 |
|
 |
21-11-2013 |
Gedicht |
Gedicht à la
Paul Auster
Vandaag is moeilijker dag
door te komen,
moeilijker
doordeweeks te zijn
te blijven.
Geen aarde,
geen dijk om schuil te gaan
zoals de boten,
de reiger waar hij wacht.
Dan onovertroffen
dooft de herfst zijn kleuren
komt de regen
komt het hoge waaien
ijl getakt de bomen
versplinterd al wat effen was,
doorzichtbaar
tot peis binnenin.
En ontbolsterd,
wij in de ruimte
verstild,
het laatste blad
dwarrelend.
Zwammen in het mos
verpulverd.
21-11-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
20-11-2013 |
Inward speech |
En
hij, hoe schrijft hij en waarom, weet
hij het wel? Is het niet zijn honger om te schrijven die aan de basis ligt, zijn verwondering over
wat het leven is, is het niet zijn blijvende, uitgerekte queeste die zich schrijft, die vertrekt van uit het niets, van
uit een terra incognita, het domein
van the inward speech, of the discourse
we conduct incessantly with our selves (George Steiner in zijn Grammars of Creation). Een soliloquium
die hij op papier zet, die hij uitdragen wil, op een aquarelachtige wijze
gekleurd met herinneringen uit zijn jeugd en hierin verweven, zoals Kundera het
wou, gebeurtenissen die zich hadden kunnen voordoen maar omwille van dit of dat
niet hebben plaatsgevonden en toch nog immer opduiken alsof ze ergens in een
andere omgeving, buiten zijn weten, hebben plaatsgevonden.
Want dit schrijven is vandaag zijn enige bestemming
en al komt de start ervan zo laat in zijn levensjaren, de intensiteit van wat
hij optekent is er zeker niet minder om. Het is de intensiteit eigen aan de
mens die hoopt te groeien naar zijn climax toe, zoals T.S. Eliot het
verwoordde:
We must be still and
still moving
into another intensity
for a further union, a deeper
communion...
Groeien naar een grotere intensiteit om dichter
te komen tot een meer innige verbondenheid met al wat ons omringt.
20-11-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
19-11-2013 |
Waar begin ik mee |
Waar
begin ik mee en waar eindig ik. Hoe vul ik deze enkele lijnen om binnen mijn
programma te blijven en toch niet vervelend te zijn, gezeten voor mijn
spiegelbeeld dat mijn klavier is, dat neemt van mij wat ik aan te bieden heb en
dit, voor de pijn opkomt en of ik nu de pen neem of rechtsreeks mijn woorden
afzet op het klavier, de pijn is identiek en onafwendbaar.
Geen
blog schrijven ware een oplossing, maar dit strookt dan niet met wat ik mezelf
heb opgelegd drie jaar geleden en al die tijd - enkele weken uitgezonderd - heb
ingelost.
Ik
denk aan Mozart nu, een documentaire over zijn leven op een Franse zender,
toonde het manuscript van zijn Requiem, toonde de laatste noten die hij
geschreven had toen hij wist dat hij er niet meer zou in slagen zijn werk af te
maken.
Ik
kende deze gevoelens, heb dit meegemaakt bij een vorige opname in het ziekenhuis,
toen ik werkte aan Dantes Inferno en ik de dood heel dichtbij dacht en mijn
Dante onafgewerkt zou achterblijven. De nachten waren toen het ergste omdat ik
totaal machteloos was en lag te woelen in mijn bed ondanks de slaapmiddelen die
ik kreeg. Verschrikkelijk was het.
Mozart
moet die ook gekend hebben en ik heb een sterk vermoeden ook Dante, in de
laatste dagen van zijn leven toen hij werkte aan het einde van zijn Paradiso
dat ook het einde was van zijn Commedia.
Ik
heb er een verhaal over geschreven dat ik eens zal opzoeken en verwerken in een
van mijn komende blogs.
19-11-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
18-11-2013 |
Klara's Top 100 |
Het
is eens te meer Bachs Erbarme dich die het haalt gevolgd door het Lacrimoso
uit het Requiem van Mozart, het slot uit de Mattheus Passie van Bach, op 4 nogmaals Bach en op 5 het fameuze Miserere van Gregorio Alegri..
De
journalist Tom Janssens in een artikel
in De Standaard van vrijdag 15 november, vindt het maar niets: het Erbarme dich is snotterende muziek en
vindt het heel spijtig dat de prachtige
muziek van Haydn niet gewaardeerd wordt.
Verder merkt hij op en ik citeer:
dat het gemiddelde
tempo van top tien zeer langzaam is. Als de mensen voor de keuze staan kiezen
ze voor slepers.
Dit
is rap gezegd, en uiterst oneerbiedig. Ik geloof dat de mensen - en veel waren
er niet ongeveer 2500 die de vragenlijst hebben ingevuld - de muziek kiezen die
voor hen waardevol is.
De
Klara-luisteraar, zoals Tom Janssens het uitdrukt, is niet belust op zuchten en lamenteren, maar een mens die weet dat de
dood, meer dan wat anders niet alleen deel uitmaakt van het leven, maar waarde
en betekenis geeft aan het leven.
Wat ik schreef in mijn blog van
14 november over Montaigne (en Cheng) is hierbij van grote betekenis:
quil faut avoir le goût de la mort toujours en bouche, pour savourer pleinement
lexistence. Car elle na de relief, de profondeur, de sens, que sur fond déphémère,
sur horizon de finitude. (Le Monde van 8 nov.)
18-11-2013, 05:34 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
17-11-2013 |
Wat opvalt achteraf |
Wat opvalt achteraf, de bomen
bladerloos
geschrokken
terwijl het gisteren nog zomer was,
dat
het vele dat werd omgezet in woorden,
in
het land van ons bezinnen een strook maar is
en
typerend, lijk de meanders voor de Leie,
zijn
hier de zinnen voor het landschap
van
de geest waarin we verblijven willen
tot
voorbij de avonden, de nachten.
Een
smalle strook, een lint van paarlemoer,
getroost
met bijbelarabesken, uitgestrooid
van
alle tijden of van de mens
het
verhaal van wonen en beminnen,
duizendmaal
beleefd en duizendmaal
openbarstend
telkens in duizend splinters,
vuurwerk-madeliefjes
van vervoering
zo
de ruimte ingeslingerd.
Het
herbeleven, het herschikken
en
het herinterpreteren, een smalle band,
vergeten
en verloren al werd het,
opgetekend
voor de eeuwigheid.
17-11-2013, 00:08 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
16-11-2013 |
Mogelijkheden |
Ils ont passés le cap des 80 ans, mais ce ne sont pas
leurs cheveux blancs qui font quon les distingue. Aldus begint Cathérine Simon, in Le
Monde van 25 oktober ll., haar recensie van drie romans geschreven door
tachtigjarigen:
Il pleuvait des
Oiseaux : une ode à la nature et à la force daimer (208 p.), écrit par
une Québecoise; La lettre à Helga :un monologue superbe aux parfums de
vent et de terre (144 p.), écrit par un Islandais ; et La Femme à 1000°,
un pavé époustouflant (de 640 p.)écrit par une Islandaise.
Ik zelf ben er niet in geslaagd, ondanks vele pogingen
die ik gedaan heb om een uitgever te vinden die zich over mijn manuscript zou ontfermen.
Heb onlangs nog eens een poging gedaan om enkele paginas te schrijven maar ik
heb ingezien al ben ik nog niet volledig overtuigd ervan - dat het beter is te blijven waar ik sta en, zo
lang ik in de mogelijkheid ben, me tevreden te stellen met het schrijven van korte
bedenkingen in de vorm van blogs.
Wat niet belet dat ik vol bewondering sta voor de
auteurs waar Cathérine Simon het over heeft. Ik zal hun boek wellicht niet
lezen, maar het feit dat de twee IJslandse schrijvers vertaald werden in het
Frans wil toch heel wat zeggen.
Ik troost me dan met de gedachte dat het
schrijven van één roman in een mensenleven, tenminste zo het geen kanjer is van
meer dan 600 paginas, helemaal niets betekent. En een dergelijk boek ligt niet
binnen mijn mogelijkheden.
Les vieillards de fiction remâchent le passé, le
transforment, le déforment. Ils ont lavantage du grand âge ; ces
ruminants géniaux regardent en arrière, par-dessus leur épaule et font le
point, froidement, à la manière des photographes sur leur vie, sur le monde.
Ook dit is een beletsel, mijn leven was een
gewoon leven, met goede en slechte momenten, zonder al te veel betekenis. Ik
zou er heel wat moeten aan toevoegen en heel wat moeten herkauwen en vervormen om er iets leesbaar
uit te halen. En dan, wat zin heeft het een nieuw verhaal de wereld in te sturen
waarin enkel de boeken die ik las van enige betekenis zouden kunnen zijn.
16-11-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
15-11-2013 |
Soms waagt hij het (3) |
Hij weet voldoende dat met de dood, zijn tijd
opgebruikt is, dat hij als mens verdwijnt uit de zichtbare wereld; dat de
wereld die alsdan niet meer die van hem zal zijn, verder evolueren zal en dat
het deel geest, het deeltje Elohim, dat hij bij zijn geboorte in pacht heeft
gekregen un mandat du ciel - en dat zich, naarmate zijn leven vorderde meer
en meer heeft gemanifesteerd en geaccentueerd, na de dood terug zal keren naar
die oceaan van geest die het ganse Universum besprenkelt en levend houdt.
En denkt hij, de geest die we gebruikten, stort
zich dan terug in wat zijn oorsprong was en nu zijn bestemming. Als dan de tijd
van de materiële vorm op is, is het dan zo gek voorop te stellen dat dit zonder
de minste betekenis is voor de geest die dit aardse lichaam bezielde?
Hij heeft er geen zorg mee, hij gelooft dat de
essentie van het zijn, dat de elektronen die deze ik van hem uitmaken,
terugkeren zullen tot het lichtende licht van de eeuwigheid.
In dit geloof is zijn dood een nieuw begin. Er
hoeft voor hem niemand te komen die alle vraagtekens wegnemen zal. Hij wil deze
zelf met een veeg van de hand doen verdwijnen, elke korrel stof een wolk van
beweging zijnde, zal zijn geloof blijvend gevoed worden en blijvend gesterkt
hernomen.
Het is dit geloof dat hij uitdragen wil. Zelfs
indien hij er niet in slaagt de exacte formulering ervoor te vinden, hoopt hij,
zoals vele anderen voor hem en naast hem en na hem, een element van de te
zoeken formule te hebben aangeraakt, te hebben ontbloot. Dit zal hem voldoende
zijn, en dit wil hij zien als het vervullen van zijn plicht, als het faire son métier als mens.
15-11-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
14-11-2013 |
Soms waagt hij het (2) |
Waarom het is dat hij over de dood spreekt,
omdat hij niet alleen is, omdat op zijn ouderdom, zoals Montaigne het wist, quil faut avoir le goût de la mort toujours
en bouche, niet om er genoegen in te vinden, maar om ten volle te genieten
van het leven dat ons (nog) gelaten werd. Of, zoals François Cheng (84) er
over verhaalt : concevoir la
démarche philosophique comme apprentissage de la mort.
Cheng is gekant tegen elk nihilisme. Hij aanvaardt
niet een Universum dat zo maar ontstaan
is, aanvaardt niet dat het leven louter toeval is (zoals Monod) en bestemd is
om zo maar op te houden. Deze zo verspreidde ideeën schijnen hem trop courtes et trop mutilantes. De dood
is geen absurd uitdoven als een nachtkaars die het lot ons zou voorhouden. Maar
is deel van het bestaan en het wonder van het bestaan is ook het wonder van de dood.
Voor François Cheng en voor de Chinezen is het leven
un mandat du ciel, een inkadering
in een groot avontuur waar we zo weinig vanaf weten. We kunnen enkel gissen hoe
we deze inkadering het best kunnen beleven. Een zaak is zeker het nihilisme
lost helemaal niets op en heeft geen oog voor het grote wonder dat het leven is,
dat de dood is als deel van het leven.
14-11-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
13-11-2013 |
Soms waagt hij het (1) |
Soms waagt hij het zich af te vragen hoe zijn
dood zal zijn. Zal het zijn zoals bij vader, een langzaam vertragen van
ademhaling en hartslag om stilaan uit te doven, zal het plotseling gebeuren,
zal het gebeuren tijdens zijn slaap, met het dagboek nog open op de laatst
geschreven pagina, de laatst geschreven zin, het laatste woord?
Maar geen vrees vooral. Hij heeft geleefd naar
de geest in hem, heeft immer getracht bewust te zijn van wat achter de dingen, onzichtbaar,
maar voor hem wezenlijk daar was: de schittering van het licht dat hem opnemen
zal, versplinteren zal, weggeslingerd in de oneindigheid.
Is het feit dat de mens geëvolueerd is vanuit
het subatomaire, dat reeds een begin van geest, van leven was, en over plant en
dier heen, evolueerde naar een wezen met een verwachten, met een geloof dat hem
situeerde over de dood heen.
Is deze hunker niet terug te vinden in wat onze
voorouder bezielde die schilderde en schitterde in de grotten van Vallon-Pont
dArc, van Lascaux, van Altamira, gedragen door een beginnend bewust-zijn van
het eeuwige dat essentieel is voor elke vorm van creativiteit; en is het
precies dit gevoel niet, dit sacrale niet, dat ontbreekt in vele van de
kunst-experimenten van nu?
En dan, waar situeert zich de bron van dergelijk
bewustzijn, geloven we dat dit zich situeert in ons stoffelijk omhulsel? Dan
moeten we weten dat dit omhulsel bestaat uit atomen, elk met een kern en met
elektronen er omheen slingerend, in een niet te bepalen baan, zich verplaatsend
totaal oncontroleerbaar, binnen ons, als buiten ons. Wie of wat is dan wel de
geest in ons die niet aan te raken is, niet te ontcijferen, niet vast te
leggen.
13-11-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
12-11-2013 |
Inspiratie |
En als hij de bocht van de Leie bezoekt zoals
deze middag met zijn vriend en ze even stilstonden aan de bocht waar ze bijna,
gedurende dertig jaren elke zondagvoormiddag stonden, zijn er de herinneringen.
Hij denkt, ik moet een middel vinden om al deze herinneringen in tekens om te
zetten, opdat alles behouden zou blijven en er niets meer zou kunnen gewijzigd
worden, niets in min, maar veel in meer. Hij is het medium waarlangs alles zich
opnieuw voltrekken kan, waziger steeds en meer en meer herleid tot de essentie
ervan, de sappen ervan, de zaadcellen ervan.
Zoals hij zich uit Dokter Zhivago herinnert nog
hoe Yuris moeder begraven wordt en Yuri de nacht doorbrengt in een cel van het
klooster met door het raampje, het zicht op de tuin met de bevroren groenten.
Ook dit beeld blijft bewaard voor de eeuwigheid, alsof hij het zelf heeft
beleefd, heeft neergeschreven.
Hij denkt, alles samen genomen, het gaat goed
met mij. Ik voel dat ik leef, ik voel dat de geest beweegt in mij, ik voel dat
de wereld zich buigt over mij , dat wat ik denk Elohim te zijn, zwelt omheen mij.
Dat ik me wegschrijf in het Zijnde, dat ik, op momenten zoals deze, schrijvend,
totaal opgezogen ben door het Zijnde - zoals het met Spinoza zeker gebeurde
opgezogen door wat was, en ook door wat nog komen zal.
Het gaat me heel goed, schrijvend in de cirkel
licht over me la Luz siendo Dios que desciende ( Garcia Lorca) - en in meer
is er een opening, naar iets dat gebeuren kan, iets vreemd maar ook iets
beloftevol.
Mahler op de radio. Hij denkt het gaat me
inderdaad zeer goed! Al voelt hij zich oud worden, maar hij voelt dit niet als
een zwaarte maar wel als een lichtheid, een helderheid, een stilte ook die hem
toelaat weg te duiken in de vijver van de geest en er in weg te drijven tussen
het eendenkroos.
12-11-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
11-11-2013 |
Wat ik nog te zeggen had |
Heb lang stilgelegen op de sofa vanavond,
luisterend naar uittreksels uit de vele Requiems op BBC four die ooit geschreven
werden, van de Flemish composer, Ockeghem tot Benjamin Brittens War Requiem.
Maar ik had ook nog een blog te
schrijven.
Onder meer zeggen dat, als ik
gisteren geschreven heb over de Bijbel, dit niet betekent dat ik geloof in al
wat erin te lezen staat. Wetende echter hoe moeilijk het soms is iets zinnigs
te schrijven heb ik alleen gedacht aan het feit dat er vele zinnige passages
voorkomen in de boeken van de bijbel. En dat ik om deze reden in bewondering
sta voor wat de schrijvers ervan, minstens twee duizend jaar geleden, hebben
neergezet.
Onder meer ook antwoorden aan
de vriend die me bezocht vandaag en me sprak over Spinoza die evenmin geloofde
in de Bijbel, en door Albert Einstein hoog geprezen werd. Einstein geloofde in
de God van Spinoza, de God die zichzelf openbaart in de harmonie van het Heelal
en, dat alles wat Is een verschijning is van God, ook de mens. Spinoza zegt nog niet dat zijn
schepping de materiële vorm is van God, maar hij was er toch heel dicht bij.
Onder meer ook zeggen wat een
andere vriend me mailde, nl. dat het werk van Proust, Sur la Lecture, opgenomen werd in zijn A la Recherche du Temps perdu.
Maar er is meer, daarna,
neergezeten aan mijn werktafel met de
regen en de wind om het huis; dacht ik aan een gedicht van Salvatore Quasimodo
dat plots opdook uit de nacht. Een gedicht dat ik ooit eens onderaan een
tekening heb overgeschreven en waarvan ik me nu nog de eerste regels herinner
in het weinige Italiaans dat ik ken:
Desiderio delle tue mani chiare
nella penombra della fiamma
sapevano di rovere e di rose,
di morte ...
of,
Het
verlangen van je blanke handen in de schemer van de vlammen, ruikend naar
eikenhout en naar rozen, ruikend naar de dood ...
En ik weet dat in dit ene
ogenblik, in deze enkele lijnen, een belangrijk ogenblik in mijn leven gestold
ligt, vermengd met het ogenblik van nu en duidelijk wetende dat dit ogenblik
immer aanwezig zal blijven in het nog komende.
Ik, zoals Quasimodo het verder
zegt, fatto daria, van lucht
gemaakt.
11-11-2013, 01:05 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
10-11-2013 |
Proust en het Evangelie van Lucas |
Er hangt over de teksten van de Bijbel, het
parfum van thymus en laurier, van eucalyptus en engelenwortel, van salie en van
absint, een parfum dat zich oplost in het geluid van de zee of de stilte van de
woestijn, het majestatische van de bergen of het geruis van een vlucht duiven
over zijn hoofd.
Vooral dan als deze Bijbelteksten, zoals het
vroeger het geval was, voorgelezen worden. En het is Marcel Proust,
in zijn Sur la Lecture - opgedragen aan Madame la Princesse Alexandre de
Caraman- Chimay - die er hem deze morgen
aan herinnert. Proust die vertelt over het
voorlezen, in de abdijrefter, van het evangelie van Lucas, en ik vertaal de poëtische
woorden van Proust liever niet:
Souvent dans lÉvangile de saint Luc, rencontrant les
deux points qui linterrompent avant chacun des morceaux presque en forme de
cantiques dont il est parsemé, jai entendu le silence du fidèle, qui venait
darrêter sa lecture à haute voix pour entonner les versets suivants comme un
psaume qui lui rappelait les psaumes plus anciens de la Bible.
En Proust gaat verder en het is om deze reden
dat ik hem heb aangehaald:
Et plus dune fois, tandis que je lisais, il mapporta
le parfum dune rose que la brise entrant par une porte ouverte avait répandu
dans la salle haute où se tenait lassemblée et qui ne sétait pas évaporé
depuis dix-sept siècles.
Hij leest dit -
al begrijpt hij niet waarom die zeventien eeuwen vermeld staan - en
voelt de grote poëtische kracht van Prousts woorden, even zeer schuilend in de
klank van de Franse taal dan in de betekenis van het beeld dat wordt opgeroepen.
En hij weet, als hij zich soms verliest in de Psalmen of in Job of in vele andere passages van diverse Boeken van de
Bijbel, dat hij alles lezen moet, zoals het moet gelezen worden, traag, heel
traag, zoals Wittgenstein wenst dat zijn zinnen gelezen worden.
Pas dan komt de schoonheid van wat er te lezen
staat ten volle tot zijn recht en dan
vooral als hij de versie neemt van de King James die dateert van 1611.
Maar vandaag, wie leest er nog de Bijbel of wie
waagt het nog er over te spreken? En wie hoorde ik deze middag spreken op Klara over
de mens die op komst was, die meer 'barbaars' wordt dan 'sapiens'!
10-11-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
09-11-2013 |
Sourat XVII, 109 |
Zoals hij deze ochtend wakker werd door een
stem, komende van nergens en van overal, die zijn naam riep, zo springt ook,
bij het minste teken, de roep van de levende geest op in hem. Het is niet veel
maar het is toereikend om neer te gaan zitten en op te tekenen datgene wat een diepere vorm van leven betekent.
En bij het buitenkomen heeft de zon gezien lijk
een lichtende schijf doorheen het grijze van de wolken. En gevoeld hoe licht en
wolken en de rust in hem, de wezenlijke
en geestelijke omgeving is waarin wat niet te noemen is, geborgen is.
En het gebeurde ook dat hij in de namiddag ging
bladeren in de Koran en ja, waarom niet - en heel wat zaken las over Abraham
en Ishmaël en hoe Maria eenzaam en verlaten onder een vijgenboom bevallen is
van haar Zoon, en ook:
Si la mer était une encrepour écrire les paroles de
mon Seigneur; la mer serait assurément
tarie avant que ne tarissent les
paroles de mon Seigneur, même si nous apportions
encore. une quantité dencre égale
à la première.
09-11-2013, 00:27 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
|
Sourat XVII, 109 |
Zoals hij deze ochtend wakker werd door een
stem, komende van nergens en van overal, die zijn naam riep, zo springt ook,
bij het minste teken, de roep van de levende geest op in hem. Het is niet veel
maar het is toereikend om neer te gaan zitten en op te tekenen datgene wat een diepere vorm van leven betekent.
En bij het buitenkomen heeft de zon gezien lijk
een lichtende schijf doorheen het grijze van de wolken. En gevoeld hoe licht en
wolken en de rust in hem, de wezenlijke
en geestelijke omgeving is waarin wat niet te noemen is, geborgen is.
En het gebeurde ook dat hij in de namiddag ging
bladeren in de Koran en ja, waarom niet - en heel wat zaken las over Abraham
en Ishmaël en hoe Maria eenzaam en verlaten onder een vijgenboom bevallen is
van haar Zoon, en ook:
Si la mer était une encrepour écrire les paroles de
mon Seigneur; la mer serait assurément
tarie avant que ne tarissent les
paroles de mon Seigneur, même si nous apportions
encore. une quantité dencre égale
à la première.
09-11-2013, 00:27 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
08-11-2013 |
Spiritualiteit |
Hij
was ooit in Parijs op de Place de Trocadéro en hij las er van Valéry in gouden
letters aangebracht op de muren van een of ander museum:
'Dans ces murs voués aux merveilles, jaccueille et garde les ouvrages de la
main prodigieuse de lartiste, égale et rivale de la pensée. Lune nest rien sans lautre'.
En
hij schrijft maar, woorden vallen lijk zaadjes neer op zijn blad. Het grote
wonder van gedachten, zoals bij Valéry die zich vormen tot tekens. Gedachten
van zovelen die uitgedragen worden en gelezen, gestapeld in rijen zoals de
rijen boeken die hem overvielen in de bibliotheek van Mafra, waar hij lang
geleden een gedicht over maakte en nu hij aan Portugal denkt, de zin in zwarte
graffiti geschreven op de witte muren van de Universiteit van Coimbra:
A universidade so illuminara o povo, no dia em que lhe puserem fogo.
Of
de universiteit zal maar verlichten de dag dat ze in vuur zal staan. Deze zin
van Antero de Quental ook was een gedicht waardig.
De
dagen die zinnen zijn, die beelden zijn om te zetten, opgeraapt hier of daar,
ontstaan uit de immense spiritualiteit die verweven zit in de Kosmos.
08-11-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
07-11-2013 |
Schilderijen van Patrick Ysebaert |
Hij hield in zijn handen de meer dan originele
cataloog
van een tentoonstelling, gehouden in de refter van de vroegere Sint-Baafsabdij,
met een gedicht in het Italiaans om de nacht in te gaan, de nacht in te
schrijven en hem toe te dekken met woorden:
Anchio ho passeggiato
in riva al mare, ammalato
di luna, tenendo per mano
la mia donna e baciandola
con quelle labbra
che ora più non ho.
De naam van de poëet ervan staat niet vermeld
maar de schilderijen uit de tentoonstelling, de van creativiteit zinderende
schilderijen over de doden in de Catacomben van Palermo, herinnert hij zich
maar al te goed, deze waren van wijlen een vriend en groot kunstenaar, Patrick
Ysebaert.
En het gedicht over de maanzieke man die hand in
hand met zijn vrouw langs de zee wandelt en haar kust met de lippen die hij
thans niet meer heeft, wordt ook zijn deel. Vandaag denkt hij, heb ik nog immer
mijn lippen om de vrouw te kussen, vandaag is hij nog immer de levende die
spreken kan over de doden. Daarna zullen zijn woorden voor hem moeten spreken
tot de levenden. Vertellen wie hij was en in wat hij geloofde, wat hij zocht en
hoopte te vinden en hoe hij dacht de cirkel van leven en dood te kunnen
doorbreken.
Niemand echter zal ooit weten de tijd die het
vergde, de moed en de doorzetting die het hem zal gekost hebben om door te gaan
tot het einde, dat gelukkig, vandaag, alhoewel misschien dichtbij, nog niet in
het zicht is.
Zoals hij niet weten zal de moeite die het Dante
heeft gekost om zijn Divina Commedia
te schrijven, in exil dan nog, noch de moed die Mahler heeft moeten opbrengen
om zijn Kindertotenlieder te
componeren, noch de wil en de doorzetting die Patrick heeft gekend om zijn
veertig doeken te schilderen in de gesloten catacomben van Palermo.
Maar eigenlijk is dit alles zonder belang. Eens
het resultaat er is, zijn moeite en zorg vergeten en wordt gedacht aan een
nieuw beginnen immer verder de tijdloosheid van het creatief-zijn binnen.
07-11-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
06-11-2013 |
Joyce en de schoonheid |
Ik
overloop wat ik schreef als blogs in 2011. Ben er niet bepaald fier over en ik
zie niet in, zoals een lezer van mijn Blogs me vroeg, deze teksten te bundelen. Of
deze van 2013, waard zullen zijn gebundeld te
worden valt nog af te wachten, ondertussen kan ik niet anders dan
verder gaan en pogen het allerbeste dat nog in mij is voort te brengen. Telkens
en telkens opnieuw.
Welke
betekenis hecht ik eraan, waarom ben ik zo halsstarrig bezig met mijn gedachten
uit te persen om er iets uit te halen dat van waarde is. Waarom ga ik dag na
dag de confrontatie aan met mezelf om te weten wat ik nog vermag, op welke
wijze ik nog in staat ben om te gaan met de woorden die ik ga zoeken tot in het
diepste van mezelf?
Als
ik dan een doodsbericht binnen krijg van iemand die amper twee maanden ouder
was dan ik zelf en ik me vragen ga stellen, die geen vragen zijn maar eerder
verbazing omdat ik nog elke morgen of avond of nacht de moed heb neer te zitten
voor mijn pc om mijn boodschap uit te brengen en aldus iets bloot te geven over
wie ik ben en welke gevoelens ik meedraag, alsof het enig nut zou hebben voor
zij die me lezen zullen, vandaag of morgen of als ik er niet meer zal zijn.
Ik
lees James Joyce voor het ogenblik, woorden die honderd jaar geleden
geschreven werden. Ik lees zijn uiteenzetting deze van Stephen Dedalus - over
wat schoonheid is, zonder hem op de voet te kunnen volgen omdat wat hij er over
schrijft moeilijk te begrijpen is, maar toch ga ik verder hopende de sleutelzin
te ontmoeten die heel zijn betoog zal duidelijk maken. Ik lees verder omdat
Joyce lezen een uitdaging is en blijft. Ik wil begrijpen maar ik vat niet de finesse van wat Stephen uitlegt aan zijn vriend die ik ook ben als ik hem
lees maar eenvoudig is het niet als hij verwijst naar Thomas van Aquinas die
wist dat:
Three things are needed for beauty, wholeness, harmony, and radiance (
integritas, consonantia, claritas).
Waar
ik het ook voorlopig moet mee doen, maar als Stephen zijn theorie toepast op een mand die
een slagersjongen omgekeerd op zijn hoofd draagt (pag.211 van de Penguin books
1960), dan heb ik het uiterst moeilijk Joyce te volgen en dit zijn niet de
enige paginas waarover ik struikel. Joyce is nu precies geen gemakkelijke schrijver. Maar ik doe de inspanning hopende dat mijn
volharden beloond zal worden.
06-11-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
05-11-2013 |
Herwerkt gedicht |
Je kunt niet de ganse dag met het hoofd in de
wolken lopen en hopen dat eens de avond is ingevallen de tekst die je wilt inloggen
klaar in je geest zal staan zodat je hem maar uit te schrijven hebt. Zo eenvoudig
gaat het nu ook niet en hoe verder ik kom in de tijd hoe meer ik de indruk heb
dat ik me herhaal of dat ik niet meer anders kan dan me herhalen. Het zij dan
zo, want identiek aan wat voorafgaat zal het nu ook wel niet zijn, wat een
troost is voor mij.
Ik zit ergens met een bundel van in totaal een
honderdtal gedichten die ik schreef in de loop der jaren. Nu en dan neem ik er
een terug en herwerk ik het.
Zo is er vandaag een gedicht dat ik een nieuwe
kans wil geven:
Op
de laatste dijk de lichten aangestoken.
Op
de laatste dijk de lichten aangestoken,
de
zee, een God gelijk, gebeden, o even maar
en
naar de sterren opgekeken omdat we weten
wilden
hoe het verder moet op onze wegen.
De
wind lijk sneeuw, de vleugelmeeuwen
die
maar krijsen bleven, al zagen we ze niet,
de
schemer huizenhoog gestegen,
wij
woordeloos, rusteloos als nooit tevoren.
Op
de laatste dijk gelopen, alle herinneren
uit
ons weggenomen om van de oneindigheid
te
zijn, gedompeld in wat nog komen moet
en
al aanwezig is: woorden in de wind geschreven.
05-11-2013, 00:02 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
04-11-2013 |
Oorzaak en Gevolg (2) |
En Yourcenar en de Bede-geschiedenis van een
paar dagen geleden - waar ze het over had, bracht een andere gedachte bij hem binnen,
nl het verhaal van het Laatste
Avondmaal uit het Evangelie van Johannes en Judas Ischariot die de homp brood,
in de wijn gedrenkt, kreeg toegeschoven,
een klein gebeuren met grote gevolgen voor het Joodse volk dat later, veel
later, talloze pogroms zou ondergaan en de shoah
zou kennen.
Gebeurtenissen die, samengenomen, de aanleiding
zouden zijn tot de stichting van de staat Israël, de zwerftocht van de
Palestijnen uit hun vaderland en wellicht ook het drama van de twin-towers in
New York.
En de vraag die zich stelt, waarom was er toen
een verrader nodig, kon Christus niet voorzien - Isaïas voorzag wel eeuwen
ervoor de geboorte van de Messias - dat zijn keuze, Judas aan te duiden, om hem
te verraden, zware gevolgen zou kennen voor het uitverkoren volk van zijn
Vader.
Of, was
het maar een idee geweest van de schrijver van dit evangelie, om het verhaal
van Judas wat meer kleur te geven. En, in feite, had Christus wel een verrader
nodig en, als het een idee van Judas zelf zou geweest zijn waarmede niet
allen akkoord gaan - ware het voor Jezus, als goede herder en als mens, niet
beter geweest, Judas te overhalen het niet te doen en zichzelf te gaan
overgeven aan hen die hem zochten al was het maar opdat Judas niet zou zondigen
en wat erger is zich niet zou zelfmoorden?
Zo ook, weet niemand nimmer welke de gevolgen
kunnen zijn van een woord of een daad, weet niemand waar een beslissing je
brengen zal, wat er hieruit gebeuren zal, wie je ontmoeten zult op welke plaats
ook die bepalend zal zijn voor je verder leven.
04-11-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
03-11-2013 |
Vers 3, 19 uit Genesis |
Zo
zal je nimmer vooraf weten wat je hand
zal
schrijven als de roep er is
van
oude bijbels op de tafel en van de stenen
die
je raapte, gebeeldhouwd door de regen.
En
het nacht weer is, zo vlug de morgen
weggeschoven,
de deemstering gekomen,
en
in Jobs vergeelde woorden weer gelezen
dat
de adem van de Almachtige ons het leven gaf.
Al
zegt ons niets of niemand ook met zekerheid
wie
die Almachtige is, een immanentie toch
in
ons gegleden, een oorsprong die bestemming is,
een
lichtbron, een verheerlijking
en
zo geweten, al is het maar een ogenblik,
dat
de eeuwigheid ons is toegemeten.
Kap
dan, zoals je netels kapt, het stupide vers,
"je
bent uit stof en tot stof keer je terug",
uit
Genesis weg, want het hoefde niet, voldoende
is
geweten dat dit lichaam sterven zal.
En
ook als er gelezen moet, zo leerden ons
Nothomb
en Fabre d'Olivet, en dit geloven we
"je
bent uit geest en tot geest keer je terug."
Het
enige wat zinnig is.
03-11-2013, 11:09 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
|
 |
E-mail mij |
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
Gastenboek |
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
|
|
 |