Geschriften
Inhoud blog
  • Afscheid
  • Opgenomen.
  • Hoe ik er sta, vandaag?
  • Waar ben ik mee bezig?
  • Gesprek op zondag.

    Zoeken in blog



    03-04-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Anders gaan leven.

     

    Ik heb het gevoel - het wordt me opgedrongen - dat ik stilaan gekomen ben op het einde van mijn Latijn en, er is een reden voor. Er is me geen eeuwig leven beschoren en als ik, voor wie het ook moge zijn, redden wil wat ik in de loop van mijn jaren geschreven heb, dan moet ik nu, en onverwijld, optreden, opzoeken en samenbrengen wat samen moet gebracht worden.

    Tussendoor was ik er al aan begonnen. Heb ik mijn blogs van 2017 ondergebracht in wat ik noem, voorlopig, ‘Mijn Chronycken’. Ik ben nu, verder gaande, begonnen aan deel ‘II’, en wil er verder mee gaan tot ik kom tot waar ik vandaag gekomen ben.

    Dit is zeker geen aprilvis van mij, dit is de rake werkelijkheid. Ik bleef dit maar uitstellen en realiseer me nu ineens hoe dringend het wel wordt wil ik enigszins redden wat gered moet. Dit geldt ook voor een manuscript dat blijft liggen samen met een tekst over de Hel van Dante en er zijn dan nog in meer de vele gedichten die ik schreef.

    Ik stop echter niet met mijn blog, ik blijf jullie dus elke morgen bezoeken. Zoals in het verleden krijg je een blog voorgeschoteld maar dan soms een ‘veredelde’ vorm van een van mijn vorige blogs.

    Pas als alles een vaste vorm heeft gekregen zal ik uitkijken naar een uitgever die het werk van een oud man ter harte zou willen nemen, elke suggestie van jullie welgekomen zijnde. Dit is dus de afspraak die ik maak met jullie, een afspraak die noodzakelijk is voor mijn zielenrust.

    Een afspraak die ik node neem omdat ik gewoon was elke dag opnieuw te beginnen, en elke dag een nieuwe uitdaging aan te gaan die nu stil gaat vallen, wat voor mij een verarming betekent in mijn leven, want ik ga nu stoppen met het uitkijken naar nieuwe woorden. Ik werd er, na tien volle jaren. door getekend.

    je hoort het wel hoe het afloopt met mij, tenminste zo je me verder, langs deze weg, volgen blijft.

    In elk geval, en wat of hoe ook, het is een mooie tijd geweest. Echter, weet ook dat dit geen afscheid is. Si Dieu me prête vie. je resterai présent au rendez-vous matinal.

    Het spijt me deze beslissing te moeten nemen, ik zie er geen andere omdat ik voel dat mijn krachten afnemen en ik zo maar niet elke dag uren kan doorbrengen voor mijn klavier gezeten, mijn rug, mijn arme rug  laat het niet toe.

    Geloof me, het zijn moeilijke dagen die  ik tegemoet ga, dagen van weinig creatieve vreugden, dagen van een zeer kritische ingesteldheid die me niet ligt, die, ik voel het nu al, een breuk betekent voor my poor heart.

    Ik moet dus anders gaan leven en weet niet of ik het volhouden kan.

     

    03-04-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    02-04-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ben ik een zonderling man?

     

    Ik voel me soms, zoals vanmorgen, als een hofmuzikant die elke dag een korte sonate te schrijven heeft. Kan het, dat hij na jaren componeren, eens omkijkt en uit zijn collectie sonates er één uitpikt waarin hij enkele noten, enkele instrumenten, wisselen gaat om ze als nieuw te laten klinken?

    Zegde ik het al dat er geluiden zijn die komen uit de Kosmos en, is de Kosmos schijnbaar te ver af, geluiden dan toch die van buiten hem komen. En dat deze geluiden ingevingen zijn, die zich voordoen in woorden en zo - nogmaals, mijn beste Dyson, het wonder van de hand die schrijft - opgetekend worden, klaar gemaakt voor het nageslacht.

    Het is de eigenschap van het wondere leven in ons, het leven dat kosmisch is, het leven dat creatie is, evolutie is; altijd maar verder reikend, maar dieper gravend en dingen boven haalt die totaal onverwacht zijn. Om, eens boven, er als lokmiddel te schitteren om nog verder te worden uitgediept, tot in het oneindige, zoals Popper het wist dat nieuwe zaken altijd de voedingsbodem zijn voor nieuwere.

    Ik ondervind dit telkens als ik mijn ‘sonate’ schrijf. Er is altijd nog iets overgebleven van wat ik al schreef en vertrekkende van hieruit kom ik terecht in een andere ader, laat staan, een zilverader, geen goudader , waar ik kan beginnen kappen.

    Ik kap dus zilverertsen uit die ik smelten moet tot woorden, wat ik dagelijks doe, niet wetende hoe ik het doe, maar het resultaat is er, het staat er. Tot verwondering van mezelf als ik zie waar ik terecht gekomen ben. Wat bewijzen moet dat wat ik schreef van buiten mij kwam.

    Waaruit putten we dan, welke kennis ligt er te wachten op ons want we kunnen ook, in plaats van een zilverader te vinden, een nieuwe vluchtheuvel bestijgen en in de wolken aankomen, een stap binnen de oneindigheid van het ‘zijn’, waar we worden opgewacht en toegesproken.

    Het komt er aldus maar op aan, de heuvel op te gaan om te bereiken wat we bereiken willen. Als ik dan een hofschrijver geworden ben dan is de idee ertoe niet uit mezelf ontstaan, maar uit de wereld waarin ik gedompeld ben, uit de talloze, op elkaar inwerkende omstandigheden die er waren bij mijn geboorte of conceptie, of beide.

    Zo, eens te meer, vertrekkende als hofmuzikant, langs welke wegen ben ik heen gegaan om aan te komen waar ik aangekomen ben.

    Hoe gebeurt dit keer op keer, wie houdt mijn hand, mijn vingers. Ik krijg er niet genoeg van, op te staan, mét  of vóór het eerste licht, en op stap te gaan, blindelings, het land binnen, een land dat ik ken van haar nog pluimen, om dan uit te komen dat ik het wel kende, ergens van uit een uithoek van mezelf waar ik nog niet geweest was, maar zich vandaag heeft kenbaar gemaakt; een uithoek in feite weinig verschillend van de vele uithoeken in mij.

    Een zonderling man die ik ben als het op woorden, als het op schrijven aan komt.

    Zonderlinger dan zonderling.

    02-04-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    01-04-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De tijden van toen.

     

    Een volle omfloerste maan alsof ze ademde, toekijkend in de morgen, zich roerend alsof ze verwachtte dat er vandaag iets gebeuren ging: omdat het één april was, en het gebruikelijk was even te misleiden met een aprilvis. Wat echter niet meer het geval schijnt[1]

    Is het omdat we wijzer (!) geworden zijn, omdat de aprilgrappen van vroeger verdwenen zijn uit de samenleving; niet meer gekend door de menigte, of niet meer gewild of gesmaakt; de roes van het leven weg zijnde uit de mens van nu, ineens te oud geworden en de tijd niet meer heeft om er bij stil te staan. Of het een verlies is?

    Ik denk van ja, zoals de verwondering van het ‘hier-zijn’, waar Klara blijft om smeken, een verlies is. Want ontegensprekelijk is er in onze houding een verandering opgetreden, niets is nog zoals het vroeger was, alles is strakker nu, meer berekend en dus minder gemoedelijk.

    En het moet me van het hart, hoewel ik geen volgers zal kennen, wat ik niet begrijp - eigenlijk begrijp ik het wel - is de gewoonte die we hebben aan de miserie die van de wereld is er nog een fictieve, zoals Familie of Thuis aan toe te voegen. De miserie aldus te verdubbelen en nog dieper te tonen wat ze al is. En dat gaat zo verder in romans en films, alsof de werkelijkheid niet zou volstaan en men  er plezier in vindt zich op het terein van de miserie te manifesteren.

    Wat misschien eigen is aan de mens van nu, maar zeker niet het geval is van de merels en de meesjes in de tuin, hun gekweel is blijheid is vreugde en het overvalt me, alsof het pas vanmorgen voor de eerste maal  na de winter is, en het pas nu, zonder aarzeling, volop lente is, en dit, ongeacht al wat werelds is. Waarover ik niets te vertellen weet, omdat het voorbijgaand is, zoals de morgen bij volle maan en vogelengezang.

    Terwijl binnen in mij alles aan het roeren is, aan het gisten is; er pakken woorden zijn die zich verspreiden willen, een nest monarch vlinders gelijk in trossen in de bomen, ergens in Mexico, en andere die ik schreef - ik noemde ze gisteren in een postscriptum - vastgekleefd aan elkaar die niet meer fladderen zullen, die stil zijn nu, met de boodschap erin opgenomen en gestabiliseerd voor een tijd althans.

    Ik voel dat ik me herdenken moet, me herpositioneren moet, dat ik gekomen ben op een weg die ik eindeloos dacht te zijn, maar die het niet is, hij breekt af  alsof er verder ineens een afgrond is ontstaan, een breuk die het oneindige doet eindigen.

    Hier sta ik dan, sprakeloos, naar adem snakkend om verder te gaan, alsof ik altijd maar verder moet, alsof ik niet even ter plaatse blijven mag en uitkijken naar nieuwe wegen, als die er nog zouden zijn, zodat ik verder kan, echter niet als een slaapwandelaar, maar als een ontdekkingsreiziger die ik altijd heb willen zijn, zelfs een archeoloog als het Akhnaton betrof en Oedipus.

    Maar de tijden van nu zijn niet meer de tijden van toen, toch niet voor mij. Deze liggen te verspreid achter mij.

     

    [1] Ten ware hij vandaag, 31 maart, uit de bus is gekomen: ‘ een Brussels rechter die de Belgische Staat veroordeelt tot het wegnemen van alle coronamaatregelen omdat ze niet steunen op een juridische basis’.

     

    01-04-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    31-03-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoe ik me voel.

     

    Ik heb me gisteren zelf verrast, niet met wat ik geschreven heb, niet met waar ik uitgekomen ben, maar wel omdat ik vertrokken ben vanuit een nulpunt,  niet wetende in welke richting ik gaan zou, tot de naam Ouspenski me te binnen viel en dit was de sleutel die de deur opende naar mijn ‘kosmisch’ getinte vooropstelling, een dergelijke vooropstelling vind je enkel in mijn geschriften, vrees ik. Hoe ik er toe gekomen ben kwam niet van mij - je moogt me er niet van verdenken - het was een ingeving die er gekomen is al schrijvend, als logisch denkend. Echter ik weet niet wie er denkende was, wie of wat het was die/dat me in die richting stuwde opdat ik schrijven zou wat ik nog nooit zo overtuigend heb geschreven.

    Het is zoals Dante die, toen hij zijn ‘Vita Nuova’ in het midden van een sonnet vallen liet, wist dat hij nu iets ging schrijven wat nog nooit door iemand geschreven werd over een vrouw, en hij aan Béatrice dacht. En hij dan, na studie, zoals hij het zegt, begonnen is aan het schrijven van zijn Commedia. Een plotse ingeving, iets zo maar opgedoken uit het zand, wat  ook de aanleiding ertoe moge geweest zijn.

    Ik heb Ouspenski gehad, Dante ook heeft misschien zo iemand op zijn weg gehad[1]

    Evenwel, wat ik gisteren geschreven heb heeft niets goddelijks over zich, wel iets kosmisch en dit volstaat me ruim als komende uit de geest die over alle dingen hangt die, de geest die de dingen in de hand heeft en kneedt om er de gepaste zweepslag aan te geven opdat ooit - when has no importance - eens bereikt zou worden wat we vandaag nog maar in de verste verte vermoeden kunnen wat of hoe het zijn zal. 30.000 Jaar geleden zag de mens het ook niet waar hij op de dag van vandaag zou aankomen, maar ik wil vooruitzien, het hangt in de luchten, we worden er naartoe geleid, de tijd hierbij niet bestaande.

    Ik volhard dus  in wat ik gisteren schreef. We zijn een werktuig in de hand van een “supermacht’ die verborgen zit - nu zich stilaan tonend - in wat van het Universum is. Ik verlaat hierbij de mens als aardbewoner, ik stel hem op als bewoner van het Universum, wat hij wel is maar nog nooit, bij mijn weten, als dusdanig werd voorgesteld.

    Wat er nu ook van weze, het is aan jullie dat ik het voorleg, het is iets dat zo in mij is opgerezen, zoals ik zegde al schrijvend, al nadenkend over wie of wat we zijn en wat we hier eigenlijk lopen te doen, niet gelovende, niet in de verste verte, dat we zuiver toeval zijn, wat ik trouwens bestempel als een gekheid.

    Ik verlaat hiermede wellicht, de betreden paden van de wetenschap om me te wagen in wat de paden van de metafysica zijn. Maar je weet al lang dat het metafysisch landschap me niet vreemd is en, als je van mij verhalen wilt horen over het dagelijkse van het leven, vooral in deze dagen, dan ben je aan een totaal verkeerd adres. Ik wens telkens aan mijn geschriften een echo mee te geven, een echo zoals deze toen ik stond op de hoogvlakte van Kawkaban in Yemen, het ongelukkige land en volk van het Yemen, waar ik me ooit zo goed heb gevoeld. Zo goed dat het met pijn in het hart is als ik hoor hoe slecht het er moet zijn voor de jonge kinderen die toen - het gezegende toen -naar ons toe kwamen gelopen bedelend om een ‘kalem’ om te kunnen schrijven.

    Voel je het schokkend bevreemdende, het ontoelaatbaar bedroevende van een kind in verscheurd land als Yemen, ik, maar schrijvend?       

     

    PS. Hiermede - en het is geen lichte praat die ik bracht - sluit ik een vierde af van het jaar 2021. Ik ben nu 162 pagina’s, zijnde 54.346 woorden verder, of, hoe ik me voel. 

    31-03-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    30-03-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Perspectief.

     

    Als ik omzie - en wie doet dit niet? - heb ik de indruk dat ik elke dag hetzelfde schrijf maar dan met andere woorden. Het is niet zo,  natuurlijk, maar het is wel zo omdat me elke morgen eenzelfde inspanning wordt gevraagd: binnentreden in mezelf en zien wat of wie ik er ontmoet, een soort mechanisme dat me eigen werd en waarvoor ik de woorden van elke dag gebruik. Wat ik achterlaat aldus is een lang lint van dagen, een snoer van woorden aan elkaar geregen, voetstappen in de sneeuw die leiden naar het onbekende dat ooit het bekende worden zal.

    Ik denk eraan en volgens Jung is het wenselijk dat je er nu en dan aan denkt, ermee bezig bent, ook bij het omzien, of meer bij het omzien dan bij het vooruitzien dat een blinde vlek is, een deur naar de eeuwigheid die je zo lang mogelijk gesloten wilt, vergrendeld zelfs. En wat je ook doet, over wat je ook schrijft, die deur is er altijd. Soms, bij onweer binnen in jou, ontgrendeld en op een kier, maar dit zijn avondrituelen. Daarentegen, als de nieuwe dag er is, is er het leven dat zich opent, aarzelend eerst maar eens je aan het schrijven bent komt het licht, het licht dat het leven is, dat het zich openen is op de tijdslijn van het zijn; van het zijn binnenin het zijn, het exponentiële zijn dat Einstein zag als de snelheid van het licht in het kwadraat.

    Wat Ouspenski, leerling van Gurdjief wist dat het betekende dat je er, bewust van jezelf zijn moest; dat je op elk ogenblik van de dag, weten moest dat jij het waart die daar rondliep of neerzat of neerlag, of wandelde naar hier of naar daar; zelfbewust dat jij het waart die bewoog, die dacht, die slapen ging, jij, zoals je je kende, geest en lichaam maar vooral geest, zo dat je je lichaam vergat, de ongemakken ervan, de pijnen zelfs verdoofd door de denkende mens die je bent.

    De mens die weet dat hij is, dat hij, en hier wordt het ongewoon en moeilijk, dat hij kosmisch is; dat hij als lichaam stof is, zoals de sterren, maar als geest oneindig is en een band heeft met de geest die van de Kosmos is.

    Ik denk dat dit de mens is die in wording is, die er ooit zal zijn als mens die weet dat hij niet van de aarde is maar van veel verder, van veel dieper dan van de aarde is, dat hij van het Heelal is.

    Ik denk vanmorgen, dat we, in het begin van het derde millennium op weg zijn - sedert het begin der tijden zijn we op weg -  naar de mens die in potentie al getekend staat, in wat ‘evolutie-naar’ betekent.

    Als ik dit schrijf dan is het omdat ik geloof in een onderliggend kosmisch evolutie-proces gericht op de geest in de mens, een proces dat neigt in de richting van een ‘meer-zijn’, een dieper begrip van wie we zijn als mens en vooral naar wie we, als mens - homo ‘sapiens/sapiens’ op weg zijn.

    Dit vooropstellen is een stap met zeven-mijlen-laarzen. Ik weet het, ik besef het ten volle, maar ik ben er niet vanaf te brengen, het is een sleutelgedachte van mij. We zijn hier om hier te zijn als werktuig van de Grote Geest die van het Universum is, het Universum in zijn totaliteit.

    Dit te begrijpen is waar we op weg naar zijn. Dit is dan mijn paradigma. Of jij, me lezend, dit aanvaardt of niet. Er komt in de tijd der tijden een moment van het begrijpen dat het zo is en niet anders.

    Al denk je dat het waanzinnig is wat ik schrijf, het is je volste recht. Maar, indien het zo zou zijn, wat een perspectief voor de mens, ook deze van nu.

     

    30-03-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    29-03-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De dagen die ik koester.

     

    Mijn dagen, deze die me nog zijn voorbestemd, moet ik meer dan ooit koesteren, vooral dan de tijd ervan die, als ik schrijven ga, zich opent op mijn geest en ik neerdaal tot in de diepste roerselen van mijn bestaan. De overige tijd, en die is er ruim, moet ik het best dan zien als een aanloop, een ellenlange soms, naar die speermomenten die neigen naar de momenten van ‘Spem in alium’ van Thomas Tallis, een oratorio dat ons bereikte uit de XVIde eeuw, of van de verzen uit de Commedia van Dante uit de XIVde of uit het mystieke van Hildegard van Bingen uit de XIIde..

    Ik zeg zo maar iets, omdat we telkens het allerhoogste dat ons gegeven is trachten te bereiken, of het nu komt in de dag of diep in de nacht, het zijn alle uitkomsten van de geest in ons, of beter van de geest die om ons heen drijft en die we op dergelijke speermomenten capteren kunnen en er ons naar richten om die als vertrekpunten op te nemen.

    Maar het kunnen evengoed momenten zijn, gedrenkt in de geluiden van de zee, of van de wind in de bomen, of van de uilen in het bos, of van plaatsen die er zijn in onze dromen, als het toch maar geen geluiden zijn die ons omklemmen, komende uit de wereld van vandaag.

    De woorden zoals ik ze opvang om te verspreiden kennen een brede gamma aan onderwerpen, waaruit ik kiezen moet, al was het maar over de dood als integrerend deel van het leven, al was het maar omwille van het Woord dat in den beginnen was, al was het maar omwille van de vreugde die ik ken hier te zitten in het licht van de geest, te denken en te schrijven in een grote vrijheid, mijn zinnen neer te zetten zoals ik denk dat ze het best worden neergezet, opdat ze als een blijheid zouden binnen dringen, opgenomen worden en her-verwerkt in totaal andere omstandigheden, als zijnde begrippen of gevoelens komende uit het geestelijk landschap van een vriend of kennis van jullie.

    Ik, de wereld te rijk zijnde deze wondere dag dat ik eens te meer door gedrongen ben  tot wat reeds in potentie neergeschreven werd  in de dagen die op mij afkwamen.

    Het komt er aldus alleen op aan, de beelden te grijpen die aanschuiven zullen en deze niet meer los te laten, zoals het altijd gebeurt en het altijd tot mijn laatste dag, gebeuren mag. Ik weet voldoende dat deze ogenblikken van nu, uitzonderlijk zijn - eigenlijk zijn alle ogenblikken het - dat ze echter niet elke dag met dezelfde geladenheid zullen opduiken, en niet altijd met dezelfde ernst en tezelfdertijd met dezelfde losheid van gedachten zullen opgediend worden. Maar het ogenblik van nu is wat het is, groot en zinderend, en het staat geschreven, vloeiend in al zijn facetten uit die allereerste woorden van vandaag: ‘hoe koester ik mijn dagen?’

    En ik koester ze, veel zeggend en veel verzwijgend opdat jij die me leest, vatten zou hoe goed ik me voel als een mens die schrijft, deze simpele morgen van een simpele dag, op het meest simpele uur, in de meest simpele omstandigheden en in de meest simpele bewoordingen. Een simpelheid die de hoogste vorm van het leven is.

    Het ga je even goed, mijn vriend.

    29-03-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    28-03-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Anemonen en andere

     

    Ik verwaarloos de anemonen in het bos. Ik vergeet de kleine dingen van het leven die o zo belangrijk zijn om in peis de dagen door te brengen, niets meer dan te zien hoe de aarde scheurt en jonge planten tevoorschijn komen en te vergeten wat, vandaag is en gisteren was van de mens in de wereld, en evenmin denkend aan wat het morgen zal zijn. Kan het zo te leven, zo te zijn, gesloten voor wat van de wereld is, een soort Dante zijn die, in plaats van rond te wandelen in de hel, rondwandelt in de dingen die van de aarde zijn en van de luchten en van de zeeën?

    Het een dag maar vol te houden van het eerste licht in de morgen tot de  eerste sterren, tot mijn vijfhonderd woorden geschreven staan. Het moet kunnen zeg ik tot mezelf terwijl ik het schrijf aan jullie die mijn tegenpool zijn, mijn luisteraars, mijn wolk - I don’t like ‘bubble’- in de geslotenheid ervan ontmoeten we elkaar en het kan op elk ogenblik van de dag.

    Ik tracht het me voor te stellen alsof het een verrassing zou zijn, het is ook waar ik op mik. Vandaag was mijn eerste zin een verrassing voor mij, hij viel me zo te binnen. Toen ik schrijven ging, zag ik een plek witte anemonen in het bos van mijn verbeelden - en nu ook plekken speenkruid - aan de waterkant of midden in het bos opschietend tussen de rotte bladeren van de laatste herfst en van de vele herfsten ervoor. Er waren ook de opkomende bosjes druifhyacint en wellicht in het bos dat ik geregeld in gedachten bezoek, het groen al van de meiklokjes. Ik heb vrienden onder jullie die dit zouden kunnen beamen, zeker aanvullen. Echter of er iemand het dalkruid, een nederig plantje, zou vernoemen weet ik niet, maar het stond er nog toen ik als knaap het bos bezocht. Vandaag moet het bos het stellen zonder mij, vooral dan de bomen die ik groette, wel wetende dat ze elk iets persoonlijk hadden: berk en eik en beuk en abeel - des peupliers blancs als er zouden zijn, de boom die mijn voorliefde kent - en dat het leven in hen ook te maken had met het leven binnen in mij en, als ik hen groette het dus was langs het kanaal van deze energiestromen die van ver kwamen en van dichtbij, het bos, het grote bos een gesloten wereld zijnde waar het oneindig goed was te vertoeven, er ‘bewust’ te zijn, er rond te lopen, opmerkzaam voor al het kleine gebeuren erin tot de resten pluimen van een duif, gegrepen door een havik of, en dit is een van de laatste beelden, het geraamte van een vos die daar om een of andere reden aan zijn einde gekomen was, delen van zijn pels nog zichtbaar, de beenderen wit. Ik de kop meenemen wou maar dit zou de rust verbreken die uitging van het geraamte dat daar lag. Grillig zo iets, voor mij dan toch. Ik herinner me, waar ik ooit was in de bergen, het was in Fucine, Noord-Italië, kon ik met de op voet staande kijker van het hotel, een nest welpen zien spelen. Nog een beeld dat me is bijgebleven van de vele beelden die ik draag en soms boven haal, soms als het past, soms ook als het minder past, maar dan zorgen jullie er wel voor, het te aanvaarden omdat het door mij getekend staat.

    Wat ik jullie nog wou zeggen, je mag het ook zien als een vraag, ik ben gek op (foto’s van) de vroege flora in de bossen. Het mag ook de flora uit de bergen zijn maar daar zorgde mijn dochter Patricia voor, op dat gebied is ze niet te overtreffen. Op dit gebied herken ik me in haar.

    28-03-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    27-03-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Roberto Benigni en Dante

     

    Wat moet er verteld over de in Italië gehouden 'Dantedí', de dag van (het eren van) Dante? De RAI wijdde er twee programma’s aan  met als ‘star’ in de overtreffende trap, Roberto Benigni. Zo heb ik gisteren, 25 maart, die man uit de film, ‘La vita è bella’ gehoord en bezig gezien. Eerst in  canto 25 van il Paradiso, om te beginnen zijn commentaar hierop, een groter stortvloed van woorden kan er nie. Hoewel mijn Italiaans ontoereikend was om hem te volgen, ben ik gefascineerd blijven toezien en luisteren, tot hij even stil viel in zijn commentaar en overging op de declamatie van de 139 versregels van Canto 25, zo voor de vuist en dit zonder de minste hapering, onberispelijk wat de tekst zelf betrof  - ik volgde met de tekst in de hand - op een onovertrefbare gevoelige wijze, een gave parel, een prestatie zonder weerga in een bij Dante passend kader en zeker, Dante waardig. Ik denk dat gans Italië moet hebben meegeluisterd, en dat voor velen de keuze moeilijk moet geweest zijn want er liep tezelfdertijd een voetbalwedstrijd met  de nationale ploeg op een andere zender van de RAI.

    Later op de avond was er op RAI 3 een heruitzending van een Benigni optreden van jaren terug, waar hij Conto V van il Inferno bracht op een identieke schitterende wijze. Canto V, met de ontroerende liefdesgeschiedenis van Francesca en Paolo als hoogtepunt, met als sluitstuk een schijnbaar, even als Dante ontroerde Benigni, die eindigde - verzen 139-142 - met de woorden:

    Mentre che l’uno spirto questo disse,
    L’altro piangeva sí, che di pietade
    io venni men cosí com’io morisse :
    e caddi come corpo morto cade[1].

    En ook ik ontroerd door Dante, vermoedend dat hij dit moet geschreven hebben  denkend aan 'zijn' Béatrice.

    Waarom blijvend Dante? Waarom is hij het die T.S. Eliot, die zovelen overhoop haalde, zoals hij mij jaren lang heeft achtervolgd en op ongewoon overdreven wijze me heeft bezig gehouden, tot vervelens toe van zij die me omringden?

    En nog altijd achtervolgt hij me met zijn woorden, zoals hij anderen volgt, vooral  zij me, met hun reacties op wat het weglaten, in hun vertaling, van de Mohammedpassages betreft, blijven  opjagen. En ik vrees dat de nieuwe vertaling, zijnde wat ze is, er van uit vele  hoeken en kanten, reacties zullen opdagen. In de eerste plaats, en niet, in de minste, wat zullen de Italianen erover denken?

    We volgen het, maar veiligheidshalve, van op een zekere, veilige afstand.

     

    [1] En terwijl de ene geest dit zegde /  was de andere zo aan het wenen dat ik uit medelijden / mijn zinnen verloor en dat het was alsof ik stierf / en ik viel zoals een dood lichaam valt.

    27-03-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    26-03-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dante en wat hij dacht over Mohammed.

     

    Ik noem het heiligschennis in de ware betekenis van het woord, maar bij de zoveelste vertaling naar het Nederlands van het ‘Inferno’ uit de Divina Commedia, heeft de vertaalster, Lies Laurysen het aangedurfd - gaat ze er zelfs prat op - in overleg met de uitgeverij, ‘Blossom Books’, de woorden van Dante over Mohammed weggelaten en dit omwille van de gevoeligheden eigen aan de mohammedaanhangers - denk aan Zaventem - en aldus al wat Mohammed betrof in het Westen van de XIVde eeuw, te negeren, met welk recht?

    Het is dus geen vertaling meer omwille van de vertaling, maar omwille van het ‘kunnen-weglaten-uit’ van delen ervan. Welke zekerheid houden we aldus dat het overige ‘wel’ behouden werd.

    Men zegge het voort en men veroordele het zoals het hoort. Want dit kan niet, vertalen met het doel te misleiden.

    Dit kan gewoonweg niet, je prutst niet aan een tekst die als sacraal gekend is, je hebt geen rechten hierover, zeggen dat het een vertaling is en bij het vertalen stukken weglaten om welke reden ook. Op dat  ogenblik is het geen ‘vertaling’ meer, wordt het een bewerking; wordt het noch min, noch meer een manipulatie, en moet het boek als vertaling uit de omloop genomen worden.

    Maar, nu het gebeurde is het goed er even de aandacht op te vestigen want in feite is het dit dat de vertaalster bekomen zal hebben, het weggelaten gedeelte zal nu in het licht komen te staan, Wat heeft ze dan bekomen? Het tegengestelde van wat ze bereiken wou. Bravo, bravissimo!

    *

    En dan wat er over Mohammed verteld wordt in Canto XXVIII  haal ik terug uit  wat en hoe, ik in 2009 over die Mohammed-passage heb geschreven:

    Vergilius en Dante vervolgen hun weg naar de boogbrug over de gracht waar de zielen boeten die zich zowel op het politieke als religieuze vlak schuldig hebben gemaakt aan het zaaien van tweedracht.

    Als canto XXVII over Ulysses en zijn laatste tocht, gezien kan worden als een van de mooiste en meest diepzinnige, dan is canto XXVIII een van de meest gruwelijke. 

    Mijn eerste reactie was over dit canto niet te spreken en dus niets over Mohammed die er aanwezig is samen met Alì, zijn schoonzoon, maar dan zou mijn lezing van het Inferno een leemte vertonen en zou, wat er over Mohammed gedacht werd in de XIIIe/XIVe eeuw, gedekt blijven. Laat me dan maar verhalen wat Dante erover schrijft.

    Maar ik beken je, Dante, ik meen dat je hier overdrijft, hier volg ik je niet meer volledig. De tijden zijn veranderd en ik wens geen oordeel uit te spreken over Mohammed en zijn volgelingen die tot vijfmaal toe, elke dag van hun leven, hoe dit ook moge verlopen, een gebed richten tot hun God en niet ophouden te bidden: Allah akbar, Allah akbar, dat Hij voor hen de grootste is.

    Ik wil respect hebben voor de bidders als ze op hun beurt begrip en respect tonen voor anderen voor wie ook hun God de enige en de grootste is. En in meer, als ze tenminste, in stoet, openlijk opkomen tegen hen die zich, in Mohammeds naam, aan stukken laten rijten om dood en vernieling te zaaien.

    Toch moet ik verder met de gruwel die je beschrijft, al zeg je wel

    Wie zou ooit, zelfs in proza, ten volle spreken kunnen van het bloed en de wonden die ik nu zag, om telkenmale erover te vertellen? Omwille van de onvolmaaktheid ervan en van onze geest, is elke taal ontoereikend om te doen verstaan wat ik zeggen wil.[1]

    Wat je te zeggen hebt, Dante, is inderdaad niet met woorden volledig te beschrijven. Je tracht een voorbeeld te vinden in het bloed dat in diverse oorlogen werd vergoten, maar dit beeld heeft niets te betekenen in vergelijking met wat je meemaakte in de negende gracht zoals je daar zag van Mohammed

    die opengereten was van kin tot aars, zijn darmen tussen de benen, hart, lever, milt en longen waren open en bloot evenals de smerige zak die al het voedsel dat men tot zich neemt met drek opvult.’

    Ga je hier niet te ver, Dante, is het op deze wijze dat de zondaars gestraft moeten worden, in tweeën gespleten omwille van de tweedracht die ze beoogden?

    En dan jij die daar staat  en, Mohammed die je bekijkt en met zijn handen zijn borst openend zegt:

    ‘Zie hoe ik mezelf openscheur, zie eens hoe Mohammed verminkt is . Hij die daar al wenend voor mij gaat is Ali[2], zijn gelaat is gekliefd van kin tot voorhoofd,[3] en alle anderen die je ziet, waren bij leven tweedrachtzaaiers en schismatiekers en het is om deze feiten dat ze hier op deze wijze gespleten worden. Een duivel houdt zich verscholen en telkens we onze ronde gedaan hebben en we hier voor hem verschijnen zijn onze wonden gedicht en treft hij ons opnieuw met het scherp van zijn zwaard’.

    ‘Maar jij’, zegt Mohammed nog, “ jij die daar op je rots staat toe te zien, wie ben jij?’

    En het is Vergilius die antwoordt:

    De dood heeft hem nog niet gegrepen en schuld om gefolterd te worden draagt hij niet, maar omdat hij er ten volle kennis van zou hebben is het aan mij, gestorvene, om hem hieronder in de Hel van kring tot kring rond te leiden. En dit is zo waar als ik hier tot jou sta te spreken.’

    Toen ze dit hoorden bleven meer dan honderd staan in de gracht om naar Dante te kijken, en verbaasd als ze waren vergaten ze hun smarten.

     

    Dit is wat over Mohammed als tweedrachtzaaier gekend stond in de XIVe eeuw. Anderzijds handelde hij als een gewoon iemand hij vroeg zelfs aan Dante om eens hij terug onder de zon zou zijn een broedervriend van hem, fra Dolcino Tornielli uit Novara[4], te verwittigen voldoende levensmiddelen in te slaan als hij schuilen ging in de bergen.

    Is dit waard te ontnemen aan jongelingen uit een andere cultuur  die zich mengen willen met de cultuur die hier bestond in de middeleeuwen? Is het niet beter dat ze weten hoe er in het Westen toen gedacht werd over Mohammed en hoe we er vandaag over denken, met de nodige eerbied omdat we weten dat het hun God betreft?

     

     

     

    [1] Chi poría mai, pur con parole sciolte, / dicer del sangue e delle piaghe a pieno/ ch’i’ ora vidi, per narrar più volte? / Ogni lingua per certo verría meno,/per lo nostro sermone e per la mente / ch’hanno a tanto comprender poco seno. (XXVIII : 1-6)

    [2] Alì, schoonzoon van Mohammed die een scheuring veroorzaakte in de muzelmaanse religie en op weg naar de moskee vermoord werd met een slag van het zwaard die zijn hoofd kliefde.

    [3] Mentre che tutto in lui veder m’attacco,/ guardommi, e con le man s’aperse il petto,/ dicendo: “Or vedi com’io mi dilacco;/ vedi come storpiato è Maometto!/ Dinanzi a me sen va piangendo Alì,/ fesso nel volto dal mento al ciuffetto (XXVIII: 28-33).

    [4] de leider van de religieuze sekte der Apostelen die een terugkeer naar het oer-christendom en de gemeenschap van alle goederen, tot de vrouwen toe, predikte. Toen de bisschop van Novara gesteund door Clemens V een veldtocht tegen hem organiseerde trok Dolcino zich met zijn volgelingen terug in de bergen waar hij uitgeput door  honger en koude gedwongen werd zich over te geven. Hij kwam in 1307 om op de brandstapel samen met enkele van zijn volgelingen.

     

    26-03-2021, 06:32 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    25-03-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Richting die we nemen.

     

    Ik leef in de richting van het leven, voluit met de krachten die ik nog houd, maar ik schrijf in de richting van het laatste moment van mijn bestaan op aarde en dit is vandaag, is de laatste tijd, sterker dan mezelf, het is bijna onoverkomelijk. Hoewel ik me er tegen verzetten wil, eens ik de pen houd zijn het die gedachten die opduiken en waar ik mee begin en telkens riskeer ik er verder mee te gaan.

    Ik zegde het al, waar ik tegen opzie als ik verder denk in deze richting, zijn de voorbereidingen die ik  treffen moet, én wat het afhandelen betreft van de lopende zaken, én wat de opkuis in mijn geschriften aangaat. Dit laatste schijnt me zo oneindig dat ik niet weet hoe er mede te beginnen.

    Aldus blijf ik de dingen maar verschuiven alsof mijn einde er nooit komen zou. Er is nu wel een begin gemaakt maar ik werk er node verder aan, het is het leven en het verder kijken de dagen in, heeft het voor het zeggen, is nog altijd leiding gevend, tenminste zo ik er op let en zo ik me niet laat gaan naar de kilte toe. Ik houd maar al te veel van de schoonheid die ik zie omheen me - in de huidige omstandigheden, niet denkend aan Corona - te veel van de gevoelens die deze schoonheden oproepen en zelfs deze, ongeacht schoon of niet, van de woorden die ik erover schrijf, opdat ik zo maar wensen zou dat hier een einde aan kwam?

    Maar toch beken ik, ootmoedig maar onbevreesd, dat er momenten zijn dat ik uitkijk naar de grote rust van een bergmeer - en ik ken er enkele - waar ik zijn wou, het water een spiegel zijnde zonder de minste oneffenheid die geen wind verstoort. Er te zijn van de koele meren van het niet-meer-zijn.

    Ik ben dus een gespleten man, enerzijds ben ik van de dood en anderzijds van het leven. Wie verlost me ervan, welke weg neem ik vandaag, een donkere of een lichtende?

     

    Ik ben jaren geleden, eigenlijk heel lichtzinnig, begonnen aan een taak die ik me heb opgelegd en wens die verder te volbrengen ongeacht het aantal toehoorders of aanwezigen, in een bijna totale ongebondenheid met jullie en in peis en vrede met mezelf en met de wereld omheen mij.

    Eens zal mijn taak uitgedoofd zijn maar mijn woorden zullen nog een tijdje blijven rondzwerven, zullen misschien zaadjes zijn die in de meest vreemde vormen kiemen zullen omdat ik er enkelen (hopelijk velen) zal aangezet hebben even na te denken over wat het leven is en over wat de dood kan zijn, en dit gespiegeld aan het wonder van het leven.

    Dat ik er misschien enkelen zal toe aangezet zal hebben tot het stellen van vragen over het waarom van hun, van ons bestaan, de opdracht die we meekregen bij onze geboorte. Niet even zinvol voor allen, niet even duidelijk voor allen, maar de rode draad toch die door de massale vormen van het leven loopt, standvastig, immer zoekend, om uit te komen uiteindelijk – maar niets zegt ons dat dit het eindpunt is – in de menselijke geest, waarin de kosmische geest zich reflecteert. Deze reflectie is onze hoop op Iets dat even wonderbaar zal zijn als het leven is; even wonderbaar als het bestaan van elke vorm van leven, tot de meest grillige en meest kleurrijke vormen ervan. Elke vorm van plant en dier tot in de donkerste punten van de oceaan en de hoogste toppen van de bergen, een poging zijnde om uit te komen, na een reis van miljarden jaren, in het woord, het landschap van de geest, dat woekert in ons en ons verheft tot grote hoogtes.

    Misschien, maar dit laat ik over aan jullie, is de dood een nog grotere hoogte?

    25-03-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    24-03-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Schubert die me niet loslaat.

     

    Je heb niets geweten
    van de lente over het land
    en toen je het vernam
    was het te laat.

    Want, nu stijgen de sappen van uit de fijnste wortelingen tot de hoogste kruinen. Je ziet het gebeuren aan de vijver, heel duidelijk in de wilde kerselaar - er is wel niets wilds aan - de botten wit glanzend, klaar om open te barsten met een korte knal. Je wacht nog even. Nu paren de vogels, hun gekweel is als het was in andere tijden. Nu is de lucht geladen met een wondere energie en is er de ganse aarde die  herleeft.

    Ik weet dit  alles, maar het raakt me niet, het raakt me niet in mijn lichaam, het raakt me niet in mijn geest, ik schrijf omdat ik schrijven moet, terwijl de tijd voorbijschuift, roekeloos voorbij. Ik loop pal tegen de luchten aan, in mezelf gekeerd. Hier valt niets te begrijpen, wat van het nieuwe is, is geprangd om mijn lichaam, maar mijn lichaam reageert niet, het blijft even broos, het vangt de nieuwe sappen niet op,  mijn jaren weigeren de lente. Zo weet ik waar ik sta, dat ik aan het vergaan ben. Misschien zelfs de tijd niet meer heb om af te maken wat ik afmaken wil.

    Waaraan zou ik dan moeten denken  als de lente in volle glorie aan het komen is en ik er geen deel van uitmaak, dan toch niet in het lichaam dat ik opvoer langs de dagen en de  wegen naar mijn eindpunt toe. Nimmer, denk ik, was dit zo dichtbij. Het is maar dat ik denken blijf aan Schuberts laatste dagen en zijn stringkwintet dat hij nog wist te componeren, de dood in zijn aderen al..

    Vandaag, lente of niet, moet ik tussen mij en hem een muur optrekken om me te beveiligen. En nog, hoe ik er de vorige nacht, voor het inslapen, aan dacht, om zoals Disney in zijn ‘Fantasia’ getracht heeft in kleuren en bewegende vormen Bach’s ‘Toccata en Fuga in re mineur’ op te vangen, zo wou hij in zijn pogen, even rijk, even diep, even levend, Schubert oproepen in zijn woorden, een onmogelijkheid natuurlijk, maar het hield me bezig, een obsessie bijna, zodat ik woelen bleef en de dwaalgedachten me bleven bestormen tot ik dromen ging van blauwe paarden in de weiden die woorden waren, woorden die muziek waren, zodat ikzelf tot muziek en woord versmolten was, zwemmend in wat Schubert was.

    De ganse wereld is ermee begaan om door te dringen tot wat niet te doorgronden is omdat het in zich, het mysterie van het leven borg. Maar zelfs indien hij erin slaagde Schubert op te roepen met woorden dan zou het toch maar een soort interpretatie zijn van wat hij dacht dat Schubert kon gevoeld hebben toen hij zijn muziek schreef. Zo best elke pogen achterwege te laten.

    *

    Wel, iets geweten
    van Pfeijffer in het land
    het erna, best maar
    te vergeten.

    Er was gisteren, 22 maart,  op Klara, van Ilya Leonard Pfeijffer, ‘de oude woorden van een tijd die komen gaat’. De ‘meester’ heeft het zo gewild, dus heb ik het zo gelaten. En wat meer is de woorden ervan, in ‘klanken van een tijd van nu’ er omheen geweven door de jonge Frédéric Neirynck, het nog het beste was om te beleven.

    Ik ben maar een arm man wat boeken betreft en ik woon niet in Genua maar waarom zou ik niet mogen zeggen dat ik het maar een lappendeken vond van woorden die poogden gepast te rijmen,  opgefokte oorden. Ik heb er niets vernomen dat waard was vernomen te worden en ook, waarom het niet hebben over 'de nieuwe woorden van een tijd die voorbij is’?

    24-03-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    23-03-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dante, vader van het Italiaans.

     

    Er zal wellicht in de loop van het jaar genoeg geschreven worden over Dante als vader van de Italiaanse taal, maar zo lang wil ik niet wachten. Na wat ik vernam in die reportage in ‘La Repubblica’ is er nog altijd iets blijven dolen in mij, namelijk wat ik ooit wist te vertellen over Dante en hoe hij die taal van hem hanteerde.

    En je kunt niet genoeg tussen de lijnen lezen bij Dante, alles is zo subtiel ineen verweven. Elke versregel bijna is drager van een betekenis in meer en evident is het niet dat ik, die veel aandacht moet overhouden voor het vertalen, er zou in slagen, de diepere gedachte van Dante, inherent zijn talrijke bindingen, te achterhalen. De relatie Vergilius-Dante is er een van grote verbondenheid. Hij is Dante zoals hij Vergilius is, hij kent trouwens de Aeneas van buiten, wellicht beter dan dat hij de Bijbel kent.

    Dante is als een krop in mijn keel, is een steen in mijn maag. Ik lees zijn verzen, eerst in het Italiaans omwille van kleur en ritme en dan zoekend in de diverse vertalingen die open op mijn tafel liggen, naar de precieze zin ervan om daarna vers na vers om te zetten in het volgens mij meest passende Nederlands. Wat niet altijd zo eenvoudig is.

    Dante schreef in het Italiaans, zeker, niet omdat het voor hem gemakkelijker was, maar omdat hij met zijn verhaal over zijn liefde voor Beatrice wou doordringen tot het gewone volk en ook misschien omdat het voor hem passender was, gedachten te omsluieren in de taal van het volk dan in het Latijn van de geletterden.

    Treffend in dit opzicht is wat Samuel Beckett, de grote Beckett met zijn prachtig ‘Neither’-gedicht - is het niet Stefan Hertmans? - hierover schrijft in zijn Disjecta[1], zijn ‘Beschouwend Werk’.

    De conclusie van Dante is dat de ontbinding die alle dialecten gemeen hebben het onmogelijk maakt om er één als een adequate literaire  vorm te verkiezen boven de andere en, dat degene die in de volkstaal wil schrijven de zuiverste elementen uit elk dialect moet vergaren om daarmee een synthetische taal te construeren die in ieder geval meer bezit dan alleen een vastomlijnde lokale betekenis - wat precies is wat hij deed. Hij schreef net zo min Napolitaans als Florentijns. Hij schreef in een volkstaal die door een denkbeeldige Italiaan, die alles wat goed was aan dialecten van zijn land in zich had opgenomen, gesproken had kunnen worden, maar die feitelijk zeer zeker niet gesproken werd of ooit gesproken was’.

    En verder, waar Beckett de vergelijking maakt tussen de taal van Dante en deze van James Joyce:

    Dante schreef wat in zijn eigen stad op straat werd gesproken terwijl geen sterveling op aarde of in de hemel ooit de taal van ‘Work in Progress’ (Finnigans Wake) sprak. We zullen moeten erkennen dat een internationale verschijning in staat zou kunnen zijn haar te spreken, net zoals in 1300 een interregionale verschijning – en niemand anders - de taal van de Divina Commedia had kunnen spreken. We zijn geneigd te vergeten dat het literaire publiek van Dante Latijns was; dat de vorm van zijn gedicht beoordeeld zou worden door Latijnse ogen en oren, door een Latijnse esthetica die vernieuwing niet duldde en die wel ontstemd moest raken toen de zoetgevooisde elegantie van ‘Ultima regna canam, fluido contermina mundo,’- ik zal van volmaakte rijken zingen die grenzen aan deze vluchtige wereld - werd vervangen door de barbaarse directheid van ‘Nel mezzo del cammin di nostra vita’. Net zoals Engelse ogen en oren de voorkeur geven aan ‘Smoking his favourite pipe in the sacred presence of ladies’, boven ‘Raucking his favourite turkvu in the smukking precincts of lydias.’

    Je moet natuurlijk Beckett heten en zijn, om sprekend over de kracht van de taal, het Italiaans van Dante te gaan vergelijken met het Engels(!) van Joyce. Echter, als ik het aantal taal-voetnoten zie bij mijn Italiaanse oorspronkelijke tekst[2] dan is het me duidelijk dat het Italiaans van Dante problemen stellen moet aan de doorsnee Italiaan van vandaag.

    Ik kan er nog de bemerking van Jacqueline Risset[3] aan toevoegen:

    ‘C’est à partir de ce texte que c’est édifiée une autre image: Dante ‘père de la langue italienne’ – formule consacrée, obligatoire. La tradition transmet ceci : Dante, par la décision radicale d’employer la langue vulgaire – une langue vulgaire centrée autour du dialecte toscan – dans un ouvrage destiné à devenir très rapidement le point de référence culturel le plus central  pour la littérature italienne dans son ensemble, aurait, d’un coup, forgé l’instrument linguistique de la nation italienne encore en formation.

    Dante is niet alleen de vader van het Italiaans, hij is ook meer dan ooit de vader van Hel, Vagevuur en Paradijs, zonder hem zouden we enkel geweten hebben wat Mohammed erover wist.

     

     

    [1] Saluel Beckett : ‘Disjecta, beschouwend Werk’, Nederlandse vertaling door Vertalerscollectief & Ronald Kuil.1999 Historische Uitgeverij, Groningen, pagina 63. 

    [2] Dante Alighieri, La Divina Commedia, note di Lodovico Magugliani, Edizione Superbur  Classici, 2001.

    [3] Jacqueline Risset : Dante l’écrivain ou l’Inteletto d’amore, pag.71

    23-03-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    22-03-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De wereld tussenin, Schubert D956.

     

    Hoger dan het Adagio uit het strijkkwintet D956  van Franz Schubert kun je niet stijgen, zelfs de voet van de heuvel bereiken met mijn geschrift zou ik ervaren als een succes want de aanvang ervan draagt reeds de kern van schoonheid die zich uitstrekt over het geheel ervan.

    Steeds maar hoger klimmend in ontroering, in beleving met woorden, schijnt me niet mogelijk, het kwintet, zoals ik het hoorde is een uitzonderlijke intrige van klanken in en over elkaar verweven die het hoogst mogelijke aan gevoelens dragen. Je staat er totaal machteloos, je ondergaat het, de sonoriteit ervan  kleeft aan jou, kruipt in je geest en legt je lam. Het is muziek die je  benevelt, die je omkleedt, je glijdt er binnen als  in een wolk waar je dieper en dieper in weg zinkt om erin te verdwijnen, jezelf opslorpend.

    Is er ooit door welke componist ook iets dat meer beklijvend is? Wellicht, het kan als je ver zoeken gaat, er staat zo veel geboekstaafd.

    Maar jij, in je droomlandschap, jij waagt het te schrijven dat je graag eenzelfde hoogte, in woorden uitgedrukt, zou wensen te bereiken. Echter, als er iets onmogelijk is met woorden, zelfs met beelden, dan is het dit wel. Denkt er dus nooit meer aan, het is utopisch wat je verlangt, Schubert was een God toen hij bepaalde passages erin schreef. Zo ervaarde ik het toen ik het hoorde, zoals het ingeleid en gebracht werd door Bie/Sibylle Baert in het programma van Katelijne Boon, ‘ De Liefhebber’, op Klara van zaterdag 20 maart (herbeluisteren is mogelijk). Zeer hoogstaand was het gesprek tussen de twee en daarenboven geïllustreerd op een wondere wijze, een wijze die kleven bleef.

    Ik zocht de laatste dagen meer en meer Klara op om me te oriënteren in wat ik schrijven wil. Het schijnt me toe dat ik daar meer ruimte vinden kan om uit  te komen waar ik uitkomen wil; dat de muziek een tempel is waar meer dan elders inspiratie kan worden opgedaan. Hoewel het niet de gemakkelijkste weg is die ik insla, ik vind toch dat het de veiligste is en bij momenten de rijkste, momenten met Klara als leidinggevende.

    Het is maar dat elke lectuur liggen blijft, dat ik de klanken opzoek, omdat deze gemakkelijker toegankelijk zijn. Het ware nochtans normaal geweest - het lag in de lijn van de verwachtingen - dat ik het vandaag zou gehad hebben over de hergeboorte van de natuur, maar ik heb de impressie gevolgd die Schubert gisteren in mij heeft nagelaten, meer dan het zicht van de bottende kweepeer in de tuin als teken van de beweging in de aarde.

    Het is des te ‘boeiender’ voor mij omdat ik weet dat elk teken van het manuscript, dat elke noot, elke strijk van de boog over de snaren, geschreven werd in de schaduw van de dood en hierdoor geheiligd werd. Schubert moet dit, zijn lichaam stervende,  geweten hebben, des te steviger, des te voller waren de gevoelens die hij naliet.

    Ik beluister hem, zijn schaduw over mij uitgesponnen. Ik durf wel niet zo ver gaan, maar ook ik voel hoe de krachten van mijn lichaam aan het minderen zijn, en een weerslag hebben op wat van de geest is, wat van het eeuwige is.  Me verzettend. Het komt er op aan het zo lang mogelijk uit te houden.

    Laat me dus eens te meer luisteren naar Schuberts Strijkkwintet en de gewijde plaats zoeken waar hij zich bevond toen hij dit schreef, gelegen buiten de wereld van het zijn.

    Een wereld tussenin.

    22-03-2021, 09:08 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    21-03-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De aarde op haar equinoxstand

     

    De aarde, in haar baan om de zon gekomen in haar equinoxpunt, heel even maar, en dan verder tollend alsof het niet belangrijk was, geen overgang, geen soort van verblijden. Ze is er royaal overheen gegaan, trouw en stipt op tijd. We hebben het niet zien gebeuren, maar het staat getekend en berekend, als een gebeuren, jaren op voorhand gefixeerd in de tijd, de preciesheid van de aarde een zekerheid zijnde.

    Een absolute zekerheid waar we aan voorbijgaan, overtuigd dat het gebeuren zal, dat niets in de weg is opdat het zou kunnen gebeuren, één van de weinige zekerheden die we hebben en, wat meer is, waar we geen acht op slaan, geen oog meer voor hebben. Want, geblaseerd als we zijn, raakt de preciesheid van het gebeuren ons nog wel? Of, anderzijds, wat we dan wel waarnemen kunnen: de schijnrare beweging van de zon aan de hemel; de zon die ons leven regelt die voorbijschuift op haar ritme, traag eigenlijk, maar o zo bestendig in haar binding met de tijd die zonder haar geen tijd zou zijn, zien we dit nog als iets in zijn kosmisch verband?

    Wie is het die dit regelde, die zorgde dat de zon, een ontzaglijke  vuurbol, een zwaarte, ‘geankerd’ zou blijven in een wolk van sterren en zwarte gaten, in feite, onbeweeglijk, gegrepen in haar sterrenstelsel en toch bewegend, en de aarde in een slingerbeweging, standvastig er omheen draaiend met een enorme snelheid, een titanenwerk, een voor de mens onmogelijk te bereiken iets en toch, we gaan eraan voorbij, de accuraatheid ervan deert ons in het minst, het is ons verworven. Hoe het er gekomen is, wat onze zorg zou moeten zijn, is er het minste van,   en eigenlijk het is met die vraag dat we zouden moeten beginnen: de vraag hoe is het gekomen dat de aarde er is, op de plaats waar ze is, slingerend met een grote regelmaat, hangend in de ruimte, gegrepen door de zon.

    Het verbaast me omdat ik begrijpen wil. Het is echter tekenend voor de gemoedswereld waarin we leven, dat er zo weinig naar het accurate van het gebeuren, weinig of niet verwezen wordt. Dat niet één moment gedacht wordt dat het een mirakel is dat het equinoxpunt terug gekomen is, tot op een fractie van een seconde, precies op het punt dat jaren voorheen al berekend stond. Geen fractie van een seconde verschil; een orderegeling die, noemen we het bij naam, zonder er een beeld op te kleven, ‘goddelijk’ zijn moet.

    Maar we staan er niet bij stil, waarom zouden we, ‘alles’ is hier verwondering geworden, zo dat de verwondering niet meer als dusdanig gezien wordt maar als de gewoonste zaak ter wereld.

    Is, al wat is, de gewoonste zaak ter wereld?

    Laat ons, even de aarde verlatend, de stopwatch in de hand en zien hoe alles eens te meer geregeld wordt, with a divine accuracy, zijnde tot op een fractie van een wereldse seconde na. Logischerwijze verwondering moet ons deel zijn.

    Eigenlijk ontsteltenis.

    21-03-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    20-03-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het werk van de geest is niet te voorspellen.

     

    Ik heb het gevoel dat ik vandaag, 19 maart, gekortwiekt word door de vreemde lichamen die ik gisteren kreeg ingespoten. Een spanning is opgetreden, is het een fysisch effect of een psychisch? Wat ook, maar ik voel me geremd, ik voel me dicht gemetst. Alles in mij neigt naar rust, languit neerliggen op de sofa, de ogen gesloten. Het is genoeg geweest, maar toch nog verder reizend met  Klara, de wereld van de muziek in. Dat men me dit toch niet ontneme!

    Eens in de namiddag ontwaakt uit mijn lethargie, kan ik terug naar  de vrienden die wat hun mails betreft, even als voorheen, actief gebleven zijn, en me vergastten op tal van verleidingen, vooral dan Roger T. van enkele dagen geleden die me verwijst naar een documentaire in ‘La Repubblica’[1] over, ja over wie anders dan Dante - de vader van het Italiaans - die 700 jaar geleden, in 1321 gestorven is. Dit is van een paar dagen terug, en nu, uit zelfde rijke bron, is er Paul Claes die door hem geacht wordt beter dan wie ook  het gedicht van Amanda Norman, ‘The hill we climb’ te vertalen in het Nederlands.

    Na al wat ik las en bezit van Paul Claes kan ik niet anders dan dit volledig beamen, Paul Claes die zo diep  indringend ontleedt, vertelt en vertaalt wat ‘The waste land’ betekent; wat ‘Illuminations’ van Rimbaud, wat   ‘Raadsels van Rilke’, betekenen; om de rest niet te vernoemen; een man met oneindig veel taal-mogelijkheden, zelfs in staat Norman te vertalen in het Latijn, meent Roger. Trouwens, als het gedicht zo belangrijk is, waarom vertalen, waarom geen Engels leren?

    En dan van Rik vD.- ik denk altijd Henri - een andere vriend, die me een zeer omvangrijke collectie foto’s toestuurt, landschappen en stillevens, een echo van de persoon die hij is, ontroerend sober gehouden, de essentie tonend van wat het land kan zijn, van wat de zee kan zijn, lijnen in het landschap  kunnen zijn, of zo maar een gelaat, een roos, wat appels kunnen zijn. In feite, samen,  als foto’s, ‘des petites choses qui donnent la paix’, zoals Bernanos het wist. Foto’s ook die de schilderijen benaderen van een andere vriend schilder uit de streek.

    Wat vertel je hen in meer dan wat je er hier over zegt. Ze kennen je, ze weten hoe druk je het hebt en weten ook hoe je hen waardeert. Ik noem hen bij hun naam omwille van het gedichtje - een paar lijnen -, dat ik ontving vandaag, komende uit Klara’s hart, Anne-Marie Segers en Els Van Hoof:‘Noem mij noem mij bij mijn naam / voor wie ik liefheb wil ik heten (...)’ schreef Neeltje Maria Min, lang geleden al.’ IK neem dit over en dank hen voor hun lieve woorden.

    Dit alles was  te diep gaande, om het onbesproken te laten. Mijn ‘stilstand na vaccinatie’, is van korte duur geweest, mijn geest heeft het eens te meer gehaald..

    Dan ook, waar ik gisteren mee bezig was:, stellen dat Geest - wie denkt er aan God? -  én Universum één zijn, wat doe je ermee, hoe kan dit je een wijsheid bij  brengen waar je iets aan hebt in het dagelijkse leven?

    Het is pas als je aan het filosoferen slaat dat je er iets kunt aan hebben. Maar filosofie gaat aan ons voorbij, het brengt in de huidige levensomstandigheden - en dan denk ik nog niet aan Covid 19 - geen aarde aan de dijk. En toch vermeldde ik het. Ik geloof niet dat Paul Claes er zorg mee heeft, of iemand anders om me heen. Ik echter zie het telkens als een springplank. Dergelijke zaken duiken op als je schrijven gaat, als je ineens een duik neemt naar de essentie. Zo ook weet je nimmer waar je aanlanden zult, als je schrijven gaat, alle, plaatsen, alle mogelijkheden staan open en het hangt van heel weinig af, of je komt terecht, niet bij het leven, maar bij de dood waar de geest almachtig is en eeuwig.

     

     

    [1] https://video.repubblica.it/spettacoli-e-cultura/il-mondo-di-dante-viaggio-tra-i-misteri-della-divina-commedia-e-i-luoghi-simbolo-del-poeta-d-italia/377348/377958

    20-03-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    19-03-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De dag van 18 maart 2021.

     

    Ik ben vanmorgen, 18 maart, een paar uren minder dan een half etmaal, verwijderd van mijn AstraZeneca-inspuiting. Is dit wel het vermelden waard alsof het een mijlpaal zou zijn in mijn leven? Wel, ik heb er gemengde gevoelens bij, ik vind dat ik het vermelden moet omdat ik er mee begaan ben, heel vroeg al, je moogt het, als lezer, dus vernemen, omdat het filosofisch-wetenschappelijk ver dragende gevolgen heeft waar bij mijn weten niemand op let.

    Dit filosofisch-wetenschappelijk aspect volgt op wat ik gisteren schreef, namelijk, Ilya Prigogine die wist te melden dat Spinoza en Einstein, de twee groten der aarde - groter dan de Paus die zo gezegd onfeilbaar is in zijn uitspraken - van oordeel waren dat Universum en Geest één waren. Een meer betekenisvolle zin kun je niet horen, niet schrijven.

    Ilya Prigogine, als hij dit vooropstelt Spinoza en Einstein citerend, heeft hij deze idee verwerkt, samen met Isabelle Sprengers in hun ’La nouvelle Alliance’ maar weinigen lezen dit of gaan hier op in als zijnde revolutionair; niets wijzigt zich in hun optreden, ze blijven blind voor een realiteit die zich duidelijk in de wetenschap aan het aftekenen is, nu deze doorgedrongen is tot de kern van het zijn, tot het aller minimaalste deeltje dat geen stof meer is maar kennis: weten wat het te doen heeft.

    De onooglijke deeltjes van ons lichaam, bijvoorbeeld, waaraan bij mij, door de inspuiting, straks, deeltjes worden aan toegevoegd die me weerbaarder zullen maken. Deeltjes die dus ‘kennis’ zijn, zonder kennis zijn ze waardeloos. Een gegoochel, want dit is het, dat me te buiten gaat, waar ik geen snars van begrijp, wel is dat het zeker iets te maken heeft met ‘de eenheid van Universum en Geest’. Het onweerlegbare bewijs ervan.

    Ondertussen, en als je het weten wilt, ik zwem in Klara. Ik herbeluister ‘Das lied von der Erde’, de uitvoering van gisteren, een foute uitvoering. Wie je ook bent, je prutst niet aan de noten van een meesterwerk, je herleidt het werk niet door het weglaten van een willekeurige noot, noch door het vervangen van een muziekinstrument; zeker niet door een vereenvoudiging tot een nieuw werk[1]. Neen, op die wijze haal je de ziel eruit op tal van plaatsen, zeker voor iemand die de oorspronkelijke versie te dikwijls al heeft gehoord, om nu een nieuwe versie ervan, welke ook, te aanvaarden.

    Voor mij dus twee waarheden, als palen boven water, die moeten volstaan als blog, op een bijzondere (!) dag zoals deze van 18 maart 2021.

     

    [1] Reinbert de Leeuw (+2020) dirigent en componist, maakte er een bewerking van voor kamermuziekensemble

    19-03-2021, 06:26 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    18-03-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoe het er aan toegaat, soms.

     

    Je  bent de dag in gegaan. Je schrijft nog niet maar je loopt rond al schrijvend in de lucht. En als je neer gaat zitten is het uit noodzaak, is het omdat het woord je dwingt tot schrijven, wat ook, het is, wat opkomt in jou, je het grijpen moet opdat het vast gezet zou worden, ergens, hoog in de touwen.

    Het gebeurde vanmorgen - en het zal een vreemde dag wordden! - ik vergat gisteren mijn blog in te loggen. De vroege bezoekers,- en die zijn er, zullen een leeg blad gevonden hebben. Mijn excuses hiervoor. Ik heb zoveel om het hoofd, dat ik zaken vergeet. In feite weet ik al lang niet meer wat het is, ‘nietsdoen’, niets af te maken te hebben. Trouwens het nietsdoen heb ik nooit gekend en het is nu niet meer dat ik eraan denk er ook maar iets aan  te wijzigen. Ik ben een door het schrijven bezeten man en dat is  mijn leven. Zelfs al vind ik dat mijn woorden niet altijd eenzelfde draagkracht kennen, dat ze zijn zoals de golven die zich uitstorten op het strand en zich dan terug trekken de zee in, een aanloop die ze nemen om terug te komen, geladen met nieuwe ideeën, Het zijn en blijven momenten in het leven die willen bewaard blijven. Ik offer er heel wat voor op, zelfs mijn nachtrust. Soms loont het de moeite, soms niet en zijn het maar blanco passages zoals er zovele zijn in een mensenleven.

    Ik dacht eraan gisteren toen ik het over Schubert had, over zijn 959 sonate voor piano. Ik dacht eraan hoe tere, lang uitgesponnen sterk melodieuze fraseringen plots  gewisseld worden tot een uitbarsting van klanken waaruit dan, o wonder nieuwe even melodieuze fraseringen te voorschijn komen, en ik deze ‘uitbarstingen’ zag als telkens een aanloop, een aanloop naar een nieuw verhaal: melodieën  in elkaar en over elkaar in verwachting.

    Schreef ik dit gisteren niet, ik dacht er toch aan.

    Met dit aspect van mij, breed uitgesponnen, ben ik vandaag de dag ingegaan. Hij begon met een vergeten zijn, hoe hij eindigen zal weet ik nog niet, er komt nu een pauze, zoals op het toneel, het doek dat dicht geschoven wordt en T.S. Eliot die aanklopt:

    As, in a theatre, the lights are extinguished, for the scene to be changed, with a movement of darkness on darkness[1].

    Uren later ben ik terug, opent zich het gordijn en wordt de scene belicht. Het mooie is dat de uren van de dag die voorbij zijn, geen leeg vat zijn geweest, geen tijd die onbesproken, onbewerkt, on-geleefd achter mij ligt: wat zand in de woestijn, wat gesneuvelde herinneringen, wat vermeende gelukkige of minder gelukkige momenten.

    Neen, ik verleng me tot voorbij de horizon, tot ver in de tijd na mij. Zo hoop ik toch. als ik neerzit en een wit blad me roept om bezeten te worden, zoals het geboekt staat in ‘Wijsheid’: ‘de Heer bezat me in het begin van zijn wegen’, waaruit dan alles ontstond.

    Het is de roep van de Kosmos in mij - je ontkomt er nooit aan - Bergson wist dit ook als hij schreef dat ‘la créativité qui est comme une propriété fondamentale de l’Univerrs’.

    De geest in ons, is het meest essentiële deel van dit Universum, dit om te antwoorden op de vraag door Priogogine gesteld: ‘comment l’homme appartient-il au monde?

    En, weet ik van Prigogine nog – en ik haal dit uit mijn dagboek van het jaar 2000 - ’Spinoza et Einstein étaient acculés à une forme de monisme : la théorie philosophique selon laquelle l’Univers et l’Esprit ne font qu’un.’

    Maar ik had noch Einstein, noch Spinoza nodig om tot dit besluit te komen. ik had het me, dankzij de New Physics, zelf toegeëigend.

    Zo gaat het nu eenmaal in het leven.

     

    [1] T.S. Eliot: ‘Four Quartets’ East Coker III, 112

    18-03-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    17-03-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gentians.

     

    ‘Soms is één noot voldoende om wakker te worden’, hoor je in de morgen[1] en, soms is een korte zin voldoende om te weten hoe het verder moet, een zin ingegeven bij het opstaan of, bij het slapen gaan en dit was gisteren het geval, een zin, een idee in wording, heel vaag nog, waar je je aan vastklampen zult in de nacht, amper een strohalm als je er  in de morgen over schrijven gaat.

    Zelden gebeurt het dat een blog van jou over de ganse lengte eenzelfde toon, eenzelfde geladenheid draagt. Er zitten tussenschotten in die fungeren als aanloopperiodes naar een volgende idee. Zo iets als de golven die aanspoelen op het strand van ons, golven die zich breed uitzetten en dan terugvloeien om een aanloop te nemen voor een volgende golf. Ik dacht eraan, nog altijd met Schuberts sonate 959 in mijn hoofd. Ik dacht er niet aan toen ik nog luisterde, pas achteraf toen de klanken uitvloeiden in mij; toen de geschiedenis er omheen zich sluiten ging en er iets groeide dat plots, voor het slapen gaan, zijn begin kende. Wat geldt voor mijn blogs geldt ook voor de sonate, geldt ook voor elk muziekstuk, voor elk kunstwerk, er zit een golfbeweging in, een aanloop, een uitvloeien in een brede melodieuze frasering en een opstelling voor een nieuwe frasering die aansluit op de vorige - hetzelfde met de eerste symfonie van Beethoven die ik thans beluister - en die aanloop, dat tussenschot, is er om beter te onderlijnen wat  er verteld wordt.

    Druk ik me duidelijk genoeg uit, wellicht niet, het is moeilijk voor mij om met woorden precies te zeggen wat ik zeggen wil, maar het uitvloeien en het keren van de golven op het strand moet er een goed beeld van geven.

    Dit, mijn vriend lezer, is trouwens de struggle die ik elke dag te voeren heb om weer te geven wat ik voel in mij. Ik heb hier een vriend, een schilder, hij evolueerde de laatste tijd tot doeken die neigen naar een teerheid van kleuren en een soberheid van opvulling, zo dat zijn doeken fluisterwerken geworden zijn. Als hij verder gaat in de richting naar waar hij vertrokken is, dan komt hij uit in een bijna leeg blanco doek.

    Het is wat ik ook zou willen bereiken, woorden achterlaten die niets meer te zeggen hebben - alles werd al gezegd - maar die er zijn als woord, niet als verwijzing naar iets dat er zijn zou. Een onmogelijke gedachte te vergelijken met het potentiële doek van mijn vriend de schilder.

    Elke blog die ik schrijf is een pogen ergens terecht te komen in een landschap waar weinigen ooit zijn geweest. Ik krijg dergelijke landschappen regelmatig toegemeten als beeld bij het openen van mijn laptop. Ik zoek ze niet op, ik tracht die van mij zelf te vinden op plaatsen diep in mij, plaatsen waar ik nog niet was en waar ik wellicht nooit komen zal, maar toch blijf ik er naar uitkijken. Ook vandaag, meer dan gisteren was dit het geval. Dit is tot waar mijn schrijven me heeft gebracht.

    Weet echter dat ik me er goed bij voel: ‘not every man has gentians in his house’, wist D.H. Lawrence. Ik voeg er aan toe: ‘not even, growing in his garden.’

     

    [1] Klara: de eerste noot van het Adagio-Allegretto uit de eerste Symfonie van Ludwig van Beethoven.

    17-03-2021, 06:04 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    16-03-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sonate in A, D 959, Franz Schubert.

     

    Elke dag is niet even vruchtbaar aan woorden. Het gebeurt zelfs dat ze aarzelen, lang aarzelen, om te komen. Nochtans ze zijn er in potentie, het is maar dat ik de juiste opening vinden moet. Zo dacht ik vanmorgen aan wat ik gisterenavond plande om er vandaag mijn blog mee te beginnen: dat ik zeker begrip wil opbrengen voor de laat-avond programma’s van Klara, de naam ervan heeft geen belang, maar de inhoud ervan is soms ‘te’ nieuw voor mij. Dit programma volgt op de voet, andere kunstuitingen die ook te nieuw uitvallen, maar, en dit wou ik benadrukken, ik sta hier niet meer, zoals voorheen, als een rechter die een oordeel velt, ik ben hier voortaan - dit is mijn houding geworden - om te aanhoren en vast te stellen hoe alles in evolutie is; hoe klanken, totaal vernieuwend, in elkaar geschoven worden en met elkaar vermengd die voor mij te vreemd gaan, soms te on-passend zijn om de nacht in te gaan. Ik luister maar ze dringen (nog) niet door tot mijn gevoelens. Ik stel me trouwens de vraag hoe diep deze muziek wel doordringt tot de samenstellers ervan, die ik nochtans alle succes toe wens wat die gevoelens betreft. Maar het is wat het is, er moet interesse voor zijn of, elke kunstenaar, elke composer mag/moet aan bod komen.

    En ik, nu, ik wacht op het beluisteren vanavond - 15 maart - van ‘the unanswered question’ van Charles Ives.

    Ondertussen was er vanmorgen, onder het bezig zijn - ja, met wat as ik bezig? - van de jonge man, Franz Schubert, zijn bijna- goddelijke Sonate in A voor piano, D 959.

    Ik herinner me, lang, te lang geleden, een avond in Gent, ik was er met een vriend Guy Ongena, een groot man in alles. Hij had me uitgenodigd - waarom ik? - op een recital van een Russische pianist, de naam ontgaat me zoals zovele zaken me beginnen te ontgaan, hij speelde de D 959 en op een gegeven ogenblik bij een bepaalde passage, sprongen me de tranen in de ogen. Guy moet het gemerkt hebben. Achteraf zijn we een glas gaan drinken en hebben we geschaakt, in de ‘Hotsy Totsy’, een pub in het centrum, uitgebaat door de broer van Hugo Claus. Een wondere avond. Een avond van de geest en van de vriendschap. De volgende dag of een paar dagen erna, stond hij aan de deur met een LP, de Sonate 959, met op het couvert de woorden ‘to the man with the esoteric thoughts’.

    De laatste maal dat ik hem zag, hij was met zijn echtgenote, en het was aan de Leie in Sint-Martens-Latem, hij verschrompeld, letterlijk ineengedrongen, onherkenbaar bijna. Pijn om hem aan te zien en of hij me nog herkende weet ik niet. Als hij nog in leven is weet ik evenmin ‘hoe’ hij nog in leven is, maar ik herinner me hem als een filosoof, een kenner van de kunsten en een bezitter van vele kunstwerken waaronder een ‘Zwarte Maagd’-beeldje

    Ik schrijf hier over hem omdat ik iets schrijven wou over Schuberts 959. Ik roep hem terug, we zitten over elkaar, het schaakbord op de tafel tussen ons, hij zijn loper vooruitschuivend klaar om aan te vallen, samen drinken we een ‘Four Roses’. De avond is lang tot diep in de nacht.

    Mijn God, herinneringen? Van herinneringen spaar ons Heer. En op je leeftijd, vanwaar die tranen, is het Schubert, is het de ‘Four Roses’?

    16-03-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    15-03-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat je ziet en wat je niet ziet.

     

    Ik zegde het al, wat ik schrijf gaat meestal over ‘mijn’ doorgang in deze wereld, is het niet rechtstreeks het is via omwegen dat ik me bloot geef op de meest persoonlijke wijze: zeggen wie ik ben en wat ik doe of verkondigen wil. Elke dag vertrouw ik dit jullie toe met een groot hart. Waarom doe ik dit, welke sensatie is er voor mij aan verbonden?

    Om eerlijk te zijn, ik doe het omdat ik geen andere keuze meer heb, het is dit of wegkwijnen van de ouderdom in een hoek van de tijd die me nog rest, een tijd die, ware er mijn schrijven niet, even nutteloos als waardeloos zou zijn.

    Ik krijg, als alles naar wens verloopt, mijn covid inspuiting op 18 maart, vandaag een soort mijlpaal in het leven als ik zie  op tv hoeveel er, telkens en telkens  worden getoond. Ik had er kunnen staan of zitten met niets in mijn handen en niets in het vooruitzicht; welnu dankzij mijn geschriften zal ik er zijn, wetende van die geschriften en wetende dat ik er nog te schrijven heb na de inspuiting, wat een wereld van verschil uitmaakt.

    Niemand zal het beseffen als ik daar sta, arm en sukkelachtig met een wandelstok in de hand, als mijn arm wordt ontbloot, maar ik zal me daar ‘rijk’ voelen, ondanks mijn armtierigheid, omdat ik een resem teksten heb geschreven die de verborgen, ongekende verlenging zijn van het lichaam dat ik toon.

    Voel je het verschil aan, voel je wat het betekent voor de oude man die ik ben, op welke wijze ik me geestelijk, dankzij mijn schrijven van elke dag, vertoon onder de mensen; dat ik me meer voel dan het stukje mens dat daar staat aan te schuiven, zoals ik door de jeugd bekeken word.  Niemand weet het, niemand hoeft het te weten, trouwens ze zouden het niet begrijpen wat het betekent voor mij. Maar 'ik' weet het en ik kan, ondanks de pijn,  mijn hoofd opgericht houden.

    En ik antwoord dan op de vraag die ik me stelde, dit is dan de reden waarom ik het doe. Zoals ik er sta, wat mijn houding, wat mijn  lichaam aangaat, sta ik er niet wat mijn geest betreft; voel ik me groot levend, het tegengestelde van wat ik vertoon. Het is mijn fierheid. Mijn blog van elke dag is mijn innerlijke fierheid er nog te zijn zoals ik er altijd ben geweest; mijn uiterlijke is geen afbeelding van mijn innerlijke, wat je ziet heeft weinig te maken met wat je niet ziet. 

    Er kunnen er honderd, er duizend van 93, rondlopen zoals ik, sukkelachtig, maar rechtstaande bloeiend lijk een boom, liefst een linde, in de vlakte die van de oneindigheid is, de oneindigheid van de geest omheen ons.

    We sterven niet zo maar, we overleven.

    15-03-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Archief per week
  • 22/04-28/04 2024
  • 15/04-21/04 2024
  • 08/04-14/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 25/03-31/03 2024
  • 18/03-24/03 2024
  • 11/03-17/03 2024
  • 04/03-10/03 2024
  • 26/02-03/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 12/02-18/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 29/01-04/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 15/01-21/01 2024
  • 08/01-14/01 2024
  • 01/01-07/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 16/10-22/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 02/10-08/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 18/09-24/09 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 04/09-10/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 21/08-27/08 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 07/08-13/08 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 17/07-23/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 03/07-09/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 13/03-19/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 25/12-31/12 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 21/11-27/11 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 10/10-16/10 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 01/08-07/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 04/07-10/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 13/06-19/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 16/05-22/05 2022
  • 09/05-15/05 2022
  • 02/05-08/05 2022
  • 25/04-01/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 11/04-17/04 2022
  • 04/04-10/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 07/03-13/03 2022
  • 28/02-06/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 14/02-20/02 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 17/01-23/01 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 26/12-01/01 2023
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 08/11-14/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 19/07-25/07 2021
  • 12/07-18/07 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 28/06-04/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 31/05-06/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 19/04-25/04 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 29/03-04/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 16/11-22/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 07/09-13/09 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 25/12-31/12 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 24/12-30/12 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 29/11-05/12 -0001

    Archief per maand
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 11--0001

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs