Van blog tot blog ligt er gewoonlijk een etmaal, een lange vierentwintig uur, maar in feite slechts een korte vruchten barende periode, als men alle uren wegneemt die je slaapt of tracht te slapen; als je er af neemt dat het onmogelijk is je volledig af te zonderen in de uren er tussen, want je moet ook fungeren als echtgenoot in het huishouden, en het leven stelt daarenboven nog andere eisen. Er zijn dus, in elk geval heel wat wisselingen in de aard van je gedachten en heel wat gebeurtenissen die deze wisselingen beïnvloeden. Zo gebeurt het dat de onderwerpen van je blogs dag na dag sterk uiteenlopend kunnen zijn. Ik geef er me dus rekenschap van dat ik elke dag overkom als een verrassing en ook, in vele gevallen, dat ik voor mezelf ook soms verrassing ben. Ik heb nu twee dagen gewijd aan Dimitri Verhulst, meer aan zijn boek dan aan hem. Als ik het gedaan heb dan is het uit respect voor de Bijbel en voor hen die de Bijbel geschreven hebben, in een tijd, in omstandigheden en gedragen door beweegredenen die ons totaal vreemd zijn; daarenboven rustend op hun inspiratie van het ogenblik die niet te ontkennen is. Ik meen dit voldoende te hebben onderlijnd. Het feit dat ik er vandaag verder over schrijf is het bewijs dat het boek van Verhulst[1] me diep geraakt heeft, en dan vooral omdat ik weet – maar Verhulst schijnt het niet te weten - dat de Bijbel, zoals hij in onze boekenkast staat, niet een boek is dat vandaag zou (kunnen) geschreven worden, Een boek over een God en zijn schepping, over de komst van de mens op aarde en een beschrijving van zijn eerste stappen; wel zou er vandaag een kunnen geschreven worden hoe de mens, en dan vooral deze in het westen, het gebracht heeft tot de mens die hij nu is. Dit verhaal zou op een totaal andere wijze, zijnde gekleurd met het hedendaags denkpatroon, geschreven worden. En, indien het toch zou geschreven worden – wat ik betwijfel - alleen dan zou Dimitri Verhulst of wie ook, het recht hebben zich erover uit te spreken, zelfs op de wijze waarop Verhulst nu de Pentateuch-teksten onder de loep neemt. Het zou dan echter gebeuren onder zijn verantwoordelijkheid, indien reacties niet zouden uitblijven.
Nu is Bloedboek een Spielerei geworden, het brengt helemaal niets nieuws, integendeel het neemt weg, het mindert wat voorheen was. Dit is wat hij beoogt, het sacrale in de Bijbel met de voeten treden, en het blijven vertrappelen tot het verzinkt in de modder. Het is een wraakneming op de persoon die hij geworden is en hij voelt er zich schijnbaar goed bij, anders zou hij een dergelijk boek niet schrijven. Maar gezien de huidige stand van zaken had hij beter de Bijbel terzijde gelaten en had hij er beter aan gedaan zijn energie en zijn schrijverschap aan te wenden om over dingen te schrijven die ons meer aanbelangen de dag van vandaag. Of zou hij niet weten dat hij als schrijver, meer dan wie anders, gevaar loopt binnen enkele decennia geconfronteerd te worden met een muur die zal opgetrokken worden en hem beletten zal te schrijven over wat hij zo graag bestrijdt, religie of het geloof in een God, die hij, zelfs Hem niet kennende, niet wetende of Hij bestaat, in zijn boek voldoende heeft gekleineerd en in the mean time, wat even erg is, zijn collega, de schrijver(s) van de Pentateuch.
Zo, ben ik vanmorgen, het is amper 6.00 uur, dan toch teruggevallen op mijn blog van gisteren. Het bewijst hoe zeer Verhulst me getroffen heeft en ook, en in het bijzonder, hoe kleingeestig de mens kan zijn om zaken die van heel ver in de tijd dateren, geschreven door mensen, verlichte geesten, want het waren schrijvers die vertrokken uit het niets, uit een groter niets dan het niets van vandaag, te gaan herschrijven, zoals Verhulst het doet, in het licht van wat we nu menen te weten, met de nadruk, in het geval van Verhulst op ‘menen’. Hij ook bezit de waarheid niet en zoals hij bezig is zal heeft hij weinig kans die ooit te vinden, hij begint er trouwens zijn boek mee.
[1] Dimitri Verhulst: ‘Bloedboek’ Atlas Contact, 238 blz. 19.99€. Ik las het boek niet en zal het niet lezen. Ik baseer me op de recensie van Marc Cloostermans en op Verhulst’s eerste zin: ‘Indien er effenaf niks was in het begin, dan ook geen toekomst. Dus was er God, van wie niemand weet en weten zal vanwaar Die zelf dan komt. Wat niet veel beter is dan de eerste zin van zijn ‘Het’-boek: ‘Alle begin is moeilijk’.
|