Er zal wellicht in de loop van het jaar genoeg geschreven worden over Dante als vader van de Italiaanse taal, maar zo lang wil ik niet wachten. Na wat ik vernam in die reportage in ‘La Repubblica’ is er nog altijd iets blijven dolen in mij, namelijk wat ik ooit wist te vertellen over Dante en hoe hij die taal van hem hanteerde.
En je kunt niet genoeg tussen de lijnen lezen bij Dante, alles is zo subtiel ineen verweven. Elke versregel bijna is drager van een betekenis in meer en evident is het niet dat ik, die veel aandacht moet overhouden voor het vertalen, er zou in slagen, de diepere gedachte van Dante, inherent zijn talrijke bindingen, te achterhalen. De relatie Vergilius-Dante is er een van grote verbondenheid. Hij is Dante zoals hij Vergilius is, hij kent trouwens de Aeneas van buiten, wellicht beter dan dat hij de Bijbel kent.
Dante is als een krop in mijn keel, is een steen in mijn maag. Ik lees zijn verzen, eerst in het Italiaans omwille van kleur en ritme en dan zoekend in de diverse vertalingen die open op mijn tafel liggen, naar de precieze zin ervan om daarna vers na vers om te zetten in het volgens mij meest passende Nederlands. Wat niet altijd zo eenvoudig is.
Dante schreef in het Italiaans, zeker, niet omdat het voor hem gemakkelijker was, maar omdat hij met zijn verhaal over zijn liefde voor Beatrice wou doordringen tot het gewone volk en ook misschien omdat het voor hem passender was, gedachten te omsluieren in de taal van het volk dan in het Latijn van de geletterden.
Treffend in dit opzicht is wat Samuel Beckett, de grote Beckett met zijn prachtig ‘Neither’-gedicht - is het niet Stefan Hertmans? - hierover schrijft in zijn Disjecta[1], zijn ‘Beschouwend Werk’.
‘De conclusie van Dante is dat de ontbinding die alle dialecten gemeen hebben het onmogelijk maakt om er één als een adequate literaire vorm te verkiezen boven de andere en, dat degene die in de volkstaal wil schrijven de zuiverste elementen uit elk dialect moet vergaren om daarmee een synthetische taal te construeren die in ieder geval meer bezit dan alleen een vastomlijnde lokale betekenis - wat precies is wat hij deed. Hij schreef net zo min Napolitaans als Florentijns. Hij schreef in een volkstaal die door een denkbeeldige Italiaan, die alles wat goed was aan dialecten van zijn land in zich had opgenomen, gesproken had kunnen worden, maar die feitelijk zeer zeker niet gesproken werd of ooit gesproken was’.
En verder, waar Beckett de vergelijking maakt tussen de taal van Dante en deze van James Joyce:
‘Dante schreef wat in zijn eigen stad op straat werd gesproken terwijl geen sterveling op aarde of in de hemel ooit de taal van ‘Work in Progress’ (Finnigans Wake) sprak. We zullen moeten erkennen dat een internationale verschijning in staat zou kunnen zijn haar te spreken, net zoals in 1300 een interregionale verschijning – en niemand anders - de taal van de Divina Commedia had kunnen spreken. We zijn geneigd te vergeten dat het literaire publiek van Dante Latijns was; dat de vorm van zijn gedicht beoordeeld zou worden door Latijnse ogen en oren, door een Latijnse esthetica die vernieuwing niet duldde en die wel ontstemd moest raken toen de zoetgevooisde elegantie van ‘Ultima regna canam, fluido contermina mundo,’- ik zal van volmaakte rijken zingen die grenzen aan deze vluchtige wereld - werd vervangen door de barbaarse directheid van ‘Nel mezzo del cammin di nostra vita’. Net zoals Engelse ogen en oren de voorkeur geven aan ‘Smoking his favourite pipe in the sacred presence of ladies’, boven ‘Raucking his favourite turkvu in the smukking precincts of lydias.’
Je moet natuurlijk Beckett heten en zijn, om sprekend over de kracht van de taal, het Italiaans van Dante te gaan vergelijken met het Engels(!) van Joyce. Echter, als ik het aantal taal-voetnoten zie bij mijn Italiaanse oorspronkelijke tekst[2] dan is het me duidelijk dat het Italiaans van Dante problemen stellen moet aan de doorsnee Italiaan van vandaag.
Ik kan er nog de bemerking van Jacqueline Risset[3] aan toevoegen:
‘C’est à partir de ce texte que c’est édifiée une autre image: Dante ‘père de la langue italienne’ – formule consacrée, obligatoire. La tradition transmet ceci : Dante, par la décision radicale d’employer la langue vulgaire – une langue vulgaire centrée autour du dialecte toscan – dans un ouvrage destiné à devenir très rapidement le point de référence culturel le plus central pour la littérature italienne dans son ensemble, aurait, d’un coup, forgé l’instrument linguistique de la nation italienne encore en formation.
Dante is niet alleen de vader van het Italiaans, hij is ook meer dan ooit de vader van Hel, Vagevuur en Paradijs, zonder hem zouden we enkel geweten hebben wat Mohammed erover wist.
[1] Saluel Beckett : ‘Disjecta, beschouwend Werk’, Nederlandse vertaling door Vertalerscollectief & Ronald Kuil.1999 Historische Uitgeverij, Groningen, pagina 63.
[2] Dante Alighieri, La Divina Commedia, note di Lodovico Magugliani, Edizione Superbur Classici, 2001.
[3] Jacqueline Risset : Dante l’écrivain ou l’Inteletto d’amore, pag.71
|