Wat Joaquín Sorolla me leert.
Er bereiken me van uit alle windstreken bemoedigende mails die soms een grote hulp zijn op dagen dat ik weinig te vertellen heb en waarbij een idee me zo maar in de schoot geworpen wordt. Zo de vriend die me de link hierna stuurde weze bedankt, ik vond er voldoende inspiratie in om eens te zeggen wat ik al lang zeggen wou over de ‘stunteligheid’ van de hedendaagse kunst:
https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2019/03/19/kent-u-sorolla-vergeten-spaanse-meester-van-het-licht-schitte/
Het leert ons alles over de tentoonstelling in de Tate Gallery in London, gewijd aan het werk van een voor mij, en voor velen, totaal onbekende Spaanse schilder Joaquín Sorolla (1863-1923). Bij leven was deze ‘impressionistische’ schilder enorm populair, echter ik vind het enigszins vreemd dat het precies de Tate Gallery is die de ‘Meester van het Licht’, zoals hij werd genoemd, onder het stof vandaan haalt. De link naar de Tate Gallery is van een grote hulp in dergelijke aangelegenheden, want we hoeven ons niet te verplaatsen, ik toch niet, om een ruim, zelfs te ruim, overzicht te krijgen over zijn werk. Ik besteedde er bijna een uur aan, en nog meer aan mijn blog.
Ik aarzel evenwel zijn werk impressionistisch te noemen, het heeft eerder voor mij een te klassieke vorm om zuiver, Renoir, Degas, Monet, Turner of anderen te volgen. Maar zijn werk is ontegensprekelijk een streling voor het oog - om het even klassiek te zeggen - waarin het licht de rol speelt die het krijgen moet.
Hoe het opgevangen wordt, hoe het beleefd wordt in deze tijden waarin het werk van Luc Tuymans bij ons wordt opgehemeld, en welke besluiten er uit getrokken worden is me onbekend. Maar het verheugt me vast te stellen dat het werk van Sorolla getoond wordt en wel als grote en vergeten kunst, waarbij schoonheid en stielkennis het hoge woord voeren. Wat nu precies geen kenmerken meer zijn van wat vandaag als kunst wordt opgevoerd.
Het is een woord dat ik zelden gebruik, maar als ik dergelijke kunst ga afwegen tegenover deze die vandaag aan bod komt dan moet ik stellen dat het ‘stuntelige’ het haalt op het 'hoogstaande', en dat ik er moet mee leven. Ik moet leren de kunst te smaken van het stuntelige, dat is waar het heden op aan komt in de wereld van de kunst. En dit is iets waar ik het moeilijk mee heb als ik een vergelijking aanga met het werk van Sorolla.
Nu ik het had gisteren over het wonder van de geest, heb ik het heel moeilijk te spreken over het wonder van de kunst van heden, terwijl ik het woord wonder en wonderlijk, wel gebruiken kan en goed gebruiken voor de kunst van Sorolla.
Echter, het moet gezegd, dat er ook bij ons, gelukkig, grote uitzonderingen zijn wat de kunst van vandaag betreft, als ik er de tekening bij haal in het begin van mijn blog van een groot kunstenaar van bij ons, Daniël Janssens.
Ik, ik heb er geen woorden voor maar ze verdient de Tate Gallery.
(Daniël Janssens schrijft over zijn tekening: ‘Het is ook mijn moeilijkste tekening geworden. Zowel de structuur van het textiel combineren met het serene van het gelaat en daarbij het licht dat doorschijnend de tekening beheerst, is in feite niet te tekenen. Alleen Van Eyck kon dat.’)
|