Geschriften
Inhoud blog
  • Afscheid
  • Opgenomen.
  • Hoe ik er sta, vandaag?
  • Waar ben ik mee bezig?
  • Gesprek op zondag.

    Zoeken in blog



    19-11-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het kan dat ik je verveel

     

    Ik kan niet altijd schrijven over wat ik gisteren schreef, te zwaar te geladen. Dergelijke zaken vergen trouwens een lange aanloop die in fazen gebeurt, die een benadering op kousenvoeten vragen. Wat niet belet dat sommige positie innames verrassend zijn, ook voor mij, en dat ik me hierbij de vraag stel waarom ik niet eerder tot dat besluit gekomen ben, alle elementen gegeven zijnde.

    Zo, wat ik gisteren vertelde over ‘de genen van het Universum’, ook waarom ik het boek dat ik viseerde, ‘Mag God nog’, een andere titel heb meegegeven: ‘Kan God nog’, hiermede bedoelend, kan het, dat in de tijden van nu, Hij er nog is onder de mensen, dan vooral deze van goede wil, of anders gezegd deze die zich de moeite getroosten zich af te vragen, wie Hij is of wie Hij zou kunnen zijn als Hij er is.

    Een antwoord hierop zoeken is een antwoord vinden op heel wat vragen: vanwaar we komen, waarom we er zijn en vooral, waar we heen gaan zullen als we het lichaam, dat ons gegeven werd, verlaten zullen.  Dit alle zijn de vragen des levens, ze begeleiden ons in onze dagen. Deze ter zijde laten en, voordoen alsof ze niet bestaan, is een gemakkelijkheidsoplossing die ons niet verder brengt. Tenware we niet verder willen gaan, tenware we ons zelfs geen vragen willen stellen en tevreden zijn en blijven met het weten dat er, gezien we niets zien, er ook niets is.

    Ik heb je altijd gewaarschuwd dat ik niet uit het hout van de nietsers gesneden ben, dat ik een man van vragen ben, maar ook, een man van oplossingen. En deze man zijnde heb ik het noodzakelijk gevonden te gaan schrijven over deze vragen en de antwoorden e geven die ik meende hierop gevonden te hebben, antwoorden die alle draaien en keren omheen het centrale punt: ‘God’.

    Er zijn aldus, drie belangrijke centra geweest in mijn leven, hoe gek het ook moge zijn: Velikovsky, Dante en God. De eerste Velikovsky lag achter mij toen ik mijn blogs begonnen ben; de tweede Dante, was ook voorbij maar er was nog een lange echo, en de derde is nog altijd in volle gang, hierover ben ik schijnbaar nog niet uitgeschreven, of zal ik wellicht nimmer uitgeschreven geraken.

    Met wie of wat zal ik eindigen, hoe kom ik terug naar de paden van het gewone en zelfs deze van het buiten het gewone, naar wat zich afspeelt in de marge van het zijn of, wil ik nog wel en kan ik nog wel?

    Het gevaar bestaat, als je dit een gevaar noemen kunt, dat eens in jou een nieuwe Spinoza is opgestaan, je het moeilijk hebt om tevreden te zijn met het gewone. Je dit overlaten wilt aan anderen, omdat hierin de ruggengraat ontbreekt, de echtheid, de ondergrond, vooral als je weet dat de dagen die je nog resten, flinterdun geworden zijn, en dat er  mogelijks een vriend wachtende is om de hoek.

    Je ontdoet je moeilijk van deze gedachten, vooral dan als je onderwerpen aanneemt die onvermijdelijk hierdoor getint zijn. Je bent maar jezelf als je deze in je vaandel voert.

    Het moet vervelend zijn je te lezen.ij wel zou kunnen zijn als Hij er is. 

    19-11-2017, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    18-11-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De genen van het Universum

     

    Je schrijft maar, je tekent op wat je ontmoet, alsof je door een landschap wandelt, alsof je op weg bent naar Compostella. En je voelt je goed. Je hebt zelfs een deel van het geschrevene gebundeld; je hebt het voorgelegd en je vertelt zelfs dat je je bundel hebt doorgegeven. En het gebeurt dat  en een vriend je zegt - en je weet volmondig dat hij gelijk heeft - dat wat je geschreven hebt, te lankmoedig is, te teer, te effen, zoals de golven van de zee die aanspoelen in een eender ritme over het strand, zich terugtrekken en wederkeren, aanhoudend, dagen lang, met nu en dan even wat trager of een tikje heviger, donkerder zelfs, een doek van Van Saene. Maar geen dramatiek erin, geen opvallende dingen, geen sensatie verwekkende gebeurtenissen, geen verkrachtingen, geen moorden, geen bed histories. En dat dus je kansen heel matig liggen, zelfs nul zijn.

    En nochtans wat je vertelde was diepgaande als je beweerde dat de God van de Bijbel, vandaag de God van de Nieuwe Fysica geworden is, dat we Hem duidelijker bereiken en bepalen kunnen via zijn atomen en elektronen en zwarte gaten, via de miljarden sterrenstelsels die er zijn, dan via wat geschreven staat in wat het Oude Testament maar is, in wat de Geschriften omheen dit Oude Testament maar zijn.

    Niet dat die Bijbel niet nodig is geweest; niet omdat de werken van de Kerk die er uit zijn voortgevloeid niet belangrijk zouden zijn geweest om de grond te effenen, het landschap uit te maken van waaruit die Nieuwe Fysica is opgestaan. Neen, wat was is een lange voorbereiding geweest en wat nu is, is het begin van een nieuwe periode deze van het nieuwe landschap waarin we worden afgezet om er voortaan te zijn en te leven. Hoe weten we nog niet maar de vooruitzichten zijn mateloos en vooral zijn bevreemdend.

    Wie bracht ons zo ver? Is het de mens zelf geweest die dit alles gevonden heeft en blootgelegd, of, en hier grijp ik naar het sensationele van mij – wellicht ook van anderen - is het de geest van de Kosmos, aanwezig in de mens, die er de aanstoker van is?

    Of anders gezegd is het, het evolutionair karakter van de kosmos, blootgelegd door Charles Darwin, die er aan de basis van ligt, die ons de weg heeft getoond?

    En een andere vraag die door de eerste belicht wordt, waarom zoeken we, waarom creëren we, waarom willen we steeds maar verder en verder reiken, meer en meer te weten komen, wat betekent, dichter en dichter, het beeld dat we zouden kunnen hebben van God te naderen. Alsof dit de hoofdbedoeling zou zijn?

    We komen van heel ver, we komen van de man en zijn hand in de grotten van Lascaux, en de weg die we nog af te leggen hebben is nog heel lang. Maar er is progressie en deze houdt niet op, we dringen verder en verder het hart van de materie binnen, het hart van het Universum binnen. We weten niet waar dit stoppen zal, evenmin of het ooit stoppen zal, we zijn op weg naar het oneindige dat er te kennen is, te voelen, te weten is. En wat meer is, we groeien er naar toe, er wordt voor gezorgd omdat het ingebakken zit, niet zo zeer in de genen van de mens maar wel in de genen van het Universum dat we allen zijn.

    Ik heb gezegd, ik heb geschreven, weerleg me, opdat ik weten zou.

    18-11-2017, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    17-11-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.God mag nog

     

     Het zijn geen morgens meer lijk vroeger, geen avonden meer zoals voor heen, de mot zit er in, de warmte is er uit, de ingetogenheid. Ik dacht altijd dat het momenten waren die boven de andere uitstaken: het eerste licht en de deemstering. Vandaag vloeit alles in elkaar, gaat de dag zo vlug dat de avond er is voor de dag begonnen is.

    Ligt het aan mij, aan mijn ingesteld zijn op de dingen, ligt het aan de dingen, de omstandigheden zelf? Wie zegt het me waarom het is dat de dagen zo vlug schuiven, de weken zo kort zijn, de maanden, de jaren.

    En dan ook, jij die me leest, je weet het niet hoe ik me inspannen moet om te gaan verhalen, over wat ik nog niet schreef, een column over niets en toch ook over alles, over het zijnde als over het niet-zijnde, als over het wordende; wat woorden die moeten gevonden worden, een uitdaging die moet beantwoord worden, met dien verstande dat, als ik schrijf ik me voel als een Icaros die aan het stijgen is naar de zon toe, met alle gevaren eraan verbonden.

    Ik loop in de velden: de herfst die voor mij ligt verbergt zich in mij. Ik tracht hem te milderen, te denken dat de winter vlug komen zal, de lente komen zal, dat alles terug in bloei zal komen, dat de hemel blauw zal zijn, de wolken wit, en dat ik de vogels weer zal horen. En ik ben ruim, ik ben in de wijdte van het zijn, opgenomen in de enorme wijdte die de natuur is, de natuur die ook God kan worden genoemd, want er is geen andere naam voor die wijdte van het leven in en van de natuur. Echter weten we dat het gevaarlijk is er een naam aan te gegeven, als ik hoor waarover gediscussieerd wordt en dat uitkomt in een boek dat God ‘nog mag’.

    Hoewel er zijn en het durven zeggen dat ze Hem nog niet gezien hebben, alsof je iets moet zien opdat het bestaan zou. Heb je al een cel gezien, van een bevruchting gezien hoe die tot stand komt, ooit een atoom gezien, de kern van een atoom met de elektronen met hoge snelheid er om een, een quark gezien, een Higgs deeltje? Ik geloof het niet. En toch bestaat het, weten we dat het bestaat, en desondanks: ‘God heb ik nog niet gezien, nog niet ontmoet’ waarmee bedoeld wordt, die, die man bestaat niet. Of course he doesn’t exist that man.

    Het erge is dat hij, God, nog steeds gezocht wordt als man, zoals geloofd werd vóór Galileo er was. Nadien vergaten ze Galileo - zelfs Ugo Claus vergat hem - en bleven ze zoeken naar die man, niet denkende dat het een Iets kon zijn: een Universum in zijn totaliteit, een Universum dat IS in een materiële vorm en dan ook, onvermijdelijk, in een spirituele vorm. Zoals de mens er is, zoals, zegt Leibnitz een steen er is.

    Ik heb een hekel aan hen die zeggen dat God niet bestaat en evenzeer aan hen die verklaren dat Hij wel bestaat. Echter, misschien kan ik beide stellingen bijtreden als me verteld wordt hoe Hij 'niet bestaat' of wel bestaat.

    Ten minste, zo dit ooit op een duidelijke wijze uit te leggen valt.

    17-11-2017, 07:41 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    16-11-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zal ik je vandaag

     

    Zal ik vandaag een brief schrijven van hieruit aan allen die me lezen, een lange brief die uitloopt over heuvels en dalen, over dorpen; alles gehuld in een levend schilderij, sober gehouden in kleur en lijn, onvergankelijk, zoals het een hoort voor een schilderij en, waar ik middenin sta, waar ik adem, mijn stilte dat mijn leven is, om er te blijven voor altijd; het land in en rondom mij, ik, niet als het centrale punt, maar erin verweven lijk een boom die alles overschouwt en weet dat hij deel is van het landschap en dat het goed is er simpelweg te zijn en, niets meer dan het landschap.

    Of schrijf ik slechts hoe ver het gevorderd is met mij, hoe ik er sta, hoe ik er geboren en getogen ben, los van alles wat er is, van alles wat nog komen zal, een enkeling, een Einzelgänger, opgeschept met dingen die herinnering zijn en, gestold in het besef, meer niet, dat ik er nog ben, al is het maar voor een korte tijd, een tijd die ook voorbij zal gaan.

    Of nog, zeg ik je niets meer vandaag, dan wat van het ontwaken is, een morgen die van alle morgens is, die van jou als die van mij, om er te zijn van het gekende en het ongekende en van het licht dat in brede stroken de kamer binnenvalt, op een wijze zoals Ezra Pound het ook eens zag als hij schreef: ‘Light enters the room like a gilded Pavlova’.

    Zo weet, als je me leest, dat ik het moeilijk heb gehad om te beginnen, niet alleen om de sfeer te vinden om te schrijven, maar ook om te weten waarover ik je vertellen wilde. Want ik wil je niet verliezen, zeker in deze dagen niet.

    Ik wil er dus niet zijn in alle rust en stilte opgenomen in het landschap, een boom gelijk die toekijkt en laat voorbij gaan wat voorbij gaat; ik wil er ook niet zijn als iemand verloren in zijn herinneringen waar hij mee leven moet. Neen, ik wil er zijn als een levend, denkend, veropenbarend iemand, die op zoek is naar het oneindige dat van de geest is rondom hem, waarin hij zich wentelen en keren kan, hij geen grenzen hoeft te kennen of te trekken, hij zich uit leven kan in woorden en zinnen en paragrafen.

    Zo, je weet nu hoe mijn dag begonnen is, niet met de geuren van versgebakken broden, zoals het soms was ten tijde van mijne moeder – ‘mijne’, zoals Gilliams zijn moeder tekende – niet van het aroma van helzwarte koffie, geuren die lijk gedachten zijn. Gedachten die niet te houden zijn die zich verspreiden zullen nu, in vreemde, onzichtbare tekens tot ver over de heuvels, tot waar de zeeën zijn, tot waar de bergen, om dan toch ergens, waar hoef ik niet te weten, aan te komen.

    Ik schrijf je morgen meer. Misschien vanavond nog.

    16-11-2017, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    15-11-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bekentenissen

     

    Je hebt dan toch, ondanks de vele vooroordelen die je hebt, een poging gedaan om uit het anonieme van je bestaan te treden. Je waagt het er op, vooraleer te verdwijnen, je naam vrij te geven en te binden aan een massa woorden die een geheel zouden moeten vormen en uitwijzen waar je, na een lange tocht van vallen en opstaan, bent aangekomen.

    Wat kan het vervolg zijn? Weinig meer dan zorgen, zorgen die je op je leeftijd vermijden moet. Toch heb je de stap gezet, heb je het risico genomen afgewezen te worden en geconfronteerd te worden met de ontgoocheling die een afwijzing zou inhouden, hoewel het niet de eerste ontgoocheling zal zijn die je hebt ontmoet. Nu, je kon ook andere wegen uit, maar je besliste, op basis van wat je meende een vingerwijzing te zijn, nl enkele lijnen in de Standaard de Letteren, je manuscript in te zenden en voor te leggen, zoals een thesis wordt voorgelegd, hopende maar even zeer, zo niet meer, vrezende.

    Hoefde ik dit te vermelden in een blog, ware het niet wenselijk geweest het te verzwijgen, verstandiger ook? Ik denk v   an ja, het bewijst alleen hoe eerlijk ik sta tegenover wat ik dagelijks loslaat in deze geschriften, hoe bloot ik me erin te kijk stel, zonder omwegen, zonder iets te verbloemen, neen, recht voor de vuist. Ik wil dat men weet – dat men ‘wete’ paste beter bij mijn leeftijd - welke man ik was.

    Maar welke verdienste heb ik eraan? Geen enkele, het plaatst me enkel daar waar ik thuis hoor, het toont wie ik ben, welke verwachtingen ik nog durf hebben, in een woord, hoe het gesteld is met mij. Nog wel niet de wanhoop nabij, maar ik nader het einde van mijn dagen en ik voel het maar al te duidelijk in mijn lichaam dat afbrokkelt, dat me in de steek laat. Gelukkig is er de kracht van de geest in mij die me recht houdt. Wie ware ik anders?

    Wat ik gisteren geschreven heb over die fameuze zon die stil stond had ik ruimer kunnen doen. Het gebeuren is van een dergelijke aard dat er heel wat zijn die zeggen dat dit, samen met de tien plagen van Egypte, centraal staat in de geschiedenis van Israël. In feite is de impact ervan onoverzichtelijk als men plots tot de bevinding komt dat het niet Yahweh is geweest die dit heeft veroorzaakt maar dat het kan en moet herleid worden tot een weliswaar, ongewoon catastrofaal, maar in feite natuurlijk gebeuren. Wat voor gevolg heeft dat de geschiedenis van Israël ontdaan wordt van zijn sacraliteit, ontdaan wordt van zijn God.

    Velikovsky heeft hier nimmer enig gewag van gemaakt, maar Israël heeft het gevoeld, de reactie op zijn werk is zo hevig geweest, dat de uitgever ervan onder druk werd gezet en verplicht is geweest het boek uit de handel te halen wou het verder academische werken kunnen uitgeven. Hierover zijn boeken geschreven in de USA.

    Ik beken, na wat ik hier als bekentenis geschreven heb over mijn manuscript, dat Velikovsky mijn leven heeft veranderd, en zeker mijn visie op de Oudheid. Dat ik er door getekend ben geweest en dat ik, nu ik zijn werk van op afstand bekijken kan, meer dan ooit overtuigd ben dat hij, wat die beruchte komeet betreft, die Venus zou geworden zijn, het bij het rechte eind had, Carl Sagan ten spijt. Want als deze zegt dat de hoge temperatuur van Venus – meer dan 400 graden - te wijten is aan het green house effect, dan kan even goed het omgekeerde gesteld worden, namelijk dat de wolkenmassa omheen Venus te wijten is aan de hoge temperatuur op Venus. Maar niemand denkt hieraan, want Velikovsky zou wel eens gelijk kunnen hebben en dat mag of kan niet. De wereld van de kennis zou vergaan indien dit zo was.

    15-11-2017, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    14-11-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De dag dat de zon stil stond

     

     

    In mijn blog van 4 november had ik het even over de bevindingen van een paar professoren van de Universiteit van Cambridge, Colin Humphrey en zijn coauteur, Graeme Waddington, in verband met een wel bekende als even vermaarde passage in het boek van Jozua, hoofdstuk 10, zijnde de verzen 12 en 13:

    12: Op die dag, toen Yahweh de Amorieten aan de Israëlieten overleverde, heeft Jozua tot Yahweh gesproken en hij heeft in tegenwoordigheid van de Israëlieten gezegd: Zon sta stil bij Gibeon en gij maan, bij Ajjallons  dal.

    13: En de zon stond stil en de maan bleef staan terwijl het volk zijn vijand afstrafte. Staat het zo niet geschreven in het boek van de Rechtvaardige? De zon bleef midden aan de hemel staan en haastte zich niet onder te gaan, ongeveer de hele dag.

    Beeldspraak of realiteit, inbeelding of een historisch gebeuren?

    Hilde Van den Eynde herneemt de woorden van Colin Humphrey, die vindt dat je de tekst ook kunt lezen dat de zon en de maan ophielden te doen wat ze doorgaans doen, namelijk schijnen. Zo bekeken kan de Bijbeltekst verwijzen naar een zonsverduistering, waarbij de maan voor de zon schuift, zodat die ophoudt met schijnen. Het Hebreeuwse woord ‘dôm’, dat zowel ‘geluidloos’ als ‘onbeweeglijk’ kan betekenen, zou dan vertaald worden als een bevel: ‘word donker’ in plaats van ‘sta stil’.

    Hij vergeet hierbij dat het ‘donker worden’, het smeken om een zonsverduistering dus, Jozua niet helpen zal om de Amorieten te verslaan, integendeel. Jozua had dus zeker geen nood om dit aan Yahweh te vragen. Wel had hij iets anders nog kunnen vragen, iets in meer, dat zo voor de hand lag om te vragen en dat te lezen staat in het vers, vóór 12 en 13, namelijk in

    11: Toen zij – het betreft hier de Amorieten – vluchtend voor Israël, op de steile helling van Bet-Choron gekomen waren, liet Yahweh uit de hemel grote stenen op hen neerhagelen die hen doodden. Er stierven er meer door de hagelstenen dan de Israëlieten er met het zwaard konden doden.

    Dit, mijn waarde professor Humphrey, betreft een even belangrijk feit als het stilstaan van zon en maan. Het is een gebeuren dat even opmerkelijk was en gezien moet worden als de uitloper van een stilstaande zon. Het verbaast me dan ook dat de Professors hiervoor geen oog hebben gehad. Hebben ze de Bijbel wel ter hand genomen?

    Trouwens waar ze uiteindelijk op terecht komen: een paar jaren meer in de regeerperiode van Ramses II, hoe weegt dit op tegen een natuurfenomeen als een regen van ‘barad’ – brandende stenen – en een stilstaande zon. Tussen haakjes, en dit wijst ook in de richting van een natuurfenomeen: Jozua had de maan niet nodig.

    Het raadsel, want het is er een, steekt er torenhoog boven uit. De opgetekende feiten duiden op een kolossaal natuurfenomeen dat niets te maken heeft met een zonsverduistering of wat ook. Een verklaring, à la Humphreys, is een gemakkelijkheidsoplossing, is wat ik zou willen noemen a scotoma, een blinde vlek in het oog.

    Is het niet willen zien, het niet willen geloven, omdat het, zo gezegd, onmogelijk wordt geacht. Men zegde dit ook van Wegener, men zegde dit ook van Darwin.

    Wat er wel is, is wat Hevelius, in het Latijn schreef in zijn Cometographia van 1668: dat in het jaar van de wereld 2453 (1495 voor Chr.), according to certain authorities, a comet was seen in Syria, Babylonia, India, in the sign Jo, in the form of a disc, at the very time when the Israelites were on their march from Egypt to the promised land.

    Het is een Russische Amerikaan die dit opgezocht heeft, een bevestiging van wat Plinius ervoor geschreven had;, van wat Rockenbach, gepubliceerd had in Wittenberg in 1602.

    Kan het dat er een komeet in het spel was die dicht langs de aarde is voorbij gezoefd?

    Ik weet bij ondervinding dat het geen zin meer heeft te verwijzen naar ‘Worlds in Collision’; ik weet dat niemand de moed zal hebben dit werk van 380 pagina’s, daterend van de jaren ’50, te lezen, overlopen is niet voldoende; ik weet dat de naam van de schrijver, Immanuel Velikovsky, voldoende is om af te schrikken. Ik weet dit allemaal – Israël wil niet dat de Exodus gebaseerd is op een catastrofaal gebeuren en niet op een tussenkomst van Yahweh - maar ik weet ook, met absolute zekerheid dat, als er één boek moet gelezen worden, het ‘Worlds in Collision’ is.

    Colin Humphrey heeft dit niet gedaan. Had hij het gedaan hij zou niet geschreven hebben wat hij geschreven heeft. Hij zou gezwegen hebben.

    14-11-2017, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    13-11-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.J'ai la taille de ce que je vois

     

     

    Twijfel is mijn deel, twijfel mijn gegoochel met de naam van God, twijfel mijn gestamel, want meer is het niet. En jij, je vraagt me of het wel nodig is, in de tijden van nu, uit te weiden over een onderwerp als God, of oneindigheid, of eeuwigheid en, zoals het gebeurt, er telkens op terug te vallen en me erin te vergalopperen alsof er over niets anders zou kunnen gesproken worden.

    Zijnde wie ik geworden ben, is het zo, blijft het nodig voor mij hierover te spreken om een lichtpunt te hebben, vooral in morgens zoals deze met de regen tegen het raam en de wind in de lege bomen; vooral als alles buiten nog duisternis is tot de duisternis in mijn gedachten.

    Gelukkig, ik las Pessoa voor ik slapen ging, ik las van hem:

    ‘J’ai la taille de ce que je vois!’ Quelle puissance mentale sans limites que celle qui va du puits de nos émotions les  plus profondes jusqu’aux étoiles les plus lointaines qui s’y reflètent et, d’une certaine manière, s’y trouvent ainsi à leur tour. Dès lors, conscient d’avoir appris à voir, je contemple la vaste métaphysique objective des cieux infinis, avec une assurance qui me donne envie de mourir en chantant : ‘j’ai la taille de ce que je vois[1] …

    Dit gaat, zoals ik het lees, naar de essentie van het zijn. Dit is van het leven in ons en rondom ons, en enkel van het leven, niet van de omstandigheden, niet van de gebeurtenissen. Het is de eeuwige confrontatie van de mens met wat niet te noemen is, iets dat er is zonder er te zijn, iets dat is, iets dat er onvermijdelijk ‘moet’ zijn, en dat onze hunker betekent, dat onze hunker is naar het onbereikbare

    Ik heb de grootte van wat ik zie, of van wat ik denk te zien achter de dingen; het kloppend hart ervan dat ik enkel raken kan met de voelhorens van mijn geest. Voor Pessoa ook was het schrijven een strijd met en over het metafysische bestaan. Hierover schrijven was noodzakelijk voor hem omdat het overige te alledaags, te voorbijgaand was en maar diende als een soort structuur waar hij zijn gedachten kwijt kon. Hij was een man van de dieptes en van de hoogtes, van al wat gebeurde binnen in hem als hij zich geplaatst zag tegenover de oneindigheid van het Universum.

    Ik zal niet zeggen dat hij was zoals ik, wel dat ik geschreven heb in zijn spoor, een opeenvolging van stukjes tekst, niet zoals hij het deed, soms op sigarettenblaadjes die hij opsloot in een koffer, maar open en bloot en ook niet met een zelfde literaire geladenheid, verre van, maar dan toch in een zelfde richting en met een inhoud in het spoor van  hem. Natuurlijk zal ik er wellicht nooit toe komen te schrijven:

    J’ai la taille de ce que je vois. Et la vague clarté lunaire, totalement mienne, commence à abîmer de sa lueur indécise le bleu à demi noir de l’horizon. J’ai envie de lever les bras… en criant des choses d’une sauvagerie inconnue, de lancer des phrases aux mystères.

    Wel dat ik de grootte heb van wat ik zie en denk en niet de grootte van mijn gestalte.

     

    [1] Le livre de l’Intranquilité’, par.81, page 92

    13-11-2017, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    12-11-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Beginnend bij Pessoa

     

    Verdwalend in mijn geschriften van 2012 ben ik verbaasd over wat ik toen wist te schrijven over Fernando Pessoa, die ik leerde kennen in Lisboa toen ik er zijn boek ‘Le livre de l’intranquilité’[1] kocht en begon te lezen in het café waar hij regelmatig kwam om er te schrijven of na te denken over wat hij schrijven zou. Daarna ben ik even gaan zitten, in de stoel naast het beeld van hem, geplaatst voor het café, in het midden van de rua Garrett, met zijn boek in de hand, het boek dat ik sinds dat jaar niet meer geopend heb. Maar het is er nog en Pessoa ben ik niet vergeten.

    Zal ik het aandurven me terug te storten in zijn wereld waarvan Saramago zegde dat het deze was van een man die talen kende en verzen maakte. ‘Die zijn brood en wijn verdiende met het aanbrengen van woorden op de plaats van woorden, en verzen maakte zoals verzen gemaakt moeten worden, die we lezen alsof het voor de eerste maal was dat verzen werden gemaakt.

    Het is niet op deze wijze dat ik hem ontmoet heb. Wel heb ik vol bewondering opgekeken naar hem. Hij had een losse, mooie, pen die vlot schreef met eerder ingewikkelde dan gemakkelijk te begrijpen zinnen, waarover ik soms struikelde. Maar hij was een groot schrijver en een veel schrijver die te jong gestorven is, hij was amper 47.

    Hoe gaat het met de schrijvers die van vroeger waren, wie leest ze nog, wie ontdekt ze nog in de massa schrijvers die na hen zijn opgestaan en de boekenwinkels vullen. Waar staat er nog een Fernando Pessoa te koop?

    Ik heb het niet nagegaan maar elke schrijver kent zijn gloriemoment, zijn binnenkomen, zijn aanwezig zijn en daarna, zijn stilaan verdwijnen uit de herinnering, overspoeld door de literatuur na hem. Even belangrijk en voldoende gekruid om op hun beurt voor enige tijd op het voorplan te blijven. Een tijd die heel kort kan zijn, soms, hoogstens een paar maanden, als het geschrijf erover zal uitgedoofd zijn.

    Niemand heeft het hier nog over ‘Oorlog en Terpentijn’ van Stefan Hertmans, nochtans is het een goed en stevig boek, maar ondertussen zijn er tientallen andere boeken op de markt verschenen die even succesrijk zijn en ook verdwijnen zullen, overrompeld door andere boeken, van andere schrijvers, in een tijd dat de ganse wereld aan het schrijven is.

    Natuurlijk, het opduiken uit de massa, de dag dat het boek binnenkomt in de boekenwinkel, is een moment dat te koesteren is, want het is vlug voorbij. Zelf, heb ik uitgekeken naar een dergelijk moment, maar het is niet gekomen en het zal wellicht niet komen, ik zie geen opening. Mijn jaren laten me niet toe nog een opening te zien naar erop volgende werken, laat staan een opening te verwachten. Ik moet het stellen met een zeer schuchtere poging op een even schuchtere wijze. Op veel meer hoef ik niet te hopen.

    Wat kan ik anders dan er tevreden mee te zijn, te weten dat er dagelijks, een vijfentwintigtal personen zijn die me lezen. Veel is het niet, maar ik stel er me in, ik moet me intomen wat mijn verwachtingen betreft. Intomen en er tevreden mee zijn.

    Wat ik ook weet is, dat ik pas nu begin te beseffen - ook en vooral denkend aan wat ik gisteren vertelde - dat deze geschriften dagboekgeschriften zijn die, eigenlijk pas later, zouden openbaar mogen gemaakt worden.

    Zo ver is het gekomen met mij. 

     

    [1]  Fernando Pessoa : ‘le Livre de l’Intranquilité’, Christian Bourgeois, éditeur 1992, vol II, traduit par Françoise Laye

     

     

    12-11-2017, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    11-11-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Une drôle de maladie

     

    Ik schrijf omdat ik schrijven moet, omdat ik niets anders meer ken of kan. Maar is dit wel correct, schrijf ik ook niet opdat ik gelezen zou worden en, is dit geen vreemde ziekte?

    Zo ver ik me herinner heb ik elke dag mijn pagina geschreven, altijd met dezelfde pen zodat deze nu haar hars- of verflaag heeft verloren en het koper van de huls vrijgekomen is.

    De beradenheid waarmee ik dit deed zag ik niet als een doel op zich zelf maar als een aanloop naar het boek dat ik ooit schrijven zou. Een boek dat gepubliceerd zou worden en uitgestald zou liggen in de boekenwinkels.

    Ik denk nu dat deze aanloop tijdverlies is geweest, dat hij me niets geleerd heeft, niets heeft bijgebracht; dat het onvermijdelijk was dat elke poging, als geroutineerde in het schrijven van één pagina per dag, dit geen enkele garantie bood om ooit een verhaal/roman te produceren.

    Dit is een conclusie die ik veel vroeger had moeten trekken, het manuscript dat, durf ik het zeggen, tussendoor zich zelf aan het vervolledigen is, kreeg, door mijn blogs niet de nodige aandacht, had geen prioriteit, is eerder een proefstuk geworden om te weten of ik het kon of niet.

    Ondanks dit alles werd het toch een bundel van een goede driehonderd pagina’s waaraan nog een laatste hand moet worden gelegd, een soort opkuis, een controle ook of alle stukken ervan wel op de juiste plaats zitten. Maar de moed ontbreekt me, want alle moed die me nog rest is juist toereikend om mijn blog in stand te houden, mijn blog in een zekere mate de dubbelganger is van wat ik bijeen scharrelde onder de titel, ‘De Adem van de Dagen’. Het werd een blog in meer en het geeft een bijzondere meerwaarde, van een totaal ander gehalte.

    Het resultaat van ‘une drôle de maladie’ is dus dat ik vandaag opgeschept zit met een pak bladen tekst over Dantes Hel, een à 90% afgewerkt manuscript, een massaal pak blogs, en wat gedichten. Het resultaat van een schrijverschap. Ik realiseerde aldus, maar zonder uiterlijk succes, wat ik droomde op jonge leeftijd toen ik aan mijn eerste proefstuk begon en vader dacht dat ik schoolstraf aan het schrijven was.

    Veel verder naar de literaire wereld toe, heb ik het niet gebracht.

    Ik bevolk aldus maar een van de vele zolderkamers waarvan, in het midden van de nacht of heel vroeg in de morgen, het venster hel verlicht is gebleven,  met een man of vrouw die zich de ziel uit het lijf schrijft, en schrijvend hoopt naar buiten te treden uit het anonieme.

    Het is, hoewel vele zich geroepen voelen, aan weinige gegeven, hun droom, want dit is het, te realiseren. En dan nog wat betekent het een boek liggen te hebben in het uitstalraam van de Standaard als er niemand is die het koopt om het te lezen. Zo, het is soms goed de realiteit onder ogen te zien en duidelijk af te wegen waar je staat of tot hoever je als schrijver gekomen bent.

    Dit is wat ik gemeend heb je vandaag, 11 november van 14-18, te vertellen in alle nederigheid.

    11-11-2017, 07:55 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    10-11-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Elegie

     

    Een dag was ook de tijd

    niet meer,

    het licht was kwijnend

    en eeuwigheid het ogenblik

    dat nu gekomen was.

     

    Herinnering, mijn vriend: 

    we soms waren zonder ouderdom,

    van binnen van avonden door drongen,

    van buiten het roekeloze drinken

    dat van het leven is.

     

    We telden toen de jaren.

     

    We wisten toen de weiden verderop,

    de beemden en de velden,

    de oevers verderop,

    de huizen en de dorpen,

    de kerkhoven. 

     

    We wisten, in die tuin van jou,

    de pimpelmeesjes ondersteboven

    en in de bomen, hoog

    de roep van pauwen.

     

    We wisten de zomers, de varens

    en de bramen in wind en regen, de meidoorn.

     

    We wisten, zo leerde Gustav Holst,

    het schuren van de planeten, de kreet

    die van het Universum was.

     

    En wij, mijn vriend,

    luisterend naar al wat was

    en naar wat nog niet was

    maar toch al kerend en tollend

    over ons, 

    wij ingetogen.

     

    En nu de greep, de keel

    ons dicht gesnoerd, de tijd

    die niet meer is

    en niet meer komen zal.

     

    Hoe noemen we

    wat niet meer nodig is te noemen

    de wijsheid die we tekenden,

    toen we er nog waren,

    samen.

     

    En wij die overbleven

    de donkre wijn toen religieus geschonken

    en in de flonkering 

    de beeltenis opgezocht, gevonden

    van al wie ging en van wie nog na zal komen:

     

    Elegie

    uit ons gevloeid, ons vastgehouden,

    toen de tijd niet meer te houden was.

     

     

    10-11-2017, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    09-11-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.How it is to be an explorer

     

    Ik ben aangekomen in de laatste vallei, heb nog een heuvel voor mij die ik te bestijgen heb, daarna valt het doek over wat en wie ik was, niet veel meer dan een ‘explorer’, een zoeker, want ik heb altijd getracht, T.S. Eliot[1], die het me heeft voorgesteld, te volgen: 

    Old men ought to be explorers / Here and there does not matter / We must be still and still moving / Into another intensity / For a further union, a deeper communion… 

    Dit is dan mijn leven geweest, ben er zelden van afgeweken, al wist ik dat wat ik vinden zou niet noodzakelijk de waarheid was, dat die waarheid misschien zelfs niet bestond of, als ze bestond, niet te vinden, niet te begrijpen was. 

    Ik ben een ‘duiker’ geweest naar wat binnen de dingen leeft. Niet wetende waar ik beginnen moest, niet wetende waar ik aankomen zou. En hoe dieper ik dook hoe verder ik me verwijderde van wat er te vinden was, gewrongen in een kafkaiaans gevoel dat me overhoop haalt, vooral dan deze morgen, om welke reden weet ik niet, maar deze morgen is anders dan alle vorige..

    Alles wel overwogen weet ik, dat ik altijd ‘onderweg’ ben geweest, uitkijkend naar wat op mij afkwam, altijd vertrouwend dat wat ik vinden zou positief zou zijn, zelfs al wist ik niet wat er te vinden was, maar het was iets dat me brengen zou tot een grotere levensintensiteit, gedragen en gevoed door een diepere vereniging met wat is en wat verborgen is. 

    Ooit schreef ik aan zee – mijn plaats op de rots is er leeg nu, al ben ik er nog in gedachten, al hoor ik nog de zang van de golven - een gedicht over het herderstasje, la bolsa a pastor. Een onooglijk plantje vast geankerd in de dorre aarde. Een klein wit dingetje, wat bloem, bevrucht door de wind misschien en tot zaad gekomen zich uitzaaiend om als soort te overleven. Ik zag hierin de manifestatie van het grote leven in het kleine. Een onopgemerkt gebeuren dat tekenend is voor het onopgemerkt zijn van vele dingen die om ons heen gebeuren. Op het niveau van het herderstasje is de bevruchting het summum dat het overkomen kan. Maar, wie denkt er aan bevruchting bij zo een klein nietig ding? 

    Ik besef dan ook, dat ik niet veel meer ben. Dat mijn leven zich heeft ontrold in alle stilte; dat mijn gebeuren niet veel meer was dan wat gebeurde met het herderstasje; dat de vrucht van mijn bevruchting door de geest van de kosmos, niet veel te betekenen heeft, onopgemerkt, behalve door enkelen, heeft plaats gevonden. Eens, de top van de laatste heuvel voor mij bereikt, de afdaling er voor niets bij zal liggen. 

    Aldus is de dag nakend dat bevruchting door wie of wat – deze van de geest in mij - zal stil vallen, misschien op het einde van een regel, of afgebroken, middenin een woord. Ik zal dan vertoeven in de wereld van wat Onnoembaar is, de wereld van ‘wat-binnen-in-de-dingen’ is. En ik stel me de vraag, zal als dan het zaad, het woord dat ik naliet, zich uitzaaien, zoals dit van het herderstasje, in een tijd die voor mij geen tijd meer is? 

    Dit is nochtans de enige reden waarom ik me heb uitgesloofd om te zijn en te doen wat en wie ik meende te moeten zijn en te moeten doen?

    [1] T.S.Eliot: The Four Quartets, East Coker, V, 202

    09-11-2017, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    08-11-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Valéry versus Eliot.

     

    In zijn 'The sacred Wood' - Methuen London, 1928 - essays on poetry and criticism, bespreekt T.S. Eliot een essay van Paul Valéry van 1920, waarin deze onomwonden stelt dat de tijd van de filosofische poëzie voorbij is en dat nu de moderne (!) poëet 'essaie de produire en nous un état et de porter cet état exceptionnel au point d'une jouissance parfaite'. Eliot verwerpt deze stellingname en merkt op dat 'the philosofy is essential to the structure and that the structure is essential to the poetic beauty of the parts.

    Eliot verwijst hierbij naar de 'Divina Commedia' om, na een lange omweg, te lang en te ingewikkeld om er verder op in te gaan, te verhalen dat het filosofisch element bij Dante moet gezien worden 'as part of the ordered world', als gebaseerd op de wijze waarop het leven geordend is in de wereld, en niet als het betrachten, zoals Valéry het stelt, een toestand op te roepen op een zodanige wijze dat we van die toestand poëtisch genieten kunnen.

    Het lag altijd in mijn aard, eerder Eliot te volgen dan Valéry. Ik vond dat de poëzie diepgang moest hebben en dat het filosofische element het dragend element was in de poëzie. Mettertijd echter heb ik gemeend er een ander element te moeten aan toevoegen, namelijk een kosmisch element dat mij onvermijdelijk bij het religieuze aspect ervan bracht, zonder evenwel hierbij het aspect Valéry te weigeren of op zij te laten. De poëzie die ik schreef - zelden geworden ingevolge mijn dagelijkse blogs - vind ik terug in een gedicht van vroeger.

    Het 'dode leven' er in is gericht op de mens, die niet nadenkt, noch over het leven, noch over de dood en wat er is na de dood, die uitkijkt naar het kleine, het voorbijgaande, het plots opduikende dat hij vastgrijpen wil in enkele woorden, terwijl het leven heel wat ingewikkelder is. Ik dacht met Eliot dat poëzie meer was en, na Eliot, dat poëzie kosmisch was, en ik schreef:

     

    Op een avond, die is van vele avonden, in gedachten, ook in woorden, de bolster laten barsten die om ons lichaam is en op te stijgen, ongedwongen

    achter ons te laten, lijk een slang haar vel afschuift, het dode leven dat ons omwikkeld hield en in één ogeblik d' oneindigheid bezeten.

    We hebben het, zo zelden toch, geweten hoe het kon: maar op één nacht de meidoorn ontwaakt als met late sneeuw bedekt, of Eliot gelezen en verbaasd gekeken dat het doenbaar was.

    En even blank van alle ogenblikken uitverkoren, dit nu dat van het leven is, dat van het elektron omheen de nucleüs is, dat is van al dat was en van wat nog komen zal,

    terwijl het bloed zich offeren wil voor wie we hebben bemind in de grensloosheid van schoot in schoot, ineengevlochten en verschroeid tot pulver van robijnen en smaragden.

    En niet nodig te begrijpen omdat zo ruim het is, de siddering van het verbonden zijn met al wat is, gekend of niet gekend, het zijn, verstrengeld in het wordende,  of hoe we het ooit kennen mogen, uitzonderlijk we kijken toe.

    De nachten  hier zijn koel in dit land.

     

    Dit is dan de poëzie die ik bedrijven wil, en doorspekt is met beeldflarden die verder willen reiken, Eliot volgend en een element in meer eraan toevoegend. Heb ik het bij het rechte eind, is poëzie niet eerder wat Valéry vooropstelt, het zijnde geplukt op het moment dat het zich voordoet, poëzie echoënd? Ik vrees vandaag dat ik te ver ben gegaan, dat de tijden grondig veranderd zijn en dat ik de poëzie eerder als een lichtheid moet zien dan als een zwaarte en dat ik wat meer naar Valéry moet kijken dan naar Eliot.  

    08-11-2017, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    07-11-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het toegevoegd gedicht

     

    Elke dag, getapt uit een vat vol gedachten, geraapt in boeken, symfonieën, schilderijen; gehaald uit wat nog niet is en toch al is, ergens, maar nog niet opgetekend dagen, uit de nevelen die ons omhullen, beelden op die zich lijk een onverwacht aroma verspreiden in de kamer. Beelden die verrassend zijn zowel voor hij die ze opvangt als voor hem of haar die ze lezen zal.

    Het is je inzet tegen de tijd die alles opslorpt, je poging uit wat was iets nieuws te puren, wat honig nog voor het verwelken van de bloesems, een kronkel in je gedachtenlijn.

    Ze komen zo maar niet onmiddellijk, ze liggen er niet om zo maar op te rapen en ze te plaatsen waar ze horen. Je weet het maar al te goed, soms is het een stroom, soms is het een aarzelend water en jij de man die stuurloos, zonder zeil, zich drijven laat. En wat je te vertellen hebt zijn van de oevers die schuiven, aan je oog voorbij, is, wat je oppikt onderweg. En je vaart lang, je weet niet waar je aanleggen zult noch wat er zal zijn van het daarna.

    Het daarna als je zult binnengaan en dromen dat je er niet meer bent, om er te zijn, je lichaam verpulverd maar je geest een helderheid, een open vlakte die alles overtreffen zal, verenigen zal, verantwoorden zal, beëindigen zal.

    En niet meer op te staan, de dag niet meer nodig is, je alles hebt gedaan, je alles hebt gezegd en bovenal, hebt neergezet in een soort geheimschrift, dat wel te lezen is maar moeilijk te ontcijferen, omdat het leven niet te ontcijferen is, later wel misschien.

    Of het nodig was of niet, zal niemand je vertellen, je staat er alleen voor. Het hoeft ook niet, niets hoeft er nog eens de nacht er is, de sterrenstelsels waar je wandelen zult.

    Je denkt dan nog, de nacht is me lief, ik zal hem koesteren. Ik zal me neervleien aan zijn voeten en slapen gaan om niet meer te ontwaken. De slaap me houden zal, na een laatste rilling in de wervels van de nek. En je slapend verder gaat met schrijven alsof het de gewoonste zaak was te slapen en te schrijven en niets te moeten nog. het schrijven dat je slapend houdt, het overige het zwijgen is.

    Jij een drijvend eiland geworden, gedachteloos, wat je nimmer was, wat je nimmer wilde zijn, nu de mond gesnoerd, de tijdloosheid je wijsheid is die je houden wilt tot ze je overweldigt.

    Waar je aangekomen bent heeft geen belang, je bent er om er te blijven, om er wortel te schieten onder de wegen en de huizen door, een blinde mol die zijn weg zal zoeken, achterlatend hier en daar een hoop gevuld met woorden, de enige vulling die van waarde is of, van waarde zou kunnen zijn.

    Je weet boven jou de luchten, je ziet ze niet, je voelt ze, je weet dat je opstijgen moet om wolk te zijn en wegdrijven zult over berg en oceaan, waar er nog andere zijn die staan te wachten op je komst, dit ook hoefde niet, je bent altijd een eenzame geweest, je zult het blijven.

    Wat staat er nu van het gedicht dat je houden wou? 

     

    07-11-2017, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    06-11-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De dagen en het bezoek

     

    De dagen schuiven voorbij. Je denkt hoe zou het zijn indien elke dag gewoon 'dag' zou zijn en nacht 'nacht', zonder datum, zonder naam, zonder jaar. Enkel gekend als dag die zich opent en sluit op de nacht, en dit, keer op keer en niets meer dan dat, zouden we dan ook er een zelfde gevoel van tijd die voorbij gaat aan over houden?

    Ik geloof het niet, we zouden wel ouder worden, maar zouden het niet weten, zoals een hond het niet weet of een kat en misschien zou het ons een geruster gevoel geven, wat de tijd betreft, misschien?

    Ik zou dan ook elke dag, bij de opkomst van het licht, of zelfs ervoor, mijn blog schrijven. Het zou een opeenvolging worden van blogs meer dan een opeenvolging van dagen, van maanden, van jaren. Ik zou de tijd beleven, bloggewijs, gezien mijn geschrijf, zelden een vervolg is op wat ik de dag ervoor heb geschreven, het is in de meeste gevallen iets totaal anders, dat zo maar opgerezen is uit de verte van het zijn.

    Dit zijn vreemde gedachten die niets opleveren, die me niet verder helpen, maar ik dacht eraan bij het bezoek aan een herstellende vriend. Een bijna tijdloos bezoek:  neer te zitten en te zien hoe geleidelijk aan het licht verzwakt, hoe de laatste kleuren in haag en boom zich effenen en worden opgeslorpt terwijl we blijven woorden zaaien, over wat het leven is en wat de dood zou kunnen zijn, een glorie of een holte.

    Sprekend over wat van gisteren was, een gisteren dat zich uitstrekt ver in de tijd. Niet denkend aan wat ons nog te wachten staat, want dit is het landschap dat we niet betreden willen, maar terugkerend tot wat was van onze jeugd, van een gebeuren uit die jeugd dat ergens getekend staat, waar weten we niet, alsof het een echo is die ons, om een of ander woord of teken te binnen valt en ons spreken doet. Zo, mijn vriend, wat is er van het herbeleven van wat vroeger was, terwijl de aarde zich wentelt en we samen zitten in een kring, met een glas in de hand dat het laatse licht nog houdt.

    De stilte die onze gedachten omkringt. Wij roerloos, luisterend of ons verplaatsend naar andere oorden waar we ooit waren of waar we heen gaan wilden. Wij, vertellend wat we lazen of niet lazen, de muziek die we hoorden of wilden horen, wat we deden en wat we schreven, gedichten, bundels vol, of schilderijen die we schilderen wilden maar de kleuren zo moeilijk na te doen, alsof het nodig zou zijn de kleuren van de natuur te gebruiken en niet deze van jou die er op lijken kunnen, wat eigenlijk niet nodig is.

    Terwijl de aarde, terwijl de sterren, terwijl de laatste vogel in het gras, de laatste noot verbergen gaat voor later, en wij geborgen in een cirkel van genegenheid.

    Hoe zullen we ze noemen de uren van het samenzijn.

      

    06-11-2017, 07:19 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    05-11-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Schildpadden

     

    John Green schreef: 'Schildpadden tot in het oneindige', vertaald door Aleid van Eekelen, Gottmer, 320 blz, 15,90 €, oorspronkelijke titel: 'Turtles all the way down'.

    Het is niet mijn bedoeling dit boek aan te prijzen, noch te verwerpen. Ik signaleer enkel maar het bestaan ervan om te verwijzen naar de recensie die Vanessa Joosen erover schreef in de SdL van 3 november, en waauit ik een zin wil halen die me trof, omdat hierin benaderd wordt wat ik reeds meermaals heb doorgegeven in mijn blogs, maar dan in andere woorden en in een andere omgeving. Ik citeer die zin:

    Behoort onze 'ik' wel toe aan onszelf? Hebben mensen een vaste kern of worden ze vooral bepaald door omstandigheden en door krachten waar ze geen vat op hebben?

    In het boek zelf - ik lees dit in de recensie - vreest de hoofdpersoon dat ze geen eigen identiteit heeft maar dat het de bacteriën zijn die haar gedachten bepalen.

    Ik ben niet zo ver gegaan, het is nooit bij mij opgekomen over bacteriën te spreken die bepalend zouden zijn over wat ik doe of laat. Ik stelde me de vraag en blijf me die stellen waar mijn gedachten zich vormen, is dit binnen in mijn lichaam, bv in mijn hersenen of, gebeurt dit rondom mij, in de 'elektrisch' geladen wolk die me omgeeft en, is mijn 'ik' - en dit is nieuw voor mij - slechts de waarnemer, en dan ook niets meer, dan de waarnemer van wat er met mij gebeurt?

    Het gebeuren dat hoofdzakelijk te wijten is aan de omstandigheden waarin die 'ik' verkeert. Of anders gezegd, dat we geregeerd worden en 'bepoteld' door de omstandigheden waarin we verkeren en die zich beginnen te vormen hebben ver voor ons ontstaan.

    Er is het gebeuren in Manhattan van een paar dagen geleden dat me bezig houdt - vele zaken houden me bezig - maar Manhattan en het lot, én van de jonge moeder die er werd opgeofferd én van de dame die een been verloor is blijven hangen. Ik dacht eraan dat, terwijl ze in een wereld van een begin van betobvering, hun reis voorbereidden, er een triestig individu, met zwarte, volle baard, een andere reis aan het voorbereiden was, en dat de omstandigheden van beide zo lagen dat ze elkaar ontmoeten zouden op een bepaalde plaats, op een bepaald punt in de tijd.

    Wat heeft ons 'ik' te maken met dit samenvallen van plaats en tijd? In feite niets.Er gebeurde wat gebeuren moest, het samenvallen kon niet vermeden worden, alsof het opgetekend stond van een eeuwigheid er voor. 

    Ik, had hier nimmer over nagedacht, nimmer vermoed dat mijn 'ik' slechts een waarnemer zou zijn van wat er met mij gebeurt hier in dit leven. Het kan, het is het waard er over na te denken, maar het is ook gevaarlijk dit als paradigma voorop te stellen. Beter ware misschien erover te zwijgen.

    Maar waar ik dan wel niet over zwijg is over de titel van het boek van John Green: 'Turtles all the way down'. Ik ontmoette deze halve zin, bij het lezen van het boek van Fred Hoyle & N.C.Wickramasinghe:'Evolution from space', Edition J.M. Dent & sons, 1989, pag. 148:

    'A male lecturer had spoken about the nature of the earth and planets. Afterwards an old lady came up to him from the audience, claiming she had a theory superior to the one he had described. We live on a crust of earh on the back of a giant turtle.

    Wishing to humour the old lady the lecturer asked: 'And what does this turtle stand on?' 'On the back of a second, still larger turtle', was the confident answer.'But what holds up the second turtle? The lecturer persisted, now in a slightly exasperated tone. 'It's no use, mister, the old lady replied: 'It's turtles all the way down.'

     

    05-11-2017, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    04-11-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat we schrijven

     

    Je kon het gisteren anders geformuleerd hebben, of toch niet. Er staat wat er staan moest, niets meer of niets minder, duidelijk genoeg om te trachten het beeld, dat je in gedachten er van hebt, weer te geven en er mee te gaan slapen. Dit is wat de regel is in de wereld die van de schrijvers is.

    Hierover las je, dat er vorig jaar, in Vlaanderen gemiddeld 197 boeken verkocht werden van de meer dan 40.000 boeken die op de markt zijn gekomen. Wat ontstellend is voor iemand die wenst een boek gepubliceerd te zien. Ontstellend ook voor de uitgever die zich niet zou hebben ingedekt op een of andere wijze. En dan, welk verschil maakt het uit, een boek in meer of in min, en welke kans maakt je dat je werk boven het gemiddelde zou uitstijgen, een rariteit zou zijn, een werk dat weergalmen zou in de wereld van het literaire?

    Je kansen liggen heel laag, en toch volhardt je in het verwachten dat je slagen zult waar anderen niet slagen. IJdelheid, mijn vriend, ijdelheid te denken dat je meer waard ben dan 197.

    De inzet, op alle ogenblikken van je leven dat je schrijvend was; dat je de woorden plukte die opdoken van ergens, van waar weet je niet, zal je nimmer weten, en het hoeft het niet te weten, je vertoeft maar al te graag in die wereld die lijk een wolk je inpalmt keer op keer, verzonken in de grote stilte van het zijn, en het beleven van wat zich in jou afspeelt. En, eigenaardig, waar je weinig of geen vat op hebt.

    Al denk je dat het van jou is, enkel van jou; dat het enig is wat er boven water komt, dingen die verbazen zullen. Je kijkt er naar achteraf. Het staat er allemaal en je weet niet wat je er van denken moogt, maar je laat maar gaan waar het gaan wil, voor jou is er enkel het betrachten, 'for us there is only the trying'. Verder is er niets, of er nu van ergens buiten jou, woorden komen van verheerlijking of van verwerping, het spel is gespeeld, de teerling is geworpen, een  reactie of die komt of niet komt, kan hier niets aan veranderen.

    Het is telkens de morgen die de avond ervoor of de nacht rijk is, die bepalen zal. Of zelfs, in heel wat gevallen, het ogenblik van het neerzitten dat alles in beweging zet. Zo hangt er nog steeds het artikel in de Standaard van 2 november in je hoofd. Je bent er mee bezig, je antwoordde reeds in gedachten aan de twee professoren, niet in verband met wat ze besloten inzake de chronologie van Ramses II, maar wel wat ze dachten over het stilstaan van zon en maan, dat voor hen een zonsverduistering zou geweest zijn. Een zonsverduistering waar God zou voor gezorgd hebben op het ogenblik dat Jozua de Amorieten aan het verslaan was. Even ingewikkeld dus, even miraculeus dan het stopzetten van de aarde, opdat zon en maan zouden blijven waar ze waren. Ze hadden beter moeten weten, want er staat veel meer dat ze hadden kunnen lezen en interpreteren.

    We wachten op een gelegenheid om het te doen, de Bijbel ligt altijd binnen handbereik, nu open op Hoofdstuk 10 van het boek van Josuah, open op een paar zinnen die ons en vele anderen een leven lang hebben bezig gehouden, en we zijn nog steeds niet aan het einde ervan.

     

    04-11-2017, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    03-11-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ademruimte

     

    Je hebt soms, ik dan toch, ademruimte nodig om verder te gaan. Je zakt dan af naar boeken die zijn blijven hangen in je gedachten. De Bijbel is er zo een, en hierop betrekking hebbend, en innig er mee verbonden, de werken van Kamal Salibi, met wie je destijds tal van mails hebt gewisseld. Salibi die je leerde dat het ware land van Abraham zich bevond in Saudi Arabië, wat voor jou en voor velen, een verrassing was.

    Maar ik ga hier niet verder op in, al wat Kamal Salibi betreft leest je op Google. Evenmin ga ik in - vandaag niet, later wel - op een artikel in de Standaard van gisteren, ook gerelateerd aan de Bijbel, over de stilstaande zon en maan ten tijde van Josuah, opvolger van Mozes. Ik wou enkel verklaren waarom ik plots ben afgeweken naar koning David, de  psalmenkoning. Om eerlijk te zijn ik had wat ademruimte nodig, in feite schijnt het me ineens toe dat mijn blogs te kort op elkaar volgen

    Vanmorgen ben ik eens te meer verrast door het sterrenbeeld van Orion vlak voor het raam. Vroeg in de nacht zat het nog verscholen achter de massa van de ceder, nu staat het er duidelijk getekend op het effene laken van de hemel, met onderaan, even duidelijk Sirius, de Sothis ster van de Egyptyenaren. Het is dit sterrenbeeld dat mijn inspiratie is.

    Het is begonnen in mijn verre jeugd toen ik de gedichten las van Alice Nahon, ondermeer over Orion haar geliefde, zegde ze. Wat ik toen niet begreep maar nu, in mijn ver gevorderde jarenn, is het ook voor mij een toevlucht geworden in enge dagen als ik zoek naar wat er te zeggen is. Al heb ik al zo veel gezegd, zo dikwijls al aan mijn blog begonnen  alsof het een gedicht was dat ik schrijven ging; dat ik de woorden niet vond opdat het lijken zou als een gedicht en dan ook, enkel in mij gedicht is geworden en gebleven.

    De poëzie die noodzakelijk is als ik me afsluiten wil wat van de wereld is, neerzit aan de vijver in de laatste zon, het laatste licht weerspiegeld in het water tussen de laatste bomen, en denkend aan een laan die je niet kent en niet kennen zult, met de verbrokkelde lichamen die stierven in hun lach en in hun dromen: een Oezbeek, ware hij maar gek geweest, het ware niet gebeurd, maar hij was haat en zal haat blijven. Zo gaat het in de wereld van vandaag. we moeten er mee leven, ook zij die geslachtofferd werden. Vreemde, uiterst vreemde plaatsen zijn het waar we ons heen begeven, soms.

    We hebben hier alles te ondergaan, ons verbergen kunnen we niet meer en een stelling innemen heeft geen zin, het zijn maar wat woorden. Je kunt ook niet je andere wang aanbieden, het ligt niet in je aard, je bent de verliezer en je zult de verliezer blijven, wat je ook doet of zegt of waar je ook heengaat, het lot zal je volgen.

    En toch, en toch, eens jezelf teruggevonden was er het laatste leven rondom jou, je wist het zo goed, je voelde het in je handen, in je ogen. Je smaakte het, je zonk er in weg en verdween er in. Je waart resten leven; je waart wat overbleef van grote lentes en machtige zomers, je waart de vrucht ervan, de doffe glans, de bezonkenheid. Meer waart je niet. Tot je schrijven ging en een andere wereld die zich opende, waarin je als een echo werd opgelost om te zijn wat je worden zult, een voorsmaak. Meer was er niet, maar het liet je niet onverschillig.

    Toen alles gezegd was ben je gaan kijken naar wat er overbleef van de herfstbloesem van enkele dagen, weken, terug. Niet veel meer. Wat meeldraden  nog, de stamper uitgedroogd. Hoe het allemaal gebeuren kan. Manhattan en het leven, uitgedoofd, hier en ginds over de oceaan.

     

    03-11-2017, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    02-11-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.David, Uriah en Bethsabee (2)

    .../...

    10. And when they had told David, saying Uriah went not down unto his house. David said unto Uriah, camest thou not from thy journey? Why then didst thou not go down into thine house?

    11. And Uriah said unto David, the ark and Israël and Judah abide in tents; and my lord Joab, and the servants of my lord, are encamped in the open fields; shall I then go into mine house, to eat and to drink, and to lie with my wife? As thou livest and as thy soul liveth, I will not do this thing.

    En David, uiterst verrast en ongerust, laat hem een dag langer blijven. Hij nodigt Uriah uit op een rijkelijk diner en zorgt ervoor dat hij dronken buiten gaat, maar Uriah 'went out to lie on his bed with the servants of his lord, but went not down to his house, hij gaat niet naar huis. Echter weet hij niet dat hij hiermee zijn doodvonnis tekent.

    David schrijft een brief aan Joab, de bevelhebber, en zegt hem dat hij Uriah in het heetste van het gevecht moet sturen opdat hij zeker zou gedood worden. Hij geeft de brief mee aan Uriah die terug gestuurd wordt naar het front. Dagen later verschijnt de boodschapper van Joab voor David en bevestigt hem dat Uriah gesneuveld is.

    25. Then David said unto the messenger, thus shalt thou say unto Joab: let not this thing displease thee, for the sword devoureth one as well as another, make thy battle more strong  against the city, and overthrow it.

    26. And when the wife of Uriah heard that Uriah, her husband was dead she mourned for her husband.

    27. And when the mourning was past, David sent and fetched her to his house, and she became his wife, and bare him a son. But the things that David had done displeased the Lord.

    De eerste zoon zal sterven na een ziekte en, we zijn nu al in hoofdstuk 12, David conforted Bath-shabe, his wife, and went in unto her, and lay with her, and she bare a son, and he called his name Solomon; and the Lord loved him.

    Dit gebeurde rond het jaar 1000 voor Chr. En het is uit het geslacht van David, uit het geslacht van Solomon, de zoon van Bethsabee, dat, via, via, uiteindelijk, uit een Jacob, Jozef geboren wordt, zoals we lezen in het Evangelie van Mattheus, chapter 1, vers 16: And Jacob begat Joseph, the husband of Mary, of whom was born Jesus, who is called Christ.

    Dit is dan het grote verhaal uit de Bijbel, mooi is het niet, het verhaal van koning David en Bethsabee. En we lazen, nu al een zekere tijd geleden, over de geschiedenis van koning David dat die niet zo zuiver was, evenmin als wat verteld wordt over de geschiedenis van Israël, bv. dat de Joden het Hebron in Palestina opeisten omwille van de graven van hun voorouders. Want er staat te lezen in de Bijbel dat - dit 4000 jaar geleden - aartsvader Abraham, de som van 400 zilveren shekels betaalde voor een grot om er zijn vrouw Sarah in te begraven. Later diende deze grot, in Machpelah, als  begraafplaats voor hemzelf, voor Isaac en Jacob en hun echtgenotes. Dit is, las ik ooit in de Standaard, de reden waarom de Joden denken meer rechten op de stad te hebben dan de 100.000 Palestjnen die er woonden en ook waarom ze er een Kiriath arba hebben gesticht.

    Niemand schijnt echter enig belang te hechten aan wat Kamal Salibi schrijft in zijn 'Secrets of the Bible People' (Saqi books, London 1988)  waarin hij Hebron (hbrwn) identificeerde met het huidige Khirban (hrbn) gelegen in de omgeving van de stad Qunfundhah in West-Arabië, ongeveer ter hoogte van Mekka en schrijft Salibi : 'I would have been not so certain, had it not been for the existence of a Machpelah (mkplh) and a Kiriath-arba (qryt 'rb') 'village of four', or four villages in the same vicinity, which I visited.'

    Wie ooit de moed zou hebben Kamal Salibi te lezen kan zelf zijn besluit trekken. Ik heb er mijn idee over en ik denk dat er weinig in te brengen is dat de stellingname van Salibi zou kunnen ontwrichten. Wat meer is, ik was in Noord-Yemen en heb er altijd het gevoel gehad dat ik er wandelde in het land dat ik kende van de Bijbel, de plaats waar het Joodse volk veertig jaar heeft rondgezworven. Maar het kan ook inbeelding geweest zijn toen ik de kinderen zag die er speelden, en de mannen en vrouwen hoe die er rondliepen. 

    Er was toen nog vrede in Yemen. 

     

    02-11-2017, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    01-11-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De dagen die zich opvolgen

     

    Hoe zal ik ze noemen de dagen van de herfst die ruiken naar chrysanten en kerkhoven, naar stiltes en ingetogenheid, die ruiken naar wat van vroeger was, naar dagen die amper nog gekend zijn?

    We hebben de handen gevouwen en gedacht hoe het kon dat we hier nog waren om te getuigen dat het leven een weg is die we opgaan, waarvan we niet weten langs waar hij ons leiden zal, of er ooit, en waar, een einde komt aan de seizoenen die ons omkransen met licht en duisternis, met warmte en, plotseling om de hoek, ons slaan met kilte en ontgoocheling. We kijken en we tasten af: de huizen en de wegen, de landerijen.

    Of we het houden zullen weten we niet, wie we ontmoeten zullen is ons niet verteld noch geschreven, maar dag na dag komt af op ons en wij, we wandelen verder om ergens aan te komen.

    Zegt Rainer Maria Rilke ons: 'In diesem Dorfe steht das letzte Haus, / so einsam wie das letzte Haus der Welt / ... / und die das Dorf verlassen wandern lang, /  und viele sterben vielleicht unterwegs.' 

    Standvastigheid is ons vreemd als we schrijven gaan, als we zoeken wat uit het diepste van ons zelf is opgestaan en een uitweg zoekt naar buiten. Of we het nemen of het laten, het staat er klaar om niet alleen binnen te komen, maar ook om zijn zeg te doen en ons tegen de muur te plaatsen omdat wat gisteren was, vandaag niet meer wordt beleden. Erger nog niet meer wordt bekeken,  alsof het nooit was geweest.

    Zo is deze dag van 1 november weinig verschillend van de dagen er voor of er na, en toch heeft het licht een andere inhoud, een andere betekenis, omdat het vooral het licht is van wat is én van de levenden, én van de doden, van zij die er waren en zij die er nog zijn maar die morgen of overmorgen, die een volgende 1 november niet meer zullen kennen. Gelukkig zij die er zich bewust van zijn.

    We ontlopen niet de dood met er over te schrijven, maar we halen hem ook niet dichterbij. Het overkomt ons wel dat hij welgekomen is, maar dat is hij niet, toch vandaag niet. Anderzijds hij schrikt niet af, we blijven gelaten en doen maar, alsof elk woord dat wordt neergezet hem verder van ons verwijderd houdt.

    Hiermee vullen we onze dagen, van het licht van de morgen die zich eens te meer schuchter aan het openen is, tot het vallen van de avond als alles gezegd weer is. Om in te slapen, de tijd niet meer is, en terug er zal staan voor het nieuwe licht er is. We verwachten dat dit nog even duren zal, en eigenlijk, ja, waarom niet?

    Ons is het verwachten zoet, het houdt ons in leven.

     

    01-11-2017, 07:37 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    31-10-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.David, Uriah en Bethsabee

     

    2.And it came to pass in eveningtide, that David arose from of his bed, and walked upon the roof of the king's house; and from the roof he saw a woman washing herself, and the woman was very beautiful to look upon.

    Dit is het begin van een schitterende passage in de King James Bible van 1611, uit het Boek Samuel II. Een passage waarvan La Bible Osty wist te vertellen: Le morceau qui suit est, par sa belle tenue littéraire, un des meilleurs de la Bible. Le narrateur poursuit son récit avec l'impassibilité d'un rapport de police. David ayant commis l'adultère avec Bethsabée, la femme d'Uriah, cherche à couvrir leur faute commune. Il a d'abord recours à un stratagème, qui échoue. Il décide alors d'assassiner Urie, et il confie cette tâche au chef de l'armée.

    Hoe lezen we nu deze geschiedenis in Samuel II want David heeft niet veel nodig om Bethsabee te verleiden.

    3. And David sent and enquired after the woman. And one said, is not this, Bath-sheba, the daughter of Eliam, the wife of Uriah the Hittite?

    4. And David sent messengers and took her, and she came in unto him, and he lay with her, for she was purified from her uncleanness and she returned unto her house.

    5. And the woman conceived and sent and told David, and said, I am with child.

    Wat David niet had verwacht en wat niet goed te praten was, want Uriah, de man van Bethsabee bevocht in Rabbah 'the children of Ammon. Wie weet hoe lang reeds dat hij de stad belegerde en hoe lang geleden het was dat hij met zijn vrouw het echtelijk bed had gedeeld. En David moet geweten hebben dat overspel met de dood werd gestraft, want stond er niet geschreven in Deuteronomy, 22, 22:

    If a man be found lying with a woman married to an husband, then they shall both of them die, both the man that lay with the woman, and the woman: so shall thou put away evil from Israël.

    En nu, met Bethsabee in verwachting, tracht David de zaak op zijn manier op te lossen. Via Joab, de bevelhebber van het leger, roept hij Uriah terug van het front, in de hoop dat hij bij zijn thuiskomst in het echtelijk bed zal slapen. Maar Uriah moet lont geroken hebben want hij gaat die eerste nacht niet naar huis.

    10. And when they had told David, saying Uriah went not down unto his house. David said unto Uriah, camest thou not from thy journey? Why then didst thou not go down into thine house?

    Wordt zeker vervolgd.

    PS. Zeg ik nog: als ik de King James versie van de Bijbel gebruik, dat dit te danken is, uitsluitend, aan John Steinbeck en zijn 'East of Eden', waarin ik getroffen werd door de geschiedenis van de vertaling van het Hebreeuwse woord 'timshell'. Veel meer was er niet, maar het was voldoende.

     

    31-10-2017, 06:55 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Archief per week
  • 22/04-28/04 2024
  • 15/04-21/04 2024
  • 08/04-14/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 25/03-31/03 2024
  • 18/03-24/03 2024
  • 11/03-17/03 2024
  • 04/03-10/03 2024
  • 26/02-03/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 12/02-18/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 29/01-04/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 15/01-21/01 2024
  • 08/01-14/01 2024
  • 01/01-07/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 16/10-22/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 02/10-08/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 18/09-24/09 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 04/09-10/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 21/08-27/08 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 07/08-13/08 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 17/07-23/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 03/07-09/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 13/03-19/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 25/12-31/12 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 21/11-27/11 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 10/10-16/10 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 01/08-07/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 04/07-10/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 13/06-19/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 16/05-22/05 2022
  • 09/05-15/05 2022
  • 02/05-08/05 2022
  • 25/04-01/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 11/04-17/04 2022
  • 04/04-10/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 07/03-13/03 2022
  • 28/02-06/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 14/02-20/02 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 17/01-23/01 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 26/12-01/01 2023
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 08/11-14/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 19/07-25/07 2021
  • 12/07-18/07 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 28/06-04/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 31/05-06/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 19/04-25/04 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 29/03-04/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 16/11-22/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 07/09-13/09 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 25/12-31/12 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 24/12-30/12 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 29/11-05/12 -0001

    Archief per maand
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 11--0001

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs