagen van onheil, maar ik laat alle narigheden aan mij voorbijgaan en ik stel me op binnen in mijn eigen wereld waar ik me vrij en onbevangen voelen wil, op een weg met sporen, zoals een veldweg met sporen diep in de aarde, van karren getrokken door paarden, maar dan ver in de tijd, een tijd die ik me nog herinneren kan.

    Ook het leven in de natuur gaat hieraan ongestoord voorbij, als ik zie hoe omheen mij het leven herneemt. Wees dan niet verrast als we de natuur willen volgen. Als we ons bewegen waar we ons altijd hebben bewogen tussen de grote dichters der aarde, en we Saint-John Perse aan het woord laten die in één zin de geschiedenis van een bos verhaalt:

    ‘Les graines flottantes s’ensevelissent au lieu même de leur atterrissage, il en naîtront des arbres pour l’ébénisterie’

    En is het geen bos, het is de geboorte ervan en de bestemming ervan. Het zijn een paar versregels over het leven van de natuur, over de kiemkracht in het zaad aanwezig die plots onder de impact van de kosmos wordt opgewekt en waaruit een plantje ontstaat, een duim groot, die de golven om zich heen aftast - het is Rupert Sheldrake die dit schrijft - om te weten hoe het verder groeien moet.

    In den beginne, zoals elk begin, een vortex van leven die zich ontplooit en na ‘n’ maal de aarde om haar zon, boom wordt, zijn zaden rondstrooit en, uiteindelijk, aldus Saint-John Perse, uitverkoren wordt door een handige als creatieve geest om meubel te worden dat in een of andere woning of kasteel zal worden opgesteld.

    Dit is het eenvoudige verhaal van een wonderlijk gebeuren dat zich zonder ophouden voordoet sinds mensenheugenis. We kijken ernaar van op afstand, de diepere zin ervan raken we enkel met de voelhorens van onze geest. We nemen het ‘for granted, we stellen er ons geen vragen bij, het is maar wat het is, de groei van een boom uit een beukennoot, uit een eikel, een van de grote miskende wonderen van de natuur.

    Voor wie nemen we ons wel?

    Ik heb hier vrienden die de bossen, die de velden aflopen. Ze voelen zich erbij betrokken, ze weten het van de bomen, zoals ze het weten van de minste bloem in de minste grachtrand, in de minste hoek van de weide. Lopen ze niet rond met de camera in de hand, ze lopen rond met de geest open, ze ruiken het land, ze ruiken de bomen, ze ruiken de lente in de minste van de knoppen die op het openbarsten staan, met een droge onhoorbare knal, maar de knal moet er zijn.

    Ik, bijna geïmmobiliseerd, volg hen in hun beschouwingen, ik wandel met hen mee in de woorden die ze achterlaten, in de foto’s die ze mededelen.

    Dit alles wou ik benadrukken vandaag, vertrekkende van uit enkele versregels, van een groot poëet, versregels die (misschien) ontstonden: ‘à l’angle peut-être d’un Jardin Public, ou bien aux grilles effilées d’or de quelque Chancellerie’.

    Het kan allemaal, dichters zijn anders dan anderen.

     

    14-03-2020, 07:17 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    13-03-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Laatgotisch

     

    Ik klamp me elke morgen vast, soms aan een strohalm, om mijn blog te beginnen. Ik had er nog niet aan gedacht maar het is telkens, een bevalling op kleine schaal en van een bijzondere aard die ik doormaak. Heden ten dage moet ik in afzondering gaan, moet ik het coronavirus laten waar het is, tussen de wolken. Wat niet zo evident is als ik rekening houd met de impact die dit virus zou kunnen hebben/verwerven op mijn/ons gemoed. Ik, vanuit mijn schuilhoek voel het zo aan wat ik ook bedenk, ik blijf geconfronteerd met de wolk virussen die overal kan opduiken.

    Hoe bevrijd ik me ervan, heeft het nog wel zin over iets te schrijven, normaal verder te gaan, als we bedreigd worden zoals dit vandaag het geval is, zelfs indien het maar schijnbaar zou zijn en voor een groot deel opgepept tot overhaaste beslissingen.

    En ook, wat ik ook schrijf, het zal gelezen worden met de schim van een pandemie op de achtergrond, wat het ook moge zijn, het mooiste gedicht, het strafste verhaal, het simpelste gebeuren, het zal onvermijdelijk doordrenkt worden met wat aan het gebeuren is in de wereld. Vergeef me als ik de dingen zie zoals ik ze zie, het ligt niet in mijn aard pessimist te zijn of te willen overkomen als pessimist.

    En het is precies vandaag, dat ik in een oud ‘page a day diary’ van de ‘Economist,’ waarvan ik vannacht de lege pagina’s heb gebruikt om mijn lange aanhef te schrijven - hier overgenomen - een essay van februari 2004 terugvind met de titel ‘Laatgotische gedachten’, Ingeleid als volgt - noteer evenwel dat ik de tekst van toen, op enkele plaatsen gevoelig gewijzigd heb:

    Omdat omheen de zichtbare wereld, de onzichtbare wereld van de geest zich wentelt en keert en hoog levend is;

    omdat gedachten vragen om te worden vastgezet en aldus bewaard te blijven voor niet enkel lang erna, maar hopende, hopende, zoals Ovidius, voedingsbodem te zijn;

    omdat zoveel nog te lezen is, te begrijpen is, te verwerken is;

    omdat de geest, ondanks elk beletsel, ons wakker houdt en opgedane ideeën zich blijven verdiepen en vernieuwen;

    omdat het grote mysterie van het ‘zijn’ ons oneindig veel facetten toont en een andere lichtinval onze geest soms overhoop haalt;

    omdat we vermoeden dat de Grote Levende, die zich ’IK BEN’ noemt, onopgemerkt, onverklaarbaar, onvoorstelbaar, ontegensprekelijk, negenennegentig maal niet is wie we denken dat Hij is;

    omdat vooral, omdat vooral George Steiner ons wakker schudde in zijn ‘Logocrates’ met die ene losse zin die onze wereld kantelen deed: ‘La mort, je le sens, sera chose intéressante.’[1] En we hem hierin volgen.

    Om al deze redenen, deze laatgotische gedachten. Gotisch omdat de gotiek verwijst naar de geest, naar het metafysische, naar het transcendente, naar het sacrale.

    Het coronavirus heeft hier geen vat op, haalt deze gedachten niet neer of vermindert niet de impact ervan. Het is van een andere wereld, deze van het zichtbare. We hebben het immer, waar het mogelijk was, gehad over de onzichtbare wereld. We zullen deze blijven bewandelen en die andere zoveel mogelijk laten waar hij is.

    Dit ook zijn laatgotische gedachten.

     

    [1] George Steiner: ‘Les Logocrates’, Ed. L’Herne, 2003, p.182.

     

    13-03-2020, 07:24 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    12-03-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Le Sacre du Printemps en andere muziek

     

    Ik wil, ik heb geen andere keus, naar vroeger.

    Ik vond tussen mijn boeken het programma terug van ‘la Boîte à Musique’, een tearoom (destijds) naast ‘les Beaux Arts’ : ‘Tearoom ouvert tous les lundi et mercredi de 16 à 18.30 heures, rue Ravenstein, 17, Bruxelles 1’.

    Ik lees, dat er op 19 januari op het programma voorzien is: ‘Le Sacre du Printemps’ de Igor Stravinsky, dirigé par l’auteur, avec commentaire par l’auteur en anglais, mais nous distribuerons des traductions françaises. (Phil. AL 1469).

    Het jaar staat niet vermeld en ik heb het er niet aan toegevoegd, de herinnering eraan, het feit zelf er toen aanwezig te zijn hoefde geen tijd, het waren blijvende ogenblikken, en het is alsof er nog altijd een deel van de ’mij van toen’ aanwezig is tussen de bladen van het programma.

    Het was niet mijn eerste kennismaking met ‘le Sacre’ van Stravinsky. Ik had deze muziek leren kennen, als totaal nieuw voor mij, de dag dat ik, in Aalst, goed bevonden werd om mijn militaire dienst te vervullen; ook de dag dat ik ‘Spiegel der zee’ van Karel Jonckheere heb gekocht; ook de dag dat ik naar ‘Fantasia’, de film van Walt Disney, ben gaan kijken en, wellicht voor het eerst - wat kende ik toen, ‘eine kleine Nachtmusik’ van Mozart? - kennis maakte met Bach, met Beethoven, met Moussorgski, met Dukas, Ponchielli, Tchaikovsky, een voor mij toen, totaal onbekende wereld die zich ineens opende en me met verstomming (het juiste woord) sloeg. Ik ben diezelfde dag teruggegaan om de film een tweede maal te ondergaan, zodat ik er buiten gekomen ben als een ander iemand.

    Ik denk dat het Bach en vooral de ‘Sacre du Printemps’ van Igor Strawinski is geweest die me die dag, ondanks het (militair) onderzoek, het diepst getroffen heeft, omdat ik niet wist dat dergelijke muziek kon geschreven worden, kon bestaan.

    Hoe mijn reacties zijn geweest die dag van een 19 januari in de tearoom, met de stem en de muziek van Strawinski herinner ik me niet meer, ze was trouwens zonder belang, van belang was de persoon die me toen vergezelde.

    Dit alles om te zeggen dat met de film ‘Fantasia’, met ‘le Sacre du Printemps’, met ‘een Nacht op de Kale Berg’, met ‘de Pastorale’, met ‘Toccata en Fuga’ van de eeuwige Bach, zich in mijn leven een totaal onbekende wereld opende, een wereld die zich niet meer sluiten zou. Ik was van dan af verloren voor de klassieke muziek, en vandaag meer dan ooit. Het is mijn geschiedenis, in a nutshell, wat de klassieke muziek betreft.

    Ondertussen is ‘le Sacre’ voor mij een lijfstuk geworden en heb ik begrepen dat het ballet van Strawinski baanbrekend moet geweest zijn. Groepen in Parijs bij de première in 1913 , kwamen in opstand er tegen, en vonden het een ‘massacre’.

    'Le Sacre' vertoont voor mij gelijkenissen, hoewel vijfentwintig jaar vroeger, met Picasso’s ‘Guernica’, even gewelddadig en even poëtisch. Beide zijn baanbrekend, intrigeren en houden ons bezig omdat het twee hoogtepunten zijn, ontstaan uit een sublimatie van geest in de mens.

    Het beluisteren van 'le Sacre' verrast me nog steeds en houdt me in de ban. Wat niet belet dat ik ook nog steeds verrast wordt door Beethoven, door Bach, door Mozart, door Mahler. Niet dat ik Debussy of Ravel of Chopin of die honderd andere niet vernoemen wil of kan. In feite is elke vorm van klassiek welgekomen tot Carl Orff en zijn ‘Carmina Burana’, tot ‘Spiegel im Spiegel’ van Arvo Pärt. Tot Bartók en zijn ‘Sonate voor twee piano’s en slagwerk'; tot wat ik hoorde om 03.30 deze morgen - ik was, met de radio nog open, in slaap gevallen - een symfonie van Brahms.

     

    12-03-2020, 07:52 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    11-03-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Iets dat nakend is

     

    Ik kom elke avond na 23.00 terecht in het programma ‘Late Night Lab’ van Klara, met muziek dat eerder kakofonisch overkomt dan klassiek; muziek die uit het labo komt, met elementen uit het geruis van de wereld afgewisseld met atonaliteiten uit de meest diverse instrumenten. Gisteren, na een bewogen dag, ben ik overgeschakeld van 90.40 VRT naar 91.20 RTB en ik voelde me er goed bij. Ik weet nu waar ik heen kan als Klara me niet voldoet als ik haar het meest nodig heb.

    Ik signaleer het maar, je weet nooit of er zijn die naar het ‘Late night lab’ programma luisteren en er even verloren als ik uitkomen, trouwens ik vraag me af wie er naar luistert en welk genot ze er in vinden om er hun dag mee af te sluiten.

    Zeg ik ook dat ik gisteren verrast was door de tekening die Daniël me stuurde, ze kruiste mijn ontmoeting met het werk van Sorolla op het gepaste ogenblik. Echter de tekening werd te gereduceerd opdat het lichteffect erin naar waarde zou kunnen gezien worden, maar een vergroting ervan tot postkaart formaat, geeft er een excellent beeld van.

    Zeg ik nog dat ik niets anders weet te vertellen deze morgen, dat mijn gedachten geblokkeerd worden door een slechte nacht, zoals Italië door het coronavirus wordt geblokkeerd.

    De tuin in de regen is mijn toevlucht, de wind in de ceder mijn hoop op beterschap, mijn hoop op een opening in de wolken van mijn gedachten maar er zijn enkel de regendroppels die op het raam blijven kleven. Je weet niet hoe arm ik me voel op momenten zoals deze, hoe ik totaal losgeslagen ben van wie ik gisteren nog was en de dagen ervoor; je weet niet hoe machteloos ik me weet, hoe ineengedrongen.

    Ik kan me er niet tegen verzetten, ik kan alleen maar ondergaan en stil blijven, zoals de kei die nog altijd naast mij ligt, zo rond als een tennisbal.

    Ik weet waar ik hem vond, in welke bedding van welke bergstroom, een dag van zon, een dag van geluk wellicht. Ik kan hem in mijn handen nemen maar ik raak hem niet aan, wil hem niet bezoedelen met wie ik nu maar ben. Maar ik zie dat hij me aanstaart, dat hij me iets vertellen wil van de dag dat ik hem opraapte op de kant van de bedding die droog gekomen was, half verscholen in een struikje génépi. Verbazend hoe kleine, niets zeggende gebeurtenissen het halen op andere die de gang van je leven wijzigen. De kei die ik opraapte is er een voorbeeld van, wat meer is, hij is licht dooraderd, alsof de hartlijn ervan bloot gekomen was.

    Ik vraag me af wat er met hem zal gebeuren als ik er niet meer zal zijn, zal hij gevonden worden en behandeld zoals ik hem behandel? Ik vrees van niet als ik hem bij leven niet doorgeef aan Margot, mijn jongste kleinkind gaat hij verloren, ik weet dat zij hem bewaren zal alsof het een parel was.

    Een tijd geleden was er een andere steen die er uitzag als de kop van een vis, met het oog er duidelijk ingekrast, ik vermoedde stellig dat het een prehistorische steen was die ik gevonden had op de grenslijn van het strand in Koksijde. Ik heb die lang bij mij gehouden als een talisman tot ik erover gedacht heb zoals ik nu over mijn kei denk en hem geschonken heb aan Arnaud, mijn kleinzoon en petekind, hem op het hart drukkend dat het zo maar geen alledaagse steen was.

    Ik zie dit geschrift, nu er staat wat er staat, als een voorspel op wat nakend is..

     

    11-03-2020, 07:35 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    10-03-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Joaquin Sorolla
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

     

     

    Wat Joaquín Sorolla me leert.

    Er bereiken me van uit alle windstreken bemoedigende mails die soms een grote hulp zijn op dagen dat ik weinig te vertellen heb en waarbij een idee me zo maar in de schoot geworpen wordt. Zo de vriend die me de link hierna stuurde weze bedankt, ik vond er voldoende inspiratie in om eens te zeggen wat ik al lang zeggen wou over de ‘stunteligheid’ van de hedendaagse kunst:

    https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2019/03/19/kent-u-sorolla-vergeten-spaanse-meester-van-het-licht-schitte/

    Het leert ons alles over de tentoonstelling in de Tate Gallery in London, gewijd aan het werk van een voor mij, en voor velen, totaal onbekende Spaanse schilder Joaquín Sorolla (1863-1923). Bij leven was deze ‘impressionistische’ schilder enorm populair, echter ik vind het enigszins vreemd dat het precies de Tate Gallery is die de ‘Meester van het Licht’, zoals hij werd genoemd, onder het stof vandaan haalt. De link naar de Tate Gallery is van een grote hulp in dergelijke aangelegenheden, want we hoeven ons niet te verplaatsen, ik toch niet, om een ruim, zelfs te ruim, overzicht te krijgen over zijn werk. Ik besteedde er bijna een uur aan, en nog meer aan mijn blog.

    Ik aarzel evenwel zijn werk impressionistisch te noemen, het heeft eerder voor mij een te klassieke vorm om zuiver, Renoir, Degas, Monet, Turner of anderen te volgen. Maar zijn werk is ontegensprekelijk een streling voor het oog - om het even klassiek te zeggen - waarin het licht de rol speelt die het krijgen moet.

    Hoe het opgevangen wordt, hoe het beleefd wordt in deze tijden waarin het werk van Luc Tuymans bij ons wordt opgehemeld, en welke besluiten er uit getrokken worden is me onbekend. Maar het verheugt me vast te stellen dat het werk van Sorolla getoond wordt en wel als grote en vergeten kunst, waarbij schoonheid en stielkennis het hoge woord voeren. Wat nu precies geen kenmerken meer zijn van wat vandaag als kunst wordt opgevoerd.

    Het is een woord dat ik zelden gebruik, maar als ik dergelijke kunst ga afwegen tegenover deze die vandaag aan bod komt dan moet ik stellen dat het ‘stuntelige’ het haalt op het 'hoogstaande', en dat ik er moet mee leven. Ik moet leren de kunst te smaken van het stuntelige, dat is waar het heden op aan komt in de wereld van de kunst. En dit is iets waar ik het moeilijk mee heb als ik een vergelijking aanga met het werk van Sorolla.

    Nu ik het had gisteren over het wonder van de geest, heb ik het heel moeilijk te spreken over het wonder van de kunst van heden, terwijl ik het woord wonder en wonderlijk, wel gebruiken kan en goed gebruiken voor de kunst van Sorolla.

    Echter, het moet gezegd, dat er ook bij ons, gelukkig, grote uitzonderingen zijn wat de kunst van vandaag betreft, als ik er de tekening bij haal in het begin van mijn blog van een groot kunstenaar van bij ons, Daniël Janssens.

    Ik, ik heb er geen woorden voor maar ze verdient de Tate Gallery.

    (Daniël Janssens schrijft over zijn tekening: ‘Het is ook mijn moeilijkste tekening geworden.  Zowel de structuur van het textiel combineren met het serene van het gelaat en daarbij het licht dat doorschijnend de tekening beheerst, is in feite niet te tekenen. Alleen Van Eyck kon dat.’)

     

    10-03-2020, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    09-03-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het wonder dat de geest is

     

    Ik ben niet zinnens uit te weiden over de enigmatische gietijzeren kuip gedragen door twaalf gietijzeren ossen, gevuld met water, opgesteld naast de tempel van Salomon, duizend jaar voor onze tijdrekening. Ik zelf denk dat ze functioneerde als een immense spiegel om de beweging van de sterren en de planeten te kunnen vaststellen en optekenen, maar wie ben ik om zo iets te denken. Wat ook, zoals ze beschreven staat in ‘I Koningen’ is het een rariteit, een van de zovele uit de Bijbel waar we ons blind op staren, of dan toch zij die met de Bijbel begaan zijn en ik reken me een onder hen.

    Aldus blijkt het dat het maar een stap is van het coronavirus naar de tempel van Salomon, over Prévert, over Maussane-les-Alpilles; dat onze geest zich verplaatsen kan naar vele plaatsen tegelijk en, dat het voorbije gekapseld zit in een tijdloosheid waar alles in één punt - a rosebud -verzameld schijnt en toch uiteengerafeld lijk we het willen.

    Het verbaast me dan ook niet dat Thomas, die in zijn Evangelie de wijze woorden van Jezus - de man uit het Oosten - heeft verzameld, zegt ons in zijn logion 29, wat Jezus weet over de geest[1]:

    Jésus a dit:
    Si la chair s’est produite à cause de l’esprit,
    C’est une merveille ;
    Mais si l’esprit s’est produit à cause du corps,
    C’est une merveille de merveille.
    Mais moi je m’émerveille de ceci :
    Comment cette grand richesse
    S’est mise dans cette pauvreté. 

    Hoe kan het dat in dit armoedig lichaam het wonder van de geest aanwezig is; Hoe is die er gekomen als hij er niet zou geweest zijn van in den beginne, van vóór den beginne zelfs.

    Dat het lichaam ontstaan is uit een evolutie is te begrijpen. Is te danken aan het toeval leert Jacques Monod. Ik laat het hem, het lichaam, maar dan, Heer Monod, vanwaar de geest in dat lichaam, de geest die niets lichamelijks heeft of is.

    Onze man, Jezus, die de kruisdood stierf, opgeleid, opgevoed in het Oosten, voor hem was het geen toeval, het was het wonder van het wonder. En zo zie ik het ook.

    En ik blijf het herhalen tot vervelens toe. Ik blijf het herhalen tot er iemand opstaat om me te zeggen, met voldoende bewijzen omkleed, dat ik verkeerd ben, dat de geest ook een gevolg is van de evolutie, maar dan vanwaar kwam de sprankel geest in de eerste stofdeeltjes die er moeten geweest zijn, en er ook waren, in den beginne, stofdeeltjes die wisten hoe zich te gedragen om uit te komen tot atomen en moleculen

    Ik herhaal dit regelmatig, telkens er toe gekomen via een of andere weg: alles is geest, alles wordt gestuurd door de geest, ook het coronavirus, ook het gedicht dat ik gisteren meende te moeten opnemen in mijn blog.

    En alles heeft zin, de zin van de geest in alles, tot in de kei op mijn tafel voor mij. 'Ik zie, als ik er lang naar kijk, de beweging van de atomen erin', zou Rudolf Steiner de theosoof, gezegd hebben.

    En ik wil hem geloven.

     

    [1]L’Evangile selon Thomas’. Traduction, Présentation et Commentaires de Philippe de Suarez. Editions Métanoïa, Marsanne- Montélimar, 1975

    09-03-2020, 06:22 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    08-03-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. Compensatie

     

    Ik laat het coronavirus zijn werk doen, ik zet het op zij hopende dat het vertrekken zal zoals het gekomen is, ook, ik heb er niets aan toe te voegen, niets ervan weg te nemen. Het drijft in de lucht, het verplaatst zich en we staan machteloos.

    Maar, ik zegde het al, een vriend stuurde me een ‘gedicht’, een eerder ondeugend eigenlijk, een gedichtje van Jacques Prévert, van zoals hij zichzelf noemt, l’homme qui ment monumentalement. Het was me niet onbekend, ik gebruikte het reeds in een van mijn blogs in het (verre?)verleden:

    Une orange sur la table
    Ta robe sur le tapis
    Et toi dans mon lit
    Doux présent du présent
    Fraîcheur de la nuit
    Chaleur de ma vie. 

    Ik heb helemaal niets tegen Prévert, integendeel, maar ik vind dat de twee laatste regels er te veel aan zijn, neem ze weg en het gedicht krijgt iets Chineesachtig, laat ze staan en het spontane erin verbleekt. Zo gaat het met overbodige dingen. Ik, let er wel op, maar niet altijd vrees ik. Ik vond een bundel teksten (19 pagina’s) terug, het relaas van een verblijf in Maussane-les-Alpilles, gedateerd november 2005, omvattende, enkele gedichten en een verhaal over een enorme kom in gegoten ijzer gevuld met water die rustte op twaalf ossen, drie ossen gericht naar het oosten, drie naar het zuiden, drie naar het westen en drie naar het noorden. Deze kuip stond opgesteld naast de tempel van Solomon (I Koningen: 7: 23-25). In meer was er een gedicht geïnspireerd op het huis van vrienden, een villa, waar we verbleven, een over ‘Les Beaux de Provence bij valavond’, een over ‘Saint-Remy-de-Provence’, en een ‘le Mas des Anges’ dat ik je mede delen wou, als compensatie voor wat ik gisteren schreef.

    Le Mas des Anges was een villa gelegen buiten het dorp, middenin een veld olijfbomen, de woning van een kunstenaar We waren er in de voormiddag het licht getemperd, ingebed tot stilte door de olijfbomen die tot aan het huis kwamen, Ik vond het een droomhuis en onmiddellijk stolde zich een zin in mij: ‘Ai-je rêvé un rêve qui m’a pris à la gorge…’

    In de namiddag zijn we naar Saint-Rémy-de-Provence gereden, waar de kunstenaar, de bewoner van de 'Mas des Anges' een winkeltje had, waar zijn werken te koop stonden. Bladeren van wijnstok in klei verstijfd, geelgroen gekleurde ‘cigales’ op de tafel neergezet, knoppen ook van rozen, met bladgoud belegd. Maar de zin verliet me niet. Dagen is het beeld van het huis, het getemperde licht en de stilte van de olijfbomen er omheen, me bijgebleven, maar de zin verliet me niet, verliet me niet.

    Le Mas des Anges: 

    Ai-je rêvé un rêve
    Qui m’a pris à la gorge,
    comme un vertige
    qui me poursuit ? 

    Ai-je rêvé
    la soudaineté d’un instant
    d’y revenir
    d’y revenir et d’y prendre racine ? 

    Ai-je rêvé
    un bref instant dont l’écho
    se prolonge comme la cinquième de Mahler,
    se prolonge comme l’écho sextuple
    sur la hauteur de Kawkaban (au Yemen),
    dont peu se souviennent. 

    Ai-je rêvé
    m’y vider du monde et de ses attributs,
    me vider du monde et renaître
    à une vie plus simple
    me métamorphosant en olivier. 

    Y ai-je rêvé d’un ora et labora
    Y laissant en paroles
    le meilleur de ce qu’un homme
    peut laisser derrière lui:
    des olives mûres
    d’esprit et de transcendance ? 

    L’énigmatique ‘Mas des Anges’,
    sorcellerie du peintre et du potier,
    un jour de printemps, à Maussanne,
    moi, rêvant un rêve
    a été ébloui un long instant
    qui se prolonge

    au-delà des temps.



    08-03-2020, 07:32 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    07-03-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Coronavirus

     

    In deze dagen van het coronavirus - ik kan er niet onopgemerkt aan voorbij gaan - heeft het binnenkomen van de lente weinig betekenis. Ik zie wel dat de kweeperenboom in de tuin, blad en bloesem krijgt en dat de bosjes kerstroos hun kracht en kleur nog houden, maar het overige ontgaat me en ontgaat aan de wereld, in de ban, voor het eerst in mijn bestaan, van een sluipende, slopende virus die toeslaat.

    Welke betekenis eraan geven: is het, het gevolg van, het leven op aarde dat zich roert, dat niet akkoord gaat met de wijze waarop het hier behandeld wordt?

    Men zou het kunnen denken, het zien als een straf, als een verdediging, of is het, het gevolg van een overbevolking waarbij de mogelijkheid tot het opduiken van nieuwe virussen vermenigvuldigd werd? Vraagtekens waarop geen antwoord.

    In elk geval als ik omheen mij kijk, als ik het effect ervan zie op de samenleving, scholen die dichtgaan, handen die niet meer gedrukt worden, manifestaties die niet doorgaan, bijeenkomsten die worden afgelast, dan wordt het duidelijk, de virus slaat heel hard toe. Het ergste is nog de mogelijkheid dat de economie stil zou vallen, stel je voor dat dit gebeuren zou.

    Ik, in mijn cel, in mijn uiterst kleine wereld merk er niets van, het gevaar toont zich niet aan mij, het verkeer blijft hetzelfde, de programma’s op radio en televisie blijven (voorlopig dan toch) dezelfde. Ik schrijf nog elke morgen mijn blog tot vandaag alsof er niets belangrijks gebeurde onder de zon, maar ineens zie ik in - een ogenblik toegegeven aan een zeker pessimisme - tot waar het de activiteit, het leven in een maatschappij voeren kan, kan ik me een klein beeld vormen welke de gevolgen zouden kunnen zijn als de virus vrije loop krijgt.

    Zie ik mijn leven niet in gevaar - ik bedoel niet meer dan anders - ik zie mijn dagelijkse geschriften in gevaar. Ik zie een toestand dat ik ze niet meer schrijven zal omdat de interesse ervoor verdwenen is, omdat we terecht gekomen zijn in een tijd van pest en cholera die onze geestelijke krachten uitdoven zal.

    Je zegt me, moet je daar over uitweiden, heb je niets anders te vertellen?

    Het is maar dat het me deze morgen bezig hield, meer dan om het even wat anders, meer dan de overige gedichten uit de bundel Chinese poëzie, meer dan de tentoonstelling over het werk van Van Eyck in Gent, waarover een vriend, een groot tekenaar à la Van Eyck, me zijn enthousiasme mailde. En, om eerlijk te zijn, en ik ben niet de enige heb ik gehoord, verrast door het afgelasten van de wielerkoers Strade Bianche in Italië, met de onzekerheid die ineens opduikt dat ook de Ronde van Vlaanderen, dat ook Parijs-Roubaix zou worden afgelast - niet dat ik zinnens was hier een blog over te schrijven - maar ze maken deel uit van mijn Mitsein, neem deze koersen (en het Europees kampioenschap voetbal) weg en het hart van velen - van de natie zelf - wordt getroffen.

    Ik dacht er deze morgen over na, dit geschrift niet te verspreiden, niet te zeggen hoe ik me hierbij voel en het te vervangen door het gedicht dat een vriend me stuurde, maar het is beter dat ik de tekst laat gaan, zo word  ik ervan bevrijd en morgen is een andere dag, een dag met andere woorden.

     

    07-03-2020, 07:29 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    06-03-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Chinese poetry.

     

    Je dacht aan een gedichtje vanmorgen, ik las het voor het slapengaan, in een bundel Chinese gedichten die ik uit zijn rek haalde, je weet maar nooit. Een paar versregels die hangen bleven, een (jonge) dame die haar ‘lover’ van de nacht verdwijnen zag in het morgenlicht. Veel was het niet, ‘un fait divers’, een Chinees gedicht is nooit veel, maar is steeds voldoende om er te staan als een tak lentebloesems in een vaas, in een kamer waar weinig meer is dan die vaas met die bloesems:

    Nightfall. He jumped over the hedge.
    Daybreak. He opened the gate and went out.
    He has taken his pleasure
    And thinks no more of me. 

    Je weet het gebeuren, de dame voor haar venster in het vale licht van de kamer, kijkend op de rug van de man die even ervoor nog naakt bij haar lag en nu, ze voelt nog de warmte van zijn lichaam, een schim die verdwijnt in de morgennevel en haar al vergeten heeft, misschien denkend aan een andere waar hij zich heen haast.

    Vreemd hoe dit beeld me bezighouden kan: het gedicht kwam terug toen ik luisterde naar de Klavierstücke van Johannes Brahms. Wat eenzame noten muziek die me amper raakten omdat ze kwamen toen ik nog half in slaap was en voorbij waren voor ik er naar geluisterd had, maar de laatste regel van het gedicht kwam in mijn gedachten en wellicht - hoe bestaan we? - dacht ik meer aan de woorden ervan dan aan de muziek van Brahms.

    ‘Anonymous’ staat eronder. Het gebeurde, duizend jaar geleden, wellicht nog elke dag, is er iemand die achterblijft en een andere die wegijlt. Want, leert ons de Eccléasticus: ‘Ce qui a été c’est ce qui sera; ce qui est arrivé arrivera encore. Rien de nouveau sous le soleil.’

    Ik had ook een ander gedicht kunnen overnemen, over een gebeuren dat dat me ook ooit - niet dit hierboven - overkwam:

    Reading in the heat of noon
    I grow sleepy, put my head
    On my arms and fall asleep.
    I forget to close the window
    And the warm air blows in
    And covers my body with petals.

    Even anonymous als het vorige. Het overkwam me ooit aan de vijver, op het terras, Ik was aan het lezen in dezelfde bundel Chinese gedichten toen ik me even liet gaan en de ogen sloot. Toen ik ontwaakte was ik bedekt met de kroonblaadjes van de wilde kerselaar.

    Meer was het niet, maar het gebeurde. Ik heb er echter geen gedicht over geschreven, het scheen me onbelangrijk toen - een duizend jaar geleden wel - al weet ik nu dat het een groot gebeuren was voor een man van mijn leeftijd. Maar eigenzinnig als ik was en nog ben, zag ik het niet en nu is het te laat, zoals het voor heel wat dingen nu te laat is.

     

    Geraadpleegd:

    -‘Love and the turning year, one hundred more poems from the Chinese’: Kenneth Rexroth. New Directions books, 1979.

    - L’Ecclésiaste, Un temps pour tout’, traduit de l’Hébreu et commenté par Ernest Renan, Arléa, novembre 1990.

     

    06-03-2020, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    05-03-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Niets nieuws onder de zon.

     

    We schuiven de maand in, weliswaar, we staan nog maar in de beginfase ervan maar ik weet hoe het gaat, ik maak het elke maand mee. Wat me telkens verbaast is dat de maand zo vlug voorbij is, én evenzeer, dat ik het niet alleen heb overleefd, maar er ook in geslaagd ben het einde ervan te halen, ook wat mijn dagelijkse blog betreft, terwijl het elke morgen een zoeken blijft, een poging om mezelf te verrassen, zoals gisteren, met een Schillertekst die al maanden naast mijn pc lag.

    Zo is er voor alles een tijd, zoals het geschreven staat in de Ecclesiasticus. Er staat ook dat er niets nieuws is onder de zon, wat misschien waar was in het verre verleden, maar vandaag anders moet gelezen worden als ik zie en hoor wat er gebeurt in de wereld en we er met de neus opgeduwd worden.

    Echter, ik denk dat er met ‘nieuws’ iets anders werd bedoeld, omdat we vandaag, wat de essentie van het leven en de dood aangaat, nog even ver staan dan voorheen; dat onze zoektocht nog altijd over dezelfde paden loopt en dat we nog steeds onwetend zijn waar we heengaan als onze tijd is opgebruikt. Vooral in deze aangelegenheid is er nog geen nieuws tot op heden, we blijven gissingen rond strooien. En, het stoort ons schijnbaar niet, we voelen er ons zelfs goed bij.

    Je moogt het weten, maar ik denk dat het beter is niets met zekerheid te weten, het zou ons in slaap wiegen, en slaap dooft de geest uit, legt het belangrijkste van ons mens zijn plat, en wie zijn we dan nog wel?

    Het is de geest die de wereld in beweging houdt, meen ik ooit gelezen te hebben in de Kabbala. Hier wordt niet bedoeld het evolutieproces dat zichtbaar aan gang is in de Kosmos, maar wel de innerlijke evolutie, deze die de geest in ons ondergaat en ons stuwt in de richting van een beter begrip van wie we eigenlijk (maar) zijn.

    Het volk van de Kabbala dat flirt met de geest van God in hen - hoeveel er zijn weet ik niet, maar ik denk dat ze eerder schaars geworden zijn - wegen op deze stelregel, onderhouden die stelselmatig tot het halsstarrige toe, zich afzonderend van de buitenwereld aan de Klaagmuur.

    Maar, vast geankerd in hun oude teksten op rollen, wijken ze geen duimbreed af van wat millennia ervoor werd opgetekend als de waarheid. Ze sluiten zich af van elke vernieuwing qua inzicht in de totaliteit van het ‘Erzijn’. Het is hun geest niet die de wereld in beweging houdt, integendeel hij is geblokkeerd in wat van hun voorvaderen is. Voor hen is er dus zeker niets nieuws onder de zon. En ze zijn niet alleen, ook de aanhangers van de Koran kennen de gebondenheid aan het oude.

    En ze zijn niet alleen, ook hier zijn er die geen duimbreed afwijken van wat ze altijd hebben gedacht over God, deze eerder antropomorfe van de Kerk, en die zich nimmer hebben afgevraagd of er geen andere zou kunnen zijn, een die reikt tot in het oneindige, tot in het eeuwige.

    We dromen erover, we hebben weinig anders om over te schrijven op dagen zoals deze.

     

    05-03-2020, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    04-03-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dreifach.

     

    Dreifach ist der Schritt der Zeit:
    zögernd kommt die Zukunft hergezogen,
    pfeilschnell ist das Jetzt entflohen,
    ewig still steht die Vergangenheit. 

    Friedrich von Schiller zocht inspiratie bij Confucius om deze wijsheid te verwerken in een gedicht, dat Franz Schubert later zou overnemen in een lied, een canon. Verleden, heden en toekomst, een drievoud, kreeg aldus een tweede drievoud, Confucius, Schiller en Schubert. Echter, wat het gedicht zelf betreft, is het wel zo dat die Vergangenheit stil staat, onbeweeglijk als een dode letter? Wel, ik denk het niet, het verleden roert zich, het blijft leven in ons. In mijn blog van gisteren liep ik over de bergpaden in de Valais, het gevoel dat ik er aanwezig was, was bij momenten hevig, zoals ik het nimmer geweten heb, zijn het de jaren en het weten dat ik die paden nooit meer bewandelen zal of was er nog een andere aanvullende reden, namelijk dat ik nu voor het eerst begrepen heb dat die paden van adel zijn - het woord komt van Stefan Hertmans - en werkelijk, dat ze van adel zijn. Al was het maar omwille van de ouderdom ervan, het zijn paden eeuwen oud, sommige, overgangen van de ene vallei in de andere, duizendjarig misschien, paden diep gegrift, lijk hartlijnen in de hand, in het hart van de aarde.

    Maar om terug te komen op die ‘Vergangenheit’, ondanks Confucius of Schiller, deze blijft zich roeren, het heden vermengt er zich voortdurend mee of, het verleden is de voedingsbodem van het heden, zoals het heden de voedingsbodem is van de toekomst.

    T.S.Eliot zegt het op zijn manier in de aanvang van zijn ‘Four Quartets’:

    Time present and time past
    Are both perhaps present in time future
    And time future contained in time past.
    If all time is eternally present
    All time is unredeemable… 

    De tekst van Schiller is een statische tekst, deze van Eliot - De ‘perhaps’ in de tweede lijn is er maar voor het ritme - is een actieve tekst. Hij zegt dat de drie fazen van de tijd zich vermengen in het nu en dat het nu niet te recupereren, ‘unredeemable’, is.

    Ze zeggen allebei het zelfde: Schiller schetst een toestand: er is wat is; Eliot een worden: wat is wordt en blijft wordende. Maar iets nieuw vertellen ze ons niet. We kennen voldoende het stramien waarin we vast geankerd zijn en waarin het ‘nu’ het bovenste punt is van een opstaande kegel. Wat voorbij is zijn de wanden van de kegel, en het nu-punt schiet almaar door, verder de hoogte in, de toekomst binnen die bepaald zal worden door het steeds maar stijgende nu-punt, het ene punt dat eeuwig is.

    Ik schrijf dit. Dit is realiteit, dit is het nu-ogenblik, een ander dan het nu-ogenblik is er niet, kan er niet zijn, maar in dit eigenste nu-ogenblik gaat er een gans leven schuil én eveneens, in de humus ervan, een nog komend leven dat er al is in potentie. Wat wil zeggen dat het al verweven zit in de mazen van het nu-ogenblik. Zat het ook al verweven, in potentie, in het nu-ogenblik van de Big Bang? Neen, zul je antwoorden, dit kan niet.

    En toch, voor de auteur van psalm 139: 16 moet het zo geweest zijn. En ik keer terug naar mijn Bijbel van King James:

    ‘Thine eyes did see my substance, yet being unperfect; and in thy book all my members were written, which in continuance were fashioned, when as yet there was none of them.’

    ‘Uw oog zag mij, vormeloos nog: in uw boek waren alle geschreven de dagen dezer formering(sic), toen er nog niet één daarvan was.’ (Willibrordus, 1975).

     

    04-03-2020, 07:41 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    03-03-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Brieven en e-mails

     

    Wat een tijd het was, een oeroude tijd schijnt het, toen er nog brieven geschreven werden met de hand en op de post gedaan met de mooiste zegel er op gekleefd. Ik dacht even aan Joseph Brodsky[1]:

    The dreams you dream are not of girls half nude,
    but of your name on an arriving letter...

    Brodsky zou dit nu niet meer schrijven, ik evenmin. Ik denk dat de laatste brief met de hand geschreven die ik ontving, dateert van het einde van vorig jaar, van een groot kenner van de Franse literatuur noem ik hem. Ik vraag me nu af, hoe ik hem - en of ik hem - bedankt heb voor de moeite die hij gedaan heeft de pen te nemen en me een lovende brief te schrijven. Als ik het niet zou gedaan hebben dan is het enkel te wijten aan de drang die ik meedraag voorrang te geven aan mijn blog. Ik weet het, het is geen excuus, maar wellicht wordt het niet meer verwacht op een zelfde wijze een antwoord te krijgen, al zijn er wellicht nog uitzonderingen die uitzonderingen zullen blijven, maar heden ten dage, is het de tijd van het een e-mail, snel en daadkrachtig, en misschien heb ik wel geantwoord met een mail.

    Zo, als ik het sentimentele van ‘an arriving letter’ vergeet, was er vanmorgen de e-mail die op mijn scherm verscheen en die ik las met een deugddoend gevoel. Hij kwam uit een onverwachte hoek. Verrassend mooi was het wat er geschreven stond over de Vaucluse en ‘de adel’ – mijn vriend wat is dit woord juist gekozen – van de oude rotspaden, in de zon, met de geur van tijm en rozemarijn en de rook uit de schoorstenen naar de avond toe. En al wat er bij hoort: een werkkamer als een cel met dikke muren, met boeken gestapeld op de tafel en bovenal, de vlammen in de haard en, schrijft hij, de doordringende geur van eikenhout, zoals in dat gedicht van Salvatore Quasimodo uit een van je vroegere blogs dat ik bewaard heb als een relikwie:

    Desiderio delle tue mani chiare 
    nella penombra della fiamma
    sapevano di rovere e di rose
    di morte. Antico inverno.

    (Verlangen van je klare handen in de schemer van de vlammen, ruikend naar eik, naar rozen, naar de dood. Winters van oudsher)

    Ik lees zijn mail. Elk woord roept herinneringen op. Ik ken wel niet de Vaucluse zoals hij die kent, maar ik ken wel de ‘adel’ van de bergpaden, en ik dacht aan het pad naar de cabane van de Arpittetaz, of aan het pad naar de Pas de Lona of naar de Col de Torrent, paden zwaar getekend door de vele geslachten die er sedert eeuwen, misschien millennia, zijn overheen gegaan.

    En, ik ken wel de chalet van de ‘Antico inverno’, de winter van oudsher, met de open haard, de boeken in hun rek, de oude tafel met de houtworm erin en het veldbed in de hoek, een lang en vol herinneren, en mijn vriend, ik antwoord je nu als bedanking, met een versregel van Saint-John Perse, die ik al zo dikwijls heb gebruikt omdat het een parel van een zin is, toepasselijk op wat jij me schreef:

    ‘Mais de mon frère le poète on a eu des nouvelles. Il a écrit encore une chose très douce. Et quelques-uns en eurent connaissance...’

    Ik ben gelukkig, een van hen te zijn, die kennis kreeg van wat je te vertellen hebt.

    En voor eenmaal is het geen gefilosofeer, zijn het geen gesprekken over God en, als Hij er is, wie Hij wel zou kunnen zijn. Neen het gaat hem om de simpele dingen van het leven, over de geur van thymus, de geur van de wind over ‘de adel van de bergwegels, in hun kronkelbeweging naar de top, ook deze van de Vaucluse; het gaat hem over de geuren van het opspattende leven dat er de natuur is.

    Je woorden zijn ervan doordrongen en je schrijft, mag ik het zeggen, zoals Cees Nooteboom, een man die me nauw aan het hart ligt als hij het heeft over het leven op zijn eiland.

    En dan het overheersend parfum van thymus, herinnering aan grootmoeder Sylvie, die me meenam in de zomer – mijn hand in de hare - langs een holle zandweg de wanden ervan begroeid met tijm en zovele andere kruiden.

    Niet te begrijpen voor buitenstaanders maar, mijn vriend, omdat het zo mooi geschreven staat, heb ik je mail geprint en gekleefd in een heel speciaal schrift. Het is wel geen brief met de hand geschreven, maar aldus hebben je woorden kans langer bewaard te blijven dan op mijn PC waar ze vroeg of laat vergaan zullen. Wat ik nu precies niet wens. Integendeel ik wens je woorden een lang leven toe.

    Deze blog is dus voor jou bestemd, ook voor hen die me regelmatig lezen, om aan te tonen hoe gestructureerd we zijn, hoe herinneringen zich laag op laag hebben opgestapeld, lijk de jaarringen in een boom en waarvan alle ringen, lijk alle herinneringen, met levenssappen worden besproeid.

     

    [1] Joseph Brodsky (1940-1996), (Nobel prize 1987): ‘A Part of Speech’, Oxford University Press, 1980, pag;63. Hij schrijft ook wel in zelfde gedicht: ‘And if parishioners should cease to breed / the pastor would start christening their autos’.

     

    03-03-2020, 07:51 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    02-03-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nawoord

     

    Er was, enkele dagen terug, een reactie op mijn blog over ‘IK BEN’, een die kwam van een broeder in de geest. Hij schrijft:

    ‘Ik lees iedere morgen je teksten  en de blijvende drang om te schrijven vanuit een teruggetrokken stelling die nodig is om door te dringen tot onze diepste lagen van het zijn, de essentie die dieper gaat en verborgen is door de existentie. De Joodse God is een ‘wilsgod’ die zijn wetten heeft meegedeeld in de Bijbel en eist dat die wetten gevolgd worden. Alleen in uw fragment klink een andere toon: ik ben wie ik ben, dit betekent,, ik ben de zijnsgrond die we alleen in afzondering en in stilte kunnen ervaren in een mystieke beleving, maar er niets kunnen over zeggen… Dit is wel boeiend om die weg te gaan, maar het is er stil, en gelukkig, ook de unieke grond waar onze creativiteit van welke aard ook kan wortel schieten.’

    I like it, ik voel me goed als er een reactie komt op mijn woorden, als ik weet dat ze gekneed worden, uiteen gehaald en heropgebouwd; Ik voel me goed als ik weet dat er zijn die denken in de richting dat ik denk, de richting die open ligt in het landschap van de geest.

    We weten wel, zegt hij nog:

    ‘Aan de oppervlakte van het ‘Dasein’ van Heidegger, is er ook het ‘Mitsein’, het dagelijks gebeuren dat geen antwoord geeft op de vraag naar de kern van het zijn.’

    Hij leest me, hij weet het voldoende dat het altijd mijn betrachten is geweest dit ‘Mitsein’ dat in de media voldoende, bij momenten zelfs teveel, aandacht krijgt, zoveel mogelijk achterwege te laten in mijn geschriften. Doch, soms dringt het door, kan ik niet, er niets over zeggen, omdat het zich opdringt - de carnaval van Aalst was zo een moment - maar het is het doel dat ik volg in deze geschriften, die ik weet het, soms te ver uitlopen in de richting van het ‘Erzijn’.

    De auteur van die IK BEN-passage in Exodus, ging tot het verst mogelijke, tenminste, zo heb ik het begrepen. Hij zag Jahweh én Universum als één en hetzelfde. Hij zag het Universum als het uiterlijke, het lichaam van Jahweh en, er binnenin was er zijn Geest. En wij, ontschoeid en staande op Zijn gewijde Grond, om zo te zeggen erin gegroeid, erin vastgemetst, als voorbeeld van gelijkenis ermee.

    De Bijbel is een wijs boek als we lezen, Genesis 1: 27 (King James' Bible):

    ‘And God created man in his own image, in the image of God created he him; male and female created he them.’

    Wat of wie was ‘the image of God’: God in een menselijke gedaante, met de karakteristieken van de mens, een antropomorfe God? Of, was de mens geschapen, lichaam en geest, zoals God bestond, in een uiterlijke vorm, het lichaam en, een innerlijke, zijn geest?

    Ik blijf hierover schrijven - al is het ‘Mitsein’ sterk opdringerig de laatste dagen - omdat het uit de Bijbel gehaalde een bewijs is van wat ik over ‘IK BEN’ optekende. De auteur ervan was een man met grote visie. Een visie die de totaliteit van het zijn verheerlijkte tot in het kosmische ervan.

     

    02-03-2020, 07:24 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    01-03-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Maart, de verlossing.

     

    Maart, de maand die klinkt als een verlossing van de winter en is het niet zo, komen er toch nog winterse dagen, het doet er niet toe, het is de maand van de metamorfoses - deze van Kafka niet inbegrepen - van de vernieuwing van de natuur, onze spirituele moeder-vader figuur.

    Hoe metamorfoseer ik me in mijn geschriften, om gelijke tred te houden, hoe vernieuw ik me in de komende dagen om maar niet te vergaan in beslommeringen die, komende uit de hemel, half verwacht zouden kunnen opduiken.

    Het gedicht in abstracte vormen dat ik schreef was geen voorbode, was simpelweg een poging de leegte die er was in mij, te verdoezelen. Je hebt er soms nood aan als je, desondanks al wat verkeerd ging die dag, optreden wilt voor je publiek, en je - zoals Carl Appel - opgesteld voor je doek wat krassen zet met een penseel met verf doordrenkt, niet wetende waar je uitkomen zult en ook, de uitkomst niet het minste belang hebbende, zoals het gaat met wat abstract wordt voortgebracht. Van Dale zegt over abstract: ‘niet als vorm voorstelbaar, het tegengestelde van concreet’.

    En we kennen het, elke tekening van mij vertrok van uit het abstracte, echter er was telkens de wil om tot iets concreet te komen. Ook Panamarenko volgde deze gedachtegang en vele anderen met hem, telkenmale pogen om uit het abstracte een nieuw iets tot stand te brengen. Pogingen genoeg, en heel wat, ook Appel, slaagden in hun opzet.

    Het is niet in deze richting dat ik vernieuwd wil verder gaan, ik zie trouwens niet in hoe ik het zou kunnen met de mogelijkheden waarover ik beschik en die ik al heb rondgestrooid, zodat ik me afvragen moet of er nog andere zijn die - zoals de stenen (‘barad’ in het Hebreeuws) die volgens het Boek van Job liggen/lagen te wachten in de hemel om ooit gebruikt te worden - op door mij te onthullen plaatsen liggen te wachten. Want niets is nog veilig de dag van vandaag.

    Het beste is je als lezer, niet te verwachten aan enige vernieuwing, zo komt er geen ontgoocheling, wat dan ook geldt voor mij als schrijver.

    Wat ik wel ga doen is nagaan wat ik zoal als blog geschreven heb, zeven jaar geleden. Zeven is een getal dat iets mythisch over zich heeft. Er zijn zeven deugden en zeven hoofdzonden, wellicht ook zeven sacramenten, er zijn de zeven wonderen van de wereld, de zeven vette en zeven magere jaren en ga zo maar verder, te lang om volledig te willen zijn. Maar het getal zeven heeft als dusdanig een zekere macht over mij en over mijn doen en laten als schrijver. Dus wil ik er gebruik van maken en zien hoe ver ik ben afgedwaald van, of in lijn ben gebleven met wat ik zeven jaar geleden heb verklaard.

    Niet elke dag zal het zo zijn, ik blijf openstaan voor het onverwachte, het spontaan opduikende - een ooievaar die overvliegt van tijd tot tijd - en me begeestert voor enkele ogenblikken.

    Weinig is er soms nodig om even weg te glijden in het bevreemdende van het woord.

    Dan ook op andere dagen: herinneringen die opduiken, niet een maal maar voortdurend, nu vertekend door de omstandigheden, gewilde als ongewilde, voedende als, verdorrende die je niet wilde maar werden uitgeprint, om moeilijk nog uitgevaagd te worden.

    Waarom? Hoe leven we ons leven, hoe beoordelen we het voorbije? Wat was er opdat er een gordijn geschoven werd tussen wat was en wat er jaren nadien nog van is. Het is geen verloochening, de wortels liggen te diep, het is een verstillen, een verkleuren door de tijd die zijn werk doet, onstuitbaar zodat het uiteindelijk de tijd is die beslist hoe de dingen evolueren, niet altijd in de richting die je wenste, niet altijd.

     

    01-03-2020, 08:25 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Archief per week
  • 22/04-28/04 2024
  • 15/04-21/04 2024
  • 08/04-14/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 25/03-31/03 2024
  • 18/03-24/03 2024
  • 11/03-17/03 2024
  • 04/03-10/03 2024
  • 26/02-03/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 12/02-18/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 29/01-04/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 15/01-21/01 2024
  • 08/01-14/01 2024
  • 01/01-07/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 16/10-22/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 02/10-08/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 18/09-24/09 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 04/09-10/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 21/08-27/08 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 07/08-13/08 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 17/07-23/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 03/07-09/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 13/03-19/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 25/12-31/12 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 21/11-27/11 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 10/10-16/10 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 01/08-07/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 04/07-10/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 13/06-19/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 16/05-22/05 2022
  • 09/05-15/05 2022
  • 02/05-08/05 2022
  • 25/04-01/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 11/04-17/04 2022
  • 04/04-10/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 07/03-13/03 2022
  • 28/02-06/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 14/02-20/02 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 17/01-23/01 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 26/12-01/01 2023
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 08/11-14/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 19/07-25/07 2021
  • 12/07-18/07 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 28/06-04/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 31/05-06/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 19/04-25/04 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 29/03-04/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 16/11-22/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 07/09-13/09 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 25/12-31/12 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 24/12-30/12 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 29/11-05/12 -0001

    Archief per maand
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 11--0001

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs