Geschriften
Inhoud blog
  • Afscheid
  • Opgenomen.
  • Hoe ik er sta, vandaag?
  • Waar ben ik mee bezig?
  • Gesprek op zondag.

    Zoeken in blog



    17-11-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het dorpscafé

     

    Elk gebeuren is het resultaat van een samenloop van omstandigheden, waaraan je, als je er bij betrokken bent, niet ontkomt. Het is alsof je voorbestemd waart je op een bepaalde dag, op een bepaald uur, op een bepaalde plaats te bevinden, die meestal achteraf als onvoorzien of onverwacht wordt beschreven, of als toeval wat het zeker niet is. In feite is het maar een passage in je leven waar je noodzakelijk, gezien de omstandigheden, aan voorbij moest.

    Zo gebeurt het dat je op een zondagavond  – de avond valt hier zeer vroeg in deze dagen – in een dorpscafé terecht komt waar, sinds mensenheugenis, niets werd gewijzigd, een gesloten oude ruimte, oud omwille van de muren en de meubels en vooral omwille van de Leuvense stoof, die roodgloeiend staat. Je herinnert je voldoende het type café als je soms, als jonge knaap, met moeder en vader mee mocht naar een café in je dorp, gevuld met mensen, gewoonlijk allen geburen, sprekend, roepend en lachend naar elkaar. Het enige verschil hier met het café uit mijn tijd is de afwezigheid van tabaksrook en van een groene schaal op de grond met een handvol witzand er in. Er is hier evenmin muziek in het café, er is evenmin een televisiescherm, er is nog wel, in een hoek langs de muur, een bak met een holte in het midden en stuivers in een schuif. Maar je weet nog heel goed - en dan ga je terug tot vóór de oorlog van veertig - je weet nog heel goed wat is van de sfeer op zondagavonden en je weet ook, en je wacht hier het ogenblik af, dat het bier helpende er een onder de rumoerige aanwezigen zal opstaan om te tonen hoe krachtig en vol zijn stem wel is als hij zingt.

    Wat is er van de vreugde in de mens als hij rechtstaat en met volle borst zingen gaat, liedjes die zijn vader zong, zijn grootvader zong - hij zelf al grootvader zijnde - in dat zelfde café dat gebleven is wat het was. En er is niets dat gebeurd is, of niets dat zal gebeuren, de avond is gevallen en zoals elke zondag is hij naar zijn stamcafé gegaan waar hij thuis is, waar hij helemaal zich zelf kan zijn, hij de zanger met de mooie stem die het ganse café meesleurt in wondere gezangen die allen kennen van hun ouders nog, of het enige dat dan wel nieuw is naast wat er gedronken wordt aan zware bieren, zijn de liedjes die ze halen van de tv of van de radio bij hen ten huize, maar die zingen ze vals.

    Zo de zondagmorgen gaat open voor hen, gaan ze naar de kerk? Het kan dat er nog heel wat zijn, maar het kan ook dat hun kerk en hun avondgebed het café is waar ze meer vermogen dan bidden, waar ze de uren gaan plukken die hun vrolijk stemmen, je ziet het als ze binnenkomen en ze in totale overgave en erkentelijke warmte de aanwezigen groeten.

    Zoals de wereld niet draait, zo draait het café, het ene punt waar de zondagavond, als de winter nadert, alles samenvloeit wat van de vreugde van het samenzijn is, want al het overige kennen ze, maar dat is van de dagen in de week. De zondagavond is van hen en van hen zal hij blijven, zelfs al er eens niet zou gezongen worden dan nog. 

    Je vindt het café op de webside, www.indenhengst/brakel, maar beter is het, het op te zoeken in de harten van de mensen die er waren, die zondagavond en de vorige zondagavonden, zij weten het, zij  kunnen je erover spreken, wat  voor mij voldoende is.

     

    17-11-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    16-11-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoge winden in de morgen

     

    Hoge winden rukkend aan de daken zoals, dat wat buiten in de verre wereld gebeurde, rukt aan je hart en ziel, een ziel die openstaat voor schoonheid en rust, voor ‘Bach’s Erbarme dich’, als voor de winst van de Rode Duivels op Italië.

    Een bejaard en vreedzaam iets die ziel, die er zichtbaar niet is, die er ingebeeld is, maar er toch is, een ‘rekker’, een elastiek naar de Kosmos toe - Kosmos God zijnde en vice versa - die nu aan het trillen is gegaan en de stem van de mens op aarde die opkijkt en om erbarmen vraagt om wat in Parijs geschiedde: de slachtpartij, alsof het schapen waren, en dan nog, op ons netvlies geprent voor een lange tijd, geprent op onze geest, hoe ze ons slachten zouden. 

    Van de moslims en de zaligmakende handelingen die de hunne zijn, spaar ons Heer. 

    Morgen en winden over het land, hoge winden, onrustwekkende winden die dichtbij gekomen zijn. Je hebt er andere gekend, winden die je lief waren, toen je die blonde meid had ontmoet, haar gesproken had, enkele woorden maar, haar hand had gehouden alsof je haar hart, haar warm kloppend hart tegen jou had gedrukt. Je wist het, je voelde het, de wereld was enorm ineens als je wegging van haar en haar mond, haar lach, haar ogen je volgden. Je moest te voet naar huis, vijf kilometer ver, je had geen fiets, er was geen tram of bus in die tijd, maar het deerde niet, je had die blonde meid in je gedachten en overmoedig en ook omdat het stormde, nam je de kortere weg doorheen het bos dat je kende, dat het grote bos was van je kinderjaren. Het was een avond van volle maan, hoe stoer je ook was, je waart verrast toen je in het bos was, toen je zag met welk geweld de takken tegen elkaar sloegen alsof het stemmen waren die haar naam versplinterden, gespeld in klinkers en in medeklinkers, tegen je gezicht aan, tegen je lichaam aan en jij, zwevend bijna door de kracht van de wind, vooruit strompelend. Je weet het nog, je voelt het nog, het geraas van de jagende takken, van de krakende geluiden, van de gierende wind. Je weet het nog hoe de maan keer op keer wegschoof achter de wolken, en hoe donker het toen was en bij momenten zelfs beangstigend. Maar van toen af wist je, en je zou dit blijven weten dat de bomen en de winden, dat het bos een groot levend iets was dat je nemen wou, je omhelzen wou.

    Je weet het nog, je ziet het nog, je voelt het nog, wat van die avond was. Hoe het was met haar woorden ben je vergeten, maar wat was van je tocht doorheen het bos is je in flarden bijgebleven, en komt nu terug, met hoge winden om over te schrijven.

    Waarom dit verhaal hier neergezet vóór het licht opkomt, de wind die mijn gezel toen was, mijn gezel gebleven is met erin, nu nog als een licht parfum, als een verre roepende echo, een ‘waarom-verliet-je-me?’ een knoop in je herinneren die losgekomen is en op ogenblikken als deze, aangehaald terug. 

    Je houdt van morgen tot avond je handen vrij om te schrijven wat is van nu en wat van vroeger was, beide zijn van het grote leven dat je innigheid is, je teergevoeligheid, je balsem en je toeverlaat. Neem dit weg en je bent niets, roep het op en je zweeft de bossen in de luchten in, 

    Hoge winden zijn het die ons hier kunnen bereiken.

     

     

    16-11-2015, 00:19 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    15-11-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Paris 13 eleven

     

    Ik ga dus gewoon neerzitten vanmorgen, er is niets gebeurd, ik heb niets gezien, gehoord, onlangs was er de verkiezing van de nieuwe K3, gisteren was er de voetbalmatch België-Italië, alles op TV, vandaag zijn er bijeenkomsten van allerlei aard voorzien, voor morgen en overmorgen ook, waar we met een gerust hart heen zullen gaan al was het maar naar een guitar recital in Rosario, Twee-Akren, op de taalgrens. We leven in een toch zo vreedzaam land onder vreedzame mensen.

    Ondertussen, maar het deert weinigen onder ons, stromen ze Europa binnen, de mensen van een andere beschaving, van een andere levensopvatting, voor wie zelfdoding en moorden een totaal andere betekenis heeft, vreemd genoeg, een zaligmakende betekenis heeft. Doe maar, kom maar massaal, overspoelt de Europese gezagsdragers, de lammelingen, de ogen-sluitenden, de zwijgzamen, de het-kan-me-weinig-schelenen, wij de groenen en de socialisten, de liberalen en de politiekers met een christelijke ondergrond, we ontvangen jullie met open armen, kom maar, kom maar, wij de evennaasten-lovers, in elk geval dan toch tot gisteren toe. 

    Gaan vandaag de ogen open van Hollande, Merkel en consoorten, want wat in Frankrijk gebeurde kan morgen in Duitsland gebeuren en overmorgen in Spanje, in België, zelfs in ons toch zo lief Vlaanderen? 

    Zo, je kijkt dan naar België-Italië terwijl ‘Paris 13 eleven’ aan het gebeuren is en ineens zijn al de programma’s op TV in feite peanuts, want je bent wakker geschoten, literatuur is niet meer zoals literatuur was, poëzie is nu anders omdat de poëzie van het leven, niet meer deze is van enkele jaren terug, zeker niet meer deze van je jeugd, zeker niet meer deze van je dagen aan zee in San Juan-Alicante. Je ondervindt het nu al. Je bent opgestaan om tien na vier uur in de morgen, vroeger was het om dingen te schrijven die verheffen, vandaag is het om te schrijven over dingen die angstaanjagend zijn, zit er een spanning in je woorden, schrijf je op een schaduwlijn die kleur heeft van de dood. Gisteren waart je nog aan de vijver in de wind, omringd door de bomen, vóór de regen kwam, de regen die je niet deerde. Luchten gesloten, in tinten grijs tot donker toe. Je leefde, je schreef in gedachten je vreugde uit terwijl je je vijfhonderd passen aflegde omheen de vijver. De vijver, je vriend, waar de bomen en de luchten gerimpeld in gespiegeld lagen; je dacht er over te schrijven, je zag de korf staan waar een paar dagen geleden, op een avond je met vrienden neerzat omheen het vuur, je voelde je oneindig goed ondanks de pijn hier en daar, de zorg om je lichaam hier en daar. Maar je leefde het grote leven van de mens die buiten zit met vrienden omheen het vuur en het avondt. Het avondt en je vindt het enig, te zien hoe de nacht over de velden sluipt, hoe de bomen er staan, zwart getekend, statig als reuzen. Je herinnert je dit alles en veel meer nog dat je niet schrijven kunt omdat het zo veel was, zo intens, zo alles omvattend. Je voelde je niet oud, je voelde je eeuwig, mijn god, hoe goed je je voelde toen. 

    Je houdt dit gevoel nog een tijdje. Je staat op van je klavier en opent de gordijnen op de nacht. Je trouwe Venus in het zuidoosten en een lijn van sterren. Het is vijf uur tien, het voornaamste dat je vandaag te doen had heb je gedaan, straks nog eens herlezen en dan inloggen en denken aan je blog voor morgen, hoewel ‘morgen’ de dag van vandaag, heel onzeker is geworden.

     

    15-11-2015, 06:41 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    14-11-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Fabre d'Olivet en Marc Sleen

     

    Pauvre de moi, die denkt te voldoen aan het leven door elke dag een blog te schrijven die, als enige binding met de voorgaande, de datum heeft, en die hier mee zijn dagen vult, en vult het zijn dagen niet volledig, het krijgt dan toch een absolute prioriteit, zodat het overkomt als zou zijn leven niet veel meer zijn dan het schrijven van een blog.

    In feite is het minstens veertig jaar lang geweest dat de pagina in mijn dagboek, voorrang kreeg en nu ik deze pagina heb geswitcht voor een blog, deze voorrang nog sterker wordt benadrukt en een morele verplichting tegenover mezelf is geworden. Het schijnt me toe, de laatste vijf jaren, een deel van mijn dagen geleefd te hebben als iemand binnen iemand die al wat ik vertellen wou over mezelf, opzij schoof als zijnde onbelangrijk, omdat die andere verlangde dat geschreven zou worden wat de lezer wenste te lezen en aldus mijn verhaal maar met mondjesmaat werd toegelaten. Wat een totaal ander perspectief oplevert. Nu, als het zo is gegroeid dan zijn het én de omstandigheden, én mijn ingesteldheid geweest die het zo hebben beslist – Spinoza moet hier ook aan gedacht hebben – en eigenlijk, op de keper beschouwd, ligt het niet in mijn aard buiten te komen met facebook-verhalen over mezelf. 

    Maar gisteren, heb ik het woord gekregen en heb ik jullie verteld over de verrassing die ons beiden, de professor en ik, overkwam, te horen dat er nog iemand was, en dan nog iemand recht over jou gezeten, wiens hand je drukken kon, die Fabre d’Olivet kende en gelezen had.

    Als ik er aan terugdenk, was het een groot moment, een moment dat zich vast ankert in de geest, wat meer is dan een viooltje dat men opbergen zou tussen de bladen van een boek. Een rariteit die me overkwam, schreef ik, en dat was het ook, verrast en verheugd opkijken, en even verrast en verheugd de professor over mij, en dit enkel en alleen bij het horen van een dan toch wel magische naam..

    Waar ik gisteren avond bij het schrijven naar zocht, maar me toen niet herinnerde, was een identiek gebeuren, verhaald door Marc Sleen in een van zijn Nero-verhalen van jaren terug, waarin, ik denk Adhemar, iemand ontmoet die T.S.Eliot las. En hij toen uitriep, ‘Wat ken jij ook T.S.Eliot, ken jij ook… en citeerde toen een versregel uit de Four Quartets. Wat me toen ook verraste niet alleen omdat ik het las in een stripverhaal – heb het trouwens uitgeknipt maar heb de tijd niet het te zoeken - maar vooral omdat ik ook dit zou geroepen hebben indien ik, destijds, iemand zou ontmoet hebben die me over T.S.Eliot zou gesproken hebben.

    We zijn dus, mijn waarde professor Jef Van Bellingen, niet de enigen die zo iets overkomt. Het is een kleine wereld waarin we leven, zodat ontmoetingen met vrienden of kennissen waar ook, niet uitgesloten zijn. Hier gaat het om een soort van Bermudadriehoek, die zijn verste punt heeft diep verankerd in de negentiende eeuw maar plots een basislijn vindt, die twee punten verbindt niet meer dan een vadem van elkaar verwijderd. Merkwaardig is het woord, maar toeval is het zeker niet.

     

    14-11-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    13-11-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Spinoza en Fabre d'Olivet

     

    Als er vandaag iets is dat me zwaar op de maag ligt dan is het, het ‘Bloedboek’-verhaal over de Bijbel van Dimitri Verhulst. Ten eerste omdat hij beter de lichamelijk weinig gevaar inhoudende Bijbel op zij had moeten laten om zich te buigen over de invasie van de islam in onze samenleving. Hij had kunnen beginnen met de invasie die plaats greep in Libanon om er zijn conclusies uit te trekken, en te weten dat de gematigde moslims hier in het westen, niet zullen kunnen weerstaan aan de tsunami van de fundamentalisten. Hij ‘moet’ dit weten zo goed als ik het weet, de vele verwittigingen via e-mail liegen er niet om.

    En ten tweede, hij heeft niet het minste recht teksten die geschreven werden in omstandigheden die we absoluut niet kennen, zelfs niet vermoeden, en door mensen beter geïnspireerd dan hij – zij vertrokken uit het niets - op de korrel te nemen zoals hij het doet en er, wat nog erger is, de spot mee te drijven.

    Zeg me wat een dergelijk boek positief bijbrengt aan onze beschaving die het al zo moeilijk heeft om zich te blijven bevestigen en waarvan de moeilijkheden dag aan dag toenemen.  Komt daar nu een Verhulst aan, die binnen duikt in geschriften die minstens 2500 jaar oud zijn, door collega’s van hem geschreven – ik denk dat ik me herhaal, maar ik moet het nog eens kwijt – in omstandigheden die hij niet kent, gedragen door een filosofie die hij niet kent, over toestanden die hij niet kent, en over een Yahweh die niemand kent. Hij had beter Spinoza gaan lezen of herlezen, en over de God van Spinoza geschreven, dan zouden we er nog iets aan over gehouden hebben, maar die God overstijgt hem zoals Hij ons allen overstijgt, hoewel Spinoza de waarheid wellicht froleert, voor mij heel dicht zelfs.

    Hiermede heb ik nog eens gezegd dat men van de Bijbel afblijven moet. Hij is de maatstaf van onze beschaving, een beschaving zoals er maar één bestaat, die maakt dat Verhulst uit zijn pen woorden kan en mag halen die hij in een nabije toekomst wellicht zal mogen/moeten zwijgen. 

    Dit waren mijn gedachten in de loop van de dag die ik door heen alles wat ik dacht of deed, hernomen en herkauwd heb.

    De avond echter was een klein festijn, een professor sprak ons over de Ethica van Spinoza, over zijn vierde boek. Spinoza, een man die nu had moeten leven en ons duidelijker dan voorheen zou gezegd hebben wie die God is, van wie we niets weten omdat we rondlopen met gesloten ogen.

    Maar het was dit niet dat ik vermelden wou om af te sluiten. Ik wou het hebben over twee mensen, over elkaar aan tafel gezeten, met een glas donker rode wijn in een wijd bolvormig glas, sprekend over vele zaken, over muziek en over boeken. Tot plots een naam wordt vernoemd, Fabre d’Olivet en de andere bijna opspringt van zijn stoel, ‘Ken jij Fabre d’Olivet???’ Een uitroep alsof het een gemeenschappelijke vriend was en ook omdat ze beiden wisten dat het een enorme rariteit was een ontmoeting, in een  van de kleine steden van Vlaanderen – zoals deze in de middeleeuwen werden genoemd – tussen twee mensen, een professor en een oud man, die de vader had kunnen zijn, die voorheen amper met elkaar hadden gesproken en dan zo maar, een naam, Fabre d’Olivet en de titel van een boek die ze beiden tegelijkertijd vernoemen, ‘La Langue hébraïque restituée’. En dan ook nog de lach op hun gelaat en de grote vreugde die ze kenden, een vreugde die zo plots en zo uitgesproken was dat het een groot memorabel gebeuren werd want van nu af is Fabre d’Olivet een naam die hen bindt voor het leven. Het kan niet meer dat ze elkaar nog ooit eens zullen ontmoeten zonder te denken aan  deze mysterieuze Fransman uit de XIXde eeuw.

     

    13-11-2015, 01:07 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    12-11-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.11 november 1918

     

    De morgen die niemand dacht door te komen, al was het stil toen nog, al hingen flarden dromen in de lucht lijk kraaien hoog. Van waar ze kwamen niemand wist, niemand nood had het te weten, omdat het licht nog aarzelend was, alsof al lang vergeten was dat de dageraad niet duren kon en de dag niet wachten zou om open te scheuren in verbijstering. Tot er wolken kwamen, donkergrijs en oud zoals wat restte van de aarde hier.

    Dit was van de morgen van 11 november 1918, de wind was gaan liggen toen, de wolken schoven langzaam open, dramatisch kobaltblauw doorbroken met lijnen rood die hangen bleven, luchten zoals nimmer voorheen de luchten waren, en er van ver geruchten kwamen, als van tromgeroffel en klaroengeschal, de velden over.

    Men ging rekenen toen, hoeveel dagen men al hoopte dat boven alles uit, de stilte hier het halen zou, het land zou blijven, zoals het er lag, het drogen zou, de humus het bedekken zou, de holtes dicht gewaaid, het gras terug zou komen en de schapen en de koeien, de paarden, grazen zouden op de plaatsen waar ze verdwenen waren, en geluiden van vogels op de stuk geschoten muren waar de stenen nog van afbrokkelden, eksters die keren zouden en merels en zeldzame meeuwen te ver afgedreven, het leven dat hernemen zou. Zo hoopte men.

    Een begin het was, eens de morgen voorbij zou zijn zoals hij was vandaag in peis en rust, verwijderd van de hel van gisteren en van de dagen ervoor toen  er gesneuveld werd op Vlaamse velden en verder de wereld in op andere velden, het bloed en het gekreun, het zweet van de dood onder de oksels en in de vouwen van het vel. Vele dagen die zo waren, de prikkeldraad met lapjes uniform licht fladderend in de wind, lijk bladeren op de naakte bomen.

    Afwachten nog, de uren die de wijzers verschoven, die rusten wilden, niet meer verder gaan, de tijd die stil zou houden waar hij was, gevangen in de loopgraven om te ontcijferen wat van de vrede was voor de heren van het front die het voor het zeggen hadden. Zo berichten gekomen die niet te geloven waren, eerst  voor enkele momenten, dan toch, tot klokslag elf werd er gezegd, klaroenen schalden over al de plaatsen van de omgewoelde aarde.

    Het was de tijd om een gedicht te schrijven over wat was en over wat nu komen kon. En of het komen zal dat zien we wel, later, als het lente wordt, de zomer en het golvend koren, de zang van leeuwerik. Mooier kon het niet, het land dat open bloeide, klaprozen overal en het blauw van korenbloem, weegbree langs de kant en koeien die opdoken lijk paddenstoelen, overal in beemden langs de waterkant, en in het water blauw de lucht weerspiegeld.

    Er was, zoals we zagen, niets gebeurd, de grond wat oneffen op plaatsen, waterplassen waar er vroeger geen water was. We komen er, we overschouwen. Later groeien er velden witte kruisen, en witte zerken met een naam er in gegrift om te gedenken de lichamen die er lagen, hun geesten als een rank van rozen opstijgend tot in de hemel, waar ze levend blijven. Er is voor hen een eeuwigheid.

     

    12-11-2015, 00:21 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    11-11-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gedicht voor later

     

    Dat ik ‘Erbarme dich’ had uitgekozen in mijn vorig debat, rust enkel op wat van het ogenblik was. Wat van de avond en de luchten was, van de spiegeling in het water dat van mijn woorden en de bomen was. Ik uitgekleed van zorg en toekomstbeeld, de handen open om te ontvangen wat van de aarde was. En toen de siddering die op mijn jaren, het hart omspant met van te ver gekomen herinneringen die nog niet zijn uitgedoofd en waarvan ik horen moet hoe sterk ze zijn geweest als in een koperen plaat gegrift. Alsof ze van gisteren waren, nimmer zo dichtbij gekomen, gevaarlijk om uit te maken wat het betekenen moet.

    Echter heb ik me vandaag, ondanks vele dingen, me goed gevoeld nu ik je vertellen mag dat ik nog eens een gedicht geschreven heb dat al lang geschetst op tafel lag, maar geen vorm er voor gevonden had, geen sluiting om het te verzegelen voor later,  wanneer het gebruikt kan worden een allerlaatste maal om daarna verast te worden tot een hoopje pulver.

     Gedicht voor later 

    Omdat ik

    als een veder licht ben om nu op te vliegen uit de lotusbloemen, in het licht Ik ademend lig, de ogen dicht, het licht zo lichtend is, het van in den beginne is, tot het punt in Omega is, 

    het Testimonium is van al wat is dat is. 

    Hierover, van begin tot eind, een vadem lang de woorden die ik schreef, die ik niet schreef even lang, die ik dacht en niet dacht, die ik sprak en niet sprak, even lang, een kraal van tekens uit mijn hand gevloeid voor later. 

    Heden nog vertoevend hier, zijnde van het stoffelijke dat verdwijnen zal, zijnde van de geest die blijven zal, ooit open zwaaiend, zwevend  in de schemering over de heuvels hier, de bossen en de landerijen. 

    Avonden lang we er waren, je zegde me: je sterft niet de dood, je sterft het eeuwig leven. 

    Ben ik gerust toen heen gegaan voor het winter was. Avonden lang.

     

     

    11-11-2015, 00:03 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    10-11-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het gedicht Bach genaamd

     

    Klassieke muziek, hoe lees ik je, hoe verwoord ik je klanken als je binnenkomt, een aubade in de morgen of een nocturne voor de avond, of tot welk deel van mij is het dat je spreken wilt in klanken, melodieuze dingen die golven zijn van begeestering of ovalen tekeningen van stiltes die ik horen kan, echoënd in de poriën van het zijn?

    Mijn vraag is niet tot jou gericht maar tot mezelf als ik je beluister, zoals gisteren toen de avond neerzeeg over het land, de bomen zwart geëtst op zuiverheid van lucht, ademloos weerspiegeld in de vijver waar ik was met vrienden. En we spraken over jou, klassieke muziek, een vol moment, hoe je te benaderen was en, wie had ooit gedacht dat naast wat woord en beeld vermag er nu ook klank kon zijn die ons ontroeren kon. Wij er lang gebleven omheen het vuur van eikenhout en den, de vlammen hoog gerezen, tot de i-phone ons vergastte op het ‘Erbarme dich’. het had ook Ravel kunnen zijn, Shostakovitch of Mahler, maar het ‘Erbarme dich’ van Bach tot in ons armen tot in onze eigenheid waar we de woorden onuitgesproken hielden. Dichter kon het niet. Bach tot ons toen kwam, hij opdook uit de struiken, hij ons verheffen wou tot boven het watervlak – ook wij erin weerspiegeld – de geest in ons zich verstrengelde met wat zijn geest van eeuwen ons te zeggen had en wij luisterend, ineengedoken. Hij, Bach, de ruimte van de vijver was en van de bomen, hij tot God gesproken als van handen over alle klanken heen gebogen, het vreemde spel dat ritme was en Bach, hij bij klank en zang, ineen verweven mens en melodie, in een veld van energie omsingeld samen

    Tot lang erna, tot deze morgen dat ik schrijven wou, maar niet de juiste woorden vond, Zo het was en zo het blijven zal, wat was van Bach, over de velden en de bossen, de straten en de huizen, tot ons gevoerd, het wonder dat van de schepping is en ons niet verwonderd omdat zo oneindig doodgewoon geworden is te horen, om het even waar wat we horen willen, de trilling van wat van God kon zijn, wonend in de geest van Bach als hij noten tekende, hier gebracht met viool en cello en fluit en trommelslag, de floerse stem erin, de woorden als een tuil van rozen, het erbarmen dat we vragen, omdat we niet begrijpen kunnen wat van de hemel is. 

    Gezeten bij het vuur dat in de nacht een gloed gaat worden, een lokstem voor de uilen, de dood, schuilend achter enkele bomen niet gelezen, Bach een passage van wat de avond was en wat de nacht geworden is, de morgen. De vlammen, de klanken en de woorden, we mee gedragen hebben. Of hoe muziek en Bach en onze gesprekken waren, een avond in november bij het vuur gewacht op de sterren die niet kwamen, wetende dat al wat van deze wereld is, getekend door de onsterflijkheid is van Johan Sebastian Bach.

     

    10-11-2015, 05:45 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    09-11-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Bijbel en Verhulst (3)

     

    Van blog tot blog ligt er gewoonlijk een etmaal, een lange vierentwintig uur, maar in feite slechts een korte vruchten barende periode, als men alle uren wegneemt die je slaapt of tracht te slapen; als je er af neemt dat het onmogelijk is je volledig af te zonderen in de uren er tussen, want je moet ook fungeren als echtgenoot in het huishouden, en het leven stelt daarenboven nog andere eisen. Er zijn dus, in elk geval heel wat wisselingen in de aard van je gedachten en heel wat gebeurtenissen die deze wisselingen beïnvloeden. Zo gebeurt het dat de onderwerpen van je blogs dag na dag sterk uiteenlopend kunnen zijn. Ik geef er me dus rekenschap van dat ik elke dag overkom als een verrassing en ook, in vele gevallen, dat ik voor mezelf ook soms verrassing ben. Ik heb nu twee dagen gewijd aan Dimitri Verhulst, meer aan zijn boek dan aan hem. Als ik het gedaan heb dan is het uit respect voor de Bijbel en voor hen die de Bijbel geschreven hebben, in een tijd, in omstandigheden en gedragen door beweegredenen die ons totaal vreemd zijn; daarenboven rustend op hun inspiratie van het ogenblik die niet te ontkennen is. Ik meen dit voldoende te hebben onderlijnd. Het feit dat ik er vandaag verder over schrijf is het bewijs dat het boek van Verhulst[1] me diep geraakt heeft, en dan vooral omdat ik weet – maar Verhulst schijnt het niet te weten - dat de Bijbel, zoals hij in onze boekenkast staat, niet een boek is dat vandaag zou (kunnen) geschreven worden, Een boek over een God en zijn schepping, over de komst van de mens op aarde en een beschrijving van zijn eerste stappen; wel zou er vandaag een kunnen geschreven worden hoe de mens, en dan vooral deze in het westen, het gebracht heeft tot de mens die hij nu is. Dit verhaal zou op een totaal andere wijze, zijnde gekleurd met het hedendaags denkpatroon, geschreven worden. En, indien het toch zou geschreven worden – wat ik betwijfel - alleen dan zou Dimitri Verhulst of wie ook, het recht hebben zich erover uit te spreken, zelfs op de wijze waarop Verhulst nu de Pentateuch-teksten onder de loep neemt. Het zou dan echter gebeuren onder zijn verantwoordelijkheid, indien reacties niet zouden uitblijven. 

    Nu is Bloedboek een Spielerei geworden, het brengt helemaal niets nieuws, integendeel het neemt weg, het mindert wat voorheen was. Dit is wat hij beoogt, het sacrale in de Bijbel met de voeten treden, en het blijven vertrappelen tot het verzinkt in de modder. Het is een wraakneming op de persoon die hij geworden is en hij voelt er zich schijnbaar goed bij, anders zou hij een dergelijk boek niet schrijven. Maar gezien de huidige stand van zaken had hij beter de Bijbel terzijde gelaten en had hij er beter aan gedaan zijn energie en zijn schrijverschap aan te wenden om over dingen te schrijven die ons meer aanbelangen de dag van vandaag. Of zou hij niet weten dat hij als schrijver, meer dan wie anders, gevaar loopt binnen enkele decennia geconfronteerd te worden met een muur die zal opgetrokken worden en hem beletten zal te schrijven over wat hij zo graag bestrijdt, religie of het geloof in een God, die hij, zelfs Hem niet kennende, niet wetende of Hij bestaat, in zijn boek voldoende heeft gekleineerd en in the mean time, wat even erg is,  zijn collega, de schrijver(s) van de Pentateuch. 

    Zo, ben ik vanmorgen, het is amper 6.00 uur, dan toch teruggevallen op mijn blog van gisteren. Het bewijst hoe zeer Verhulst me getroffen heeft en ook, en in het bijzonder, hoe kleingeestig de mens kan zijn om zaken die van heel ver in de tijd dateren, geschreven door mensen, verlichte geesten, want het waren schrijvers die vertrokken uit het niets, uit een groter niets dan het niets van vandaag, te gaan herschrijven, zoals Verhulst het doet, in het licht van wat we nu menen te weten, met de nadruk, in het geval van Verhulst op ‘menen’. Hij ook bezit de waarheid niet en zoals hij bezig is zal heeft hij weinig kans die ooit te vinden, hij begint er trouwens zijn boek mee.


    [1] Dimitri Verhulst: ‘Bloedboek’ Atlas Contact, 238 blz. 19.99€. Ik las het boek niet en zal het niet lezen. Ik baseer me op de recensie van Marc Cloostermans en op Verhulst’s eerste zin: ‘Indien er effenaf niks was in het begin, dan ook geen toekomst. Dus was er God, van wie niemand weet en weten zal vanwaar Die zelf dan komt. Wat niet veel beter is dan de eerste zin van zijn ‘Het’-boek: ‘Alle begin is moeilijk’.

    09-11-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    08-11-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dimitri Verhulst en de Bijbel

     

    “De Pentateuch, de eerste vijf boeken van het Oude Testament, worden onverdoofd geslacht in ‘Bloedboek’ de nieuwe Dimitri Verhulst”, schrijft Mark Cloostermans in de SdL van 6 november. 

    Ik lees de recensie van Cloostermans met een zekere wrevel, niet omwille van de recensie zelf, die uitstekend is, maar omwille van Verhulst die na zijn ‘Godverdomse dagen op een godverdomse bol’, - een misantropisch variant op een geschiedenisboek voor de lagere school, aldus Cloostermans - zich nu permitteert een boek, geschreven twee duizend vijfhonderd jaar geleden, niet alleen op de korrel te nemen maar het ook op een spottende, onterende wijze te herwerken.

    Met welk recht, denk ik, met welk recht een boek, dat terecht het Boek der Boeken moet en kan genoemd worden, kleinerend te behandelen, geen rekening houdend met de poëtische verwevenheid in verhaal en tekening, maar het te behandelen op een wijze alsof het over een stationsroman zou gaan.

    Wat een durf die man heeft. Hij weet natuurlijk dat er geen fatwa over hem zal uitgesproken worden, dat hij schrijft in een landschap van totale vrijheid, waarin hij zeggen kan en mag, wat hij te zeggen heeft tot in het ongerijmde toe, maar ongeacht of het nu de Bijbel betreft of niet, mag hij zich zo maar uitlaten over een boek geschreven door een collega van hem die twee duizend vijf honderd jaar vóór hem heeft geleefd?

    Je schrijft toch niet spottend over Ovidius, noch over Vergilius, zelfs niet over Dante. Neen, hij wreekt zich op ‘het’ boek dat, ware het niet geschreven of ware het niet doorgedrongen tot het westen, hij nimmer of te nimmer een Dimitri Verhulst van nu, zou zijn geweest. Hij valt dus de basis van zijn beschaving aan, hij valt ze niet alleen aan, hij beledigt ze en ze beledigend veroordeelt hij ze door het verhaal kleingeestig te hernemen.

    Welk is echter het ware verhaal over en van een volk - wie of wat het ook moge geweest zijn - dat leefde meer dan twee millennia geleden, hoe zag de schrijver het, met welke ingesteldheid en in welke mate geïnspireerd door zijn omgeving, hoe bundelde hij zijn verhalen, hoe bouwde hij deze op en in welke omstandigheden schreef hij deze uiteindelijk neer met een veder als pen in een omgeving die onze verbeelding tart, maar ondanks alles, met zorg, gedrevenheid en respect omdat hij wist dat het een sacrale tekst was die hij schreef.

    Heeft Verhulst zich, zelfs een fractie van een ogenblik in de plaats van gesteld van die bewonderenswaardige auteur, gekneld tussen de daden van het leven en de daden van de dood, trachtend te overleven in ziekte en vertwijfeling over wat het reusachtige dat de natuur in beweging hield kon betekenen.

    Heeft hij er een fractie van een ogenblik aan gedacht dat, indien hij toen in dezelfde omstandigheden zou geleefd hebben, hij, Dimitri Verhulst zelf die man van de Pentateuch had kunnen geweest zijn, of dan toch zou gedacht en geschreven hebben met een identieke ingesteldheid en gedragen door identieke gesprekken met de Heer van het Heelal?

    Maar Verhulst heeft slechts zijn ‘het’ om tegen te spreken in zijn eenzaamheid van schrijver, terwijl de man van de Pentateuch een kolos voor ogen had, een onzichtbaar iets of iemand boven hem, verscholen in de wolken met zijn teken dat een regenboog was. Een mooiere poëtische gedachte vindt men niet. 

    Er staat in de Bijbel wat er te lezen staat en je interpreteert het, zoals je Ovidius leest of Sophocles, of Spinoza. Verhulst leest het naar de letter, zoals er nog rondlopen– voor wie Galileo nog moet geboren worden – op deze wereld, niet denkende aan de tijden waarin het geschreven werd. Anderen weten wat ze hebben aan de woorden van de Bijbel en open het boek met veel eerbied, ondanks het feit dat ik heb ingezien dat de ‘tien plagen van Egypte’ niet het gevolg waren van een goddelijke interventie maar eerder van een enorme catastrofe die de regio geteisterd heeft, met alle gevolgen van dien voor wat de Yahweh van de Bijbel betreft, en heb me hiervoor ge-excuseerd bij allen die deze mening niet delen. Maar dit berust op een interpretatie van de tekst, niet op een verminking ervan. 

    De Bijbel, mijnheer Verhulst is meer dan een boek, het is een baken, een baken die je zo maar niet verplaatst en zeker, je gaat die niet bekladden met kinderachtige graffiti.

     

    08-11-2015, 00:12 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    07-11-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bijbel

     

    In het “Boek Spreuken” komt er een passage voor die we hier maar al te graag willen aanhalen, hoewel deze tekst bij zijn vertaling uit het Hebreeuws, heel wat moet verloren hebben van zijn poëtische kracht: 

    ‘Yahweh bezat me in het begin van zijn wegen, nog voor zijn werken van altijd. Van de eeuwigheid af werd ik gevormd, vanaf het begin, voordat de aarde bestond. Toen er nog geen oceaan was, was ik al ontvangen, toen er nog geen bronnen waren, rijk aan water, toen hij de hemel op zijn plaats zette was ik erbij, toen hij over de oceaan een boog trok, toen hij de grondvesten der aarde bouwde ik was bij Hem en regelde alles.”[1] 

    De Osty-Bijbel[2] leert ons dat deze tekst komt van ‘les Sages’, zijnde ’Les Fils d’Orient’ en dat deze de wijsheid van de Egyptenaren bevat. Zo is het de Moeder Aarde die door Yahweh in den beginne bezeten werd en daarna alles regelde. 

    Deze passage illustreert voor mij ook de eerste zin uit het Evangelie van Johannes: ‘In den beginne was het Woord’, die we niet anders kunnen vertalen dan ‘in den beginne was de geest’. En deze geest was Yahweh voor de Israëlieten, en Amon of Aton voor de Egyptenaren, en Ahura-Mazda voor de Babyloniërs en Boeddha, en Tao, en Allah en God en voor mij het Onnoembare, l’Ineffable. En we durven er aan toevoegen dat het met het Woord is dat de poëzie geboren is en dat de poëzie niets anders is dan het product van de queeste van de mens, de echo van het heimwee dat hem blijft vervolgen : de volheid van het bestaan te benaderen. 

    Ik schrijf dit al weet ik dat ik het al moet geschreven hebben in vorige blogs. Ik vermeld dit echter verontwaardigd over een nieuw boek van Dimitri Verhulst, genre ‘godverdomse dit en dat’ van een vorig boek van hem. Nu gewaardigt hij zich de spot te drijven met de vijf eerste boeken van de Bijbel, de daad van een onbeschaafde. Men spot niet met een boek van twee duizend vijf honderd jaar oud. Ik kom er zeker op terug, ik citeer het nu omdat ik het maar van ver heb gehoord. 

    Voor mij is de Bijbel een poëtisch boek – Robert de Telder houdt het bij een geschiedkundig boek, het is zijn volste recht – als ik passages lees zoals deze uit Psalm 133 waarin de auteur, een poëet, een volheid tracht te bereiken die tussen de woorden en de lijnen in moet gezocht worden. Zo dit vers uit Psalm 133, toepasselijk op elk samenzijn onder vrienden: 

    ‘Weet hoe goed het is en hoe aangenaam samen te zijn. Deze vreugde is lijk een geurende olie die van het hoofd neer druipt op de baard van Aaron, die neer druipt op de boord van zijn kleed.’ 

    Het is de poëzie die verrast door het onverwachte van het beeld: ons samenzijn is lijk een geurende olie, is lijk een parfum dat binnendringt in ons en er hangen blijft omdat het goed is samen te zijn als vrienden onder elkaar, een vreugde die niet in woorden om te zetten is als we samenzijn, en ook telkens we elkaar, waar ook ontmoeten. Die binding met en tot elkaar is onze poëzie  die het effect heeft, zegt Saint-John Perse: ‘d’éventer l’usure et la sécheresse au cœur des hommes investis[3], die de slijtage en de droogte wegwaait uit de harten van hen die het hier voor het zeggen hebben. 

    Dit heeft Verhulst er niet uit gehaald, dit meest waardevolle, heeft hij over het hoofd gezien. Shame on him. 



    [1] Tussen haakjes het is deze tekst die als epistel gelezen wordt of werd op 8 december, de dag  van de onbevlekte ontvangenis van Maria [2]  La Bible Osty, Ed. Le Seuil, 1973, pag 1282. [3]   Saint-John Perse : Amers

    07-11-2015, 00:39 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    06-11-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Utopisch

     

    Later kwam er het bericht dat er een jeugdbende was opgestaan, specialisten van de graffiti, die op één nacht alle bruggen over de autostrades in België beschilderd hadden met de slogan ‘no to fundamentalisme’, dit tot grote verontwaardiging van de leden van het Europese parlement die zich geviseerd voelden in hun houding tot de moslimvluchtelingen, en met aandrang opdracht gaven aan alle instanties in België deze slogan onmiddellijk te doen verdwijnen.

    Maar er werd in België niemand gevonden die dit wilde uitvoeren, en het gebeurde dat de volgende ochtend deze slogan ook te lezen stond op alle muren van alle leegstaande woningen in elke stad, en de dag daarop – de politie weigerde de graffiti-boys die ze ‘s nachts bezig zagen, aan te houden - op alle openbare gebouwen in het land, zodat men er niet meer naast kon kijken.

    En toen dit gekend was in het buitenland, dezelfde slogan te lezen stond op tal van plaatsen in de hoofdsteden van Europa en weldra ook was de slogan verspreid vanaf het diepste punt van Italië tot op de Noordkaap. Op sommige plaatsen zelfs stond er te lezen ‘no to the islam’ maar dat waren uitzonderingen.

    Er werd over weinig anders nog gesproken, de dagbladen stonden vol met foto’s waar de slagzin was opgedoken, zelfs op plaatsen die onbereikbaar schenen waren ze aangebracht. Het was alsof de hemel er mee gemoeid was, want op dagen van grote toeloop op bedevaart-festivalweides hing de slogan in grote letters boven de podia, en op andere dagen trokken vliegtuigen door de lucht met een slingerband met het ‘no to fundamentalisme’ duidelijk leesbaar achter zich aan. Het werd nu stilaan duidelijk in het land en in het ganse westen – zelfs in de USA was men al begonnen – dat men door de islam niet wenste in het ootje genomen te worden; dat de moslim-fundamentalisten onder hen, en ze waren met velen, hier op hun tellen hadden te letten en dat het westen niet bereid was ook maar enige toegeving te doen wat onze levenswijze en levensbeschouwing betrof, en ook dat, als ze door wilden gaan met hun voor ons onaanvaardbare sharia, het beter ware dat ze het land verlieten om zich te gaan vestigen in de landen die wel bereid waren, hun manier van godsdienst beleven te aanvaarden en zelfs te steunen.

    Maar dat deden ze niet, ze hadden het hier te goed, ze werden geen handen afgehakt als ze iets wegnamen bij de gebuur, ze werden niet gestenigd, kregen als straf geen zweepslagen toegediend, en wat meer was, ze kregen hier opvang, beter dan de mensen van hier, kregen kindergeld, kregen financiële steun uit vele handen, waarom zouden ze dit land verlaten, zeg het me eens?

    Trouwens ze wisten dat de macht op hen lag te wachten in hun vele kinderen, die hun vrouwen, hun akker zijnde, zouden voortbrengen en later, na hoogstens een paar generaties, zouden zij het zijn die met de steun en imam-inbreng van het moslim-oosten, beslissen zouden over de wetten van het land waar ze zich thans best, gezien de vele slogans, gedeisd hielden.

    Dit in een notendop, het utopisch verhaal van een ondergedokene.

     

    06-11-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    05-11-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat van Malmö gewerd

     

    Als ik mails lees zoals deze over de stad Malmö in Zweden dan stel ik me de vraag hoe ik er in godsnaam nog in slaag te schrijven alsof er helemaal niets op til zou zijn dat meer dan verontrustend is. Het bevreemdende is dat het nieuws uit Zweden komt, alhoewel zij die er regeren te links zijn opdat ze de moslim maar iets in de weg zouden leggen. Het wijst echter meer dan nodig is, op de kracht die uit gaat van de moslimisering van het land en het gevaar dat hierin schuilt voor ons. De mail komt uit een Nederlandse bron, ik neem een deel ervan over, de totaliteit te veel van het 'goede' zijnde.

    De vraag die ik er aan toevoeg gaat over de eisen die ze durven stellen alsof ze al heer en meester zijn. Dit is geen vrijheid – wat hen wordt gegund - van godsdienst meer, dit is de vrijheid de wetten van het land, de grondwet, naar hun hand te zetten. Is het hen al ooit, in om het even welk land in Europa of in het westen, gezegd tot hoe ver ze mogen gaan in het uitoefenen van hun godsdienst en wordt het gezegd aan de nieuwgekomenen?

    En hier een uittreksel:

     
    'Malmö, met circa 300.000 inwoners de op twee na grootste stad van Zweden, is voor heel Europa het trieste voorbeeld van waar de totaal mislukte integratie van hoofdzakelijk islamitische immigranten toe leidt. De stad, waar inmiddels 30% van de inwoners moslim is, lijdt onder een ware explosie van antisemitisme en criminaliteit. Volgens het Zweedse centrum voor Preventie van Criminele Delicten werd in 2012 1 op 4 (!) inwoners van Malmö slachtoffer van een misdrijf. Iedere maand worden er volgens de politie zo'n 200 mensen midden op straat beroofd, waardoor met name bejaarden hun huizen niet meer durven te verlaten.
     
    Nog maar 40% van de inwoners van Malmö is Zweeds. De Noorse media noemen de stad daarom cynisch 'het Chicago van het Noorden'. De stad is er een in een steeds langer wordende rij van Europese steden waar het als gevolg van de massale toestroom van immigranten steeds slechter toeven is. Net als in bijvoorbeeld de EU hoofdstad Brussel ontvluchten Joden Malmö omdat het met de dag onveiliger voor hen wordt. In een willekeurige Duitse stad zoals Nürnberg bestaat de bevolking voor 40% uit immigranten en in sommige wijken al voor 70%. Het immigrantenaandeel in de criminaliteit ligt boven de 80%.
     
    Hele straten in Malmö zijn in totale anarchie vervallen omdat ze worden beheerst door jeugdige moslimbendes. Brandende auto's en leeggeroofde winkels zijn duistere tekenen dat de politie de situatie nauwelijks meer kan beheersen. Op veel dagen kunnen gewone Zweden maar beter niet de bus of de trein nemen omdat conducteurs vanwege het regelmatige geweld niet langer controleren op geldige plaatsbewijzen.
     
    Meer dan 5000 Zweden, voornamelijk vrouwen, zouden zich tot de islam hebben bekeerd. Volgens Helena Benauoda, voorzitster van de Zweedse Islamraad en één van deze bekeerlingen, zijn er ook al 400.000 niet in de officiële statistieken geregistreerde Zweden tot de islam toegetreden, ruim 4,5% van de totale bevolking. 
     
    Het Sveriges Muslimska Förbund, met 70.000 leden de grootste islamitische organisatie van het land, eist al langer de aanpassing van de Zweedse wetten aan de moslims. Zo wil men de 'beledigende en zondige seksuele voorlichting' afschaffen, moeten er geen gemeenschappelijke zwemlessen aan jongens en meisjes meer worden gegeven en moeten zwembaden en sauna's speciale vrouwendagen organiseren. Tijdens het vrijdaggebed moeten moslims vrij krijgen van hun werk en voor de bouw van nieuwe moskeeën worden rentevrije leningen geëist. Bovendien moet de gelijkstelling van man en vrouw -in ieder geval voor moslims- worden geschrapt. Europa buigt voor de islam. In Zweden en zeker in Malmö zijn talloze waarschuwingssignalen te zien voor waar het ook in de rest van Europa naar toe gaat als die landen ruim baan blijven geven aan de overheersende religie van de meeste immigranten: de islam.' 

    *

    Op de keper beschouwd is het voor mij een verloren dag, zoals er al zo vele geweest zijn sedert de islam is opgedoken in het westen en het mensenras dat, erin gewikkeld, hier op onze tenen komt trappen.

     

    05-11-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    04-11-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat is van de tijd

     

    Ik verdwijn eens te meer in een nieuwe maand, of het nu januari is of november, het is een opschuiven van dag naar dag, pas begonnen zit ik al aan de vierde dag, me vragen stellend wat van de dertigste dag zal zijn als hij er ooit zou komen, maar toch vertrouwend dat hij komen zal voor mij.

    Vragen over het leven zijn het die altijd opduiken, ze zitten verweven in onze dagelijkse handelingen, in onze geschriften, wat ook er geschreven wordt, ze zitten onderhuids en soms ontsnappen ze langs de poriën van de geest. Hoe we ons ook inspannen, ze zijn van het licht en van het duister, van onze vreugdes en onze ongemakken. Eenmaal krijgen ze hun definitief antwoord, dit is een zekerheid, ondertussen doen we verder alsof we de eeuwigheid bezitten. En het is goed zo want het hoort zo.

    Deze morgen, toen de dag en het leven begon, was het oosten een poel van vuur, een bijna dramatisch gebeuren van het licht doorheen de nu al naakte takken. Ik dacht hoe verwerk ik dit beeld dat ik ken en blijf kennen, dat komt en gaat en zich wisselt in andere schakeringen van kleur en gevoelens, bestoven met andere beelden van andere plaatsen die ik oproepen kan, herbeleven kan alsof mijn leven ineens een enorm landschap geworden is dat ik in alle vrijheid en openheid bewandelen kan, gebeurtenissen die waren en zich verspreid hebben in talloze vertakkingen over de grond en in de luchten, rechtlijnig en zich slingerend lijk wikke om de korenhalm, omheen een naam of een teken, omheen mijn gedachten. Wie helpt er mij om dit alles te vatten en op te lossen, een groot deel ervan al opgetekend, over en naast elkaar, enkel nog uit elkaar te halen, te schikken en te verbinden om dit landschap een definitieve vorm te geven en uit te dragen.

    Ik heb anders geen klachten te uiten, mijn lichaam, oud zijnde, kent niet meer de perfectie, het is er, maar dit is ook al. Ik gebruik het zoals het mij gebruikt in zijn wankele toestand. We komen overeen, we aanvaarden het en zelfs, we roepen het uit om onze verstandhouding te beklemtonen en wel, en dit is wellicht de enige reden, omdat de geest het zo wil en omdat elke hindernis verzwegen wordt of in de grond geboord.

    We hoorden van velen om ons heen, dat de tijd vliedt, dat de dag zich opent om zich weldra erna te sluiten. Wij ook dachten dit very often, nu zijn we er aan gewoon geraakt, nemen we het de tijd niet meer kwalijk, want hem vertragen kunnen we niet en de ondervinding leerde ons dat hoe drukker we bezig zijn des te vlugger hij vliedt. Zo weten we, dat we nimmer zullen komen tot de laatste zin van wat we zeggen willen. Een voorstelling die we aanvaard hebben, een winstpunt op de tijd, want wat vandaag wordt neer gezet zal morgen anders worden verwoord. Niets is dat blijft, niets is dat voorheen nog niet geschreven stond. De negenennegentig modaliteiten om te zeggen wie God is of wie Hij zou kunnen zijn wijzigen zich voortdurend, en eigenlijk is dit van weinig belang in het licht van de eeuwigheid.

     

    04-11-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    03-11-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tot wat de filosofie ons brengen kan

     

    Filosoferen is een mooie zaak, hoeft niet altijd op het spirituele vlak, maar met de man van Lascaux in het hoofd, er over schrijvend en erover nadenkend, kom je tot beschouwingen die, al zeg ik het zelf, heel verrassend kunnen zijn.

    Zo wordt er een dag uitgekozen, een dag zoals er nog nooit een is geweest in november en nooit een in je leven. Achteraf weet je dat  je had kunnen rondlopen in huis, neerzitten aan je schrijftafel, dat je had kunnen bladeren in ‘De Zeloot’ van Reza Aslan, een boek dat een vriend je schonk, of in een ‘El Païs’ die een lieve dochter van een lieve dame je had meegebracht, maar je wou meer, heel wat meer, je wou, op deze dag in november diep binnen duiken in het leven met een experiment dat even goed faliekant als glorierijk eindigen kon.

    Zo ben je de eerste, enige zondag die van de maand is die je niet ligt, uitgeweken met al wat nodig is naar de vijver in de omgeving van een vriend, een plaats omringd door de prachtigste bomen, een plaats die je duurbaar is geworden.

    En het gebeurde dat vroeg in de morgen een andere vriend, op je verzoek, daar in de grond omheen de vijver, een put heeft gegraven van, had je hem gevraagd, een vierkant van  minstens 50 cm zijde en 50 cm diep, waarin hij een vuur zou aanleggen tot de put gevuld zou zijn met gloeiende houtskool.

    En het gebeurde ook dat jij gestopt bent bij de slager op de hoek en je een ontbeend ribbenstuk van het varken, van 2,50 kilogram heb besteld. Je hebt het thuis bestreken met olijfolie en met in de vijzel fijn gestampte pilipili, mosterdzaden, zout uit de Himalaya en gedroogde roze besjes - des baies lyophilisées - dit over de ganse oppervlakte van het vlees, en dan in meer belegd met takjes thymus en rozemarijn. Je hebt dit stuk vlees heel zorgvuldig, gewikkeld in verschillende vellen aluminiumfolie, wetende dat heel wat op het spel stond en dat, indien gebeuren zou wat niet mocht gebeuren, je het risico liep dat je falen als een lopend vuurtje zou worden verteld.

    Maar je waart vol vertrouwen en je bent naar de vijver gereden, je hebt gemerkt dat het vuur goed was, hebt het in aluminium gewikkelde bundel, ingepakt met enkele vochtig gemaakte bladen dagbladpapier, hebt de helft van de brandende houtskool laten op zij leggen en, in het bijzijn van alle genodigden, de bundel, op een gezegend moment, met behulp van een schop laten neerleggen op de resterende houtskool en laten toedekken, eerst met een laag verse en dan er boven op, met de op zij gelegde nog gloeiende houtskool. Hopende dat op deze wijze het vlees gaar zou komen even goed als in de beste oven van het land.

    Je kon nu gaan neerliggen in een zetel, kijken naar de weerspiegeling van de bomen in het water, naar het opspringen van een karper nu en dan, terwijl de rimpels op het water vertelden van de aarde die haar baan beschreef, van de minuten die voorbijschoven én van de tijd van het gaar worden van het vlees. Je zat er in de zon, zoals je er nooit gezeten had met de stemmen om je heen, schijnbaar onbezorgd, je inbeeldend wat het effect kon zijn van het vuur op het vlees, het effect van het inwerken van de diverse specerijen op de smaak van het vlees, wachtende op het juiste punt van de zon boven de bomen en de weerschijn ervan op het watervlak, terwijl, en je wist dat het gebeurde, de natuur in het vuur, dat van alle vuren de moeder was, haar werk aan het voltooien was.

    Dan kwam een eerste test omdat er de onzekerheid was over de tijd van het gaar worden. Een angstig man, vrezend dat het vlees verschroeien zou, hield het na vijftig minuten niet meer uit, wat wijs was van hem, ik zelf zou nog gewacht hebben. Hij schepte – want zegde hij we kunnen het nog terugleggen - de bovenste laag houtskool weg en legde die op zij. Het pak kwam ongeschonden te voorschijn maar onmiddellijk sloeg de vlam in het papier. De sonde gaf aan dat de gaarheid onvoldoende was zodat het vlees terug op het vuur werd gelegd en terug bedekt met de weggenomen gloeiende houtskool.

    Het was een goed vuur, een heerlijk branden van grote blokken hout onder een brandende zon. Wij er nu berookt omheen staande, het glas aperitief in de hand, wachtende, wachtende, terwijl gebeurde wat gebeurde.

    Toen we dachten dat de tijd gekomen was werd, precies na één uur tien minuten, de bundel aluminium folie uit het vuur gehaald, op een snijplank gelegd en geopend. Ik heb het omhulsel weg genomen en gezien dat het absoluut geen catastrofe was, integendeel, dat het vlees gebraden was zoals het hoorde, geurend, glanzend bruin in het grote licht van de herfst, allen verbaasd om het wonder dat het niet was. Ik heb het gesneden met een perfect mes, dun zoals het moest, het vlees wit bijna met een donkere rand, perfect gebakken. Ik zou er trouwens wellicht geen blog hebben over geschreven indien het resultaat faliekant ware uitgevallen. 

    Nu restte er het maal, maar dit is een ander verhaal, restte er het uur van het even ogen sluiten, restte er het vallen van de avond bij een laatste glas rode, donkere wijn, restte er de brede schittering van de zon die neder zeeg in het water.

    Daarna, maar dan was de vijver gedoken in zijn eenzaam zijn, was er de grote verlossende stilte, was er de weerspiegeling van de sterren, het vuur gedoofd, het oosten wachtende op de komst van Venus en Jupiter.

     

    03-11-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    02-11-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Igor Strawinski

     

    Ik hoor op Klara, dat Igor Stravinski, samen met Claude Debussy een van de grootste vernieuwers is van het muzikaal landschap. Ik ook heb dit altijd gedacht, zijn Sacre du Printemps is een van de boeiendste en kleurrijkste muziekstukken die ik ken. Constant Lambert in zijn ‘Music ho!’[1], zegt onomwonden, ’that however different the texture may be, Strawinski is using sound in the same way as Debussy.’ En nog volgens Lambert is Debussy de sleutelfiguur in de muziek van Strawinsky, en schrijft hij over Le Sacre : ‘Barbaric impressionisme has taken the place of super-civilized impressionism, that is all.’ 

    Ik ontdekte Le Sacre in de film ‘Fantasia’ van Walt Disney, het was iets ongehoord fantastisch, het was een revelatie van wat muziek kon zijn. Ik ben die dezelfde dag de film twee maal gaan zien, het was mijn eerste diepgaand contact met klassieke muziek. Zeg ik nu dat het mijn leven veranderde en dan vooral de muziek van Bach, zijn Toccata en Fuga, Beethoven, zijn Pastorale en dan, een nooit gehoord iets, Igor Strawinski en zijn Sacre, toegankelijk gemaakt door de beelden van Disney. Ik geloof niet dat er ooit in mijn leven een dag is geweest die zo diep ingrijpend is geweest, zeker op het gebied van de muziek. ik werd ‘gebouleverseerd’ en definitief bekeerd tot de klassieke muziek, in zo ver dat zelfs de Beatles aan mij zijn voorbij gegaan.

    Het zijn heel verre impressies, ik moet toen ongeveer twintig geweest zijn maar buiten Mozart’s ‘Kleine Nachtmusik’, wat Beethoven en Chopin wist ik eigenlijk niet wat klassieke muziek betekende. Maar toen ik kennis maakte met het kakofonische in Le Sacre, wist ik wat muziek ook kon zijn, verrassend en enthousiasmerend. Wat ook, de film Fantasia is een definitieve breuk geweest met al wat ik tot dan toe beluisterd had. En het is van toen af dat ik bijna uitsluitend klassieke muziek heb beluisterd, en klassiek ben blijven beluisteren, in zover dat ik helemaal niets af weet van de muziek waar mijn kinderen en kleinkinderen nu, met grote kennis van zaken naar luisteren en over spreken.

    Na Igor Stravinsky is Gustav Mahler gekomen, zijn georkestreerde ‘Lieder’ en zijn symfonieën, een nieuwe revelatie, een andere ontdekking met even diepgaande gevolgen die een goede vriend met een bijzondere naam, Leonard Hoendervangers - die nu zeker aan het discussiëren is met Beethoven en Debussy en Ravel, ergens, ergens – me heeft bijgebracht. Ik luisterde van toen af naar de klanken, de opeenvolging van de instrumenten, de kleurschakeringen, de ritme wijzigingen, meer dan naar de melodie die wel het draagvlak bleef, maar niet meer centraal stond.

    Waar ik nu soms vandaag nog twijfel tussen Beethoven en Mozart enerzijds, en tussen Mozart en Haydn anderzijds, herken ik onmiddellijk de muziek van Mahler en even duidelijk van Chostakovich.

    Zo gebeurt het at een leven gevormd wordt door kleine schijnbaar onbelangrijke ontmoetingen, om het even van welke aard, die je op een haar na had kunnen ontwijken, maar die van je leven gemaakt hebben  wat het geworden is. Alles, elke detail tot op een fractie van tijd na, is bepalend geweest voor de richting die je insloeg en dit bepaald door een samenloop van omstandigheden die elk op hun beurt het gevolg waren van andere omstandigheden en zo verder, misschien wel tot bij de man van Lascaux of nog verder. Als men het zo bekijkt dan wordt het duidelijk dat je helemaal niet ontkomen kon aan het lot dat ons overheerst, hetzij een winnend, hetzij een verliezend.

     


     [1] Constant Lambert: Music Ho!, 1934, Penguin books 1948

    02-11-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    01-11-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De maand die me niet ligt.

     

    Wat zeg ik dat van deze morgen is, van deze maand die niet mijn maand is, nimmer mijn maand is geweest, en ditmaal, de zoveelste in mijn leven, zal het niet anders zijn, zelfs met het beeld van Venus en Jupiter hoog, zelfs met een morgenlucht waarvan je enkel dromen kunt.

    Wat zeg ik dan, als je je pas hebt losgerukt van wat van de nacht was en van het niet-zijn, en je denkt aan moeder en aan vader en op het kerkhof heb je  hun graf bezocht, de steen wat ingezakt, overgroeid met heide en een struik die was uitgegroeid en die je verwijderd hebt omdat hij de namen bedekte; en je denkt aan je broer die ging en aan het graf ergens ver weg, in een ander dorp, dat je niet bezocht omdat je de pijn niet voelen wilt de steen te zien met de naam er op. 

    Er is amper een dunne lijn tussen zijn en niet zijn, een lijn die van alle dagen is, die is van de stilte in jou als je, pas opgestaan, neer gaat liggen op de sofa voor de haard die je een ganse dag wil laten branden, een dag om niet te zijn, een voorloper op de dag waarop de dunne lijn verbroken zal worden en je weg zult zijn in andere oorden waar het licht is van de eeuwigheid en vanwaar je niet meer wenst te keren.

    Een dag lang je niet wenst te zijn, verloren, uitgedoofd, geen woord te zijn, geen verlangen, geen gedachten, niets van dat alles te zijn, maar uitgestrekt neer te liggen, de ogen dicht. Neen, november is geen maand voor mij, geen terugblikken, geen vooruitzien, enkel met een deken gedekt, ademend nog maar niet weten dat je ademt, niet willen weten of er nog een andere dag komen zal, en is het zo het mag ook anders, maar vandaag dat men me rusten laat.

    Het leven is een voorbijgaan van morgens en van avonden, van opstaan en van slapen gaan en de tijd er tussen, die van het gebeuren is dat lijnen trekt en bochten neemt die er misschien beter niet waren geweest of beter een grotere kromming hadden gekend, maar die geweest zijn wat ze waren opdat je, op deze eerste dag van de maand die je helemaal niet ligt, bidden zou, Heer deze maand is niet de maand van mij, laat ze niet al te lang duren, laat ze niet zijn zoals ze altijd is geweest, met een donkere rand omkleed. 

    Wat zeg ik dat van november niet zou zijn, noch van het schrijven noch van wakker liggen, noch van Mozart of van Haydn, noch van handen over jou. Je hebt, zoals zo velen, levend het kerkhof bezocht. Je waart er in het vreemde licht dat van november en de lege bomen is, geroerd omdat de dood, omdat hij aan ons voeten ligt, en we, van ver gekomen nog verder willen gaan. Je kunt het schrijven nog, je kunt er fiorituren aan toevoegen, kleine kronkels, droge bloemen en stukjes wortel, maar essentieel is het maar wat gepraat en deel je geen geschenken uit, geen ruikers of flesjes parfum, hoogstens een versregel die, opgedoken, een ogenblik ontroeren zal en daarna verdwijnen als rook, zoals van vele zaken begin en einde verdwijnt. 

     

    01-11-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    31-10-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het werk van de geest

     

    Jupiter en Venus - en Mars moet er ook dichtbij staan, lees ik – zullen me ook vandaag vergezellen, al was het gisteren niet zo succesrijk als ik verwacht had. Eigenlijk was gisteren een dag die ik wens te vergeten omdat ik de gedichten heb gemist die een vriend, hem kennende, met hart en ziel geschreven heeft, en die hij gisteren op een bijeenkomst heeft voorgedragen, wat ik me niet vergeef. Het zijn gevoelens waarmee Ik mijn morgen begin, gevoelens die binnen vloeien in wat ik schrijf, het glorierijke zicht van mijn planeten zijn me dus van weinig nut om weg te schrijven wat als onaangenaam hangen blijft. Nu, ik geraak er wel over, heb wat tijd nodig. Er zijn vele van dergelijke vergetelheden geweest in mijn leven, waaraan ik nu nog een zekere beschaamdheid van over hou. Voorbije zaken zijn wel voorbij maar vergeten doen we niet zo licht.

    Dan krijg ik vanmorgen van een dorpsdichter van dichtbij, een novembergedicht toegestuurd, gekleefd op een veelzeggende foto. Een man – een jonge man denk ik – die talenten heeft. Die op weg is om gedichten te schrijven die sterk de poëzie benaderen die vandaag succes heeft. Het zijn geen gedichten zoals deze die ik gemist heb, al zijn ze even volwaardig geïnspireerd op de bewegingen in de natuur. Ze zijn van een ander gehalte, ze hebben een gewilde speelsheid qua woordkeuze en constructie om de natuur te beschrijven. We vermeien ons in de beelden die hij oproept en zoeken tussen de lijnen wat merkwaardigs hij ons vertellen wil. Op deze wijze bouwt hij via klank, kleur en ritme een gedicht op, dat zeer eigen is maar dan ook geladen met een poëzie die onmiskenbaar is.

    Van de gedichten die ik gemist heb weet ik hoe ze gedragen worden door de keuze van het woord en de kracht er van. Het zijn gedichten die via de beeldrijkheid van het woord, gevoelens oproepen die de aanleiding waren tot het schrijven ervan. Deze gedichten kenmerken zich door hun grote toegankelijkheid en hun bewust gewilde soberheid.

    Wat ik eraan toevoegen wou is dat we met beide dichters het landschap van de ware poëzie bewandelen, en  dat er onder ons, in deze beperkte kring, van mensen van het woord en mensen van beitel en penseel, vele geesten in beweging zijn die verrassen en verbazen. Die in hun creatie hulde brengen aan een kunstvorm die drager is van wat de traditie ons heeft nagelaten; dat, wat er ook moge gebeuren, de stromingen van de geest onuitroeibaar zijn en dat van daar uit de golfbewegingen ontstaan die uitlopen in de onsterfelijkheid van wat van de mens is.

    Het zijn deze stromingen die de mens groot maken, die hem hijsen op het niveau waar zijn thuishaven is, deze van de nimmer tanende geest. De sprankels schoonheid die ze met hun werken oproepen, zijn een verheffing. Ze besprenkelen ons met hun visie en nemen ons mee, al was het maar een paar ogenblikken, naar de wereld waarin ze vertoefden toen ze aan het creëren waren. 

    Zo is er, wat de wereld in beweging houdt, deze ondergrondse stroming van de geest die ons mens zijn bindt met wat van de Kosmos is, de vrijheid te creëren In alle oprechtheid, met pen, beitel of penseel, van wat naar het eeuwige neigt.

     

    31-10-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    30-10-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Venus in de morgen.

     

    Zo gebeurt het dat je vroeg in de morgen niets te schrijven weet, dat je toch maar opstaat, hopende. En, als je de gordijnen openschuift op het oosten, je Venus ziet en dicht er boven, even helder, Jupiter. En je denkt aan Louis Pauwels en aan die zin van hem die je ontdekte in zijn ‘Blumroch’ en die je sindsdien blijft achtervolgen: ‘qui rate les aubes rate sa vie’. Heel wat waarheid gaat hier schuil in, want ook het beeld van de bijna volle maan in het westen verraste me. Moraliteit van dit alles, ik had ook langer kunnen blijven liggen, maar mijn blog die ik te schrijven had liet het niet toe, laat het nooit toe.  

    Gisteren heb ik beide planeten nog vermeld, vandaag word ik door hen begroet, een goed omen denk ik, nu nog de sonate van César Franck en de dag begint op een schitterende wijze.

    Maar César Franck is het niet, een mens moet zich beperken in zijn wensen wil je niet ontgoocheld worden en Klara heeft een nocturne (opus 27) van Chopin voor mij die me vergezelt terwijl ik mijn gedachten orden. Ik zie Chopin in de kamer van George Sand aan de piano, het venster open op de laatste dagen van de herfst, de klanken die van een speelse innigheid zijn, mengen zich met de kleur van de draperieën, mengen zich met de meubels en echoën door de kamers. Stille klanken als stille vragen die een even zacht antwoord krijgen en doordringen tot de ceders en de eiken in het park met het koppel tortels op de rug van de bank. Van hen is de wijsheid te zijn en toe te zien, van mij is het een zoeken naar betekenis, een verliefdheid die een expressie zoekt, is het een ver verlangen dat zich uit, is het een gissen, een overbodigheid omdat de klanken, glazen marbels zijn licht opspringend op een rode vloer.

    Zo gebeurt het en zo leven we van morgen tot avond, ondergaan we wat de dagen ons brengen en onze reactie beperkt zich tot wat woorden op een blad, terwijl vele ongeschreven blijven omwille van on-noodzakelijk of te ver gezocht. Maar de morgen is van de maan die hangen blijft en ondertussen is gedaald is tot achter het dak van de gebuur, je gunt het hem, je gunt het aan allen. Aldus heb je verteld hoe je Venus en hoe je Jupiter hebt ontmoet in het oosten, hoog boven de bomen in de grijsblauwe effenheid van luchten. Je weet het nu voor morgen als het te laat zal zijn want alles beweegt in deze wereld ook in de hemelen.

    Heb ik nu gezegd wat ik zeggen wou? Wel, het voornaamste dan toch, dat sonate opus 27 van Chopin een heerlijk stuk muziek is, dat ik er iets heb willen over zeggen omdat ze is als een ranke berk, solitair in een heidelandschap. Maar het is duidelijk, qui rate les aubes rate sa vie. Ware ik niet opgestaan voor de zon opkwam ik zou een totaal andere blog geschreven hebben, wie weet over wat.

     

    30-10-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    29-10-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De aarde waarop we leven.

     

    Als kunst verbazing is dan moet ik, als ik bereiken wil wat ik beoog, elke dag verbazen, het kan niet voor minder, zelfs al is dit veel, zelfs al is dit naar het bijna onmogelijke toe. Ik leef er naar, mijn uren en dagen zijn er op ingesteld, het is telkens een rush om te bereiken wat ik bereiken wil. Het is dus geen betoog, geen afgelijnd iets, het is een zich laten gaan met de stroom van woorden die lijk water op borrelen uit een ongekende bron die, gelukkig, open blijft. 

    Zo is er het ‘zijnde’ dat beweging is, en beweging de omgeving waarin we leven, vandaag gevangen in de herfst en al wat er mede verband houdt: het zich openen van de dag en het vallen van de avond, zelfs met regen tegen het raam, zelfs met gesloten luchten en met een veld van bladeren op het gras. Het is niet een- eraan-voorbijgaan, het is een er-op-ingaan en kijken waar het je voeren kan, gewild maar meestal voortvloeiend uit de omstandigheden. Wat ons totaal ontgaat, is het ongerijmde van een, als een tol draaiende aarde in haar baan omheen de zon, de zon vastgehaakt in haar sterrenstelsel, en het sterrenstelsel wegschietend, zoals Hubble het wist, met een niet in te beelden snelheid. Of een hologram van het Heelal dat we ver van ons verwijderd houden als we hier rondlopen, want geen ogenblik denken we aan het immense mechanisme dat het Heelal is, dit niet in te beelden raderwerk van hemellichamen, aan elkaar gehecht door wiskundige wetten en krachten, zich slingerend doorheen een massaal energieveld van op elkaar inwerkende subatomaire deeltjes, een totaliteit die elke verbeelding tart. 

    Wat een wereld, wat een meer dan levend organisme waar we in verweven zijn. Wat maakt dat we eigenlijk, op de keper beschouwd, totaal, maar dan ook totaal onwetend zijn over wie of wat we eigenlijk zijn. Nochtans is het op basis van deze onwetendheid dat we niet alleen ons leven én onze gedachtenwereld inrichten. We fungeren aldus in een irreële realiteit die we verre van amper kennen of vermoeden. Waar staan we dan en waarmee houden we ons in stand als we spreken over God of eeuwigheid, over het ontstaan van alles en over wat ons te wachten staat als het uur gekomen is. 

    Het is dus begrijpelijk dat we enkel spreken kunnen over de kleine dingen van het leven, kleine dingen die ons de rust geven die we zo nodig hebben in deze tijden, en dat we ons vergasten over hoe een taal zich verwikkelt in klinker en medeklinkers, in dialecten wat neer komt op het op hol slaan van het gesproken woord in kleine gemeenschappen, waarom het gebeurt en hoe, Een boeiende uiteenzetting met verbazende resultaten, hoe uit eenzelfde stam van woorden, nieuw gesproken woorden ontstaan die van dorp tot dorp, in een stad zelfs van wijk tot wijk verschillen.Je hebt er een avond voor over, vooral als het verteld wordt door een bekwaam, in de taal doorwinterd iemand, die goochelend met een hoop boeken, de liefde voor het dialect van zijn vader – dat niet meer dit van zijn kinderen en zeker niet dit van zijn kleinkinderen zal zijn – ten hemel prijst, om het toch nog een maal boven alle talen uit te verheffen, een voor de laatste maal de schoonheid ervan te bekrachtigen.

    Dit zijn onderwerpen die we aan kunnen, eens we hoger stijgen en de aarde volgen als een ronde bol die samen met Mercurius en Venus, en Mars en Jupiter en zo maar verder om de zon wandelen, draaiend en kerend verliezen we het noorden en zwijgen we beter.

     

    29-10-2015, 00:26 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Archief per week
  • 22/04-28/04 2024
  • 15/04-21/04 2024
  • 08/04-14/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 25/03-31/03 2024
  • 18/03-24/03 2024
  • 11/03-17/03 2024
  • 04/03-10/03 2024
  • 26/02-03/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 12/02-18/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 29/01-04/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 15/01-21/01 2024
  • 08/01-14/01 2024
  • 01/01-07/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 16/10-22/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 02/10-08/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 18/09-24/09 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 04/09-10/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 21/08-27/08 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 07/08-13/08 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 17/07-23/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 03/07-09/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 13/03-19/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 25/12-31/12 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 21/11-27/11 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 10/10-16/10 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 01/08-07/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 04/07-10/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 13/06-19/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 16/05-22/05 2022
  • 09/05-15/05 2022
  • 02/05-08/05 2022
  • 25/04-01/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 11/04-17/04 2022
  • 04/04-10/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 07/03-13/03 2022
  • 28/02-06/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 14/02-20/02 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 17/01-23/01 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 26/12-01/01 2023
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 08/11-14/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 19/07-25/07 2021
  • 12/07-18/07 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 28/06-04/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 31/05-06/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 19/04-25/04 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 29/03-04/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 16/11-22/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 07/09-13/09 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 25/12-31/12 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 24/12-30/12 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 29/11-05/12 -0001

    Archief per maand
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 11--0001

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs