Geschriften
Inhoud blog
  • Afscheid
  • Opgenomen.
  • Hoe ik er sta, vandaag?
  • Waar ben ik mee bezig?
  • Gesprek op zondag.

    Zoeken in blog



    17-08-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Geborgenheid.

     

     

    Dring niet aan, laat me in de kleine sobere wereld van mijn blogs, laat me mijn laatste dagen/ maanden doorbrengen in peis en wachten tot het creatieve in mij is uitgedoofd. Ik zal alles klaarleggen, zoals Kafka, maar dan niet om het te vernietigen maar om het te verspreiden in de wereld. Dit is wat ik er over denk en hoe.

    Trouwens het boek is, noch min noch meer, een romantische bundeling van de blogs die je te lezen kreeg, de vrucht van tien jaren én van de jaren die er aan voorafgingen. Zo wat je niet hebt is de boekvorm ervan.

    Er is geen alternatief, tenminste ik zie er geen, ik blijf gedoken, ik ben een te complexe man opdat ik ineens het hoofd op hol zou laten slaan, want de verbeelding speelt bij mij een grote rol. Ik droom ervan gelezen en vertaald te worden, vertaald tot in het Japans toe, maar ik ken genoeg de beperkingen van mijn werk om  te weten wat die dromen waard zijn. Ik wil me dus elke ontgoocheling besparen om me niet terug te vinden, gestapeld, in de ruimtes van ‘De Slegte’.

    Zo, ik ga verder, Ik blijf ademen al schrijvend. Ik blijf de moed opbrengen om een belangrijk deel van mijn dagen te spenderen aan mijn blogs, dit tot mijn heil en glorie. Ik schrijf dit, me herhalend en herhalend om me zelf ermee te besprenkelen en op te monteren als het minder goed gaat.

    Blijf me dus lezen. Ik ben, al het andere terzijde schuivend, een gelukkig man die je elke dag, of het nu een werkdag is, een zondag of een hoogdag zelfs een brief mag schrijven over welk onderwerp ook. In deze samenhang hebben alle dagen een zelfde kleur en invraagstelling,  een zelfde textuur en kennen dus een zelfde inzet van ons beiden  dan nog wel.

    Het loopt nog altijd, het vlot beter en beter, zelfs al stokt het soms even. Zo bestaan we, het is ons levensritme en behouden we wat is. Zelfs al stel ik vast dat ik er, na ten volle tien jaar, slechts een vijfentwintig lezers heb bereikt - mijn woorden schrikken sommigen af, men zegt het me regelmatig, maar niemand die het schrijft - maar wat kan ik er aan wijzigen, ik neem op wat me aangeboden/ingegeven wordt, op dat punt ben ik niet altijd kieskeurig. Zo besta ik nu eenmaal: doe wel en zie niet om, of Eliot, een broeder in de geest: ‘For us there is only the trying, the rest is not our business.’

    Dit is met wat ik besluiten wou, maar het is duidelijk, wat mijn manuscript betreft en de publicatie ervan is het duidelijk wel ‘my business’. Zo ervaar ik het toch en zo beoordeel ik het. Eigenlijk is het weinig hoffelijk tegenover mezelf, maar liefst geen pennetwisten op mijn leeftijd. Laat de vijver in mijn omgeving mijn toevlucht blijven. Ik leef er geborgen en geborgenheid schaadt niemand, ook niet jezelf.

     

     

    17-08-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    16-08-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Le défi.

      

    Ik zal niet terugkeren naar de Home waar de pianiste - ik hoorde dat haar naam Jacqueline is - verblijft. Ik voel me er benauwd onder hen die me argwanend bekijken. En als ik dan herlees wat Rik Torfs in een column in HLN van 3 augustus vertelt, dat de filosofen die aan de universiteiten doceren overwegend links zijn[1], dan voel ik me even benauwd om met mijn manuscript buiten te komen in die wereld die door Torfs getekend wordt op basis van statistische gegevens.

    Ik kom dan met mij n werk terecht in de wereld van de beeldhouwer-tekenaar die tentoonstelt, of in deze van andere vrienden, de schilder van tere, poëtische Vlaamse Ardennen’-landschappen uit een vorige generatie, en deze van de zeegezichten, spiritueel à la Van Saene. Ook zij voelen zich uitgesloten uit de wereld van de kunst van vandaag.

    Mijn werk is a-links heeft niets gemeen met de linkerzijde die de literatuur overheerst en de kunst in het algemeen

    En zeker het filosofisch denken. Ik pas er helemaal niet in en ik word nu, op mijn leeftijd geconfronteerd met een probleem. Ik heb een uitgever die ‘kosteloos’ zegt hij mijn manuscript uitgeven wil. Aan de uitgave gaat evenwel vooraf, een screening door een Lector en een digitalisering van de tekst. Ik aarzel om die uitgave te doen, omdat ik aarzel de stap te zetten het werk uit te geven en terecht te komen in een ‘turmoil’ van kritiek die ik op mijn leeftijd niet meer aankan. De moed en de kracht ontbreekt me hieraan het hoofd te bieden  en me te verdedigen tegen een Verhelst of een Lanoye of om het even wie, van een of twee generaties na mij.

    Voor mij dringt de tijd om af te wegen wat ik nog vermag. Beroemd zijn, je naam in de media om een of ander exploot, is geen maatstaf om naar te leven, het heeft zijn negatieve kanten die de voordelen, er eventueel aan verbonden, te niet doen.

    Ik vind dus dat mijn aarzeling, mijn weigering tot publicatie een grond heeft. Ik ga me niet te grabbel gooien. Mijn werk is een poging geweest een bloem te laten opstijgen uit de humus die thans deze is van de literatuur die opgang maakt. Het is een bloem die in peis en vree geen zaad kan dragen en niet bestand is tegen welk onweer ook.

    Want wat er geschreven staat is wat Maurice Gilliams in gedachten had: ‘een boek zonder opvallende gebeurtenissen, zonder intriges, zonder begin noch einde’. Eigenlijk is het een boek dat de wereld wil veranderen, een boek met een visie op de mens, niet deze van een dichtbije toekomst maar van een ver afgelegene, met een visie op de homo sapiens die ik zie als het prille product van een kosmische evolutie.

    Wat vangt je hier mee aan in tijden van cholera, hoop op beterschap?

     

    [1] Meer dan 20% van de ondervraagde filosofen vond zich zelfs extreemlinks en nog eens 39% links. Samen vormen ze een stevige linkse meerderheid waarvan Elio Di Rupo enkel kan dromen…’

     

    16-08-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    15-08-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ontmoetingen die ons gevormd hebben

     

     

     

    Er zijn onder jullie, lezers die me opzoeken in het brandpunt van de nacht. Ik  volg het op en stel me de vraag wat is het dat hen wakker houdt, is het de slaap die maar niet komt of, maar dat schrijf ik zo maar, is het voor een deel nieuwsgierigheid naar wat ik al zou geschreven kunnen hebben.

     

    Ik heb een vermoeden van een dame onder hen, maar ik kan me vergissen natuurlijk. Ik heb ooit, zeker meer dan veertig jaar geleden, in het agentschap van de NBB in Gent, een eerste vrouwelijke bediende zien binnenkomen, Marie-Christine, een naam die zingt. Ze kwam er als achttienjarige terecht in een mannenwereld en werd er de bloemenruiker in een vaas midden op de tafel. Ze is er niet lang gebleven maar met de vele kwaliteiten die ze bezat is ze geslaagd in een examen van de Europese Gemeenschap. Een bepaalde dag moet ze over mijn blog gestruikeld zijn en heeft ze me van dan af, regelmatig een ‘nachtelijke’ e-mail gestuurd, eerder om me te melden hoe het met haar en haar familie was gesteld, dan me iets bij te leren over mijn blog. Ze las me, vertelde ze, gewoonlijk na middernacht, wellicht als al haar huiselijke zorgen stil lagen of dan toch gedempt. Wat me verontrust nu is dat ze al een (te) lange tijd zwijgt.

     

    Het is maar dat er met de jaren - van sommigen van in het begin - een hechte band is gegroeid tussen jij die me leest, waar je ook bent en hoe ook je er bent, en ik die je schrijf. Je getrouwheid eert me, ‘it rejoyces me’. Zeg ik het vlak af: het is de essentie van mijn geestelijk leven geworden. Alles keert en draait er omheen, baadt erin van het vroegste licht in de morgen tot de eerste planeten aan de hemel en ver nog erna, tot diep in de nacht is de opzet ervan in mij aanwezig.

     

    Je weet het voldoende, ik voel me verplicht het te blijven herhalen. Ik voel me, als het toegestaan is licht te overdrijven pour mieux me faire comprendre, als een leerling van Ouspensky, hijzelf een leerling van Georges Gurdjieff. Alles - zegge een belangrijk deel - wat hij geleerd had en verwerkt heeft opgetekend in zijn ‘In search of the miraculous’, en ik nu verder op mijn manier aangevuld, tracht ui te dragen. Een boek dat als gevolg van een vreemde geschiedenis bij mij is aangekomen en me bezig heeft gehouden, zoals ook het boekje van Borges, ‘Nueve ensayos dantescos’ een even vreemde herkomst kent, en ook dit van Fabre d’Olivet: ‘La Langue hébraïque trestituée’.

     

    Of hoe in de loop der jaren onze geest gevormd wordt, gesmeed wordt;  welke elementen erin terecht komen en op welke wijze al deze elementen zich in elkaar verweven opdat we zouden opstaan een morgen in de meimaand en beslissen zouden, elke dag een blog te schrijven over wat je weet en meent te weten; de dingen af te tasten die er zijn zichtbaar en onzichtbaar, met een voorkeur voor deze laatste omdat deze meer mogelijkheden bieden.

     

    Er zijn ook andere boeken geweest, die me op de een of andere wijze werden opgedrongen, die ik zelfs kreeg toegestuurd van jullie die me lazen - een soort van dankbaarheid wist je me te vertellen - en me onvermijdelijk geholpen hebben op mijn pelgrimstocht in het spiritueel oneindige. Zoals er ook andere ontmoetingen dan deze met boeken zijn geweest.

     

    Louis Pauwels, zoon van een Gentse moeder en een vader die niet is opgedaagd, stichter van ‘Planète’ en schrijver van tal van verhalen over al het bevreemdende dat de geschiedenis ons verborgen houdt, schreef een boek, ‘Comment on devient ce que l’on est’. Het is verbazend vast te stellen hoe kleine feiten, gespreid over de jaren, grote gevolgen kunnen hebben.

     

    Als ik het naga is het ook mijn geval geweest.

     

    15-08-2019, 06:57 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    14-08-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Overwinnaars

     

     

    Als ik ontwaak, vanmorgen, als ik het gordijn openschuif, is het dan niet zo dat het licht dat ik zie, dat ik lees, dat ik voel, dat ik smaak, het eerste tere licht van de herfst is, dat de zomer voorbij is, of is het slechts een aarzeling van het licht en een aarzeling in mijn gedachten, een verre roep van wat was van de vele dagen voorbij geschoven, geluidloos zoals ze er nu liggen gestapeld?

     

    Dit is het dan, opgesloten in je boeken, zie je niet hoe alles aan het verschuiven is, hoe de aarde door de ruimte glijdt en je meeneemt op haar tocht. Jij zelf niet veel zijnde, geen veldheer, geen spelbreker, niets vermogend dan toeschouwer zijn van al wat is en als dusdanig ondergaan de krapte van de uren en de dagen; zelf herfst te zijn tot in je lichaam.

     

    Je waart, een hele tijd nu al, ver weg. Je keek niet om, je had geen oog voor wat er gebeurde om je heen, hoe licht en schaduw was, hoe het waaide en regende, hoe de vruchten zwellen gingen, hoe ze rijpten. Je zat waar je altijd zit in andere oorden, in andere tijden, in andere gevoelens. Je waart niet van de dagen die zich wentelden over jou, je zat diep geborgen in je woorden die je ver bent gaan halen als een homeless iemand, een zwerver in het oneindige van wat nog te ontdekken valt en te ontdekken blijven zal.

     

    Schrijft T.S. Eliot in zijn  'Ash-Wednesday I':

     

    ‘Because I do not hope to turn again’…

    Desiring this man’s gift and that man’s scope

    I no longer strive to strive towards such things…

     

    Ik moet er dus uithalen al wat er nog uit te halen is, en de tijd is mijn vijand, is hij die ik moet verslaan met de wapens die ik niet heb. Zo, dan overvalt hij me met het eerste licht van de herfst op een ogenblik dat ik er nog niet klaar voor ben en er in feite nooit klaar voor zal zijn. Maar het is zijn teken, het is een waarschuwing voor mij om me klaar te houden, alles in gereedheid te brengen om waardig de overstap te zetten. Een alleluja is het niet, een dovemans kreet evenmin:

     

    Because I cannot hope to turn again

    Consquently I rejoice, having to construct something

    Upon which to rejoice

    And I pray that I may forget

    These matters that with myself I too much discuss

    Too much explain.

     

    Hij wist het Eliot, zoals ik het wist in wat ik me blijf vertellen dat ik te ver ga in mijn woorden, te zeker wil zijn van wat ik achterlaat, terwijl het maar een steen is die ik aanbreng om het wad, (de Styx) over te steken, droogvoets blijvend.

     

    Het lot dat ons verenigt, dat ons samenhoudt, heeft zijn weerga niet. Het is de lijn getrokken van uit het nimmer gekende naar het nimmer gekende toe. Een lijn, een weg die we maar eens bewandelen zullen, immer rechtdoor naar het eeuwige Oosten toe, dat we bereiken zullen, hopelijk als overwinnaars, omdat we altijd overwinnaars hebben willen zijn, dronken van hoop als we zijn.

     

    Overwinaars van tijd en eeuwigheid.

     

     

    14-08-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    13-08-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Bijbel, mijn toevlucht.

     

    Ik voel het telkens ik begin en ik vrees het: eens val ik stil, eens ben ik leeg geschreven, leeg gedroomd en sta ik blootvoets zoals Mozes, ergens in/op zo geheten heilige grond te wachten op stemmen, op woorden die er niet meer zijn.

    Echter ik moet eens te meer voorbij aan dit moment van zwakte, mijn morgens werden een ceremonieel gedoe, dat onoverkomelijk geworden is en zo gebeurt het , dat ik nu en dan beroep moet doen op het Boek der Boeken dat lange tijd mijn gezel is geweest, maar dan voor het geschiedkundig deel  erin.

    Het Boek is aldus een toevlucht in nood, een bron van gegevens uit de Oudheid, die de aard van het volk van toen belichten. Zo vermeldde ik dat er op drie verschillende plaatsen in de Bijbel gesteld wordt dat een altaar moet gemaakt worden uit onbehouwen steen. We vinden deze regel terug in Exodus 20: 25, in Deuteronome 27: 5 en in Josuah 8: 31. Voor ons in het westen schijnt dit totaal onbelangrijk, maar ik geef er me toch rekenschap van dat het in vroegere tijden als noodzakelijk werd aanzien.

    De steen, een brok natuur, had als dusdanig een eigen leven, dat niet mocht worden te kort gedaan, niet gepolueerd door de beitel. De steen stond symbool voor het wezenlijk goddelijke. Zoals het gouden stierenkalf dat door Aaron gemaakt was terwijl zijn broer Mozes op de Berg aan het onderhandelen was met God, symbool stond voor Hij die hen had verlost van de Egyptenaren. Waarom het een stierenkalf was weet niemand, maar toch moet er een reden geweest zijn om dit dier uit te kiezen.

    Het zijn zaken die, hoe en wat ook, typerend zijn voor de geest van het volk ten tijde van het tot stand komen van de Bijbelteksten, die wellicht niet in een ruk geschreven zijn. Zo moet vers 3: 14 van gisteren, ook geschreven zijn door een wijs man die gelezen moet hebben over de Jahweh van de familievaders, Een naam die evenwel niet mocht uitgesproken worden, zodat hij genoodzaakt was er een omschrijving voor te vinden. En welke dan?

    De Bijbel is een boek vol verrassingen. Het is maar als men die regelmatig eens ter hand neemt en er gaat in bladeren dat men terecht komt bij situaties die ontstellend lijken, door het vreemd karakter ervan sterk opvallen, ons boeien en ons bijblijven.

    Ook de Koran, geschreven in de VIIde eeuw, met heel wat passages en personages overgenomen - min of meer - uit de Bijbel,  is een boek met evenveel verrassingen, maar dan totaal anders getint en anders ingedeeld en ingesteld.

    En dan zijn er van die eigenaardige toestanden. Zo weten we dat de Ka’aba gebouwd werd door Abraham en zijn zoon Ismaël. Wat die twee daar in Mekka zijn gaan uitvoeren is me heel vreemd. Kamal Salibi weet er echter meer over en situeert de begraafplaats van Sarah en Abraham heel dichtbij, in de grotten van Machfellah. Duidelijk is dat ons heel wat verborgen is gebleven; dat wat er staat gissingen (kunnen) zijn of schemerige benaderingen van waarheden.

    Maar wie struikelt er nog over. Ik vermeld het hier omdat die feiten zijn blijven hangen in mijn geheugen als feiten die waard waren bewaard te blijven voor de wereld na ons. In de hoop ook dat ze niet zouden verloren gaan en dat deze in de tijden die komen zouden blijven vragen oproepen, al ware het maar bij een kleine kern.

    Wat ik verteld heb is hierop ingesteld. Ik weet dat de Bijbel een rariteit geworden is, maar de woorden erin mogen niet verdwijnen, het boek zelf moet bewaard blijven, zelfs indien niet gelezen, het maakt deel uit van ons erfgoed; We zouden allen een Willibrord Bijbel in huis moeten hebben en houden, maar wie heeft er nog een kast met wat boeken?

    Trouwens de Bijbel is in Vlaanderen niet, zoals in andere landen gegroeid als familieboek dat overging van vader op zoon, een overgang die genoteerd werd in het boek zelf. Het Boek heeft, om het zo te stellen, nooit succes gekend in familiekring, het was zelfs verboden het te lezen.

    Zelfs in second hand bookshops is het een rariteit geworden, ondervond ik onlangs. Het is een boek dat aan het wegkwijnen is. Het bewijs van de hoofden die zich ledigen, zoals de kerken. In een zekere zin is het een verarming,  Is het een verloop in de richting van het nul punt waarin onvermijdelijk het negatieve punt verscholen ligt.

    Het Westen, als ik het zo zie, is het nog niet ten dode opgeschreven, dan toch is sterk in verval en heeft nood zich op te richten al was het maar om een zinnige bestemming te geven aan de vele leegstaande kerken in de dorpen van Vlaanderen. Bart De Wever in zijn culturele bewogenheid had er kunnen aan denken of, is dit te veel gewenst? [KLM1]

    13-08-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    12-08-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Exodus 3,14

     

    De voor mij meest prangende passage in het Oude Testament - ik alludeerde er reeds naar in een vorige blog - is Exodus 3, 14. En ik ben zeker niet alleen, George Steiner, in zijn essay over de Bijbel[1]  schrijft hierover:

    ‘Cependant, malgré sa texture hybride et sa voix brisée, le Pentateuque se déploie en une seule immensité. C’est celle de l’Exode 3.14: JE SUIS CE QUE JE SUIS. La tautologie, parfaitement intraduisible (JE SUIS CE QUE JE SUIS ou peut-être, simplement JE SUIS/JE SUIS) du Buisson ardent. C’est dans ces mots que le monothéisme d’Israël et de l’Islam s’enracine et ouvre son fondement.’

    We kennen de passage en kennen we ze niet, hoofdstuk 3 van Exodus is een prachtige tekst, zelfs voor een ongelovige moet hij overkomen als een literair hoogstaand stuk poëzie:

    Het is het verhaal van Mozes die de schapen hoedt van Jethro, zijn schoonvader, wanneer een engel van de Heer hem verschijnt ‘in a flame of fire out of the midst of a bush: and he looked, and, behold, the bush burned with fire, and the bush was not consumed.[2]

    En Mozes keerde zich van het vuur weg, en de Heer dit ziende zegde: Moses, Moses; En deze antwoordde: oHere am I. And the Lord said: Draw not nigh hither[3]: put off thy shoes from off thy feet, for the place where thou standest is holy ground.

    En dan zegt hij aan Mozes wie hij is, de God van zijn vader, van Abraham, van Isaac , van Jacob. And Moses hid his face; for he was afraid to look upon God. En dan zegt God dat hij weet heeft van wat het volk te verduren heeft in Egypte en Hij wil hen bevrijden van het juk van de Egyptenaren and to bring them up out of that land, unto a good land and a large, unto a land flowing with milk and honey; unto the place of the Canaanites, and the Hittites and the Amorites, and the Perizizites, and the Hivites and the Jebusites.

    En hij draagt Mozes op contact te nemen met de farao. Maar zegt Mozes, wie ben ik om dit te moeten doen, maar God dringt aan en Mozes vraagt zijn naam opdat hij kan zeggen aan de kinderen van Israël wie het is die hem zendt.

    En dan in vers 14 komt het antwoord: And God said unto Moses, I AM THAT I AM: and he said. Thus shalt thou say unto the children of Israel, I AM hath sent me unto you. 

    George Steiner zegt over dit vers: ‘Comme l’a noté Maître Eckhart, la singularité engourdissante de cette proposition, notre incapacité à la traduire à fortiori à la saisir pleinement, indique un exil de la langue dans la langue elle-même.

    Ikzelf heb lang gestruikeld over de zin en de betekenis van deze ‘I AM’, uitgesproken door een God, een soort van definitie waar niemand weg mee kon en waarom? Omdat die enkel te begrijpen is van uit het oogpunt van een God. Wat hier opgetekend werd door een wijs en groot schrijver, is een autodefinitie van God. God die het ZIJNDE is, niets meer maar ook niets minder. Iets dat nog nooit in die zin begrepen werd. Hij noemt zich het ZIJNDE omdat Hij al is wat is, omdat er niets is dat Hij niet is. Hij is alles en overal en die wijze man wist het.

    Vijftienhonderd jaar voor Christus situeert hij zich om ons te vertellen wie die God was. Er was geen aarzeling in de stem, hij projecteerde zich ver in de tijd, en hij liet het aan ons over om uit te maken wie ‘IK BEN’ was, als een boodschap naar de mens van de eenentwintigste eeuw die nu weet dat alles op een of andere gesofistikeerde wijze met elkaar verbonden is, in een Kosmos die IS en er is als een eenheid, levend, kloppend, groeiend.

    Misschien valt Hij of de Kosmos, ooit stil, zakt hij in elkaar, keert hij terug naar zijn oervorm: het er zijn zonder er te zijn, zoals Hij er was voor Hij er was tot de Big Bang kwam.

    Vooral, George Steiner, niet denken aan een antropomorfe God, als je IK BEN vatten wil, want dan zit je verkeerd. Denk eerder aan een God als maker van de New Physics en erin verweven.

     

    [1] George Steiner: ‘Préface à la Bible hébraïque’, Bibliothèque Albin Michel, Idées. 1996. Traduit de l’anglais ‘A preface to the Hebrew Bible’ par Pierre-Emmanuel Dauzat.

    [2] Gehaald uit De King James’ versie.

    [3] ‘kom niet dichter’.

    12-08-2019, 06:09 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    11-08-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Pentateuch of het Oude Testament.

    .

     

    Ik heb, in mijn Velikovsky-jaren, heel wat tijd doorgebracht in het Oude Testament, niet zoals Velikovsky zelf, niet zoals Robert De Telder, maar toch voldoende opdat bijzondere passages erin gegrift zouden staan in mijn geheugen, als zo iets afzonderlijk zou bestaan. Ik had er drie vertalingen van, later een vierde - een Spaanse vertaling van La Bible de Jérusalem - een boekje amper een vuist groot.

    Mijn voorliefde ging naar de King James’ versie van 1611, omdat er Steinbeck was geweest, zijn ‘East of Eden’ die me gewezen had op het bestaan ervan. En, omdat ik het geluk had gekend, en geloof me, ik voelde me er gelukkig bij, het op een heuglijke dag, het te kopen in Rye, dichtbij Dover en wel een in soepel leder gebonden, niet groter dan een gewone roman, maar met uiterst fijn papier, een parel van uitgave, van drukkunst.

    Ik weet nu dat de vertalingen uit het Hebreeuws, met inbegrip van de allereerste door de ‘Zeventig’ naar het Grieks, niet gelijklopend zijn; dat sommige passages gaten vertonen - ik had het onlangs over de vertaling van het woord ‘timshell’ - en twijfelachtig overkomen. Je hebt maar van Fabre d’Olivet zijn ‘La Langue hébraïque restituée’ te lezen om te zien met welke moeilijkheidsgraad de vertalers geconfronteerd waren. Ook Paul Nothomb in zijn - ik citeer uit het hoofd - zijn boek (?) over de vertaling van Genesis 3, 19, de verzen over onze terugkeer naar de stof, die volgens hen een terugkeer was naar de geest in de stof en die ik maar al te graag als de juiste zie, de meest passende, de meest verheerlijkende. Ik vond zelfs dat, indien deze passage vertaald ware geweest zoals het hoorde, er een andere Westen zou zijn ontstaan. Maar dat  terzijde.

    Daarna is er Kamal Salibi gekomen - wellicht zijn er andere geweest die terecht of onterecht, bestaande vertalingen hebben gekraakt - die in zijn boek van 1988, ‘The Secrets of the Bible People’, heel wat passages, geschiedkundige dan, gemeend heeft te moeten wijzigen. Hij heeft trouwens een revolutie teweeg gebracht in de plaatsen waar het Oude Testament zich zou hebben afgespeeld.

    Aan mij zijn de geschiedkundige elementen voorbij gegaan, anderen zoals Velikovsky, zoals De Telder, hebben die voor absoluut vaststaande feiten aanvaard, ik heb meer gezocht naar de geestelijke waardes ervan en ben keer op keer bewogen geweest door de wijze waarop de verhouding van het volk en zijn leiders ten overstaan van Jahweh, hun God, werd uitgetekend. Het waren onweerlegbaar grote schrijvers die ons de verhalen, welke ook, brachten met liefde voor het woord en in alle eerlijkheid, tijdsgebonden, schreven over de feiten die zich hadden voorgedaan. Centraal in de geschiedenis van het Joodse volk staat voor mij en voor vele anderen, het gebeuren gekend als de tien plagen van Egypte en daaropvolgend, onder Joshua de opvolger van Mozes, de stilstaande zon en maan - Velikovsky ankerde zijn volledig oeuvre hier aan vast - gebeurtenissen met een dergelijke impact zodat het onmogelijk is dat die niet zouden hebben plaatsgevonden, niet noodzakelijk zoals ze staan afgebeeld, maar zoals ze beleefd werden en overgedragen. Er zijn er zelfs die schrijven dat zonder die twee gebeurtenissen het Joodse volk, als eenheid, niet zou bestaan hebben.

    De geschiedenis heeft gewild dat de Bijbel, het Oude Testament van het Joodse volk, en de erna komende, en er ten dele uit voortvloeiende Christelijke geschriften de basis hebben uitgemaakt van onze westerse beschaving, waar we ons hebben goed bij gevoeld.

    Het is duidelijk dat we er ons thans hebben van afgekeerd - het proces is aan gang - en we weten hoegenaamd niet in welke spiraal van omstandigheden we geestelijk en cultureel als volk gaan terecht komen, des te meer daar nu een totaal andere religie het hoofd opsteekt en haar infiltratie begonnen is.

    Dit laatste is van de tijd van nu. Maar één zaak nog: ik weet met hoeveel zorg, uitmondend in spot en leedvermaak door velen, en ik noemde er al een, gekeken wordt, vooral naar het Oude Testament. Ik vind dat we het recht niet hebben, deze teksten als westers te beschouwen, kritisch te bekijken en overhoop te halen, door het meest opvallende aan de kaak te stellen. Als er zijn die het mogen doen, maar ze zullen er geen jota aan wijzigen, dan is het, het Joodse volk zelf.

    Wij zelf kunnen enkel respect tonen voor de inhoud ervan. Een inhoud die de vertaling is, wellicht in heel wat gevallen gebrekkig, van de oorspronkelijke Hebreeuwse vorm, en wat meer is er gaat geen dreiging van uit. Een  reden te meer opdat we er niet zouden aan raken.

     

    11-08-2019, 06:49 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    10-08-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Waar Titus Burckhardt me voerde

     

     

    Il fut un temps dat ik geïntrigeerd was door het woord ‘tempel’ omdat ik bij Titus Burckhardt gelezen had over de etymologie van het woord ‘templum’. Het vertolkte een plaats van waaruit men de natuurlijke fenomenen bestudeerde en voornamelijk de beweging van sterren en planeten en dat deze ‘contemplatie’ behoorde tot het sacrale.

    Ik dacht toen aan ‘La mer d’airain’ die zich bevond naast de tempel van Solomon die, wellicht, fungeerde als een spiegel in de nacht die mogelijk maakte, dankzij de inkervingen in de rand van de waterkuip - want dat was die zee en van respectabele afmetingen - op de waterspiegel ervan de beweging van de sterren en planeten op te volgen. Noteer dat dit een gissing is van mij, maar ik zie niet in waarom, die ‘zee’ er zou gestaan hebben, rustend op vier maal vier ossen.

    De tempel werd aldus gezien als een centrum van de wereld. Het was hier dat de scheiding lag tussen het sacrale en het profane. Al wat gebeurde in het sacrale wordt afgescheiden van het wereldse en situeert zich buiten de tijd, De tempel betreden betekende dus binnen gaan in het tijdloze, wat normaal is als je binnen gaat om een gesprek te hebben met je God.

    Niets is er nog van het tijdloze vandaag, het Universum in beweging is geen plaats meer van het goddelijke, het is een terrein van het wetenschappelijke,  een terrein van studie en onderzoek en kent zeker geen religieuze bijbedoelingen meer, deze gingen verloren, zoals er heel wat verloren ging dat van het tijdloze was, van het zijnde achter het zichtbare zijnde.

    Het ontroerende in Genesis en Exodus zijn de gesprekken van de mens met zijn God, Jahweh. Hoe de schrijver(s) ervan zich zo iets konden inbeelden, met voor mij het summum in die relaties, de stem die kwam uit de brandende braamstruik. De stem van Jahweh die zijn naam noemde, zeggende dat hij ‘IK BEN’ was. Klaar en duidelijk: ‘zeg aan het volk dat ik ‘Ik Ben’ ben, of in andere bewoordingen, zeg hen dat ik het ‘Zijnde’ ben, duidelijker kan het niet: ik Jahweh ben al wat is, wat was en wat komen zal.

    Georges Steiner, had het niet begrepen, hij noemde dit een  tautologie weinigen hebben het begrepen. Ik zeg dus dat de schrijver ervan een groot filosoof moet geweest zijn, om in zijn tijd, te schrijven wat er staat, vooral op die bijzondere plaats in Exodus, waar Mozes barrevoets stond op heilige grond.

    De Bijbel, het Oude Testament, werd niet voor ons geschreven, het is het verhaal van het Joodse volk, het is hun geschiedenis, hun verhouding tot hun God, geschreven in de moeilijk te vertalen taal, het Hebreeuws. We hebben niet het minste recht er iets verkeerd over te zeggen, zeker Dimitri Verhelst niet, omdat de tekst, evenmin als de Bhagavad Gita, niet  van  het Westen is.

    Weliswaar is het voor ons het Boek der Boeken geworden, dat ons gevoerd heeft  tot wat het Westen geworden is. Stel dat de Bijbel er niet geweest ware voor ons, stel dat het een dode letter ware geweest, wat zou er geworden zijn van ons, hoe zou de Keltische ondergrond, het ‘druïdische’ gedachtegoed dat ons bereikte van uit het oosten, geëvolueerd hebben in onze streken?

    Want er was hier een religieuze stroming die duidelijk zijn sporen heeft nagelaten en zijn expressie vond in de talloze dolmen en  menhirs verspreid over gans Europa - tot in de dorpjes van de Valais toe, waar van de God ‘Lug’ de naam gekerstend werd in, St.Luc - het waren allemaal zware rotsblokken die de beitel niet gekend hadden, zoals het ook gezegd wordt op drie plaatsen in het Oude Testament, ‘als je me een altaar bouwt in onbehouwen steen het moet’.

    Wat rest er nog van wat grote ernst was drie à vier duizend jaar geleden, en wellicht nog heel wat verder in de tijd?

    Dit is waar Titus Burckhardt me deze morgen heeft gebracht. De etymologie van het woord ‘tempel’ volstond om me te laten gaan in een bepaalde richting, deze van mij. Dit is hoe ik schrijf en wat ik schrijf.

    Terloops, ware ik Brusselmans geweest - niet dat ik hem gelezen heb - hij zou geschreven hebben over een avond dat hij a Bourbon, a ‘Four Roses’ was gaan drinken in een literair café in Gent, de ‘Hotsy Totsy’, open gehouden (destijds) door de broer van Hugo Claus; dat hij er een jonge vrouw had ontmoet met wie hij een spel schaak heeft gespeeld; dat ze daarna, ja, wat doet men na schaak te hebben gespeeld met een jonge, warme vrouw, als je je laat gaan als schrijver? Wel, ze hebben verder schaak gespeeld onder de lakens,

    Wat niet mijn geval is al zou het wel hebben kunnen gebeuren, het schaken zeker dan toch. 

     

    10-08-2019, 10:12 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    09-08-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nog, Vrije Wil

     

     

    Ik bewonder mijn lezers die elke dag de moed hebben mijn vreemde gedachtegangen te volgen en er nu en dan eens op reageren. Het sterkt me, ik weet dan waarom ik het doe en ook dat ik niet falen mag. Het was mijn vrije wil die besliste het te doen maar er was ook ijdelheid mee gemoeid. Had jk die niet gehad, had ik geen uitdaging gezocht, had ik niet geweten dat het in mijn mogelijkheden lag, en ga maar verder, ik was er nooit aan begonnen.

    Mijn vrije wil is dus geconditioneerd geweest door al wat er aan voorafnis gegaan en dat was onder meer ook het bijhouden van een dagboek sedert de jaren zeventig. Stel je voor de weg die ik al had afgelegd. Mijn waaghalzerij kon dus niet op en de beslissing die ik nam was alleen een voortzetting van wat al zo lang aan gang was.

    Als ik, zoals het geval is, er een dagboek van de vijver op nahoud, dan was het een compensatie voor het feit dat ik een sleutel kreeg voor het hek en er vrij heen kon. Ik had dit dagboek niet hoeven te openen, niemand heeft het me gevraagd, behalve ikzelf vroeg ernaar en ben ermee begonnen, hoewel sporadisch, maar ik doe het toch.

    Zo doe ik heel wat uit vrije wil, maar telkens is er wel iets die mijn vrije wil heeft aangescherpt of ligt het in de eerste plaats in de aard van wie ik ben:, ik schrijf eerder gemakkelijk.

    In feite is onze vrije wil de wijze waarop we de omstandigheden verwerken waarin we ons bevinden. Het aflijnen ervan is en blijft een gissen of de vrije wil hierbij betrokken wordt of hoegenaamd niet.

    Het doet me nogmaals denken aan het fameuze ‘timshell’. Het Hebreeuwse woord uit de ‘King James’ bible’ van 1611, waar John Steinberg een roman ‘East of Eden’ heeft omheen geschreven. De sleutelwoorden van het gesprek van Jahweh met Caïn in Genesis 4, 7. Caïn die verontwaardigd was omdat zijn offer minder gunstig was onthaald dan dat van Abel, zijn broer:

    If thou doest well? Shall do not be  accepted?  and if thou doest not well, sin lieth at the door. And unto thee shall be his desire, and thou shalt rule over him.

    Het timshell woord vertaald als ‘thou shalt’ wordt in het boek door een groep Chinese ‘scholars’ in San Fransisco bestudeerd. Na twee jaar Hebreeuws  komen zentot het besluit dat timshell vertaald worden als ‘thou mayest’, je kunt de zonde overwinnen. Of je bent vrij de zonde te overwinnen of niet en dus niet ‘thou shalt’, wat een enorm verschil maakt.

    Ik keek dit na - nog maar eens - in de diverse Bijbels in mijn bezit:

    La Bible Osty vertaalt: ‘mais à toi de dominer sur lui / La Biblia de Jerusalen:  y a quines tienes que dominar, met de noot: ’traduccíon aproximada. / En Willibrordus lost het anders op, hij maakt er een vraag van: ‘zult gij hem meester kunnen blijven?

     

    Laat ons dus maar wijselijk blijven bij wat Steinbeck ons leert, het is het eerste bewijs voor het bestaan, in hoofde van Jahweh, van een vrije wil in de mens.

    .

    09-08-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    08-08-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Voorbestemming

     

     

     

    Een goede vriend reageert en terecht op mijn blog van gisteren. ‘Predestinatie, zegt hij sluit vrije wil uit! Indien alles is voorbestemd, vooraf bepaald, geschreven in de Palm van Gods Hand, dan is alles wat we denken en doen vooraf bepaald, tot in het kleinste detail. Hij voegt er nog aan toe: ‘Maar, zoals Sartre zegt: ‘Nous sommes condamnés à être libre’.

    Een zin van Sartre die ik niet begrijp, of wil begrijpen, Sartre is nooit mijn ding geweest.

     

    Ik weet het, voorbestemming is een vreselijk woord. Het moet genomen worden met een knipoog.  Trouwens ik had niet moeten zeggen dat we voorbestemd zijn, dat alles wat ons betreft, het zijnde als het nog komende, opgetekend staat in het Boek waarvan sprake is in Psalm139. Wat er wel van is, is dat we ons bevinden op de plaats waar we aangekomen zijn en dat we nergens anders hadden kunnen zijn dan waar we zijn. De vrije wil waar de mens zich op beroemt is de vrije wil ontstaan uit de omstandigheden waarin we zijn geboren en zijn opgegroeid, het zijn zij die ons de beslissingen hebben doen nemen die we genomen hebben. Zelfs als we op een bepaald ogenblik zouden gedacht hebben iets niet te doen, dan ook was dit bepaald door de omstandigheden waarin we verkeerden op dat ogenblik. Omstandigheden die het gevolg waren van tal van andere waar we zelf hoegenaamd geen vat op hadden, maar waarin we rechtstreeks of onrechtstreeks betrokken raakten.

    Het kan, en dit is meer dan een gissing voor mij, dat op het ogenblik van de bevruchting van de eicel, dat een kosmische ingreep is, de stand van de sterren en de planeten, bepalend is geweest voor het karakter, voor de diepere  aard,  van de gezegende die negen maanden later geboren zal worden en groeien zal naar zijn volwassenheid. Maar dit is dan ook alles. Van  dan af zijn het de levensomstandigheden die sterk bepalend zullen zijn en waarbij het karakter dat hem werd ingeënt een factor zal zijn voor het ondergaan van, of omgaan met de omstandigheden waarin hij verwikkeld is. Er is hier tot nu toe nog altijd geen sprake van enige vrije wil, wel van de wijze waarop hij is ingesteld om meester te blijven van de gebeurtenissen die op hem zijn afkomen.

    Hij beslist op een morgen, niet zijn vrije wil, maar omdat hij die morgen zo is  ingesteld  om met de wagen te vertrekken naar Gent, onderweg heeft hij een accident. Dit accident was iets dat gebeuren kon, maar was het voorzien dat het zou gebeuren. Ik denk het niet, het was alleen een kwestie van tijd en plaats zo wat hem als wat de andere wagen betrof. Eens het gebeurd is, is het gebeurd. Het zijn de omstandigheden en er moeten er heel wat zijn bij beide kampen die hebben gemaakt dat het accident heeft plaats gevonden, niets of niemand anders.

    Was ik voorbestemd te zijn wie ik geworden ben, ik denk het. Heeft mijn vrije wil hierbij gespeeld, het kan, maar zeker in de eerste plaats de omstandigheden waarin ik ben op de wereld gekomen en ben opgegroeid, maar toch, achteraf kan ik blijven denken had ik dit niet gedaan of, had ik toen dit gedaan, ik zou nu en zo verder. Maar we weten niet hoe dit verder zou geweest zijn. 

    Ik besluit: belangrijk is: ik heb dit gedaan of dit niet gedaan omdat de omstandigheden logisch bepaalden dat ik dit deed of dat niet deed, niet mijn vrije wil, die kwam hier niet aan te pas. Als ik gelovig ben – niet noodzakelijk in al wat de Kerk ons voorhoudt – dan is dit omdat de omstandigheden ertoe gunstig lagen, mijn vrije wil kwam ook hier niet aan te pas. Ik denk nu aan de vele Vlaamse kinderen die nu ongedoopt blijven en mijn hart bloedt als ik er aan denk en als ik het schrijf. Zullen die kinderen ooit het geluk kennen te geloven in Iets dat hen overstijgt? Ik weet het niet. Maar vrije wil of niet als ze er nooit op gewezen worden  zal er dan ooit een vorm van geloof in hogere waarden zijn bij hen?

    Neen mijn vriend, vrije wil kan een kwestie zijn van een paar percenten maar veel meer niet. En dan is het woord voorbestemming vlug gevallen, maar verkeerd gevallen.

     

    08-08-2019, 00:58 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    07-08-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het ene vaste punt.

     

    En nog Kafka, gelicht uit hetzelfde document, 'Kafka le cercle de Prague’:

    ‘Ma vie consiste et a consisté depuis toujours en tentatives pour écrire et le plus souvent en tentatives manquées. Mais lorsque je n”écrivais pas, j’étais par terre, tout juste bon à être balayé…’

    Dit is de ziekte die we meedragen, wat we ook doen of waar we ons ook bevinden, en ze is ongeneeslijk, ze zit in ons gemetst, in elke vezel van ons lichaam, maar we zijn er, tout compte fait, mee verzoend, en meer nog.

    We hebben dit al meermaals geschreven, maar telkens vallen we erop terug omdat we weten dat we niet alleen zijn die deze ziekte in zich dragen en het verrukt ons als we horen dat grote schrijvers, zoals Kafka, dit beamen, dit voelen zoals wij het voelen, dat we in hun voetsporen lopen en het een universeel iets is, een kosmisch gegeven is het besprenkelen van de geest van de mens met gedachten en het aanzetten tot handelingen opdat deze overblijven zouden voor de geslachten na ons, deel zouden uitmaken van het universeel gedachtengoed, dat de humus is voor morgen.

    We zorgen ervoor, omdat het schrijven ons is ingegeven van bij de geboorte, van bij de conceptie wellicht. De vonk die toen ontstond was geladen met de impact van het ene vaste punt in dhet Universum dat ook inwerkt op de slinger van Foucault, zoals Umberto Eco het ons leerde, een impact die  er voor gezorgd heeft dat we er uit gekomen zijn als een ras apart met de zware last die ze te dragen hebben, schrijver te zijn.

    We willen niet  theatraal doen, we willen ons niet hiermee ophemelen, we willen eenvoudig blijven, met beide voeten op de grond, maar wie anders kan het geweest zijn dan de energieën van uit den hoge ons inentend. Ik heb me er niet van ontdaan, ik heb me er niet van bevrijd. Integendeel,, ondanks de moeite die het me gekost heeft, heb ik er ten volle van genoten, heb ik erin geloofd.

    Dit is waar ik sta vandaag. Enigszins ontgoocheld, voor wat ik maar presteerde, deze eerder schamele woorden hier, die weinigen lezen zullen en als ze deze lezen twijfels zullen hebben over het hoogdravende, het ver gezochte erin. Goed ook dat ik dit weet, maar  ondanks dat zal ik geen duimbreed afwijken van wat er staat. Het is wat ik gemeend heb te moeten vooropstellen, namelijk  dat de weg die we inslaan bepaald wordt van bij je geboorte en zoals ik zegde wellicht negen maanden er voor nog. We werden voorbestemd en deze voorbestemming is het werk van wat het Universum in beweging houdt,

    Dante had er een naam voor, ‘l’Amor che move el sol e l’ altre stelle’, de allerlaatste zin van zijn Commedia. Maar Amor is voor mij de geest van het Universum die alles beheerst, die alles in beweging houdt

    Mon Dieu, wat heb ik nu geschreven, van waar zijn deze gedachten gekomen, hoe hebben ze mij overvallen eens te meer?

    07-08-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    06-08-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kafka

     

     

    Uit ‘Le Cercle de Prague’[1]:

    ‘Je cherche toujours à communiquer quelque chose d’incommunicable, à expliquer quelque chose d’inexplicable, à dire quelque chose que j”ai dans la moelle et qui ne serait être vécu que par elle…’( Franz Kafka, Journal.)

    Of hoe ik me voel als ik schrijf, hoe we allen ons voelen als we schrijven. Kafka ons voorbeeld zijnde, onze meester. Ik haalde deze Kafka-zin uit ‘Kafka, le Cercle de Prague’ dat ik opzocht na Rops herlezen te hebben - het essay van Rops, uit een boek gelicht, niet door de vriend in kwestie maar als cadeau toegevoegd aan het boek dat hij kocht in een second hand bookshop -- alles voorvloeiende uit wat eraan vooraf gaat, en opgetekend wordt. Een snoer van gedachten, dat nu en dan wordt afgebroken, om terug hernomen te worden,  momenten later, maar het kunnen ook uren zijn, het kunnen ook dagen zijn.

    Je weet het wel, je kent hem wel, de wereld van gedachten, hoe deze ons overheersen, hoe ze bepalen waar we heen gaan zullen, of naar het verleden, het verre of het dichterbije, of naar het komende, maar zelden gehaakt in het moment van het moment zelf. Het zijn vluchtheuvels die we opzoeken, waar we vertoeven gaan, overschouwend wat was of wat komen zal, immer weer, immer knagend aan wat voorbij is en hopend. Hopend op wat eigenlijk of, wat is het belang van dit ‘hopen’?

    Je denkt aan die dame van gisteren, die de deur van haar flat sloot toen ze spelen ging. Het was een landelijke Home in een oude klompenfabriek met glazen buitenwanden en ruime en heldere plaatsen. Wellicht wilde niemand weten van de muziek die niemand kende, omdat Chopin noch Debussy, noch Mozart gekend is in die middens, ‘Für Elise’ misschien maar dat, zegde ze, speelde ze niet meer.

    De piano is de muziek in haar hoofd en de herinneringen aan alle successen die ze moet gekend hebben, maar wat, van haar verliefd zijn, hoe haar leven, hoe haar opstaan en haar slapen gaan en vooral hoe haar dagen in between.

    Hoe zijn mijn dagen nu, hoe verlopen die, niet veel verschillend van die van haar, ik echter heb geen pianosuccessen gekend zoals zij. Maar ik was wel verliefd, niet een maal, maar zoals het gaat in het leven, dikwijls denkend verliefd te zijn tot het eindelijk je overvalt en je vasthoudt aan wat je hebt en dat je leven wordt. Je inteelt in het zijnde van elke dag. Welke inteelt heeft die dame gekend? Ze was niet oud want dan noem ik me ook oud, ze hoorde niet meer zo goed, maar klaagde niet over pijnen zoals ik, pijnen overal tot in mijn knieën, mijn armen, hoe stijf, evenwicht zoekend, ik daar liep in die zaal waar de tentoonstelling zich hield?

    Voorbij nu, herinnering die vervagen zal, wegdeemsteren: mijn leeftijdgenoten gespreid te zien om me heen, groepjes mensen tegenover elkaar gezeten, zwijgend, wachtend op een metamorfose, waaraan ik geen nood heb, ik metamorfoseer me keer op keer.

    Je had er ook kunnen zitten. Hopelijk dan met een boek om weg te glippen in je dromen de velden in over de landerijen naar oorden die je kent of kennen wilde. Hopelijk dan, schrijvend zoals nu.

    Gelukkig, Je bezit de deugd er over te  kunnen schrijven. Je heerst erover, je laat wat je laten wilt en je neemt wat je nemen wilt, groter vrijheid heb je in je leven nooit gekend. Je bent todopoderoso in je geschriften waar je doordringt tot in het merg van het zijn, zoals Kafka. in die wondere stad die Praag is waar hij nu rust op het Joodse kerkhof van Strachnitz.

    We stonden er ooit.

     

    [1] ‘Kafka Le Cercle de Prague’, texte de Patrizia Runfola, Editions Eric Koehler, Institut Français de Prague, 1992.

     

    06-08-2019, 04:01 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    05-08-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Piano

     

     

    Ik heb drie dagen lang getracht iets te putten uit een onderwerp dat onuitputtelijk schijnt en ben er uitgeput uit opgestaan. Zo heb ik vandaag noch een eerste zin om verder te gaan,, noch een laatste om er mee te eindigen. Trouwens, het zint me niet, echt niet. Ik sta voor mijn leeg blad als voor een gesloten deur, als voor een bos dat ontoegankelijk is vanwege, ja vanwege wat?

    Maar het gebeurt. Er zijn van die dagen, van die momenten die je vreest. Ze brengen je nergens, omdat je nergens heen wilt gaan, omdat je wilt blijven waar je bent, opgerold onder de lakens, half in slaap nog.

    Ik wist het voor ik slapen ging dat deze :morgen een lastige morgen zou geweest zijn, dat ik misschien beter wachten zou tot in de namiddag, tot in de schemering alvorens een poging te wagen. Maar wachten tot, is een risico dat ik niet graag loop, want wat gedaan is, is gedaan, je hoeft er geen ganse dag mee rond te lopen, en ook, werken in de morgen geeft je de luxe, je een ganse dag vrij te voelen, ontlast van een zwaarte.

    Maar dit was niet het geval.  Want woorden zijn wispelturig, elke dag vergaat het anders. Soms staan ze klaar, ,staan ze zelfs te springen om genomen te worden, soms zitten ze verborgen en weigeren ze zich te tonen zodat je er hulpeloos bijzit. Dit was deze morgen.

    Laat in de namiddag heb ik met een vriend de tentoonstelling bezocht, van een  vriend, Daniël Janssens, in een home voor ouderlingen zoals ik. Ik kende zijn werk, hij is een man van de beitel, van het penseel, van pen en potlood en van het woord. Een groot kunstenaar. Ik schreef in zijn dagboek dat er lag: ‘kunst is bedrevenheid’, want hij is een bedreven man. Ik schreef nog andere dingen die er nu staan voor altijd, maar die ik me niet meer herinner. Het was echter het ogenblik dat de woorden kwamen die moesten komen, zonder nadenken, heel spontaan zoals het hoort bij dergelijke aangelegenheden, omdat het werk van hem is en van niemand anders zijn kan, sterk persoons gebonden.

    En het is groot wat hij maakt of schrijft. Het heeft een kosmische inslag, een eigenheid van wat kunst is. Een inslag die hij verwoordt in zijn beelden. Het zijn geen abstracte beelden, het zijn beelden die spreken die iets te vertellen hebben, beelden die leven, die elk afzonderlijk een kamer vullen kunnen met een bijzondere aanwezigheid. Echter, soms schaadt overdaad.

    En dan was er in die home, die dame die we bezochten in haar kleine flat. Ze, had mijn leeftijd - het voelde vreemd aan, zij in die flat, ik buiten in de vrijheid van de wereld - ik wist niets van haar leven en de vriend die me vergezelde  wist er evenmin iets meer over dan dat ze een pianiste was; dat ze eerste prijzen gewonnen had, maar dat vertelde zij ons en dat ze, bij de verhuis naar de home, haar vleugelpiano had moeten achterlaten, alsof ze hiermede haar ganse leven achterliet. Haar vleugelpiano die ze zo maar gratis weggeschonken heeft aan een leerlinge van haar, een jong meisje, Wat het haar moet gekost hebben afstand te doen?

    Ze voelde zich - ze was al in slaapgewaad - overrompeld door ons onverwacht bezoek. Ze wist echt niet waar ze het had, twee mannen in haar flat, de ene kende ze, mijn vriend Raf, mij kende ze hoegenaamd niet, maar ze vroeg me of ik piano speelde,  en of ik Schubert kende en Beethoven en Debussy en ze wou iets spelen, zegde ze een nocturne van Chopin.

    ‘Ken je Chopin?’ vroeg ze, terwijl ze haar piano opende: ‘Nocturne nr 9’,  zegde ze, ‘weinigen kennen die, mais moi je l’aime beaucoup’. En ze speelde, ze speelde, met het laatste licht van de namiddag op haar handen, haar rimpelige handen glijdend over de toetsen, en omkijkend naar ons, terwijl ze speelde, met een fonkeling  in haar ogen.

    Ze stopte. Ik ben er van aangedaan’ zegde ze, ‘jullie hebben me verrast, totaal verrast, de noten haperen,, Chopin, o, Chopin’ zegde ze.

    Ze keek naar ons, haar gelaat, had iets jeugdigs nog. Haar ogen, dacht ik, ogen om terug verliefd te worden, zo jong ze er uit zag, in haar nachtkleed, in die kamer met wat foto’s aan de muren, een oude kast, en wat partituren op de tafel naast haar, oude losse bladen.

    Hoe is ze ingeslapen die avond, welke nocturne heeft ze gespeeld voor ons toen ze insliep?

    Ik dacht toen we zijn weggereden: hoe heeft ze geleefd met die vleugelpiano van haar die haar gezel was, haar toevlucht, haar restje leven was, en hoe heeft ze die achtergelaten als ik haar glimlach zag toen ze speelde: de momenten geluk die ze moet gekend hebben, toen?

     

    05-08-2019, 10:02 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    04-08-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over het gehaast zijn.

     

    Ik haast me niet om over gewone dingen te schrijven, wat is het nut ervan, ik haast me wel om je te onderhouden over dingen op het scherp van de snee. Dit is altijd zo geweest en zal altijd zo blijven, het is maar daar dat ik me goed voel. Het is de omgeving van wat waar kan zijn, maar even goed onwaar. Dit betekent niet dat ik me haast om onwaarheden op te zoeken, dit betekent enkel en alleen dat ik als zoekende, soms over de schreef ga.

    Mijn ‘PS’ van gisteren is zo een ‘haastig’ iets: één punt dat onbeantwoord blijft, schreef ik, en neer komt op de vraag, wat was er vóór de Big Bang? En ik schreef, ‘het tijdloze van het Zijn’. Ik had ook kunnen zeggen, het tijdloze Zijnde.

    Ik was aan de vijver in de namiddag. Ik was er alleen. Het licht was zoals ik het wou, gebogen, gestold. De luchten en het water en de ganse omgeving, droegen een soort gelatenheid die over de dingen hing. Het beeld dat ik wou omdat die gelatenheid ook in mij aanwezig was. Of, was het omgekeerd?.

    Gelatenheid er te zijn is wel het juiste woord,  Er te zijn en te zien en te horen, de enige vreugde die er was in mij, vooral te zien en te horen dat het regende. Heb me er zelden zo gevoeld, alsof ik zoals de aarde, de regen broodnodig had om er te zijn, er te zitten, er te schrijven - achteraf dacht ik dat het was omdat ik gelezen had wat Daniel Rops wist te vertellen over het werk van Kafka[1].

    Dacht ik aan mijn PS-zin die gisteren plots was opgedoken nadat ik mijn blog geschreven had , aan het tijdloze van het Zijn - wie schreef er over ‘Sein und Zeit’? - dat er moet geweest zijn vóór er iets materieels was dat ineens in beweging kwam en Universum in beweging werd. Een holte van tijdloos-zijn die er was, misschien zelfs geen holte maar een toestand van zijn. Al kan ik me dit moeilijk, zegge heel vaag, voorstellen wat tijdloosheid en ermee geconnecteerd eeuwigheid is.

    Hier kan ik niet verder, kan ik niet dieper graven, heb ik geen enkel punt meer waar ik me aan vastklampen kan, ik ben hiermee in het niemandsland van de geest die er was  vóór hij fungeerde als de geest die een Kosmos wilde.

    Om je maar te vertellen waar ik mee bezig was, met welke gedachten ik ,opgeschept zat. Ik begon om 06.00 uur - het is voor mij dat ik dit noteer - het is nu 07.36 en hoe ver ben ik geraakt in deze meer dan negentig minuten. Ik heb me dus niet gehaast om te schrijven wat hier staat. Ik heb er lang over nagedacht, herschreven, herschikt, weggeknipt en hernomen keer op keer,  want ook gisteren ben ik er lang mee bezig ge<weest. Alles samengenomen een punt in de tijd die voorbij is gevlogen.

    Wat ik schreef over het ontstaan uit de geest is logica, is te verdedigen, maar als het er op aan komt  de oorsprong van de geest te kennen dan wordt er een muur opgetrokken in mijn redenering.

    Maar vanmorgen, 3  augustus 2019, was ik gehaast om strikter te verklaren wat ik bedoelde met de PS van mijn vorige blog.

    Hopelijk voor jullie, ga ik hier morgen niet verder mee

     

    [1] Een lezer van mijn blogs, een vriend, lichtte het essay van Rops voor mij uit 'Où passent les Anges', een boek (Plon) van 1946. Een dwaasheid dit te doen, maar het was zijn dank voor mijn blogs. Ik heb na lezing de bladen terug in een omslag gestoken met zijn adres er op en gevraagd dit terug te sturen aan hem na mijn heengaan naar Daniel Rops toe.

     

    04-08-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    03-08-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat van de nacht was en de dag aanvaardde

     

     

    Al wat is, is het werk van de geest, kreeg ik als boodschap binnen vannacht. Het prille begin, de eerste atomen, in hun onvoorstelbare, on-nabootsbare complexiteit van kern met elektronen er zwiepend omheen, is het werk van de geest, De geest die alles regelde zoals het hoorde geregeld om tot een Universum te komen, een Universum zoals we het zien én het niet zien.  De materie zelf kende hierbij geen enkele rol toebedeeld.

    Dit was de boodschap van deze nacht niet van de klaarlichte dag, en dat niemand het waagt me tegen te spreken of ik bedelf hem onder mijn woorden, ‘keep it in mind’. Niemand was er getuige van als ik het neerschreef met een stukje potlood op een lege pagina van een oud dagboek, zoals het nog wel eens gebeurd is. Na het optekenen - het was een nacht zonder sterren - ben ik gaan slapen terug.

    De blauwdruk ervan heeft de nacht doorgebracht en de tekens stonden er nog deze morgen. Toen ik ben opgestaan heb ik het blad gescheurd uit het dagboek. De woorden  bijna onleesbaar. Ik heb het blad meegenomen naar mijn laptop en heb de vele tekens, niet zonder moeite ontcijferd en overgenomen in een leesbare, stevige vorm.

    Wat hier nu staat moet een zwaar impact hebben - anders zou het er niet staan - op al wat er gezegd wordt over wat er was in het begin van de tijd. Niet iedereen zal, omwille van de impact ervan, aanvaarden. Velen zullen er over zwijgen, omdat de implicatie ervan te hard en te vernietigend zal doorwegen op de wereld die deze van de gedachten is.

    Wat ik heb omgezet in gemakkelijk leesbare tekens leg ik je nu voor, totaal ongegeneerd wat betreft de wijze van het ontstaan ervan, zoals  je even vrij bent deze tekens te nemen of te laten.

    Wat mij aangaat evenwel, ik vind het een gedachte die boven elk geschrift zou moeten staan. Ik herinner me dat we destijds onze werken begonnen met A.M.D.G. ’Ad majorem Dei gloriam’, het is ongeveer een verre benadering ervan, maar wijzer en duidelijker: ‘Al wat is ontstond uit de geest’.

    ‘Ontstond’ of ‘ontstaat’, de twee woorden zijn duidelijk genoeg en passend.

    In de nacht toen ik In bed was terug, was er nog een regel die ik er aan toevoegen wou, maar ik dacht dat het niet nodig was terug op te staan van onder de lakens, Het scheen me toe dat hij, de regel in meer, een logisch vervolg was op wat er al stond en dat ik hem onthouden zou. Maar deze morgen vond ik hem niet terug. Evenwel, ik vertrouw erop dat hij vroeg of laat opduiken zal en me verrassen zoals ik jou wellicht verras met wat je te lezen krijgt.

    Weet dat het mijn bedoeling is te verrassen, jou en me zelf. Wat ook, ik streef er naar.

    PS. Er is bij dit alles één punt dat onbeantwoord blijft en onbeantwoord blijven zal, namelijk de geest als die er was, zoals hij er was, of het tijdloze van het Zijn,

     

    03-08-2019, 12:14 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    02-08-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Golfbewegingen

     

     

    Wat ik gisteren schreef was een beroerd iets, een bravoure. Iets dat ik schreef omdat ik me niets herinneren wou, zoals de voorgaande jaren, van de ‘één augustus’ in de Valais, het land van mijn tweede geboorte. De brief die geen brief was, en toch geschreven werd als een brief, was een help. Een overstap die ik gedaan heb, maar hoe gevoelig ik geworden ben voor de dingen die waren, en tezelfdertijd hoe ik het aandurf mijn diepste roerselen bloot te leggen alsof het nodig ware het te doen.

    Wat bereik ik er mee, hoe teken ik me als iemand die ver het laatste bos is ingegaan en de bomen tellen wil die hij nog ontmoeten zal als hij verder doordringt in het geruis van de bladeren over hem: de dagen die nog openstaan om hem te ontvangen en hem door te lichten.

    Want hoe doorzichtig hij wordt, lichtend bijna, fluorescerend, zoals de vuurvliegjes van vroeger die hij nu niet meer ontmoet in de struiken langs de holle weg die zijn jeugd was, zijn beginnen en zijn falen en zijn weder opstaan.

    Dacht ik vanmorgen, waarom ik niet meer handelen kon zoals een jonge man die blootvoets, de schoenen met een touwtje om de hals, in het hete zand loopt van de wegels tussen de golvende korenvelden, in de wilde warme geuren van alles wat bloeit en stuifmeel rondstrooit tot in het stuwen van het bloed en dromen wakker maakt naar de meisjes die je ontmoeten zou en waarmee je in het koren wou gaan neerliggen daar, waar enkel de leeuwerik nog zicht op had.

    Waar zijn deze gedachten schuil gegaan, hoe hebben ze zich opgelost, hoe zijn ze weggeëbd als late sneeuw voor de zon? De korenvelden zijn er nog, de zandwegel is overgroeid en blootvoets loopt je niet meer, de wegen en de tijden zijn veranderd zoals jijzelf veranderd bent, uitgerokken geest, gestileerd in je handelingen, raakvlakken die anders getoonzet worden, niet meer in lichtheid en vergaan, maar in donkerte naar het eeuwige neigend, precies  zoals je schrijft.

    Wat er verkeerd aan is, is dat je het niet meedragen kunt waar je gaat; is dat het flarden van gedachten zijn die geen houvast kennen of willen kennen; die plots opdoken om even plots te verdwijnen,. Opgezogen door wat is van het reële, het vaststaande waar je niet aan ontglipt: een hittegolf die je overweldigt of een lichte chirurgische ingreep die een slaappil nodig maakt. Kleine belemmeringen die van het alledaagse leven zijn, opduikend en voorbijgaand, en, ernaast, gedachten die opwellen: ‘heb ik wel gedacht de vriend te bedanken voor de echo van zijn fotoreportage?’

    Terwijl je verder moet met je betoog, dat ,geen betoog is, maar een verklaring, dan toch ongeveer, hoe het met jou is gesteld nu je eens te meer een nieuwe maand bent binnen gegaan, onvervaard weliswaar, maar je toch afvragend of je september halen zult, de zevende maand die de negende werd, alsof het enig belang zou hebben voor het beheer van de tijd en zijn golfbewegingen, heel wat trager dan de golfbewegingen van de oceanen, maar des te krachtige, des te ingrijpender.

    We ondergaan ze, de golven weten het wel.

     

    02-08-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    01-08-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Brief die geen Brief is

     

    Zal ik je eens een brief schrijven, zoals het vroeger gebeurde, een brief met de hand geschreven van uit een plaats waar ik niet ben, een plaats die ik niet ken en ook niet belangrijk genoeg vind om er ooit effectief heen te gaan, een simpele  plaats gekend voor het bevreemdende van de naam ervan, die an unspeakable name is, een opsomming van acht letters, cijfers, tekens. Een paswoord gelijk dat vereist is om er binnen te gaan - gelukkig ken ik het woord - maar  er niet te blijven, van waar uit ik toch vertrekken wil met mijn eerste woorden, en er die droombrief te schrijven, in verzorgde letter op heel bijzonder Japans papier met vezels erin en stukjes gedroogde, meeldraden, stampers en kelkblaadjes met stuifmeel erover uitgestrooid, dit alles in het papier neergezet als in filigraan.

    Het moeilijk het schrijven is als ik begin, de pen te scherp, de inkt van lie de thé, de letters te lichtkleurig om er lang te staan - ik weet het bij ondervinding - maar lie de thé is wat me rest als inkt. Maar het is dan ook niet sensationeel is wat ik je schrijven ga.

    Toch wil ik beginnen met je te zeggen dat ik was waar ik niet was omdat ik in mijn gewone kamer was, in mijn gewone doen, tussen de rijen boeken van elke dag, en - en hier begint het - dat  ik elders was toen ik schrijven ging dat ik elders was en te doen alsof ik elders was. Waar weet ik nog niet, ik heb nog één ogenblik de keuze alvorens hier alles achter te laten en te vertrekken, in een ademtocht, in een zwenk van de geest me te verplaatsen. Opteren we voor Toscane om van daar uit,  je, zoals ik al zegde, deze brief schrijven,. Een lange brief die van het zicht dat ik hier heb, uitloopt over de heuvels en de dalen met cipressen hier en daar, met dorpen, de kerktoren er boven uitstekend, verspreid als in een levend schilderij dat ik sober wil houden in kleur en tekening, onder een voile van onvergankelijkheid.

    En waar ik sta, ik adem met het land en met de luchten, met de  wind in de bomen en de stilte van de regen. De stilte dat mijn totale leven is, er niets wordt aan toegevoegd er niets kan ervan weggenomen worden. Of hoe ver het gevorderd is met mij, als ik schrijf wat ik schrijf over die brief van mij aan jou gericht, of hoe goed ik me voel, hoe vol van dingen en van beseffen.

    Of nog, zeg ik je hoe er het ontwaken is in de zang van merels en van lijsters,van verliefde en verloren tortels in de hoge bomen, van de meesjes en de vinken in de hagen die ik er vermoed te zijn; van het gekende en het ongekende en het licht in brede gleuven over de velden dat plots binnen valt in de kamer hier zoals Ezra Pound het ergens wist te zeggen: ‘Light enters the room  like a gilded Pavlova’, en ook: ‘but all that is folly to the world’. 

    Ik weet dus wat gedacht wordt over de dingen die ik hier verkondig alsof wat ik vertel het hoogste was dat ik kon achterlaten. Zo, je weet nu hoe de dag begonnen is, maar je weet niet hoe uit de open deur van de eetkamer, de geuren van vers gebakken broden en van donkere koffies me bekoren komen, geuren lijk gedachten die niet te houden zijn en zich verspreiden nu, in vreemde vormen over de bomen tot ver over de heuvels tot waar de zeeën zijn, denk ik toch, de zeeën of, nog heuvels en dalen in meer, met dorpen en cipressen - deze van Respighi - de verhalen erover van de mensen die er leven en andere die er gestorven zijn.

    Zeg ik je nog dat deze brief de uiting is van een soort heimwee hoe vroeger het schrijven was. En, eens geschreven, de brief precies geplooid in een omslag met de zegels van minstens de Gentse Floralieën erop gekleefd en op de post gedaan. Een antwoord verwachtend dat dagen onderweg was, een antwoord dat kwam of niet kwam en als het kwam een vreugde was, een verre groet van een verre vriend of vriendin. Wie weet nog hoe het was in die dagen van toen.

    Ik schrijf je morgen meer. Misschien vanavond nog.

    Omdat ik nog bezoek verwacht van uit San Gimignano, het stadje met de torens, bezoek van Dante Alighieri in een donkere, lange mantel gehuld, verzen schrijvend, al wandelend.

     

    01-08-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    31-07-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De fataliteit van de herinnering.

     

     

    Een andere fatale dag durf ik zeggen: het einde van de maand, de zoveelste, (91 x 12) + 7, een respectabel aantal, eens uitgerekend 910 +189 = 1099. Eigenlijk, zo overdreven is het nu ook niet, en, hiervoor ga je toch niet aan de Klaagmuur staan? Zou ik ook niet doen, maar ik houd niet van een maand die goed begon, goed doorliep en ineens wordt afgebroken. Het is maar dat ‘juli’ de smaak heeft van de zomer en augustus de smaak van de herfst en de herfst de voorbode is van de winter en, zo verder voor iemand die vooruit wil zien. Wat ik wel niet doe, de dag zelve is me lief, ga ik binnen en etaleer ik me zoals ik me vroeger, veel vroeger, de zondagnamiddag me uitstrekte op het gras  onder de appelaar, soms met een boek, dromend wellicht, maar zeker geen dromen die reikten tot de ogenblikken van nu, vooral na de berekeningen die ik maakte.

     

    Maar de momenten van toen, zelfs onder appelaar in het gras, zelfs met een boek, zijn niet meer de momenten van nu, er liggen te veel zomers tussen, ook teveel boeken, ook te veel momenten van het ‘goed-hebben’.

     

    Dit schrijven is soms harde ernst, is op andere momenten soms Spielerei; het kan alle kanten uit eens gestart. Het hangt telkens van heel weinig af welke weg ik nemen zal, de klimmende of de dalende, de kasseien of de plaveien?

     

    Ik kreeg een foto binnen uit Zinal van de kleindochter met haar twee zoontjes, Luca en Liam, met op de achtergrond ‘la Cabane du petit Mountet’. Ik ken die plaats, ik leef op die plaats, Ik was er ettelijke malen. Ze staan in volle zon waar ik zo dikwijls heb gestaan. Ik benijd hen niet, integendeel, ik ken de vreugde te zien dat ze er zijn, blij er te zijn, alle vermoeidheid om er te zijn verdwenen in hun lach. Een heerlijk moment in hun leven dat ze meedragen zullen in hun verdere dagen als momenten van gelukzaligheid.

     

    Morgen is het één augustus, nationale feestdag in Zwitserland, ze zullen met een vlagje in de ene hand en een lampion in de andere, in de avondschemering, in stoet optrekken naar de plaats waar een vreugdevuur zal aangestoken worden, waar ze dansen zullen omheen de vlammen, nog niet wetende dat wat hen overkomt, hen tekenen zal.

     

    Dit ook is 31 juli voor mij de gedachte aan wat de dag van 1 augustus was, lange tijd de eerste dag van mijn verlof dat doorliep tot het einde van de maand. Eens te meer komen de herinneringen, kan ik ze niet meer houden, bestormen ze me, overweldigen ze me, maar ik laat ze ditmaal niet binnen. De foto van Katiana, mijn kleindochter met haar twee zoontjes, gezeten in het grote licht met de bergen op de achtergrond, de bergen die ik ken, moet me volstaan om het totaal pak aan herinneringen te houden.

    Hoe, vraag ik me af, hoe ben ik weer afgedwaald, waarom die vochtige ogen, waarom ben ik deze morgen toen alles nog diep weggedoken lag begonnen met een rekening te maken, te zeggen dat het een fatale dag was?

     

    En In feite wat is er fataal aan?

     

    Wat is fataal aan wat voorbij is, enkel het feit dat het voorbij IS; dat je een leven hebt gekend dooraderd met de bergen van de Valais die je vrienden waren, evenzeer als de vrienden die je er kende, die je als broeders waren. Broeders die een na een zijn heengegaan, jou achterlatend in eenzaamheid.

    Al wat was, de kleinste details ervan tot het ritselen van de bladeren, de fonkeling in een glas wijn, het plukken van de ‘chanterelles’ in de bossen zelfs als het regende, tot de meest imponerende, het bereiken van de top van de Besso of van de Bieshorn, of van andere toppen.

     

    Je sterft die momenten van toen, je begraaft ze, je fataliseert ze, niet omdat ze er waren, maar omdat ze er nog zijn en er blijven. Ze transfigureren je, ontkomen doe je niet.

     

    Dante, mijn grote vriend, hij de gebrandmerkte, de uit zijn stad verstotene, legde het in de mond van Francesca:

     

    E quella a me: ’Nessun maggior dolore

    Di ricordarsi dei tempo felice

    Nelle miseria; e ció sa il tuo dottore.’ (Inferno, canto V: 121-123).

     

    En zij (Francesca) tot mij: Geen groter verdriet dan de herinneringen aan de tijden van geluk in de momenten van smart. Dit weet je meester (Vergilius) ook.

     

    Eigenlijk, In het diepste van jou, wil je niet aan je herinneringen ontkomen. Dit is wat je fataal is.

     

    31-07-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De fataliteit van het herinneren.

     

     

    Een andere fatale dag durf ik zeggen: het einde van de maand, de zoveelste, (91 x 12) + 7, een respectabel aantal, eens uitgerekend 910 +189 = 1099. Eigenlijk, zo overdreven is het nu ook niet, en, hiervoor ga je toch niet aan de Klaagmuur staan?

     

    Zou ik ook niet doen, maar ik houd niet van iets dat goed begon, goed doorliep en ineens wordt afgebroken. Het is maar dat ‘juli’ de smaak heeft van de zomer en augustus de smaak van de herfst en de herfst de voorbode is van de winter en, zo verder voor iemand die vooruit wil zien.

     

    Wat ik wel niet doe, de dag zelve is me lief, ga ik binnen en etaleer ik me zoals ik me vroeger, veel vroeger, de zondagnamiddag me uitstrekte op het gras  onder de appelaar, soms met een boek, dromend wellicht, maar zeker geen dromen die reikten tot de ogenblikken van nu, vooral na de berekeningen die ik maakte.

     

    Maar de momenten van toen, zelfs onder appelaar in het gras, zelfs met een boek, zijn niet meer de momenten van nu, er liggen te veel zomers tussen, ook teveel boeken, ook te veel momenten van het ‘goed-hebben’.

     

    Dit schrijven is soms harde ernst, is op andere momenten soms Spielerei; het kan alle kanten uit eens gestart. Het hangt telkens van heel weinig af welke weg ik nemen zal, de klimmende of de dalende, de kasseien of de plaveien?

     

    Ik kreeg een foto binnen uit Zinal van de kleindochter met haar twee zoontjes, Luca en Liam, met op de achtergrond ‘la Cabane du petit Mountet’. Ik ken die plaats, ik leef op die plaats, Ik was er ettelijke malen. Ze staan in volle zon waar ik zo dikwijls heb gestaan. Ik benijd hen niet, integendeel, ik ken de vreugde te zien dat ze er zijn, blij er te zijn, alle vermoeidheid om er te zijn verdwenen in hun lach. Een heerlijk moment in hun leven dat ze meedragen zullen in hun verdere dagen als momenten van gelukzaligheid.

    Morgen is het één augustus, nationale feestdag in Zwitserland, ze zullen met een vlagje in de ene hand en een lampion in de andere, in de avondschemering, in stoet optrekken naar de plaats waar een vreugdevuur zal aangestoken worden, waar ze dansen zullen omheen de vlammen, nog niet wetende dat wat hen overkomt, hen tekenen zal.

     

    Dit ook is 31 juli voor mij, de gedachte aan wat de dag van 1 augustus was, lange tijd de eerste dag van mijn verlof dat doorliep tot het einde van de maand. Eens te meer komen de herinneringen, kan ik ze niet meer houden, bestormen ze me, overweldigen ze me, maar ik laat ze ditmaal niet binnen. De foto van Katiana, mijn kleindochter met haar twee zoontjes, gezeten in het grote licht met de bergen op de achtergrond, de bergen die ik ken, moet me volstaan om het totaal pak aan herinneringen te houden.

    Hoe, vraag ik me af, hoe ben ik weer afgedwaald, waarom die vochtige ogen, waarom ben ik deze morgen toen alles nog diep weggedoken lag begonnen met een rekening te maken, te zeggen dat het een fatale dag was?

     

    En In feite wat is er fataal aan?

     

    Wat is fataal aan wat voorbij is, enkel het feit dat het voorbij IS; dat je een leven hebt gekend dooraderd met de bergen van de Valais die je vrienden waren, evenzeer als de vrienden die je er kende, die je als broeders waren. Broeders die een na een zijn heengegaan, jou achterlatend in eenzaamheid.

    Al wat was, de kleinste details ervan tot het ritselen van de bladeren, de fonkeling in een glas wijn, het plukken van de ‘chanterelles’ in de bossen zelfs als het regende, tot de meest imponerende, het bereiken van de top van de Besso of van de Bieshorn, of van andere toppen. Je sterft die momenten van toen, je begraaft ze, je fataliseert ze, niet omdat ze er waren, maar omdat ze er nog zijn en er blijven. Ze transfigureren je, ontkomen doe je niet.

     

    Dante, mijn grote vriend, hij de gebrandmerkte, de uit zijn stad verstotene, legde het in de mond van Francesca:

     

    E quella a me: ’Nessun maggior dolore

    Di ricordarsi dei tempo felice

    Nelle miseria; e ció sa il tuo dottore.’ (Inferno, canto V: 121-123).

     

    En Zij (Francesca) tot mij: Geen groter verdriet dan de herinneringen aan de tijden van geluk in de momenten van smart. Dit weet je meester (Vergilius) ook.

     

    Eigenlijk, In het diepste van jou, wil je niet aan je herinneringen ontkomen. Dit is wat je bij momenten fataal is.

     

     

     

    31-07-2019, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    30-07-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Après le Tour

     

    Ik houd niet van het woord toeval, want al wat gebeurt is in feite toevallig. Maar, ik eindigde gisteren met de vraag waarover ik vandaag zou geschreven hebben. Wel, een uur na het schrijven op 28 juli, van mijn blog van 29 juli, kreeg ik het antwoord toegestuurd via e-mail, van een grote sportman, Ferdi vanden Houtte, een mail die verband had met de winnaar van de Tour de France 2019, die zo pas geëindigd was op les Champs Elysés in Parijs.

    HIj kocht in 1984, zo vertelt hij me, een boekje met als titel: ‘Gabriel García Màrquez de kampioen van Colombia’. Zoals ik de titel zag dacht ik dat de Nobelprijswinnaar Literatuur 1982, erin figureerde als de Kampioen van Colombia. Wat ik totaal verkeerd begrepen had. Ferdi wou me er eenvoudig weg, attent op maken dat de jonge, sympathieke Egan Bernal, winnaar van de Tour de France 2019 herkomstig is uit hetzelfde geboortedorp als  Gabriel García Màrquez, namelijk Aracataca in het noorden van Colombia, het magische dorp uit ‘Honderd jaar Eenzaamheid’ dat nu ineens als het centrum van Colombia zal worden gezien.

    Het bewijst niet veel, maar toch kunnen we (onvervaard) stellen dat beiden uit goede grond gewassen zijn. Wie weet, onze Egan Bernal heeft misschien zijn krachten in meer, opgedaan uit het werk van Marquez en heeft het werk van Marquez zijn aandeel, hoe miniem ook,  in de overwinning van Bernal. In deze wereld moet je van niets meer verwonderd zijn. Ook niet wat de toevalligheden betreft.

    Het boek zie ik werd uitgegeven bij Meulenhoff.. Ik zocht naar een spoor ervan, dat ik wel vond bij www.bol.com[1]

    Dankzij, nogmaals, Google, ben ik terug een stuk wijzer geworden. Veel is het niet maar het is treffend. Het boek gaat dus niet over  Marquez gezien als de Kampioen van Colombia, maar over Marquez als schrijver over de Kampioen 1955, Ramon Hoyos.

    Het is maar een klein voorval waarover ik het heb, maar ineens worden namen in de lucht verspreid, die nieuwe namen oproepen waar we even stil blijven bij staan. Ook omdat het heel wat harten zal beroerd hebben, heel wat mensen gelukkig hebben gemaakt al was het maar enkele ogenblikken waarbij ze al hun miserie zijn kwijt geraakt. Zo gaat het in het leven, zo gaat het met les petites ou grandes choses dans la vie, ze bloeien soms, in een ademtocht, open tot een bloementuin. Die daarna terug verwelken zal, maar het ogenblik van de bloei zal blijven echoën in het hart van velen.

    ‘Colombia: vergeet nooit Egan Bernal, de knaap van 22 die uw land verheven heeft tot de moeder van de wielersport'.

     

    [1] Wat Google ons leert over het Boek: 'Reportage uit 1955 over de toenmalige 3-voudige wielerkampioen Ramon Hoyos van Colombia. Geschreven in de ik-vorm (ik Hoyos), afgewisseld met passages waarin de schrijver zijn persoonlijke impressies tijdens het 5-daagse interview met Hoyos geeft. Nobelprijswinnaar Màrquez, momenteel volgens velen de beste Lat. Amerikaanse schrijver komt op voor het onderdrukte volk; hij schrijft geen fictie meer zolang er nog militaire overheersing is. Het boek is vlot en makkelijk leesbaar. Vooral de beschrijving van wedstrijden is spannend. Het is wel een erg specifiek onderwerp, en ik vind Màrquez in zijn romans veel beter tot zijn recht komen. 't Is aardig, maar niet groots. Vooral interessant voor wielerliefhebbers en fervente Màrquez-liefhebbers.'

     

    30-07-2019, 06:46 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Archief per week
  • 22/04-28/04 2024
  • 15/04-21/04 2024
  • 08/04-14/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 25/03-31/03 2024
  • 18/03-24/03 2024
  • 11/03-17/03 2024
  • 04/03-10/03 2024
  • 26/02-03/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 12/02-18/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 29/01-04/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 15/01-21/01 2024
  • 08/01-14/01 2024
  • 01/01-07/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 16/10-22/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 02/10-08/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 18/09-24/09 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 04/09-10/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 21/08-27/08 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 07/08-13/08 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 17/07-23/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 03/07-09/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 13/03-19/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 25/12-31/12 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 21/11-27/11 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 10/10-16/10 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 01/08-07/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 04/07-10/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 13/06-19/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 16/05-22/05 2022
  • 09/05-15/05 2022
  • 02/05-08/05 2022
  • 25/04-01/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 11/04-17/04 2022
  • 04/04-10/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 07/03-13/03 2022
  • 28/02-06/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 14/02-20/02 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 17/01-23/01 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 26/12-01/01 2023
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 08/11-14/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 19/07-25/07 2021
  • 12/07-18/07 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 28/06-04/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 31/05-06/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 19/04-25/04 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 29/03-04/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 16/11-22/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 07/09-13/09 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 25/12-31/12 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 24/12-30/12 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 29/11-05/12 -0001

    Archief per maand
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 11--0001

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs