 |
|
 |
|
|
 |
04-12-2011 |
Bart Sturtewagen en de Euro |
Mijn Blog van gisteren heeft niets gemeen met mijn
Blog van vandaag. Het onderwerp van mijn Blog is telkens gelinkt aan het moment
van het schrijven. Zo had ik de tekst van gisteren kunnen opschuiven naar
vandaag, maar ik was niet in stemming om het te doen. Vandaag is het nodig dat
gebeurt wat moet gebeuren, al had ik nooit verwacht dat ik ooit over de euro
iets zou moeten schrijven.
En het is Bart Sturtewagen in de Standaard van 1
december die met de laatste paragraaf van zijn commentaar op de eurocrisis, me ertoe aanzet. Hij schrijft het
volgende:
De bemiddelingsrol van Herman Van Rompuy, de
voorzitter van de Europese Raad, wordt cruciaal. Duitsland, Frankrijk en Italië,
samen met de Benelux de stichters van de Europese Unie, moeten een historische
keuze voor Europa maken. Als ze hun kortzichtige nationale belangen niet kunnen
opzijzetten, beleven we volgende week hier in Brussel het einde van de Europese
droom.
Dit
lijkt me een zware uitspraak, alsof we toekomende week het einde van de euro
zouden kunnen meemaken als de geapproprieerde maatregelen niet genomen, laat
staan vooropgesteld worden.
De
kern van Frau Merkels stelling wordt duidelijk samengevat door Antoine Verbij
in zijn analyse in de Standaard van 2 december:
Geen kredieten van de Europese Centrale Bank
(ECB), geen gemeenschappelijke obligaties, en vooral een strenge centrale
controle van de nationale begrotingen der eurolanden.
We
kunnen er nog aan toevoegen dat ze de Openbare schuld van elk land terugdringen
wil tot 60% van het BBP.
In
mijn Blog van 27 november heb ik het probleem, zoals Merkel het ziet, van de
gemeenschappelijke obligaties, de Eurobonds, omzeild. Hiervoor is het nodig, het
optreden in de markt der overheidsfondsen, dat nu het werk is van de ECB, voortaan
te vervangen door het Fonds, voorafgaandelijk omgevormd tot een Bank der Schulden. Dit, na de inbreng van een beginkapitaal
door alle landen van de eurozone. En daarna zal deze Bank der Schulden, haar
werkkapitaal aanvullen door de uitgifte
van Eurobonds.
Het
is de Bank der Schulden die tussenkomt in de markt der overheidsobligaties.
Minderwaardige obligaties inkopen kan nooit de rol kan zijn van de ECB, dit is trouwens
strijdig met elk principe van centrale bank.
Dit
is een eerste stap, maar Europa kan niet ontkennen dat ze de zaak te laat heeft
aangepakt. Het was voldoende geweten dat Griekenland niet te vertrouwen was en dat
daarenboven tal van andere landen de slechte weg opgingen. De reactie van
Europa echter kwam te laat. Met het nefaste gevolg van wegkwijnende
overheidsobligaties voor de banken die hun rechtmatig en normaal gezond heil
hadden gezocht in het beleggen in overheidsobligaties.
Schuldig
verzuim dus vanwege de Europazone.
Het
minste dat de Eurozone kan doen is de terugbetaling op de vervaldag van deze
obligaties waarborgen en aldus te voorkomen dat de regeringen omvallende
banken zouden moeten bijspringen.
Voor
welk bedrag zal de Bank der Schulden moeten tussenkomen om de borg van de
Eurozone te honoreren. Ik vermoed niet dat dit het bedrag, ooit voorzien voor
het Fonds overschrijden zal.
Twee
maatrgelen kunnen hier toe bijdragen. Het inschrijven van elke tussenkomst van de
Bank der Sculden in een Grootboek van de schulden (beschamend voor de politici)
en, de ingezetenen van die landen die hulp hebben gevraagd dwingen in te schrijven op overheidsfondsen van hun land ( cfr
Lening Leterme in België), à rato van een bepaald percentage van de bestaande
depositos van hun ingezetenen.
Ik
heb dit uiteengezet in mijn vorige bloggen en geresumeerd in mijn Blog van 27 november. Ik hoef deze
hier niet te herhalen, wel de laatste zin van Bart Sturtewagen:
Als ze hun kortzichtige nationale belangen niet
kunnen opzijzetten, beleven we volgende week hier in Brussel het einde van de
Europese droom.
Om
te ontsnappen én aan de teleurgang van de euro, én een devaluatie te vermijden
van 15%, wie stuurt mijn Blog tijdig door aan de Voorzitter van de Europese
Raad, Herman Van Rompuy; of is wat ik vooropstel totale nonsens?
*
Hij
schreef deze Blog met op de achtergrond Schubert, en gekomen bij het Andante had
hij gestopt met schrijven en werd hij plots zo gegrepen door de muziek dat zijn
ogen vol tranen kwamen. Hij kende deze melodie van vroeger, van een bepaald
moment in zijn leven, maar hij kon dat moment niet teruggrijpen. Op het einde
hoorde hij dat het sonate nr 969 was en dat Schubert deze muziek geschreven had
in 1828, het jaar van zijn dood, hij was toen 31 jaar oud.
31
jaar, en in dit andante, zijn ganse leven opgetekend, alle energie die hem nog restte
samengebald met al wat geweest was, of de compensatie voor de jaren die hem
door de dood zouden ontnomen worden. In één woord, de sublimatie van alle nog in potentie in
hem aanwezige krachten, in dat grote ogenblik van genade, opgetekend in de vorm
van een pianosonate.
Het
was hem duidelijk, zijn verhaal over de redding van de Euro was nonsens.
04-12-2011, 07:21 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
03-12-2011 |
Werkelijkheid of Droom |
Elegie
Haar
hand had een takje dwergvarens geplukt uit de muur omheen het kerkhof. Om te
drogen in een oud boek, zegde ze, haar blote voeten in het warme zand, haar
lippen paarlemoer van licht.
Al
lang al wou hij haar vertellen van Paolo en Francesca, van hij die nooit van
mij nog scheiden zal, maar de wind wist het, het takje varens wist het en woorden
waren zoals zo dikwijls overbodig.
Waarom
een oud boek? vroeg hij.
Een
oud boek zijn oude woorden op oud papier, zegde ze. Uit respect voor de
schrijver van het boek, voor wat nog kleeft van de geest van hem in het boek,
de geest van hem die ik bekleden wil met de sporen van de varens. Nieuw leven
geven, zegde ze, bevruchten, zegde ze.
Ze
liepen in het mulle zand naast het korenveld. Hij hield haar sandalen. Hij zag
van vele zaken de voor getrokken in het korenveld. Hij zag de wolken over
wolken schuiven, de leeuwerik stijgen, hoger dan van al die jaren dat hij
leeuweriken zingend stijgen zag.
Hij
haar toen binnendroeg, tussen wolken stuifmeel hij haar binnendroeg, haar jonge
borsten aan zijn hart, hoe licht ze was, hoe ontvankelijk toen, lijk de aarde
van hier die zijn jeugd was.
Vanmorgen,
komende uit zijn droom, dacht hij het geruis van de korenhalmen nog te horen en
het was hierover dat hij schrijven wou. Al had het weinig zin terug te gaan
naar dit preciese ene gebeuren dat ooit was, of misschien niet was, of in
gedachten dat het was.
03-12-2011, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
02-12-2011 |
Gedicht op maat van vandaag |
December opende gebolgen
met wind en regenvlagen, bedolven
de Leie, hoe zij er uitkomt weten we niet.
We hopen, gezuiverd van onheil
haar zinnig Da-sein voor schilders
en poëten die denken meer te zijn
als ze haar betasten mogen, omkringelen
in tekeningen en met woorden,
met meerkoeten en een blauwe reiger
neer gekomen waar hij gisteren zat
te peinzen, een tijd lang, in het oosters licht
op groen en parelgroen, het land wijd open.
Zij die het zagen toen ze kwamen, uitgedost
en uitgelaten om te tafelen, hun hart alsof
hun jeugd het was. En tamboerijnen,
hun gesprekken te hoogdravend om de Leie
te bekoren. Hoe zij er uitkomen weten we niet
we denken gezuiverd van onheil, we hopen.
En een reiger soms op de plaats waar
hij gisteren zat toen het nog zomer was.
Zij die er waren hebben het Leieland gezien
en hoe de regen in het water,
de bomen aan de einder, het godsgeschenk,
het leven tot in hun ogen gebogen,
het bloed de tinteling, en blozend
uitkijkend nog, en waarom niet, naar vele zaken
- de ene wat
meer dan de andere
tot wat onvermijdelijk is en onoverkomelijk,
omdat bezworen en aanvaard eens daar zijn zal
wat George Steiner noemen waagde:
sera chose intéressante, we
hopen maar.
De Leie in december, de
sfinx, wat eigenzinnig
haar meanders diep in ons gegroeid.
02-12-2011, 05:04 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
01-12-2011 |
Leven als Blogger |
IK
ben nu al bijna twee jaar bezig elke dag een tekst te schrijven. In het begin eerder
onregelmatig, maar vanaf de dag dat deze als Blog de ether werd ingestuurd,
zeer regelmatig. Wat is twee jaar, vier en twintig maanden; wat is een maand,
een dertigtal dagen; wat is een dag, veel als ik mijn Blog af heb waar ik gans
de dag niet altijd is dit zo heb mee rondgelopen, tot het uur gekomen is om hem
neer te schrijven en in te loggen. Zo wat telt is het uur dat ik aan het
schrijven ben, het enige, dat van de dag die verdween in het oneindige van de
tijd, enig spoor naliet. Maar daar koop je niet veel voor als er geen erkenning
is, en die is er niet. Niemand zegt iets over wat ik schrijf, weinigen geven
een kwotering, wat voor mij betekent dat er geen 4 of 5 te geven is en dat men
zich dan liever onthoudt dan een 2 of een 1 te geven
Positief
is, dat ik zelf er vreugde aan beleef,
voor mij zijn mijn teksten bijna perfect, Bijna, want de perfectie is alleen
van God, wist een goede vriend me te vertellen die me een 4 gaf. Ik had dus
geen klagen.
Wat
ik nog meegeven wou voor mijn vriend die zich telkens in de geschiedenis
dompelt - Arthur Koestler vertelt
dat Aristarchus van Samos - geboren in 310 voor Chr. - de eerste was om te
beweren dat de zon het centrum van onze wereld was waaromheen alle planeten
wentelden. Deze geschriften zijn, samen met zovele andere verloren gegaan, maar
de getuigenissen van Plutarchus en Archimedes, beweert Koestler, bevestigen de
stelling van Aristarchus.
Mijn
dag zit erop. Wat de euro betreft blijft mijn ontgoocheling heel groot,
afwachten is een slechte beurt, is voor de zwakkelingen.
01-12-2011, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
30-11-2011 |
Europa moddert aan |
Mijn
Blog van zeven uur is het tegenwoord van mijn Blog van juist over middernacht: Europa moddert aan.
Ze
wie is dit? stellen acht miljard euro ter beschikking van Griekenland, die
nooit zullen terugbetaald worden, naar ik vrees. Ondertussen geen woord over
dat fameuze Noodfonds, of toch, dat het er niet komt of, dat niemand bereid is
er iets aan te doen. Grote woorden in de wind waren het.
Maar
in de eerste plaats, desnoods dwingend, beroep doen op de Griekse burger - Leterme kon het wel - die jaren lang van tal
van gunsten heeft mogen genieten, dat zit er niet in. Terwijl wij, Belgen, zes
maanden per jaar moeten werken om de Staat recht te houden, gaan we nu ook ons
steentje bijdragen om de Grieken recht te houden.
Hilariteit op alle banken. Maar zal Barroso me lezen?
30-11-2011, 07:38 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
|
De Tekening |
Hij
staat voor zijn tekentafel, het blad voor hem trillend van witheid. Hij trekt
met potlood een lange lijn diagonaal over het blad, zijn pijn om het voorbije.
En dan links bovenaan zijn blad als groeiend uit die ene lijn, tekent hij
kleine vormen die in elkaar geweven liggen, een verzameling kleine dunne
stengels van paddenstoelen met half verwelkte kop en stukken steen eronder met
mossen begroeid, met stukjes kevers, stukjes hagedissen. Alles vloeit uit zijn
ene hand die Job is, die Borges is, die het verwoorden is van een ver
verlangen.
Hij
werkt uren verder tot het licht verdwijnt en hij voelt zich gelukkig, hij ziet
hoe uit het niets, uit die ene schuine lijn dwars over zijn wit blad een
tekening is gegroeid en een eigen bestaan heeft gekregen waaraan hij niets meer
kan wijzigen.
Voor
hij slapen gaat, gaat hij terug naar zijn tekening die het onzichtbare leven
weergeven moet, uitgedrukt in potloodlijnen en potloodvulsel van zachtheid twee
tot hardheid vijf, een ineenrijgen van lijnen en vormen zoals de natuur lijn en
vorm in elkaar vloeien laat. Terwijl Shostakowitch op de radio, en ingeschakeld
in klanken krijgt elk voorwerp een betekenis in meer.
In
de nacht is hij opgestaan, de haard smeult nog na, de wind jaagt om het huis,
het is als een zucht die komt uit het diepste van de aarde. Hij wil verder
werken aan zijn tekening omdat hij er al een hele tijd mee wakker lag, er was
een plaats die hij vullen moest wilde hij het ritme van de lijn en de opbouw
van de vlakken krachtiger laten uitkomen. Maar hij slaagt er niet in het beeld
dat hij in zich droeg en dat hem wakker had gehouden op zijn blad neer te
zetten.
Niets
is perfect. Ook zijn tekening niet.
30-11-2011, 00:09 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
29-11-2011 |
Jorge Luis Borges |
Het omvangrijke oeuvre aan gedichten van Jorge Luis Borges
werd vertaald door Barber van de Pol en Maarten Steenmeijer en de 1.246 blz. gepubliceerd
bij de Bezige Bij.
Voor het minutieuze
werk, schrijft Luuk Gruwez hebben
de vertalers zich hiermee op
titanenhoogte gehesen. En ik twijfel er niet aan, de gedichten van Borges
met hun vele vertakkingen naar andere werken zijn geen gemakkelijke prooi voor
vertalers.
Als ik dan zijn afgedrukt, door Gruwez verkozen
gedicht Wroeging lees, met erin
deze zin
Ik heb
alleen geleefd
voor koppige
symmetrieën van de kunst
die onbeduidendheden
samenweeft.
Hecht ik niet dezelfde waarde aan de woorden van
Borges en vind ik dat hij hier zijn werk te geminimaliseerd heeft want zijn onbeduidendheden
zijn in vergelijking met andere schrijvers in vele gevallen echte parels van
literatuur.
Trouwens, er zijn er die er op los leven, er zijn
er ook die er op los schrijven, maar het ene gaat niet samen met het andere.
Heeft Borges niet het leven geleid dat zijn ouders wilden, hij heeft toch
geschreven wat hij schrijven wilde; en heeft hij zijn ouders teleurgesteld hij
heeft niet zijn lezers teleurgesteld.
En even zeker is het, dat ik zonder de schrijver
Borges, vandaag niet over hem zou geschreven hebben en ook Luuk Gruwez niet, en
wat meer is, zonder mijn ontdekking en dit op een uiterst vreemde wijze - van
zijn Nueve Ensayos dantescos, ik
nooit jaren bezig zou zijn geweest met het ontcijferen en lezen van Dantes Divina Commedia. Dus voor mij waren
zijn onbeduidendheden een grote rijkdom.
Alles is wat het is, en het is wat het moet zijn,
er is niet aan te tornen. Zijn leven was schrijven, hij had er geen ander, en
wat hij schreef situeerde zich op het scherp van de snee, tussen droom en
werkelijkheid, met een voorliefde voor de droom, een neiging om te schrijven
over things that might have been,
zoals Gruwez het aanhaalt.
No sé si soy un buen escritor hij weet het maar al te goed ik geloof dat ik een
uitstekend lezer ben of in elk geval een gevoelige en dankbare lezer (creo ser un excellente lector, o, en todo
caso, un sensible y un agradecido lector). Schrijft hij in zijn proloog bij
zijn Biblioteca personal. Moge dan ook zijn lezer zijn zoals
zijn boek verwachtte dat hij zal zijn. (Ojalà
seas el lector que este libro aguardaba).
Luuk Gruwez schrijft dat
Borges vindt dat hij het geschenk van
het leven niet op de juiste manier gevalideerd heeft:
Ik heb de grootste van de zonden die er zijn,
bedreven.
Ik was niet gelukkig.
Wat het gelukkig zijn
betreft, ligt het niet alleen aan het juist valideren van het leven, er is ook
nog Vrouwe Fortuna deze van Dante - die haar zeg heeft en zijn blindheid alleen
al was voorzeker een grote handicap. Maar dat hij ondertussen - het leven voor
hem het schrijven van verhalen zijnde - grote literatuur heeft voortgebracht,
staat als een paal boven water. Goed dat Luuk Gruwez er was om met zijn
recensie, Borges terug te halen voor mij.
De tijd die me rest, wat
wacht er me nog, ¿Borges lezen en herlezen?
29-11-2011, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
28-11-2011 |
Fait divers |
Als grote triomfator, bejubeld en omhelsd, betrad
Papandréou de arena van de Europese socialisten in Brussel. Hij was er immers
in geslaagd de Grielse openbare schuld te laten oplopen tot 180% van het BBP. Verwacht
werd dat hij op 8 december hiervoor, van de landen van de Eurozone, voor zijn
land, een premie ging opstrijken van, uitgedrukt in oude BEF, - voorlopig nog
320.000.000.000. (à peine prononçable). Je moet het maar doen!
28-11-2011, 09:09 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
|
Het boek dat hij schrijven wou |
Een roze gloed tussen de bomen in het zuid-oosten. Ugo
hoorde het fezelen van de vogels in de beukenhaag. Hij dacht nu wordt het
beter, de pijn in mijn leden zal stilaan verdwijnen en mijn gedachten zullen
zich openen. En als hij buitenkomt, de eerste regel van een gedicht die hem
overvalt, een regel die hij nimmer schrijven zal, lijk de eerste lijn van een
tekening die hij nimmer maken zal.
Is het aldus dat hij zijn boek wou beginnen?
*
Hij herinnert zich het begin van LEvangile
van labbé Bruckberger handelend over
het evangelie van Johannes:
Du premier mot lEvangile de Jean crève le plafond du temps, il transcende
les siècles et les générations qui se succèdent, il sétablit dans léternité.
Een zin, zoals die eerste zin van Johannes: In het begin was het Woord kan
natuurlijk niet meer geschreven worden. Het is een zin gestrand voor de
eeuwigheid, een echo dragend, die tijd en generaties overstijgt, maar misschien
kan er nog wel een zin gevonden zoals Dantes eerste versregel uit zijn Inferno:
Nel mezzo del cammin di nostra vita
Mi ritrovai per una selva oscura...
Maar hier ook dankzij wat volgt is het een zin die
niet na te schrijven is.
Of is een eerste zin van een boek wel belangrijk? Hij
kent een boek dat een Prijs kreeg in Vlaanderen en dat begint met: Alle begin
is moeilijk. Maar hij vindt een dergelijke zin beschamend.
Hij wil in zijn boek, de grens van de
realiteit overschrijden, omdat hij binnen wil wandelen en vertoeven in de
wereld achter de wereld van elke dag, zijnde deze van het transcendente, het
sacrale, het domein van Hij die in de wereld een naam draagt van amper drie
letters? Hoewel een dergelijk boek vandaag niet meer geschreven wordt en zelfs,
indien het nog zou geschreven worden, wordt het niet meer uitgegeven noch gelezen,
daar te ingewikkeld, te ver gezocht, te weinig verhalend, te ongeschikt om te
boeien.
Maar, als het niet is om meer mens te worden, als
het niet is om via de kennis van anderen, dichter te komen tot wat niet te
noemen is, welk is het nut van een boek; welke vreugde biedt het ons als het
geen uitdaging is, als het niet opduikt alsof er iemand is die je in de gaten
houdt en er voor zorgt dat je leest wat je lezen moet?
Hij zal in elk geval schrijven wat hij schrijven
moet, zelfs al heeft niemand er behoefte aan.
28-11-2011, 00:24 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
27-11-2011 |
De Euro uit het slop |
Blog van 27 november: De Euro uit het slop
Wat er minstens moet om de euro uit het slop te halen.
1.
Het Fonds waarvan zoveel sprake is wordt omgevormd
tot een Bank van de Schuld.
2.
Deze Bank geeft Eurobonds
uit ter verwerving van het nodige kapitaal.
3.
Deze Bank komt tussen op de markt van de
overheidsobligaties en niet de ECB.
4.
Deze Bank waarborgt
de terugbetaling op de vervaldag van alle, voor het ogenblik in omloop zijnde
overheidsfondsen van de landen van de eurozone.
5.
De Bank treedt op, op aanvraag van het debet land
dat zijn vervaldag niet kan honoreren, maar enkel op voorwaarde dat vooreerst
en hier gaat het om de spaardepositos en andere, van de ingezetenen van dat
land, boven een bepaald bedrag, à rato van 20, 25 of 30 % dwingend worden omgezet
in Overheidsfondsen van dat land, terug betaalbaar over 10 jaar of meer, tegen
een intrestvoet van 2 of 3 of 4 %. Pas na een dergelijke verrichting zal de
Bank tussenkomen. Het is trouwens totaal onlogisch dat Europa zou tussenkomen
wanneer de burger zelf geen enkele poging heeft gedaan (voorbeeld Leterme) om
het beroep op het buitenland af te zwakken.
6.
Elke tussenkomst van de Bank, ten voordele van een
lid van de eurozone wordt ingeschreven in het Grootboek van de Schuld. Deze schuld blijft openstaan en moet vroeg
of laat teruggestort worden aan de Bank. (Het zal zijn door hun
kinderen/kleinkinderen!).
7.
Als dergelijke maatregelen genomen worden vermoed
ik dat de spanning op de geldmarkt zich kalmeren zal. Is dit niet het geval, dan
forget it, de euro is een verloren zaak.
8.
Het ergste dat gebeuren kan is dat de eurozone na
verloop van tijd zou opgeschept zitten met een openbare schuld van ettelijke
miljarden, maar de Euro zal steviger zijn dan ooit indien deze Europese schuld
op een degelijke wijze wordt beheerd en afgebouwd.
27-11-2011, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
|
Curiosity |
Marsrobot Curiosity
Op vrijdag 26 november heeft
de NASA de mobiele marsrobot Curiosity
gelanceerd die op Mars de bodem zal onderzoeken om uit te maken of er ooit
bacterieel leven mogelijk was. De landing op Mars zou plaatsvinden in augustus
2012.
Tussen mijn boeken bevindt
zich het boek van David L. Chandler met de vreemde titel Life on Mars. Het boek dateert van 1979 en ik
vond het destijds een uiterst bevreemdend boek, gebaseerd op de honderden fotos
genomen door Mariner 9 waaruit kon worden afgeleid dat Mars moet bedekt geweest
zijn door een intensief net van kronkelende kanalen die gezien werden als de
uitgedroogde beddingen van rivieren die in het verleden alle delen van de
Marsoppervlakte bevloeiden. Chandler schrijft hierover:
Evidence from the Viking
mission has led most scientists to believe that in the distant past, Mars had a
climate and an atmosphere very much like our own, with warm temperatures and an
abundance of water flowing through innumerable rivers down to the shores of a
vast ocean.
Maar Chandler verbaasde nog meer. Zo schrijft hij:
Rising high above the
plateau, near the coastline in the Trivium Charontis region of Elysium, stand
the most amazing, inexplicable, and mind-boggling structures, yet seen on the
surface of Mars : a group of immense three-sided pyramids that dwarf any
man-made structure on earth, and whose origins have not yet been plausible
explained. The largest of these tetrahedral pyramids are more than half a mile
high
How did these colossal structures get there
Could they have been created
by the natural play of geological forces?
Chandler roept Jacques Monod ter hulp, die in zijn Le Hasard et la Nécessité, waar hij het
heeft over het onderscheid tussen le
naturel et lartificiel schrijft dat de aanwezigheid van meerdere
voorwerpen van een welbepaalde zelfde vorm betekenisvol zijn wat betreft een
artificiële oorsprong. Zodat Chandler besluit:
Using
these criteria one would have to classify the Martian pyramids as artifacts,
objects constructed by intelligent beings.
Een fantastische maar ook
een zeer gevaarlijke theorie over de aanwezigheid ooit van
intelligente wezens op Mars. En Chandler meende zijn
boek te mogen besluiten met een verwittiging: when the human exploration of Mars begins, the surprises will be
dramatic and they will be many.
Ik bezocht de huidige webside
van David L.Chandler. Dat er water op Mars heeft gevloeid wordt vandaag wel als
een zekerheid aanvaard, maar of er, ondanks de foto van a group of three-sided
pyramids, intelligente wezens in gezwommen zouden hebben, het beeld van de
mogelijke dramatische verrassing waar hij het over had, heeft zich opgelost
in zijn gedachten.
In 1979 was er nog een
schijn van mogelijkheid. In 2011 is de idee afgeschreven. Al weet men maar
nooit
27-11-2011, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
26-11-2011 |
Beethoven en Mahler en Koestler |
Ik kan het niet laten in de huidige omstandigheden de
gebeurtenissen van de dag op te volgen, en mijn commentaar over te brengen in
mijn Blog. Maar heeft het ooit iemand geroerd, heeft het enig nut? Mijn woorden
zijn dus maar, zoals ik onlangs schreef, la
part des anges, ze stijgen op naar de engelen en verdwijnen. Gisteren was
dit het geval, al had ik een totaal andere tekst op het oog die ondertussen ook
al voorbijgestreefd is.
In de valavond, in de wagen, de achtste van
Beethoven. Hij is een van mijn favorits, Beethoven, zijn muziek is op mijn maat
geschreven. Ik ken al zijn symfoniën en toch verrast hij me telkens omdat ik er
altijd iets nieuws in ontdek, een gevoel dat ik niet heb bij Mozart.
Des avonds was er op BBC four de negende symfonie
van Gustave Mahler, een andere van mijn favoriete composers. Zijn negende, een
droomsymfonie, met een schitterende eerste beweging, en het geheel een lang episch
gedicht van klanken, prachtig gedirigeerd en uitgevoerd.
Dit is dan mijn lot, in de dag verplaats ik me nog
wel, maar eens zes pm. blijf ik binnen, de avond is bestemd voor wat tv en wat
opzoekingen voor mijn Blog.
En nu Ugo die schrijft.
Als hij slapen gaat leeft er in hem een witte
wereld van gevoelens en gedachten die zich uitspreiden in hem zoals een vrouw
zich uitspreiden zou. Het is langs deze witte wereld dat hij ademt en dat hij
in een droomloze slaap valt. Nu bestaat hij nog enkel in de gedachten van
anderen, die spreken over hem, die een oordeel vellen over hem, die storys vertellen
over hem.
In het midden van de nacht wordt hij wakker, hij
heeft moeite om terug in te slapen en hij neemt Arthur Koestler die al een paar dagen naast hem op
de nachttafel ligt. Het boek ligt te zwaar in de hand en hij gaat zitten aan
zijn leestafel. Koestler die een zin
aanhaalt van Whitehead: In the year 1500
Europe knew less than Archimedes who died in the year 212 B.C.
Diverse redenen worden door Koestler aangehaald om
deze bewering te staven, doch beter dan welke verklaring is de tekst van
Erasmus, die Koestler citeert:
They will smother me
beneath six hundred dogmas; they will call me heretic and they are
nevertheless follys servants. They are surrounded with bodyguards of
definitions, conclusions, corollaries, propositions explicit and propositions
implicit
Hij kan nu zijn Blog beëindigen
en inloggen op dit ongewone uur.
26-11-2011, 04:47 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
25-11-2011 |
De Lening van Leterme |
Als men moet besparen in dit land, dat men bespare,
dat men niet rond de pot draaie maar dat men bespare waar er bespaard kan
worden. Ik gebruik hier, met opzet, de aanvoegende wijs - een eigenheid van de
taal - die niet meer in trek is, zoals naar ik hoor besparen evenmin in trek
is, want het schijnt dat er ook wel wat nieuwe belastingen bij mogen, vinden
sommigen. Belastingen zijn heilzaam voor ons land, besparingen zijn uit den
boze, want die tasten de sociale verworvenheden aan.
Niemand echter stelt zich hierbij de vraag of deze
sociale verworvenheden wel 100% gerechtvaardigd waren in het verleden, en of
het niet als gevolg van die vele verworvenheden is dat de schuld van de Staat de
100% van het BBP benadert. Of zijn er andere, meer doorslaggevende, redenen geweest?
Ik hoor nu dat Eerste Minister Leterme de spaarders
gaat lokken met een lening op 3, 5, 8 jaar, met, zo zegt hij toch, aanlokkelijke
rentevoeten - destijds gaf Marc Eyskens - Vande Putte een staatslening uit van
12% rente, zonder R.V. - Leterme kon natuurlijk niet beslissen de R.V. te laten
vallen, maar misschien ware dit een reden voor succes geweest. Nu vrees ik voor
het slagen van zijn poging, trouwens op de beurs heeft men een beter rendement.
Wat ik wel weet is dat hij al een stap dichter
gekomen is bij wat ik vooropstelde te doen, om te beginnen in Griekenland, want
waarom schrijft men daar geen nieuwe bijzondere lening uit, waarom is het de
Eurozone of het FMI dat 8.000.000.000 voorschieten moet voor begin december.
Idem wat Italië en de leningen betreft, en ook de andere landen van de Eurozone,
in moeilijkheden als gevolg van hun openbare schuld.
In mijn Blog van 22 november suggereerde ik, voor
wat Griekenland betreft, een omzetting van een bepaald percentage van de
spaardepositos van de Griekse ingezetenen. Waarom moeten de nog gezonde
landen van de Eurozone gaan bijspringen als de Grieken hetzelf kunnen doen.
Want omzetting van spaardepositos in staatsobligaties op 10 jaar (rente 3 of
4%) betekent geen verarming voor de meer welstellende Grieken die aldus ook
bijdragen tot het herstel, waaraan ze misschien anders zouden ontsnapt zijn. (Een
verarming die er onvermijdelijk wel komen zou indien ze uit de Eurozone zouden
stappen, wat wellicht vroeg of laat gebeuren zal, met al de gevolgen voor de
andere schulden-landen).
Hopelijk redt ons land, België het. Maar de
onderhandelingen met Di Rupo voorspellen weinig goeds.
Er moet me nog iets van het hart. Ik weet met welke
inzet de Nationale Bank van België, om ze nog eens bij naam te noemen, altijd
de munt van België heeft verdedigd en ondersteund met alle mogelijke middelen
die ze ter beschikking had. En wat meer is maar weinig talrijk zijn de
politici die er naar gesproken of gehandeld hebben - dat ze regelmatig het land
gewezen heeft op het gevaar van een te volumineuze openbare schuld. Ik voel nu
de grote eenzaamheid van de Gouverneur en zijn Directiecomité, om niet te
spreken van hun grote machteloosheid, in de whirlpool van ideeën, handelingen
en uitblijven van beslissingen die nu het economisch-financieel landschap
teisteren.
25-11-2011, 00:53 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
24-11-2011 |
Bezig zijn. |
In dit Blogboek worden ideeën ingebracht, hernomen,
aangevuld en gewijzigd, het is een blijvende verwerking, want alles is
verandering, alles is aanpassing aan nieuwe vormen en nieuwe gegevens. Het is
een deel van mijn persoonlijkheid die telkens weer aan de oppervlakte komt en
zich mengen gaat met het steeds wisselende landschap van de geest. Altijd
overheerst de hoop iets nieuws te brengen, zoals in de weinige tekeningen die
ik nog maak, iets nieuws te doen openbloeien uit enkele lijnen en vormen, zoals
het bloeien van de zaadkorrel.
Dit is het, bezig zijn, gestadig bezig zijn, denken
en schrijven en denken, en voedsel opdoen in de boeken, in het leven van de
natuur. Het geluid van de wereld is dan lijk het ruisen van de wind in de
bomen, lijk de branding in de golven, het beperkt zich tot een geluid op de
achtergrond. Maar ook niet altijd, soms spring ik op in een of andere Blog als
ik hoor wat er gebeurt in dit land en binnen de Eurozone. Al weet ik dat mijn
reactie totaal, maar dan ook totaal nutteloos is, ik dring niet doorheen de
muren.
Het is binnen een dergelijk bezig zijn dat mijn
dagen zich afspelen. Dat ik aftast wat er leeft in mijn herinneren en vooral dat
ik me waag in de richting van het Absolute dat ik telkens weer ontmoet achter
de dingen. Dit Absolute is het domein van allen die zoeken, van zij die er binnendrongen
voor mij en van allen die na mij zullen komen. Op dit domein ben ik nergens en
overal, niet tijd gebonden, niet persoonsgebonden
Ik viel vandaag op een zin van Heinrich Böll: Im 55 and since I was 15 Ive had nothing
that you could call rest. Sometimes Id just like to sleep away my intellectual
unrest
Dit ook is de ziekte waaraan ik lijd. Mijn intellectuele onrust is een
karaktertrek, dit altijd begaan zijn om te zoeken wat niet te vinden is,
dichter te komen tot het Onnoembare, bezeten om kennis te verwerven, niet omwille
van de kennis, maar om verder door te dringen tot de kern van dit Onnoembare.
Om af te tasten wat anderen erover denken, erover
schrijven of niet schrijven. Zo moet het boek worden dat ik, van in mijn jeugd,
in gedachten aan het schrijven ben, maar waarvan ik amper een jota op papier
heb gezet. Totaal vreemd aan de wereld van gisteren en meer nog aan deze van vandaag. Maar zal ik daarom stoppen?
24-11-2011, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
23-11-2011 |
Toda mi vida |
Deze morgen is hij opgestaan in wat hij noemen wil
het saturatiepunt van de nacht, het ogenblik waarop de rand van de zon de
kimlijn heeft bereikt, maar ook nog niet. Om te gaan neerzitten onder de lamp
aan de tafel om zijn blog van elke dag te schrijven. Vandaag, zoals altijd,
geïnspireerd op wat hij ooit las van Miguel de Cervantes de Saavedra, die, na
zijn Don Quichotte, zijn Novelas
ejemplares, zoals hij zegt, geschreven
zou hebben para distraer con ficciones
las primeras melancolίas de su vejez.
Het is ook zijn bedoeling om, zoals bij Cervantes,
met het schrijven van korte teksten de melancholie en het stilvallen van elke
actieve vorm van creatief zijn, eigen aan het ouderworden op te vangen, en ten
allen prijze te voorkomen, dat de jaren een te grote greep op hem zouden
krijgen en hij kantelen zou in een morose omgeving, vastgeankerd aan en
meegesleept door wat zich afspeelt op het televisiescherm.
En als hij schrijft, en blijft schrijven wat hij
schrijft, dan denkt hij aan Jorge Luis Borges hij tractte Borges te lezen in
het Spaans - die in zijn essay over la
Poesia gauchesca, uit zijn bundel Discusión,
de vraag herhaalt aan Whistler gesteld, hoeveel tijd het hem gevergd heeft om
één van zijn Nocturnos te
schilderen, en het antwoord van Whistler : toda mi vida.
Het moet u, die sporadisch of regelmatig zijn Blog
leest, dan ook duidelijk zijn dat wat geschreven wordt, in de verlenging ligt
van de dagen de toda su vida en dat zijn
woorden gevuld en gekleurd zijn door wat T.S.Eliot schrijft in zijn Four
Quartets:
A life time burning in every moment,
And not the life time of one man only
But of old stones that cannot be deciphered.
23-11-2011, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
22-11-2011 |
België in de Eurozone |
Ramsey Nasr, de dichter, en België in de Eurozone
Ik leef met mijn Blog (rubriek
Dagboek-bedenkingen) boven mijn stand, om maar niet te schrijven boven mijn
kunnen. Ik wil elke dag iets merkwaardigs brengen en het kost me meer en meer
moeite. Ik tast mijn uren af om een eerste zin te vinden die een onderwerp zou
kunnen inleiden. Ik vermager, mijn Blog eet me op. Toch denk ik niet aan
capituleren.
Ik las nogal oppervlakkig in de Standaard der
Letteren het weinige dat ik nog
lees maar het zal veranderen een interview met Ramsey Nasr, ex-stadsdichter
van Antwerpen, en wat hij denkt over Nederland als een vaderland. Hij heeft er
moeite mee. Een zaak is zeker hij voelt er zich niet goed in zijn vel en zijn
poëzie liegt er niet om. Ik aanvaard het trouwens. Hij is de helft jonger dan
ik en hij wordt door de levensomstandigheden dubbel zo zwaar belast als ik.
Hoewel ik mijn land als een even vreemd vaderland
begin aan te voelen. De halsstarrigheid van links en rechts speelt me parten,
ze komen er niet uit. En het gaat heel ver in een land als de vakbonden de wet
dicteren. In feite heeft het dan geen zin meer te gaan stemmen
Ik voel me evenmin Europeaan. Als ik de
laksheid van de Europarlementariërs onder ogen neem die enkel woorden zaaien
voor de tv-cameras, dan vrees ik dat wat Europa betreft, de
catastrofe-microben over de kim komen kijken.
Wachten, mijn beste verkozenen, op wat
onvermijdelijk komen gaat is een heel slechte oplossing voor regeerders, van
welke slag ze ook mogen zijn. U moet natuurlijk de guts hebben om te handelen
wanneer het nog kan. De besparingen in België gaan de komende jaren (zeker het
eerstkomende jaar) 1.000 euro de man kosten, maar wat Europa betreft zal de
kostprijs voor bedrijven, voor het land en voor zijn burgers niet lager liggen.
We duiken in a black hole, dat alles
naar zich zal toehalen zoals in 2008.
Een oplossing wat Griekenland en Italië, Spanje
en Portugal, België betreft: afromen. De depositos en spaartegoeden boven een
bepaald bedrag, afromen voor 20, 30 %, en beleggen in staatsobligaties op 10
jaar. Dit betekent geen
devaluatie voor het land - wat telkens een logisch gevolg is van een slecht
beheer van de Staat en het verlicht de
toestand van de Overheid en ook, het vermijdt dat Europa gedwongen wordt de
schulden van Griekenland of van een ander land, Italië of
op zich te nemen of,
wat ooit werd voorgesteld, kwijt te schelden.
Europa kan als dan gemakkelijker haar waarborg
verlenen aan de bestaande omloop overheidsobligaties (België vandaag zal eeuwig
dankbaar zijn), de ECB zal niet moeten tussenkomen om Bad Bonds aan te kopen, tenminste zo Europa het Fonds - zich
gewaardigt Eurobonds uit te geven om zelf op te treden in de markt indien
nodig.
Beeldt men zich het heilzame effect in op de
geld- en kapitaalmarkt van dergelijke beslissingen?
Slaap wel burgers in dit land en in Europa. En
bij het opstaan, u, Barroso en consoorten, beslist, om het even wat, maar wacht
niet op wat Griekenland, wat Italië in petto zouden kunnen hebben aan
maatregelen.
*
Trouwens in het geval van afroming heeft
Griekenland misschien de 8.000.000.000 euro het staat mooier in cijfers
uitgedrukt - niet nodig, of alle politieke partijen zich engageren of niet.
Want u weet nu al dat ze niet zullen tekenen.
Zoals wij nu ook weten dat de vakbonden, de
bazen in dit land, nooit de indexatie van de lonen zullen laten vallen, hoewel
op elke verhoging een verhoging van het bedrag aan belastingen volgt, en dus,
een indexatie in dit land slechts telt voor de helft aan inkomsten voor de
werkenden. Maar wat kost het aan de bedrijven?
22-11-2011, 00:09 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
21-11-2011 |
Dante, vader van de Italiaanse taal. |
In zijn Vulgari Eloquentia(1305),
geschreven in het Latijn
legt Dante (1265-1321) uit waarom hij het Italiaans en niet het Latijn gekozen
heeft voor het schrijven van zijn Divina Commedia. Hij was een van de eerste om
deze taal te gebruiken. Jacqueline Risset, die de Divina Commedia vertaald
heeft naar het Frans, schreef hierover in haar boek over Dante
Cest à partir de ce texte
que cest édifiée une autre image simplifiante: Dante père de la langue
italienne formule consacrée, obligatoire. La tradition transmet ceci :
Dante, par la décision radicale demployer la langue vulgaire une langue
vulgaire centrée autour du dialecte toscan dans un ouvrage destiné à devenir
très rapidement le point de référence culturel le plus central pour la littérature italienne dans son
ensemble, aurait, dun coup, forgé linstrument linguistique de la nation
italienne encore en formation.
Even belangrijk is in dit opzicht wat Samuel Beckett - de grote Beckett
met zijn prachtig Neither-gedicht, is het niet Stefan Hertmans? - hierover
schrijft in zijn Disjecta:
Dante schreef in een volkstaal die door een
denkbeeldige Italiaan, die alles wat goed was aan dialecten van zijn land in
zich had opgenomen, gesproken had kunnen worden, maar die feitelijk zeer zeker
niet gesproken werd of ooit gesproken was.
En verder waar hij de vergelijking trekt tussen de taal van Dante en
deze van James Joyce:
Dante schreef wat in zijn eigen stad op straat
werd gesproken terwijl geen sterveling op aarde of in de hemel ooit de taal van
Work in Progress (Finnigans Wake) sprak. We zullen moeten erkennen dat een
internationale verschijning in staat zou kunnen zijn haar te spreken, net zoals
in 1300 een interregionale verschijning en niemand anders - de taal van de
Divina Commedia had kunnen spreken. We zijn geneigd te vergeten dat Dantes
literaire publiek Latijns was, dat de vorm van zijn gedicht beoordeeld door
Latijnse ogen en oren, door een Latijnse esthetica die vernieuwing niet duldde
en die wel ontstemd moest raken toen de zoetgevooisde elegantie van Ultima
regna canam, fluido contermina mundo,
(ik zal van volmaakte rijken zingen die grenzen aan deze vluchtige wereld) werd vervangen door de barbaarse directheid
van Nel mezzo del cammin di nostra vita. Net zoals Engelse ogen en oren de
voorkeur geven aan Smoking his favourite pipe in the sacred presence of
ladies, boven Raucking his favourite turkvu in the smukking precincts of
lydias.
Je moet natuurlijk Beckett heten en zijn, om sprekend over de kracht
van de taal, het Italiaans van Dante te gaan vergelijken met het Engels(!) van
Joyce. Echter, als ik het aantal taal-voetnoten zie bij mijn Italiaanse tekst
van de Divina Commedia dan is het me duidelijk dat het Italiaans van Dante
problemen stellen moet aan de doorsnee Italiaan van vandaag. Alhoewel anderzijds er de
bemerking is van Jacqueline Risset die erop wijst dat un Italien contemporain peut encore, sans difficulté excessive, lire la
langue médiévale de la Comédie.
Wij ook zijn nog in staat ons middeleeuws Nederlands
te lezen maar of we het begrijpen zoals het hoort begrepen te worden is een
andere zaak.
Jacqueline
Risset: Dante ecrivain ou lintelletto damore,
Ed.Le Seuil ,1982.
Samuel Beckett: Disjecta,
Beschouwelijk Werk, 1999, Historische Uitgeverij, Groningen. Nederlndse
vertaling uit het Engels: Vertalerscollectief & Ronald Kuil
21-11-2011, 00:10 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
20-11-2011 |
De Adem van de Dagen (13) |
Hij stond stil voor haar,
ze hield haar zonnebril in de handen en duwde een haarlok weg van haar
voorhoofd, haar ogen lichtend grijs, haar lippen, haar mond, haar hemd open op
haar hals. Hij zag alles van haar, hij zag dwars door haar, en zij voelde het. Ze
stond daar, een vrouw om te kussen, om in de armen te nemen. Ze stond daar voor
de man, die haar verteld had dat hij de Bijbel las, dat hij Fabre dOlivet
gelezen had en dat deze vertelde dat we niet van stof zijn maar van geest, en
dat hij geloofde in het eeuwig leven. Onderwerpen waar hij niet kon over
zwijgen en die hij haar zeker moet verteld hebben onder de sterren.
Jij, vreemde man zegde ze
nog eens, en het was alsof ze zong. En hij zag dat haar ogen donkerder werden.
Dat er iets onmetelijks was aan het ontstaan tussen hen, een gevoel van
oneindigheid en tevens een lichtheid om het hart. Dwaas, had hij gedacht, zeg
niet wat op je lippen ligt, roep het niet uit wat je voelt, houd het, houd het.
Ze waren gekomen op het
einde van de gletsjer waar de kloven heel breed zijn en verraderlijk diep en
waar het pad is gemerkt met hoopjes stenen, Steinmänner noemen de alpinisten ze.
Hier bereikten ze vaste grond, de plaats die genoemd wordt le Plan des Lettres.
De dag dat ze vertrokken
waren, had Gustave er een fles Johannisberg
weggeborgen. Hij wou haar verrassen en hij had haar gevraagd eens te gaan
kijken achter de rots, onder een steen in het water. Ze had een schreeuw
gelaten toen ze de fles vond. Hij had de fles geopend en twee bekers vol
geschonken. Een schitterende wijn was het, cest
un délice, had ze gezegd. Hij vertelde haar niet hoe die fles er gekomen
was en zij stelde geen vragen alsof ze het normaal vond dat er in een stroompje
water een fles wijn lag te wachten. Ze had enkel nog gevraagd of hij nog van
dergelijke plaatsen kende.
Daarna waren ze verder
gegaan, over de lage bedding van een stroom die steil naar beneden liep, en later
een hoge aluminium ladder op, die vast zat aan de rotswand om dan na een lange
wandeling over het moreen tot de lager gelegen berghut du petit Mountet. Het afscheid
was toen al heel dichtbij.
In de brede vallei, die
over kilometers afstand door liep tot de eerste huizen van Zinal, stopten ze
bij haar wagen die op enkele plaatsen van zijn wagen was geparkeerd. Het geluid
van de sterk stromende rivier, de Navizence, vulde de ganse ruimte. Ze stonden
er in het volle zonlicht. Er waren parels zweet op haar voorhoofd, in haar hals,
haar gezicht open, zo dicht bij hem, een groot levend iemand, waarvan hij, een
dag geleden, nog niet vermoedde dat ze bestond. En hij, hij wist het nog heel
goed, hij staande voor haar, een lang ogenblik staande voor haar, oog in oog
met haar, hij twintig jaar ouder dan zij, wachtend. En hij haar niet kuste. Hij
haar niet kuste, niet even aanraakte. Hij reikte haar de hand en haalde haar
even naar hem toe. Maar hij kuste haar niet, hij raakte niet haar mond.
Wat hij zich al vele malen heeft
verweten en blijft verwijten, tot hier in deze schemerkamer, hij had haar moeten
houden die dag, die namiddag, die uren samen op de wereld. Twee levende wezens,
naar elkaar toegezogen door de bergen, door al wat er is tussen man en vrouw,
klaar om open te barsten, klaar om elkaar te benaderen in het diepste van het
zijn. Het kon, het was, het gebeurde.
Maar er gebeurde helemaal
niets. Ze had haar rugzak in de koffer van de wagen gelegd en was weggereden,
haar blote arm door het raam. Hij keek haar na. Een paar meter reed ze, dan
stopte ze en kwam naar hem terug. Ze bleef staan op een meter van hem alsof ze
schrik had hem aan te raken.
Onze ontmoeting was geen
toeval, Ugo, geen toeval, het was een bestemming. Ik zie je terug, morgen,
overmorgen, toekomend jaar, maar dit is geen afscheid tussen ons, geen
afscheid, ik weet het. De bergen schreeuwen het uit, hoor je het, hoor je het?
Tranen sprongen in zijn
ogen. Ze had zich omgekeerd en was weggereden, slalommend over de weg tussen de
stroom en de grasvlakte, de weg met bulten en putten. Hij zag haar nog even
over de brug rijden, daarna verdween ze tussen de andere wagens op de weg naar
het dorp.
Zeker was dat hij verliefd
was op haar, dat hij van het ogenblik dat de gardien van de cabane
haar had voorgesteld aan Robert en ze zinnens was samen met ons drieën te gaan
klimmen, hij het wist dat er weinig nodig was opdat gebeuren zou wat gebeurd
was. Hij wist ook dat de minste toegeving dat hij zou doen, de minste poging
dat hij zou doen, hij het gevaar liep, radeloos verliefd te worden op haar. Nachten
erna dat hij wakker lag, en zich voortdurend verweet niets te hebben
ondernomen, helemaal niet wat zij van hem verwachtte en als er niets gebeurd
was, zij wellicht denken zou dat hij haar niet goed genoeg vond, wat een vloek
was zo iets te denken.
Maar aan de kinderen heeft
hij dit nimmer verteld, zelfs aan Robert en Gustave niet, hoewel zij het hadden
kunnen vermoeden.
Zo waarom had Robert zijn
voet verstuikt toen ze op weg waren om de Besso te beklimmen, hij een
geroutineerde bergbeklimmer die van rots naar rots sprong, zoals een gems.
Waarom?
Het was omdat het zo
geschreven stond dat hij, dankzij het ongeval van Robert, hij die namiddag
alleen zou geweest zijn op de gletsjer met Beatrice. En wat was het nut ervan
geweest, het grote spijt dat hij kende nu, haar niet te hebben gezegd wat hij
voelde, wat ook haar antwoord zou geweest zijn.
Kundera zou dit verhaal
helemaal anders geschreven hebben, hij zou verteld hebben wat er had kunnen
gebeuren indien hij gesproken had. Maar
hij is Kundera niet en heeft ook geen nood het te zijn.
De dagen, weken erna was ze
niet meer uit zijn gedachten. Hij wist dat ze in Saint-Luc was, het dorp boven
Vissoie, aan de overkant van de vallei, het dorp dat hij zien kon als hij even
naar de weg toe ging. Hij zat neer op de bank met een boek, tot laat in de
avond, als in Grimentz het
licht al aan het tanen was en haar dorp nog leefde in de zon, lang bleef hij er
zitten, soms tot de nacht inviel zich nog steeds afvragend welke planeet hij
zag tussen de duizenden sterren.
Hij had schromelijk gefaald.
Staande voor haar was het ogenblik van het beslissen geweest en hij had niet
beslist. Hij kende weinig meer dan haar naam, wist echter zelfs niet hoe haar
naam correct klonk, want ze had hem niet verbeterd toen hij haar naam uitsprak.
Schostakovitch op de radio,
of is het Dvorak, of Yanacek, wat belang heeft het nog?
*
Hij heeft de nacht doorgebracht op de sofa en hij
wordt wakker, het ogenblik tussen nacht en dag, het punt dat door de Romeinen le silencium genoemd werd, cette heure trouble qui est celle des morts
et des naissances.
Dit is waar hij zich thans bevindt, precies tussen
duisternis en licht, het silencium, het ogenblik dat noch nacht noch dag is. Hij
heeft niet de kracht op te staan maar hij heeft een boek te schrijven over zijn
zoektocht naar de zin van het leven, alsof het nodig was dat hierover geschreven
werd.
Japprends aussi longtemps que je vis, schreef de Gentenaar in Parijs, Louis Pauwels,
met wie hij dweepte tientallen jaren terug, maar hij, Ugo gaat verder, hij mag
optekenen: ik lees, ik leer, ik schrijf zo lang ik leef.
des te meer omdat het boek een werk van lange adem was.
*
20-11-2011, 01:25 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
19-11-2011 |
De Adem van de Dagen (12) |
De
Adem van de Dagen (12)
Zondagavond, na het vertrek van de kinderen, de
echo van hun stemmen die nog hangen blijft in de schemerruimte van zijn
gedachten, woorden die hij gehoord had en begrepen of niet begrepen. Maar één
zin die heel duidelijk was toen hij onverwacht in de keuken kwam waar de
dochters aan de afwas bezig waren.
Liggend op de sofa, in een deken gewikkeld, draagt
hij de moeheid van hun bezoek in zijn lichaam, tot in zijn geest. Hij heeft de
bevestiging nu dat het steeds moeilijker wordt hen allen samen uit te nodigen, bij
dergelijke gelegenheden ontbreekt hem voldoende houvast en ook hij weet het,
hij moet de wijn laten, hoogstens een glas, en water drinken, maar die flessen
Pinot Sainte Anne had hij al zo lang in de kelder en de wijn was prachtig in
het glas, lichtjes bruin naar de boorden toe. Begrijpelijk dat hij er een glas
te veel van gedronken had.
Hij had ook niet gereageerd toen de kleinkinderen naar
boven in de kamer waren geweest en evenmin toen ze met kadertjes van haar naar
beneden waren gekomen en gevraagd hadden of ze er enkele mochten behouden. Neem
maar, had hij gezegd, kies maar uit. Nu weet hij niet hoeveel er weg zijn, maar
dacht hij, zoals er lege plekken zijn in mijn herinneren, zullen er nu ook lege
plekken zijn op de muren.
Waar hij lag, in zijn deken op de sofa voor de
haard, voelde hij zich goed en voldaan omdat alles voorbij was. Hij dacht aan Tony,
zijn kleinzoon, die trouwen ging in juni, hij dacht aan Carla, zijn meisje. Er
was groot jolijt geweest toen Tony was binnengekomen met een fles champagne in
de hand, die hij hem aanreikte. Hij begreep er eerst niets van, maar Tony zegde
hem dat hij lezen moest wat op het etiket stond. Hij las de naam van de champagne
en er onder de woorden, Elle a dit oui.
En hij had begrepen. Zijn ogen waren ze hadden zo weinig nodig - vochtig
geworden, en heel de kamer was beginnen roepen en juichen. Elle a dit oui, elle a dit oui.
Zijn trouwen was een groot
onderwerp geweest: toekomend jaar in juni. Toekomend jaar is nog ver af, dacht
hij, zou hij er nog zijn? Hij had
hen iets gezegd over de ernst van het huwelijk, en dat het ook betekende samen
oud worden. En iets gezegd over wat er gebeurde in de wereld en dat niemand er
vat op had, maar hier lag de wereld achter de muren, ver voorbij het bos, hier
was de innigheid van het samenzijn in deze kamer in het licht van de haard en
van de vele brandende kaarsen. Vergeet deze dag niet, had hij gezegd toen ze
vertrokken.
Hij lag roerloos,
ontspannen nu, uitgestrekt op de sofa, de tijd stond stil in de kamer. De tijd
in de schemering is niets, dacht hij, het is het uur entre chien et loup. Alleen de smeulende haard is, alleen de zware
Luikse kast is, de tafel en de stoelen, de rekken met de boeken zijn, en het
vele gebeuren waarover gesproken was, het gebeuren uit de wereld dat zich afspeelde
buiten en het nieuwe erin dat niet meer te volgen was.
Maar hij lag er heel goed.
Hij dacht aan wat er gezegd was toen hij onverwacht in de keuken was gekomen: waarom
papa niet hertrouwd was.
Hij had gedaan alsof hij
niets had gehoord. Ofwel wisten ze dat er na de dood van hun moeder iemand
geweest was, ofwel waren ze in de waan dat er na hun moeder, niemand meer was
geweest bij hem. Maar hier lag hij heel goed, de muziek in sourdine, Haydn
dacht hij, of Händel. Toen kwamen de beelden voor de zoveelste maal en hij
herinnerde zich.
Komende van de berghut en haar
hand houdende, daalden ze de steile helling af naar de gletsjer toe. Losse aarde
en stenen de la caillasse - die
wegschoven onder hun voeten en dit over een lange afstand tot ze op het ijs
kwamen en hij haar hand, haar fijne warme hand, losliet.
Hij kende haar amper, wist
alleen dat ze gescheiden was, dat ze binnenhuisarchitecte was, zeker twintig
jaar jonger dan hij, maar uit zijn streek. Zo kende hij haar meer dan voldoende,
alsof het al jaren was, omdat ze de vorige avond lang samen waren geweest,
kijkend naar de sterren die verschoven, kijkend naar een planeet in het zuiden,
hij dacht dat het Jupiter was, maar het kon ook Saturnus of Mars geweest zijn, of
Venus had ze gezegd, maar dit kon niet. Hij had haar gesproken over dingen die
diep in hem lagen. Hij had haar ook gezegd dat haar naam de mooiste was die hij
kende omdat het de geliefde van Dante was. Noem eens mijn naam had ze gevraagd.
Hij had haar aangekeken en haar naam klaar en duidelijk uitgesproken, Beatrice,
op zijn Italiaans, terwijl hij dacht aan het gedicht op de postkaart met de
afbeelding van Akhnaton.
Hij zegde haar dat het
ngewoon was iemands naam zo maar uit te spreken. Had haar ook gezegd dat er
een vreemd gedicht was van een zekere Carl Sandburg:
You and a ring of stars
may mention my name
and then forget me.
Love is a fool star.
Het is inderdaad een
vreemd gedicht, had ze gezegd, denk jij er ook zo over?
Integendeel, had hij
geantwoord, love is a wonderful star.
Ze zaten toen naast elkaar op de
bank voor de berghut, voor hen uit, boven de besneeuwde toppen van de La Pointe de Zinal met le Col Durand, een hemel vol sterren en achter hen, binnen in de berghut de
stemmen van zingende Duitsers, Zwitsers, Italianen.
Maar voor jou, vroeg hij
dan, is liefde a fool star voor
jou? En vroeg hij nog, en zijn stem had een voor hem omfloerste klank, do I have to forget you?
Helemaal niet, had ze
geantwoord, helemaal niet.
Dit was hun avond geweest
en heel wat meer nog dat gezegd was geweest en nu bekende hij haar dat dit de
liefste plaats was die hij hier kende, deze lange afdaling over de gletsjer
naar le Plan des Lettres.
Deze tocht over de gletsjer
moet hij gezegd hebben, heeft me een altijd een heerlijk gevoel gegeven en
vandaag, nu met jou, zijn het momenten om nooit te vergeten. Hij wist dat hij
dit open en vrij kon zeggen, omdat hij de vorige nacht na hun afscheid, wist
dat er iets was gegroeid tussen hen en dat hij het nu wou laten blijken, want er
was respons bij haar en zeker hier is er een andere realiteit, hier is er het lichte
kraken van het ijs als je er over loopt, is er het geluid van het vloeien van
water in die kleine kloven, is er, alles overheersend, alles penetrerend, het
wonder van het licht. Hij moet haar zo iets ook gezegd hebben en iets over de
bergen om hen heen.
Ze was blijven staan, Ugo,
jij houdt van dit land. Ja, had hij gezegd, dit hier is de plaats die ik verkies
van al mijn tochten, deze afdaling over de gletsjer.
Het was toen dat de helikopter
met zijn twee vrienden, Robert, de enkel in het ijs, en Gustave, plots met
groot lawaai over hen vloog en in een zwaai verdween langsheen de flank van de Besso.
Ik ook zegde ze, ik ook
vind het heerlijk hier te zijn en het lichte kraken van de korrels ijs te horen
onder mijn voeten omdat het met jou is, omdat je mijn eenzaamheid van de
laatste jaren, plots doorbroken hebt, jij, Ugo, jij vreemde man die ik al jaren
ken, al is het pas van gisteren.
Hij lag zo oneindig goed en
totaal ontspannen op de sofa. Het was alsof ze in de kamer aanwezig was, of was
het zijn overleden vrouw en was het tot haar dat hij sprak.
En hij moet haar toen
nogmaals herhaald hebben dat er niets aangenamer is, dan het ijs van de
gletsjer, in het midden van de namiddag, na de inspanning van de klim, en dit
in het grote licht van augustus.
19-11-2011, 07:03 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
18-11-2011 |
Sobinco50y |
Sobinco 50 jaar
Wat geschreven over
het feest SOBINCO, bedrijf gesticht in 1961 door Remi en Paule Van Parijs, dat
op een periode van 50 jaar uitgegroeid is tot een zuiver familiebedrijf. Een
bedrijf om meer dan fier over te zijn, fier niet alleen voor de familie maar
ook fierheid voor het personeel met wie we spraken, hetzij zij die ons
ontvingen, hetzij zij die ons rond hebben geleid, hetzij de arbeider/arbeidster
aan hun werktafel of aan de machine.
We hadden het
voorrecht, dat ook een eer was, het bedrijf aan den lijve mee te maken en met
bewondering doorheen de werkruimtes te wandelen met ogen groot open op het
enorme, hoogtechnologische machinepark, even hoog geautomatiseerd waar
mogelijk.
Verbazing van de niet
technisch geschoolde, zoals ik, meer dan verbazing, omdat het bezoek een
hoogstandje was van hoe een bezoek in een ruime ruimte waar het meest moderne het
meest verfijnde hang- en sluitwerk voor metalen deuren en ramen vervaardigd
wordt op de meest effectieve wijze georganiseerd wordt.
En wat het feest zelf
betreft, zelden om niet te zeggen, never
heb ik een feest meegemaakt dat een dergelijke perfectie bereikte, van de
ontvangst af, verrassend, even verrassend als het prachtige beeld van Follon,
als de enkele kunstwerken in de ontvangsthal, en dan de rondgang, perfect,
verwondering overal tot de walking dinner, schitterend, qua inhoud en
organisatie. Bravissimo, Remi en Paule.
De nacht is gevorderd
als ik dit schrijf maar het enthousiasme is nog steeds meester over mij,
meester over de woorden die ik gebruik en maar een schamele getuigenis zijn van
de voorbije dag.
Ik heb gezegd, Remi
en Paule en allen die er aanwezig waren. Ik heb gezegd.
18-11-2011, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
|
 |
E-mail mij |
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
Gastenboek |
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
|
|
 |