 |
|
 |
|
|
 |
10-02-2024 |
De Val van Icaros. |
Vandaag een boek dat ik vind tussen een collectie boeken: ‘La Chute d’Icare’ - in 1974 uitgegeven door ‘l’Office du Livre Fribourg - Ik herinner me wat Louis Pauwels schreef over het schilderij van Bruegel (zie verder) maar hier, wanneer ik deze morgen dacht dat het leven roerde in de bomen en in de aarde, dat het zich opmaakte om plots, met een ruk, open te barsten, lees ik wat Ch. de Tolnay dacht over het doek:
La pensée philosophique de Bruegel c’est ‘La Chute d’Icare’… On se sent vis-à-vis d’un monde où la durée est suspendue, ou tout est silence, c’est un moment d’éternité.
La chute du héros, Icaros, reste inaperçue, petite épisode sans importance dans cette nature immuable dominée par la magie seule du soleil. Le mythe classique perd toute son importance à côté de cette nouvelle conception du cosmos.’
In dit doek is het zoals de Tolnay het schrijft: de grote rust van land en water waarin alles neigt naar vertrouwen in het zijnde en het komende en de totale onverschilligheid van de mens die geen oog heeft voor het grote gebeuren, de val van Icaros die te hoog is willen stijgen, wat Ovidius beschrijft in zijn ‘Metamorfosen’.
Ikzelf denk verder: het komt me over dat Bruegel hier het verhaal van Ovidius gebruikt om de aandacht te vestigen op de vier natuurelementen: de zon wat het vuur betreft, de visser die het water aanwijst, de herder die naar de lucht kijkt en de boer die de aarde omploegt en de totale onverschilligheid van de man die te slapen ligt in de struiken; Bruegel die ons zegt, kijk daar geloof ik in, de kracht en de rust die de natuur uitstraalt, het overige zijn maar vertellingen.
Maar ik ging ook herlezen wat Louis Pauwels[1] in zijn ‘Blumroch l’admirable’ hierover schrijft:
Que veut dire Bruegel, le paysan, fils d’un ouvrier agricole… ? On s’en fout, la vie continue, do not disturb, la vie humble aux travaux ennuyeux et faciles, heureux les pauvres en esprit, rien que la terre, paix, bonnes et sages créatures du bon Dieu, dans l’éternelle nature. O monde uni et tranquille, ne soit pas dérangé !... Icare connais pas, n’avait qu’à pas, a monté, est retombé pour des prunes.
En dan wat ik prachtig vind van hem, in Gent geboren uit een Vlaamse moeder – vader onbekend - maar opgevoed in Parijs:
‘Nochtans, houd ik van Bruegel, ik ben Vlaming, mon cœur flamand adore cette paix compacte, s’ y repose, s’ y dilate.’
Ik ook tracht telkens, de grote onverstoorbare rust van de aarde, zoals Bruegel in zijn Icaros, neer te zetten in het amorfe van het woord en hierin een beweging te leggen, evenzeer van mijn geest als van de geest in de Kosmos zoals Bruegel het heeft gewild.
[1] Louis Pauwels: ‘Blumroch l’admirable ou le déjeuner du surhomme.’ Gallimard, 1976.
10-02-2024, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
09-02-2024 |
Concerto voor Orkest. |
In navolging van George Steiners ‘Errata’ had ik deze blogs ook kunnen betitelen als ‘ An examined Life ‘ of, nog sprekender zoals in de Franse titel, ‘ le Récit d’une Pensée ’, meer zijn deze blogs niet, en meer willen ze ook niet zijn. Als dusdanig echter hebben ze mijn schrijf- en leesgewoontes de fond en comble gewijzigd, om maar niet te spreken van mijn leven.
Zelf kennen ze noch een begin, noch een einde, ik zet dus mijn woordentocht verder, én om een lijn te trekken onder wat er al staat, én om een opening te creëren naar het komende. ik hoop en blijf hopen op mijn goed gesternte om dag aan dag verder te gaan en dit tot zo ver mogelijk.
Nu, denkend aan ‘Le récit d’une pensée’, staat één zaak vast, ik bezit niet de kennis om een partituur te lezen, kennis die de acteur Stefaan Degand wel bezit, hij toonde dit op voldoende wijze om de vierde symfonie van Brahms te dirigeren zonder partituur vóór hem, en oogstte een groot succes.
Ik ken niets van de partituur van het ‘Concerto voor Orkest’ maar luister altijd met veel interesse naar de uitvoering ervan, vooral deze met Pierre Boulez die ik de laatste tijd dikwijls heb gehoord op een van de zenders MEZZO Live of CLASS (ICA . Het is een boeiend stuk muziek, licht overhellend naar Mahler, een uniek meesterwerk dat Béla Bartók1881-1945) schreef op het einde van zijn leven in de USA, hiermede zijn onsterfelijkheid beslechtend.
Met de partituur in de hand zou ik er al de finesses en duistere kanten beter kunnen uit ophalen, ik luister dus gehandicapt ten overstaan van iemand die dit wel kan, wat echter niet belet dat ik zijn concerto graag hoor en grote delen eruit meedraag.
Er zijn zo honderden muziekstukken die ik ken, maar om er onmiddellijk een naam van de schrijver/componist op te kleven gaat zomaar niet, het concerto van Bartók is hierop een uitzondering.
Het leeft in mij ook omwille van Bartók zelf.
Rechtzetting.
In mijn blog van 1 februari 2024 komt volgende zin voor:
'… waar je induikt elke morgen als je begint te schrijven. Het is ook Schuberts ‘20ste piano sonate’, het is ook Saint-Saëns’ cellosonate, ook de morgenzon die opkomt achter de bomen.'
Het is niet de sonate van Saint-Saëns, maar deze van César Frank die ik bedoelde.
09-02-2024, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
08-02-2024 |
Zus en zo geschreven. |
Elke dag vervlecht ik woorden alsof het ‘wissen’ waren ineen gevlochten tot een tableau.
Ik dacht eraan gisteren, ik herinner me nu het wilgenbosje in het lage water langs de straat waar vroeger – alles is van vroeger - ‘klinkaarts’ gebakken/gedroogd werden.
Het was een uithoek van het dorp dat de Klinkaert werd genoemd waar ik in mijn jonge jaren ben terecht gekomen en, waaraan ik een minderwaardigheidsgevoel tegenover deze van het dorp heb overgehouden, een gevoel dat me lange tijd heeft gevolgd als ik het woord te nemen had.
De jaren echter hebben alles geëffend, mijn wereld is in een brede, uitgelezen plooi gevallen, ik had er geen betere kunnen verwachten ik weet dus dat ondanks die negatieve beginfase de omstandigheden ervoor gezorgd hebben dat, ondanks het vele dat er gebeurd is in mijn leven, uiteindelijk alles zich heeft opgehoopt tot het meest positieve, gezien mijn leeftijd, dat ik ooit bereiken kon.
Klaag ik soms over wat de waarde/de toestand van mijn stoffelijk lichaam is, ik verheug me daarentegen dubbel over wat van mijn geest is – hoewel ik al een dag lang heb gezocht naar de naam van de componist van 'Der Ring des Nibelungen' en hem pas deze morgen terugvond, twijfelend tot het laatste ogenblik dat het Richard Wagner was.
Geven jullie je er wel rekenschap van hoe ver ik me bloot geef in deze geschriften, dat ik soms, niet altijd, diep aan het graven ben in mezelf om mezelf en jullie ter wille te zijn.
Ook mezelf dus en hiervoor niets belangrijks verzwijgen wil. Ik weet niet meer of het mijn bedoeling was als ik begonnen ben in 2010, maar ik heb dat merkwaardig punt in mijn leven dan toch bereikt na hierover veel te hebben nagedacht.
Is het belangrijk te vermelden waar ik vandaag sta, als ik niet weet waar ik morgen zal staan en zeker niet hoe ik me morgen voelen zal als ik zal beginnen schrijven.
Vanmorgen was het maar ‘zus en zo’ en zie wat er is uit voortgekomen.
08-02-2024, 05:28 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
07-02-2024 |
Over wat ik vroeger schreef. |
Over wat ik vroeger schreef heb ik een beschikkingsrecht waar ik nu en dan gebruik van maak. Niet omwille van gebrek aan nieuwe woorden maar eerder omwille van in een gedicht een teveel aan woorden, waardoor ik het gevoel heb dat de lezing ervan telkens onnuttig vertraagd wordt.
Ik wil er openingen in laten die door jullie zelf op jullie wijze aan te vullen zijn, de poëzie haar rol te laten spelen om een gevoel van vruchtbare verstandhouding van lezer en schrijver tot stand te brengen.
Dit is trouwens de rol van de poëzie, een kader opstellen dat door de lezer zelf wordt ingevuld:
Vervlechting
Vlechtwerk van het woord verhalend het verholene, aftastend dag aan dag om ergens uit te komen,
ergens voet aan wal te zetten waar je niet hoefde te zijn.
Maar nu je er bent de dagen niet geteld niet uitgekeken naar wat de morgen brengen zal, de avond en de nacht, om het op te tekenen tot een waarheid van deze tijd.
Jij achterblijvend, omlaag, omhoog gekeken en tussen de lijnen boreale lichtfestijnen in het gebazel van een gedicht.
Woorden als zaden in de grond, om er te groeien mettertijd tot olijf- of vijgenboom.
Vergrijsd, tot weinig nog herleid, het al was toegedekt, toen, jij weggegaan met trage tred en ongerept de ogen dicht.
Niets verlangend aangekomen, waar het lente was.
Verrukt.
07-02-2024, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
06-02-2024 |
Wat me nog rest te doen. |
Naast Hertmans ligt nu ook Ouspenski naast mij, niet omdat ik hem herlezen wil, maar enkel omdat ik hem naast mij wil, omdat hij een gezel is van vele jaren die ik ooit ontmoet heb in een boekenwinkel in Sierre, Valais, op een wijze die ik altijd ervaren heb als een ontmoeting die gewild was. Zoals er andere boeken gewild zijn geweest waaronder een essay van Borges over de Divina Commedia, een klein onschuldig uitziend boekje dat ik kocht in Alicante.
Dit gaat dan over ontmoetingen met boeken die op je weg worden neergelegd zodat je ze niet voorbij kunt zonder ze in te kijken en te kopen. De ‘Tao of Physics’ is er ook zo een en er zijn nog andere.
Het zijn boeken die een belangrijke rol hebben gespeeld in mijn leven, die alle hebben bijgedragen tot de persoon die ik nu ben en tot de dingen waarover ik thans schrijf. Met als hoogtepunt bij al dit, de rijzige gestalte van een man in een abominabel Engels op TV, Immanuel Velikovsky die me aanzette om ‘Worlds in Collision’ te lezen en me binnen leidde in de Bijbel. Ik weet nog waar ik het boek kocht, bij ‘Smith & Son’ op de Adolphe Maxlaan in Brussel.
Wat ik schrijf is het resultaat van de lezing van al deze werken en honderd andere, het zijn hoofdzakelijk, de boeken die me gevormd hebben en me de weg hebben getoond om zelf dingen uit te zoeken en erover te schrijven.
‘Waar haal je je inspiratie?’ vroeg een jonge dame me deze morgen. Ik heb haar willen antwoorden dat ik oud genoeg ben om geïnspireerd te zijn door het leven dat ik gekend heb, maar dit geldt voor elk van ons. Er zijn er die het voor zich houden, er zijn er andere die de behoefte kennen, de dingen uit te schrijven en bloot te geven.
Maar oud worden is een leerschool; Je kunt die opvullen met het lezen van boeken of met het schrijven van boeken. Van dit laatste, het schrijven, ben ik teruggekomen, ik heb me enigszins vergaloppeerd en de moed, de inzet, meer de kunde wellicht, ontbreekt me om te herbeginnen. Ik heb trouwens nog heel wat schikkingen te treffen met wat er al staat.
Anderzijds kan ik niet voorbij aan de ‘Essays’ van Stefan Hertmans, vooral deze van voor het jaar 2000.
Ik heb dus nog heel wat te lezen en te schrijven.
If?
06-02-2024, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
05-02-2024 |
De tijd overwinnen |
Waar kom ik uit vandaag, welke weg ga ik nemen om mezelf te verbazen, het doel dat ik me elke morgen stel van het ogenblik dat ik de dekens wegschuif over mijn moe gelegen lichaam en nog half slapend binnentreed in mijn geest.
Het houdt me bezig terwijl ik me was en scheer en het ontbijt klaar zet en dit loopt door tot het ogenblik van het schrijven zelf het sacraal moment van de dag, het moment dat ik een ander persoon word, de spanne tijd dat ik begaan ben met woorden, zinnen en gedachten.
Ik hoef het eigenlijk hier niet te vermelden het is een soort ceremonieel dat zich elke dag afspeelt maar nu het er staat laat ik het, wellicht is er een reden dat het er staat, een reden die ik nu nog niet ken. Zo zijn er heel wat zaken die we doen waarvan het waarom pas later te voorschijn komt zodat alles zijn reden heeft.
Wat opvalt achteraf is dat we elk ogenblik van de dag daden stellen die de machine in ons stelt, ondoordacht. Zo loop ik dikwijls rond in het huis niet bewust van de dingen die ik doe en niet weet dat ik ze gedaan heb, een totaal verlies van de tijd die voorbij is geschoven, en er zijn soms veel van dergelijke momenten tijd. Het is dan ook onvermijdelijk dat we ons ‘beklag’ doen over de tijd die vliedt.
Pjotr Ouspenski[1] leerling van Gurdjief wist het maar al te goed dat je bij elke handeling bewust moest zijn dat jij het waart die deze daad stelde waarbij lichaam en vooral de geest betrokken bij was.
Dit is geen eenvoudige ingesteldheid, dit vergt oefening omdat, zelfs als we ons voornemen het te doen, het enorm moeilijk is er voortdurend ten volle aan te denken.
Evenwel het bezorgt je een gevoel van leven, van er te zijn, er te staan, bewust van wat je doet en van wie je bent, alles belangrijk zijnde, de grote als de kleine dingen.
Eigenlijk, volop bewust leven is de enige manier om de tijd te overwinnen.
[1] Ouspenski Pjotr: ‘Fragments d’un enseignement inconnu.’ Stock 1975.
05-02-2024, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
04-02-2024 |
Bewondering. |
Het is niet evident ons los te wrikken van het beeld van een persoonsgebonden, toekijkende, alles noterende God waardoor we bezeten waren in onze jeugd. Even moeilijk schijnt het nu te zijn Hem te vervangen door wat ik nu als aannemelijker aanzie, ‘het Zijnde’. Want niemand kan beweren dat het Zijnde er niet zou zijn.
Als Stefan Hertmans het heeft ‘over iets dat er niet is’ dan was het niet aan het Zijnde dat hij dacht wel, samen met velen aan het oude, versleten beeld dat hij en de velen overhielden van vroeger.
Ik houd het op deze dag van vroeg februari, met (misschien) een begin van het werk van het Zijnde in de tuin - verder kan ik niet kijken – wat me voldoende is want die beweging zet zich nu verder in mij als ik schrijf.
En, ik voel me erdoor gesterkt want het Zijnde is ook het Zijnde van mijn geest, van mijn, niet alleen verbonden zijn met de geest van het Zijnde, maar ook deel ervan.
Als ik dit vooropstel, als ik dit geloof doe ik dan aan transcendentie?
Zoals je ziet is mijn blog van gisteren blijven ‘woekeren’ in mij. Het aandurven op te komen tegen enkele regels van Hertmans die als essayist in zijn geschriften een bijna maximale moeilijkheidsgraad bereikt voor de leek de ik ben en dit in de gebieden die hij als een grootmeester bestrijkt.
Zijn belezenheid overtreft alle grenzen, terwijl ik amper gehoord heb van de naam van de schrijvers die hij citeert, spreekt hij er volmondig over. Het is duidelijk voor mij, als essayist heeft hij zijns gelijke niet.
Maar de aarde verlaat hij niet, de gedachte aan wat ik het Zijnde noem – ik die o zo graag de Kosmos inga – beoogt hij niet terwijl het voor mij een noodzakelijk onderwerp is: een weg die ik maar al te graag en misschien tot vervelens toe bewandel.
Wat niet belet dat zijn boek als een brevier open ligt op tafel en ik hem elke dag enkele pagina’s volg om te trachten hem te begrijpen waar hij met mij heen wil.
Hem groot bewonderend.
04-02-2024, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
03-02-2024 |
Transcendentie. |
Houdt het dan nimmer op, het bedenken en het schrijven van een blog, want van het ogenblik af dat deze geschreven staat moet ik beginnen denken aan de volgende, is er nimmer een moment van verpozing?
Eigenlijk niet, het is een proces dat doorloopt er zijn geen of dan toch heel weinig ogenblikken dat ik er niet aan denk, én aan wat er geschreven staat én aan wat er nog kan aan toegevoegd worden, het overschaduwd al het andere, en het andere zou heel wat kunnen zijn.
Ik lijd overmatig aan de ziekte van het schrijven en hier tegen is geen medicament opgewassen, enkel het stilvallen van de geest en, van dit stilvallen spaar me Heer, laat dit niet gebeuren.
Je ziet dus hoe gespleten ik ben, enerzijds in een moment van zwakte beklaag ik me anderzijds wens ik niet dat het stoppen zou.
Vandaag lees ik in de ‘Essays’ van Stefan Hertmans dat hij zich afzet tegen elke vorm van transcendentie, (pagina 306,deel 1):
‘Kenmerkend voor onze menselijke psyche is de begeerte zich iets te kunnen indenken wat er niet is, en vandaar dus ook verlangen naar iets dat er niet is.’
Ik houd, om te beginnen, hier niet van het woord begeerte, het is hier meer een ingesteld zijn ‘op’ dan een verlangen ‘naar’ iets dat er is. Trouwens Hertmans weet evenmin – al doet hij alsof - met absolute zekerheid dat ‘er niets is’ dan ik die zegt dat ‘er wel iets is’.
Hij heeft me – ik die vast geloof dat er IETS is - dus niet in een essay met de vinger te wijzen als hij het er over heeft dat transcendentie zou zijn: ‘een mechanisme ingeoefend dat geen uitstel duldt dat van de ultieme waarheid die geen tegenspraak meer behoeft, de goddelijke aanwezigheid.’
Ik heb nooit gesproken – en als ik het zou gedaan hebben dan was ik verkeerd – over de aanwezigheid van een verpersoonlijkte God, wel over IETS geïntegreerd of vereenzelvigd met het Universum, wat verschillend is dan het er in ‘aanwezig’ zijn.
En ook, wat rest er ons nog als we niet transcendent mogen denken?
03-02-2024, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
02-02-2024 |
Een soort van conversatie. |
De muziek die ik hoor op KLARA is niet altijd de muziek die ik wens te horen, het zal wel ook zo zijn met wat jullie te lezen krijgen van mij, er is dus een evenwicht tussen de twee, maar het is ook zo dat de minder geslaagde de waarde van de beter geslaagde verhogen en op deze wijze kan ik het houden, afwachtend of het een hoogtepunt wordt of beperkt tot wat lichte ontboezemingen.
Ik zelf betracht telkens het eerste maar ik weet ook dat mijn resultaat afhankelijk is van heel wat omstandigheden en dat ik telkens reken op jullie goodwill.
Ik heb veel respect en bewondering voor de journalist die elke dag zijn artikel te schrijven heeft en er ook in slaagt geciteerd te worden in het persoverzicht van de dag. Wat mijn werk betreft zijn er amper een paar lezers die me nu en dan een woordje laten geworden. Maar dat ligt niet aan hen, maar aan de kwaliteit van wat ze voorgeschoteld krijgen.
Maar als een vriend me schrijft in reactie op wat ik vertelde over Fritjof Capra’s ‘Tao of Physics’, dat Spinoza ook wist dat het materiële en het spirituele, een eenheid was, dus geen God én het Universum, maar beiden versmolten. Dan dank ik hem.
Spinoza was een van de eersten om dit aldus te formuleren, bevrijd als hij was van alle bestaande religieuze begrippen. Wat zou hij verteld hebben had hij nu geleefd in gezelschap van Lemaître, Einstein, Hawking en, wie weet ? Capra?
Op deze wijze ook val ik altijd terug op waar ik met bezig ben: de geestelijke wereld waarin we leven de enige die waard is vermeld te worden, de materiële is onoverzichtelijk voor iemand als ik die niet meer buitenkomt.
Dit vandaag mijn conversatie zijnde die ik heb willen houden met de persoon aan de overkant, die jij bent, waarde lezer of lezeres.
02-02-2024, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
01-02-2024 |
De weg die we betreden, soms. |
Ik dacht er vanmorgen aan dat Ilya Prigogine ver voor mij verteld heeft wat ik gezegd heb in de laatste zinnen van mijn blog van gisteren.
Prigogine ook weet dat het Universum ontstaan is uit un vide quantique, un pré-univers en, dat voor hem: ‘la transition entre le pré-univers et l’univers est avant tout un problème de passage du vide (quantique) qui contient déjà des particules en puissance à des particules réelles.
Als ik geschreven heb wat ik achterliet, dan is het dus maar wat ‘Prigogine’ die ik in andere woorden heb omgezet. En ik heb dit ook al jaren geleden verteld, het is dus een beeld dat in mij gebakken zit en dat niet meer te verwijderen valt. Ik heb er niet de minste verdienste aan en zal het blijven meenemen met mij.
In feite, op de keeper beschouwd, is het maar wat gebazel maar het geeft toch een zekere glans aan het beeld dat we overhouden: het beeld van wat er was vóór de Big Bang.
En het is om dat beeld, dat enorme IETS, dat het te doen is voor mij en voor niets anders, want dit is dan mijn punt vanwaar uit ik vertrekken kan. Eigenlijk elke morgen te weten dat dat IETS er is.
Ik geef het een naam zonder het te noemen omdat er geen naam voor is, maar ik weet dat het er is als een wolk van vuur, van licht, van leven, een innigheid waar je induikt elke morgen als je begint te schrijven. Het is ook Schuberts ‘20ste piano sonate’, het is ook Saint-Saëns’ cellosonate, ook de morgenzon die opkomt achter de bomen.
Ik heb me dus eens te meer voorbij gehold vandaag. Alles was voorhanden opdat het gebeuren zou. Maar ik weet het, het gebeurt niet elke dag, de ogenblikken van verrukking, van een weg met een hel licht op het einde, zijn eerder zeldzaam, maar als ze er zijn, dan zijn ze er honderdvoudig.
01-02-2024, 06:10 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
31-01-2024 |
Waar ik sta. |
Dit is dan mijn zevenennegentigste maand januari die ik afsluit; wie weet, misschien sluit ik ook op zelfde wijze – ruim van inzicht – mijn zevenennegentigste ‘jaar’ af, het kan zoals het niet kan.
Wat ik echter op deze sluitingsdag wil vermelden, en dit geldt voor elke dag die me nog rest is dat we hier zijn om, én onze omgeving te verbazen, én onszelf te verbazen over al wat is, vooral dan over wat van het leven is. En feitelijk is dit een belangrijke reden waarom we hier zijn: de wereld verbazen met hoe we hier zijn en verbaasd te zijn over de wereld omheen ons.
Verbaasd, verwonderd over de kleine zaken ervan - alsof er kleine zaken zouden zijn - hoe alles zichzelf in stand houdt. Maar ook over de grote zaken: de zon en de aarde en wij er omheen tollend, alsof alles gepland was zoals het zijn moest opdat wij hier zouden ’kunnen’ zijn.
Want we spreken hier niet over een toevalligheid. Of toch? Maar dan betreft het een miraculeuze of een gewilde, wat het toeval uitsluit.
Ik houd het bij een gewilde, berekende toestand voortvloeiend, ja, alles zich vormend uit de Big Bang die er geweest is, om mettertijd in elkaar te schuiven tot de wondere toestand van nu.
Welke macht schuilt hier achter om van vóór het begin, de berekening te maken en alle voorzieningen te treffen opdat hieruit het leven zou kunnen ontstaan.
Hebben we hier ooit een seconde, een minuut, een uur over nagedacht, once in a lifetime, of is het iets dat ons regelmatig bezighoudt en een blijvende verbazing uit maakt, zo dat onze gedachten, onze handelingen, onbewust of bewust erop blijven afgestemd
Gek van mij dat het me bezighoudt in een geschrift dat even het daglicht zal zien om daarna te verdwijnen; gek zelfs dat ik er de aandacht heb op gevestigd, een fractie tijd heb over nagedacht en mijn gedachten neergeschreven.
De vinger te hebben gelegd op het ongelooflijk wondere ervan, een aarde slingerend om haar zon, een wonder dat we niet afzonderlijk willen zien omdat alles hier verwondering IS.
En ik herhaal wat ik gisteren schreef dat de ontastbare, onzichtbare particules geest er ‘altijd-altijd’ moeten geweest zijn om zich te materialiseren op het ogenblik van de Big Bang. Een materialisatie waaruit het Universum zal ontstaan: zon en aarde, leven en homo sapiens.
Het is een beeld dat ik hier oproepen wil. Ik denk dat het een kans maakt uit te komen.
Ooit.
31-01-2024, 16:07 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
30-01-2024 |
De zin die me zal overleven. |
Ik schreef reeds - niet eenmaal maar wel ettelijke malen, - dat de Kosmos er was opdat hieruit de mens zou kunnen ontstaan, niet de mens zoals we hem nu kennen, een schakel naar een meer en meer geest ‘wordende’ homo sapiens-sapiens. Ik heb evenwel geen idee hoe die er dan zal uitzien of hoe hij er dan zal zijn.
Ik weet dat dit een gewaagde vooropstelling is, maar het leven, zoals het zich ontrolt aan onze ogen, waarbij we dieper en dieper doordringen tot de kern van wat amper nog materie kan genoemd worden, wijst in deze richting. En hiervoor put ik nog maar eens uit Fritjof Capra’s ‘Tao of Physics’:
‘In atomic physics we are in fact also confronted with a problem for which no answer can be found because matter at the subatomic level does not react as we are used to. In my very poor (sic) opinion this is only because subatomic matter does not exist but should be called ‘ matter-spirit’, or the matter of the spirit. I think that at the said level spirit becomes visible or observable. And being spirit the particle decides itself (himself) if it will be observable at all or in what form (in wave or particle). I don’t know this for sure and I surely can’t prove it but I only can guess this phenomenon by intuition.
Deze idee was dus -, wellicht dankzij Capra - van bij de lezing van het boek in 1983 af, in mij aan het broeiën: de geest die zichtbaar wordt als materie en daarenboven ‘zelf’ beslist onder welke vorm Hij (of Het of Zij) gezien wil worden.
Ik kan dit absoluut niet, evenmin als Capra bewijzen, maar het is een logische bevinding die kan blijven gevonden worden. Ik heb dit altijd aldus intuïtief aangevoeld als een zekerheid en heb het al vroeger als dusdanig neergeschreven.
Het betekent ook dat dit deeltje geest, de kleinste bouwsteen is en dat alles, ook het ontstaan van het Universum, gezien moet worden met als vertrekpunt dit deeltje geest.
Misschien, en dit is een nieuwe gedachte, misschien waren die deeltjes er reeds vóór de ‘Big Bang’?
Als ik dit schrijf op deze morgen - en het straks inlog - ben ik er me van bewust dat ik geen dagbladartikel schrijf, geen tekst om in om het even welke roman opgenomen te worden.
Ik vermoed sterk dat Stefan Hertmans in de massa essays die hij geschreven heeft nooit eenmaal zo ver is gegaan, en het is meer dan een vermoeden.
Maar ik weet ook dat wat ik hier achterlaat me overleven zal.
30-01-2024, 06:02 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
29-01-2024 |
Stil geluk. |
Er zijn momenten, en ze zijn veelvuldig, dat ik me gelukkig voel met mijn bonsai en het boek erbij. Ik durf het schrijven omdat het zo is, omdat er ogenblikken zijn dat alles in mij geconcentreerd is op deze twee ‘levens’ naast en vóór mij.
En ik noem ze levens want het boek is er een en de plant is er een want ze spreken tot mij is het niet in woorden het is in gevoelens en veel heb ik niet meer nodig opdat gevoelens een vreugde zouden zijn, een blijheid in mij die ik enkel vermelden kan maar niet beschrijven, want wat zeg je over de kleine dingen des levens, le curé de Crécy (Bernanos) wist het ook en ik weet het ook en had hem niet nodig om het te ondervinden.
Je zegt me, waar schrijf je nu over, maar het typeert mijn ingesteldheid deze morgen, verschillend van andere morgens-ingesteldheden; deze van gisteren bijvoorbeeld of deze van eergisteren. En de gevoelens van vandaag zijn er precies omdat deze van de vorige dagen anders waren, hoe weet ik niet meer zo precies maar ze waren anders.
Daarom ook is het dat ik deze van vandaag grijpen wil met beide handen en ze vereeuwigen in deze enkele woorden, alsof het de geslaagde foto was van een trosje bloemen: dalkruid en salomonszegel en blauwe hyacint in de klaarte van het bos uit mijn jeugd en voeg er maar de bosanemoon en het speenkruid aan toe. Dit ruikertje is er het beeld van nu ik terug ga naar wie ik geweest ben en eigenlijk altijd ben op momenten zoals deze. Momenten in mijn dagen als ik het leven houdt met volle teugen, het kleine koesterend, zelfs al zijn het maar herinneringen die er waren of waarvan ik nu denk dat ze er waren.
De macht die ik heb te schrijven wat ik schrijf of de woorden te nemen zoals ze voorbij schuiven wat een heerlijk bestaan dit geeft, zelfs al is het maar voor enkele ogenblikken, deze van het schrijven, met de nagalm ervan gespreid over mijn dag tot het herlezen ervan, het herontdekken van de woorden die ik in de morgen heb geschreven.
Of hoe ik leef en hoe de dagen zich soms openen op het wondere licht van een morgen laat januari.
Te weten dat dit toegespitst op mezelf grote momenten waren die ik beleefde en zal blijven beleven verder op de dag want niets zal ze overtreffen.
Ze staan te bol van stil geluk.
29-01-2024, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
28-01-2024 |
Waar ik uitkom. |
Zo ook, bedwelm me in de morgen of ver in de dag met een cellosuite van Johan Sebastian Bach en ik word stil en ontvankelijk voor alles wat naar binnen is gekeerd, ogenblikken lang, hoe grijs ook de luchten in en over mij, ik leef op, klaar om te beginnen.
Satie of Bach eigenlijk doet alle muziek het. De muziek heeft de kracht te metamorfoseren me binnen te leiden in een wereld die gevuld is met klanken en herinneringen en gedachten van waaruit mijn dag – mijn schrijven – kan opstaan uit een vruchtbare grond.
Ik schrijf dit nog maar eens want hoe moet ik anders beginnen om uit te komen waar ik nog geen flouw idee van heb, ik kan nog alle kanten uit, de meest verrassende eerst. Zo ver sta ik al, het is amper zeven in de morgen, om deze morgen niet te vergeten, maar waarvan ik toch vergeten zal hoe hij anders was dan de dagen ervoor.
In feite hechten zich de ogenblikken dat ik schrijf aan elkaar, deze vingen aan ver in de tijd en liggen vast in impressies en in een grote variëteit aan gedachten. Ik kan er uit putten of ze laten alsof ze niet zouden bestaan. Gewoonlijk gebeurt dit zo: verder te gaan de tijd die me rest binnen want dit is waar ik vertoeven wil in het onbekende waar ik nog niet was.
Ik vertrek dus elke morgen voor een nieuwe reis, het heerlijke eraan is dat ik niet weet waarheen maar dat het toch ergens is waar men me verwacht: een vergeten vriend, een huis waar ik ooit was, een plaats in Kawkaban in Yemen voor een afgrond waar ik ooit stond en de naam die ik riep toen vijfmaal weerkaatst of nog, aan het bergmeer waar mijn jongste dochter onlangs nog was en waar ze zat met haar blote voeten in de In het water weerspiegelde sneeuw.
Momenten in mijn leven die ik dacht vergeten te hebben maar deze morgen terug zijn opgedoken.
Me niet verrassend.
28-01-2024, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
27-01-2024 |
Matigheid. |
Voor je me opzoekt vraagt je je wellicht elke dag af wat je te lezen zult krijgen als je binnenkomt op mijn blog, misschien ook, of ik er nog altijd ben.
Vreemd is dit niet. Ik ook vraag me elke dag af hoeveel er zullen zijn die me gaan lezen, hoe ze me ontvangen zullen en eventueel of ze me eens beoordelen zullen, want dikwijls gebeurt dit niet.
Dit is mijn background als ik schrijven ga, dit is waar ik ben op afgestemd nu al sedert jaren en ondertussen is dit gegroeid tot een gewoon iets, als het zicht van de bomen voor het venster.
Ik trachtte vanmorgen een gedicht te schrijven zoals Eric Satie een heerlijk stuk pianomuziek componeert, maar mijn verwachtingen werden maar beperkt ingelost.
Zoals het de laatste tijd met mij gesteld is komt de poëzie heel langzaam op gang, ik ken niet die spontaneïteit van Satie, want het is op hem dat ik wens ingesteld te zijn, simpelweg zonder al te hoge woorden zonder teveel uiterlijkheden: woorden die passen bij het ‘weinig’ persoon die ik als ouderling nog ben de persoon die ik toon aan mijn omgeving, misschien, medelijden opwekkend als ze zien hoe ik me verplaats.
Echter, en dit is een troost, misschien zien ze me anders als ze me lezen, misschien ben ik dan nog iemand waarvan de woorden de kracht kennen hem te kronen met wat resten jeugd die zijn falende gang ruim compenseren:
Zo mag ik nu eens terug naar een gedicht dat ik ooit schreef en waar ik nu een deel van schrap:
Van Eric Satie zijn gymnopédie die me tot roerens toe bekoorde:
een gedicht gedacht, maar niet geschreven wat ik dacht, uit schuchterheid verzwegen.
Nochtans een leven lang veel woorden bij elkaar gebracht om ergens uit te komen, dat veelal nergens was.
Gedicht gedacht, uit het ver voorbije in het morgenlicht de zin gelicht her-opgetuigd in klank en ritme te ontoereikend echter te mateloos.
Gedicht gedacht, en woorden niet geschreven maar naast mij neergelegd op tafel, waar ze liggen blijven onverrichterzake.
Om te verzwijgen, een gedicht gedacht, niet uitgebracht.
Matigheid is de regel.
27-01-2024, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
26-01-2024 |
Dit had een gedicht kunnen zijn. |
Dit had een gedicht kunnen zijn.
De golflijn van de branding als teken van het onverbiddelijk oneindige van alle zeeën en alle oceanen, de lijnen op het strand getrokken, getekend zonder verzwakking, keer op keer, sedert het begin der tijden,
alsof het water de hartklop van de aarde is en de lucht erover, de hartklop van de geest: het zichtbare in het onzichtbare levend in het nu van het nu.
Dit had een gedicht kunnen zijn.
Je loopt op de waterlijn, de zee is in je hart. De winden die gedachten zijn, elke vezel ervan geladen met elke vezel van wat is geweest en komen zal.
Wie je bent, van waar je komt en waar je heen zult gaan, opgeslorpt, door tijd en ruimte, al denkt je het anders, maar wat is van de meeuwen is van jou.
Dit had een gedicht kunnen zijn.
Van wat nog komen kan of niet, omwille van te vroeg of te laat; omwille dat het dromen waren of teveel realiteit dan ze zijn uitgekomen.
Immers je weet maar nooit wat je schrijven zult op morgens zoals deze, als woorden worden neergezet in het gezang van Debussy, en je van de zeeën hier bezeten bent, een pelgrim wandelend in een aureool van golven licht.
Overrompeld met het gedicht dat had kunnen zijn: barrevoets in het water, de zee die je omspoelt, ebbe of vloed, en niets hoeven te houden, niets van wat was, en niets van wat nog komen zal niets meer dan wat bewegen op en af.
De zee die je wilt zijn, de adem van de golven. Hier het boek te lezen dat van je leven is, omdat je van dit ogenblik bent en van niets meer, dan van de zeeën over jou gespoeld, gewenteld.
Het had van vele zaken de essentie kunnen zijn je voeten op de waterlijn geen sporen nagelaten, alleen wat woorden achteraf, gelukkig maar.
Dit alles hier, had een gedicht kunnen zijn, en ook niet ware de zee er niet geweest.
26-01-2024, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
25-01-2024 |
De tijd die is. |
Ik dacht te heersen over mijn dagen maar het zijn de dagen die heersen over mij. Ik onderga het licht dat opkomt en wegdeemstert, het is het overheersend gevoel dat ik meen te kennen vandaag, een gevoel dat me enigszins verlamt, dat me leeg haalt.
Sta me toe te zeggen dat ik even wil stoppen dat ik nu, deze ogenblikken, niet ga zoeken naar de woorden die klaar moeten liggen voor mij op een plaats ergens omheen of in mij.
Was de mogelijkheid me nog gegeven, ik zou nu de velden ingaan, de geuren van de dode aarde en de grijze luchten over mij en de Ik zou me licht voelen, klaar om op te stijgen en te verdwijnen. Niets anders zijnde dan wind en lucht, gedachteloos weg te drijven de wolken in, niet verlangende nog ooit te keren, ogenblikken lang dit te denken zonder enige tegenstrijdigheid.
Maar het is wenselijk hier te blijven in de warmte van he huis en stil te zijn, neer te liggen even maar en weg te zinken in de totale rust van het zijn niet wachtende, niet vooruitziende.
Al ligt het niet in mijn aard gedachteloos te zijn, niet in mijn aard niet te denken aan wat het leven is noch wat het sterven zou kunnen zijn, noch aan wat was, noch aan wat komen kan. Enkel met de ogen dicht.
Ik dacht toen ik liggen ging, wat komt hier uit voort, welke woorden zijn het, ondanks mijn pogen woordeloos te zijn, die me bestormen zullen, om te zeggen wat nog niet gezegd werd, noch gedacht, noch klaar gezet om gedacht te worden.
Maar hoe goed ik me voelde, ineens, vrij en onbevangen te zijn en te blijven en in die sfeer van onbevangenheid opgenomen te worden voor een lange tijd, met een potentie aan gedachten ver achter mij, massa’s woorden die niet staan te drummen: een effen bergmeer met de sterren erin lijk woorden in mij, ondergedompeld.
Zo is het dat de tijd van het niet-denken de tijd is van het schrijven over het niet-denken. Een vreemd iets, schrijvend te vertellen dat je gedachteloos bent, terwijl je woorden neerzet die gedachten zijn.
Maar anders hoe kun je ooit duidelijk maken dat er in jou het verlangen is om neer te liggen en te bestaan alsof je er niet bent, alsof je er ligt, weggestopt in een doos, zoals Schrödingers kat, noch levend, noch dood, een lange tijd.
Afhankelijk van wat de volgende zet zal zijn van de tijd.
25-01-2024, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
24-01-2024 |
De Kunst van de Islam. |
Ben ik te ver gegaan gisteren, is de Islam zoals ik hem terugvind in de schitterende documentaire hierbij https://youtu.be/ugvQIjwbd6U?si=5qMxElAN5tN-V5Tl eerder ‘a blessing’ dan een kwaal?
In elk geval zeker wat de kunst en de kennis betrof het waren onovertrefbare hoogtepunten, nu volledig uitgestorven, weggewaaid door de tijd als ik zie welke bouwwerken, en dan vooral moskeeën, er nu opgetrokken worden in het ‘moderne’ Arabië; hoe pover aan versieringen en hoe tot de essentie herleid de Koranteksten erin verweven.
Ik vermoed dat het eerder een gebrek aan tijd is, dat alles te vlug moet gaan, dan een gebrek aan kunde en/of kennis. Misschien is het ook dat de Allah van Mohammed en de manier waarop hij geëerd en aanbeden werd een andere wending heeft genomen en het nu een kwestie van prestige geworden is in plaats van religiositeit.
Ik was in Granada in de Alhambra en heb verbaasd, meegesleept zelfs en ontroerd, opgekeken naar de kunst van die tijd - de kunst waar we aan ‘ontsnapt’ zijn – als ik de beelden zie die me uit Abu Dhabi bereiken is ontgoocheling mijn deel.
Ik was ook in de moskee van Damascus, waarvan sprake in de ‘you-tube’ hierboven en ik vraag me af wat ervan overgebleven Is en hoe Aleppo en de moskee aldaar er vandaag uitziet, dus wat de heersers van vandaag er van gemaakt hebben en welk respect ze nog hebben opgebracht voor wat hun aartsvaders hen hadden overgelaten.
Ik zie ook welke impact de leer van Mohammed in zijn beginfase moet gekend hebben als ik de foto’s zie van de ‘Dome of the Roc’ in de zevende eeuw gebouwd (af in 691), zo vermeld in de Joodse geschriften als opgetrokken boven de rots waar Abraham zijn zoon Isaac ging slachten.
En dit was maar een begin als ik zie wat erna gebouwd werd in de naam van Allah.
We hebben hen gevolgd in kunde en geloof in de twaalfde eeuw met de bouw van onze eerste gotische kathedralen.
24-01-2024, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
23-01-2024 |
De vraag die we ons stellen? |
Er zijn hier in het westen religieuze stromingen aan gang die me een zekere vrees inboezemen: de gedachtewereld van een opkomende jeugd, gevormd in totaal andere omstandigheden met totaal andere waarden en zeker met een andere kijk op dood en leven in het zicht van een God die hen onwankelbaar eigen is, een eigenheid die elk tegenbeeld niet alleen verwerpt maar ook veroordeelt.
Voor het ogenblik nog onderhuids aanwezig maar de uiteindelijke impact ervan zal zich onvermijdelijk maar zeker, een of meerdere generaties verder, manifesteren als een pletrol. Komt hierin geen evolutie – een soort ‘Verlichting’ die optreden zou in de Islam van bij ons – dan wordt dit een onvermijdelijke gang van zaken.
Er zijn beelden van veranderingen genoeg die zich in het verleden hebben voorgedaan: de opkomst van het christendom is er zo een, de opkomst van de Verlichting, en thans heel duidelijk de opkomst van de islam, die in het westen lang werd tegengehouden door de oude krachten van het christelijk gedachtengoed en de inspiratie van de Verlichting, maar nu, door én het afzwakken van deze westerse krachten én de opkomende infiltratie van de islamgedachte, leiden kan tot een clash van culturen waarvan de uitkomst vermoedelijk kan uitdraaien in het voordeel van de nieuwgekomene, met voor ons, ‘het westen’, al de gevolgen van dien.
Indien er iemand zou opstaan die deze wereld van nu beschrijven zou, dan zou hij tot de vaststelling komen, dat de Verlichting die in onze gewesten de religie heeft overspoeld, uitgedraaid is op een installatie van het technische, het materiële, het geesteloze – geest in de zin van verdieping – , in het bijna-absurde wat de kunst betreft; de vaststelling ook dat we in de toekomst op het punt staan terecht te komen in een draaikolk van nieuwe gedachten waaruit, de sterkst compacte, de meest strijdende, alle andere overstijgen zal.
De vraag die ons vandaag bezig houdt is de volgende, hoe zal het westen binnen een kwart eeuw er uit zien. In welke mate zal de Islam – de sharia - ons leven zijn binnengedrongen en vooral, zullen we nog, zoals het deze middag op Klara het geval was, kunnen luisteren naar de Negende van Beethoven?
Stel dat die uitgestoten zou worden?
23-01-2024, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
22-01-2024 |
Onaangeroerd laten. |
De Standaard der Letteren van 20 januari opent op zijn voorblad met een passage uit de roman van Joost de Vries, ‘Hogere machten’. Een passage die ik afschuwelijk vind en niet alleen afschuwelijk maar mensonterend, dan toch voor mij. Als dit de maatstaf is voor de huidige Nederlandstalige Literatuur dan zijn we er goed aan toe, bij Louis Paul Boon bleef alles, als het seks betrof, gevoelig menselijk, hier druipt, in deze lijnen het dierlijke ervan af.
Wat wil de SDL ermee bereiken? Want er moet hier op de redactie bij hen over gesproken zijn alvorens de beslissing te nemen precies deze passage op het voorblad te zetten.
Ik neem node gans onderaan een deel ervan over om het jullie gemakkelijk te maken maar ze onteert me als mens en als schrijver.
Hoe diep is onze ‘beschaving’ gevallen, in welke afgrond zijn we terecht gekomen opdat een tekst zoals deze afgedrukt, het voorblad zou halen: is het om te belichten hoe diep we gevallen zijn of is het om het boek aan te kondigen als grote literatuur? Wat er ook moge van zijn de recensie van Christophe Van Gerrewey glijdt erover:
‘Van romans wordt wel eens verwacht dat ze genadeloos illusies ontmaskeren en ons – als mokerslagen – treffen met harde waarheden. Joost de Vries staat in een andere traditie: hij fantaseert over mogelijkheden. En specifieker over macht en geluk.’
Welk geluk er voort kan komen uit wat hij schrijft en hoe hij het schrijft, weet ik niet maar erover zwijgen schijnt me het waardigste toe.
Gelukkig werd ik die morgen letterlijk een tweede maal overrompeld, maar dan in de tegengestelde zin door het tweede deel van ‘Der Abschied’ van ‘Das Lied von der Erde’.
Ikzelf ken weinig pakkender muziek dan deze passage gedragen door de woorden van de sopraan:
Er stieg vom Pferd und reichte ihm den Trunk des Abschieds dar. Er fragte ihn wohin er führe Und auch warum, warum es müsste sein…
En het vervolg naar het einde:
Die liebe Erde allüberall. Blüht auf im Lenz und grünt aufs neu: Allüberall und ewig blauen licht die Fernen. Ewig, ewig, ewig.
Misschien Bach uitgezonderd, maar Bach is uitstralend naar het goddelijke, is religieus, Mahler is diep menselijk, dringt door tot het kosmische.
Ik kan niet vergelijken of wil niet vergelijken het zou een nonsens zijn, maar ik lees de vreugde in de ogen van de leden van het orkest en in deze van de dirigent als ze rechtstaan voor het publiek en de ovatie in ontvangst nemen, al weten ze niet of die bestemd is voor hen of voor Gustave Mahler.
Ik ook weet het niet, maar het boek van Joost de Vries zal ik onaangeroerd laten.
PS. Ik neem de tekst niet over, ik kan of wil hem niet schrijven. Je hebt me te geloven op mijn woord.
22-01-2024, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
|
 |
E-mail mij |
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
Gastenboek |
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
|
|
 |