Geschriften
Inhoud blog
  • Afscheid
  • Opgenomen.
  • Hoe ik er sta, vandaag?
  • Waar ben ik mee bezig?
  • Gesprek op zondag.

    Zoeken in blog



    13-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoe wordt een boek geschreven?

     

    Of hoe schrijft zich een boek? Wel, klaar en duidelijk, ik weet het niet. 

    Wat ik wel weet is dat ik geen boek wil schrijven over feitelijke gebeurtenissen die in elkaar verweven, elkaar opvolgen en een verhaal vormen; wel over gebeurtenissen die zich situeren in het landschap van de geest, waarvan het in elkaar verweven zijn soms onontwarbaar is.

    Ik heb dus niet zoals Mulisch voor zijn hemelgeschiedenis, een vooropgesteld plan, waarin alle feiten door Mulisch zelf werden bedacht. Ik heb helemaal niets, al ken ik wel, na al die jaren,  enkele hoofdgedachten die onvermijdelijk kans maken ter sprake te komen, zelfs als deze gedachten, ‘lichtjaren’ uit elkaar zouden liggen, zoals de chronologie van Egypte en wat er is van de geest na de dood.

    Maar een duidelijk plan heb ik niet. Ik wacht op de inspiratie van het ogenblik – dit blog is er het bewijs van – om te schrijven wat ik denk te mogen/kunnen schrijven.

    Achteraf gezien is het bij mij ook laag op laag die gelegd wordt – Hertmans legt er dertig om zijn ergernis af te zwakken, maar ik leg er dertig om te komen én tot het meest precieze woord én tot de meest precieze weergave van de gedachte die ik op het oog heb. Verder gaat mijn planning niet.

    Zo vermoed ik ook nu al, dat ik iets zeggen zal over Velikovsky en dan is het niet omwille van zijn Venus, geboren als planeet, waar ik weigerig tegenover sta, maar wel omdat hij de gang van mijn geestelijk leven grondig heeft gewijzigd en ook omdat ik me, zo-even de vraag heb gesteld hoe het komt dat wij, westerlingen, nooit geleefd hebben met boven ons, de planeten als goden Ares, Athena, Zeus, zoals de Grieken en de volkeren van het Oosten.

    Het zal hier, in de tijden vóór Christus, maar een dorre religieus-- geestelijke woestijn geweest zijn - alhoewel Avebury, alhoewel Stonehenge - met uitzondering van het Hoge Noorden misschien.

     

     

     

    13-01-2013, 02:33 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    12-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Adem van de Dagen (6)

     

     


    Zo is de ontdekking van het boek van Maurice Gilliams, ‘Elias of het Gevecht met de Nachtegalen’ een belangrijke gebeurtenis geweest in zijn leven, dan toch wat boeken betreft.

    Hij las en hij herlas het. Hij vond het een eenvoudig groot boek. Eigenlijk een boek waarin heel weinig gebeurde, en wat erin gebeurde waren zaken die hij ook had kunnen ontmoeten in zijn jeugd.

    Zo was er die passage waar Aloysius, op een fiets die hij ‘ontleend’ had, daar waar hij geplaatst stond tegen de gevel van een woning, traag op en neer rijdt in de dreef, terwijl de passieve Elias met de schrik in zijn leden, luistert naar de geluiden van stemmen en van lepels in borden, komende uit het open venster van de eigenaar van de fiets.

    Zo was er de geschiedenis met de papieren bootjes die door Elias en Aloysius werden uitgezet, in de beek achteraan het park. Een daad waarin hij zich terugvond, want ook hij had papieren bootjes uitgezet op het helder stromend water van de sloot achteraan de boomgaard, bootjes die hij zag als een boodschap aan de wereld met zijn naam erop.

    En dan was er nog het verhaal van de plots opstekende storm en van de eeuwenoude beuk die ontworteld wordt en neerstort voor de steigerende paarden van de koets met Elias en tante Henriette erin, en de woorden van tante Henriette: ‘Elias nu hebben we tijd genoeg’. Een verhaal dat hij las als een verwijzing naar een gebeuren uit zijn jeugd.

    Het was toen hij met moeder de dreef naar het landgoed van zijn dromen waren ingewandeld, en ze ineens verrast werden door een verschrikkelijk onweer waarbij, in een helser dan hels lawaai, de bliksem insloeg in een enorme eik op korte afstand van hen zodat ze beiden tegen de grond werden gegooid, tussen de opdwarrelende aarde en de afgerukte takken.

    Toen ze zagen dat de boom middendoor was gespleten nam moeder hem heel dicht bij haar en fluisterde ze: ‘Het is helemaal niet erg, Ugo, ons Heer is altijd met ons’.

    En ‘ons Heer’ was met hem geweest want achteraf vertelde moeder aan wie het horen wilde dat hij, juist voor het inslaan van de bliksem, ver voor haar de dreef was ingelopen en dat ze, gevolg gevend aan een vreemd voorgevoel, hem juist op tijd teruggeroepen had.

    Teruggeroepen, opdat nu zou gebeuren wat toen al ergens in de toekomst opgetekend stond.

    Het is duidelijk, het is vooral Gilliams geweest die in een beginfase, zijn wijze van schrijven sterk zou beïnvloeden. Zonder Gilliams had hij misschien nooit die dringende behoefte gekend. Maar het kan echter slechts een korte inleiding zijn geweest, het schrijven zat hem in de genen. 

    Dit zijn verre gebeurtenissen die hij thans oproept: de bootjes op het water, de dreef naar het landgoed en zijn kleine hand in de hand van moeder. Alle gebeurtenissen uit het zorgeloze landschap van zijn jeugd, waarvan hij nu het voor-altijd-voorbij-zijn ondergaat in deze oude kamer waar hij zit voor de open haard waar het hout nog ligt te smeulen, even nog, zoals de herinneringen die hem bezoeken. 

    Er zijn er echter ook, waarop hij niet wenst in te gaan en te herbeleven. Duiken deze op, en weinig is er nodig, ze worden in de kiem gesmoord, alsof ze nimmer waren geweest of dan toch niet zoals ze zich hadden voorgedaan. Want heel wat was er dat zijn ouders, dat zijn broers en vrienden niet goedkeurden en dat hij zich verwijten kon. Het was een heel pak dat daar ergens lag opgestapeld, zoals James Joyce in zijn Ulysses het wist als hij schrijft:

    There are sins or (let us call them as the world calls them) evil memories which are hidden away by man in the darkest places of the heart but they abide there and wait.

    Negatieve herinneringen dus, opgeslagen in de verste plaatsen van ons hart, die op de loer liggen, klaar om op te duiken. 

    Maar als rijper man waren er mooie, troostende zaken die hij wel kon terugnemen. Er was zijn verliefdheid en zijn huwelijk, er waren de kinderen, er was de zelfstudie die hem toeliet een ambt te bekleden waar hij enorme voldoening in kende, al was er ook de ziekte, met de dood op de drempel die gelukkig wachtte om toe te slaan. En dan, wat hij als normaal beschouwen kon, het tanen van de verliefdheid en het wegdromen in een andere, onbereikbare wereld, zoals in de droomwereld van zijn landgoed, een droom die hij nu half verwezenlijkt zag in die oude woning van hem, gelegen aan de rand van een bijna ontoegankelijk bos met wegen, toegesnoerd met bramen en varens, zoals het omheinde bos van vele hectaren, waar Houellebecq het over heeft in de laatste hoofdstukken van zijn boek dat hij met veel voldoening gelezen had.

    Vele herinneringen blijven aldus kleven aan de dingen en duiken plots op in kleine, onooglijke gebeurtenissen, als een glas wijn gehouden naar het licht, waar hij soms zijn overleden broer in terugziet; een lege stoel op een terras, een liefdeslied van Grieg, maar dit alles krijgt, nu hij erover schrijft, een zwaarte die hem stil maakt, krijgt nu een andere inhoud, woorden die zich verslingeren in woorden en andere zaken oproepen die ooit beelden waren of dromen waaruit we allen bestaan, de grote zwijgende massa van de dingen die voorbij zijn. 

     

    12-01-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    11-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Schrijf maar wat gedichten

     

     

     

     

    Schrijf maar wat gedichten

    opdat je niet te vlug zou sterven

    als je dood zult zijn,

    opdat er hier of daar

    een woord van jou nog wonen zou.

     

    Een kaft met poëzie

    waar men misschien,

    zich over buigen zal, een korte wijl

    om daarna, ook te verdwijnen

    in de schemer van de tijd.

     

    Zoals het van zovelen is

    die hier verzonken in de aarde

    na jaren, al vergeten zijn.

     

    Zo schrijf nog wat gedichten

    opdat je niet te vlug verschemeren

    zou eens je boeken dichtgeslagen,

    je pennen uitgedoofd

    je bladen blank gebleven.

     

    En kom ik dan,

    als woord, op avonden,

    gewandeld in je binnentuin

    om er naast jou neer te zitten,

    even maar.

     

    11-01-2013, 01:40 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    10-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De adem van de dagen (5)

     

     

    Het schrijven is voor hem een ziekte, een drug. Hij weet van Paul Nizon dat hij zestig jaar lang een dagboek heeft bijgehouden - zoals er velen zijn met een dagboek als compagnon – en dat hij het typte op losse bladen die hij op het einde van het jaar bundelen liet[1].

    Ugo heeft zijn dagboek bijgehouden, schrijvend in zijn page-a-day diary van de Economist - waarvan het papier zacht is op de rectozijde en korrelig op de versozijde, en dit met zijn pen, gevuld met inkt,  lie de thé van ‘J.Herbin depuis 1670’, die er licht krassend maar o zo vloeiend over glijdt, en hierbij denkt hij aan de grote Umberto Eco die in zijn ‘In de Naam van de Roos’ ons meldt dat hij de geschiedenis van Adson van Melk neerschreef in een paar grote schriften van de Papeterie Joseph Gilbert waarin het zo prettig is te schrijven als de pen zacht is.

    En het schrijven in zijn dagboek is een even grote vreugde geweest voor hem en die vreugde is gebleven, zoals het een vreugde moet geweest zijn voor Umberto Eco. Eigenlijk is het meer dan een vreugde het is een noodzakelijkheid.

    Als hij dan terugdenkt aan zijn droomlandgoed uit zijn jeugd - het is ook dit van zijn jongste broer geweest - gelegen aan de rand van een bos dat eens park was en waar het licht opkomt, is hij deze morgen de knaap van tien, twaalf, veertien jaar. Hij heeft geen globaal beeld meer van die knaap van toen, maar hij weet wel dat het uitzicht van park en landgoed totaal verwilderd was. De gracht er omheen, dichtgegroeid met els en struikgewas, met varens en mossen, met waterplanten en salomonszegel terwijl verdorde takken en omgewaaide bomen het nog verder in de tijd duwden.

    Er hing een sfeer van geheimzinnigheid over erf en park. Mede doordat de bewoners ervan leefden als kluizenaars scheen het, alsof het geheel gestold lag in de greep van de tijd. Was het alsof de geest van de geslachten die er geleefd hadden nog tussen de bomen hing en het landgoed als een eiland boven de aarde dreef.

    Als knaap werd hij er als het ware naar toe gezogen en op een namiddag was de roep ervan zo groot dat hij het gewaagd had, over de uitgedroogde gracht die rook naar modder en rottende bladeren, die rook naar de kamperfoelie aan zijn mond, het park binnen te dringen tot de witgekalkte muren van een prieeltje, in wat eens de achtertuin van het vroegere – nu totaal verdwenen - kasteel, zal geweest zijn.

    Hij had binnengekeken door het raam om een fractie lang te staren in de wijd open ogen van een halfnaakte vrouw met donkere haren in slierten over haar bezweet gezicht, en over haar gebogen de rug van een man.

    Hij was toen hals over kop weggerend, de handen voor zich uit, zijn adem schreeuwend in zijn borst en was blijven lopen tot de eerste huizen van het dorp, om dan in een brede zwaai, langs een veldweg terug te keren over de boomgaard naar het ouderhuis.

    Moeder dacht dat hij gevochten had toen ze de klonter bloed zag op zijn wang, maar hij vertelde dat hij in de bramen was vast geraakt. Van het koppel repte hij met geen woord en zeker niet wie hij gemeend had te herkennen.

    Nu vraagt hij zich af of dit voorval geen inbeelding is geweest, of tal van feiten die hij zich herinnert wel werkelijk hebben plaatsgevonden; of het wel zo is geweest dat er, toen ze op een avond aan het spelen waren op de weide, een man voorbijkwam op de fiets die hen toeriep dat drie mannen verdronken waren in een waterput die ze wilden reinigen; of het wel echt was dat hij op een dag aan de rand van het bos een vuursalamander had gedood - er werd verteld dat een beet ervan giftig was - en dat hij daarna de moed had gehad zijn vinger te plaatsen op het roerloze, koude, geel-zwarte vel.

    Maar werkelijkheid of niet, deze beelden of waren het dromen, en vele andere blijven hem bezoeken, krijgen een nieuwe omkleding, een lossere inhoud en vervagen, en van de vrouw en de man die de liefde bedreven in het prieel gaat nu geen verwarring meer uit zoals dit vroeger, lang het geval was geweest.

    Ook, omdat hij heeft lief gehad op vele plaatsen: in het rijpend koren - waar hij Knut Hamsun las - in het wilde gras, tussen de bloeiende brem die woekerde rond dolmen en menhirs; in het ochtend bed van een voor hem opengelaten woning en op zovele andere plaatsen, getuigen van het leven dat opspringt, onhoudbaar, oncontroleerbaar, en soms herdacht en nu herschreven. Of de totaliteit ervan die verstrengeld ligt in de knaap en de man die hij geweest is, samengebald in die ene, zich steeds hernieuwende herinneringen, nu een deze zijnde, nu eens de andere. 

    En als hij een beeld aanraakt daagt een ander beeld op, wordt het een snoer van herinneringen die elk hun beurt willen krijgen. Echter hoe komt het dat er gebeurtenissen zijn die verder zijn doorgedrongen en zich dieper in hem hebben vastgehecht en andere die zich oplosten en bijna totaal vervaagden als onbestaande?


                                    [1] Paul Nizon: ‘Les Carnets du Coursier’, Editions Actes Sud, 2011.

    10-01-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    09-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De kracht van de geest

     


    Je hebt heel wat te overwinnen om het warme bed te verlaten en te gaan neerzitten in de kilte van de kamer met een deken op de rug om te gaan schrijven in de holte van de nacht, onder de lamp. Zelfs al heb je niets om over te schrijven, zelfs al hangen er nog flarden slaap in je ogen.

    Je weet Jupiter hoog in het zuiden en naar het oosten toe, je sterrenbeeld Orion en heel laag bij de horizon, Sirius, en het is over Sirius, de Sothisster van de Egyptenaren dat je vandaag geschreven hebt en over Velikovsky, die in een deel van je leven centraal heeft gestaan.

    En je schreef over hem een lang essay dat je nu uitdragen wilt, gebundeld, om er voor altijd komaf mee te maken. En komaf te maken met Mars en Venus en Jupiter, de drie goden van de volkeren van de Oudheid. Met de grote vraag, waarom het goden waren, waarom ze aanbeden werden als Ares, als Athena, als Zeus door de Grieken en de andere volkeren, met een andere naam dan, Inanna voor Venus bijvoorbeeld.

    En wat meer is, waarom ze oorlog voerden onder elkaar en de Yahweh van de Bijbel, de God van de Hemelse Legerscharen werd genoemd.

    Gek om hierover na te denken en er iets over te willen schrijven. Maar je denkt aan Dante, de banneling, rondzwervend met zijn Commedia in de maak. Schrijvend in het midden van de nacht, in het licht en de geur van de flikkerende kaarsen over hem, het onsterfelijke werk, waarmede hij alle troubadours en wat deze schreven voor hun verre geliefde, ver zou overtreffen. Een werk dat nog nooit over een vrouw zou geschreven zijn, zoals hij het ‘neervederde’ in zijn Vita Nova. En hij toen zijn Vita Nova - zijn sonnettencyclus aan zijn geliefde Beatrice - plots afbrak om te beginnen, na studie, aan wat later genoemd zou worden zijn Divina Commedia.

    En zeven eeuwen later, in het midden van de nacht, iemand die hier niet alleen aan denkt, maar het neerschrijft ook ‘omdat het niet op de sofa noch onder het dons is dat je roem verwerft’, zoals Vergilius het aan Dante wist te melden.

     

    09-01-2013, 03:48 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    08-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Adem van de Dagen (4)

     


    En dan, wat zijn boek betreft, is er wat Rupert Sheldrake schoorvoetend waagt voorop te stellen - hoewel Sheldrake bekent deze idee niet te propageren - als zou het heden vanuit de toekomst worden beïnvloed.

    Hij kan ermee akkoord gaan, want hij heeft meer en meer het gevoel dat het boek hem zijn wil oplegt. Dat het in potentie zijn (voorlopige) vorm al heeft - zoals hemel en aarde in potentie bestonden op het einde van de ‘zesde dag’ - maar nog niet af, nog niet voltooid, trouwens nu ook nog niet.

    Hij kan zonder schroom verhalen dat het boek hem een ritme wil opleggen dat even hoog ligt dan de duizend woorden die Anthony Burgess, zoals hij eens las, elke morgen schreef voor hij neerzat aan de ontbijttafel. Maar dit geeft een probleem want het is een ritme dat te hoog ligt voor zijn jaren.

    Nu, Burgess was verre van zo oud als hij nu is wanneer hij deze woorden schreef. Zelfs al weet hij vele gegevens en impressies in hem opgestapeld, en wel zo dat hij deze niet meer intomen kan, dat ze uitpuilen en dat hij het uitzwerven ervan, over het grasveld, over de bomen, over de huizen van het dorp, over de maagdelijke bladen papier, niet meer tegenhouden kan. 

    En toch zal hij geen notaboekje aanleggen met de structuur erin van wat hij zeggen wil, zeker niet zoals de grote Mulisch het heeft gedaan voor het schrijven van zijn ‘Ontdekking van de Hemel’; hij zal evenmin een doos gaan openen met brieven erin en een andere met foto’s, beide uit een ver verleden, zoals Serge Doubrovsky[1], die hem nochtans de idee van de ‘autofiction’ bijbracht.

    Neen, hij zal zich laten overvallen door het woord en het nemen zoals het komt, met flash backs naar dingen die waren of hadden kunnen zijn. En de gang van zaken in zijn leven is niet uitsluitend afhankelijk van hem zelf - hoe groot is onze vrijheid van handelen wel?

    Het is hij niet alleen die beslissen zal over elke wending die zijn verhaal neemt of zou kunnen nemen. Het zal, zoals Sheldrake het vermoedde, meestal vertrekken vanuit de toekomst, waar alles al geformuleerd staat, maar waar hij nog niets vanaf weet. Vandaag zal dit zo zijn en morgen en overmorgen. Het verhaal, als het een verhaal wordt, zal hij optekenen zoals het komt.

    Hij ziet dus de inbreng van het omringende in de gebeurtenissen als heel belangrijk. Soms ligt het in de lijn van de verwachtingen, soms is dit totaal onverwacht. En dit laatste gebeurt maar al te vaak opdat hij hierin niet een mysterieuze interventie zou zien.

    Nu, (vermeende) toevalligheden te zien als mysterieus betekent helemaal niet dat hij zich aanmelden wil als een uitverkorene. Gedachten die onverwacht opduiken overkomt elk van ons, maar niet iedereen staat klaar en is er telkens ontvankelijk voor, ook hij niet, om in te spelen op de stootkracht, we noemen het ook inspiratie, die er van uitgaat.

    Neen, er lopen geen uitverkorenen rond op aarde. Als er dan toch uitverkorenen zouden zijn dan is het hoofdzakelijk omdat ze meer dan de anderen open staan om die onzichtbare tekenen, die ons aanzetten tot een creatieve prestatie, als een soort verplichting te interpreteren. Zij die deze tekens als dusdanig aanvoelen, noemt Houellebecq[2] ‘des artistes’. 

    Er kan ook nimmer een uitverkoren volk zijn geweest. Als er ooit een volk is geweest dat gemeend heeft zich aldus aan te kondigen, dan berust dit op feiten die in ons derde millennium, een andere verklaring meekrijgen.

    Neen, hij is zeker geen uitverkorene, als autodidact kent hij teveel de twijfelgevoelens als hij ‘s morgens gaat herlezen wat hij de avond ervoor zo goed dacht te hebben geschreven. Maar het gevoel van het geïnspireerd zijn is soms aanwezig in zijn handen onder de lamp, soms aanwezig in de muziek die de woonkamer bemeubelt en nu en dan, als zijn pen stilvalt, doordringt tot hem - lijk de flarden walsmuziek in La Valse van Ravel binnenstromen in het park telkens de deur van de balzaal opengaat – en, meent hij te weten, dat deze inspiratie herkomstig moet zijn uit zijn verwevenheid met de toekijkende kosmos, en meer nog, uit de boeken die hij las en hem omringen in hun rekken.

    En ook, dat dit alles verstrengeld ligt met zijn eigen verworvenheden en bevrucht wordt met het stuifmeel van de weemoed om het onherstelbaar voorbij zijn van zijn jeugd.

    Als hij erin slaagt dit te verwoorden dan zal hij zich voelen als uitverkorene, zonder een uitverkorene te willen zijn of genoemd te worden.


    [1] Serge Doubrovsky: ‘Un Homme de passage’, Grasset & Fasquelle, 2011

    [2] Michel Houellebecq : La carte et le territoire, Flammarion, 2010

    08-01-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    07-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Interview met Stefan Hertmans

    Stefan Hertmans dacht op het einde van het jaar, (even) aan Salman Rushdie die in zijn ‘Joseph Anton’ de verzuchting had geuit dat ‘het verstandig zou zijn zich terug te trekken uit de wereld van het commentaar en de polemiek, en zich weer te wijden aan wat hij het liefst deed, aan de kunst die zijn hart, zijn verstand en zijn geest van jongs af had gestolen…’

    Het zal dus ook de verzuchting van Hertmans geweest zijn en ik zie niet in wie hem hiervoor enig verwijt kan of mag toesturen, zeker niet zij die de helft van de woorden in de Van Dale willen schrappen omdat ze te moeilijk zijn voor de jeugd van nu en enkel, wat Hertmans noemde het Verkavelingsvlaams, wensten over te houden in het onderwijs.

    Ik erger me al lang aan zij die de Vlaamse cultuur uitdragen met wapperende vaandels op de sportmanifestaties waar ook ter wereld – behoudens in Wallonië – en ons minachten als we niet openlijk uitkomen voor een autonoom Vlaanderen. Want wie zegt er ons dat er achteraf in dat ‘autonoom Vlaanderen’ geen machtsstrijd zal ontstaan tussen Antwerpen, Limburg, of Limburg en beide Vlaanderen, al was het maar op basis van het ‘Vlaams’ dat er gesproken wordt.

    In feite kan me dit geen zier schelen. Op mijn ouderdom mag ik het citaat van Salman Rushdie als het mijne aanzien. Ik ben Vlaming en voel me Vlaming, en ik wens en verlang iets toe te voegen aan de Vlaamse Literatuur, iets van mij zelf als ik ertoe in staat zou zijn.

    Maar schrijvend in het Nederlands belet het me niet te veronderstellen dat de Vlaming die me leest ook citaten in het Engels, het Frans, het Duits, te lezen krijgt en zelfs Spaanse als het Frans hierbij van een grote hulp is om het citaat te begrijpen.

    Ik bedoel eenvoudig dat het niet is omdat ik deze citaten onvertaald gebruik, ik minder Vlaming zou zijn, integendeel, de veeltaligheid is een eigenschap van de Vlaming.

    Dus, Stefan Hertmans, erger je niet als je door een Kevin Absilis getekend wordt, zoals ik las – maar Absilis las ik niet en zal ik niet lezen – als een ’typische, politiek correcte, Vlaamse-identiteitsvrezende, belgicistische progressieve. Ik zou er eerder fier op zijn aldus getekend te worden.

    Het zijn trouwens woorden die in ‘hun’ Van Dale niet meer zullen voorkomen, want te moeilijk.
    Eigenlijk, na lezing van het interview van Filip Rogiers in het dS Weekblad van zaterdag 5 januari, wou ik enkel één zin weerhouden, één prachtige zin, althans volgens mij. En ik denk dat ik deze hier mag overnemen:

    ‘Ik word het niet moe om in lezingen te zeggen, misschien zit de man of vrouw die voor ons allemaal net zo’n grote betekenis zal hebben als Kafka 50 jaar geleden, op dit eigenste moment ergens in de stad op café. Hij zit daar kijkt naar iedereen en niemand naar hem. Hij laat zich niet verzoeken of bevelen hoe zijn stem zou moeten klinken, wat zijn kunst zou moeten zeggen. Het echt nieuwe, dat wat straks de mens weer zal laten voelen dat hij mens is, laat zich niet in een programma duwen’.

    Ik wens er enkel de vraag aan toe te voegen of die heer of dame in ‘hun’ wereld wel de gelegenheid zal krijgen om zijn of haar stem te laten horen

     

    07-01-2013, 00:38 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    06-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Adem van de Dagen (3)

     

    Gisteren is de Elihoe in hem opgestaan en weet hij dat het nu, eens en voor altijd de tijd is van het woord. Hij wil nu in tekens bewaren en uitdragen, de mens die hij was en wilde zijn onder de mensen. En schrijvend heeft hij in gedachten, de zin van Freeman Dyson:

    To me the most astounding fact in the universe, even more astounding than the flight of the Monarch butterfly is the power of the mind which drives my fingers as I write these words[1].

    Een zin die hem blijft vervolgen als hij de beweging ziet van zijn vingers die over de lijnen glijden, zo maar tekens nalatend die te interpreteren zijn, die komen van binnen in hem en terechtkomen bij hen die deze tekens ontcijferen zullen.

    En omwille van deze zin, die vanmorgen ineens in zijn gedachten opdook,  heeft hij ‘Infinite in all Directions’ van vele jaren terug, uit het rek gehaald en meegenomen in de wachtzaal van de dokter - hij heeft zorg om de stijgende pijn in zijn rechtervoet – waar hij, voor hij ontvangen werd, een andere prachtige passage[2] kon lezen, tevens de meest hoopvolle die hij de laatste tijd te lezen kreeg: 

    Mind, through the long course of biological evolution, has established itself as a moving force in our little corner of the universe. Here on this planet, the mind has infiltrated matter and has taken control’. 

    Hoewel hij al een belangrijke stap verder heeft gezet en gesteld heeft dat de geest altijd de controle over de materie heeft gehad, Is hij Dyson dankbaar, de aandacht te hebben gevestigd op de intrinsieke waarde van de geest.
    En Dyson gaat hier op verder. De infiltratie van de geest in al wat is, is a law of nature. Het is de geest die heerst. Zijn infiltratie zal niet gestopt worden door om het even welke catastrofe of het nu hier is op deze aarde of op een andere plaats, of het nu plaats vindt, of binnen een miljoen jaar, het is de geest die als overwinnaar
    overblijven zal. En de geest is geduldig: 

    Mind has waited for three billion years on this planet before composing its first string quartet. 

    Het Universum is lijk een vruchtbare grond omheen hem, klaar om de zaden van de geest te doen zwellen, te laten openbarsten en te doen bloeien.

    Hij, Ugo, wil dit hier benadrukken omdat deze woorden hem diepte geven als mens en omdat hij voelt dat de ideeën in hem, evenwijdig lopen met deze van Dyson die een geestelijke broeder is. Beiden vertoeven ze, een groot deel van hun ‘zijn’, in de band geest, die lijk de ringen om Saturnus, omheen  de aarde drijft.

    De woorden van Dyson en de woorden in hem,  omkringen hen lijk ranken klimop; staan al sinds eeuwen geschreven op de obelisk die met zijn schaduw, niet alleen het uur van de dag aangeeft, maar vooral de doorgang van de mens hier op aarde als zijnde een volwaardig element van ‘de Geest’ die in den beginne was.

    En uit die Geest, die van het Woord is, is het Universum ontstaan. En een magisch deeltje van deze Geest is ingeplant in de mens, en het is dit deeltje dat de mens voedt.

    Hoe verantwoordt hij dit, hij, Ugo die zich haast om nog niet te sterven. Hoe kan hij ernaar leven? 

    *


    1 Freeman Dyson: ‘Infinite in all Directions’: Penguin Books, 1988

    [2] pag.118, chapter: Life in the universe’.

    06-01-2013, 00:13 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    05-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Opvolging van Blogs


    Het schijnt me toe dat een blog om de drie dagen geen wijs besluit was. Ik wens mijn ritme op te voeren waar het kan, zo niet doe ik er twee jaar over wat zeker niet wenselijk is.

    Aan mij is het schrijven, als de inspiratie er is, is er geen probleem.

    ‘La inspiración es la ocasión del genio’. Honoré de Balzac (1799-1850) zou dit gezegd hebben, lees ik in mijn Spaanse Agenda 2013. Maar of ik om deze reden een genie zou zijn heb ik mijn twijfels. Wel is het zo, en ik schrijf dit ergens in mijn tekst van vandaag, als de inspiratie opduikt sta ik (meestal) klaar om deze vast te grijpen.

     

    05-01-2013, 04:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Adem van de Dagen, vervolg 2

     

    In de valavond had hij de haard aangestoken en was hij gaan neerliggen op de sofa met een deken over zich. Hij was ingeslapen en had gedroomd dat hij met vader in een sneeuwstorm was. Dit was al eens in werkelijkheid gebeurd, toen ze, midden in de nacht, een nacht midden in de oorlog, - hoe oud was hij toen – bij een hevige sneeuwval, een eik hadden afgezaagd in het bos, hout om te branden in de Leuvense stoof bij gebrek aan kolen wellicht.

    In de flarden droom die hij overhield, sneeuwde het en stonden ze voor een gebouw waarvan de gevel één grote poort was, met talloze kleine luiken die open en dicht sloegen. Zo leek het toch. Vader beukte met beide handen op de poort en riep woorden naar hem die verloren waaiden - lijk vele dagen die verloren waaien, een jeugd die wegwaait - maar hij wist duidelijk, heel duidelijk wat hij hoorde in het geroep dat van vader was of van de stormwind.

    De woorden staan duidelijk getekend in zijn gedachten, en is het alsof hij ze lezen kan in het schrale licht dat nog in de kamer hangt. Hij kan deze woorden nu overmoedig, uitdragen over de holle weg die hij nemen wil, want hij weet duidelijk, en niemand zal hem dit ooit ontnemen, dat de geest niet ontstaan is uit de materie maar dat het de geest is die de materie heeft gebaard. 

    In feite, als hij nadacht over de oorsprong van deze zin, waren zijn dagen er al lang van dooraderd. Het was een soort paradigma dat zich langzaam in hem had gedefinieerd,  een zaadbol die zich vormde, waarin vele begrippen uit zovele boeken en zovele gedachten in schubben over elkaar lagen. Het wondere was dat het kiemproces van deze zaadbol, in de voorbije uren, schijnbaar in gang was gekomen, alsof alle geheime elementen van zijn bestaan, zich gekruist hadden op die nameloze plaats die zijn lichaam was en nu, ineens, deze idee hadden geformuleerd dat al wat is, ontstaan is uit de Geest, al wist hij niet hoe die Geest eigenlijk kon geformuleerd worden.

    Aldus gebeurde het, dat wat in hem van bij zijn geboorte, vervlochten in zijn DNA, moet aanwezig geweest zijn, en als een onzichtbare diagonaallijn, bossen en velden doorkruiste, zeeën en stranden, bergen en stromen, gebeurtenissen en gedachten, de adem van zijn dagen was, om plots, een fractie van tijd, los te komen en te convergeren in één enkele hoofdzin, getekend door de Geest die onvermijdelijk van in den beginne, moet aanwezig geweest zijn.

    En als beschikker over het woord, is hij, Ugo, in deze ogenblikken van zijn bestaan, almachtig. Is hij todopoderoso, zoals Tzinacàn, de magiër uit het verhaal van Jorge Luis Borges[1], na het ontcijferen van de woorden van de god, verborgen in de vlekken op de pels van de jaguar die naast hem opgesloten zat, van elkaar gescheiden door een glazen wand.

    Almachtig, om woorden te produceren die vertellen over wat gebeurde en wat niet gebeurde en op deze wijze te beschikken over de realiteit als over de irrealiteit der dingen. Wel wetende dat hij bij dit alles afstand zal doen – en hij kan hier niet lichtzinnig over heen - van het houvast dat jarenlang God is geweest voor hem. 

    Zo zal uitkomen dat het boek dat zich schrijft vandaag en morgen, ver, ver voorbij halverwege, de enige mogelijkheid is die hem nog rest, in de laatste van zijn dagen, die zich aankondigen in de vertraagde gang van zijn lichaam, de totaliteit van wie hij was en is, te verlengen, over de dood heen, naar de eeuwigheid toe.

    En dat het moment is aangebroken waarvan hij altijd, met grote zekerheid heeft geweten dat het eens komen zou: het ontwaken uit wat hij nu noemen wil, zijn geestelijke inertie.

    Hij houdt hierbij twee voorbeelden voor zich uit, namelijk in de eerste plaats, de grote Ovidius die hem, zonder aan te kloppen, regelmatig bezoekt. Ovidius die, dankzij zijn Metamorfosen, overtuigd was van zijn onsterfelijkheid, want wat er ook gebeuren mocht, zij zouden voor eeuwig zijn naam meenemen in de tijd.

    En een tweede beeld, krachtiger dan ooit voorheen, de Dante in hem die schreef - al was het Vergilius die de woorden sprak – “dat het noch neergezeten op het dons noch onder de dekens gelegen, dat je roem verwerft en dat hij die zijn leven aldus doorbrengt evenveel sporen nalaat als rook in de lucht en schuim op het water”[2].

    Hieruit vloeide voort dat alle creatieve krachten in hem gericht waren op het nalaten van een blijvend, levend iets, dat van hem nog zou verhalen, de tijd in, tot het uiteindelijk, maar dan hopelijk ver erna, vergaan zou tot de letters van een naam in een oud register.

    Zo, wat hij stellen wil zal opstijgen uit de rozenvelden, de weiden en de akkers, uit de stroom dichtbij en uit de open luchten erover; zal ontstaan uit een dichtgegroeid woud met varens in de zomer en bramen en netels tot in de herfst. En dwars doorheen dit alles zal hij een holle weg nemen waarvan de bermen begroeid zijn met gebeurtenissen, die alle, hoe groot of hoe klein, hun impact zullen hebben op het boek dat in potentie reeds geschreven ligt, gebundeld en in zijn gekleurd couvert.

    Zoals in het boek van het leven – we lazen het in psalm 139 - reeds alle gebeurtenissen die nog komen opgetekend liggen, al hebben ze nog niet plaats gevonden, dus ook dit schrijven.

    Het is van uit deze kamer van deze eeuwenoude hoeve, het enige gebouw dat rest van een vroeger nonnenklooster, in deze vroege morgen van deze vroege herfst dat het boek vertrekken zal om uit te komen in op de laatste pagina, in zijn omegapunt, dat reeds getekend ligt, ergens in de tijd.


    [1] Jorge Luis Borges - ‘El Aleph’ : ‘ La, escritura del dios’, Alianza Editorial, 2001, pag. 133.

    [2] ‘Omai convien che tu così ti spoltre’ / disse il maestro, ‘ché, seggendo in piuma,/ in fama non si vien, né sotto coltre: / sanza la qual chi sua vita consuma, / cotal vestigio in terra di sé lascia / qual fummo in aere ed in acqua la schiuma.

    (Inferno, canto XXIV, 46-51

     

     

    05-01-2013, 03:56 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    03-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Adem van de Dagen (1)

     

    De aanhef van het boek dat zich nu schrijft ontstaat niet hier, in de kamer van deze oude woning, waar geslachten van vader op zoon hun adem hebben gebrand in de donkerte van de open haard als in de zware eiken balken van de zoldering, de aanhef ervan ligt veel verder in de tijd, ligt zelfs diep in zijn jeugd. In feite heeft hij er altijd aan gedacht, zo ver zijn herinneren reikt, maar het is pas vandaag dat hij is gaan neerzitten om te schrijven over de mens die hij was, die hij had willen zijn en die hij had kunnen zijn, onder de mensen. 

    Hij, Ugo d’Oorde, voelt zich hierbij als Elihoe uit het boek van Job, die oordeelt dat hij te lang al heeft gewacht om te zeggen wat hij te zeggen heeft en dat nu zijn tijd gekomen is, nu of nooit, dit sacrale ogenblik van de eerste woorden.

    “Elihoe”, zegt hij luidop, “al ken ik je maar uit de bijbel, maar ook ik steek vol met woord en argument, ook ik word opgehitst door wat me roert en gistend is als jonge wijn die nieuwe zakken dreigt te scheuren”[1].

    En hij vereenzelvigt zich met Elihoe, omdat in hem, zo ver hij zich herinneren kan, gedachten roepen, smeken, om te worden neergeschreven en aldus bewaard te blijven – hopende, hopende zoals Ovidius, tot lang erna – ook omdat zoveel nog te begrijpen is, te verwerken is; ook omdat de geest hem wakker houdt en ideeën uitkomen op nieuwe ideeën; en ook omdat het grote mysterie van het ‘zijn’, oneindig veel facetten vertoont en de lichtinval hem soms overhoop haalt.

    En dan vooral omdat hij denkt dat de Groot-Levende, onverklaarbaar, onvoorstelbaar, ontegensprekelijk niet is wat hij denkt dat Hij is. Maar dat Hij negenennegentig maal meer is.

    Om al deze redenen en er zijn er nog vele andere, deze roekeloze, gotische woorden. Gotisch, waar gotiek verwijst naar het metafysische, het transcendente; roekeloos omdat hij niet weet waar hij uitkomen zal en of hij uitkomen zal. En hij wist zich, vooraleer hij één woord had neergezet, een man van de gotiek, hij wist dat hij, zoals de kathedraal haar wortels heeft diep in de aarde als hoog in de luchten, hij zijn woorden halen zal, niet alleen uit de dingen van de aarde, wat maar normaal is, maar vooral  in de brede strook geest die hoog boven de aarde drijft en even beschikbaar is, als water en aarde, als vuur en luchten. Die strook is brokaat, is paarlemoer. De kamers van het huis zullen ermee behangen worden alsof het woorden waren van Bijbel en Bhagavad Gita, in letters, in gesymetreerde letters die eeuwig zijn en waarvan de betekenis reikt tot in de verste uithoeken van de tijd. 

    Hij droomt, het ganse boek wordt een gedroom, een autofictie. Het is, van al wat is en al wat worden zal, de toonaard van het boek.

     

    *



    [1] ‘For I am full of words, the spirit within me constraineth me. Behold my belly is as wine which has no vent; it is ready to burst like new bottles. (King James’version, Job, Ch. 32 : 18, 19).

    03-01-2013, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    31-12-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Psalm 139



    Ik begon mijn jaar 2012 met enkele regels uit psalm 139:

     

    Thine eyes did see my substance, yet being unperfect; and in thy book all my members were written, which in continuance were fashioned, when as yet there was none of them.

     

     

    Als het boek bestaat zal het een virtueel boek zijn, een boek dat enkel in potentie bestaat, waarin reeds opgenomen én al wat was én al wat is, én wat uit het reeds bestaande, voortkomen zal vandaag, morgen en zo verder de tijd in, tot het zal vol geschreven zijn om het te sluiten en of het daarna nog zal geopend worden valt te betwijfelen.

    Al weet je maar nooit.

    Al weet je maar nooit wat voort zal komen uit de wortels in de tijd verstrengeld.

     

    Voor mij – of heb ik het al gezegd – is er is nog altijd, zoals voor elk van ons, ‘het’ ogenblik that we all have to overcome. Hoe weet ik niet, wellicht gelaten, of wie weet, verheugd misschien dat, nu alles hier geleden is, het keren naar de bron, een hoogdag is.

     

    Zo houd ik me vertrekkensklaar, maar blijf ik schrijven tot het laatste is gezegd. U leest me voortaan op elke dag waarvan het cijfer of het getal deelbaar is door drie. Dit plande ik al een tijdje geleden, maar wat het precies wordt blijft zelfs voor mij nog een vraagteken, een vraagteken waar ik mijn jaar mee beëindig.

     

    Het ga je heel goed, beste lezer, in het jaar dat zich opent.

     

    31-12-2012, 07:15 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nog 29 december 2012

     

     

    Waar het water zich haastte om nergens

    aan te komen: de Leie en de vrienden,

    omdat van vele dagen er een lijn getekend

    stond die niet te nemen is, niet te overschrijden

    of slechts met vrienden van ver en dichterbij

    en hen te bekoren met zwermen vogels

    in de luchten tot boven de torens

    en de eenden in de beemden, de hartklop

    van het land waar zij genodigd waren. 

     

     

    En de woorden die zo zacht gesproken

    alles gevend wat er te beleven is

    gedachten zaaiend lijk kersenbloesems

    in de lente, om te worden opgeraapt

    en in een boek gekleefd om te bewaren,

    kommerloos. En te openen op dagen

    die als palen in de aarde, opgesmukt

    te wachten staan voor later.

     

     

    De Leie en de tijd, of waar de uren

    niet verschoven, maar stille bleven

    - lijk de reiger aan de overkant -

    momenten van het samenzijn,

    het licht als zilver opgespaard.

    En toen het doofde gingen we, rijker

    dan wanneer we kwamen.

    En lang de tijd van groot herinneren.

     

     

     

    31-12-2012, 00:40 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    30-12-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Op het einde van de Rit

     

    Als ik de blogs van Saramago nog even opensla dan stelde hij zich op het einde van de rit de vraag die elke schrijver van dergelijke berichten zich zou stellen:

     

    ¿ Han valido la pena estos commentarios, estas opiniones, estas criticas? El mondo esta mejor que antes? Y yo ¿ cómo estoy? ¿ Es esto lo que esperaba?

     

    Hij is verstandig genoeg om op al deze vragen niet positief te antwoorden, het zou een teken zijn van mentale blindheid, vindt hij. Daarentegen zou een neen-antwoord wijzen op een te overdreven nederigheid. Laat het ons dus houden bij de berusting te weten dat al wat we doen of schrijven amper onze doelstelling benadert.

     

    Ik kan me vandaag, op de vooravond van het afscheid van deze Geschriften, zelfde vragen stellen. Loonde het de moeite elke dag een pagina te schrijven over een boek, een voorval, een opinie die ik meende te hebben? Is de wereld er beter door geworden? En voor mij, heb ik bereikt wat ik gehoopt had te bereiken?

     

    Ik kan ja antwoorden op de eerste vraag. Wat ik ook schreef en hoe ik het schreef, het hield mijn geest in beweging, het hield me weg van tv en sofa. Het kostte me moeite, zeker, maar het bezorgde me ook voldoening, soms innerlijke vreugde.

    Achteraf evenwel, bij het herlezen van sommige van mijn teksten, weet ik dat ik de perfectie niet haalde en evenmin, dat ik mijn droombeeld, te werken aan iets groots, iets dat verwondering zou verwekken, niet benaderde. En ook weet ik dat mijn woorden werden niet met klokkengelui ontvangen, niet verspreid zoals ik wou en vooral dat de wereld er niet beter is door geworden.

     

    Daarentegen werden de blogs van Saramago onthaald als deze van een groot schrijver, en kregen ze een echo die hangen blijft tot ver na zijn dood. Al was het maar in wat ik trachtte te presteren.

     

    Deze van mij zullen een stille dood sterven.

     

     

    30-12-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    29-12-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Karel Lodewijk Mortier, 85

     

    Een goede vriend – hij leest me dus hij weet dat deze tekst van hem komt – stuurde me op zondag 11 maart 2012, om 12.10 een e-mail:

     

    ‘Karel en, Claude Lévi-Strauss op zijn 90ste:

     

    (Il y a) aujourd’hui pour moi un moi réel, qui n’est plus que le quart ou la moitié d’un homme, et un moi virtuel qui conserve encore une vive idée du tout.

    Le moi virtuel dresse un projet de livre, commence à en organiser les chapitres, et dit au moi réel: ‘C’est à toi de continuer’

    Et le moi réel qui ne peut plus, dit au moi virtuel: ‘C’est ton affaire. C’est toi seul qui voit la totalité’.

     

    Ma vie se déroule à present dans ce dialogue très étrange.[1]’

     

    Ik bewaarde deze woorden om er vandaag – ik was dan toch vooruitziende – iets aan toe te voegen.

     

    Ik haalde de 85, maar niets zegt me dat ik de 86, de 87 en ga maar verder, de 90 van Claude Lévi-Strauss halen zal.  Het is een kwestie van overleven, en voor mij ook, een kwestie van overleven van mijn ‘virtuele ik’, maar dan, in de grote, noodzakelijke, voedende, schreeuwende Hoop, dat mijn ‘reële ik’ voldoende kracht, moed en inzet zal overhouden, opdat l’étrange dialogue, waar Lévi-Strauss mee gekweld zit, niet mijn lot zou zijn.



    [1] Claude Lévi-Strauss évoque sa vieillesse dans un numéro spécial édité à l’occasion de ses 90 ans et lors d’une réception au Collège de France.

    29-12-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    28-12-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Volle Maan

     

     

    Wat ben ik, was de vraag die José Saramago, Nobelprijs literatuur, - de man die mijn voorbeeld was voor deze blogs van mij - zich stelde? Niet ‘wie’ ben ik, maar ‘wat’ ben ik.

    Wel ja, wat ben ik, een simpel mens die even opkijkt van zijn klavier en precies boven zijn scherm de schemer ziet van de lichtende ronding van de volle maan.

     

    Wel ik weet dat het de maan is, de kat weet het niet. Ik kan er de sterren bij denken, de beweging van maan en sterren, ik kan er de kosmos bij denken, het ontelbare, het oneindige en weten dat dit alles mijn oorsprong is en ook mijn Omega. Ik weet dat ik weet dat ik weet en, dat ik niet weet wie of wat dit alles omvat in één reusachtige, bewuste omhelzing.

    Vandaag ben ik nog van dit alles, morgen of overmorgen ben ik van deel van die omhelzing.

     

    Ik groet je, maan van mijn hart, ik groet je vanuit mijn soms duistere en soms lichtende blog. Hopende dat dit beeld van jou, deel van de volle maan schuivend tussen de wolken doorheen de kruinen van de bladerloze bomen, me nog lang moge bijblijven, vooral nu in deze dagen.

     

     

    (Mijn PC is allergisch aan het woord Saramago, ik heb het pas getypt of het wijzigt zich in het woord ‘Schraag’. Ik moet het telkens twee à driemaal typen voor het blijft zoals het hoort. Wat is er verkeerd aan?).

    28-12-2012, 00:10 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    27-12-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lettre à Gustave Cotter

     

    Mon  cher ami Gustave, ‘fratello mio’,

    En ces derniers jours de l’an 2012, je pense souvent à toi.
     

    A toi, dans ton Royaume du ‘Home du Soleil’ (ou est-ce le ‘Home de  la Lumière’?) situé à Grimisuat sur Sion, Là, où tu avais tes vignes, où tu fus maître après Dieu.

    Là où pendant des années - et une toute première fois avec mon père - des amis  et moi nous avons eu cet immense privilège, de te rejoindre au temps des vendanges et de vivre en ta compagnie et de ta famille, ces tout grands moments dans la vie du vigneron. Toi Gustave tu étais un frère pour moi, et pour les autres. Frère, ce mot lourd de signification, aujourd’hui amplifié par le fait que ces moments du passé, sont devenus avec le temps, des souvenirs inoubliables. 

    Que de vendanges  que nous avons vécues avec toi, là, sur le flanc des collines, au-dessus de Sion, les collines qui descendent jusqu’au Rhône et qui remontent sur l’autre versant,  jusqu’aux cimes enneigées qui nous étions si chères.

     

    Mais il n’y avait pas seulement les vignes, il y avait aussi le village de Zinal, ce village au fond du Val d’Anniviers, où un de tes ancêtres avait son nom, Cotter, taillé, millésimé au dix-huitième siècle, dans la partie haute d’un de ces vieux chalets.

    Que de jours et de soirées que nous avons passés ensembles avec des amis communs, Robert Panchard  et Freddy Aymon; que de courses que nous avons faites ensembles,  à commencer par  les cabanes de l’Arpittetaz, du Tracuit, du Grand Mountet, de Moiry, et ceci du temps où les cabanes n’avaient pas encore l’allure d’un hotel, comme c’est le cas maintenant; que d’escalades: le Besso, le Blanc de Moming, la Pointe de Zinal, et tous les sommets du côté de Moiry : les Aiguilles de la Lé, les Couronnes de Brayonnaz, la Pointe de Moiry et, le Grand Cornier, un presque quatre mille, où nous avons dû, arrivés à cent mètres du sommet, rebrousser chemin à cause du verglas.

     

    Et puis, Gustave, mon très cher ami, nos randonnées dans les forêts, nous deux, à la recherche de chanterelles, d’agarics, de pieds de moutons, toute la gamme de champignons de forêts  que tu connaissais si bien – et si moi je les connais c’est grâce à toi - des panniers pleins, que Germanine, ta tendre épouse, qui m’est très chère aussi, nettoyait et qui les conservait  sous vinaigre et Dieu sait quoi encore, dans de petits bocaux.  Des champignons au vinaigre, que l’on dégustait accompagnant les nombreuses raclettes que nous avons mangées dehors, sous les arolles de ton chalet, ‘le Chardon bleu’.

     

    Et puis, et puis, mon grand ami, et puis tes vins, ton rouge, et les vins de tes amis vignerons, de Freddy pour commencer, son ‘Venin de Vipère’, un ‘œil de perdrix’ d’une grande qualité, et de Héritier et Fabre, leur sainte-Anne, leur Pinot noir.

    Et puis, au cours des années, tous ces autres vins; Humagne, Malvoisie, Amigne, Arvine, Johannisberg, Muscat, que tu m’as fait connaître. Et je n’oublie pas ‘la Porte de novembre’, ce vin délicieux, qui fut mon vin préféré. J’ai encore dans ma cave ici quelques bouteilles que je conserve comme des reliques en espérant les boire un jour, qui ne viendra peut-être jamais.

    Et certainement je n’oublierai jamais, ton coup du milieu, ton adorable Génépi que tu cueillais dans ton soi-disant, jardin, haut dans la montagne.

     

    Tout cela, fratello mio, et mille autres choses, par exemple la tombe de Rilke au pied de l’église romane de Rarogne que nous avons visitée avec Robert. En tout, une masse immense de souvenirs que je voudrais te rappeler, Gustave, mon grand ami, en ton Royaume, en cette fin de l’an 2012, tout en te serrant fortement et longuement dans mes bras.

     

    Charles, ton ami et frère.

     

    27-12-2012, 00:01 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    26-12-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Leonard Nolens

     

    Leonard Nolens ontving de prijs der Nederlandse Letteren voor zijn ganse oeuvre. Het  weze hem gegund. Pascal Smet weet dat we in hem het meest sublieme vieren dat de Nederlandse taal voortbrengt: een groot dichter. En hij Nolens wordt bedankt voor dit groot dichter zijn want in zijn woord belicht Nolens zijn dank voor deze dank van de jury. Wat ik nogal zielig vind voor een poëet. Had graag van hem gehoord wat poëzie eigenlijk is - ik weet het nog steeds niet, na Nolens en Hertmans en zovele anderen, en vooral, nu onlangs, na Auster - maar ik wil het vandaag enkel hebben over twee zinnen die ik licht uit zijn toespraak[1] bij de uitreiking van de prijs:

     

    Wie spreekt neemt automatisch een ander in de mond. Een ander houdt mijn hand vast nu ik dit schrijf.

     

    Ook ik ontsnap hier niet aan ook bij mij is het een ander die me aanzet tot schrijven, die de aanleiding is en een aanleiding zoekt om te schrijven. Het is die Ugo d’Oorde in mij die ik een naam heb gegeven, die me geen ogenblik met rust laat, die altijd denkt in literaire vormen – dan toch literair voor hem – en ik moet hem laten begaan, het is alsof hij me bezit en ik bezeten word door hem.

     

    Ik denk dat dit het geval is voor allen die schrijven of kunst bedrijven, gedachten die je worden opgedrongen, waarmede je rondloopt of die je plots, komende van waar ook, overvallen. We kennen dit allemaal, we zijn dit allemaal even rijk. Maar je moet iemand in jou hebben om, én de neiging te hebben, én de wil – en jij de moed – om die neer te schrijven op elk ogenblik van de vierentwintig uren dat een dag kort is.

    Het is hij die je de slaap ontneemt en de rust. Te zijn wie je (maar) bent komt op de achtergrond, als toeschouwer, om hem de vrije hand te laten in wat geschreven wordt. En, waarlijk, soms ben ik maar al te verheugd dat hij er is en doet wat hij doet.

     

    De persoon die ik ben in de omgang en, de persoon die ik ben eens neergezeten en schrijvend, of het nu is in mijn dagboek of rechtstreeks op mijn laptop – wat meer en meer het geval wordt – deze laatste houdt er een andere mening op na:

    ‘Schrijven man, schrijven is je adem, de rest is bijzaak,’ schijnt hij me te zeggen, en dit op een wijze die ik niet tegenspreken kan, zelfs al zou ik willen.

     

    Maar ik wil niet, ik volg hem, o zo graag.


            [1] De Standaard van 21 december 2012

    26-12-2012, 00:57 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    25-12-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kerstdag

     

     

    Uit een e-mail dat me (ongevraagd) toegestuurd werd door ‘Être Présence’ licht ik een zin uit een gebed dat ze suggereren:

     

    ‘Je ne pronocerai aucun mot blessant ou négatif envers quiconque’.

     

    Bijwijlen heb ik hier tegen gezondigd, heb ik verwijten toegestuurd aan zij die aan het hoofd staan van de Europese Gemeenschap. Ik had het niet hoeven te doen. Vooreerst ik weet niet hoe ik zou gehandeld hebben als ik in hun schoenen had gestaan en ten tweede, negatieve zinnen brengen geen aarde aan de dijk, integendeel ze blijven hangen en verspreiden zich met de wind en de golven van onze Gsm’s.

    Dit is mijn voornemen op deze kerstdag. Het is niet veel  en het is gemakkelijk op te volgen, trouwens op mijn ouderdom is het beter elke vorm van negativiteit te mijden, zelfs als ik zou menen er recht op te hebben is het beter dat ik in mijn schelp blijf.

     

    Dit is ook de eerste van mijn zeven laatste blogs die ik schrijven zal. Hierna neem ik een sabbatjaar wat mijn dagelijkse blogs betreft. Van 2013 af leest u me enkel nog op de dagen deelbaar door drie, de allereerste op 3 januari en zo verder 6, 9 januari, tot het uitdoven van mijn pen en of inspiratie. Wat ik schrijven zal wordt ook anders gestructureerd.

     

    Wat ik nog kan is het bundelen van mijn blogs van 2012, tenminste zo er vraag naar is. Indien niet zullen deze teksten, voor een tijd dan toch, bewaard blijven op een memostick voor het nageslacht.

    Aan allen die me lezen en aan hun familie stuur ik, zoals de traditie en mijn hart het wilt, mijn warmste en meest genegen wensen voor Kerstdag en het Nieuwe Jaar, vooral dan aan hen waarvan ik weet dat er in hun meest nabije familie, een moeder is van wie de toestand weinig beloftes inhoudt. Ze wezen ervan overtuigd dat ik aan die moeder, al ken ik ze niet, regelmatig denk, al helpt dit niet veel, ik houd eraan deze zin hier aan toe te voegen.

     

    25-12-2012, 00:58 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    24-12-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nazindering

     

    Het bezoek van Jan Hoet zindert na in mij. Dat een groot kunstkenner nu in zijn (verre of dichtbije) herinneren mijn ‘klein-kunst’- werken meedraagt geeft me een warm gevoel. Eén vraag rest er mij, had ik hem een werk moeten aanbieden als geschenk? Maar ik waagde het niet hem de vraag te stellen, al had ik het graag gedaan en even graag aan Lieve en Guido en aan Paul.

    Nu, het is een belangrijke dag geweest voor mij én voor zij die er aanwezig waren. En het is een herinnering die ik koesteren zal omdat ze me rijker heeft gemaakt.

     

    Dit op de vooravond van Kerstdag. Ik hoor hoe Bart Stouten, op Klara, deze dag beleeft, had er zelfs nog niet aan gedacht dat Kerstdag zo dichtbij was. Waar is de tijd dat ik op twee stappen van de kathedraal leefde en luisteren ging met de kinderen naar het kerstverhaal in de crypte van de kathedraal en verder waar de tijd dat ik als kleine jongen met twee vrienden in de valavond de huizen van de straat afliep met een ster in de hand, die draaide, terwijl we zongen van de herdertjes die ‘bij nachte’ in het veld lagen en hun schaapjes hadden geteld.

    Ver af nu, in tijden die onwezenlijk schijnen, verhalen uit boeken in oud-Nederlands geschreven, amper te ontcijferen. Maar ik beleefde ze. Op dagen zoals deze duiken de herinneringen op, de sneeuw, de koude, de korte broek en grootmoeder waar we langs gingen: ‘maar mijne jongen en met blote knieën’.

    Vochtige ogen nu ik denk aan toen, en aan grootvader  die, op valavonden dat ik er langs kwam met moeder, een droge haring roosterde op de kolentang boven het vuur. Een wereld opgelost in de schemering van wat eeuwen geleden gebeurde. En avonden op het ijs van de ondergelopen weiden, met kikvorsen eronder en salamanders en wij jongens en meisjes joelend van genot en simpelheid, kikkers en salamanders op het ijs.

    Mijn God, wat een jeugd het was en wie er uit te voorschijn is gekomen, de man die ik nu ben, die nog altijd verrukt is over het bezoek dat Jan Hoet bracht aan zijn werk. De innigheid van een bezoek, toegevoegd aan de woorden van mijn blog.

     

    24-12-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Archief per week
  • 22/04-28/04 2024
  • 15/04-21/04 2024
  • 08/04-14/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 25/03-31/03 2024
  • 18/03-24/03 2024
  • 11/03-17/03 2024
  • 04/03-10/03 2024
  • 26/02-03/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 12/02-18/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 29/01-04/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 15/01-21/01 2024
  • 08/01-14/01 2024
  • 01/01-07/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 16/10-22/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 02/10-08/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 18/09-24/09 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 04/09-10/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 21/08-27/08 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 07/08-13/08 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 17/07-23/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 03/07-09/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 13/03-19/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 25/12-31/12 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 21/11-27/11 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 10/10-16/10 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 01/08-07/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 04/07-10/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 13/06-19/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 16/05-22/05 2022
  • 09/05-15/05 2022
  • 02/05-08/05 2022
  • 25/04-01/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 11/04-17/04 2022
  • 04/04-10/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 07/03-13/03 2022
  • 28/02-06/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 14/02-20/02 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 17/01-23/01 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 26/12-01/01 2023
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 08/11-14/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 19/07-25/07 2021
  • 12/07-18/07 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 28/06-04/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 31/05-06/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 19/04-25/04 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 29/03-04/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 16/11-22/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 07/09-13/09 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 25/12-31/12 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 24/12-30/12 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 29/11-05/12 -0001

    Archief per maand
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 11--0001

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs