Waar kom ik uit vandaag, welke weg ga ik nemen om mezelf te verbazen, het doel dat ik me elke morgen stel van het ogenblik dat ik de dekens wegschuif over mijn moe gelegen lichaam en nog half slapend binnentreed in mijn geest.
Het houdt me bezig terwijl ik me was en scheer en het ontbijt klaar zet en dit loopt door tot het ogenblik van het schrijven zelf het sacraal moment van de dag, het moment dat ik een ander persoon word, de spanne tijd dat ik begaan ben met woorden, zinnen en gedachten.
Ik hoef het eigenlijk hier niet te vermelden het is een soort ceremonieel dat zich elke dag afspeelt maar nu het er staat laat ik het, wellicht is er een reden dat het er staat, een reden die ik nu nog niet ken. Zo zijn er heel wat zaken die we doen waarvan het waarom pas later te voorschijn komt zodat alles zijn reden heeft.
Wat opvalt achteraf is dat we elk ogenblik van de dag daden stellen die de machine in ons stelt, ondoordacht. Zo loop ik dikwijls rond in het huis niet bewust van de dingen die ik doe en niet weet dat ik ze gedaan heb, een totaal verlies van de tijd die voorbij is geschoven, en er zijn soms veel van dergelijke momenten tijd. Het is dan ook onvermijdelijk dat we ons ‘beklag’ doen over de tijd die vliedt.
Pjotr Ouspenski[1] leerling van Gurdjief wist het maar al te goed dat je bij elke handeling bewust moest zijn dat jij het waart die deze daad stelde waarbij lichaam en vooral de geest betrokken bij was.
Dit is geen eenvoudige ingesteldheid, dit vergt oefening omdat, zelfs als we ons voornemen het te doen, het enorm moeilijk is er voortdurend ten volle aan te denken.
Evenwel het bezorgt je een gevoel van leven, van er te zijn, er te staan, bewust van wat je doet en van wie je bent, alles belangrijk zijnde, de grote als de kleine dingen.
Eigenlijk, volop bewust leven is de enige manier om de tijd te overwinnen.
[1] Ouspenski Pjotr: ‘Fragments d’un enseignement inconnu.’ Stock 1975.
|