Geschriften
Inhoud blog
  • Afscheid
  • Opgenomen.
  • Hoe ik er sta, vandaag?
  • Waar ben ik mee bezig?
  • Gesprek op zondag.

    Zoeken in blog



    11-11-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Une drôle de maladie

     

    Ik schrijf omdat ik schrijven moet, omdat ik niets anders meer ken of kan. Maar is dit wel correct, schrijf ik ook niet opdat ik gelezen zou worden en, is dit geen vreemde ziekte?

    Zo ver ik me herinner heb ik elke dag mijn pagina geschreven, altijd met dezelfde pen zodat deze nu haar hars- of verflaag heeft verloren en het koper van de huls vrijgekomen is.

    De beradenheid waarmee ik dit deed zag ik niet als een doel op zich zelf maar als een aanloop naar het boek dat ik ooit schrijven zou. Een boek dat gepubliceerd zou worden en uitgestald zou liggen in de boekenwinkels.

    Ik denk nu dat deze aanloop tijdverlies is geweest, dat hij me niets geleerd heeft, niets heeft bijgebracht; dat het onvermijdelijk was dat elke poging, als geroutineerde in het schrijven van één pagina per dag, dit geen enkele garantie bood om ooit een verhaal/roman te produceren.

    Dit is een conclusie die ik veel vroeger had moeten trekken, het manuscript dat, durf ik het zeggen, tussendoor zich zelf aan het vervolledigen is, kreeg, door mijn blogs niet de nodige aandacht, had geen prioriteit, is eerder een proefstuk geworden om te weten of ik het kon of niet.

    Ondanks dit alles werd het toch een bundel van een goede driehonderd pagina’s waaraan nog een laatste hand moet worden gelegd, een soort opkuis, een controle ook of alle stukken ervan wel op de juiste plaats zitten. Maar de moed ontbreekt me, want alle moed die me nog rest is juist toereikend om mijn blog in stand te houden, mijn blog in een zekere mate de dubbelganger is van wat ik bijeen scharrelde onder de titel, ‘De Adem van de Dagen’. Het werd een blog in meer en het geeft een bijzondere meerwaarde, van een totaal ander gehalte.

    Het resultaat van ‘une drôle de maladie’ is dus dat ik vandaag opgeschept zit met een pak bladen tekst over Dantes Hel, een à 90% afgewerkt manuscript, een massaal pak blogs, en wat gedichten. Het resultaat van een schrijverschap. Ik realiseerde aldus, maar zonder uiterlijk succes, wat ik droomde op jonge leeftijd toen ik aan mijn eerste proefstuk begon en vader dacht dat ik schoolstraf aan het schrijven was.

    Veel verder naar de literaire wereld toe, heb ik het niet gebracht.

    Ik bevolk aldus maar een van de vele zolderkamers waarvan, in het midden van de nacht of heel vroeg in de morgen, het venster hel verlicht is gebleven,  met een man of vrouw die zich de ziel uit het lijf schrijft, en schrijvend hoopt naar buiten te treden uit het anonieme.

    Het is, hoewel vele zich geroepen voelen, aan weinige gegeven, hun droom, want dit is het, te realiseren. En dan nog wat betekent het een boek liggen te hebben in het uitstalraam van de Standaard als er niemand is die het koopt om het te lezen. Zo, het is soms goed de realiteit onder ogen te zien en duidelijk af te wegen waar je staat of tot hoever je als schrijver gekomen bent.

    Dit is wat ik gemeend heb je vandaag, 11 november van 14-18, te vertellen in alle nederigheid.

    11-11-2017, 07:55 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    10-11-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Elegie

     

    Een dag was ook de tijd

    niet meer,

    het licht was kwijnend

    en eeuwigheid het ogenblik

    dat nu gekomen was.

     

    Herinnering, mijn vriend: 

    we soms waren zonder ouderdom,

    van binnen van avonden door drongen,

    van buiten het roekeloze drinken

    dat van het leven is.

     

    We telden toen de jaren.

     

    We wisten toen de weiden verderop,

    de beemden en de velden,

    de oevers verderop,

    de huizen en de dorpen,

    de kerkhoven. 

     

    We wisten, in die tuin van jou,

    de pimpelmeesjes ondersteboven

    en in de bomen, hoog

    de roep van pauwen.

     

    We wisten de zomers, de varens

    en de bramen in wind en regen, de meidoorn.

     

    We wisten, zo leerde Gustav Holst,

    het schuren van de planeten, de kreet

    die van het Universum was.

     

    En wij, mijn vriend,

    luisterend naar al wat was

    en naar wat nog niet was

    maar toch al kerend en tollend

    over ons, 

    wij ingetogen.

     

    En nu de greep, de keel

    ons dicht gesnoerd, de tijd

    die niet meer is

    en niet meer komen zal.

     

    Hoe noemen we

    wat niet meer nodig is te noemen

    de wijsheid die we tekenden,

    toen we er nog waren,

    samen.

     

    En wij die overbleven

    de donkre wijn toen religieus geschonken

    en in de flonkering 

    de beeltenis opgezocht, gevonden

    van al wie ging en van wie nog na zal komen:

     

    Elegie

    uit ons gevloeid, ons vastgehouden,

    toen de tijd niet meer te houden was.

     

     

    10-11-2017, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    09-11-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.How it is to be an explorer

     

    Ik ben aangekomen in de laatste vallei, heb nog een heuvel voor mij die ik te bestijgen heb, daarna valt het doek over wat en wie ik was, niet veel meer dan een ‘explorer’, een zoeker, want ik heb altijd getracht, T.S. Eliot[1], die het me heeft voorgesteld, te volgen: 

    Old men ought to be explorers / Here and there does not matter / We must be still and still moving / Into another intensity / For a further union, a deeper communion… 

    Dit is dan mijn leven geweest, ben er zelden van afgeweken, al wist ik dat wat ik vinden zou niet noodzakelijk de waarheid was, dat die waarheid misschien zelfs niet bestond of, als ze bestond, niet te vinden, niet te begrijpen was. 

    Ik ben een ‘duiker’ geweest naar wat binnen de dingen leeft. Niet wetende waar ik beginnen moest, niet wetende waar ik aankomen zou. En hoe dieper ik dook hoe verder ik me verwijderde van wat er te vinden was, gewrongen in een kafkaiaans gevoel dat me overhoop haalt, vooral dan deze morgen, om welke reden weet ik niet, maar deze morgen is anders dan alle vorige..

    Alles wel overwogen weet ik, dat ik altijd ‘onderweg’ ben geweest, uitkijkend naar wat op mij afkwam, altijd vertrouwend dat wat ik vinden zou positief zou zijn, zelfs al wist ik niet wat er te vinden was, maar het was iets dat me brengen zou tot een grotere levensintensiteit, gedragen en gevoed door een diepere vereniging met wat is en wat verborgen is. 

    Ooit schreef ik aan zee – mijn plaats op de rots is er leeg nu, al ben ik er nog in gedachten, al hoor ik nog de zang van de golven - een gedicht over het herderstasje, la bolsa a pastor. Een onooglijk plantje vast geankerd in de dorre aarde. Een klein wit dingetje, wat bloem, bevrucht door de wind misschien en tot zaad gekomen zich uitzaaiend om als soort te overleven. Ik zag hierin de manifestatie van het grote leven in het kleine. Een onopgemerkt gebeuren dat tekenend is voor het onopgemerkt zijn van vele dingen die om ons heen gebeuren. Op het niveau van het herderstasje is de bevruchting het summum dat het overkomen kan. Maar, wie denkt er aan bevruchting bij zo een klein nietig ding? 

    Ik besef dan ook, dat ik niet veel meer ben. Dat mijn leven zich heeft ontrold in alle stilte; dat mijn gebeuren niet veel meer was dan wat gebeurde met het herderstasje; dat de vrucht van mijn bevruchting door de geest van de kosmos, niet veel te betekenen heeft, onopgemerkt, behalve door enkelen, heeft plaats gevonden. Eens, de top van de laatste heuvel voor mij bereikt, de afdaling er voor niets bij zal liggen. 

    Aldus is de dag nakend dat bevruchting door wie of wat – deze van de geest in mij - zal stil vallen, misschien op het einde van een regel, of afgebroken, middenin een woord. Ik zal dan vertoeven in de wereld van wat Onnoembaar is, de wereld van ‘wat-binnen-in-de-dingen’ is. En ik stel me de vraag, zal als dan het zaad, het woord dat ik naliet, zich uitzaaien, zoals dit van het herderstasje, in een tijd die voor mij geen tijd meer is? 

    Dit is nochtans de enige reden waarom ik me heb uitgesloofd om te zijn en te doen wat en wie ik meende te moeten zijn en te moeten doen?

    [1] T.S.Eliot: The Four Quartets, East Coker, V, 202

    09-11-2017, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    08-11-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Valéry versus Eliot.

     

    In zijn 'The sacred Wood' - Methuen London, 1928 - essays on poetry and criticism, bespreekt T.S. Eliot een essay van Paul Valéry van 1920, waarin deze onomwonden stelt dat de tijd van de filosofische poëzie voorbij is en dat nu de moderne (!) poëet 'essaie de produire en nous un état et de porter cet état exceptionnel au point d'une jouissance parfaite'. Eliot verwerpt deze stellingname en merkt op dat 'the philosofy is essential to the structure and that the structure is essential to the poetic beauty of the parts.

    Eliot verwijst hierbij naar de 'Divina Commedia' om, na een lange omweg, te lang en te ingewikkeld om er verder op in te gaan, te verhalen dat het filosofisch element bij Dante moet gezien worden 'as part of the ordered world', als gebaseerd op de wijze waarop het leven geordend is in de wereld, en niet als het betrachten, zoals Valéry het stelt, een toestand op te roepen op een zodanige wijze dat we van die toestand poëtisch genieten kunnen.

    Het lag altijd in mijn aard, eerder Eliot te volgen dan Valéry. Ik vond dat de poëzie diepgang moest hebben en dat het filosofische element het dragend element was in de poëzie. Mettertijd echter heb ik gemeend er een ander element te moeten aan toevoegen, namelijk een kosmisch element dat mij onvermijdelijk bij het religieuze aspect ervan bracht, zonder evenwel hierbij het aspect Valéry te weigeren of op zij te laten. De poëzie die ik schreef - zelden geworden ingevolge mijn dagelijkse blogs - vind ik terug in een gedicht van vroeger.

    Het 'dode leven' er in is gericht op de mens, die niet nadenkt, noch over het leven, noch over de dood en wat er is na de dood, die uitkijkt naar het kleine, het voorbijgaande, het plots opduikende dat hij vastgrijpen wil in enkele woorden, terwijl het leven heel wat ingewikkelder is. Ik dacht met Eliot dat poëzie meer was en, na Eliot, dat poëzie kosmisch was, en ik schreef:

     

    Op een avond, die is van vele avonden, in gedachten, ook in woorden, de bolster laten barsten die om ons lichaam is en op te stijgen, ongedwongen

    achter ons te laten, lijk een slang haar vel afschuift, het dode leven dat ons omwikkeld hield en in één ogeblik d' oneindigheid bezeten.

    We hebben het, zo zelden toch, geweten hoe het kon: maar op één nacht de meidoorn ontwaakt als met late sneeuw bedekt, of Eliot gelezen en verbaasd gekeken dat het doenbaar was.

    En even blank van alle ogenblikken uitverkoren, dit nu dat van het leven is, dat van het elektron omheen de nucleüs is, dat is van al dat was en van wat nog komen zal,

    terwijl het bloed zich offeren wil voor wie we hebben bemind in de grensloosheid van schoot in schoot, ineengevlochten en verschroeid tot pulver van robijnen en smaragden.

    En niet nodig te begrijpen omdat zo ruim het is, de siddering van het verbonden zijn met al wat is, gekend of niet gekend, het zijn, verstrengeld in het wordende,  of hoe we het ooit kennen mogen, uitzonderlijk we kijken toe.

    De nachten  hier zijn koel in dit land.

     

    Dit is dan de poëzie die ik bedrijven wil, en doorspekt is met beeldflarden die verder willen reiken, Eliot volgend en een element in meer eraan toevoegend. Heb ik het bij het rechte eind, is poëzie niet eerder wat Valéry vooropstelt, het zijnde geplukt op het moment dat het zich voordoet, poëzie echoënd? Ik vrees vandaag dat ik te ver ben gegaan, dat de tijden grondig veranderd zijn en dat ik de poëzie eerder als een lichtheid moet zien dan als een zwaarte en dat ik wat meer naar Valéry moet kijken dan naar Eliot.  

    08-11-2017, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    07-11-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het toegevoegd gedicht

     

    Elke dag, getapt uit een vat vol gedachten, geraapt in boeken, symfonieën, schilderijen; gehaald uit wat nog niet is en toch al is, ergens, maar nog niet opgetekend dagen, uit de nevelen die ons omhullen, beelden op die zich lijk een onverwacht aroma verspreiden in de kamer. Beelden die verrassend zijn zowel voor hij die ze opvangt als voor hem of haar die ze lezen zal.

    Het is je inzet tegen de tijd die alles opslorpt, je poging uit wat was iets nieuws te puren, wat honig nog voor het verwelken van de bloesems, een kronkel in je gedachtenlijn.

    Ze komen zo maar niet onmiddellijk, ze liggen er niet om zo maar op te rapen en ze te plaatsen waar ze horen. Je weet het maar al te goed, soms is het een stroom, soms is het een aarzelend water en jij de man die stuurloos, zonder zeil, zich drijven laat. En wat je te vertellen hebt zijn van de oevers die schuiven, aan je oog voorbij, is, wat je oppikt onderweg. En je vaart lang, je weet niet waar je aanleggen zult noch wat er zal zijn van het daarna.

    Het daarna als je zult binnengaan en dromen dat je er niet meer bent, om er te zijn, je lichaam verpulverd maar je geest een helderheid, een open vlakte die alles overtreffen zal, verenigen zal, verantwoorden zal, beëindigen zal.

    En niet meer op te staan, de dag niet meer nodig is, je alles hebt gedaan, je alles hebt gezegd en bovenal, hebt neergezet in een soort geheimschrift, dat wel te lezen is maar moeilijk te ontcijferen, omdat het leven niet te ontcijferen is, later wel misschien.

    Of het nodig was of niet, zal niemand je vertellen, je staat er alleen voor. Het hoeft ook niet, niets hoeft er nog eens de nacht er is, de sterrenstelsels waar je wandelen zult.

    Je denkt dan nog, de nacht is me lief, ik zal hem koesteren. Ik zal me neervleien aan zijn voeten en slapen gaan om niet meer te ontwaken. De slaap me houden zal, na een laatste rilling in de wervels van de nek. En je slapend verder gaat met schrijven alsof het de gewoonste zaak was te slapen en te schrijven en niets te moeten nog. het schrijven dat je slapend houdt, het overige het zwijgen is.

    Jij een drijvend eiland geworden, gedachteloos, wat je nimmer was, wat je nimmer wilde zijn, nu de mond gesnoerd, de tijdloosheid je wijsheid is die je houden wilt tot ze je overweldigt.

    Waar je aangekomen bent heeft geen belang, je bent er om er te blijven, om er wortel te schieten onder de wegen en de huizen door, een blinde mol die zijn weg zal zoeken, achterlatend hier en daar een hoop gevuld met woorden, de enige vulling die van waarde is of, van waarde zou kunnen zijn.

    Je weet boven jou de luchten, je ziet ze niet, je voelt ze, je weet dat je opstijgen moet om wolk te zijn en wegdrijven zult over berg en oceaan, waar er nog andere zijn die staan te wachten op je komst, dit ook hoefde niet, je bent altijd een eenzame geweest, je zult het blijven.

    Wat staat er nu van het gedicht dat je houden wou? 

     

    07-11-2017, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    06-11-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De dagen en het bezoek

     

    De dagen schuiven voorbij. Je denkt hoe zou het zijn indien elke dag gewoon 'dag' zou zijn en nacht 'nacht', zonder datum, zonder naam, zonder jaar. Enkel gekend als dag die zich opent en sluit op de nacht, en dit, keer op keer en niets meer dan dat, zouden we dan ook er een zelfde gevoel van tijd die voorbij gaat aan over houden?

    Ik geloof het niet, we zouden wel ouder worden, maar zouden het niet weten, zoals een hond het niet weet of een kat en misschien zou het ons een geruster gevoel geven, wat de tijd betreft, misschien?

    Ik zou dan ook elke dag, bij de opkomst van het licht, of zelfs ervoor, mijn blog schrijven. Het zou een opeenvolging worden van blogs meer dan een opeenvolging van dagen, van maanden, van jaren. Ik zou de tijd beleven, bloggewijs, gezien mijn geschrijf, zelden een vervolg is op wat ik de dag ervoor heb geschreven, het is in de meeste gevallen iets totaal anders, dat zo maar opgerezen is uit de verte van het zijn.

    Dit zijn vreemde gedachten die niets opleveren, die me niet verder helpen, maar ik dacht eraan bij het bezoek aan een herstellende vriend. Een bijna tijdloos bezoek:  neer te zitten en te zien hoe geleidelijk aan het licht verzwakt, hoe de laatste kleuren in haag en boom zich effenen en worden opgeslorpt terwijl we blijven woorden zaaien, over wat het leven is en wat de dood zou kunnen zijn, een glorie of een holte.

    Sprekend over wat van gisteren was, een gisteren dat zich uitstrekt ver in de tijd. Niet denkend aan wat ons nog te wachten staat, want dit is het landschap dat we niet betreden willen, maar terugkerend tot wat was van onze jeugd, van een gebeuren uit die jeugd dat ergens getekend staat, waar weten we niet, alsof het een echo is die ons, om een of ander woord of teken te binnen valt en ons spreken doet. Zo, mijn vriend, wat is er van het herbeleven van wat vroeger was, terwijl de aarde zich wentelt en we samen zitten in een kring, met een glas in de hand dat het laatse licht nog houdt.

    De stilte die onze gedachten omkringt. Wij roerloos, luisterend of ons verplaatsend naar andere oorden waar we ooit waren of waar we heen gaan wilden. Wij, vertellend wat we lazen of niet lazen, de muziek die we hoorden of wilden horen, wat we deden en wat we schreven, gedichten, bundels vol, of schilderijen die we schilderen wilden maar de kleuren zo moeilijk na te doen, alsof het nodig zou zijn de kleuren van de natuur te gebruiken en niet deze van jou die er op lijken kunnen, wat eigenlijk niet nodig is.

    Terwijl de aarde, terwijl de sterren, terwijl de laatste vogel in het gras, de laatste noot verbergen gaat voor later, en wij geborgen in een cirkel van genegenheid.

    Hoe zullen we ze noemen de uren van het samenzijn.

      

    06-11-2017, 07:19 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    05-11-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Schildpadden

     

    John Green schreef: 'Schildpadden tot in het oneindige', vertaald door Aleid van Eekelen, Gottmer, 320 blz, 15,90 €, oorspronkelijke titel: 'Turtles all the way down'.

    Het is niet mijn bedoeling dit boek aan te prijzen, noch te verwerpen. Ik signaleer enkel maar het bestaan ervan om te verwijzen naar de recensie die Vanessa Joosen erover schreef in de SdL van 3 november, en waauit ik een zin wil halen die me trof, omdat hierin benaderd wordt wat ik reeds meermaals heb doorgegeven in mijn blogs, maar dan in andere woorden en in een andere omgeving. Ik citeer die zin:

    Behoort onze 'ik' wel toe aan onszelf? Hebben mensen een vaste kern of worden ze vooral bepaald door omstandigheden en door krachten waar ze geen vat op hebben?

    In het boek zelf - ik lees dit in de recensie - vreest de hoofdpersoon dat ze geen eigen identiteit heeft maar dat het de bacteriën zijn die haar gedachten bepalen.

    Ik ben niet zo ver gegaan, het is nooit bij mij opgekomen over bacteriën te spreken die bepalend zouden zijn over wat ik doe of laat. Ik stelde me de vraag en blijf me die stellen waar mijn gedachten zich vormen, is dit binnen in mijn lichaam, bv in mijn hersenen of, gebeurt dit rondom mij, in de 'elektrisch' geladen wolk die me omgeeft en, is mijn 'ik' - en dit is nieuw voor mij - slechts de waarnemer, en dan ook niets meer, dan de waarnemer van wat er met mij gebeurt?

    Het gebeuren dat hoofdzakelijk te wijten is aan de omstandigheden waarin die 'ik' verkeert. Of anders gezegd, dat we geregeerd worden en 'bepoteld' door de omstandigheden waarin we verkeren en die zich beginnen te vormen hebben ver voor ons ontstaan.

    Er is het gebeuren in Manhattan van een paar dagen geleden dat me bezig houdt - vele zaken houden me bezig - maar Manhattan en het lot, én van de jonge moeder die er werd opgeofferd én van de dame die een been verloor is blijven hangen. Ik dacht eraan dat, terwijl ze in een wereld van een begin van betobvering, hun reis voorbereidden, er een triestig individu, met zwarte, volle baard, een andere reis aan het voorbereiden was, en dat de omstandigheden van beide zo lagen dat ze elkaar ontmoeten zouden op een bepaalde plaats, op een bepaald punt in de tijd.

    Wat heeft ons 'ik' te maken met dit samenvallen van plaats en tijd? In feite niets.Er gebeurde wat gebeuren moest, het samenvallen kon niet vermeden worden, alsof het opgetekend stond van een eeuwigheid er voor. 

    Ik, had hier nimmer over nagedacht, nimmer vermoed dat mijn 'ik' slechts een waarnemer zou zijn van wat er met mij gebeurt hier in dit leven. Het kan, het is het waard er over na te denken, maar het is ook gevaarlijk dit als paradigma voorop te stellen. Beter ware misschien erover te zwijgen.

    Maar waar ik dan wel niet over zwijg is over de titel van het boek van John Green: 'Turtles all the way down'. Ik ontmoette deze halve zin, bij het lezen van het boek van Fred Hoyle & N.C.Wickramasinghe:'Evolution from space', Edition J.M. Dent & sons, 1989, pag. 148:

    'A male lecturer had spoken about the nature of the earth and planets. Afterwards an old lady came up to him from the audience, claiming she had a theory superior to the one he had described. We live on a crust of earh on the back of a giant turtle.

    Wishing to humour the old lady the lecturer asked: 'And what does this turtle stand on?' 'On the back of a second, still larger turtle', was the confident answer.'But what holds up the second turtle? The lecturer persisted, now in a slightly exasperated tone. 'It's no use, mister, the old lady replied: 'It's turtles all the way down.'

     

    05-11-2017, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    04-11-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat we schrijven

     

    Je kon het gisteren anders geformuleerd hebben, of toch niet. Er staat wat er staan moest, niets meer of niets minder, duidelijk genoeg om te trachten het beeld, dat je in gedachten er van hebt, weer te geven en er mee te gaan slapen. Dit is wat de regel is in de wereld die van de schrijvers is.

    Hierover las je, dat er vorig jaar, in Vlaanderen gemiddeld 197 boeken verkocht werden van de meer dan 40.000 boeken die op de markt zijn gekomen. Wat ontstellend is voor iemand die wenst een boek gepubliceerd te zien. Ontstellend ook voor de uitgever die zich niet zou hebben ingedekt op een of andere wijze. En dan, welk verschil maakt het uit, een boek in meer of in min, en welke kans maakt je dat je werk boven het gemiddelde zou uitstijgen, een rariteit zou zijn, een werk dat weergalmen zou in de wereld van het literaire?

    Je kansen liggen heel laag, en toch volhardt je in het verwachten dat je slagen zult waar anderen niet slagen. IJdelheid, mijn vriend, ijdelheid te denken dat je meer waard ben dan 197.

    De inzet, op alle ogenblikken van je leven dat je schrijvend was; dat je de woorden plukte die opdoken van ergens, van waar weet je niet, zal je nimmer weten, en het hoeft het niet te weten, je vertoeft maar al te graag in die wereld die lijk een wolk je inpalmt keer op keer, verzonken in de grote stilte van het zijn, en het beleven van wat zich in jou afspeelt. En, eigenaardig, waar je weinig of geen vat op hebt.

    Al denk je dat het van jou is, enkel van jou; dat het enig is wat er boven water komt, dingen die verbazen zullen. Je kijkt er naar achteraf. Het staat er allemaal en je weet niet wat je er van denken moogt, maar je laat maar gaan waar het gaan wil, voor jou is er enkel het betrachten, 'for us there is only the trying'. Verder is er niets, of er nu van ergens buiten jou, woorden komen van verheerlijking of van verwerping, het spel is gespeeld, de teerling is geworpen, een  reactie of die komt of niet komt, kan hier niets aan veranderen.

    Het is telkens de morgen die de avond ervoor of de nacht rijk is, die bepalen zal. Of zelfs, in heel wat gevallen, het ogenblik van het neerzitten dat alles in beweging zet. Zo hangt er nog steeds het artikel in de Standaard van 2 november in je hoofd. Je bent er mee bezig, je antwoordde reeds in gedachten aan de twee professoren, niet in verband met wat ze besloten inzake de chronologie van Ramses II, maar wel wat ze dachten over het stilstaan van zon en maan, dat voor hen een zonsverduistering zou geweest zijn. Een zonsverduistering waar God zou voor gezorgd hebben op het ogenblik dat Jozua de Amorieten aan het verslaan was. Even ingewikkeld dus, even miraculeus dan het stopzetten van de aarde, opdat zon en maan zouden blijven waar ze waren. Ze hadden beter moeten weten, want er staat veel meer dat ze hadden kunnen lezen en interpreteren.

    We wachten op een gelegenheid om het te doen, de Bijbel ligt altijd binnen handbereik, nu open op Hoofdstuk 10 van het boek van Josuah, open op een paar zinnen die ons en vele anderen een leven lang hebben bezig gehouden, en we zijn nog steeds niet aan het einde ervan.

     

    04-11-2017, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    03-11-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ademruimte

     

    Je hebt soms, ik dan toch, ademruimte nodig om verder te gaan. Je zakt dan af naar boeken die zijn blijven hangen in je gedachten. De Bijbel is er zo een, en hierop betrekking hebbend, en innig er mee verbonden, de werken van Kamal Salibi, met wie je destijds tal van mails hebt gewisseld. Salibi die je leerde dat het ware land van Abraham zich bevond in Saudi Arabië, wat voor jou en voor velen, een verrassing was.

    Maar ik ga hier niet verder op in, al wat Kamal Salibi betreft leest je op Google. Evenmin ga ik in - vandaag niet, later wel - op een artikel in de Standaard van gisteren, ook gerelateerd aan de Bijbel, over de stilstaande zon en maan ten tijde van Josuah, opvolger van Mozes. Ik wou enkel verklaren waarom ik plots ben afgeweken naar koning David, de  psalmenkoning. Om eerlijk te zijn ik had wat ademruimte nodig, in feite schijnt het me ineens toe dat mijn blogs te kort op elkaar volgen

    Vanmorgen ben ik eens te meer verrast door het sterrenbeeld van Orion vlak voor het raam. Vroeg in de nacht zat het nog verscholen achter de massa van de ceder, nu staat het er duidelijk getekend op het effene laken van de hemel, met onderaan, even duidelijk Sirius, de Sothis ster van de Egyptyenaren. Het is dit sterrenbeeld dat mijn inspiratie is.

    Het is begonnen in mijn verre jeugd toen ik de gedichten las van Alice Nahon, ondermeer over Orion haar geliefde, zegde ze. Wat ik toen niet begreep maar nu, in mijn ver gevorderde jarenn, is het ook voor mij een toevlucht geworden in enge dagen als ik zoek naar wat er te zeggen is. Al heb ik al zo veel gezegd, zo dikwijls al aan mijn blog begonnen  alsof het een gedicht was dat ik schrijven ging; dat ik de woorden niet vond opdat het lijken zou als een gedicht en dan ook, enkel in mij gedicht is geworden en gebleven.

    De poëzie die noodzakelijk is als ik me afsluiten wil wat van de wereld is, neerzit aan de vijver in de laatste zon, het laatste licht weerspiegeld in het water tussen de laatste bomen, en denkend aan een laan die je niet kent en niet kennen zult, met de verbrokkelde lichamen die stierven in hun lach en in hun dromen: een Oezbeek, ware hij maar gek geweest, het ware niet gebeurd, maar hij was haat en zal haat blijven. Zo gaat het in de wereld van vandaag. we moeten er mee leven, ook zij die geslachtofferd werden. Vreemde, uiterst vreemde plaatsen zijn het waar we ons heen begeven, soms.

    We hebben hier alles te ondergaan, ons verbergen kunnen we niet meer en een stelling innemen heeft geen zin, het zijn maar wat woorden. Je kunt ook niet je andere wang aanbieden, het ligt niet in je aard, je bent de verliezer en je zult de verliezer blijven, wat je ook doet of zegt of waar je ook heengaat, het lot zal je volgen.

    En toch, en toch, eens jezelf teruggevonden was er het laatste leven rondom jou, je wist het zo goed, je voelde het in je handen, in je ogen. Je smaakte het, je zonk er in weg en verdween er in. Je waart resten leven; je waart wat overbleef van grote lentes en machtige zomers, je waart de vrucht ervan, de doffe glans, de bezonkenheid. Meer waart je niet. Tot je schrijven ging en een andere wereld die zich opende, waarin je als een echo werd opgelost om te zijn wat je worden zult, een voorsmaak. Meer was er niet, maar het liet je niet onverschillig.

    Toen alles gezegd was ben je gaan kijken naar wat er overbleef van de herfstbloesem van enkele dagen, weken, terug. Niet veel meer. Wat meeldraden  nog, de stamper uitgedroogd. Hoe het allemaal gebeuren kan. Manhattan en het leven, uitgedoofd, hier en ginds over de oceaan.

     

    03-11-2017, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    02-11-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.David, Uriah en Bethsabee (2)

    .../...

    10. And when they had told David, saying Uriah went not down unto his house. David said unto Uriah, camest thou not from thy journey? Why then didst thou not go down into thine house?

    11. And Uriah said unto David, the ark and Israël and Judah abide in tents; and my lord Joab, and the servants of my lord, are encamped in the open fields; shall I then go into mine house, to eat and to drink, and to lie with my wife? As thou livest and as thy soul liveth, I will not do this thing.

    En David, uiterst verrast en ongerust, laat hem een dag langer blijven. Hij nodigt Uriah uit op een rijkelijk diner en zorgt ervoor dat hij dronken buiten gaat, maar Uriah 'went out to lie on his bed with the servants of his lord, but went not down to his house, hij gaat niet naar huis. Echter weet hij niet dat hij hiermee zijn doodvonnis tekent.

    David schrijft een brief aan Joab, de bevelhebber, en zegt hem dat hij Uriah in het heetste van het gevecht moet sturen opdat hij zeker zou gedood worden. Hij geeft de brief mee aan Uriah die terug gestuurd wordt naar het front. Dagen later verschijnt de boodschapper van Joab voor David en bevestigt hem dat Uriah gesneuveld is.

    25. Then David said unto the messenger, thus shalt thou say unto Joab: let not this thing displease thee, for the sword devoureth one as well as another, make thy battle more strong  against the city, and overthrow it.

    26. And when the wife of Uriah heard that Uriah, her husband was dead she mourned for her husband.

    27. And when the mourning was past, David sent and fetched her to his house, and she became his wife, and bare him a son. But the things that David had done displeased the Lord.

    De eerste zoon zal sterven na een ziekte en, we zijn nu al in hoofdstuk 12, David conforted Bath-shabe, his wife, and went in unto her, and lay with her, and she bare a son, and he called his name Solomon; and the Lord loved him.

    Dit gebeurde rond het jaar 1000 voor Chr. En het is uit het geslacht van David, uit het geslacht van Solomon, de zoon van Bethsabee, dat, via, via, uiteindelijk, uit een Jacob, Jozef geboren wordt, zoals we lezen in het Evangelie van Mattheus, chapter 1, vers 16: And Jacob begat Joseph, the husband of Mary, of whom was born Jesus, who is called Christ.

    Dit is dan het grote verhaal uit de Bijbel, mooi is het niet, het verhaal van koning David en Bethsabee. En we lazen, nu al een zekere tijd geleden, over de geschiedenis van koning David dat die niet zo zuiver was, evenmin als wat verteld wordt over de geschiedenis van Israël, bv. dat de Joden het Hebron in Palestina opeisten omwille van de graven van hun voorouders. Want er staat te lezen in de Bijbel dat - dit 4000 jaar geleden - aartsvader Abraham, de som van 400 zilveren shekels betaalde voor een grot om er zijn vrouw Sarah in te begraven. Later diende deze grot, in Machpelah, als  begraafplaats voor hemzelf, voor Isaac en Jacob en hun echtgenotes. Dit is, las ik ooit in de Standaard, de reden waarom de Joden denken meer rechten op de stad te hebben dan de 100.000 Palestjnen die er woonden en ook waarom ze er een Kiriath arba hebben gesticht.

    Niemand schijnt echter enig belang te hechten aan wat Kamal Salibi schrijft in zijn 'Secrets of the Bible People' (Saqi books, London 1988)  waarin hij Hebron (hbrwn) identificeerde met het huidige Khirban (hrbn) gelegen in de omgeving van de stad Qunfundhah in West-Arabië, ongeveer ter hoogte van Mekka en schrijft Salibi : 'I would have been not so certain, had it not been for the existence of a Machpelah (mkplh) and a Kiriath-arba (qryt 'rb') 'village of four', or four villages in the same vicinity, which I visited.'

    Wie ooit de moed zou hebben Kamal Salibi te lezen kan zelf zijn besluit trekken. Ik heb er mijn idee over en ik denk dat er weinig in te brengen is dat de stellingname van Salibi zou kunnen ontwrichten. Wat meer is, ik was in Noord-Yemen en heb er altijd het gevoel gehad dat ik er wandelde in het land dat ik kende van de Bijbel, de plaats waar het Joodse volk veertig jaar heeft rondgezworven. Maar het kan ook inbeelding geweest zijn toen ik de kinderen zag die er speelden, en de mannen en vrouwen hoe die er rondliepen. 

    Er was toen nog vrede in Yemen. 

     

    02-11-2017, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    01-11-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De dagen die zich opvolgen

     

    Hoe zal ik ze noemen de dagen van de herfst die ruiken naar chrysanten en kerkhoven, naar stiltes en ingetogenheid, die ruiken naar wat van vroeger was, naar dagen die amper nog gekend zijn?

    We hebben de handen gevouwen en gedacht hoe het kon dat we hier nog waren om te getuigen dat het leven een weg is die we opgaan, waarvan we niet weten langs waar hij ons leiden zal, of er ooit, en waar, een einde komt aan de seizoenen die ons omkransen met licht en duisternis, met warmte en, plotseling om de hoek, ons slaan met kilte en ontgoocheling. We kijken en we tasten af: de huizen en de wegen, de landerijen.

    Of we het houden zullen weten we niet, wie we ontmoeten zullen is ons niet verteld noch geschreven, maar dag na dag komt af op ons en wij, we wandelen verder om ergens aan te komen.

    Zegt Rainer Maria Rilke ons: 'In diesem Dorfe steht das letzte Haus, / so einsam wie das letzte Haus der Welt / ... / und die das Dorf verlassen wandern lang, /  und viele sterben vielleicht unterwegs.' 

    Standvastigheid is ons vreemd als we schrijven gaan, als we zoeken wat uit het diepste van ons zelf is opgestaan en een uitweg zoekt naar buiten. Of we het nemen of het laten, het staat er klaar om niet alleen binnen te komen, maar ook om zijn zeg te doen en ons tegen de muur te plaatsen omdat wat gisteren was, vandaag niet meer wordt beleden. Erger nog niet meer wordt bekeken,  alsof het nooit was geweest.

    Zo is deze dag van 1 november weinig verschillend van de dagen er voor of er na, en toch heeft het licht een andere inhoud, een andere betekenis, omdat het vooral het licht is van wat is én van de levenden, én van de doden, van zij die er waren en zij die er nog zijn maar die morgen of overmorgen, die een volgende 1 november niet meer zullen kennen. Gelukkig zij die er zich bewust van zijn.

    We ontlopen niet de dood met er over te schrijven, maar we halen hem ook niet dichterbij. Het overkomt ons wel dat hij welgekomen is, maar dat is hij niet, toch vandaag niet. Anderzijds hij schrikt niet af, we blijven gelaten en doen maar, alsof elk woord dat wordt neergezet hem verder van ons verwijderd houdt.

    Hiermee vullen we onze dagen, van het licht van de morgen die zich eens te meer schuchter aan het openen is, tot het vallen van de avond als alles gezegd weer is. Om in te slapen, de tijd niet meer is, en terug er zal staan voor het nieuwe licht er is. We verwachten dat dit nog even duren zal, en eigenlijk, ja, waarom niet?

    Ons is het verwachten zoet, het houdt ons in leven.

     

    01-11-2017, 07:37 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    31-10-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.David, Uriah en Bethsabee

     

    2.And it came to pass in eveningtide, that David arose from of his bed, and walked upon the roof of the king's house; and from the roof he saw a woman washing herself, and the woman was very beautiful to look upon.

    Dit is het begin van een schitterende passage in de King James Bible van 1611, uit het Boek Samuel II. Een passage waarvan La Bible Osty wist te vertellen: Le morceau qui suit est, par sa belle tenue littéraire, un des meilleurs de la Bible. Le narrateur poursuit son récit avec l'impassibilité d'un rapport de police. David ayant commis l'adultère avec Bethsabée, la femme d'Uriah, cherche à couvrir leur faute commune. Il a d'abord recours à un stratagème, qui échoue. Il décide alors d'assassiner Urie, et il confie cette tâche au chef de l'armée.

    Hoe lezen we nu deze geschiedenis in Samuel II want David heeft niet veel nodig om Bethsabee te verleiden.

    3. And David sent and enquired after the woman. And one said, is not this, Bath-sheba, the daughter of Eliam, the wife of Uriah the Hittite?

    4. And David sent messengers and took her, and she came in unto him, and he lay with her, for she was purified from her uncleanness and she returned unto her house.

    5. And the woman conceived and sent and told David, and said, I am with child.

    Wat David niet had verwacht en wat niet goed te praten was, want Uriah, de man van Bethsabee bevocht in Rabbah 'the children of Ammon. Wie weet hoe lang reeds dat hij de stad belegerde en hoe lang geleden het was dat hij met zijn vrouw het echtelijk bed had gedeeld. En David moet geweten hebben dat overspel met de dood werd gestraft, want stond er niet geschreven in Deuteronomy, 22, 22:

    If a man be found lying with a woman married to an husband, then they shall both of them die, both the man that lay with the woman, and the woman: so shall thou put away evil from Israël.

    En nu, met Bethsabee in verwachting, tracht David de zaak op zijn manier op te lossen. Via Joab, de bevelhebber van het leger, roept hij Uriah terug van het front, in de hoop dat hij bij zijn thuiskomst in het echtelijk bed zal slapen. Maar Uriah moet lont geroken hebben want hij gaat die eerste nacht niet naar huis.

    10. And when they had told David, saying Uriah went not down unto his house. David said unto Uriah, camest thou not from thy journey? Why then didst thou not go down into thine house?

    Wordt zeker vervolgd.

    PS. Zeg ik nog: als ik de King James versie van de Bijbel gebruik, dat dit te danken is, uitsluitend, aan John Steinbeck en zijn 'East of Eden', waarin ik getroffen werd door de geschiedenis van de vertaling van het Hebreeuwse woord 'timshell'. Veel meer was er niet, maar het was voldoende.

     

    31-10-2017, 06:55 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    30-10-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zijnde van de aarde

     

    José Saramago wenste aan de woorden van de blogs die hij schreef, een lang leven toe. Hij had er zijn redenen toe want ze werden onmiddellijk opgenomen door de uitgever om achteraf, op het einde van het jaar, te verschijnen in boekvorm.

    Hij verdiende dit want hij had al voldoende bewezen dat hij een groot schrijver was. Een denker ook, schreef men, hoewel hij zich maar al te vlug en al te categoriek van God - deze van de Kerk, een andere kende hij niet - had afgekeerd door simpelweg te zeggen dat Hij niet bestond, en wat meer was, hij was er van overtuigd dat er Niets was. Het Niets waaruit hij was ontstaan, het Niets dat hem schrijven deed, het Niets waar hij heen zou gaan. En op de stele die in Lissabon zijn as bewaard, werd aangebracht dat hij van de aarde is en van de aarde blijven zou.

    Ik denk echter niet dat het hem een goed gevoel heeft gegeven. Ik denk niet dat er vreugde was in zijn hart toen hij dit schreef, eerder, op het randje af, haat, want hij was een verbitterd man omdat hij vanuit een welbepaald hoek keek naar de handelingen van de Kerk; hij er zich niet kon van ontdoen en zijn ganse leven ten strijde is getrokken tegen de Kerk en haar instellingen. En hij was niet alleen.

    Ik denk nochtans dat we God, dat we de Kerk broodnodig hebben gehad om te staan waar we staan als mensen die de weg naar een beschaving zijn opgegaan, niet zonder slag of stoot weliswaar, niet in een rechte, stijgende lijn, maar de naastenliefde die ons werd ingeprent heeft in elk geval zijn vruchten afgeworpen. Dit zijn feiten die we niet over het hoofd mogen zien, ook Samarago had er kunnen aan denken.

    Is er dus ooit in het westen, een periode geweest dat de mens op aarde gezien werd, hetzij als een gelovige, hetzij als een ongelovige die te bekeren was, dan zijn we dit stadium al lang, gelukkig maar, voorbij en beter is het voorbij te laten. En het is van uit de mens zelf dat deze houding is opgestaan.

    Hij is de godsidee gaan interpreteren. Hij heeft, en Spinoza was er het voorbeeld van, een andere, meer mysterieuze God gevonden, een God van hem, een God die hij in zich betastte en levend hield. Een stille, een zwijgende God die hij ontmoette in de dingen rondom hem en hij vond dat het goed was.

    Hij vond dart weliswaar zijn lichaam van stof was en tot stof keren zou, maar dat het belangrijkste deel in hem, het deel dat handelde over God, het deel dat hem toeliet te denken, van een totaal ander gehalte was dat niets te maken had met de stof van zijn lichaam, en dat het dit deel was waarvan hij niet wist wat het worden zou eens zijn lichaam stof geworden.

    Maar als hij dacht vanwaar hij kwam, als hij dacht hoe zijn geboorte  tot stand is gekomen, in een flits en het onvoorstelbare dat er in die flits is gebeurd - méér dan een elektrische ontlading, een bevruchting - dan heeft hij de 'bijna' zekerheid dat er op het ogenblik van het heengaan ook een flits zal zijn die vele mogelijkheden in zich zal dragen.

    En, hoe meer hij erover nadacht, hoe meer hij uit de mist van het bestaan hier op aarde, een nader bestaan voelde opwellen.

    Het is in deze opwelling naar een ander bestaan dat hij gelooft. En hij weet dat er een tijd is dat hij van de aarde is en er een tijd komen zazl dat hij zal zijn van het 'Ganz Andere' van Horkheimer die deze is van de God-geest die er was in het flitsogenblik waaruit hij is opgestaan.

    Ik, arme ziel, schrijf dit voor allen, die zoals hij, weten dat het leven een einde kent. 

     

    30-10-2017, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    29-10-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Fröhlig oder trawrig

     

    Wat nut heeft het een dagboek bij te houden om te weten wat je gisteren deed of de maand, het jaar ervoor? Niets, nada. Je kunt niet meer terug, je bent niet meer die persson, het zijn niet meer dezelfde omstandigheden. Het komt meestal over als wat een vreemde achterliet. Ook deze geschriften hier neigen in die richting als ik er op terugblik. Als ik kijk wat ik vijf jaren geleden schreef, ontmoet ik iemand die toen moeite had om zijn gedachten te verwoorden - tenminste zo hij er had - vandaag is het nog altijd diezelfde persoon die vocht met het woord - Israël vocht met een engel - die een zelfde strijd voert.

    Niets is gegeven, niets is een blanco cheque die je zo maar toegereikt wordt, toch vandaag niet. Ik las gisteren een zin in een dagboek van ver terug, die ik gehaald had uit een vreemd boek: 'Is het verkeerd te denken dat onze gedachten niet in ons hoofd zitten, maar omgekeerd, ons hoofd in onze gedachten?' Wat denkt jij erover? Zijn het niet onze gedachten die weten dat ik een hoofd heb, zonder gedachten. Dat deze rondom mij zijn en, dat ik enkel ben ingesteld, dankzij een eigenaardig stel van voelhorens, om deze gedachten op te roepen en om te zetten? 

    En eigenlijk, wat belang heeft het, zich in te laten met dergelijke vragen, die eerder een stellingname zijn dan een vraag. Of hoe je bestaat, of hoe het niet duidelijk is als je schrijven gaat, dat wat je gisteren schreef - je herlas het deze morgen - niet van het gewone is maar telkens van het ongewone en dat je amper nog over dit gewone iets te vertellen hebt. De jaren hebben je dus misvormd en je moet er mee leven.

    Ik dank de vriend A. die me gisteren een gedicht toestuurde - dergelijke vrienden zijn waardevol - dat hij haalde uit de late middeleeuwen, toegewezen aan diverse schrijvers, zo de naam heeft weinig belang hier, enkel wat er staat:

    Ich leb und waisz nit wie lang / ich sterb und waisz nit wann / ich far und waisz nit wahien / mich wundert das ich (so) fröhlich bin.

    Luther die het gedicht en de variaties er op kende, noemde het 'Reim der Gottlosens', omdat we wel wisten van waar we kwamen en waar we heen gingen. Hij vond dus: mich wundert das ich trawrig bin.

    Dit ook zijn ongewone dingen om over te schrijven, dwz. je vindt ze niet in de dagbladen of ze komen niet voor op het scherm. Ze blijven verscholen en nu en dan is er iemand die ze uit de vergeethoek haalt. Het zijn in elk geval, hoe je ze ook wenst te lezen, gedachten die hangen blijven, die ons een ogenblik stil houden, verwonderd dat we zijn als ze ons plots onder ogen geschoven worden en dan vooral als we fröhlig zijn, een gevoel dat zou kunnen verdwijnen als we denken aan wat ons nog te wachten staat.

    En denk je dan, niet dat het Luther is die het bij het rechte eind zou hebben, dat wat de dood betreft - de hoogvogel om het leven af te sluiten - het beter is Luther te lezen en zijn woorden in ons op te nemen, de dood in vele gevallen een verlossing zijnde. 

     

    29-10-2017, 07:01 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    28-10-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Verwondering

     

    Ik heb geen normaal denkpatroon meer, mijn dagelijkse geschriften hebben me op een pad gebracht dat totaal afwijkt  waar normale gesprekken over gaan. Ik stijg in de hoogte of ik daal in de diepte en het horizontale pad laat ik onbewandeld, wat weet ik over wat er rondom mij gebeurt of hoe ik me gedragen moet onder de mensen, als ik maar blijf filosoferen over leven, over dood, wellicht tot vervelens toe?

    Ik ben meer begaan, dacht hij nog, met de wetten van de natuur, met wat er gewordt van een paar accidentele bloesems, dan met de wetten van het volk of, bv met wat er gevonden wordt in het kanaal te Roncquière. Tijd dus om me af te vragen wie ik ben en wat ik beoog.

    En hoe staat de lezer er tegenover? Stelt hij zich elke morgen de vraag welke Ugo hij ontmoeten gaat als hij inlogt - logs on - op mijn blog? Is hij even verbaasd over wat hij leest, even verbaasd als Ugo zelf over wat hij geschreven heeft?

    Een blog is lijk een tekening uit het ongerijmde. Je begint er aan, je trekt enkele lijnen, schetst enkele vormen en stilaan, groeiend uit het ene ontstaat het andere. Het is zo wat lijk de groei van mossen op de stam van een wilg of een els, of op welke boomstam ook. Het is telkens verwondering dat is wat is. En de rol van de mossen is te verwonderen, is, wat in vele gevallen ook onze rol is, verwondering uitstralen. Voor ons is dit van groot belang en we kijken op naar hen die dit logo in hun wapenschild dragen.

    Enkele jaren terug hing er in Gent  een goed zichbare affiche van de RUG met twee woorden erop: 'Leef bewust', het equivalent van wat ik ooit ontmoette in het schild van een kasteel in Cawdor, hoog in het noorden van Schotland: 'Be mindful'. Beide blijven me achtervolgen, nu meer dan vroeger omdat mijn ogenblikken precieuzer zijn geworden, schaarser wat de toekomst betreft. Zo de tijd vliedt sneller en sneller, gebruikt hem weller en weller - als dit 'weller' zou bestaan? - waarin ik ook de verwondering van het 'zijn' inschakelen wil en, vooropstellen wil wat we, als mens onder de mensen, moeten betrachten.

    Ik dacht aan een zin die ik ooit hierover noteerde, uit a short story van Isaac Bashevish Singer: 'Because if there is such a thing as truth, it is as intricate (sometimes difficult to understand) and hidden as a crown of feathers.

    Verwondering brengen is iemand tooien als met a crown of feathers, iemand een kort ogenblik doen oprijzen uit het dagelijkse van het bestaan; hem doen voelen dat hij even is weg geweest in een ander landschap; dat er iets is dat hem overstijgt maar dat hij niet grijpen kan, niet bepalen kan, en eigenlijk niet hoeft bepaald te worden. Het is wat men noemt, het ogenblik van verwondering. 

     

    28-10-2017, 07:37 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    27-10-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.We die with the dying

     

    Een brief met de hand geschreven, komende uit de nevelen van de tijd - hij was niet gedateerd - heeft je uit je confortzone gehaald, is met jou de nacht ingegaan en is in je slaap blijven hangen. Maar de nacht heeft geen klaarheid gebracht en evenmin de dag maar het is een feit de inhoud ervan laat je niet los.

    Je denkt aan de tijd dat je, na de lunch, op en neer wandelde met hem, op het terras van de Bank in het hartje van Brussel, en hij je vertelde, soms tussendoor een concerto van Bach neuriënd, over de boeken die hij las en de concerten die hij bijwoonde. Hij was je meester in die aangelegenheden, je goeroe, en je bewonderde hem om de kennis die hij uitstraalde, maar je herinnert je niet ooit met hem gesproken te hebben over wat het leven was en zeker niet over de dood, die in die dagen nog heel ver af was.

    En nu overvalt hij je met een vraag die niet te beantwoorden is dan met geloof of met gissingen.

    Gisteren, maar gisteren ligt al heel ver, las hij in zijn manuscript, over de dood van Hugo Claus en wat hij erover zegde, ook 'that we die with the dying', een versregel van wie anders dan van T.S.Eliot. En hij vroeg zich af of het wel zo is, of we sterven met de stervenden, of er een deel van ons verdwijnt als de vriend of de kennis verdwijnt. Ik denk dat dit correct is. Mijn broer is gegaan, veel vrienden, goede, stevige en andere zijn gegaan en ik mis hen. Mijn broer, hij was jonger dan ik, zeker. Het heeft me armer gemaakt, eenzamer, alsof hun dood me in de hoek duwde en ik zelfs dacht, waarom hij en niet ik. Alsof het me beter passen zou te gaan en niet de pijn te voelen van het verlies dat me overkomt.

    'We die with the dying: / See, they depart, and we go with them. / We are born with the dead. / See they return, and bring us with them. °

    Ze komen en ze gaan, en als ze komen brengen ze de herinnereingen mee met zich, herleven ze in onze gedachten en wij met hen, omdat ze in ons meer dan gestapeld liggen, omdat ze een deel zijn van ons, het deel dat afgestorven overblijft.

    Als ik ooit antwoorden zal op de me gestelde vraag, zal ik misschien van hieruit vetrekken om aan te komen waar ik wil aankomen, namelijk dat de dood van ons even belangrijk is als de geboorte van ons, en dat de weg tussen die twee punten een betekenis moet hebben die ons ontgaat omdat we te zeer begaan zijn met die 'ik' van ons, die misschien maar zuiver inbeelding is, en zoals de vriend een deel is van jou, die 'ik' meer een deel is van iets anders dan van jou, een deel van wat het 'ik' van de Kosmos zou kunnen zijn.

    En dit wijzigt elk begrip dat we ooit zouden kunnen hebben over de betekenis van het sterven en dan ook, en hierin ligt mijn antwoord verscholen, over de betekenis van het leven.

     

    ° Four Quartets: Little Gidding: verzen 228-231

     

    27-10-2017, 07:04 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    26-10-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De herfst en de brief.

     

    Ik houd het bij de herfst dacht hij, de lente is me te teergevoelig en de zomer te gemoedelijk en de winter ken ik niet, die moet nog komen, maar de herfst is mijn ding, is mijn toeverlaat, mijn ruimte en mijn adem. Vooral nu hij riskeert zeldzamer te worden, mag ik er geen ogenblik van missen: noch van de wind, noch van de regen, noch van het morgenlicht. Niets ervan dat ik mag nalaten in te ademen en op te nemen in mij.

    De kleine dingen eerst. Ze overvallen me in hun luttelheid, de laatste gele bloem in de struiken, de mossen in hun glinstering, hun stilte, de witte dovenetel, de zwammen op de holle boomstam, en ik die er sta te kijken, niet wetende wat ik er van denken moet, of ik er aan voorbij kan gaan zonder even stil te staan, te denken dit is van de herfst en van het licht, dit is van de dagen die zich sluiten gaan. Zo houd ik nog steeds de herfst in mijn gedachten als ik weg zal zijn van hier en neer zal zitten in de kamer met een oud boek in de hand.

    Niet veel meer ik dan lezen zal en toch: een zeldzaam geworden brief die ik ontving met oude prachtige Belgische frank postzegels erop, van een verre vriend die ik in lang niet meer had gezien, gesproken. Waarvan ik niet wist of hij nog leefde en die het waagt me te schrijven omdat, zegt hij, vernomen heeft dat ik een blog schrijf, elke dag bijna, maar voegt hij eraan toe ik weet niets af van wat een computer is, zo ik weet niet wat een blog is en hoe ik je ooit lezen zou.

    'Ik ken je en ik weet dat je heel wat te vertellen hebt over de herfst die van het leven is. Welke rol hadden we hier eigenlijk te vervullen. Ik heb jou leeftijd, ik weet hoe dicht we gekomen zijn en hoeveel tijd er ons nog rest. Maar hoe hebben we geleefd naar dit einde toe. Ik zelf kijk met een zekere angst de toekomst in. Ik weet dat ik nog een heel belangrijke stap te zetten heb, om daarna te verdwijnen, de eeuwigheid binnen. Wat, in godsnaam, wat heb ik hier uitgespookt, of liever welke rol had ik hier te vervullen?

    Wat zeg ik hem, hoe ontneem ik hem zijn angst om te sterven en wat zeg ik hem over het leven, aangekomen waar hij staat, ik vermoed zelfs, hem kennende dat hij er pas nu gaan over nadenken is?

    En als ik hem antwoord, hoe zal hij me lezen, zal ik voldoende overtuigingskracht hebben om hem tot rust te brengen? Spreek ik hem over het leven van Shostakovitch, over dit van Beethoven, beide gehinderd, de ene door de angst opgepakt te worden in het midden van de nacht, de andere die zelfs zijn muziek niet meer kon beluisteren. Ik dacht er aan wat het betekenen zou voor mij niet meer te kunnen schrijven?

    Deze blog is maar een voorbereiding op wat ik hem schrijven zal. Ik zal er niet lichtzinnig over heen gaan, ik heb al eens een dergelijke vraag beantwoord, maar weet niet of dit succesrijk was, of hij de dood gerustgesteld is in gegaan. Ik moet dus mijn woorden wikken en wegen. Beginnen met het onvermijdelijke, eerst mezelf overtuigen dat het maar een gewone zaak is, een zaak zoals het geboren worden. Maar dit is het niet.

    Het is ernst, het gaat verder dan wat woorden, het is een wijze van leven met de dood aan het einde. En weinig zijn er die op deze wijze door het leven gaan; Je kunt het zo maar niet in één hap opnemen, zeggen ah, het is maar dat.

    Zo, ik weet dat het een opgave is en ik weet dat ik hem antwoorden wil. Maar eerst mezelf overtuigen, al denk ik, zelf reeds overtuigd te zijn. De dood is niet het einde, het is een begin.

    Ik schrijf het hem wel met andere woorden.

     

      

    26-10-2017, 07:28 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    25-10-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Effenheid
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

     

    Rimpelloos, een effen zee gelijk, zijn je gedachten soms, opgehouden door de nacht achter het raam zodat er niets te onthouden valt, niets dat je zeggen wilt, nu alles stilte is. Ook, of het regent, of het waait of stormt, je houdt niets, je hoeft niets, je bent de bloesem die zijn blad verloor en wacht op wat er komen gaat.

    Niet dat je iets verwacht, een kleinigheid zelfs, niet dat je iets verhoopt, een verbazing, een verwondering over wat is of niet is; niet dat er iets zou kunnen komen dat je helpen zou, vandaag, dit moment van het nu dat als een schaduw is over al wat was, opgesloten, verwelkend zoals, zoals, je durft denken, het bloed in jou.

    Je las ooit, maar dit is al een lange tijd geleden, dat elke elektroon van je lichaam, alles weet van wat je weet, wat een geruststelling zou moeten zijn en het is ook, omdat al wat is, een effenheid is van het zijn en het wordende, of je er nu bent of je er niet bent: het zijnde het wordende zijnde. En eens je er was je er altijd zijn zult, jij, getekend in wat na jou komen zal.

    Eeuwigheid die van de sterren is, eigent je je toe.

    Ook wat van de dag is, is van jou, van het eerste licht af tot de avond valt is van jou, de gang der uren over jou die je niet neemt omdat de tijd zo vluchtig is, zo alles absorberend en je niet weet hoe hem in te dijken, je niet weet wat er komen zal, zelfs al zou het ergens al geschreven staan, zoals het vroeger werd beweerd en het er alle schijn van heeft.

    Je hebt maar te volgen, te doen wat je hoort te doen en alles komen zal zoals het komt, zelfs als alles in jou stil en roerloos blijft en je geen voet verzetten zult, geen jota achterlaten zult, de tijd zal schuiven over jou zoals de wolken schuiven naar november toe: zwanger van verlatenheid.

    Sta je er nog, is het niet je gebeente, uitgedroogd, verzilt, dat overbleef?

    Over vele zaken heb je gemeend zeggingskracht te hebben om er uit te halen wat erin verscholen zat, en zelfs dan, als er niets te vinden was heb je er uit gehaald wat er niet was. Je machteloosheid was je zijn, en je zijn, je verbondenheid met zowel wat was en wat niet was.

    Grooitmoedigheid dat je uitstraalde, alsof je een lichtbaken in de handen hield.

    Van de luchten ben je, van de wolken die dromen zijn, lichtvoetig opgesteld, amper de grond rakend, reikhalzend om op te stijgen en oorden te betreden waar je al was als waar je nog nimmer was en wellicht nimmer komen zult, je lichtvoetigheid beperkt zijnde, geraakt je niet ver meer.

    Vandaag toch niet, te effen alles, te kleurloos. Te eigenzinnig we ademen om boven water te blijven.  

     

    25-10-2017, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    24-10-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het wordt hoog tijd

     

    Wat  de dagen voor mij gemeen hebben is dat ik schrijven moet, dat ik ademen moet al schrijvend, om mijn dag te beginnen. Soms gaat het simpelweg, soms is er een aarzeling die lang blijft. Je denkt dan hoe het geweest is de vele dagen die er zijn aan voorafgegaan en je weet dat je er wel komen zult, al besef je nog niet hoe, ook niet waar je eindigen zult.

    Waarom het beeld er is, of van waar het komt weet je evenmin maar, in je herinneren zie je het beeld terug van die bewuste nacht toen je werd binnengeleid in een ruime stofferige kamer met de wand achteraan, vol boeken en nog boeken, gestapeld op een rek of ernaast op een hoop, gestapeld tot in het nok. Wat je nog nooit had gezien en wat je nooit meer vergeten zult. Ook, omdat er van jou toen een foto werd gemaakt met die boekenmassa op de achtergrond, een foto die een vriend van een vriend heeft uitvergroot tot een foto die evengoed een schilderij kon zijn.

    Elk boek dat er ligt, in zijn rek of gestapeld is het beeld van de vele dagen dat je begaan bent geweest met het optekenen van je gedachten. En er zijn er heel wat geweest. Je kunt er nog naar terug gaan, vooral dan deze die er staan als blog. Deze in je dagboeken liggen moeilijker, omdat ze met de hand geschreven staan en het beeld van de letters die woorden vormen een rem is voor de lezer ervan. En ook, de inhoud ervan, als je ver terug gaat in de tijd, is meer een pijn dan een vreugde. Je wenst niet herinnerd te worden aan de persoon die je waart en niet aan de omstandigheden van toen. Het liefst zou je alles geborgen willen houden, een gesloten massa, zoals de gestapelde boeken een gesloten massa zijn, want niemand is er om een ervan op te rapen en te openen.

    Wat er met de dagboeken gebeuren zal weet ik niet. Zeker niet of iemand van de kinderen zich erover ontfermen zal om deze, bewaard op zolder in wat kisten, generaties ver over te dragen, als ze onontcijferbaar zullen geworden zijn, en misschien enkel nog als een archaïsche rariteit getoond zullen worden, misschien zelfs als kunststukken in een glazen kast uitgestald.

    Ikzelf maak er me geen illusies over. Ik heb al lang begrepen, telkens ik het aandurf erin te bladeren dat het heel mager is wat ik erin tegenkom. Weliswaar is het zo dat wat er staat de voedingsbodem is geweest van wat ik vandaag breng en blijf brengen.

    Ik ontmoet erin, zelfs als ik dertig jaar terug ga, des bribes d'idées de ce que je raconte maintenant,  jour après jour. Flarden eruit die hernomen werden, beter geschikt en aangevuld met nieuwe gedachten voortvloeiend uit de vorige. Zoals de Ecclesiasticus het al lang geleden wist, er is, wat mij betreft, niets nieuws onder de zon. Ik verkondig nog steeds, wat ik altijd heb gedacht, licht of soms zwaar gewijzigd maar telkens vertrekkende van uit een zelfde bron.

    In welke mate verschil ik dan van een vriend schilder, wiens tentoonstelling ik gisteren, of was het eergisteren bezocht om vast te stellen dat hij ook 'vastgeroest' zit in zijn landschap van vroeger, het landschap dat terug gaat naar zijn jonge jaren en dat hem nog altijd bezielt, zoekend naar een nieuwe vorm ervan, een nog meer subtiele vorm ervan. Een subtiliteit die steeds maar verder reikt en riskeert uit te monden in een landschap waar amper nog iets op te merken valt: uiterste soberheid wat de kleuren, en de verf (het kleursel) betreft, uiterste verfijning in het detail van zijn onderwerp. Als hij verder gaat komt hij uit op een doek waarin enkel de kleurenmassa belangrijk wordt.

    Zo gebeurt het ook bij mij, ik verfijn en blijf verfijnen wat ik vroeger geschreven heb. Ik volg hem dus, ik ben zijn evenbeeld maar dan met andere middelen.

    Het wordt tijd, hoog tijd, ook voor hem, dat we ons smijten.

      

    24-10-2017, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (3)

    23-10-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dien avond en die rooze.

     

    Is het zo, dat een eerste zin voldoende is om hieruit vertrekkende een, wat ik zou durven noemen, kort essay te bouwen dat verbazen kan, dan toch bij enkelen?

    is het zo, en is het maar dat?

    Het heeft er alle schijn van als ik naga hoe het in het verleden was. Echter, komt hier dan nimmer een einde aan? En, is dit geldig ook voor een componist, een schilder, een beeldhouwer, is die eerste noot, die eerste penseel trek, die eerst beitelslag toereikend om een nieuw werk op te zetten? 

    Maar alles kent een begin en uit dit begin groeit wat in het begin nog verscholen was, zo de grond waarin gezaaid werd rijk is aan voedsel, rijk is aan krachten, rijk is aan omstandigheden.

    Ik dacht eraan toen ik zag hoe de regen tegen het raam sloeg en het nacht nog was. Alsof er niets anders te vermelden stond: wind in de bomen en regendroppels op het raam, zoals het vroeger was, of, vandaag zoals het nog nimmer is geweest en er geen vergelijk mogelijk is, niet omdat het was zoals het was, maar omdat  jij het anders zag, het anders aanvoelde, en het soort van wind en regen telkens wordt bepaald door het soort mens dat je bent op dat ogenblik.

    Een goede vriend schonk je, op een even goed moment in de tijd - hij heeft de bundel gedichten dubbel zegt hij me - de gedichten van Guido Gezelle. Het regende, ik zegde het al, toen ik het in de handen nam vanmorgen en, hoe kon het anders, de bundel zich opende op het meest gelezen gedicht: 'Dien avond en die rooze'.

    Je zult het gedicht lezen en herlezen, je zult het nimmer meer vergeten, omdat het een van de mooiste liefdesgedichten is die je ooit las of je je ooit indenken kon.

    Gezelle schreef dit, hij was toen 28. Hij ontving dien avond, de man, van wie hij schreef:

    Ik misse u waar ik henenvaar / of waar ik henenkeer / den morgenstond, de dagen rond / en de avonden nog meer!'

    En, 'dien avond' die grote, onovertroffen, onvergetelijke avond ziet hij hem binnenkomen met een roos in de hand. Een roos, zinnebeeld van de liefde - Rose, reiner Gegenspruch, zegt Rilke: de roos, bloem en dorens, liefde zijnde en liefde pijn soms - en het hart van de jonge Gezelle dat openbloeit als hij Eugène Van Oye ziet. Hoe begroet hij hem? Neemt hij hem in zijn armen, drukt hij hem tegen zich aan, omhelst hij hem? Ik denk het, als ik lees wat hij erna schrijft over het bezoek:

    ''k Heb menig uur bij u / gesleten en genoten, / en nooit en heeft een uur met u / me een enklen stond verdroten.'

    En:

    ...'k Heb menig menig blom voor u / gelezen (geplukt) en geschonken, / en, lijk een bie, met u, met u, / er honig uit gedronken, / maar nooit een uur zoo droef om u / wanneer ik scheiden moste / als de uur wanneer ik dicht bij u, / dien avond, neêrgezeten, / u spreken hoorde en sprak tot u / wat onze zielen weten...'

    Dit schrijf je niet over een vriend die je een bezoek brengt met een roos in de hand, wellicht een rode. Dit gaat veel verder, veel dieper, tot voorbij de gestelde grenzen:

    'Ofschoon, zoo wel voor mij als u,/ wie zal dit kwaad genezen?'

    Vriendschap is geen kwaad, liefde in zijn geval was het wel en beide wisten het. Maar het heilige vuur brandde in hen en in hun ogen. En zegt Gezelle:

    'een uur bij mij, een uur bij u / niet lang een roos mocht wezen, / toch lang bewaart, dit zeg ik u, / 't en ware ik 't al verloze (verloor) / mijn hert drie dierbre beelden: u, / dien avond - en - die rooze.

    Waarom ontdek ik pas nu, ouder en rijper geworden, wetende wat er van de wereld is, de ware zin van: die avond en die rooze? 

    *

    En wat over het gedicht zelf:

    Het is de perfectie, een sonate gelijk, zo qua ritme als rijm. Een volgehouden, zacht luisterend ritme en een ongedwongen rijm, zuiver en sober volgehouden. Geen hoogdravende woorden, maar woorden zo uit het gevoel opgerezen. Een gedicht om te koesteren, zoals er heel weinig zijn, zoals er heel weinig nog geschreven worden, zeker vandaag niet. 

    Guido Gezelle 1830-1899, Uitgeverij, Het Spectrum, Utrecht, Antwerpen:

    'Mocht ik met een dichtje / Uw herte / winnen, 't waar me weerd / genoeg  / dat ik dichtte en dachte / en werkte / 's avonds late en 's morgens / vroeg...'

     

    23-10-2017, 06:59 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Archief per week
  • 22/04-28/04 2024
  • 15/04-21/04 2024
  • 08/04-14/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 25/03-31/03 2024
  • 18/03-24/03 2024
  • 11/03-17/03 2024
  • 04/03-10/03 2024
  • 26/02-03/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 12/02-18/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 29/01-04/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 15/01-21/01 2024
  • 08/01-14/01 2024
  • 01/01-07/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 16/10-22/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 02/10-08/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 18/09-24/09 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 04/09-10/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 21/08-27/08 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 07/08-13/08 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 17/07-23/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 03/07-09/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 13/03-19/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 25/12-31/12 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 21/11-27/11 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 10/10-16/10 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 01/08-07/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 04/07-10/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 13/06-19/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 16/05-22/05 2022
  • 09/05-15/05 2022
  • 02/05-08/05 2022
  • 25/04-01/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 11/04-17/04 2022
  • 04/04-10/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 07/03-13/03 2022
  • 28/02-06/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 14/02-20/02 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 17/01-23/01 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 26/12-01/01 2023
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 08/11-14/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 19/07-25/07 2021
  • 12/07-18/07 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 28/06-04/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 31/05-06/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 19/04-25/04 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 29/03-04/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 16/11-22/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 07/09-13/09 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 25/12-31/12 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 24/12-30/12 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 29/11-05/12 -0001

    Archief per maand
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 11--0001

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs