Geschriften
Inhoud blog
  • Afscheid
  • Opgenomen.
  • Hoe ik er sta, vandaag?
  • Waar ben ik mee bezig?
  • Gesprek op zondag.

    Zoeken in blog



    14-12-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hopen op de goden

     

    Zij die hopen op de goden (Canvas programma van 10 december)  hebben het zich gemakkelijk gemaakt. Ze zijn de goden gaan opzoeken in de woonkamer van een bejaard koppel, tot in hun slaapkamer toe of, wat een ander uitzicht biedt, in een totaal verlaten fabriek tussen wat rommel die overbleef. Je vraagt je af of het op die plaatsen is dat je goden ontmoeten kunt en dan nog, als er daar zouden aanwezig zijn, welke is de zeggingskracht ervan?

    Wellicht zoeken ze slechts de goden die passen bij de werken die ze op het oog hebben en is er bij hen niet de minste behoefte andere op te zoeken, gezien niet meer nodig in de tijden die we nu beleven. Het mediocre is rijk genoeg aan verrassingen, eens terecht gekomen in kunstgalerij of museum, kan het als kunst worden gekroond.

    Het verbaast ons nog altijd, dat het precies op die plaatsen is dat er gehoopt wordt de goden te ontmoeten; dat het niet is in de omgeving van de gesteenten van Stonehenge, het niet is in de bossen, het niet is aan zee of nog, op het labyrint, getekend in de betegeling van kathedralen. Want, zijn het de goden zelf niet die je daar zult ontmoeten, je ontmoet er hun adem, hun levenshunker die er over uitgespreid ligt. En het is nochtans daar dat andere perspectieven en zeker meer waardevolle, meer kunstzinnige, meer geladen mogelijkheden, zouden kunnen gevonden worden. Waarom deze dan niet opgezocht en er de tenten bij opgeslagen?

    Of we het begrijpen of niet kunnen begrijpen, de plaatsen die we vooropstellen en die we als vruchtbaarder zien, worden al lang niet meer gewild, want onbegrepen en vergeten sinds generaties. Enkelen denken er nog aan, maar hun heimwee is niet krachtig genoeg en is, met de jaren, stilaan aan het weg kwijnen.

    De goden op wie vandaag gehoopt wordt zijn van een minderwaardig, zelfs alledaags gehalte, ze hebben niet meer de status van vroeger, en de kunst die ze voortbrengen is voor hen, die de goden van vroeger, ondanks alles, nog blijven aanroepen, onvoldoende, kunst onwaardig.

    Dit is de confrontatie die we niet uit de weg willen gaan. We komen er niet toe de goden die thans als voldoende toereikend worden gezien, te aanvaarden als dusdanig. We zijn de oude waarden nog steeds niet ontgroeid, maar nu dreigen we zelfs er mee te sterven. Wat er als dan, nog overblijven zal, zal zeker geen vooruitgang zijn, zelfs geen ter plaatse trappelen, maar een sprong in de duisternis.
    Machteloos kijken we toe hoe de wereld van vroeger langzaam aan begraven wordt, en met hem én de goden, én de werken die dankzij deze goden werden voortgebracht. Dit is de wijze waarop we het niemandsland betreden.

    Om me heen kijkend vrees ik dat we er nog lang zullen verblijven. Hopelijk zijn er nog die stand zullen houden. De goden van vroeger kun je wel in een hoek duwen, maar hen blijvend de mond snoeren zal niet lukken.

    We leven dus op hoop.

    14-12-2017, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    13-12-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De vreemde wereld van het schrijven

     

    Wat ik, de vorige dagen geschreven heb, kwam niet van mij, kwam van de wolk aan gedachten omheen mij, de wolk elektronen die zich nu en dan eens opdringt, zich opent, opdat ik de drempel ervan zou overschrijden kunnen, opdat ik me kleden zou met een lang wit gewaad, een marentak in de hand, zoals de druïde, staande onder de oudste eik van het dorp en de menigte zou toespreken over wat is en wat nog niet is.

    In deze figuur opgesteld, voel ik me goed als ik schrijven ga over zaken die ver buiten de realiteit der dingen staan. Dingen die me een ruimte geven, die me toelaten andere toppen te scheren, andere oorden, andere mogelijkheden in overweging te nemen. Of, om het nog duidelijker te maken, schrijven om het plezier van het schrijven, gedachten sprokkelend die eerder komen uit een andere onzichtbare wereld waar we zelden vertoeven, omdat de kleur ervan, de inhoud ervan, maar een dun weefsel is dat opwaait bij de minste windstoot.

    We leven de dagen die zich aanbieden: de morgen die middag wordt, die avond, die nacht wordt, gegevens van de tollende beweging van de aarde om de zon, waar we niet de minste vat op hebben. We ondergaan, de wisseling van licht en donker, we ondergaan de slijtage van onze aders, van ons gestel, de slijtage die van het leven is. We hebben de mogelijkheid te vertellen wat we doen of wat we zouden willen doen. De mogelijkheid te vertellen over wat de anderen doen, in geuren en in kleuren, maar over hoe alles vergaat en hoe alles zich vernieuwt, hebben we heel weinig te vertellen. Het gebeurt maar we zien het amper, we weten het, en dat moet ons volstaan.

    Ik zelf verbaas me er over dat ik over vaststaande zaken weinig te zeggen heb, ze gaan aan mij voorbij en krijgen amper aandacht, ze komen niet binnen in mijn geschriften, ze blijven staan op de rand ervan.

    Het is zo omdat ik jullie niet verzadigen wil, omdat ik wil dat je even stil zou staan bij wat ik schrijf en hoe ik schrijf en over wat; dat ik mijn onderwerpen ruimte geven wil opdat er een lange echo blijven zou die spiralen oproept tot in het oneindige; omdat ik me telkens bewegen wil met zicht op dit oneindige, het eeuwige van het Dasein als mens, ingeschakeld in de evolutie die van de Kosmos is.

    Ik kom telkens in een vortex terecht waar ik niet meer uit geraak, and it pleases me, daar te zijn en van daar uit als prediker van het woord op te stijgen naar andere luchtlagen die deze zijn van de geest in ons en in feite weinig gemeen hebben met de wereld van onze gedragingen, die te aards, te terre à terre zijn, om ook maar vermeld te worden.

    Je moet het dus doen met deze op hol geslagen woorden in een omgeving die niet elke dag bereikt wordt, een omgeving waarin we ons verliezen, tijdens de ogenblikken van het schrijven, als was het een gedicht, dat geen gedicht is, maar de verre aanloop er naar toe.

    13-12-2017, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    12-12-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat de reïncarnatie zou kunnen zijn.

     

    Is het zo dat het pak aan geest dat we bezitten, na ons, overgedragen wordt op een ander, nieuw leven?

    En, 'is' het zo, dan hebben we – al was het maar beleefdheidshalve - een rol te vervullen, hebben we een wel omlijnd doel in ons leven, om, altijd te koesteren wat we uit de massale, gemeenschappelijke pool van geest, in pacht hebben gekregen. Zo eindigde ik mijn geschrift van gisteren. Echter, het is heel wat meer dan koesteren, het is de plicht die we hebben dit zeer kostbare iets, niet alleen in stand te houden, het met zorg te bewaren, we moeten het ook doen groeien, het verrijken voor de volgende bezitter ervan.

    Ik schrijf dit niet lichtzinnig. Ik kan, wat een groot deel van India in hun genen hebben aan gekweekt, verwerpen, maar ik kan er ook over nadenken en, geëvolueerd als ik ben weg van de stelling Hemel en Hel, denken dat er meer wijsheid schuilt in de idee reïncarnatie, zoals ik ze geschreven zie staan.

    In feite is het maar een spel dat ik opvoer, is het maar een gesprek met mezelf dat ik houd en hoeft je me hierin niet te volgen. Jullie hebben een eigen idee over wat er zou kunnen zijn, eens je laatste adem weg, en ik wil jullie hierin niet storen, zelfs niet op andere gedachten brengen. Wat ik schrijf zijn maar wat bedenkingen die naar boven komen en die me helpen, al was het maar voor enkele tijd, verder te kijken en verder te leven met het gevoel niet nutteloos geleefd te hebben, maar wel geleefd naar de toekomst toe, naar diegene toe die mijn geest, mijn ingesteld zijn tegenover het leven, zal overnemen. Is het zo of is het zo niet, het geeft me dan toch een goed gemoed als ik rondloop en uitkijk naar wat ik doe hier op aarde.

    Het leven is er niet op gericht materiële rijkdom te verwerven, wel geestelijk rijkdom, wel zijn zoals het hoort te zijn: denkend, mijn geest bezig houdend, levend houdend, opdat hij groeien zou, nu, in het vooruitzicht van zijn latere overname, er voor zorgend opdat hij voor de overnemer ervan, een schat zou wezen, zoals ik het geluk heb gekend, en dit meen ik, een geest over te nemen die me gebracht heeft tot de ideeën die ik nu hier verspreid in volle ernst, de idee van Kelt te zijn, van kosmisch gericht te zijn.

    Of je me nu volgt hierin of niet, het wijzigt niets aan wat ik meen te mogen schrijven, zelfs al heb ik als maatstaf enkel en alleen die ene zin uit de Bhagavad Gita die ik thans, als een geloofsregel, in mijn zoveelste blog verwerk. Of wou je dat ik over iets anders had geschreven?

    Ik moet er al een tijdje mee bezig geweest zijn – ik niet, maar iets in mij, in mijn onbewust zijn – opdat ik er vandaag uitvoeriger zou over uitweiden, in gemakkelijk te vatten woorden.

    Ik herhaal, je hoeft me niet te volgen hierin. Ik zie dit niet als een 100% stellingname, ik zie dit als een mogelijkheid die ik zo maar niet op zij wil schuiven als totaal irreëel nu ik er over begonnen ben en ik er een  verklaring in zie voor heel wat zaken die me waren ontgaan.

    12-12-2017, 06:23 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    11-12-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bhagavad Gita

     

    Ik schreef ooit iets over de orthodoxe Hindoe Schriften en over een bijzonder deel ervan, de Bhagavad Gíta[1]. Miljoenen - miljarden misschien - mensen zijn opgegroeid met de Bhagavad Gita als Bijbel en in plaats van te leren over een Hemel en een Hel, hopen zij op een reïncarnatie of op het Nirwana. In feite, na al wat wij geleerd hebben, na al wat ons werd voorgehouden, in wat geloven wij, wat weten wij, ‘arme zondaars die we zijn’, wat weten wij van wat er, nadat we heen zijn gegaan, overblijft van ons. Niet van ons lichaam, ons omhulsel, hiervan blijft maar wat stof over, maar wat blijft er van onze elektronen, van onze, om het even welke quarks of deeltjes of Higgs-bossons, die we ‘ontleenden’ volgens de Hindoe Schriften als we lezen:

    Never have I not been, never have you not been, and never have these princes of men not been; and never shall the time come when all of us shall not still be. As the tenant soul goes through childhood and manhood and old age in this body, so does it pass to other bodies. 

    Of, zoals de ziel die we in pacht kregen, overgaat in ons lichaam van onze kindsheid, naar onze volwassenheid en naar onze late jaren, zo gaat ze over op andere lichamen.

    Dit werd opgetekend, millennia geleden, door iemand die er lang had over nagedacht, of misschien zelfs niet, eens hij wist of zelfs vermoedde dat er iets uitzonderlijk is, in en aan ons lichaam, dat er iets in verweven zit, iets dat onvergankelijk is. Iets dat niet van ons lichaam alleen is, maar van alle lichamen samen, iets gemeenschappelijk, eigen aan alle materie die er is, weliswaar ongelijkmatig over die materie verdeeld: een bron van kennis die is van de essentie van het leven, die de motor ervan is en weet, hoe het moet om verder en verder te gaan.

    Het is een aanvaardbaar iets. Mijn lichaam dat leeft, waar ik niets hoef over te weten, het reguleert zich zelf, het leeft buiten mijn handelingen om, het is er gekomen en het blijft er voor een tijdje als ik antwoord op de behoeften ervan door te eten en te drinken, door het met zorg te behandelen, maar het functioneert autonoom. En, het sterft af met de jaren, het is gevoelig aan de tijd.

    We zijn meer dan lichaam, zegt de Bhagavad Gita, er is een element dat we ontleend hebben, dat wij geest noemen en dat we terug moeten geven als het lichaam ophoudt te bestaan. En het is dit in pacht gekregen deel, dat blijft, dat teruggaat naar de pool van geest waaruit het ontstaan is en, over zal gaan in een ander lichaam dat komende is.

    Is dit een haalbare gedachte, of zijn dit maar wat woorden, is dit het beeld van de reïncarnatie dat we zouden kunnen overnemen van de Hindoes?

    We komen hier ooit op terug, want als onze geest het ontleende deel is, dan hebben we de zorg en de plicht dit deel te koesteren.

     

    [1] A Book of Hindu Scriptures in the form of a dialogue between Prince Arguna and the God Krishna”; The Peter Pauper Press, Mount Vernon - New York 1959, pag. 13.

    11-12-2017, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    10-12-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Boekenwinkels

     

    Je ging gisteren, of was het eergisteren, zwaar in de fout door te zeggen, in een moment van overmoed, dat je van je hartspecialist goede punten had gekregen. Man, je zegt zo iets niet als je vrienden hebt - en andere waarvan men je het vertelt - die zware zorgen hebben met de toestand waarin hun lichaam verkeert. In dergelijke gevallen zwijg je, als dood, over je eigen lichaam, ben je solidair met hen. Maar het gebeurde, je ging er prat op dat je hart in orde was en het was een stap te ver en nu kan je niet meer terug. Dit is het gevaar van iets dat geschreven staat, iets dat de wereld, hoe beperkt deze ook moge zijn, werd ingestuurd.

    Voeg er aan toe dat die goede punten slechts een momentopname is en je niet de minste zekerheid hebt hoe het verder verlopen zal met jou. Dus oude man, die denkt nog jong te zijn, hou je ‘gedeisd’  - een oud woord dat je uit de gracht haalt - wat je gezondheid betreft, kalmte op dat gebied is wat je sieren kan en vooral bluf niet, je hebt over je lichaam klachten genoeg die je niet vermeld. Je moest dit kwijt deze morgen, je waart er mee gaan slapen, het was een gedachte die terug kwam in de nacht en nu het geschreven staat hebt je je ervan verlost, voel je je lichter en, kan je overgaan tot je dagorde over boeken en boekenwinkels.

    Je las erover, in de Standaard der Letteren: ‘als je de stadsharten wil verlevendigen met zinvolle handels zaken, het de boekhandels zijn die het sociale weefsel verstevigen en dat er in Vlaanderen nog maar enkele tientallen boekenwinkels overblijven die, die naam waardig zijn.’

    Je ging gisteren, of was het eergisteren, zwaar in de fout door te zeggen, in een moment van overmoed, dat je van je hartspecialist goede punten had gekregen. Man, je zegt zo iets niet als je vrienden hebt, en andere waarvan men je het vertelt, die zware zorgen hebben met de toestand waarin hun lichaam verkeert. In dergelijke gevallen ben je solidaire met hen, zwijg je, als dood, over je eigen lichaam. Maar het gebeurde, je ging er prat op dat je hart in orde was en het was een stap te ver en nu kan je niet meer terug. Dit is het gevaar van iets dat geschreven staat, iets dat de wereld, hoe beperkt deze ook moge zijn, werd ingestuurd.

    Voeg er aan toe dat die goede punten slechts een momentopname is en je niet de minste zekerheid hebt hoe het verder verlopen zal met jou. Dus oude man, die denkt nog jong te zijn, hou je ‘gedeisd’ - een oud woord dat je uit de gracht haalt - wat je gezondheid betreft; kalmte op dat gebied is wat je sieren kan en vooral bluf niet, je hebt over je lichaam klachten genoeg die je niet vermeld.

    Je moest dit kwijt deze morgen, je waart er mee gaan slapen, het was een gedachte die terug kwam in de nacht en nu het geschreven staat hebt je je ervan verlost, voel je je lichter en, kan je overgaan tot je dagorde over boeken en boekenwinkels.

    Je las in de Standaard der Letteren van gisteren: dat er in Vlaanderen nog maar enkele tientallen boekenwinkels overblijven die, die naam waardig zijn terwijl, als je de stadsharten wilt verlevendigen met zinvolle handelszaken, het de boekhandels zijn die het sociale weefsel verstevigen.’ 

    Je had er nog niet over nagedacht, maar er is iets van, een boekenwinkel in de straat geeft cachet aan die straat, geeft er kleur aan, is een verademing, en wat meer is er is een groot verschil tussen een boek dat je bestelt per e-mail en een boek dat je gaat halen in een boekhandel. Het resultaat is weliswaar niet zichtbaar, maar het mag niet - zoals het niet mag dat het papieren boek zou verdwijnen -  dat ook de boekhandels uit onze levensomgeving verdwijnen zouden en wel omdat een winkel met een etalage vol boeken, of waar de boeken in hun rekken je aanstaren als je binnenkomt, iets magisch heeft, iets heeft van de ziel van allen die er aan gewerkt hebben, zelfs van de bediende die deze geschikt heeft in hun rekken of gestapeld op de tafel. Het boek dat je aldus benadert en kiest is geen nummer, wat het wel het geval is bij een elektronische bestelling. Gekocht in een boekenwinkel is het een levend iets, is het verwachting; in de hand gehouden, is het een band met hem of haar die woord na woord ervan geschreven heeft, die het uit de holte van de tijd heeft gehaald, uit de holte van al wat is in potentie om ons heen.

    Het binnenwandelen in een boekenwinkel is van het subtiele in het leven, is van het antieke dat rest van onze jeugd, is van het vele dat stilaan verloren gaat: het doordachte van de handeling overrompeld en vervangen door het vluchtige, het etherische. Het boek dat niet meer uit zijn rek genomen wordt om het te betasten, te voelen, te keuren, te ruiken, maar het boek dat je overhandigd wordt op de deurdrempel en dat je loswrikt uit zijn papieren omhulsel.

    De poëzie die verdwijnt uit het leven, uit wat we doen, uit wat we ontmoeten. Alles is afgelijnd, berekend, werd een nummer in een cataloog. Wij zelf staan gecatalogeerd en be-nummerd. Ons eruit loswrikken kost ons moeite, maar we versagen niet.

    10-12-2017, 07:13 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    09-12-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. Wat nog overblijft

     

    Hij ontwaakte uit een droom die morgen. Iemand was, rechtstaande, zijn manuscript aan het lezen: een dik pak bladen dat hij in de hand hield, de gelezen bladen omgekeerd loshangend met de blanke kant ervan zichtbaar. Ergens was er ook een rode vlek als van bloed, maar wie er las of wat er verder gebeurde, herinnerde hij zich niet meer, alles wat hij dacht zo duidelijk gezien te hebben, was ineens opgelost, alsof er niets meer was geweest.

    Het was een tijdje al dat de tekst van zijn manuscript bij een  uitgever lag, die het risico verbonden aan de publicatie ervan  onder ogen nam. Hij zelf wist, dat er op een dag een antwoord komen zou. Wist dat een negatief antwoord hem wijzen zou op het te schamele karakter ervan, en dat een positief antwoord, hem uit zijn anoniem bestaan halen zou en de vraag die hij zich hierbij stelde, of dit, gezien zijn leeftijd, nog wel wenselijk was. Maar ofwel had hij voor niets geleefd, ofwel geleefd om een beeld van zijn gedachten te kunnen nalaten, voor een tijdje dan toch. In dit laatste geval zou er toch iets belangrijks overblijven van wie hij geweest was. Zou dit een basis kunnen vormen, waarop anderen, misschien, verder bouwen zouden, een andere richting inslaan die de mens verder brengen zou, op de weg naar de waarheid die deze van de of het Onnoembare, het mystieke moet zijn.

    Geleefd hebben om wat geschriften na te laten, of geleefd hebben om enkel een naam in een register na te laten, is er enig verschil?

    In de Bank had hij destijds als collega, Louis Duquesne de la Vinelle, 1922-1999, gekend, de man met de pijp die tot gisteren, totaal uit zijn gedachten verdwenen was, tot hij zijn boek uit de rekken haalde: ‘Du Big Bang à l’Homme’[1], waarin hij, als hij het opende, zag dat hij er heel wat zinnen had in onderlijnd. Het boek had hem dus geboeid, had hem heel wat geleerd, des te meer omdat het toegespitst was op de grijze zone tussen de fysica en de metafysica in de geschiedenis, of handelde over ‘comment la métaphysique émerge de l’histoire’.

    Louis Dusquesne, die na een kort verblijf in de Bank, Professor economie werd in de KUL en later Rector van de Faculté catholique de Mons, was een gelovig man, voor hem was er slechts een uitweg: ‘à savoir que l’Univers soit une oeuvre de Dieu, non tirée par Lui de sa propre substance, mais simplement posée par Lui dans l’existence avec toutes ses propriétés.

    Het Universum, er met al zijn eigenschappen geplaatst door God. Geen Spinoza dus, maar God als schepper. Wat niet belet dat het boek eindigt met de zin: ‘si la physique mène au seuil de la métaphysique, celle-ci mène au seuil du mystère.’

    Ik zelf, zie nu dat ik andere conclusies getrokken had, dat ik van de twee, God én Universum, een eenheid had gemaakt, en in potlood er had aan toegevoegd: l’Univers c’est Dieu qui se transforme,.

    Ik ga hem niet herlezen, doorbladeren misschien, ik wou enkel besluiten met de vraag, maakt het boek dat hij naliet een verschil uit, heeft het er voor gezorgd dat hij de eeuwigheid op een andere wijze is ingegaan?

    Ik denk dat ik hem terug tot leven geroepen heb, dat hij hier naast mij heeft gezeten, zoals ik hem altijd gekend heb, als een zeer wijs man met de pijp, maar ook met een groot levende geest.

    Het feit is in elk geval, dat ik vandaag de aandacht vestig op zijn bestaan en vooral op het werk dat hij naliet dat gezien moet, niet als een lichtheid als iets dat te vergeten is, maar als de boodschap van een  diep gelovige en een voorbeeld moet geweest zijn en nog is voor zij die hem nog lezen, ook voor mij.

    Mijn manuscript dat onderweg is, zie ik ook als een boodschap voor hen die me, na mijn verblijf hier, lezen zouden.

     

    [1] Louis Duquesne de la Vinelle: ‘Du Big Bang à l’Homme’, édition Racine, Bruxelles 1994.

    09-12-2017, 06:38 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    08-12-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Op wandel zijnde

     

    Ik las ooit, in het verleden, ‘La Vie est ailleurs’ van Milan Kundera, één zin eruit, die ik  nu herontmoet, had ik toen opgetekend: 

    C’est seulement quand il est âgé que l’homme peut ignorer l’opinion du troupeau, l’opinion du public et de l’avenir. Il est seul avec sa mort prochaine, et la mort n’a ni yeux ni oreilles, il n’a pas besoin de lui plaire, il peut faire et dire ce qu’il lui plaît à lui-même de faire et de dire. 

    Ik nam dit over, in volle overmoed, toen er nog, dacht ik, een ruime marge voorhanden was, in het vooruitzicht van wat me te wachten stond. Vandaag echter vind ik het een zin die niet 100% strookt met mijn gedachten van nu. Ik wil wel blijven rekening houden met de mening van de anderen en zeker van mijn publiek, als ik er een zou hebben. Anderzijds is het wel zo dat mijn dood, en hoe ik er tegenover sta, mijn zaak is, dat het aan mij is om erover na te denken, maar ook om er niet voortdurend door gekweld te worden. De dood krijgt geen vrije doorgang, ik houd hem waar hij aanwezig is, achter de hoek. Als mijn hart, zoals het gebeurde vandaag, van de hartspecialist goede punten krijgt, dan verjaag ik hem zelfs tot in een andere straat.

    In deze opeenvolging van blogs, is hij wel latent aanwezig, maar dit blijkt niet noodzakelijk uit de onderwerpen die ik dag na dag behandel. Het is meestal alsof er helemaal niets aan de hand is, alsof ik op wandel ben – ik denk dikwijls op wandel naar Compostella – alsof ik telkens in een ander landschap terecht kom en dat mijn dagen, zoals ik die verwoord, een snoer zijn van kralen die alle van een andere kleur of vorm zijn. Ik denk hierbij aan wat ik gisteren en de dag ervoor heb gebracht.

    Ik zou vandaag, in plaats van terug te gaan naar Mars of Arioste, willen gaan naar Robert De Telder, een onvermoeibaar man, een autodidact die, zegt hij, ‘ naar de geest van Maarten Luther:  sola fide -  sola gratia – sola scriptura, de Schriften onderzoekt’. Hij is een revisionist van de geschiedenis van de oudheid, een man die in de Bijbel woont en nu een boek uit heeft: ‘Kronieken van de koningen van Israël’.

    Hij verdient dat hij gelezen wordt. ik vrees echter dat de Bijbel als boek niet meer de aandacht krijgt, dat het boek vroeger kende. Ik geloof zelfs, dat Vlaanderen, nooit Bijbel minded is geweest, zeker niet zoals Nederland, zeker niet zoals Amerika. Als ik de Bijbel in mijn boekenrekken en op mijn tafel heb opgenomen dan is het voornamelijk omwille van Velikovsky geweest, niet omwille van mijn geloof. Ik vertelde dit al. Voor De Telder, die ik kende als jonge man, is het zijn leven. Wat ik gisteren schreef over het woord dat het, het bloed in mijn aderen is, is bij De Telder de Bijbel.

    Als je ooit interesse zou hebben om hem te lezen, ziehier zijn e-mail: r.detelder@gmail.com.

    08-12-2017, 06:32 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    07-12-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ludovico Arioste

     

    Klara in de morgen heeft het even over Ludovico Arioste (1474-1533), en zijn ‘Orlando furioso’. Met Dante, zegt ze, een van de grootste Italiaanse klassieke schrijvers. Hier heb ik enkel te volgen, want Arioste kende  ik enkel van Stendhal die zijn ‘Chartreuse de Parme’ begint met een versregel van Arioste als epigraaf: 

    Gia mi fur dolci invite a empir le carte / i luoghi ameni[1] 

    Maar Stendhal brengt me bij Pierre Alain Bergher die in zijn boek[2] over het mysterieuze in ‘La Chartreuse de Parme’ me niet alleen verraste met het geheimzinnige in het werk van Stendhal – ook in de oorsprong van dezes naam – maar vooral, en ik ben hem er dankbaar voor, met het bestaan van Psalm 139 en meer nog het feit dat hij de tekst van dat vers, regel 16, haalde uit de King James’ versie van de Bijbel van  1611: 

    Thine eyes did see my substance, yet being unperfect; and in thy book all my members were written, which in continuance were fashioned, when as yet there was none of them.

    Vooral dan het laatste deel ervan waar Bergher de nadruk op legde en dat hij vertaalde:

    ‘Et sur ton livre étaient inscrits tous les jours qui m’étaient réservés, avant qu’un seul de ces jours existât’.

    Het is een zin die onze vrije wil in zijn greep houdt. Alles ligt vast wat ons leven betreft, vast geankerd in de omstandigheden die deze zijn waarin ons leven zich gaat afspelen en wat we ook doen, er aan ontkomen zullen we niet, al wat was, wat is en wat komen zal, het staat opgetekend, zwart op wit met onuitwisbare inkt.

    Is er in de Bijbel een zin die deze overtreft?

    Wat heb ik hier nog aan toe te voegen, heel weinig of beter, niets. Alleen vaststellen dat mijn leven verloopt en verlopen is al naar gelang de omstandigheden waarin ik me bevond en waarin ik vertrouwde dat het de omstandigheden waren die voor mij voorzien waren. En het is dit vertrouwen in de goede afloop dat me recht gehouden heeft.

    Vandaag weet ik, diep in mij, dat ik op weg ben naar mijn laatste ogenblikken, dat ik aan deze weg, uitgestippeld of niet, niets wijzigen kan of zal, want elke wijziging die ik mogelijks zou aan brengen is al voorzien in wat op mij afkomt, zelfs de wijzigingen van de wijzigingen.

    Ook wat ik nog schrijven zal is in potentie al aanwezig tot in de minste details, vloeiend uit wat vooraf ging en springplank zijnde naar wat nog komen zal. Zo is het en zo zal het blijven. Hier is niet aan te ontkomen. Het staat geschreven in potentie; de man of vrouw die vers 16 van Psalm 139 geschreven heeft, was een wijs man, was een wijze vrouw.

    Ik kan enkel herhalen wat geschreven staat. Ik kan het enkel verhalen op een andere wijze, een betere of een minder goede. Dit is het enige dat ik vermag. Maar dit hernemen is een noodzaak voor mij, hernemen en herkleuren, herschikken in andere verbanden, in andere omstandigheden.

    Dit is mijn leven geworden, het woord is het bloed dat door mijn aderen vloeit.

     

    [1] Dankzij Bergher weet ik nu wat er merkwaardig is aan deze verzen van Arioste en welke de betekenis ervan is, in feite reeds een eerste opdracht die Henri Beyle meegaf aan zijn lezers, en dan uitzonderlijk ‘to the happy few’, vier woorden die hij in het Engels en rood gedrukt inbracht op het einde van zijn laatste hoofdstuk XXVIII. Volgens Bergher was er niemand in geslaagd de Italiaanse versie van Arioste om te zetten zoals het hoorde. Maar duidelijk hadden de woorden ervan hun impact, niet alleen op wat La Chartreuse betreft, maar nog meer en nog duidelijker op Huckleberry Finn van Mark Twain, het boek dat door Hemingway gezien werd als ‘there has been nothing as good since’, als geprezen door vele anderen, waaronder zelfs T.S.Eliot. Wat beide boeken gemeen hebben is hun verwijzing naar de afbeeldingen die voorkomen op de XXII tarotkaarten (le carte).

    Bergher vertaalt het gedicht van Arioste, zoals voorheen niemand het gedaan heeft: 'voorheen was het een zoete uitnodiging om in liefelijke oorden 'empir le carte - empire van riempiere -', de kaarten, zijnde de beeltenis die voorkomt op de tarotkaart, in te vullen, in te kleuren, te illustreren met woorden en personages.

    Stendhal en Twain hebben dit op eenzelfde wijze gedaan, ze hebben het nummer van de hoofdstukken van hun boek in overeenstemming gebracht met het nummer en de beeltenis voorkomend op de tarotkaarten. En Stendhal laat deze verzen zelfs aanbrengen op het couvert van zijn boek.

    [2] Pierre Alain Bergher: ‘Les Mystères de la Chartreuse de Parme’, Editions Gallimard, 2010. 

    07-12-2017, 06:51 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    06-12-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Life on Mars

     

    Het was in 2012 dat ik in een blog gewag maakte van het bestaan van het boek van David L. Chandler, met de vreemde titel ‘Life on Mars’. Dit boek dateert van 1979[1] en ik vond het destijds uiterst bevreemdend, dat, gebaseerd op de honderden foto’s genomen door Mariner 9, het duidelijk bleek dat Mars ooit moet bedekt geweest zijn door een intensief net van kronkelende kanalen die gezien werden als de uitgedroogde beddingen van rivieren die alle delen van het Marsoppervlak bevloeiden. Chandler ging verder in zijn interpretatie van de foto’s, hij schreef:

    Rising high above the plateau, near the coastline in the Trivium Charontis region of Elysium, stand the most amazing, inexplicable, and mind-boggling structures, yet seen on the surface of Mars : a group of immense three-sided pyramids that dwarf any man-made structure on earth, and whose origins have not yet been plausible explained. The largest of these tetrahedral pyramids are more than half a mile high… How did these colossal structures get there… Could they have been created by the natural play of geological forces?

    Chandler waagde toen het onmogelijk geachte voorop te stellen, namelijk dat deze ‘piramiden’ gebouwd werden door intelligente wezens, een fantastische theorie.

    Dat er water op Mars heeft gevloeid wordt vandaag als een zekerheid aanvaard, maar of er, ondanks de foto van ‘a group of three-sided pyramids’ - die ik nooit bevestigd heb geweten - intelligente wezens in gezwommen zouden hebben, is een andere vraag.

    Curiosity, die voor het ogenblik al vijf jaar op wandel is op Mars, jaagt de verbeelding nog wat verder op hol. Een groot aantal filmpjes duiken nu op, op Twitter, die alle gaan in de richting van Chandler en het bestaan, in het verleden, van een (intelligente) beschaving, niet alleen niet meer uit de weg gaan, maar zelfs promoten.

    Ik weet niet wie die filmpjes, gemaakt op basis van de foto’s genomen door Curiosity, heeft verspreid en gecommentarieerd. Ik vermoed niet dat deze uitgaan van NASA zelf – uiterst sober wat haar commentaar betreft - maar wat je te zien krijgt roept onvermijdelijk vragen op.

    Al weet men maar nooit. Er zijn er ook geweest die vertelden over een mogelijke botsing – of bijna-botsing - in een niet zo ver verleden, tussen Mars en de achtmaal grotere Venus, waarbij alle leven op Mars kon uitgedoofd geweest zijn. Wie meer wil weten over deze mogelijke botsingen, leze ‘Worlds in Collision’ van Immanuel Velikovsky[2], te beginnen op pagina 238: ‘When was the Ilias created?’. Niet dat het dit hoofdstuk is dat het bewijs van de botsing leveren zou, het is maar literatuur, maar het is in elk geval zeer verrassend bij Homeros, -VIIIste eeuw, te lezen - en hoe dit beschreven staat - waarom Mars/Ares, in haar strijd tegen Venus/Athene gezien werd als een oorlogsgod, hoewel Mars achtmaal kleiner is.

    Ik ga hier niet verder op in, absoluut niet, mijn idee wat Velikovsky betreft gaat eerder in stijgende dan in dalende lijn. Ik wens enkel te besluiten met de woorden, 1979, van Chandler die een verwittiging inhouden:

    ‘When the human exploration of Mars begins, the surprises will be dramatic and they will be many. 

    Of Chandler gelijk zal krijgen - en tevens Velikovsky - zien de komende generaties wel. Ik zelf weet dat ik me vandaag, als fan van Velikovsky, op glad ijs begeven heb.

     

    [1] David L. Chandler: Life on Mars. Ed.E.P.Dutton, 2 Park avenue, New York, 1979.

    [2] Immanuel Velikovsky: ‘Worlds in Collision’, ISBN 0 349 13573 8. Abacus 1972, (eerste uitgave in 1950).

    06-12-2017, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    05-12-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bomen.

     

     Waar jaag ik op of wat tracht ik te bereiken met mijn woorden. Niets, of dan toch minstens wat aandacht misschien om uit het anonieme te treden, alsof me dit een stap verder helpen zou. Zo er moet een andere reden zijn en dan denk ik dat het enkel kan om in leven te blijven, om te zeggen dat ik er nog ben. Ik zeg dit in de eerste plaats tot mezelf, en wat ik opteken is zonder franjes, open en bloot, omdat ik vandaag niets meer te verbergen heb en weinig te verhopen; omdat, als ik me bekijk in de spiegel, ik ‘un pauvre bougre’ ontmoet, en het is van hem uit dat ik elke dag vertrek in de hoop te verrijzen tot een man die de gestalte en het uitzicht heeft van zijn geest.

    Ik heb pakken dagboeken vol geschreven en het gebeurt dat ik er ga in bladeren, dat ik ontcijfer wat ik geschreven heb en hoe ver ik ook terugga in de tijd, wat ik vandaag schrijf is nog altijd wat ik voorheen heb opgetekend, is een uitvloeisel van wat, met de hand, dag aan dag neergezet werd. Ik ben dus, in een zekere zin, ter plaatse blijven trappelen, wat betekent, en ik zeg dit niet graag, dat wat er nu is, maar de essentie is van wat er was al een lange tijd voorheen. Ik denk dat alles begonnen is eerder bij Maurice Gilliams dan bij Louis Paul Boon, dat ik trouw ben gebleven aan Gilliams en dat Boon geen zeggingskracht heeft gehad op mij, Hugo Claus evenmin.Ik ben bij het etherische gebleven eerder dan bij het natuurlijke. Aldus ben ik een eenzame, een afgezonderde geworden, niet aanvaardend dat er iemand komen zou die, wat mijn stijl betreft, Gilliams vervangen zou. Moet ik er fier over zijn? Zeker niet, integendeel het is mijn zwakte.

    Elke dag ontvang ik in mijn mailbox - hoe is dit binnen gesijpeld of wat is er de bedoeling van? - onder de hoofding ‘Pinterest’, een ontzettend, en dit is het juiste woord, aantal foto’s, de ene al even wonderlijk als de andere. Vandaag zijn er onder meer foto’s van oude bomen in bloei. Ik durf zeggen dat ik me voel als een van die bomen, even oud, en even zonderling gewassen, met een vergroeide stam en even zonderling vergroeide takken. Ik zie me aanwezig in elk van die bomen, ben me de laatste tijd meer en meer als een boom gaan voelen en gaan gedragen, vast in de aarde staande, onbeweeglijk observerend wat is van het leven rondom mij. Ik zou het daar kunnen bij laten, maar, zoals ik er sta, groei ik meer naar binnen als naar buiten. Het uiterlijke is voor de foto, het innerlijke is voor het woord, dat het levenssap is van de boom in mij, en waar ik sta wens ik ook niets meer te zijn dan die sappen.Het leven in mij, zijnde ook de geestessappen in mij, die ik uitdragen wil op de enige wijze die ik ken, beperkt in plaats en tijd, vloeien naar buiten via de stam die ik uiterlijk ben en die de spiegel me vertelt.

    En deze blogs van mij, en je weet dit, trachten te zijn wat de spiegel niet capteren kan. Denk er aan als je mij ontmoet als boom.

    05-12-2017, 08:44 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    04-12-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.December, een begin.

     

    Je hoopt elke morgen grote dingen te zullen schrijven, dingen die nog nergens, in een om het even welke taal, geschreven staan. Dingen die in de Bijbel zouden kunnen opgenomen worden, in een aanhangsel van laat ontstane teksten die niet alleen bevestigen al wat de Bijbel al vertelde, maar  daarenboven ook voorzichtige professieën zouden kunnen zijn.

    Je weet wel dat er weinig aan de Bijbel toe te voegen is en dat het niveau ervan niet te halen is, maar het geeft enkel aan welke soort literatuur je op het oog hebt. En, je weet maar nooit, eens je aan het woord bent kan er van alles komen, je hoeft zelfs - soms - geen inspanning te doen, de woorden komen alsof ze al uitgesproken werden in een tijd ver voor jou, maar nog niet opgevangen en pas deze morgen van vroeg december, van welk jaar ook, tevoorschijn zijn gekomen uit het vale licht dat nog licht moet worden.

    Je droomt dit telkens als je neer gaat zitten om vast te stellen achteraf dat nog heel weinig te halen is uit de ruimte rondom jou, een ruimte die vol boeken staat, vol namen van grote heren en dames die je voor waren en nu, wellicht van uit het aura dat ze overhielden, toezien op de man die nu zijn uiterste best doet om hen te evenaren en, er niet zal in slagen, want ook vandaag zal het me niet gegeven zijn grote dingen te vertellen. Ik voel het al, mijn aanloop er naar toe is niet vruchtbaar genoeg geweest, de wil is er wel, de weg is er, maar het bronmateriaal is maar quelconque, is maar zo en zo.

    Elke morgen staat je er, overmoedig om te volbrengen waar je denkt voor uitgekozen te zijn, dit heb je jezelf wijs gemaakt, een heel leven al dat je erop teert, dat je je ziet als een uitverkorene om grote dingen te volbrengen en een lang grafschrift, te lang om later ooit nog gelezen te worden, achter te laten.

    Nu je aangekomen bent waar je nimmer dacht aan te komen, is er het beeld van iemand die verkeerd heeft geleefd, aandacht heeft gehad, en te veel, voor nutteloze zaken, en hierbij blind is geweest voor het essentiële in het leven.

    Zoals het leven een strijd is, zo is het schrijven er een, maar dit laatste, een strijd, een ‘Dasein’ dat we er bij nemen; dat we even goed achterwege zouden kunnen laten, niemand, behalve jijzelf, zou je een verwijt kunnen toesturen, zou kunnen zeggen: man, je hebt niet gedaan wat je te doen stond, je bent niet geslaagd, je pogen is een mislukking geweest, het is te laat nu en vergeefs de moeite, om er nog iets aan te wijzigen.

    Zo, zoals de vorige dagen zul je ook vandaag niet achtergelaten hebben wat toegevoegd zou kunnen worden aan een boek zoals de Bijbel; wel kan het gezien als een aanhangsel, aan wat van je leven was, wat van de wereld was die je hier hebt opgebouwd en thans aan het wankelen is, hij valt nog niet, maar hij nadert het punt dat het gebeuren zal.

    De sequelen van de griep resterende, I could be very pessimistic by now, but I won’t. Ik ga niet schrijven dat het beter ware er mee op te houden, dat er, aan wat al opgetekend staat, niets meer toe te voegen valt, wel dat ik, schuilend achter een stuk rots uiterst gelukkig was, boven op de top van de Bella Tola, waar ik in mijn droom gisteren was. En ook, dat ik vandaag gelukkig was te hebben geschreven wat hier staat. Beide gelukkige momenten vullen niet alleen elkaar aan, maar waren beide noodzakelijk want het ene zou niet geweest zijn ware het andere er niet. Het zijn dergelijke zaken waarin ik me, in de dagen van nu, wentel en keer om te zijn wie ik ben en vooral te schrijven wat ik schrijf.   

    04-12-2017, 07:05 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    03-12-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Winter van oudsher

     

     

    Ik herhaal: ik houd niet van december. Vraag me niet waarom want mijn antwoord is te simpel om in aanmerking genomen te worden, maar het is te veel, een te lange, slepende aanloop om aan te komen, eerst op punt 24/25 en dan die allerlaatste sprint naar 31 toe, om daarna terug te vallen, een cake die is ingezakt, in het gewone ritme van elke dag met opnieuw een jaar voor de boeg.

    Natuurlijk zijn het de jaren die me kwellen, die de schaduw zijn. Ik huiver, zo schijnt het me toe, het gordijn op een nieuw jaar te moeten openschuiven. Ik weet wel, het is nog niet zo ver, maar ik weet ook hoe vlug het gaat, echter niet, of ik het einde halen zal.

    Wanneer, denk ik, wanneer was dat fameuze jaar 2000? Was dat gisteren niet, eergisteren, laat staan, was dat vorige maand niet; en, wie was ik toen, wie ben ik vandaag en wie zal ik morgen zijn?

    Ik dacht bij het opstaan  - het gebeurt regelmatig - aan een hotel in St.Luc, Valais, een oud Zwitsers berghotel uit de jaren twintig, ‘la Bella Tola’, waar het goed is te vertoeven. Waar je – dan toch in december - leeft in de sfeer van het gedicht ‘Antico inverno’[1] van Salvatore Quasimodo. En aan de ontbijttafel, deze morgen, mijn echtgenote die me vraagt, weet je waaraan ik vanmorgen heb gedacht, en ik wist het maar al te goed.

    Het zal bij dit verlangen blijven, het zal hangen blijven over mijn, en wellicht ook over haar handelingen, een dag lang om daarna even weg te ebben en terug te komen naarmate Kerstmis nader komt. Een sfeer oproepend van oude schilderijen aan de muur en meubels, glanzend van ouderdom en bovenal, het gewemel van de vlammen in de haard. En Salvatore Quasimodo: Desiderio delle tue mani chiare nella penombra della fiamma, verlangen van je klare handen in de schemer van de vlammen, ruikend naar eik en naar rozen, naar de dood: sapevano di rovere e di rose, di morte.

    En, voor het vuur gezeten, de kamer een schemerige holte achter ons. Of herinneringen in voluten en arabesken herop geroepen, uren die volheid waren en innerlijke weelde, die waren van de tijd die stil stond. En buiten, de sneeuw, hoorbaar het rijzen van de vlokken, en de nevel over de vallei onder jou, en de vogels, gli uccelli, die de granen eten voor hen op het terras uitgestrooid, en wij dan, fatti d’aria, van lucht gemaakt.

    Dit is hoe het zijn zou van hieruit geleefd, in woorden uitgedrukt de sfeer ervan, de geronnen tijd van oude kamers, ruikend naar was en terpentijn en het parket onder je voeten dat kraken zal als je opstaat om naar boven te gaan, de trap op naar jullie kamer.

    En het grote mysterie dat levend is, dat van de bergen is, waar een groot deel van je jonge jaren geborgen liggen: het steile pad langs de watervallen naar het gammele hotel Weisshorn, of de slingerwegel naar de top van de Bella Tola. Je kent dit allemaal, je was er tientallen keren, zelfs was je op de top vóór de zon op kwam en je er stond om de eerste stralen, verblind door de kracht ervan, op te vangen. Je geest staat er geprint in de luchtlagen, omdat het zo intiem, zo enig, zo hevig was: jij, fatto d’aria.

    Er zijn niet zovele plaatsen waar je heen wou gaan, om er te blijven, de top van de Bella Tola is er zo een.

    Je herinnert je een film over een bergdorp in Japan en een plaats er van hoog in de bergen waar de ouderlingen heen gaan als ze voelen dat hun tijd gekomen is. Om er hun lichaam tot stof te zien vergaan. 

     

    [1] Desiderio delle tue mani chiare / nella penombra della fiamma / sapevano di rovere e di rose, / di morte. Antico inverno. / Cercavano il miglio gli uccelli / ed erano subito di neve,/ cosi le parole / un po’di sole, una raggiera d’angelo e poi la nebbia, e gli alberi / e noi fatti d’aria al mattino.

     

    03-12-2017, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    02-12-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lord Byron en het Schilderij

     

     Ik kijk soms naar kookprogramma’s, de makers ervan zijn er niet beter aan toe dan ik, ook zij hebben elke dag een nieuw menu te vinden willen ze hun kijkers niet ontgoochelen en ook de journalist die elke dag een column schrijven moet die op de actualiteit is afgestemd kent deze opdracht; dus, waarom zou ik me geviseerd voelen of ooit gaan denken dat ik iets buitengewoons aan het doen ben? Ik heb het zelfs gemakkelijker, ik heb de vrijheid te nemen wat zich, komende uit de nevelen van het bestaande, aanbiedt.

    Ik kan dus vele wegen uit. Soms, zoals vandaag verrast me een vriend met zijn bemerking dat mijn gedicht van gisteren hem denken deed aan Lord Byron (1771-1824) en zijn gedicht ‘Solitude’, waaruit ik enkele regels licht:

    ‘To sit on rocks, to muse o’er flood and fell[1]To slowly trace the forest’s shady scene / … / This is not solitude, 'tis but to hold / converse with Nature's charms, and view her stores unrolled…

    Ik hem antwoorden wil dat we allen een beetje Lord Byron zijn, dat eenzaam zijn in de natuur – ik voelde me niet eenzaam aan zee - helemaal niet de eenzaamheid is die we, verloren in de menigte kunnen kennen.

    To sit on rocks, is dus te zitten in de moederschoot van de natuur, is ons voelen als kind van de natuur. Als het dit gevoel is dat ik bij mijn vriend heb losgewrikt dan weet ik dat mijn zee gedicht, mijn marine, geslaagd is. Zelfs al weet ik dat het beter kon, want een gedicht is nooit af, er kan altijd aan gesleuteld worden, het is hangend tussen beginnend af, en toch ook nooit af.

    Het is hangend, en suspens, omdat we het steeds maar willen aanpassen aan onze gemoedsgesteltenis die, we ondervinden het telkens, veranderlijk is.

    Vanmorgen, vóór ik mijn Lord Byron gelezen had, was ik opgestaan uit een wondere droom. Ik wandelde in de straat toen een man, gekleed in een witte schilders kiel me binnen riep in zijn woning om naar zijn werk te komen kijken.

    Via een helverlichte, smalle gang wordt ik binnen geleid in een reeks even helverlichte kamers, alle muren, alle meubels ervan overschilderd, zodat de kamer een groot schilderij is waar ik binnenwandel en eens in het midden zie ik dat ook mijn handen en armen, mijn ganse lichaam beschilderd is met kleine vogels en vlinders, met bloemen en planten, in een teergroen grasveld alsof ook ik het landschap was. Ik wandelde van kamer tot kamer, overal, de wanden en meubels erin, en mijn lichaam beschilderd, zodat er geen verschil was tussen mezelf en wat in de kamer was, zodat het was alsof ik daar rondliep als een in een landschap ingepakt Sint-Niklaas geschenk.

    Iemand, ook helemaal beschilderd, vertelde me dat hij al wat schilderij was moest optekenen, maar zegde hij, hoe wil je, alles hier is schilderij, uzelf zegde hij, u ook moet ik opschrijven als schilderij, u ook maakt deel uit van de failliete inboedel, en de man schreef maar, of was het tekenen dat hij deed?

    Ik weet niet meer hoe het eindigde of waarom het eindigen moest. En wie me binnen vroeg kan ik enkel gissen, maar een vriend, groot schilder van landschappen, zo van lente, zomer, herfst of winter, stuurde me een foto van een van zijn laatste werken, een helder en zeer subtiel lente landschap, met een stroompje op de voorgrond dat weg schoof in het landschap, onder een teerblauwe lucht met een schijn van wolken, en minimaal op de horizon een kerktoren en een huis. Een droom van een schilderij, in spaarzame pastel getekend.

    Was het dit, komende van hem, verrassende landschap en vooral de lichtheid van de kleuren erin dat me in mijn droom bezeten had? Het kan, maar wat met de deurwaarder dan die erin rondliep?

    Ik hoorde later dat de foto van het schilderij die hij me stuurde, slechts een begin was, een aanzet was, hij het nog op te vullen had met tal van zaken, bomen, huizen, afsluitingen.

    Hij had de opvulling ervan moeten overlaten aan ons, de toeschouwers? 

     

     [1] fell: high wild rocky country

    02-12-2017, 08:36 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    01-12-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De zee mijn heerlijkheid

     

    Voor ik deze laatste maand – een ander landschap van het jaar - betreden wil, wou ik even teruggaan naar wie ik was, op de rotsen, in San Juan bij Alicante, aan zee gezeten. Even maar er vertoeven, omdat het anders was, omdat ik er de ruimte had, de wind, de zon, de oneindigheid die ook en vooral een oneindigheid was van het zijn, van het opgaan in al wat de zee eigen is. Ik schreef er al wat er te schrijven was, van morgen tot avond, soms tot diep in de nacht.

    De zee er mijn adem was, mijn verwachten, mijn heerlijkheid:

     

    De dag, hij is niet veel als je niets

    te schrijven hebt, niets te verhalen

    over wat je bracht, het uur van de morgen

    of dat van de nacht.

     

    Als je niet, zoals Pessoa, wat woorden

    nagelaten hebt op wat strookjes papier

    en opgeborgen in een oord

    waar niemand komen kan.

     

    Als je niet bent opgestegen,

    al was het maar een korte tijd,

    tot in het hoogste van de luchten

    waar je je verdromen kon.

     

    Omdat de zee je adem is,

    dooraderd met van zon en maan

    het licht,

    de zee je toevlucht is.

     

    Omdat de zee verschillend

    van de aarde is

    zich wijzigend steeds maar immer identiek,

    gekoesterd en bezeten

    en toch ongetemd gebleven.

     

    Zo is de dag niet veel

    als je, zee en wolken waardig,

    niet dat vleugje poëzie kunt grijpen

    dat tot pulver, al verschroeien zou.

     

    Omdat, als er één plaats je inspiratie is,

    het wel de zee zal wezen.

     

    01-12-2017, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    30-11-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het leven een bedoening

     

    Ik zegde het al zo dikwijls of liet het dan toch verstaan, maar elk begin is een nieuw strompelen om uit te komen waar ik nog geen vermoeden van heb. Ergens waar het goed is een blog te eindigen. Het kan de zee zijn, het kunnen de bergen zijn, het kan het wijde land zijn dat mijn thuishaven is. Van hieruit echter is het nimmer de wereld zelf en zeker niet het gebeuren in die wereld of het nu ver af is of dichtbij, vandaag krijgt het geen toegang.

    Wel droom ik soms, wel ben ik weg van vele dingen, om simpelweg te zijn, in mezelf gedoken, niet wetende waar ik heen gaan wil. Ben ik roerloos als een bergmeer, een pelgrim rustend aan de rand ervan, met geen tijd na hem, noch voor hem uit, maar zijnde van het ogenblik zelf, zijnde van elk ogenblik dat voorbij gaat. Het bergmeer zijn ziel zijnde, zijn kern, zijn binnenste punt waar omheen alles draait en wentelt. En niet meer denken, niet meer te zijn van wat gisteren was of van ver ervoor, noch van wat komen zal eens ik terug zal verder gaan. Ogenblikken van het niet bestaan.

    Of, zijn beeld verstard in de spiegel die van het water is. Hij kent die bergmeren maar al te goed, hij ruikt er de arnica, de génépi, de sneeuw die overbleef, maar meer dan deze van het ruiken is hij niet, zijn leven is nog niet begonnen, hij zit wel aan de rand ervan, aan een eerste stap die hij zetten moet om terug te zijn wie hij vroeger was, maar hij aarzelt. Hij aarzelt lang. Hij denkt kon ik de tijd houden hier, kon ik de zon roerloos houden, zodat ik hier als versteend achterblijven kon.

    Niets meer dat nog moet.

    Hoe dikwijls gebeurde dit niet dat hij de tijd stilhouden wilde, want het is enkel de tijd, die hem hier in zijn droom, verjagen kan. Hij, vastgeschroefd, die er is zonder er te zijn, als dit zou kunnen.

    Dit was van deze morgen en niet van andere morgens die er zijn geweest, dat hij dacht neer te gaan zitten, op welke plaats ook maar het liefst waar hij ooit vroeger was, en er definitief te blijven, er rond te kijken, louter geest geworden en geen lichaam meer om na te denken over al wat is en niet is.

    Omdat het leven een vreemde bedoening is en wij erin opgesloten. En we voortdurend uitbreken willen, een bres slaan in de muren om te zijn, los van alles wat is, een vogel, een meeuw, zwevend over zee en landerijen, gedragen door de wind, om enkel wind te zijn, te blijven.

    Omdat ik vanmorgen nog onbestaande was, ik nog niet geboren scheen, hoewel in progressie van bestaan, maar nog niet daar. Wel op komst zijnde maar nog niet schrijvend dat ik er ben. En het andere ogenblik dan, dat daarna nog komen moet, dat komt aangestormd, wel ver af nog denkt je, maar eens - voor elk van ons - het er zal zijn.

    Vreemd is wat van het niet-bestaan is, wat is van een wereld, later, zonder jou. 

     

    30-11-2017, 08:03 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    29-11-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Herkomst

     

    Moeder, vader, welke soort genen draag ik in mij, voortkomende uit jullie, en deze uit de geslachten voor jullie; wellicht, het ganse pak ervan geconditioneerd én door de stand van sterren en planeten, én door de omstandigheden die van het leven zijn; genen die in zich de drang kennen, het woord te willen gebruiken om creatief te zijn en creatief te blijven tot in mijn late dagen?

    Wat is er van deze hunker die maakt dat ik thans de indruk heb mijn ganse leven, zelfs in gedachten, geschreven te hebben, om uiteindelijk vast te stellen dat het een ziekte is, een verslaving, waar je je moeilijk van ontdoet omdat ze zich langzamerhand heeft vastgezet, zoals ik zegde, in je genen. En eens ook het ritme van het schrijven is binnengedrongen ga je verder, dag na dag, tot het ‘soms’ een zorg wordt.

    Je bent er eigenlijk niet beter aan toe dan allen die je zijn voorgegaan als schrijver of componist, als schilder of beeldhouwer. Allen waren er door bezeten en wijdden er hun ganse leven aan; zo waarin ben je verschillend en waarom zou je aan de Klaagmuur gaan staan om te treuren over je lot, want je schrijft ook in de eerste plaats voor jezelf, elke dag dat je er in slaagt, hoe moeilijk het ook soms is, aanziet je als een overwinning en komt je er uit te voorschijn, gelauwerd en gelouterd tezelfdertijd.

    Elke dag is het een bad dat je neemt in een kuip met woorden, de meest eenzame eerst, de meest zeggende erna, niet dat je Van Dale zou gaan lezen om een selectie te doen, woorden zijn maar valabel als ze goed staan bij andere. Zoals een schilder zijn kleuren uitkiest, selecteert je je woorden, je zinnen, je paragrafen en je voelt je gelukkig als je je zoektocht tot een goed en liefst verrassend einde hebt gebracht.

    Vandaag ging alles veel trager dan gewoonlijk. Ik was niets op het spoor, mijn bad met woorden en zinnen bleef lang leeg, was eerder gevuld met muziek, met Bach en Mozart vroeg in de morgen, met een terugblik op de top 100 van Klara. Een jaarlijks terugkerend fenomenaal gebeuren, omdat het een gemeenschap van muziekliefhebbers een ganse dag in de ban houdt.

    En ik, ik wil mijn lezers in de ban houden met wat ik schrijf, niet een bepaalde dag maar elke dag van het jaar. Het kost me moeite, maar mijn vreugde, als ik erin slaag, meet zich aan de moeite die het me kostte om te bereiken wat ik bereikte en getoond te hebben, ook aan mezelf, dat ik er nog sta.

    Ik weet dat deze woorden gelezen zullen worden, misschien, dat erover gesproken zal worden, over nagedacht; zelfs al is het niet veel vandaag, zelfs herhaal ik wat ik al enkele malen heb laten verstaan, ze maken deel uit van het levensboek dat ik aan het schrijven ben. Ik denk dan ook dikwijls, als ik afsluit, aan de zin die ik ooit ontdekte  in de 'Anabase' van Saint-John Perse:

    … Mais de mon frère le poète on a eu des nouvelles. Il a écrit encore une chose très douce. Et quelques-uns en eurent connaissance…

     

    29-11-2017, 07:50 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    28-11-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het wondere dat van het schrijven is

     

     

    Een koortsig man schrijft koortsige woorden, en loopt rond met koortsige gedachten. Ook de dromen zijn uitzonderlijk alsof er iemand leefde binnen in hem die zich afscheuren wil en een eigen leven wil gaan leven. Je verzet je niet, de kracht die je er voor nodig hebt, heb je niet, je ondergaat.

     

    Ik herlas, wat ik gisteren zo moeizaam geschreven heb over het beeld van een Universum dat een grote wolk van bewegende deeltjes zou zijn. Je vertelde wat je ontmoeten zou als je doordingen kon tot binnen in die wolk en je, om je heen, stuiten zou op deeltjes die weten wat er hen te doen staat en hoe ze zich te gedragen hebben om te evolueren in de richting die, van in den beginne, in hen aanwezig is.

     

    Als dan een lezer, getroffen door het afsterven van een vriend, me spreekt over het mysterie van het leven, het mysterie van de dood, dan denk ik dat het mysterie, dat van beide is, precies dat is wat binnenin die wolk gebeurt; denk ik dat het mysterie het zichtbare is en de oplossing ervan schuil gaat in het onzichtbare.

     

    We hebben geen vat op die wolk, maar we worden er wel door gevoed, we worden er door gegrepen, en dit is het beeld – mijn koortsig beeld - waar ik me vandaag moeilijk kan van ontdoen, wat nochtans noodzakelijk is wil ik de gewone dagelijkse trant terug opnemen en zijn van de zee en de bergen, van het land en de luchten, zijn van de regen en de wind.

     

    Mijn hart is een koortsig hart, het klopt met het ritme van zovele die weten dat er hen nog een belangrijke taak te wachten staat, een laatste taak die ze nog te vervullen hebben en die komen mag nu alles gezegd is wat gezegd hoefde te worden, misschien zelfs er te veel is gezegd.

     

    Ondertussen - met nog steeds die wolk in het achterhoofd - ben ik verbaasd te zien wat er hier rondom mij gebeurt, zelfs al is het niet veel, zelfs al is het maar alledaags, het is een wonder als ik zie hoe, het licht stilaan schuivend uit de nacht, meesjes en mussen en vinken op en af vliegen om enkele graantjes te pikken van de zaadbollen die werden opgehangen in de rozelaar. Het wonder van die kleine wriemelende vogels die slechts een sprankel kan zijn van alle voorvallen, beelden en feiten die, nu zichtbaar, door die massale wolk worden uitgebeeld. In feite totaal onbeduidend  in de totaliteit van al wat door de wolk wordt getoond. Ik, even onbeduidend, toekijkend en, verwonderd  registrerend wat ik denk dat er van is.

     

    Alles, maar dan ook alles, is van die geest in ons, van het overleg dat voortdurend plaats vindt in ons, over wat we zien en wat we bedenken kunnen. Wat me erop wijst, het is nu volop licht, hoe ver ik eens te meer ben afgedwaald van de weg die we dag aan dag bewandelen. Echter over wat anders zou ik kunnen vertellen dan over het wondere, onzichtbaar schuilend achter het even wondere dat zichtbaar is.

     

    De koorts die hangen blijft.

     

     

    28-11-2017, 08:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    27-11-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Weten

     

    Ik had zo graag geschreven, in den beginne was het Woord, of, in den beginne was Tao, maar mogen schrijven in den beginne was er een oceaan van minimale deeltjes, is me een passend beeld dat strookt met wat ik er over dacht. Al kan ik het me niet voorstellen, maar ik weet nu, hoewel nog altijd koortsig, dat ik, dat wij, homo sapiens, ontstaan zijn uit deze oceaan.

    Jacques Monod destijds, vond dat het louter toeval was, een groot lot getrokken in Monte Carlo, maar voor mij vergiste hij zich schromelijk, we zijn het enige wezen of ding, levend of niet, dat logisch denken kan, het optimaalste dat uit deze oceaan voortkomen kon, en we zijn, samen met al wat is in het heelal, bewegend, waarheen weet ik niet, maar we zijn als homo sapiens, beweging.

    Er is een beeld dat opsteeg uit mijn koorts deze nacht. Ik geef het voor wat het waard is, maar als we ons stellen op het niveau van de minimaalste deeljes, er van het Heelal, van het Universum, niets te zien is maar wellicht alles te weten; dat het Universum enkel weten is, kennis is, geest is.

    Ik ga terug niet verder. Ik heb gezegd wat ik te zeggen had.

    Alleen nog dat ik meer deel ben van dit Weten, en als dusdanig blijven zal, dan van de materie, die enkel minimale deeltjes die weten wat moet en niet moet, is.

    Ik schrijf morgen of wel meer hierover, ofwel laat ik rusten wat er staat. Ik heb het al meer gezegd, je moet voldoende weten dat ik geloof in de eeuwigheid van de geest in ons.

    En weet je het nog niet, het dringt dat je het weten zou.

    27-11-2017, 09:45 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    26-11-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.13,5 miljard jaar geleden

     

    De kracht is uit mijn lichaam, is ook uit mijn geest. Het is het enige dat ik te melden heb. Ik lig er verdoofd bij, verslagen, ineen gedrongen. Wat heb ik nog te vertellen vandaag, vanmorgen als de stilte in mij geslopen is?

    Of ik nog verder wil?

    Natuurlijk wil ik, nu ik een bericht ontving van een bezorgde vriend. Hij leest – hij is een groot lezer - ‘Sapiens, Een kleine geschiedenis van de mensheid’ van Yuval Noah Harari. Hij leest, maar hij wist dit al lang, dat de Schepping begonnen is, 13,5 miljard jaar geleden met de Oerknal, zijnde met de vorming van de fundamentele bouwstenen, de minimaalste deeltjes van ons heelal.

    Hoe dit gebeuren kon, vanwaar die deeltjes kwamen om er plots te zijn, verhaalt niemand, maar ze waren er heel duidelijk? En vertelt Yuval Noah Harari verder: driehonderdduizend jaar na hun ontstaan begonnen deze deeltjes samen te klonteren tot complexe structuren die we atomen noemen, die zich vervolgens samenvoegden tot moleculen. 

    Twee bemerkingen hierbij.

    Was er dan Iets vóór die deeltjes er waren, was er dan Iets vóór de Oerknal en, hoe waren die deeltjes geconfigureerd opdat ze zich verzamelen zouden tot atomen en moleculen?

    Ze wisten dus, ze droegen in zich een vermogen, een kennis om, en ik keer terug naar de tekst van mijn vriend: zo een 3.8 miljard jaar geleden bepaalde moleculen te vormen op een planeet, die de aarde heet, opvallend grote complexe structuren te vormen die organismen heten. En om, zo een zeventigduizend jaar geleden uit deze organismen de Homo Sapiens te doen ontstaan. 

    Mij is het dus duidelijk dat ik dat ik, uit de configuratie van de minimaalste deeltjes ben ontstaan en, dat ik me de vraag stel of die minimaalste deeltjes niet de vormen waren van een energie die geest was? 

    Ik ga vandaag niet verder. Mijn trouwe lezer en vriend heeft me uit de miserie van een moe en kwetsbaar lichaam gehaald. Ik heb dan toch iets kunnen schrijven, namelijk hoe ik ontstaan ben, 13,5 miljard jaren geleden.

     

    26-11-2017, 08:04 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    25-11-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De griep die toesloeg

     

    In dit Blogboek worden ideeën ingebracht, hernomen, aangevuld en gewijzigd, het is een blijvende verwerking, want alles is verandering, alles is aanpassing aan nieuwe vormen en nieuwe gegevens. Het is een deel van mijn persoonlijkheid die telkens weer aan de oppervlakte komt en zich mengen gaat met het steeds wisselende landschap van de geest. Altijd overheerst de hoop iets nieuws te brengen, zoals in de weinige tekeningen die ik nog maak, iets nieuws te doen openbloeien uit enkele lijnen en vormen, zoals het schieten van de zaadkorrel.

    Dit is het, bezig zijn, gestadig bezig zijn, denken en schrijven en denken, en voedsel opdoen in de boeken, in het leven van de natuur. Het geluid van de wereld is dan lijk het ruisen van de wind in de bomen, lijk de branding in de golven, het beperkt zich tot een geluid op de achtergrond. Maar ook niet altijd, soms spring ik op in een of andere Blog als ik hoor wat er gebeurt in dit land en binnen de Eurozone. Al weet ik dat mijn reactie totaal, maar dan ook totaal nutteloos is, ik dring niet doorheen de muren van het anonieme.

    Het is binnen een dergelijk bezig zijn dat mijn dagen zich afspelen. Dat ik aftast wat er leeft in mijn herinneren en vooral als ik me waag in de richting van het Absolute dat ik telkens weer ontmoet achter de dingen. Dit Absolute is het domein van allen die zoeken, van zij die er binnendrongen vóór mij, en van allen die na mij zullen komen. Op dit domein ben ik nergens en overal, niet tijd gebonden, niet persoons gebonden

    Ik viel vandaag op een zin van Heinrich Böll: ‘Since I was 15 I‘ve had nothing that you could call rest. Sometimes I’d just like to sleep away my intellectual unrest…’

    Dit ook is de ziekte waaraan ik lijd. Mijn intellectuele onrust is een karaktertrek, dit altijd begaan zijn om te zoeken wat niet te vinden is, dichter te komen tot het Onnoembare, bezeten om kennis te verwerven, niet omwille van de kennis, maar om verder door te dringen tot de kern van dit Onnoembare.

    Om af te tasten wat anderen erover denken, erover schrijven of niet schrijven. Zo is het boek geworden dat ik, van in mijn jeugd, aan het schrijven ben. Totaal vreemd aan de wereld van vandaag.

    Ik herhaal me. Ik voel me ellendig. De griep heeft toegeslagen en houdt me stevig in haar greep. Ik tracht iets te schrijven opdat er geen onderbreking zou zijn. Weet niet hoe het morgen zal zijn, weet helemaal niets over hoe de tijd verloopt en hoe ik hier zit, koortsig, verdwaasd als je mij het vraagt..

     

    25-11-2017, 08:45 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Archief per week
  • 22/04-28/04 2024
  • 15/04-21/04 2024
  • 08/04-14/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 25/03-31/03 2024
  • 18/03-24/03 2024
  • 11/03-17/03 2024
  • 04/03-10/03 2024
  • 26/02-03/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 12/02-18/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 29/01-04/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 15/01-21/01 2024
  • 08/01-14/01 2024
  • 01/01-07/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 16/10-22/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 02/10-08/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 18/09-24/09 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 04/09-10/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 21/08-27/08 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 07/08-13/08 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 17/07-23/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 03/07-09/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 13/03-19/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 25/12-31/12 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 21/11-27/11 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 10/10-16/10 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 01/08-07/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 04/07-10/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 13/06-19/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 16/05-22/05 2022
  • 09/05-15/05 2022
  • 02/05-08/05 2022
  • 25/04-01/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 11/04-17/04 2022
  • 04/04-10/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 07/03-13/03 2022
  • 28/02-06/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 14/02-20/02 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 17/01-23/01 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 26/12-01/01 2023
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 08/11-14/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 19/07-25/07 2021
  • 12/07-18/07 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 28/06-04/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 31/05-06/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 19/04-25/04 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 29/03-04/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 16/11-22/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 07/09-13/09 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 25/12-31/12 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 24/12-30/12 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 29/11-05/12 -0001

    Archief per maand
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 11--0001

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs