En nog Kafka, gelicht uit hetzelfde document, 'Kafka le cercle de Prague’:
‘Ma vie consiste et a consisté depuis toujours en tentatives pour écrire et le plus souvent en tentatives manquées. Mais lorsque je n”écrivais pas, j’étais par terre, tout juste bon à être balayé…’
Dit is de ziekte die we meedragen, wat we ook doen of waar we ons ook bevinden, en ze is ongeneeslijk, ze zit in ons gemetst, in elke vezel van ons lichaam, maar we zijn er, tout compte fait, mee verzoend, en meer nog.
We hebben dit al meermaals geschreven, maar telkens vallen we erop terug omdat we weten dat we niet alleen zijn die deze ziekte in zich dragen en het verrukt ons als we horen dat grote schrijvers, zoals Kafka, dit beamen, dit voelen zoals wij het voelen, dat we in hun voetsporen lopen en het een universeel iets is, een kosmisch gegeven is het besprenkelen van de geest van de mens met gedachten en het aanzetten tot handelingen opdat deze overblijven zouden voor de geslachten na ons, deel zouden uitmaken van het universeel gedachtengoed, dat de humus is voor morgen.
We zorgen ervoor, omdat het schrijven ons is ingegeven van bij de geboorte, van bij de conceptie wellicht. De vonk die toen ontstond was geladen met de impact van het ene vaste punt in dhet Universum dat ook inwerkt op de slinger van Foucault, zoals Umberto Eco het ons leerde, een impact die er voor gezorgd heeft dat we er uit gekomen zijn als een ras apart met de zware last die ze te dragen hebben, schrijver te zijn.
We willen niet theatraal doen, we willen ons niet hiermee ophemelen, we willen eenvoudig blijven, met beide voeten op de grond, maar wie anders kan het geweest zijn dan de energieën van uit den hoge ons inentend. Ik heb me er niet van ontdaan, ik heb me er niet van bevrijd. Integendeel,, ondanks de moeite die het me gekost heeft, heb ik er ten volle van genoten, heb ik erin geloofd.
Dit is waar ik sta vandaag. Enigszins ontgoocheld, voor wat ik maar presteerde, deze eerder schamele woorden hier, die weinigen lezen zullen en als ze deze lezen twijfels zullen hebben over het hoogdravende, het ver gezochte erin. Goed ook dat ik dit weet, maar ondanks dat zal ik geen duimbreed afwijken van wat er staat. Het is wat ik gemeend heb te moeten vooropstellen, namelijk dat de weg die we inslaan bepaald wordt van bij je geboorte en zoals ik zegde wellicht negen maanden er voor nog. We werden voorbestemd en deze voorbestemming is het werk van wat het Universum in beweging houdt,
Dante had er een naam voor, ‘l’Amor che move el sol e l’ altre stelle’, de allerlaatste zin van zijn Commedia. Maar Amor is voor mij de geest van het Universum die alles beheerst, die alles in beweging houdt
Mon Dieu, wat heb ik nu geschreven, van waar zijn deze gedachten gekomen, hoe hebben ze mij overvallen eens te meer?
|